ETV mille Caponord - ETV mille Caponord ABS
use+maintenance book
aprilia part# 8104782
© 2003 Piaggio & C. S.p.A. - Noale (VE)
Eerste editie: september 2003
Herdruk: september 2006/A
Vervaardigd en gedrukt door:
VALLEY FORGE DECA
Ravenna , Modena, Torino
DECA S.r.l.
Hoofden Administratiekantoor Via Vincenzo Giardini, 11 48022 Lugo (RA) - Italië -
Tel. 0545-216611
Fax 0545-216610 www.vftis.com deca@vftis.spx.com
In opdracht van:
Piaggio & C. S.p.A.
via G. Galilei, 1 - 30033 Noale (VE) - Italië Tel. +39 - 041 58 29 111
Fax +39 - 041 44 10 54 www.aprilia.com
WAARSCHUWINGSBOODSCHAPPEN
De volgende waarschuwingen worden in heel deze handleiding gebruikt om de volgende boodschappen over te brengen:
Veiligheidswaarschuwing. Wanneer u dit symbool aantreft op de
motorfiets of in de handleiding, dient u rekening te houden met potentieel gevaar voor persoonlijk letsel. Niet-nale- ving van de aanwijzingen die worden gegeven in de boodschappen voorafgegaan door dit symbool kan resulteren in ernstige risico’s voor de veiligheid van uzelf en anderen en voor de motorfiets!
WAARSCHUWING
Duidt op een potentieel gevaar dat kan resulteren in ernstig letsel of zelfs de dood.
OPGELET
Duidt op een potentieel gevaar dat kan resulteren in licht persoonlijk letsel of schade aan de motorfiets.
OPMERKING Het woord “OPMERKING” in deze handleiding gaat belangrijke informatie of richtlijnen vooraf.
INFORMATIE
HBewerkingen voorafgegaan door dit symbool dienen aan de andere
kant van de motorfiets te worden herhaald.
Indien niet expliciet anders vermeld, moet u voor de montage van de onderdelen de stappen voor demontage in omgekeerde volgorde herhalen.
Daar waar de termen “rechts” en “links” worden gebruikt, wordt ervan uitgegaan dat de rijder in normale rijhouding op de motorfiets zit.
WAARSCHUWINGEN - VOORZORGSMAATREGELEN - ALGEMENE OPMERKINGEN
Voordat u de motor start, dient u aandachtig dit boekje te lezen, in het bijzonder het gedeelte “VEILIG RIJDEN”.
Uw veiligheid en die van anderen hangt niet alleen af van de snelheid van uw reflexen en uw behendigheid, maar ook van de kennis van de motorfiets, van de staat van onderhoud en van de basisregels voor VEILIG RIJDEN. Daarom is het belangrijk de motorfiets goed te leren kennen, zodat u er zich veilig mee in het verkeer kunt begeven.
OPMERKING Houd bij de motorfiets een typespecifiek lampje in voorraad (zie technische gegevens).
2 gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
OPMERKING Dit boekje hoort onlosmakelijk bij de motorfiets en moet in geval van verkoop worden overgedragen.
aprilia heeft bij de samenstelling van dit boekje de grootste zorg aan de dag gelegd, teneinde de gebruiker correcte en actuele informatie te verschaffen. Daar aprilia echter voortdurend het ontwerp van zijn producten verbetert, kunnen de kenmerken van uw motorfiets lichtjes afwijken van de in dit boekje beschreven kenmerken. Indien u vragen heeft met betrekking tot de informatie in dit boekje, aarzel dan niet om
contact op te nemen met uw officiële apri- lia-dealer.
Voor controles en reparaties die niet expli-
ciet in deze publicatie staan beschreven, de aanschaf van originele aprilia-reser-
veonderdelen, accessoires en andere producten, alsook specifieke adviezen, dient u zich uitsluitend te wenden tot de officiële aprilia-dealers en onderhoudscentra, die een betrouwbare en snelle service garanderen.
Wij danken u omdat u voor aprilia heeft gekozen en wensen u veel rijplezier.
Alle rechten voor wat betreft elektronische opslag, reproductie en volledige of gedeeltelijke aanpassing, op welke manier ook, zijn voorbehouden voor alle landen.
OPMERKING In sommige landen vereisen de van kracht zijnde milieuwetgeving en geluidsvoorschriften periodieke inspecties.
In deze landen moet de gebruiker van het voertuig:
√contact opnemen met een officiële apri- lia-dealer om de niet-goedgekeurde onderdelen te laten vervangen door onderdelen die goedgekeurd zijn in het betreffende land;
√voer de vereiste periodieke inspecties uit.
OPMERKING Bij aankoop van deze motorfiets dient u in de navolgende figuur de identificatiegegevens te vermelden die op het IDENTIFICATIE-ETIKET VERVANGINGSONDERDELEN STAAN. Dit etiket bevindt zich op het frame, onder het zadel; om het te kunnen lezen, dient u het zadel te verwijderen, zie pag. 80 (DEMONTEREN VAN HET ZADEL VAN DE RIJDER).
Dit zijn identificatiegegevens van:
√YEAR = bouwjaar (Y, 1, 2, ...);
√I.M. = wijzigingscode (A, B, C, ...);
√LANDENCODES = land van homologatie (I, UK, A, ...).
Ze dienen te worden doorgegeven aan de officiële aprilia-dealer bij de aankoop van
vervangingsonderdelen of accessoires die specifiek zijn voor uw model.
In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt om de verschillende versies aan te duiden:
J optie
L versie met katalysator
VERSIE VOOR: |
|
|
+ Italië |
2 |
Singapore |
4 ninkrijkVerenigd Ko- |
P Slovenië |
|
> Oostenrijk |
F Israël |
|
M Portugal |
e Zuid-Korea |
|
( Finland |
- Maleisië |
|
$ België |
@ Chili |
|
A Duitsland |
* Kroatië |
|
C Frankrijk |
# Australië |
|
' Spanje |
R Verenigde Staten |
|
) Griekenland |
g Brazilië |
|
/ Nederland |
1 Zuid-Afrika |
|
6 Zwitserland |
K Nieuw-Zeeland |
|
& Denemarken |
% Canada |
|
, Japan |
|
|
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS 3
ALGEMENE INHOUD |
|
WAARSCHUWINGSBOODSCHAPPEN ........................ |
2 |
INFORMATIE...................................................................... |
2 |
WAARSCHUWINGEN - VOORZORGSMAATREGELEN |
|
- ALGEMENE OPMERKINGEN ....................................... |
2 |
ALGEMENE INHOUD........................................... |
4 |
VEILIG RIDEN ...................................................... |
5 |
BASISREGELS VOOR DE VEILIGHEID .............. |
6 |
KLEDING .............................................................. |
9 |
ACCESSOIRES .................................................. |
10 |
LADING............................................................... |
10 |
PLAATSING VAN DE HOOFDELEMENTEN............... |
12 |
PLAATSING VAN DE INSTRUMENTEN/ |
|
BEDIENINGSELEMENTEN............................................ |
14 |
INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES.............. |
15 |
TABEL INSTRUMENTEN EN |
|
CONTROLELAMPJES........................................ |
16 |
PROGRAMMEERTOETSEN .............................. |
20 |
BELANGRIJKSTE ONAFHANKELIJKE |
|
BEDIENINGSELEMENTEN............................................ |
22 |
BEDIENINGSELEMENTEN OP DE |
|
LINKERSTUURHELFT ....................................... |
22 |
BEDIENINGSELEMENTEN OP DE |
|
RECHTERSTUURHELFT................................... |
23 |
CONTACTSCHAKELAAR .................................. |
24 |
STUURSLOT ...................................................... |
25 |
PARKEERLICHTEN ........................................... |
25 |
HULPUITRUSTING.......................................................... |
26 |
ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN VAN HET |
|
PASSAGIERSZADEL ......................................... |
26 |
HET DEKSEL VAN HET HANDSCHOENEN-/ |
|
GEREEDSCHAPSSETVAK |
|
ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN ............... |
26 |
HANDSCHOEN-/ |
|
GEREEDSCHAPSSETKASTJE ......................... |
27 |
SPECIAAL GEREEDSCHAP J....................... |
28 |
STOPCONTACT................................................. |
28 |
ACCESSOIRES .................................................. |
28 |
BELANGRIJKSTE ONDERDELEN............................... |
29 |
BRANDSTOF...................................................... |
29 |
REMVLOEISTOF - aanbevelingen ..................... |
30 |
SCHIJFREMMEN ............................................... |
31 |
VOORREM ......................................................... |
32 |
ACHTERREM ..................................................... |
34 |
ABS..................................................................... |
35 |
KOPPELINGSVLOEISTOF-AANBEVELINGEN . 37 |
|
KOPPELING ....................................................... |
38 |
KOELVLOEISTOF .............................................. |
40 |
BANDEN ............................................................. |
42 |
MOTOROLIE...................................................... |
43 |
AFSTELLEN VAN DE VOORREMHENDEL EN DE |
|
KOPPELINGSHENDEL ..................................... |
44 |
AFSTELLEN VAN DE SPELING VAN HET |
|
ACHTERREMPEDAAL ...................................... |
44 |
KATALYTISCHE GELUIDDEMPER L............ |
45 |
UITLAATDEMPER/UITLAATPIJP...................... |
45 |
RICHTLIJNEN VOOR GEBRUIK.................................... |
46 |
OPEN AFSTAPPEN ........................................ |
46 |
CONTROLES VOORAF..................................... |
48 |
TABEL MET CONTROLES VOORAF................ |
49 |
STARTEN .......................................................... |
50 |
VERTREKKEN EN RIJDEN............................... |
53 |
INRIJDEN........................................................... |
56 |
STOPPEN .......................................................... |
57 |
PARKEREN ....................................................... |
57 |
DE MOTORFIETS OP DE STANDAARD |
|
ZETTEN ............................................................. |
58 |
RAADGEVINGEN TER VOORKOMING VAN |
|
DIEFSTAL .......................................................... |
60 |
ONDERHOUD................................................................... |
60 |
ONDERHOUDSSCHEMA.................................. |
62 |
IDENTIFICATIEGEGEVENS ............................. |
64 |
KOPPELINGEN MET KLIKKLEMMEN EN |
|
SLANGKLEMMEN MET EEN SCHROEF.......... |
64 |
CONTROLEREN VAN HET MOTOROLIEPEIL EN |
|
BIJVULLEN ........................................................ |
65 |
VERVANGEN VAN DE MOTOROLIE EN HET |
|
OLIEFILTER....................................................... |
66 |
LUCHTFILTER................................................... |
68 |
VOORWIEL........................................................ |
70 |
VOORREMKLAUWEN....................................... |
72 |
ACHTERWIEL.................................................... |
73 |
DE MOTORFIETS OP DE VOORSTE |
|
STANDAARD ZETTEN J................................ |
76 |
DEMONTAGE VAN DE |
|
CARTERBESCHERMPLAAT............................. |
77 |
VERWIJDEREN OMBOUW LINKERZIJKANT .. |
77 |
DEMONTAGE VAN DE BRANDSTOFTANK..... |
78 |
VERWIJDEREN DEKSEL ZEKERINGSDOOS . 80 |
|
DEMONTEREN VAN HET ZADEL VAN DE |
|
RIJDER .............................................................. |
80 |
ACHTERUITKIJKSPIEGELS ............................. |
81 |
AANDRIJFKETTING .......................................... |
82 |
CONTROLEREN VAN DE DRAAIAS VAN DE |
|
ACHTERVORK .................................................. |
84 |
CONTROLEREN VAN HET STUUR.................. |
84 |
CONTROLEREN VAN DE VOOREN DE |
|
ACHTEROPHANGING ...................................... |
85 |
VOORWIELOPHANGING.................................. |
85 |
ACHTEROPHANGING....................................... |
86 |
CONTROLEREN VAN DE SLIJTAGE VAN DE |
|
REMBLOKJES ................................................... |
88 |
AFSTELLING VAN HET STATIONAIRE |
|
TOERENTAL...................................................... |
89 |
AFSTELLEN VAN DE GASHENDEL ................. |
89 |
CONTROLE STANDAARD ................................ |
90 |
BOUGIES........................................................... |
92 |
ACCU ................................................................. |
94 |
CONTROLEREN EN REINIGEN VAN DE |
|
ACCU-AANSLUITINGEN ................................... |
94 |
DEMONTEREN VAN DE ACCU ........................ |
95 |
CONTROLEREN VAN HET ELEKTROLYTPEIL 95 |
|
OPLADEN VAN DE ACCU................................. |
96 |
MONTEREN VAN DE ACCU ............................. |
96 |
NA LANGE INACTIVITEIT VAN DE ACCU........ |
97 |
CONTROLEREN VAN DE SCHAKELAARS...... |
97 |
CONTROLE LUCHTTEMPERATUURSENSOR 97 |
|
VERVANGEN VAN DE ZEKERINGEN .............. |
98 |
HORIZONTALE AFSTELLING VAN DE |
|
LICHTBUNDEL VAN DE KOPLAMP................ |
100 |
AFSTELLEN VAN DE VERTICALE LICHTBUNDEL |
|
VAN DE KOPLAMP.......................................... |
100 |
DASHBOARDVERLICHTING .......................... |
101 |
GLOEILAMPEN................................................ |
101 |
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN VAN DE |
|
KOPLAMP ........................................................ |
102 |
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN VAN DE |
|
VOORSTE RICHTINGAANWIJZERS .............. |
103 |
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN VAN DE |
|
ACHTERSTE RICHTINGAANWIJZERS .......... |
104 |
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN VAN HET |
|
ACHTERLICHT ................................................ |
104 |
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMP VAN DE |
|
KENTEKENPLAATVERLICHTING .................. |
105 |
VERVOER....................................................................... |
106 |
REINIGING...................................................................... |
106 |
LANGE PERIODE VAN STILSTAND............... |
108 |
TECHNISCHE GEGEVENS.......................................... |
109 |
SMEERMIDDELENTABEL............................... |
112 |
OFFICI⁄LE DEALERS EN SERVICECENTRA 113 |
|
IMPORTEURS ................................................. |
114 |
IMPORTEURS ................................................. |
115 |
IMPORTEURS ................................................. |
116 |
IMPORTEURS ................................................. |
117 |
ELEKTRISCH SCHEMA - ETV MILLE |
|
CAPONORD..................................................... |
118 |
LEGENDA ELEKTRISCH SCHEMA - ETV MILLE |
|
CAPONORD..................................................... |
119 |
4 gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
VEILIG RIDEN
veilig rijden
BASISREGELS VOOR DE
VEILIGHEID
Om de motorfiets te mogen besturen is het nodig dat u aan alle wettelijke verplichtingen voldoet (rijbewijs, geestelijke en lichamelijke gezondheid, verzekering, nummerplaat, enz.).
U wordt aangeraden zich de motorfiets geleidelijk eigen te maken, daar waar weinig verkeer is of op terreinen die privé-eigen- dom zijn.
Het gebruik van bepaalde medicijnen, alcohol en verdovende middelen benadeelt in aanzienlijke mate de rijveiligheid.
Verzekert u zich ervan dat u geestelijk en lichamelijk goed in staat bent te rijden, en rijd vooral niet bij vermoeidheid en slaperigheid.
Het merendeel van de ongelukken is te wijten aan onervarenheid van de rijder.
Leen de motorfiets NOOIT uit aan beginners en overtuigt u zich er in ieder geval van dat de rijder in het bezit is van de wettelijke vereisten voor het rijden.
6 gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
Volg nauwgezet de verkeersaanwijzingen en houd u aan de nationale en plaatselijke verkeersregels.
Vermijd plotselinge manoeuvres die gevaar opleveren voor uzelf en voor anderen (bijvoorbeeld: steigeren, te hard rijden enz.), en houd altijd rekening met de toestand van het wegdek, het zicht, enz.
Bots niet tegen obstakels die schade aan het voertuig kunnen toebrengen of de controle over het voertuig kunnen doen verliezen.
Rijd niet vlak achter andere voertuigen om u mee te laten ≈zuigen∆.
WAARSCHUWING
Houd altijd beide handen aan het stuur en de voeten op de pedalen (of de voetplanken) en neem een correcte rijhouding aan.
Vermijd absoluut rechtop te gaan staan tijdens het rijden of uw ledematen te strekken.
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS 7
De rijder moet zich nooit af laten leiden of laten beïnvloeden door personen of handelingen (niet roken, eten, drinken, lezen, enz.) tijdens het rijden.
COOLER |
OIL |
Gebruik de voorgeschreven koelvloeistof en olie, zoals beschreven in de ≈SMEERMIDDELENTABEL∆; controleer steeds of de niveaus van de olie en de koelvloeistof de voorgeschreven niveaus hebben.
Controleer, als de motorfiets bij een ongeluk betrokken is geweest, of de bedieningsknoppen, -kabels, -slangen, het remsysteem en de vitale delen niet beschadigd zijn.
Laat de motorfiets eventueel nakijken door een officiële aprilia-dealer, met speciale aandacht voor het frame, het stuur, de vering, de veiligheidsonderdelen en de onderdelen waarvan de gebruiker zelf niet in staat is te beoordelen of ze beschadigd zijn.
Meld elk mankement bij het functioneren aan de technici/mecaniciens opdat de reparatiewerkzaamheden vergemakkelijkt worden.
Rijd absoluut niet met de motorfiets wanneer de beschadiging de rijveiligheid in gevaar brengt.
8 gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
A12 |
345 |
Verander nooit de plaats, de stand of de kleur van: de kentekenplaat, de richtingaanwijzers, de lichten en de claxon.
Modificaties aan de motorfiets doen de garantie onherroepelijk vervallen.
ONLY ORIGINALS
Elke eventuele verandering die aangebracht wordt aan de motorfiets of de verwijdering van originele delen kunnen de prestaties negatief beïnvloeden en de veiligheid in gevaar brengen of de motorfiets onwettig maken.
U wordt geadviseerd om zich altijd te houden aan alle nationale en plaatselijke wettelijke voorschriften en regels op het punt van de uitrusting van de motorfiets.
In het bijzonder moeten technische veranderingen vermeden worden die de prestaties beïnvloeden of in ieder geval de oorspronkelijke eigenschappen van de motorfiets veranderen.
Houd geen snelheidswedstrijden met andere voertuigen.
Rijd uitsluitend op het wegdek.
KLEDING |
Voordat u gaat rijden dient u eraan te denken dat u altijd de helm op hebt; deze moet op de juiste wijze gedragen worden. Controleer of de helm gekeurd is, niet-bescha- digd is, de juiste maat heeft en of het vizier schoon is.
Draag beschermende kleding; mogelijkerwijs met een heldere en/of reflecterende kleur. Zodoende bent u goed zichtbaar voor de andere weggebruikers en beperkt u hiermee het risico aangereden te worden. Bij een val hebt u zodoende ook een betere bescherming.
De kleding moet goed passen en aan de uiteinden gesloten zijn; Koorden, ceintuur en das mogen niet los hangen; voorkom dat deze of andere objecten het rijden kunnen beïnvloeden doordat ze verstrikt raken in bewegende delen of bedieningselementen.
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS 9
Zorg ervoor dat u geen voorwerpen in uw zakken hebt die mogelijk gevaar opleveren bij een val, zoals puntige objecten als sleutels, pennen, glazen voorwerpen (hetzelfde geldt voor de eventuele passagier).
ACCESSOIRES
De gebruiker is persoonlijk verantwoordelijk voor de keuze van de installatie en het gebruik van de accessoires.
Denkt u er tijdens de montage aan dat geen onderdelen zoals de lichten of onderdelen die dienen voor het aangeven van de richting of voor geluidssignalen bedekt worden, waardoor deze onderdelen geheel of gedeeltelijk hun functie verliezen; belemmer ook niet de uitslag van de vering en de stuurhoek en de werking van de bedieningselementen.
Vermijd het gebruik van accessoires die de toegang tot de bedieningselementen belemmeren, omdat zo de reactietijd in noodgevallen langer kan worden.
De grote kappen en windschermen van de motorfiets kunnen aërodynamische krachten doen ontstaan die de stabiliteit van de motorfiets beïnvloeden, vooral bij hoge snelheid.
Controleer of de accessoires op degelijke wijze bevestigd zijn aan de motorfiets en geen gevaar opleveren tijdens het rijden.
Niets toevoegen aan de elektrische installatie of hier iets aan veranderen, waardoor het maximale vermogen van de motorfiets overschreden zou kunnen worden. Hierdoor zou de motorfiets tijdens het rijden plotseling kunnen stoppen of er zou zich een gevaarlijk stroomtekort kunnen voordoen, zodat de claxon en de lichten niet
meer functioneren.
aprilia raadt het gebruik van originele accessoires aan (originele aprilia accessoires).
LADING
Wees voorzichtig bij het opladen van bagage en vervoer niet te veel lading. De bagage moet zich zo dicht mogelijk bij het zwaartepunt van de motorfiets bevinden en evenwichtig verdeeld zijn naar beide zijden
10 gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
KG! |
van de motorfiets zodat er een optimale balans is. Zorg er verder voor dat de lading goed is vastgemaakt op de motorfiets, vooral voor een lange rit.
Bevestig absoluut geen grote, zware en/of gevaarlijke voorwerpen aan het stuur, de spatborden en de vorken: dit vertraagt de reactiesnelheid van de motorfiets in de bochten en hindert de controle tijdens het rijden.
Bevestig niet teveel ruimte innemende bagage aan de zijkant van de motorfiets, aangezien deze tegen personen of voorwerpen zou kunnen stoten, waardoor u de controle over de motorfiets zou kunnen verliezen.
Deze zaken zouden tegen personen of voorwerpen kunnen stoten, waardoor de rijder de controle over de motorfiets zou kunnen verliezen.
Denk eraan dat de bagage niet voor of over de verlichting, de akoestische en visuele signalering hangt.
Vervoer geen dieren of kinderen op het handschoenkastje of op de bagagedrager.
Overschrijd niet de limiet voor vervoer die geldt voor iedere zijtas.
Teveel lading beïnvloedt de stabiliteit en de manoeuvreerbaarheid van de motorfiets.
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS 11
PLAATSING VAN DE HOOFDELEMENTEN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
LEGENDA |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
1) |
Koplamp |
6) |
Zadelslot |
12) |
Achtervork |
16) |
Zijstandaard |
|||
2) |
Linker achteruitkijkspiegel |
7) |
Linker voetsteun rijder |
13) |
Aandrijfketting |
17) |
Schakelpedaal |
|||
3) |
Koppelingsvloeistofreservoir |
8) |
Zadel van rijder |
14) |
Linker voetsteun |
18) |
Motoroliefilter |
|||
4) |
Contactschakelaar/stuurslot |
9) |
Accu |
|
duopassagier (klikwerking, |
19) |
Motoroliereservoir |
|||
|
/parkeerlichten |
10) |
Passagierszadel |
|
ingeklapt/uitgeklapt) |
20) |
Motoroliepeil |
|||
5) |
Dop motoroliereservoir |
11) |
Elektronische eenheid |
15) |
Middenstandaard J |
21) |
Claxon |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
22) |
Linker motorscherm |
12 gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
22
21
LEGENDA
1)Achterlicht
2)Handschoen- /gereedschapssetkastje
3)Hoofdzekeringhouder (30A)
4)Achterste schokdemper
5)Brandstoftank
6)Luchtfilter
|
|
I |
|
|
|
III |
|
|
|
|
|
|
|
III |
|||
|
I |
|
|
|
|
I |
||
|
I |
|
|
|
|
I |
||
I |
|
|
|
|
|
I |
||
I |
|
|
|
|
|
|
|
I |
II |
|
|
|
|
|
|
|
I |
II |
|
|
|
|
|
|
I |
|
|
|
|
|
|
|
|
I |
|
I |
|
|
|
|
|
|
|
I |
I |
|
|
|
|
|
|
|
I |
I |
|
|
|
|
|
|
|
|
I |
|
|
|
|
|
|
|
I |
I |
|
|
|
I |
|
|
|
I |
I |
|
|
|
|
|
II |
||
I |
|
|
|
|
|
|
I |
|
I |
|
|
I |
|
|
|||
I |
|
I |
II |
|
I |
|
||
|
I |
II |
|
|
||||
|
IIII IIIIIIII |
|
III IIIII |
|
|
20 19 18 17 16 15 14 13 12
7) |
Tankdop |
12) |
Toonwiel voor |
18) Achterremvloeistofreservoir |
|
8) |
Voorremvloeistofreservoir |
13) |
Dop expansietank |
19) |
Rechter voetsteun |
9) |
Rechter |
|
koelvloeistof |
|
duopassagier (klikwerking, |
|
achteruitkijkspiegel |
14) |
Expansievat koelvloeistof |
|
ingeklapt/uitgeklapt) |
10) |
Hulpzekeringhouder (15A) |
15) |
Rempedaal achterrem |
20) |
Toonwiel achter |
11) |
Luchttemperatuursensor |
16) |
Rechter voetsteun rijder |
21) |
ABS-computer |
|
|
17) |
Achterrempomp |
22) |
Zekeringen ABS |
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS 13
PLAATSING VAN DE INSTRUMENTEN/BEDIENINGSELEMENTEN
6 7
5
4
3
LEGENDA
|
|
|
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
|
|
|
|
|
|
|
A |
|
|
|
|
||
|
|
|
4 |
|
|
|
10 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
11 |
|
|
|
|
120 140 160180 |
3 |
|
|
|
12 |
-1 |
T AIR |
|
||
100 |
Km/h |
200 |
2 |
|
|
|
min |
|
galL |
|
80 |
220 |
10 |
|
|
|
x1000 |
|
|||
|
|
|
|
|
|
SERVICE |
|
|||
60 |
|
240 |
|
|
|
|
|
|
|
|
40 |
|
260 |
|
|
|
|
|
|
C |
|
20 |
|
280 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
F |
|
||
0 |
Km |
|
|
|
|
|
|
TIME |
|
ENGINE |
|
|
|
|
|
|
|
|
EFI |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
MODE |
SET |
CONTROL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ABS |
1
2
12 |
8
9
10
11
1) |
Contactschakelaar/stuurslot/parkeerlichten ( - - - ) |
8) |
Voorremhendel |
2) |
Schakelaar richtingaanwijzers ( ) |
9) |
Gashendel |
3) |
Drukknop claxon ( ) |
10) |
Motorstopschakelaar ( - ) |
4) |
Dimlichtschakelaar ( - ) |
11) |
Startknop ( ) |
5) |
Drukknop grootlichtsignaal ( )/LAP (multifunctioneel) |
12) |
Schakelaar ABS ( ABS ) |
6)Koppelingshendel
7)Instrumenten en controlelampjes
14 gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES
LEGENDA |
|
|
|
1) |
Snelheidsmeter |
9) |
Multifunctioneel, digitaal display rechts (brandstofpeil-lucht- |
2) |
Groen LED-waarschuwingslampje richtingaanwijzer ( ) |
|
temperatuur - koelvloeistoftemperatuur - klok/foutcodes injec- |
3) |
Waarschuwingsledlampje ABS ( ABS ) geel |
|
tiesysteem) |
4) |
Rood LED-waarschuwingslampje motoroliedruk ( ) |
10) |
Programmeertoetsen SET en MODE |
5) |
Oranje LED-waarschuwingslampje zijstandaard omlaag (h) |
11) |
Groen LED waarschuwingslampje neutraalstand ( ) |
6) |
Rood diagnostisch LED-waarschuwingslampje (EFI) |
12) |
Toerenteller |
7) |
Blauw LED-waarschuwingslampje grootlicht ( ) |
13) |
Linker digitale display (snelheidsmeter - dagteller) |
8) |
Ambergeel LED-waarschuwingslampje reserve benzine ( ) |
|
|
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS 15
TABEL INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES
OPGELET
De weergaven in kilometer/mi, °C/°F zijn ingesteld, afhankelijk van het land van bestemming, en ontoegankelijk gemaakt door aprilia tijdens de productie van de motorfiets.
Deze weergaven kunnen later niet worden gewijzigd.
OPMERKING Telkens als de contactschakelaar op ≈ ∆ wordt geplaatst, gaan op het dashboard gedurende drie seconden alle waarschuwingslampjes en de lampjes van de displayverlichting branden, om de werking hiervan te testen.
Beschrijving |
|
Functie |
|
||
LED-waarschuwingslampje richtin- |
|
Knippert wanneer de richtingaanwijzers in werking zijn. |
|||
gaanwijzer |
|
|
|
|
|
LED-waarschuwingslampje groot- |
|
Licht op wanneer de gloeilampen van het grootlicht branden of wanneer het lichtsignaal wordt |
|||
licht |
|
gebruikt. |
|
||
Toerenteller (tpm/rpm) |
|
Geeft het aantal toeren per minuut van de motor aan. |
|||
|
|
|
Overschrijd nooit het maximale toerental van de motor, zie pag. 56 |
||
|
|
OPGELET |
|||
|
|
|
|
(INRIJDEN). |
|
LED-waarschuwingslampje reserve |
|
Licht op als er in de brandstoftank nog ongeveer 4 Ø 1 l brandstof over is. |
|||
benzine |
|
Vul in dit geval de tank zo snel mogelijk bij, zie pag. 29 (BRANDSTOF). |
|||
LED-waarschuwingslampje |
h |
Licht op wanneer de zijstandaard is neergeklapt. |
|||
zijstandaard omlaag |
|||||
|
|
|
|
||
|
|
Licht op wanneer de contactschakelaar in de stand ≈ ∆ staat en de motor niet draait, om de |
|||
|
|
goede werking van het lampje te controleren. |
|||
|
|
Als het LED-lampje niet oplicht onder deze omstandigheden, neem dan contact op met uw offi- |
|||
LED-waarschuwingslampje motoro- |
|
ciële aprilia-dealer. |
|
||
|
|
Als het waarschuwingslampje van de motoroliedruk “ ” blijft |
|||
liedruk |
|
OPGELET |
|||
|
|
|
|
branden na het starten of oplicht tijdens de normale werking van |
|
|
|
de motor, betekent dit dat de motoroliedruk in het circuit te laag is. |
|||
|
|
Zet in dit geval de motor onmiddellijk af en neem contact op met een officiële aprilia- |
|||
|
|
dealer. |
|
||
LED-waarschuwingslampje neutraal- |
|
Licht op wanneer de versnelling in neutraal staat. |
|||
stand |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vervolg X |
16 gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
Vervolg X
Beschrijving |
|
|
Functie |
|
|
||
|
|
|
Deze gaat gedurende drie seconden branden telkens als de contactschakelaar op ≈ ∆ wordt |
||||
|
|
|
geplaatst, om de werking van het lampje te testen. |
|
|||
Diagnostisch LED-waarschuwings- |
|
|
|
Als het diagnostisch waarschuwingslampje “EFI” gaat knipperen |
|||
EFI |
|
OPGELET |
|
||||
lampje |
|
|
|
|
of knippert terwijl de motor normaal functioneert, dan betekent dit |
||
|
|
dat de elektronische besturingseenheid een storing heeft waargenomen. In vele gevallen |
|||||
|
|
|
|||||
|
|
|
blijft de motor werken met een beperkt vermogen; neem onmiddellijk contact op met een |
||||
|
|
|
officiële aprilia-dealer. |
|
|||
|
|
|
Controleert het antiblokkeersysteem. Na het aanzetten van het contact blijft het 3 sec. branden |
||||
Waarschuwingslampje ABS |
|
en daarna gaat het uit. Het gaat aan als er problemen zijn. |
|
||||
ABS |
Als het waarschuwingslampje aangaat tijdens het normaal functioneren van de motor, |
||||||
(Antilock Breaking System) |
|
wordt het ABS-systeem automatisch gedeactiveerd; dit betekent dat er een probleem is |
|||||
|
|
|
met het antiblokkeersysteem. In dit geval kunt u het beste zo snel mogelijk naar een offi- |
||||
|
|
|
ciële aprilia-dealer gaan. |
|
|||
Snelheidsmeter (km/h) |
|
Geeft de rijsnelheid aan. |
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
Digitale |
|
|
|
|
|
|
|
display |
Dagteller (km - mi) |
|
Geeft het aantal kilometers van een traject aan of het totale aantal kilometers. |
|
|||
(linkerzijde) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Toont het brandstofpeil in de brandstoftank. |
|
|||
|
|
|
De hoeveelheid brandstof wordt getoond door de schaalindicator (analoog). |
|
|||
|
|
|
Is de brandstoftank vol, dan is de schaalindicator compleet gevuld. |
Voor het afwis- |
|||
|
|
|
Naarmate het brandstofpeil afneemt, neemt ook de vulling van de schaalindi- |
||||
|
|
|
selen tussen de |
||||
|
|
|
cator af. |
|
getoonde gege- |
||
|
|
|
Is geen van de segmenten van de schaalindicator actief en het LED-waar- |
||||
Multifunctio- |
|
|
vens, zie pag. |
||||
nele digitale |
Indicator |
|
schuwingslampje voor de brandstofreserve knippert, dan bevindt zich in de |
20 (PROGRAM- |
|||
brandstoftank een brandstofreserve van minder dan 5 Ø 1 l. |
MEERTOET- |
||||||
display |
brandstofpeil |
|
Vul in dit geval de tank zo snel mogelijk bij, zie pag. 29 (BRANDSTOF). |
||||
(rechterzijde) |
|
|
SEN). |
||||
|
|
|
|
|
Is geen van de segmenten van de schaalindicator |
|
|
|
|
|
|
OPGELET |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
actief, dan wordt digitaal knipperend het teken |
|
|
|
|
“8.8” getoond en het waarschuwingslampje voor de brandstofreserve |
|
|||
|
|
|
knippert. Wend u tot een officiële aprilia-dealer. |
|
|||
|
|
|
OPMERKING Het digitale gedeelte wordt gebruikt om de luchttempe- |
|
|||
|
|
|
ratuur (T°AIR) te tonen. |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
Vervolg X |
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS 17
Vervolg X
Beschrijving |
|
|
Functie |
|
|
||
|
|
|
Toont de luchttemperatuur. |
|
|||
|
|
|
Deze temperatuur wordt getoond in het numerieke gedeelte (digitaal). |
|
|||
|
|
|
Bij een temperatuur beneden -20° C (-4° F) verschijnt het teken ≈--∆; tussen - |
|
|||
|
|
|
20° C (-68° F) en 50° C (122° F) wordt de exacte temperatuurwaarde ge- |
|
|||
|
|
|
toond; boven 50° C (122° F) wordt de melding ≈50∆ (≈122∆) gegeven. |
|
|||
|
|
|
|
|
Wanneer het digitale display knipperend een tem- |
Voor het afwis- |
|
|
|
|
|
WAARSCHU- |
|||
Multifunctio- |
|
|
|
|
peratuur aangeeft van 3° C (37,4° F) of lager, be- |
selen tussen de |
|
Indicator |
|
perk uw snelheid dan omdat er waarschijnlijk sprake is van ijsvorming. |
getoonde gege- |
||||
nele digitale |
|
||||||
T°AIR |
Rem of manoeuvreer beheerst om gripverlies te voorkomen. |
vens, zie pag. |
|||||
display |
luchttemperatuur |
||||||
|
Wanneer de luchttemperatuur gelijk is aan of daalt tot onder 3° C (37,4° F), |
20 (PROGRAM- |
|||||
(rechterzijde) |
|
|
|||||
|
|
dan toont het display de temperatuur knipperend gedurende tien seconden |
MEERTOET- |
||||
|
|
|
|||||
|
|
|
[ook als de temperatuur intussen stijgt tot boven 3° C (37,4° F)]. |
SEN). |
|||
|
|
|
Blijft de temperatuur onder 3° C (37,4° F), dan wordt dit proces drie keer her- |
|
|||
|
|
|
haald, om de vijf minuten. |
|
|||
|
|
|
|
|
Is op het digitale display knipperend de melding |
|
|
|
|
|
|
OPGELET |
|
||
|
|
|
|
|
“_ _” of “--” te zien, wend u dan tot een officiële |
|
|
|
|
|
aprilia-dealer. |
|
|||
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vervolg X |
18 gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
Vervolg X
Beschrijving |
|
Functie |
|
|
||
|
|
|
Geeft de temperatuur van de koelvloeistof in de motor aan, zie pag. 20 (PRO- |
|
||
|
|
|
GRAMMEERTOETSEN). |
|
||
|
|
|
De temperatuur wordt getoond door de schaalindicator (analoog) en in °C (°F) |
|
||
|
|
|
(digitaal). |
|
|
|
|
|
|
Tot 35° C (97° F) wordt het teken ≈---∆ getoond. |
|
||
|
|
|
|
|
De inen uitschakeling van de koelventilatoren |
|
|
|
|
|
OPGELET |
|
|
|
|
|
|
|
staat los van de stand van de contactschakelaar. |
|
|
|
|
Om de temperatuur van de koelvloeistof omlaag te brengen, werken de |
|
||
|
|
|
koelventilatoren ook als de motor is uitgeschakeld. Ze stoppen automa- |
|
||
|
|
|
tisch. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Als de maximum toegelaten temperatuur wordt |
|
|
Indicator koelvloei- |
|
|
OPGELET |
|
|
|
stoftemperatuur |
|
|
|
overschreden (125°C of 257°F), kan de motor |
|
|
ernstige schade oplopen. |
|
||||
|
(°C/°F) |
|
Wordt een temperatuur getoond van 116 √ 125° C (241 √ 257° F) en het voor- |
Voor het afwis- |
||
|
|
|
||||
Multifunctio- |
|
|
laatste segment van de schaalindicator knippert, schakel de motor dan uit, |
selen tussen de |
||
|
|
wacht tot de koelventilatoren stilstaan en controleer het koelvloeistofpeil, zie |
getoonde gege- |
|||
nele digitale |
|
|
||||
|
|
pag. 40 (KOELVLOEISTOF). |
vens, zie pag. |
|||
display (rech- |
|
|
Wordt een temperatuur getoond van 126 √ 135° C (259 √ 275° F) en de twee |
20 (PROGRAM- |
||
terzijde) |
|
|
||||
|
|
laatste segmenten van de schaalindicator knipperen, stop dan met rijden en |
MEERTOET- |
|||
|
|
|
||||
|
|
|
laat de motor gedurende circa twee minuten stationair draaien, zodat de koel- |
SEN). |
||
|
|
|
vloeistof goed door het systeem kan stromen. Plaats de motoruitschakelaar |
|
||
|
|
|
vervolgens op ≈ ∆ en controleer het koelvloeistofpeil, zie pag. 40 (KOEL- |
|
||
|
|
|
VLOEISTOF). Indien na een controle van het koelvloeistofpeil op het dash- |
|
||
|
|
|
board dezelfde omstandigheden worden getoond, start de motorfiets dan niet, |
|
||
|
|
|
maar wend u tot een officiële aprilia-dealer. |
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Na de eerste 1000 km (625 mi) en vervolgens om de 7500 km (4600 mi) ver- |
|
||
|
Onderhoudscontro- |
|
schijnt de tekst “SERVICE”. |
|
||
|
|
|
|
Neem in dat geval contact op met een officiële |
|
|
|
|
|
OPGELET |
|
||
|
lelampje “SERVICE” |
|
|
|
||
|
|
|
|
aprilia-dealer, die de onderhoudswerken zal ver- |
|
|
|
|
|
richten die zijn aangegeven in het onderhoudsschema, zie pag. 62 (ON- |
|
||
|
|
|
DERHOUDSSCHEMA). |
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
Klok |
|
Geeft het uur en de minuten aan, afhankelijk van de voorinstelling, zie pag. 20 |
|
||
|
|
(PROGRAMMEERTOETSEN). |
|
|||
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS 19
|
|
2 |
|
|
|
EFI |
4 |
5 |
|
|
|
|
|
|
|
||
1 |
11 |
|
|
|
6 |
|
|
|
|
|
4 |
5 |
7 |
|
|
||
|
|
|
|
|
8 |
|
|
|
|
|
|
3 |
|
|
9 |
|
6 |
|
100 |
120 140 |
2 |
|
|
10 |
|
|
|
160 |
1 |
|
|
min -1 |
|
T A IR |
|
PUSH |
80 |
km/h |
|
|
|
|||
|
180 |
|
|
x1000 |
|
|
||
|
60 |
200 |
0 |
|
MARELLI |
|
|
|
|
|
|
|
|
MAGNETI |
|
|
|
|
40 |
220 |
|
|
|
|
|
|
20 |
240 |
C |
|
0 |
km |
|
|
|
TIME |
|
|
|
|
|
ENGINE |
|
MODE |
SE T |
CONTROL |
|
DIA GNOSIS |
3 7
PROGRAMMEERTOETSEN
WAARSCHUWING
Voer de navolgende handelingen uit terwijl de motorfiets stilstaat.
Het uitvoeren van deze handelingen tijdens het rijden, kan ongelukken tot gevolg hebben.
OPMERKING Bij de onderstaande informatie wordt ervan uitgegaan dat de motorfiets is uitgeschakeld.
Wordt de contactsleutel (1) in de stand ≈ ∆ geplaatst, dan worden op het dashboard binnen drie seconden de volgende onderdelen ingeschakeld:
√alle waarschuwingslampjes;
√alle lampjes van de displayverlichting;
√alle segmenten van het linkerdisplay;
√alle segmenten en opschriften van het rechter, multifunctionele display;
√de wijzers van de instrumenten worden aan het begin van de schaalverdeling geplaatst;
en worden de lampjes, opschriften, segmenten en instrumenten getest.
Na de drie seconden blijft op het dashboard alleen het waarschuwingslampje voor de motoroliedruk branden ≈ ∆ (2) (totdat de motor wordt gestart) en wordt op het display het volgende getoond:
√totaal aantal verreden kilometers (3);
√hoeveelheid brandstof (4);
√luchttemperatuur (5);
√koelvloeistoftemperatuur (6) [tot 35° C (95° F) wordt het teken ≈---∆ getoond];
√uur en minuten (7).
AFSTELLEN VAN DE DASHBOARDVERLICHTING
Er kunnen drie verschillende niveaus voor de dashboardverlichting worden gekozen: 100%; 60%; 25%.
Het instellen gebeurt als volgt:
]Plaats de lichtschakelaar ≈ √ ∆
(8) op ≈ ∆.
8 |
|
T |
A IR |
|
C |
|
TIM E |
|
|
EF I |
|
ENGINE |
MODE |
SETSET |
CONTROL |
DIA GNOSIS |
9
OPMERKING Drie seconden na de laatste keuze keert de toets SET terug naar de omschakelfunctie totaalteller/dagteller voor kilometers en mijlen.
Plaats de contactschakelaar (1) op ≈ ∆
en druk binnen drie seconden herhaaldelijk op de toets SET (9) voor het verkrijgen van de drie verlichtingsniveaus.
Kies het gewenste verlichtingsniveau.
OVERSCHAKELEN km/mi, °C/°F
OPGELET
De weergaven in kilometer/mi, °C/°F zijn ingesteld, afhankelijk van het land van bestemming, en ontoegankelijk gemaakt door aprilia tijdens de productie van de motorfiets.
Deze weergaven kunnen later niet worden gewijzigd.
20 gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
4 |
6 7 |
8 |
|
|
5 |
|
T |
AIR |
|
3 |
km/h |
|
9 |
|
|
|
|
||
2 |
|
|
10 |
|
1 |
|
|
C |
|
|
|
|
|
|
0 |
km |
|
|
|
|
|
TIME |
|
|
|
|
|
|
ENGINE |
|
|
|
|
CONTROL |
|
|
|
MODE SET |
DIAGNOSIS |
2 |
1 |
OMSCHAKELING TOTAALTELLER/DAGTELLER VOOR KILOMETERS EN MIJLEN
Linkerdisplay
Druk op de toets SET (1) en laat deze weer los; op het display verschijnt het aantal verreden kilometers (mijlen) als totaal of als dagtotaal.
OPMERKING Telkens als de contactschakelaar op ≈ ∆ wordt geplaatst, toont het display het totale aantal kilometers (mijlen).
Resetten van de dagteller:
Vraag het aantal dagkilometers op, zie boven.
Houd de toets SET (1) langer dan drie seconden ingedrukt; de segmenten (2) worden teruggesteld.
TAIR
L
4 |
5 |
|
|
|
C |
TIME |
|
|
ENGINE |
|
CONTROL |
MODE |
SET DIAGNOSIS |
3 |
1 |
INSTELLEN VAN DE KLOK (UREN EN MINUTEN)
OPMERKING De klok kan alleen worden ingesteld terwijl de motorfiets stilstaat.
Druk de MODE-toets (3) gedurende meer dan drie seconden in; de uursegmenten (6) beginnen te knipperen.
OPMERKING Door de toets SET (1) in te drukken en los te laten, wordt steeds een gegeven tegelijk gewijzigd; wordt de toets SET (1) ingedrukt gehouden, dan wordt snel en cyclusgewijs langs de gegevens gelopen.
Druk de SET-toets (1) in en stel het gewenste uur in.
Druk op de toets MODE (3) en laat deze weer los om de uurinstelling te bevestigen. De minutensegmenten knipperen (5).
Druk de SET-toets (1) in en stel het gewenste aantal minuten in.
Druk de MODE-toets (3) in en laat hem los om de instelling van de minuten vast te leggen.
OPMERKING Wordt de accu verwijderd, dan wordt de klok gereset.
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS 21
BELANGRIJKSTE ONAFHANKELIJKE BEDIENINGSELEMENTEN
4
3
2
1
BEDIENINGSELEMENTEN OP DE LINKERSTUURHELFT
OPMERKING De elektrische onderdelen werken enkel wanneer de contactschakelaar in de stand ≈ ∆ staat.
1)DRUKKNOP CLAXON ( )
De claxon treedt in werking wanneer de drukknop wordt ingedrukt.
2)SCHAKELAAR RICHTINGAANWIJZERS ( )
De schakelaar naar links zetten om aan te geven dat u links gaat afslaan; de schakelaar naar rechts drukken om aan te geven dat u rechts gaat afslaan.
Op het midden van de schakelaar drukken om de richtingaanwijzer uit te zetten.
3)DIMLICHTSCHAKELAAR ( - )
Wanneer de lichtschakelaar in de stand ≈ ∆ staat: als de dimlichtschakelaar in de stand ≈ ∆ staat, brandt het grootlicht; als hij in de stand ≈ ∆ staat, brandt het dimlicht.
3)DIMLICHTSCHAKELAAR ( - ) B
In de stand ≈ ≈ branden de parkeerlichten, de dashboard-
verlichting en het dimlicht altijd.
In de stand ≈ ∆ brandt het grootlicht.
4)DRUKKNOP GROOTLICHTSIGNAAL ( )
U kan het grootlicht gebruiken om tegenliggers te verwittigen wanneer u inhaalt, bij gevaar of in een noodsituatie.
Het grootlichtsignaal wordt bediend door het indrukken van de drukknop, ongeacht de stand van de lichtschakelaar ( -
-•).
OPMERKING Laat de knop los om het grootlichtsignaal uit te schakelen.
22 gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
BEDIENINGSELEMENTEN OP DE RECHTERSTUURHELFT
OPMERKING De elektrische onderdelen werken enkel wanneer de contactschakelaar in de stand ≈ ∆ staat.
1) MOTORSTOPSCHAKELAAR ( - )
WAARSCHUWING
Bedien de motorstopschakelaar “ - ” niet tijdens gewoon rijden.
Dit is een veiligheidsof noodschakelaar.
Met de schakelaar in de stand ≈ ∆ kan de motor worden gestart; de motor wordt gestopt door de schakelaar in de stand ≈ ∆ te zetten.
OPGELET
Schakel de motorfiets uitsluitend uit met de contactschakelaar (A).
Laat de motoruitschakelaar (1) in de stand “ ” staan; gebruik deze alleen in geval van nood of gevaar.
OPGELET
Bij gestopte motor en met de contactschakelaar in de stand “ ”, kan de accu ontladen worden.
Wordt de motoruitschakelaar (1) gebruikt, draai dan vervolgens de contactschakelaar (A) in de stand “ ”
2)STARTKNOP ( )
Wanneer de startknop ≈ ∆ wordt ingedrukt, doet de startmotor de motor draaien. Voor het starten, zie pag. 50 (STARTEN).
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS 23
1
2
CONTACTSCHAKELAAR
De contactschakelaar (1) bevindt zich op de stuurkolomplaat.
OPMERKING De sleutel activeert de contactschakelaar/stuurslot, het slot van de brandstoftankdop (2) en het passagierszadelslot (3).
Bij de motorfiets worden twee sleutels geleverd (één reservesleutel). OPMERKING Bewaar de reservesleutel en het plaatje met het codenummer niet op de motorfiets.
3
PUSH
Z
A
D
|
Stand |
Functie |
Uittrekken |
|
sleutel |
||
|
|
|
|
|
|
Het stuur is |
De sleutel |
|
|
vergren- |
kan uit het |
|
|
deld. Het is |
contact wor- |
|
onmogelijk |
den getrok- |
|
|
Stuurslot |
de motor te |
ken. |
|
starten en |
|
|
|
|
|
|
|
|
de lichten te |
|
|
|
ontsteken. |
|
|
|
De motor |
De sleutel |
|
|
kan niet |
kan uit het |
|
|
worden |
contact wor- |
|
gestart en |
den getrok- |
|
|
de lichten |
ken. |
|
|
|
kunnen niet |
|
|
|
worden ont- |
|
|
|
stoken. |
|
|
|
De motor |
De sleutel |
|
|
kan worden |
kan niet uit |
|
|
gestart en |
het contact |
I |
de lichten |
worden |
|
|
1 |
kunnen wor- |
getrokken. |
|
den ontsto- |
|
|
|
|
ken. |
|
|
|
De |
De sleutel |
|
|
parkeerlicht |
kan uit het |
|
en branden. contact wor- |
||
|
|
|
den getrok- |
|
|
|
ken. |
24 gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
PUSH |
1 |
|
STUURSLOT
WAARSCHUWING
Draai de sleutel nooit in de stand “ ” terwijl u rijdt, om te vermijden dat u de controle over de motorfiets verliest.
BEDIENING
Om het stuur te vergrendelen:
Draai het stuur volledig naar links.
Draai de sleutel in de stand ≈ ∆.
Druk de sleutel in en draai hem in de stand ≈ ∆.
OPMERKING Raadpleeg voor het inschakelen van de parkeerlichten pag. 25 (PARKEERLICHTEN).
Trek de sleutel uit het contact.
1
PUSH
PARKEERLICHTEN
De motorfiets beschikt over parkeerlichten voor en achter. Het behoeft geen toelichting dat de motorfiets zoveel mogelijk op daarvoor bestemde, verlichte plaatsen moet worden geparkeerd. Echter, wanneer de motorfiets moet worden geparkeerd op onverlichte of slecht verlichte plaatsen of wanneer u hem beter zichtbaar wilt maken, bieden de parkeerlichten uitkomst.
BEDIENING
Inschakelen van de parkeerlichten:
Vergrendel het stuur zonder de sleutel
(1)uit te nemen, zie pag. 25 (STUURSLOT).
Draai de sleutel (1) in de positie ≈ ∆ (PARKING).
Controleer of beide parkeerlichten goed functioneren (voor en achter).
Demonteer de sleutel (1).
OPGELET
Laat de parkeerlichten niet langdurig branden om te voorkomen dat de accu leegraakt. Wanneer de accu helemaal leeg is, kan de motorfiets niet worden gestart.
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS 25
HULPUITRUSTING
ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN VAN HET PASSAGIERSZADEL
Zet de motorfiets op de standaard, zie pag. 58 (DE MOTORFIETS OP DE STANDAARD ZETTEN).
Steek de sleutel (1) in het zadelslot.
Draai de sleutel (1) met de wijzers van de klok mee, til het zadel (2) op en neem het naar achteren uit.
OPMERKING Onder het passagierszadel bevindt zich het handschoen- /gereedschapssetkastje.
Ga als volgt te werk:
Verwijder het deksel van het handschoe- nen-/gereedschapssetvak (3).
Ga als volgt te werk om het zadel (2) te vergrendelen:
OPMERKING Controleer voor het omlaag zetten en vergrendelen van het zadel (2) of u de sleutel niet in het hand- schoenen-/gereedschapssetkastje hebt laten liggen.
Steek de twee voorste koppelingen (4) in hun zittingen (5).
Plaats het zadel (2) omlaag en druk het aan tot het slot klikt.
WAARSCHUWING
Controleer voor u vertrekt of het zadel
(2) goed is vergrendeld.
HET DEKSEL VAN HET HANDSCHOENEN- /GEREEDSCHAPSSETVAK ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN
Om meer bagageruimte te creëren wanneer men alleen rijdt, kan het passagierszadel worden verwijderd. Hiervoor dient het handschoen-/gereedschapssetkastje
(3) te worden vergrendeld.
In dit geval:
Verwijder het passagierszadel, zie pag. 26 (ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN VAN HET PASSAGIERSZADEL).
Neem de slotkoppeling (6) uit de zitting.
Steek en vergrendel de slotkoppeling (6) op de juiste wijze in de daarvoor bestemde zitting (7) van de sluiting van het handschoen-/gereedschapssetkastje (zie de afbeelding).
26 gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
|
6 |
10 |
|
9 |
11 |
|
14 |
|
7 |
6 |
|
12 |
|
|
|
|
|
|
|
15 |
|
|
16 |
|
|
13 |
Plaats de sluiting van het handschoen- /gereedschapssetkastje (3) op de juiste wijze in de zitting.
Plaats de sluiting van het handschoen- /gereedschapssetkastje (3) omlaag en druk het aan tot het slot klikt.
Maximaal toegestaan gewicht: 9 kg.
WAARSCHUWING
De bagage dient beperkt van omvang te zijn en stevig te worden bevestigd aan de handgrepen voor de passagier.
HANDSCHOEN- /GEREEDSCHAPSSETKASTJE
Doe het volgende om bij het handschoen- /gereedschapssetkastje te komen:
Demonteer het zadel, zie pag. 26 (ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN VAN HET PASSAGIERSZADEL).
De gereedschapsset (8) bevat:
√gebogen inbussleutels van 2,5 √ 3 √ 4 √ 5 √ 6 mm (9);
√dubbele steeksleutel van 8 √ 10 mm (10);
√dubbele steeksleutel van 13 √ 14 mm (11);
√enkele ringsleutel van 26 mm (12);
√verlengstuk voor enkele ringsleutels (13);
√dubbele pijpsleutel van 6 √ 7 mm (14);
√dubbele pijpsleutel van 8 √ 10 mm (15);
√dopsleutel van 16 mm voor bougie (16);
√dubbele kruiskop-/platte schroevendraaier (17);
18
17
√ gereedschapstasje (18);
Maximaal toegestaan gewicht: 1,5 kg.
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS 27
SPECIAAL GEREEDSCHAP J
Voor het uitvoeren van specifieke werkzaamheden is het raadzaam het volgende speciaal gereedschap te gebruiken (verkrijgbaar bij een officiële aprilia-dealer):
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gereedschap |
Werkzaamhe- |
||||
|
|
den |
||||
|
Voorste standaard (1), zie |
Demonteren |
||||
|
pag. 76 (DE MOTORFIETS |
van voorwiel. |
||||
|
OP DE VOORSTE STAN- |
|
|
|
|
|
|
DAARD ZETTEN J). |
|
|
|
|
|
|
Montagetang klikklemmen (2), |
Montage klik- |
||||
|
zie pag. 64 (KLIKKLEMMEN). |
klemmen. |
||||
|
|
|
|
|
|
|
STOPCONTACT
Deze motorfiets is uitgerust met een stopcontact (3) voor stekkers met een diameter van 20 mm.
Sluit op het stopcontact geen elektrische apparaten aan met een stroomverbruik van meer dan 180 W of een voltage anders dan 12 V.
WAARSCHUWING
Gebruik het stopcontact niet terwijl met de motorfiets wordt gereden, omdat het kan voorkomen dat de stekker losraakt en op bewegende onderdelen terechtkomt.
ACCESSOIRES
De motorfiets kan met de volgende acces-
soires worden uitgerust (wend u tot de officiële aprilia-dealer):
√middenstandaard J;
√zijtassen J;
√tanktas J;
√achterkoffer J.
28 gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
BELANGRIJKSTE ONDERDELEN
BRANDSTOF
WAARSCHUWING
De brandstof die gebruikt wordt voor verbrandingsmotoren is uiterst ontvlambaar en kan in bepaalde omstandigheden explosief worden.
Het is belangrijk dat het tanken en de onderhoudswerkzaamheden in een goed geventileerde ruimte gebeuren en met afgezette motor.
Niet roken gedurende het tanken of in de nabijheid van benzinedampen; in elk geval absoluut contact mijden met open vlammen, vonken en elke andere warmtebron, om te voorkomen dat de brandstof vlam vat of explodeert.
Verder moet u ook voorkomen dat er benzine uit de tankopening stroomt, aangezien ze vlam kan vatten bij contact met de gloeiende delen van de motor.
Voor het geval per ongeluk benzine buiten de tank terechtkomt, moet u controleren of de plek waar de benzine is terechtgekomen geheel droog is en voor u gaat rijden moet u er zich van vergewissen dat er geen benzine op de hals van de benzinemond is achtergebleven.
Loodvrije benzine zet uit onder invloed van zonnewarmte en zonnestraling. Vul de tank daarom nooit tot de rand.
Mijd contact van benzine met de huid en inademing van dampen. zuig geen ben-
zine op en breng de benzine niet over van één vat in een ander met behulp van een slang.
LOOS BRANDSTOF NIET IN HET MILIEU.
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN.
Gebruik uitsluitend loodvrije superbenzine met min. octaangetal 95 (N.O.R.M.) en 85 (N.O.M.M.).
Ga als volgt te werk om te tanken:
Til de klep (1) op.
Steek de sleutel (2) in het slot op de brandstofklep (3).
Draai de sleutel rechtsom, trek eraan en open de brandstofklep.
INHOUD BRANDSTOFTANK (reserve inbegrepen): 25 l
TANKRESERVE: 5 Ø 1 l
OPGELET
Voeg geen additieven of andere substanties toe aan de brandstof.
Als u een trechter of soortgelijke voorwerpen gebruikt, zorg er dan voor dat ze perfect schoon zijn.
WAARSCHUWING
Vul de tank niet volledig; het brandstofpeil mag maximaal tot de onderste rand van de vulhals reiken (zie afbeelding).
|
1 |
MAX |
MAX |
3 |
2 |
Vul brandstof bij.
Na het bijvullen:
OPMERKING De dop kan enkel worden gesloten als u de sleutel (2) erin steekt.
Steek de sleutel (2) in de dop en sluit hem door te drukken.
WAARSCHUWING
Zorg dat de dop goed dichtgedraaid is.
Trek de sleutel (2) uit.
Sluit de klep (1).
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS 29
REMVLOEISTOF - aanbevelingen
OPMERKING Deze motorfiets is uitgerust met schijfremmen vooraan en achteraan, met afzonderlijke hydraulische circuits.
De volgende informatie heeft betrekking op slechts één remsysteem, maar geldt voor beide.
WAARSCHUWING
Plotselinge weerstand of verschillen in speling op de remhendel kunnen te wijten zijn aan onregelmatigheden in het hydraulische systeem.
In geval van twijfel met betrekking tot het goed functioneren van het remsysteem en als u niet in staat bent de normale controles zelf uit te voeren, moet u te rade gaan bij uw officiële apriliadealer.
WAARSCHUWING
Zie er goed op toe dat de remschijven niet vettig of smerig zijn, in het bijzonder na uitvoering van onderhoudswerkzaamheden of controles.
Controleer of de remleidingen niet gedraaid of versleten zijn.
Let op dat geen water of stof per ongeluk in het circuit terechtkomt.
Het is aangeraden latex handschoenen te gebruiken om onderhoudswerken uit te voeren.
Als de remvloeistof in contact komt met de huid of de ogen, kan dit leiden tot ernstige irritatie.
WAARSCHUWING
Spoel de lichaamsdelen die in contact komen met de vloeistof goed af. Raadpleeg een oogarts of een gewone arts als de vloeistof in contact komt met de ogen.
LOOS VLOEISTOF NIET IN HET MILIEU.
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN.
OPGELET
Wanneer u de remvloeistof gebruikt, moet u erop letten dat u er niet mee morst op de plastic of gelakte delen, omdat deze door de vloeistof kunnen worden aangetast.
30 gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS