Daikin FCAHG71HVEB, FCAHG100HVEB, FCAHG125HVEB, FCAHG140HVEB Installer reference guide [nl]

4 (1)

Uitgebreide handleiding

voor de installateur en de

gebruiker

Split-systeemairconditioners

FCAHG71HVEB

 

 

FCAHG100HVEB

Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker

 

 

FCAHG125HVEB

Nederlands

FCAHG140HVEB

Split-systeemairconditioners

 

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

1 Algemene veiligheidsmaatregelen

3

1.1

Over de documentatie ...............................................................

3

 

1.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen .......

3

1.2

Voor de gebruiker......................................................................

3

1.3

Voor de installateur ...................................................................

4

 

1.3.1

Algemeenheden..........................................................

4

 

1.3.2

Plaats van installatie ...................................................

4

 

1.3.3

Koelmiddel ..................................................................

6

 

1.3.4

Pekel ...........................................................................

6

 

1.3.5

Water ..........................................................................

6

 

1.3.6

Elektrisch ....................................................................

7

2

Over de documentatie

7

 

2.1

Over dit document .....................................................................

7

 

 

Voor de installateur

8

3

Over de doos

8

 

3.1

Overzicht: Over de doos............................................................

8

 

3.2

Binnenunit .................................................................................

8

 

 

3.2.1 Uitpakken en omgaan met de unit ..............................

8

 

 

3.2.2 Toebehoren uit de binnenunit verwijderen..................

8

4 Over de units en opties

9

 

4.1

Overzicht: Over de units en opties ............................................

9

 

4.2

Identificatie ................................................................................

9

 

 

4.2.1

Identificatielabel: Binnenunit .......................................

9

 

4.3

Over de binnenunit ....................................................................

9

 

4.4

Systeemlay-out..........................................................................

9

 

4.5

Units en opties combineren.......................................................

9

 

 

4.5.1 Mogelijke opties voor de binnenunit............................

9

5

Voorbereiding

9

 

5.1

Overzicht: Voorbereiding...........................................................

9

 

5.2

Installatieplaats voorbereiden....................................................

10

 

 

5.2.1 Vereisten inzake de plaats waar de binnenunit

 

 

 

 

geïnstalleerd wordt......................................................

10

 

5.3

De koelmiddelleidingen voorbereiden .......................................

11

 

 

5.3.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen .......................

11

 

 

5.3.2

De koelleidingen isoleren............................................

11

 

5.4

De elektrische bedrading voorbereiden.....................................

11

5.4.1Over het voorbereiden van de elektrische bedrading . 11

6 Installatie

 

12

6.1

Overzicht: Installatie ..................................................................

12

6.2

De binnenunit monteren ............................................................

12

 

6.2.1

Voorzorgen bij het monteren van de binnenunit .........

12

 

6.2.2

Richtlijnen bij de installatie van de binnenunit ............

12

 

6.2.3

Richtlijnen bij de installatie van de afvoerleiding.........

13

6.3

De koelmiddelleiding aansluiten................................................

15

 

6.3.1

Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen ........

15

 

6.3.2

Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van

 

 

 

koelmiddelleidingen ....................................................

15

 

6.3.3

Richtlijnen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen

15

 

6.3.4

Richtlijnen voor het buigen van leidingen ...................

16

 

6.3.5

Het uiteinde van een buis verbreden ..........................

16

 

6.3.6

De koelmiddelleidingen op binnenunit aansluiten.......

16

6.4

De elektrische bedrading aansluiten .........................................

17

 

6.4.1

Over het aansluiten van de elektrische bedrading......

17

 

6.4.2

Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van

 

 

 

elektrische bedrading..................................................

17

 

6.4.3

Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische

 

 

 

bedrading ....................................................................

17

6.4.4Specificaties van de standaardcomponenten van de

 

bedrading ....................................................................

17

6.4.5

Elektrische bedrading aansluiten op de binnenunit ....

17

7

Configuratie

19

 

7.1

Lokale instelling..........................................................................

19

8

Inbedrijfstelling

20

 

8.1

Overzicht: Inbedrijfstelling ..........................................................

20

 

8.2

Voorzorgsmaatregelen bij de inbedrijfstelling.............................

20

 

8.3

Checklist voor de inbedrijfstelling ...............................................

20

 

8.4

Proefdraaien...............................................................................

21

 

8.5

Foutcodes bij het proefdraaien...................................................

21

9

Aan de gebruiker overhandigen

22

10

Als afval verwijderen

22

11

Technische gegevens

22

 

11.1

Schema van de leidingen: Binnenunit ........................................

22

 

11.2

Bedradingsschema.....................................................................

22

 

 

11.2.1

Legende eengemaakt bedradingsschema...................

22

 

 

Voor de gebruiker

23

12

Over het systeem

23

 

12.1

Systeemlay-out...........................................................................

23

 

12.2

Informatievereisten voor ventilator-convectoren ........................

24

13

Gebruikersinterface

24

14

Voor het gebruik

24

15

Bediening

 

24

 

15.1

Werkingsgebied..........................................................................

24

 

15.2

Gebruik van het systeem............................................................

24

 

 

15.2.1 Over het gebruik van het systeem ...............................

24

 

 

15.2.2 Over koelen, verwarmen, alleen ventileren en

 

 

 

 

automatische werking ..................................................

25

 

 

15.2.3

Over verwarmen ..........................................................

25

 

 

15.2.4 Gebruik van het systeem .............................................

25

 

15.3

Gebruik van het ontvochtigingsprogramma................................

25

 

 

15.3.1

Over het ontvochtigingsprogramma.............................

25

 

 

15.3.2 Gebruik van het ontvochtigingsprogramma .................

25

 

15.4

Luchtstroomrichting instellen......................................................

25

 

 

15.4.1

Over de luchtstroomklep ..............................................

25

 

15.5

Luchtstroom met actieve circulatie .............................................

26

 

 

15.5.1 Luchtstroom met actieve circulatie starten...................

26

16

Energie besparen en optimale werking

26

17

Onderhoud en service

26

 

17.1

Voorzorgsmaatregelen voor onderhoud en service ...................

26

17.2Luchtfilter, aanzuigrooster, luchtuitblaas en buitenpanelen

 

reinigen

.......................................................................................

27

 

17.2.1

Luchtfilter reinigen ........................................................

27

 

17.2.2 ...............................................

Aanzuigrooster reinigen

27

 

17.2.3 .....................Luchtuitblaas en buitenpanelen reinigen

28

17.3

Onderhoud ..........................na een lange periode van stilstand

28

17.4

Onderhoud .......................voor een lange periode van stilstand

28

17.5

Over het ...................................................................koelmiddel

28

17.6

Dienst-na ...................................................-verkoop en garantie

29

 

17.6.1 ...........................................................

Garantieperiode

29

 

17.6.2 ...............Aanbevelingen voor onderhoud en inspectie

29

 

17.6.3 ..................

Aanbevolen onderhouds - en inspectiecycli

29

 

17.6.4 ..................

Verkorte onderhouds - en vervangingscycli

29

18 Opsporen en verhelpen van storingen

30

18.1 Symptomen die geen storingen van het systeem zijn ................

30

18.1.1 Symptoom: Het systeem werkt niet .............................

30

18.1.2Symptoom: De ventilatorsnelheid stemt niet overeen

met de instelling ...........................................................

31

18.1.3Symptoom: De luchtstroomrichting stemt niet

overeen met de instelling .............................................

31

18.1.4Symptoom: Uit het toestel komt witte rook

(binnenunit) ..................................................................

31

Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker

FCAHG71~140HVEB

2

Split-systeemairconditioners

4P561449-1A – 2019.09

1 Algemene veiligheidsmaatregelen

18.1.5Symptoom: Uit het toestel komt witte rook

(binnenunit, buitenunit) ...............................................

31

18.1.6Symptoom: Op de gebruikersinterface staat "U4" of

"U5", de unit stopt, en start weer na enkele minuten .. 31

18.1.7Symptoom: De airconditioners maken lawaai

(binnenunit) .................................................................

31

18.1.8Symptoom: De airconditioners maken lawaai

(binnenunit, buitenunit) ...............................................

31

18.1.9Symptoom: De airconditioners maken lawaai

(buitenunit) ..................................................................

31

18.1.10 Symptoom: Er komt stof uit de unit .............................

31

18.1.11 Symptoom: De units geven een geur af......................

31

18.1.12 Symptoom: De ventilator van de buitenunit draait

 

niet ..............................................................................

31

18.1.13 Symptoom: Op het scherm staat "88".........................

31

18.1.14 Symptoom: De compressor in de buitenunit stopt

 

niet na een korte verwarmingscyclus..........................

31

OPMERKING

Duidt op een situatie die schade aan apparatuur of eigendom zou kunnen berokkenen.

INFORMATIE

Duidt op nuttige tips of bijkomende informatie.

Symbool

Verklaring

Lees de montagehandleiding, de gebruiksaanwijzing en het instructievel voor de bedrading alvorens te beginnen met de installatie.

Lees de servicehandleiding alvorens onderhoudsen servicewerkzaamheden uit te voeren.

Voor meer informatie, zie de uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker.

19

Verplaatsen

31

20

Als afval verwijderen

31

21

Verklarende woordenlijst

31

1Algemene veiligheidsmaatregelen

1.1Over de documentatie

De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen.

Alle in dit document vermelde voorzorgen betreffen zeer belangrijke punten en dienen dus steeds nauwgezet te worden nageleefd.

De installatie van het systeem en alle in de installatiehandleiding en de uitgebreide handleiding voor de installateur beschreven handelingen MOETEN door een erkende installateur worden uitgevoerd.

1.1.1Betekenis van de waarschuwingen en symbolen

GEVAAR

Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen

als gevolg heeft.

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE

Duidt op een situatie die elektrocutie kan veroorzaken.

GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN

Duidt op een situatie die brandwonden kan veroorzaken

als gevolg van extreem hoge of lage temperaturen.

GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR

Duidt op een situatie die een ontploffing kan veroorzaken.

WAARSCHUWING

Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.

WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL

VOORZICHTIG

Duidt op een situatie die kleine of matige verwondingen als

gevolg zou kunnen hebben.

1.2Voor de gebruiker

Indien u twijfels heeft over de bediening van de unit, neem contact op met uw dealer.

Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf een leeftijd van 8 jaar en door personen met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale mogelijkheden of een gebrek aan ervaring en kennis als het gebruik van het apparaat op een veilige manier werd uitgelegd en als zij de gevaren hiervan begrijpen. Kinderen mogen NIET met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud door de gebruiker mag NIET worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.

WAARSCHUWING

Om elektrische schokken of brand te vermijden:

Spoel de unit NIET af.

Bedien de unit NIET met natte handen.

Plaats GEEN voorwerpen die water bevatten op de unit.

OPMERKING

Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen bovenop de unit.

Zit, klim of sta NIET op de unit.

Units dragen het volgende symbool:

Dit betekent dat u GEEN elektrische en elektronische producten mag mengen met ongesorteerd huishoudelijk afval. Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen moeten door een erkende installateur conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden.

De units moeten voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld. Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier wordt weggeworpen, draagt u bij tot het voorkomen van mogelijke negatieve gevolgen voor milieu en menselijke gezondheid. Voor meer informatie, contacteer uw installateur of de plaatselijke overheid.

FCAHG71~140HVEB

Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker

Split-systeemairconditioners

3

4P561449-1A – 2019.09

1 Algemene veiligheidsmaatregelen

▪ Batterijen dragen het volgende symbool:

Dit betekent dat de batterijen NIET met ongesorteerd huishoudelijk afval gemengd mogen worden. Indien onder het symbool een scheikundig symbool afgebeeld staat, betekent dit scheikundig symbool dat de batterij een zwaar metaal bevat boven een bepaalde concentratie.

Mogelijke chemische symbolen: Pb: lood (>0,004%).

Lege batterijen moeten voor hergebruik door een gespecialiseerde installatie worden verwerkt. Door ervoor te zorgen dat wegwerpbatterijen op de juiste manier worden weggeworpen, helpt u mogelijke negatieve gevolgen voor milieu en menselijke gezondheid te voorkomen.

1.3Voor de installateur

1.3.1Algemeenheden

Indien u twijfels heeft over de installatie of de bediening van de unit, neem contact op met uw dealer.

OPMERKING

Een foute installatie of bevestiging van apparatuur, uitrustingen of accessoires kan elektrische schokken, een kortsluiting, lekken, brand of schade aan de apparatuur of uitrustingen als gevolg hebben. Gebruik enkel accessoires, optionele apparatuur en uitrustingen en reserveonderdelen die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden.

WAARSCHUWING

Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin-documentatie).

VOORZICHTIG

Draag gepaste persoonlijke beschermingsuitrustingen (beschermende handschoenen, veiligheidsbril, enz.) wanneer u het systeem installeert of onderhoudt.

WAARSCHUWING

Scheur plastiekverpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, kinderen in het bijzonder, ermee kan spelen. Mogelijk risico: verstikking.

GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN

Raak tijdens of net na bedrijf GEEN koelmiddelleidingen, waterleidingen of interne onderdelen aan. Deze kunnen te warm of te koud zijn. Geef ze de tijd om terug op een normale temperatuur te komen. Indien u deze toch moet aanraken, draag dan beschermende handschoenen.

Raak per ongeluk lekkend koelmiddel NIET aan.

WAARSCHUWING

Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit door kleine dieren als schuilplaats gebruikt kan worden. Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.

VOORZICHTIG

Raak de luchtinlaat of de aluminiumlamellen van de unit NIET aan.

OPMERKING

Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen bovenop de unit.

Zit, klim of sta NIET op de unit.

OPMERKING

Werkzaamheden aan de buitenunit worden best gepland bij droog weer om waterinsijpeling te voorkomen.

Volgens de relevante wetgeving kan het vereist zijn om bij het product een logboek te voorzien met minstens: informatie over onderhoud, reparaties, resultaten van tests, periodes van stand-by,

Voorzie ook minstens de volgende informatie op een toegankelijke plaats bij het product:

Instructies voor het stilleggen van het systeem in noodgevallen

Naam en adres van brandweer, politie en ziekenhuis

De naam, het adres en de telefoonnummers overdag en 's nachts om onderhoud te bekomen

In Europa biedt EN378 de vereiste informatie voor dit logboek.

1.3.2Plaats van installatie

Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en luchtcirculatie.

Controleer of de plaats waarop de unit moet komen, bestand is tegen het gewicht en de trillingen van de unit.

Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN ventilatieopeningen.

Controleer of de unit horizontaal staat.

Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:

In mogelijke explosieve omgevingen.

In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetische golven uitzenden. Elektromagnetische golven kunnen het besturingssysteem storen, waardoor de apparatuur slecht kan werken.

In plaatsen met brandgevaar omwille van lekkende ontvlambare gassen (zoals verdunners of benzine), koolstofvezels, ontvlambaar stof.

In plaatsen waar corroderend gas (zoals zwaveligzuurgas) geproduceerd wordt. Corrosie aan de koperleidingen of gesoldeerde onderdelen kan de oorzaak zijn dat koelmiddel gaat lekken.

Instructies voor apparatuur met R32-koelmiddel

Indien van toepassing.

WAARSCHUWING

Niet doorboren of verbranden.

Gebruik GEEN andere schoonmaakmiddelen of manieren om het ontdooien te versnellen dan die aanbevolen door de fabrikant.

Denk eraan dat R32-koelmiddel geurloos is.

WAARSCHUWING

Het toestel moet worden opgeslagen waar het geen mechanische schade kan oplopen in een voldoende geventileerde ruimte zonder ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een brandend gastoestel of een werkende elektrische verwarming) met de hieronder beschreven afmetingen.

Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker

FCAHG71~140HVEB

4

Split-systeemairconditioners

4P561449-1A – 2019.09

OPMERKING

Gebruik reeds eerder gebruikte verbindingen NIET opnieuw.

Verbindingen die bij de installatie tussen onderdelen van het koelmiddelsysteem worden gemaakt moeten toegankelijk zijn voor onderhoudsdoeleinden.

WAARSCHUWING

De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en met de geldende wetgeving (bijvoorbeeld de nationale gasregelgeving) en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd.

Vereisten voor de installatieruimte

OPMERKING

Bescherm leidingen tegen fysieke schade.

Beperk de installatie van de leidingen tot een minimum.

WAARSCHUWING

Als toestellen R32-koelmiddel bevatten, dan moet de vloeroppervlakte van de ruimte waarin de toestellen worden geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen groter zijn dan de minimum vloeroppervlakte zoals bepaald in de tabel onder A (m2). Dit geldt voor:

Binnenunits zonder koelmiddelleksensor; in het geval van binnenunits met koelmiddelleksensor, zie de montagehandleiding

Binnenshuis geïnstalleerde of opgeslagen buitenunits (bijvoorbeeld: oranjerie, garage, machineruimte)

Leidingen in ruimtes zonder ventilatie

Minimum vloeroppervlakte bepalen

 

 

 

1 Bepaal de totale koelmiddelvulling

in het

systeem

(= fabrieksvulling koelmiddel

+

extra

bijgevulde

hoeveelheid koelmiddel).

 

 

 

Contains fluorinated greenhouse gases

 

R32

1

=

kg

GWP: xxx

2

=

kg

 

2

 

 

 

1

1 + 2 =

kg

 

GWP × kg

tCO2eq

 

1000

=

2Selecteer welke grafiek of tabel u wilt gebruiken.

Voor binnenunits: Is de unit een plafond-, wandof vloermodel?

Voor binnenshuis geïnstalleerde of opgeslagen buitenunits, en lokale leidingen in ruimtes zonder ventilatie hangt dit af van de installatiehoogte:

Bij een installatiehoogte

Gebruik de grafiek of tabel

van…

voor…

<1,8 m

Vloerunits

1,8≤x<2,2 m

Units voor muurmontage

≥2,2 m

Units voor plafondmontage

 

 

3Gebruik de grafiek of de tabel om de minimum vloeroppervlakte te bepalen.

FCAHG71~140HVEB Split-systeemairconditioners 4P561449-1A – 2019.09

1 Algemene veiligheidsmaatregelen

Amin (m2)

550

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

540

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

530

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

520

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

510

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

500

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

490

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

480

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

470

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

460

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

450

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

440

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

430

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

420

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(c)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

410

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

400

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

unit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

390380

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

standing

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

350360

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

370

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

330

340

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Floor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

310

320

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

300

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

290

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

280

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

270

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

260

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

250

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

240

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

230

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

220

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

210

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

200

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

190

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

180

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

170

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

160

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

150

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

140

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

130

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

120

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

110

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

90

100

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

80

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

70

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

60

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

unit

 

 

(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

50

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wall

-

mounted

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

40

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

30

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(a)

 

 

 

20

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

-mounted

 

 

unit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ceiling

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.8

 

2.2

 

2.6

 

3

3.4

3.8

4.2

4.6

 

 

5

 

5.4

5.8 6.2

 

6.6 7

7.4

 

7.8

 

 

2 2.4 2.8

3.2 3.6

 

4 4.4

 

4.8 5.2 5.6 6 6.4

6.8 7.2 7.6

 

 

 

8.0 m (kg)

 

1.843

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.956

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ceiling-mounted

 

 

 

 

Wall-mounted

 

 

 

 

 

 

Floor-standing

 

 

 

 

 

 

 

unit(a)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

unit(b)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

unit(c)

m (kg)

 

 

 

Amin (m2)

 

 

 

m (kg)

 

 

 

 

 

Amin (m2)

 

 

 

 

m (kg)

 

 

 

 

Amin (m2)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

≤1.842

 

 

 

 

 

 

 

 

 

≤1.842

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

≤1.842

 

 

 

 

1.843

 

 

 

3.64

 

 

 

 

 

 

1.843

 

 

 

4.45

 

 

 

 

 

 

1.843

 

 

 

 

 

28.9

 

2.0

 

 

 

3.95

 

 

 

 

 

 

2.0

 

 

 

4.83

 

 

 

 

 

 

2.0

 

 

 

 

 

34.0

 

2.2

 

 

 

4.34

 

 

 

 

 

 

2.2

 

 

 

5.31

 

 

 

 

 

 

2.2

 

 

 

 

 

41.2

 

2.4

 

 

 

4.74

 

 

 

 

 

 

2.4

 

 

 

5.79

 

 

 

 

 

 

2.4

 

 

 

 

 

49.0

 

2.6

 

 

 

5.13

 

 

 

 

 

 

2.6

 

 

 

6.39

 

 

 

 

 

 

2.6

 

 

 

 

 

57.5

 

2.8

 

 

 

5.53

 

 

 

 

 

 

2.8

 

 

 

7.41

 

 

 

 

 

 

2.8

 

 

 

 

 

66.7

 

3.0

 

 

 

5.92

 

 

 

 

 

 

3.0

 

 

 

8.51

 

 

 

 

 

 

3.0

 

 

 

 

 

76.6

 

3.2

 

 

 

6.48

 

 

 

 

 

 

3.2

 

 

 

9.68

 

 

 

 

 

 

3.2

 

 

 

 

 

87.2

 

3.4

 

 

 

7.32

 

 

 

 

 

 

3.4

 

 

 

10.9

 

 

 

 

 

 

3.4

 

 

 

 

 

98.4

 

3.6

 

 

 

8.20

 

 

 

 

 

 

3.6

 

 

 

12.3

 

 

 

 

 

 

3.6

 

 

 

 

 

110

 

3.8

 

 

 

9.14

 

 

 

 

 

 

3.8

 

 

 

13.7

 

 

 

 

 

 

3.8

 

 

 

 

 

123

 

4.0

 

 

 

10.1

 

 

 

 

 

 

4.0

 

 

 

15.1

 

 

 

 

 

 

4.0

 

 

 

 

 

136

 

4.2

 

 

 

11.2

 

 

 

 

 

 

4.2

 

 

 

16.7

 

 

 

 

 

 

4.2

 

 

 

 

 

150

 

4.4

 

 

 

12.3

 

 

 

 

 

 

4.4

 

 

 

18.3

 

 

 

 

 

 

4.4

 

 

 

 

 

165

 

4.6

 

 

13.4

 

 

 

 

 

 

4.6

 

20.0

 

 

 

 

 

 

4.6

 

 

 

 

180

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4.8

 

 

14.6

 

 

 

 

 

 

4.8

 

21.8

 

 

 

 

 

 

4.8

 

 

 

 

196

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5.0

 

 

15.8

 

 

 

 

 

 

5.0

 

23.6

 

 

 

 

 

 

5.0

 

 

 

 

213

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5.2

 

 

17.1

 

 

 

 

 

 

5.2

 

25.6

 

 

 

 

 

 

5.2

 

 

 

 

230

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5.4

 

 

18.5

 

 

 

 

 

 

5.4

 

27.6

 

 

 

 

 

 

5.4

 

 

 

 

248

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5.6

 

 

19.9

 

 

 

 

 

 

5.6

 

29.7

 

 

 

 

 

 

5.6

 

 

 

 

267

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5.8

 

 

21.3

 

 

 

 

 

 

5.8

 

31.8

 

 

 

 

 

 

5.8

 

 

 

 

286

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.0

 

 

22.8

 

 

 

 

 

 

6.0

 

34.0

 

 

 

 

 

 

6.0

 

 

 

 

306

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.2

 

 

24.3

 

 

 

 

 

 

6.2

 

36.4

 

 

 

 

 

 

6.2

 

 

 

 

327

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.4

 

 

25.9

 

 

 

 

 

 

6.4

 

38.7

 

 

 

 

 

 

6.4

 

 

 

 

349

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.6

 

 

27.6

 

 

 

 

 

 

6.6

 

41.2

 

 

 

 

 

 

6.6

 

 

 

 

371

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.8

 

 

29.3

 

 

 

 

 

 

6.8

 

43.7

 

 

 

 

 

 

6.8

 

 

 

 

394

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.0

 

 

31.0

 

 

 

 

 

 

7.0

 

46.3

 

 

 

 

 

 

7.0

 

 

 

 

417

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.2

 

 

32.8

 

 

 

 

 

 

7.2

 

49.0

 

 

 

 

 

 

7.2

 

 

 

 

441

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.4

 

 

34.7

 

 

 

 

 

 

7.4

 

51.8

 

 

 

 

 

 

7.4

 

 

 

 

466

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.6

 

 

36.6

 

 

 

 

 

 

7.6

 

54.6

 

 

 

 

 

 

7.6

 

 

 

 

492

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.8

 

 

38.5

 

 

 

 

 

 

7.8

 

57.5

 

 

 

 

 

 

7.8

 

 

 

 

518

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7.956

 

 

40.1

 

 

 

 

 

 

7.956

 

59.9

 

 

 

 

 

 

7.956

 

 

 

 

539

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

m Totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Amin

 

Minimum vloeroppervlakte

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(a)Ceiling-mounted unit (= Units voor plafondmontage)

(b)Wall-mounted unit (= Units voor muurmontage)

Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker

5

1 Algemene veiligheidsmaatregelen

(c)Floor-standing unit (= Vloerunit)

1.3.3Koelmiddel

Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing.

OPMERKING

Controleer of de installatie van de koelmiddelleidingen voldoet aan de geldende wetgeving. In Europa geldt EN378 als de van toepassing zijnde norm.

OPMERKING

Zorg ervoor dat de lokale leidingen en aansluitingen NIET worden belast.

WAARSCHUWING

Zet, tijdens testen, het product NOOIT onder een druk hoger dan de maximaal toegestane druk (vermeld op het naamplaatje van de unit).

WAARSCHUWING

Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zou lekken. Ventileer onmiddellijk de zone wanneer koelgas lekt. Mogelijke risico's:

Te hoge koelmiddelconcentraties in een gesloten ruimte kunnen leiden tot een gebrek aan zuurstof.

Als koelgas in contact komt met vuur, kan giftig gas ontstaan.

GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR

Afpompen – Koelmiddellekken. Als u het systeem wil afpompen en er zit een lek in het koelmiddelcircuit:

Gebruik NIET de automatische afpompfunctie van de unit die al het koelmiddel uit het systeem naar de buitenunit kan sturen. Mogelijk gevolg:

Zelfontbranding en explosie van de compressor door lucht die in de draaiende compressor terechtkomt.

Gebruik een afzonderlijk aftapsysteem zodat de compressor van de unit NIET moet draaien.

WAARSCHUWING

Tap het koelmiddel ALTIJD af. Laat het NIET rechtstreeks vrij in de omgeving. Gebruik een vacuümpomp om de installatie leeg te pompen.

OPMERKING

Controleer of er geen gaslekken zijn als u alle leidingen heeft aangesloten. Gebruik stikstof om een gaslektest uit te voeren.

OPMERKING

Vul NIET meer koelmiddel bij dan voorgeschreven om te voorkomen dat de compressor defect geraakt.

Wanneer het koelmiddelsysteem moet worden geopend, MOET het koelmiddel worden behandeld zoals voorgeschreven in de geldende wetgeving.

WAARSCHUWING

Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het systeem zit.

Bovendien mag er pas koelmiddel worden bijgevuld nadat er een lekkagetest en een vacuümdroogprocedure is uitgevoerd.

Zie het typeplaatje op de unit wanneer deze gevuld moet worden. Daarop staan het type koelmiddel en de vereiste hoeveelheid.

De unit werd in de fabriek met koelmiddel gevuld en sommige systemen moeten, afhankelijk van de maat en lengte van de leidingen, bijkomend met koelmiddel worden gevuld.

Gebruik uitsluitend gereedschap dat enkel en alleen voor het soort koelmiddel bedoeld is om de vereiste drukweerstand te kunnen garanderen en om te beletten dat vreemde stoffen in het systeem terechtkomen.

Vul als volgt met vloeibaar koelmiddel:

Als

Dan

Er is een sifonbuis

Vul bij met rechtopstaande fles.

(d.w.z. er zou iets zoals “Met

 

 

 

vloeistofvulsifon” op de fles

 

 

 

 

 

 

moeten staan)

 

 

 

 

 

Er is GEEN sifonbuis

Vul bij met de ondersteboven

 

staande fles.

 

 

 

 

 

 

 

 

Open koelmiddelflessen steeds traag.

Vul bij met koelmiddel in vloeibare vorm. Het koelmiddel in gasvormige fase toevoegen kan de normale werking verstoren.

VOORZICHTIG

Wanneer het bijvullen van koelmiddel is voltooid of wanneer u even pauzeert, moet u de kraan van het koelmiddelreservoir onmiddellijk dichtdraaien. Als de klep NIET onmiddellijk wordt gesloten, kan er extra koelmiddel worden bijgevuld door de resterende druk. Mogelijk gevolg: Onjuiste hoeveelheid koelmiddel.

1.3.4Pekel

Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing.

WAARSCHUWING

De gekozen pekel MOET voldoen aan de geldende wetgeving.

WAARSCHUWING

Neem voldoende maatregelen voor het geval pekel zou lekken. Indien pekel lekt, ventileer onmiddellijk de zone en neem contact op met uw plaatselijke verdeler.

WAARSCHUWING

De omgevingstemperatuur in de unit kan veel hoger oplopen dan die van de kamer, bv. 70°C. In geval van een pekellek kunnen hete onderdelen in de unit een gevaarlijke situatie creëren.

WAARSCHUWING

Het gebruik en de installatie van de toepassing MOETEN voldoen aan de veiligheidsen milieumaatregelen gespecificeerd in de relevante reglementering.

1.3.5Water

Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing.

Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker

FCAHG71~140HVEB

6

Split-systeemairconditioners

4P561449-1A – 2019.09

2 Over de documentatie

OPMERKING

Controleer of de kwaliteit van het water voldoet aan de EUrichtlijn 98/83 EC.

1.3.6Elektrisch

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE

Schakel alle elektrische voedingen UIT vooraleer u het deksel van de schakelkast verwijdert, elektrische bedrading aansluit of elektrische onderdelen aanraakt.

Schakel de elektrische voeding langer dan 1 minuut uit en meet de spanning op de aansluitklemmen van de condensatoren of elektrische onderdelen van de hoofdkring vooraleer u een onderhoud uitvoert. De spanning MOET onder de 50 V DC gevallen zijn vooraleer u elektrische onderdelen mag aanraken. Raadpleeg het bedradingsschema voor de plaats van de aansluitklemmen.

Raak elektrische onderdelen NIET aan met natte handen.

Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het servicedeksel verwijderd is.

WAARSCHUWING

In de vaste bedrading moet een hoofdschakelaar of een ander middel om uit te schakelen worden voorzien als dit nog NIET in de fabriek werd voorzien; deze schakelaar MOET worden geïnstalleerd in de vaste bedrading en dient het contact van alle polen volledig te verbreken en te voldoen aan de vereisten van de overspanning-categorie- III-specificatie wanneer hij open staat.

WAARSCHUWING

Gebruik ALLEEN koperdraden.

Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende wetgeving.

Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het product meegeleverd bedradingsschema worden uitgevoerd.

Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer of ze NIET met leidingen of scherpe randen in contact (kunnen) komen. Zorg dat er geen externe druk wordt uitgeoefend op de klemaansluitingen.

Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de unit NIET via een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan een elektrische schok veroorzaken.

Gebruik hiervoor een aparte voedingskring. Gebruik NOOIT een elektrische voeding die met een ander toestel gedeeld wordt.

Installeer zeker de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers.

Plaats zeker een aardlekschakelaar. Anders bestaat het gevaar dat iemand een elektrische schok krijgt of dat er brand ontstaat.

Wanneer u de aardlekbeveiliging plaatst, controleer of deze met de inverter compatibel is (bestand tegen hoogfrequente elektrische ruis), zodat de aardlekbeveiliging zich niet onnodig opent.

VOORZICHTIG

Bij het aansluiten van de voedingskabel moet de aarding vóór de stroomvoerende draden worden aangesloten. Bij het losmaken van de voedingskabel moeten de stroomvoerende draden vóór de aarding worden losgemaakt. De lengte van de geleiders tussen de trekontlasting van de voedingskabel en de klemmenstrook moet zodanig zijn dat de stroomvoerende geleiders strak zitten vóór de aardingsgeleider voor het geval dat de voedingskabel wordt losgetrokken van de trekontlasting.

OPMERKING

Voorzorgsmaatregelen bij het leggen van voedingsbedrading:

Sluit GEEN bedrading van verschillende diktes aan op de klemmenstrook voor de voeding (speling in de voedingsbedrading kan abnormale hitte veroorzaken).

Bij het aansluiten van bedrading met dezelfde dikte, volgt u de aanwijzingen in de bovenstaande afbeelding.

Gebruik de aangewezen voedingsdraad en sluit deze stevig aan, borg ze vervolgens zodat er van buiten geen druk op het klemmenbord kan worden uitgeoefend.

Gebruik een passende schroevendraaien voor het vastdraaien van de schroeven van de klemmen. Met een schroevendraaier met kleine kop beschadigt u de schroefkop waardoor u de schroef niet goed meer vast kunt draaien.

Als u de schroeven van de klemmen te vast draait kunt u ze breken.

WAARSCHUWING

Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle elektrische onderdelen en aansluitklemmen in de elektriciteitskast veilig zijn aangesloten.

Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit aan te zetten.

OPMERKING

Alleen van toepassing als de elektrische voeding driefasig is en de compressor een AAN/UIT-startmethode heeft.

Als een fase zich na een tijdelijke black-out kan omkeren en de stroomtoevoer gaat aan en uit terwijl het systeem in bedrijf is, installeer dan plaatselijk een beveiligingscircuit tegen faseomkering. Door het systeem in omgekeerde fase te laten draaien, kunnen de compressor en andere onderdelen stuk gaan.

2 Over de documentatie

2.1Over dit document

Bedoeld publiek

Erkende installateurs + eindgebruikers

INFORMATIE

Dit apparaat is bedoeld om in werkplaatsen, in de lichte industrie en in boerderijen door deskundige of geschoolde gebruikers gebruikt te worden of, in de handel en in huishoudens, door niet gespecialiseerde personen.

FCAHG71~140HVEB

Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker

Split-systeemairconditioners

7

4P561449-1A – 2019.09

Daikin FCAHG71HVEB, FCAHG100HVEB, FCAHG125HVEB, FCAHG140HVEB Installer reference guide

3 Over de doos

Documentatieset

Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De volledige set omvat:

Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid:

Veiligheidsinstructies te lezen vóór de installatie

Formaat: Papier (in de doos van de binnenunit)

Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing binnenunit:

Instructies voor installatie en gebruik

Formaat: Papier (in de doos van de binnenunit)

Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker:

Voorbereiding van de installatie, goede praktijken, referentiegegevens,…

Gedetailleerde stap per stap instructies en achtergrondinformatie voor basisen gevorderd gebruik

Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/ support-and-manuals/product-information/

Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn.

De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen.

Technische gegevens

Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk).

De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist).

Voor de installateur

3 Over de doos

3.1Overzicht: Over de doos

Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen nadat de doos met de binnenunit on-site werd geleverd.

Het bevat informatie over:

Uitpakken en omgaan met de unit

Accessoires van de unit verwijderen Denk aan de volgende punten:

De unit MOET bij de levering gecontroleerd worden op beschadigingen. Elke vorm van beschadiging MOET onmiddellijk aan de schadeverantwoordelijke van de transporteur gemeld worden.

Breng de verpakte unit zo dicht mogelijk bij de uiteindelijke installatieplaats om beschadiging tijdens het transport te voorkomen.

Maak de weg waarlangs u de unit naar binnen zult brengen op voorhand klaar.

3.2Binnenunit

WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL

Het koelmiddel R32 (indien van toepassing) in deze unit is weinig ontvlambaar. Zie de handleiding van de buitenunit voor het te gebruiken type koelmiddel.

3.2.1Uitpakken en omgaan met de unit

Gebruik een draagband van zacht materiaal of beschermende platen met een touw om de unit op te heffen. Zo voorkomt u dat de unit beschadigd of gekrast wordt.

1Bij het uitpakken van de unit of bij het verplaatsen van de unit na het uitpakken, moet u de unit opheffen aan de ophangbeugel zonder druk uit te oefenen op andere delen, met name de koelmiddelleidingen, afvoerleidingen en andere harsonderdelen.

1

 

 

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2.2Toebehoren uit de binnenunit verwijderen

a

b

c

d

e

f

g

 

 

h

 

i

j

 

 

 

 

 

 

 

k

l

 

m

 

 

 

 

 

 

aSchemablad voor montage (bovenste deel van verpakking)

bAlgemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid

cMontagehandleiding en gebruiksaanwijzing binnenunit

dInstallatiegids

ePakkingringen voor ophangbeugels

fSchroeven (om het schemablad voor montage tijdelijk op de binnenunit te bevestigen)

gKabelbinders

Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker

FCAHG71~140HVEB

8

Split-systeemairconditioners

4P561449-1A – 2019.09

4 Over de units en opties

hMetalen klem

iAfdichtingskussens: Groot (afvoerleiding), middelgroot 1 (gasleiding), middelgroot 2 (vloeistofleiding), klein (elektrische bedrading)

jAfvoerslang

kIsolatiedeel: Klein (vloeistofleiding)

lIsolatiedeel: Groot (gasleiding)

mIsolatiedeel (afvoerleiding)

4 Over de units en opties

4.1Overzicht: Over de units en opties

Dit hoofdstuk bevat informatie over:

De binnenunit identificeren

Buitenen binnenunits combineren

De binnenunit combineren met opties

INFORMATIE

Neem contact op met uw dealer of raadpleeg het engineering databook of de servicehandleiding voor koeltoepassingen gedurende het hele jaar bij omstandigheden met een lage binnenvochtigheidsgraad.

4.2Identificatie

OPMERKING

Wanneer meerdere units gelijktijdig geïnstalleerd of onderhouden worden, let op de servicepanelen NIET te verwisselen tussen verschillende modellen.

In combinatie met R32-buitenunits

 

Koelen

Verwarmen

Buitentemperatuur

–20~52°C droge bol

–20~24°C droge bol

 

 

–20~18°C natte bol

Binnentemperatuur

17~38°C droge bol

10~27°C droge bol

 

12~28°C natte bol

 

Binnenvochtigheid

≤80%(a)

 

 

 

(a)Om te voorkomen dat er condens wordt gevormd en water uit de unit druppelt. Als de temperatuur of de vochtigheid buiten deze limieten valt, kunnen beveiligingen geactiveerd worden, waardoor de unit mogelijk niet functioneert.

4.4Systeemlay-out

OPMERKING

Het systeem mag niet worden ontworpen bij een temperatuur van minder dan –15°C.

a

f

d

e

i

g

 

 

 

 

 

 

b

 

 

c

4.2.1Identificatielabel: Binnenunit

Plaats

4.3Over de binnenunit

Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuuren vochtgehaltewaarden om een veilige en efficiënte werking te verzekeren.

In combinatie met R410A-buitenunits

Buitenunits

 

Koelen

Verwarmen

RZQG71~140

Buitentemp

 

eratuur

15~50°C droge

20~15,5°C natt

 

 

bol

e bol

 

Binnentemp

12~28°C natte

10~27°C droge

 

eratuur

bol

bol

RZQSG71~140

Buitentemp

 

eratuur

15~46°C droge

15~15,5°C natt

 

 

bol

e bol

 

Binnentemp

14~28°C natte

10~27°C droge

 

eratuur

bol

bol

Binnenvochtigheid

≤80%(a)

h

aBinnenunit

bBuitenunit

cGebruikersinterface

dAangezogen lucht

eUitgeblazen lucht

fKoelmiddelleiding + verbindingskabel

gAfvoerleiding

hAardingsbedrading

iLuchtaanzuigfilter en luchtfilter

4.5Units en opties combineren

4.5.1Mogelijke opties voor de binnenunit

Controleer of de volgende verplichte opties aanwezig zijn:

Gebruikersinterface: Bedraad of draadloos

Sierpaneel: Standaard, zelfreinigend of design

5 Voorbereiding

5.1Overzicht: Voorbereiding

In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet weten alvorens u ter plaatse gaat.

Het bevat informatie over:

Installatieplaats voorbereiden

Koelmiddelleiding voorbereiden

FCAHG71~140HVEB

Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker

Split-systeemairconditioners

9

4P561449-1A – 2019.09

5 Voorbereiding

▪ Elektrische bedrading voorbereiden

5.2Installatieplaats voorbereiden

Installeer de unit NIET op een plaats die vaak als werkplaats wordt gebruikt. Wanneer bouwwerken (bijv. slijpwerk) worden uitgevoerd waarbij veel stof wordt geproduceerd, MOET de unit worden afgedekt.

Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit in en uit de site te kunnen dragen.

WAARSCHUWING

Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende elektrische verwarming).

5.2.1Vereisten inzake de plaats waar de binnenunit geïnstalleerd wordt

INFORMATIE

Lees tevens de volgende vereisten:

Algemene vereisten voor de installatieplaats. Zie hoofdstuk “Algemene veiligheidsmaatregelen”.

Vereisten voor de koelmiddelleidingen (lengte, hoogteverschil). Zie ook verder in dit hoofdstuk over de voorbereiding.

INFORMATIE

Het geluidsdrukniveau is lager dan 70 dBA.

VOORZICHTIG

Toestel niet toegankelijk voor iedereen; installeer het op een beveiligde plaats die niet voor iedereen toegankelijk is.

Deze units, binnenen buitenunit, zijn zowel geschikt voor commerciële als kleinindustriële toepassingen.

Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen:

Plaatsen met nevels van mineraalolie, oliespray of dampen in de lucht. Plastic onderdelen kunnen worden aangetast en van het toestel vallen of waterlekken veroorzaken.

Het is NIET aangewezen de unit op de volgende plaatsen te installeren, omdat deze plaatsen de levensduur van de unit kunnen verkorten:

Waar de spanning veel schommelt

In voertuigen of schepen

In de aanwezigheid van zuurof alkalinedampen

OPMERKING

De in deze handleiding beschreven apparatuur kan elektronische ruis veroorzaken afkomstig van radiofrequentie-energie. De apparatuur voldoet aan specificaties die een redelijke bescherming moeten bieden tegen dergelijke interferentie. De garantie dat in een specifieke installatie geen interferentie zal optreden, kan echter niet worden gegeven.

Het is dan ook aan te raden de apparatuur en elektrische draden op een gepaste afstand van stereotoestellen, pc's, enz. te installeren.

f

e

d

a

 

 

 

 

 

 

b

 

<![if ! IE]>

<![endif]>1000

<![if ! IE]>

<![endif]>1000

 

 

<![if ! IE]>

<![endif]>≥

 

c

 

 

≥1500

 

 

≥1500

 

 

 

 

(mm)

aAardlekbeveiliging

bZekering

cBuitenunit

dBinnenunit

eGebruikersinterface

fPc of radio

In plaatsen met een slechte ontvangst, moet de afstand 3 m of meer bedragen om elektromagnetische storingen van andere apparatuur te voorkomen en moeten de voedingsen transmissieleidingen in kabelbuizen liggen.

Fluorescentielampen. Let op de volgende punten voor de installatie van een draadloze gebruikersinterface in een kamer met fluorescentielampen:

Installeer de draadloze gebruikersinterface zo dicht mogelijk bij de binnenunit.

Installeer de binnenunit zo ver mogelijk van de fluorescerentielampen.

Zorg ervoor dat ingeval van een waterlek, het water geen schade kan veroorzaken aan de installatieruimte en de omgeving.

Kies een plaats waar de warme/koude lucht uit de unit of het lawaai ervan NIEMAND stoort.

Luchtstroom. Zorg ervoor dat de luchtstroom niet geblokkeerd wordt.

Afvoer. Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden afgevoerd.

Schemablad voor montage (bovenste deel van verpakking) (accessoire). Gebruik het schemablad voor de keuze van de installatieplaats. Op dit blad vindt u de afmetingen van de unit en van de vereiste plafondopening.

Luchtstroomrichtingen. U kunt verschillende richtingen kiezen voor de luchtstroom. Kies de richting die het best geschikt is voor de kamer. Controleer ook of de lokale instelling "Luchtuitblaasrichting" juist is ingesteld (zie "7.1 Lokale instelling" 4[ 19]).

Voorbeeld:

 

a

 

b

c

 

3

 

3

3

2

4

2

4

2

 

1

 

1

1

aLuchtuitblaas in alle richtingen

b4-wegs luchtuitblaas (met gesloten hoeken) (optionele afsluitplaatkit vereist)

c3-wegs luchtuitblaas (optionele afsluitplaatkit vereist)

Plafondisolatie. Wanneer de temperatuur in het plafond hoger is dan 30°C en er een relatieve vochtigheid van meer dan 80% heerst, of wanneer er verse lucht in het plafond wordt geleid, is er extra isolatie nodig (polyethyleenschuim met een dikte van minstens 10 mm).

Afstand. Let op de volgende vereisten:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker

FCAHG71~140HVEB

10

Split-systeemairconditioners

4P561449-1A – 2019.09

 

a

b

c

a

d

 

<![if ! IE]>

<![endif]>C

 

 

 

 

<![if ! IE]>

<![endif]>≥1500

A

≥1500

 

 

 

 

≥2000

 

 

 

 

 

 

 

 

<![if ! IE]>

<![endif]>B

 

 

≥4000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(mm)

AMinimumafstand tot de muur (zie hieronder)

BMinimumen maximumafstand tot de vloer (zie hieronder)

C≥298 mm: In het geval van installatie met standaard sierpaneel

≥340 mm: In het geval van installatie met design paneel ≥348 mm: In het geval van installatie met kit voor invoer van verse lucht

≥378 mm: In het geval van installatie met zelfreinigend

sierpaneel

aBinnenunit

bVerlichting (op de afbeelding ziet u plafondverlichting, maar verzonken verlichting is ook toegestaan)

cLuchtventilator

dStatisch volume (bijvoorbeeld: tafel)

A: Minimumafstand tot de muur. Afhankelijk van de luchtuitblaasrichtingen in de richting van de muur.

 

a

b

c

≥1500

≥500

 

≥200

A

A

 

A

aLuchtuitblaas en hoeken open

bLuchtuitblaas gesloten, hoeken open (optionele afsluitplaatkit vereist)

cLuchtuitblaas en hoeken gesloten (optionele afsluitplaatkit vereist)

B: Minimumen maximumafstand tot de vloer:

Minimum: 2,7 m om onopzettelijk aanraken te voorkomen.

Maximum: Afhankelijk van de luchtuitblaasrichtingen en de capaciteitsklasse. Controleer ook of de lokale instelling

"Plafondhoogte" juist is

ingesteld.

Zie "7.1 Lokale

instelling" 4[ 19].

 

 

 

 

 

 

 

Als de

 

Dan B

luchtuitblaasrichting…

FCAHG71

 

FCAHG100~140

 

 

Rondom

≤3,5 m

 

≤4,2 m

4-wegs(a)

≤4,0 m

 

≤4,5 m

 

 

 

 

3-wegs(a)

≤3,5 m

 

≤4,2 m

(a)Optionele afsluitplaatkit vereist

5.3De koelmiddelleidingen voorbereiden

5.3.1Vereisten voor de koelmiddelleidingen

INFORMATIE

Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in hoofdstuk “Algemene veiligheidsmaatregelen”.

OPMERKING

De leidingen en andere drukvoerende delen moeten geschikt zijn voor koelmiddel. Gebruik met fosforzuur gedeoxideerde, naadloze koperen leidingen voor koelmiddel.

Vreemde stoffen in de leidingen, waaronder oliën die tijdens de fabricage worden gebruikt, mogen niet meer dan 30 mg/10 m bedragen.

FCAHG71~140HVEB Split-systeemairconditioners 4P561449-1A – 2019.09

5 Voorbereiding

Diameter koelmiddelleidingen

Gebruik dezelfde diameters als die van de aansluitingen op de buitenunits:

L1 vloeistofleiding

Ø9,5 mm

 

 

L1 gasleiding

Ø15,9 mm

Materiaal koelmiddelleidingen

Materiaal leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd naadloos koper.

Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen.

Hardingsgraad en dikte leidingen:

Buitendiameter

Hardingsgraad

Dikte (t)(a)

 

(Ø)

 

 

 

9,5 mm (3/8")

Gegloeid (O)

≥0,8 mm

Ø

15,9 mm (5/8")

Gegloeid (O)

≥1,0 mm

t

 

(a)Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale bedrijfsdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje van de unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.

5.3.2De koelleidingen isoleren

Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:

met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en 0,052 W/mK (0,035 en 0,045 kcal/mh°C)

bestand tegen minstens 120°C

Isolatiedikte

Omgevingstemperat

Vochtigheid

Minimumdikte

uur

 

 

≤30°C

75% tot 80% RV

15 mm

>30°C

≥80% RV

20 mm

 

 

 

5.4De elektrische bedrading voorbereiden

5.4.1Over het voorbereiden van de elektrische bedrading

INFORMATIE

Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in

hoofdstuk “Algemene veiligheidsmaatregelen”.

Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker

11

Loading...
+ 25 hidden pages