Panasonic UF-885, UF-895 User Manual [nl]

0 (0)
Panasonic UF-885, UF-895 User Manual

Telefaxtoestel

UF-885/895

Gebruiksaanwijzing

BELANGRIJKE INFORMATIE

Bij elk verzoek om inlichtingen, benodigdheden of serviceverlening dient u het modelen serienummer van uw toestel op te geven. Het modelen serienummer vindt u op het kenplaatje dat op de hieronder getoonde plaats op het toestel is aangebracht. Gemakshalve is hieronder ook ruimte voorzien waarin u alle informatie kunt optekenen die u in de toekomst nodig zou kunnen hebben.

MODELNUMMER

Serienummer

Aankoopdatum

Verdeler

Adres

Telefoonnummer

 

(

)

Telefoonnummer onderdelen ( ) –

Telefoonnummer technische dienst ( ) –

Model en serienummer

Copyright © 1999 door Matsushita Graphic Communication Systems, Inc.

Alle rechten voorbehouden. Kopiëren of verspreiden zonder toestemming is in strijd met de wet. Gedrukt in Japan. De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

1

2

INHOUD

 

EERSTE KENNISMAKING MET UW FAXTOESTEL

 

Veiligheidsinformatie ..........................................................................................

6

Inleiding................................................................................................................

9

Functietoets .......................................................................................................

10

Buitenaanzicht ...................................................................................................

11

Bedieningspaneel..............................................................................................

12

INSTALLATIE VAN HET TOESTEL

 

Het toestel en zijn toebehoren .........................................................................

14

Toebehoren installeren .....................................................................................

15

Tonerpatroon installeren ..................................................................................

16

Afdrukpapier aanbrengen.................................................................................

18

Papiersoort

18

Hoe afdrukpapier aanbrengen

18

Aansluiten van telefoonsnoer en netsnoer.....................................................

20

Volumeregeling..................................................................................................

22

Luidsprekervolume

22

Belsterkte

22

Gebruikerparameters ........................................................................................

23

Datum en uur instellen

23

Uw LOGO opgeven

24

Uw letter-ID opgeven

25

Uw ID-nummer (nummer van uw faxlijn) opgeven

26

3

4

PROGRAMMERING VAN HET TOESTEL

 

Snelkiesnummers/verkorte nummers .............................................................

27

Snelkiesnummers/verkorte nummers invoeren

27

Snelkiesnummers/verkorte nummers wijzigen of schrappen

29

Een indexblad afdrukken

31

Individuele aanpassingen.................................................................................

32

Faxparameters instellen

32

Tabel met faxparameters

33

BELANGRIJKSTE BEDIENINGSVERRICHTINGEN

 

Documenten inbrengen ....................................................................................

37

Verzendbare documenten

37

Niet-verzendbare documenten

37

Het inbrengen van de documenten

38

Basisinstellingen voor verzending ..................................................................

39

Contrast

39

Resolutie

39

Grijswaarden

40

Controlestempel

40

Verzendingsverslag (COMM.JOURNAL)

41

1

Documenten verzenden.....................................................................................

42

Vanuit het geheugen .................................................................................................

42

Manuele nummerkeuze

44

Snelkiezen

45

Verkorte nummers

46

Kiezen vanuit de index

47

Verzending naar meer dan één nummer .................................................................

48

Rechtstreekse verzending ........................................................................................

49

Manuele nummerkeuze (Rechtstreekse verzending)

49

Snelkiezen (Rechtstreekse verzending)

50

Verkorte nummers (Rechtstreekse verzending)

51

Kiezen vanuit de index (Rechtstreekse verzending)

52

Verzending in vocale modus ....................................................................................

53

Nummerkeuze vanop het telefoontoestel

53

Nummerkeuze vanop het faxtoestel

54

Reserveren voor verzending ....................................................................................

55

Reserveren voor geheugenverzending (dubbele toegankelijkheid)

55

Reserveren voor onmiddellijke verzending (prioritaire verzending)

56

Nummerkeuze herhalen ............................................................................................

57

Automatische herhaling

57

Manuele herhaling

57

Documenten ontvangen ....................................................................................

58

Automatische ontvangst...........................................................................................

58

Manuele ontvangst ....................................................................................................

58

Verkleind afdrukken ..................................................................................................

59

Keuze van het verkleiningspercentage

59

Te grote documenten ontvangen

60

Tijdelijke ontvangst via het geheugen.....................................................................

61

Afdrukcollationeringsmodus....................................................................................

61

Kopiëren..............................................................................................................

62

5 BIJZONDERE MOGELIJKHEDEN

 

Gegroepeerde verzending .................................................................................

63

Gegroepeerde verzending in real-time

63

Uitgestelde gegroepeerde verzending

63

Vooraf geprogrammeerde communicatie ........................................................

64

Uitgestelde verzending

64

Uitgestelde opvraging

65

Polling (opvraging van documenten) ...............................................................

66

Keuze van een polling-wachtwoord

66

Opvraging door anderen voorbereiden

67

Zelf documenten opvragen

68

Programmeertoetsen .........................................................................................

69

Instellen voor gegroepeerde nummerkeuze

69

Instellen voor uitgestelde verzending

70

Instellen voor uitgestelde polling

71

Instellen voor normale polling

72

Als snelkiestoetsen programmeren

73

Instellingen van programmeertoetsen wijzigen of wissen

74

2

Werken met bestanden .....................................................................................

75

Een bestandenlijst afdrukken

75

De inhoud van een bestandenlijst bekijken

76

Begintijdstip of bestemming van een bestand wijzigen

77

Bestanden wissen

79

Bestanden afdrukken

80

Documenten toevoegen aan een bestand

81

Een onvolledig bestand opnieuw proberen

82

Toegangscode ...................................................................................................

83

De toegangscode vastleggen

83

Gebruik van uw toestel met toegangscode

 

(beperkt toegangsniveau voor alle verrichtingen)

84

Gebruik van uw toestel met toegangscode

 

(alleen beperkt toegangsniveau voor faxparameters)

84

Ontvangst in het geheugen ..............................................................................

85

Het wachtwoord voor geheugenontvangst vastleggen

85

Geheugenontvangst instellen

85

Documenten afdrukken

86

Faxvoorblad .......................................................................................................

87

Algemene beschrijving

87

Om het faxvoorblad te gebruiken

87

De faxdoorzendfunctie......................................................................................

89

De faxdoorzendfunctie instellen

89

Bestandsverzending .........................................................................................

90

Eén of meer documenten opslaan

90

De opgeslagen documenten verzenden

91

De opgeslagen documenten wissen

92

De opgeslagen documenten afdrukken

93

Afdelingscode....................................................................................................

94

Algemene beschrijving .............................................................................................

94

Afdelingscode instellen

94

Afdelingscode wijzigen of wissen

96

Document met afdelingscode versturen

98

Document met afdelingscode verzenden (manueel verzenden)

99

Lijst met afdelingscodes afdrukken

100

Activiteitsverslag afdelingscode afdrukken

101

Multiple LOGO’s ..............................................................................................

103

Algemene beschrijving ...........................................................................................

103

Multiple LOGO’s instellen

103

Multiple LOGO’s wijzigen of wissen

104

Document met Multiple LOGO’s versturen

105

Lijst met Multiple LOGO’s afdrukken

106

3

6 MOGELIJKHEDEN IN EEN NETWERK

 

Selectieve ontvangst .......................................................................................

107

Selectieve ontvangst instellen

107

Communicatie via wachtwoord ......................................................................

108

Algemene beschrijving

108

Compatibiliteit met andere toestellen

108

Verzending met wachtwoord instellen

109

Ontvangst met wachtwoord instellen

110

Verzending met wachtwoord gebruiken

111

Ontvangst met wachtwoord gebruiken

112

Vertrouwelijke mailbox en vertrouwelijke netwerkcommunicatie ...............

113

Vertrouwelijke mailbox ...........................................................................................

113

Compatibiliteit met andere toestellen

113

Een vertrouwelijk document verzenden naar de mailbox van een ander toestel

114

Een vertrouwelijk document opvragen vanuit de mailbox van een ander toestel 115

Een vertrouwelijk document ontvangen in de mailbox van uw toestel

116

Een vertrouwelijk document opslaan in de mailbox van uw toestel

117

Een vertrouwelijk document uit de mailbox van uw toestel afdrukken

118

Een in de mailbox van uw toestel opgeslagen vertrouwelijk document wissen

119

Vertrouwelijke netwerkcommunicatie (via centrale) ............................................

120

Compatibiliteit met andere toestellen

121

Uw toestel instellen voor vertrouwelijke netwerkcommunicatie

121

Gerelayeerde verzending ................................................................................

124

Algemene beschrijving ...........................................................................................

124

Compatibiliteit met andere toestellen

124

Relais-netwerk

125

Gerelayeerde verzending

127

Gerelayeerd verzenden van een document

131

Afdrukken en verslagen

132

Sub-addressing ................................................................................................

134

Algemene beschrijving ...........................................................................................

134

Om het subadres in te stellen in de snelkiesnummers of in

 

de verkorte kiesnummers

135

Om een document met een subadres te verzenden

136

7 VERSLAGEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN

 

Verslagen en lijsten .........................................................................................

137

Transactieverslag

137

Individueel verzendingsverslag (IND.XMT JOURNAL)

138

Communicatieverslag (COMM.JOURNAL)

141

Lijst met snelkiesnummers/verkorte nummers en index

143

Programmalijst

146

Lijst met faxparameters

147

4

8

PROBLEMEN VERHELPEN

 

 

Moeilijkheden oplossen ..................................................................................

149

 

Als u met een van de volgende problemen zit

149

 

Informatiecodes

151

 

Vastgelopen afdrukpapier

154

 

Vastgelopen documenten

155

 

Reiniging van de optische aftastzone

156

 

Reiniging van de drukrol

157

 

Afstelling van de automatische documenttoevoer (ADT)

158

 

Controlestempel

159

 

Vervangen van de lithiumbatterij

160

 

Controle van de telefoonlijn

161

9

AANHANGSEL

 

 

Technische gegevens .....................................................................................

163

 

Technische gegevens voor het afdrukpapier ...............................................

166

 

Opties en losse onderdelen............................................................................

167

 

Installatie van de geheugenkaart (flash-geheugenkaart en/of D-RAM-kaart)

169

 

Verklarende woordenlijst................................................................................

170

 

Index .................................................................................................................

177

5

Veiligheidsinformatie

Dit produkt is in overeenstemming met de EG-richtlijnen 73/23/EEC gewijzigd in 93/68/EEC en 89/336/EEC gewijzigd in 92/31/EEC en 98/13/EC.

De apparatuur is goedgekeurd in overeenkomst met Raadsbesluit 98/482/EC voor pan-europese aansluiting op een openbaar geschakeld telefoonnetwerk (PSTN). Door onderlinge verschillen tussen de netwerken in de diverse landen biedt de goedkeuring echter geenszins een onvoorwaardelijke garantie van goed functioneren op ieder netwerkaansluitpunt. In geval van moeilijkheden dient u eerst contact op te nemen met de leverancier van de apparatuur.

! WAARSCHUWING Dit teken wijst op een mogelijk gevaar dat ernstige verwondingen of de dood tot gevolg kan hebben.

OM ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF BRAND TE VOORKOMEN MAG U DIT TOESTEL NIET BLOOTSTELLEN AAN REGEN OF ANDERE VOCHTIGHEID.

OM DE KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF BRAND TE VERKLEINEN MOET DIT APPARAAT CORRECT GEAARD WORDEN.

DIT TOESTEL BEVAT GEVAARLIJKE STRALING. ALS U ZICH NIET AAN DEZE HANDLEIDING HOUDT OF ALS U HET TOESTEL ANDERS BEDIENT, AFSTELT OF BEHANDELT DAN DAARIN WORDT OPGEGEVEN, KUNT U ZICHZELF BLOOTSTELLEN AAN GEVAARLIJKE STRALING.

WANNEER U DIT TOESTEL GEBRUIKT MOET HET STOPCONTACT ZICH IN DE BUURT BEVINDEN EN VLOT BEREIKBAAR ZIJN.

ZORG ERVOOR DAT HET TOESTEL IN EEN RUIM OF GOED VERLUCHT VERTREK STAAT, ZODAT DE OZONCONCENTRATIE IN DE LUCHT NIET TOENEEMT. AANGEZIEN OZON ZWAARDER IS DAN LUCHT, GEVEN WIJ DE RAAD HET VERTREK OP VLOERNIVEAU TE VENTILEREN.

!

OPGEPAST

Dit teken wijst op gevaren die lichte verwondingen of schade aan het toestel tot gevolg

kunnen hebben.

 

 

DIT PRODUCT BEVAT EEN LITHIUMBATTERIJ. VERKEERDE VERVANGING VAN DE BATTERIJ KAN RESULTEREN IN ONTPLOFFINGSGEVAAR.

VERVANG DE BATTERIJ UITSLUITEND DOOR HETZELFDE OF EEN GELIJKWAARDIG TYPE. ONTDOE U VAN GEBRUIKTE BATTERIJEN ZOALS VOORGESCHREVEN DOOR UW PLAATSELIJKE OVERHEID DIE BEVOEGD IS VOOR DE VERWERKING VAN VASTE AFVALSTOFFEN.

CAUTION -Invisible laser

 

VORSICHT -Unsichtbare

 

ATTENTION -Rayonnement

radiation when open and

 

Laserstrahlung, wenn

 

laser invisible dangereux en

interlocks defeated.

 

Abdeckung geöffnet und

 

cas d'ouverture et lorsque la

AVOID EXPOSURE TO

 

Sicherheitsverriegelung

 

sécurité esl neutralisée.

BEAM.

 

überbrückt. NICHT DEM

 

EXPOSITION DANGEREUSE

 

 

STRAHL AUSSETZEN.

 

AU FAISCEAU.

 

 

 

 

 

PELIGRO -Cuando se abre y se invalida el bloqueo, se producen radiaciones invisibles de láser. EVÍTESE LA EXPOSICIÓ N DIRECTA A TALES RAYOS.

6

Veiligheidsinformatie

1

Verklaring van compatibiliteit van de fabrikant voor de gebruiker

De producten, model UF-885/895-** (** duidt op een landcode uit onderstaande tabel), zijn ontworpen om te voldoen aan de vereisten TBR21:1998 en EG201121 (V1.1.2):1998 en zijn ontworpen om te functioneren met het analoge openbaar geschakeld telefoonnetwerk binnen het bestek van bovengenoemde vereisten.

Neem contact op met de verkoper als de apparatuur op een ander netwerk moet worden gebruikt.

**

Land

**

Land

**

Land

**

Land

 

 

 

 

 

 

 

 

AA

Oostenrijk

AJ

Spanje

AQ

Ierland

EE

Italië

 

 

 

 

 

 

 

 

AD

Denemarken

AM

Zwitserland

AR

België

YG

Griekenland

 

 

 

 

 

 

 

 

AF

Finland

AN

Noorwegen

AS

Zweden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

AH

Nederland

AP

Portugal

AV

Frankrijk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7

Veiligheidsinformatie

!

OPGEPAST

Dit teken wijst op gevaren die lichte verwondingen of schade aan het toestel tot gevolg

kunnen hebben.

 

 

 

 

 

Plaats het toestel niet in de buurt van verwarming of airconditioning.

 

 

 

 

 

 

 

Vermijd blootstelling aan rechtstreeks zonlicht.

Plaats het toestel op een horizontaal vlak en laat ten minste 10 cm vrij tussen het toestel en ander voorwerpen.

Blokkeer de verluchtingsopeningen niet.

Plaats geen zware voorwerpen op het toestel en mors er geen vloeistoffen op.

8

Inleiding

 

 

Hartelijk dank voor de aankoop van de Panafax UF-885/895.

 

1

De UF-885/895 zijn één van de meest geavanceerde modellen binnen de Panafax-familie van G3-compatibele

 

 

 

 

 

 

tafelfaxtoestellen.

 

 

 

 

Hier hebt u een greep uit zijn talrijke eigenschappen:

1. Afdruk op gewoon Afdrukken op gewoon papier houdt in dat u vlot met een pen of potlood op papier ontvangen documenten kunt schrijven. Ze krullen niet en zijn dus

makkelijker op te bergen. Bovendien vervaagt uw document niet op gewoon papier, zodat belangrijke stukken ook voor lange tijd kunnen worden bewaard.

2. Snelle scanning

De snelle scanning van de UF-885/895 versnelt het faxproces door de

 

 

documenten te scannen en vervolgens in zijn geheugen op te slaan tegen

 

een snelheid van 1* seconden per pagina.

 

(* UF-885: 2,8 seconden)

 

(* bij standaardresolutie, op basis van de ITU-T gegevens van testblad nr. 1; met

 

scansnelheid wordt bedoeld de tijd die nodig is voor de invoer van een testblad van

 

boventot onderkant. De benodigde tijd voor het opslaan wordt in deze definitie niet

 

meegeteld.)

 

Dit betekent dat u niet langer op uw originelen hoeft te wachten tot een

verzending is voltooid.

3.Snelle verzending In tegenstelling tot de gewone faxtoestellen met geheugen begint de UFvanuit het geheugen 885/895 het nummer te kiezen zodra de eerste pagina is gescand. U kan

4.Gegroepeerde verzending

5.Onderhoudsgemak

6.Geheugenfunctie

7.Multifunctionele werking

8.Multiple LOGO’s

9.Afbeelding rapport op display

bijkomende pagina’s scannen terwijl de verzending bezig is. Doordat u gelijktijdig kan scannen en verzenden, bespaart u nog meer tijd.

Met de UF-885/895 kunt u verschillende documenten voor dezelfde bestemming(en) samen verzenden met een telefoonoproep.

Het vervangen van de tonercassette is al wat dit toestel aan onderhoud vergt, en dat gaat dus sneller en vlotter dan bij andere faxtoestellen voor gewoon papier.

Dank zij het ingebouwde beeldgeheugen kunt u maximaal 120* standaardpagina’s opslaan in het documentgeheugen. Zodra de UF-885/ 895 uw documenten heeft opgeslagen, kan hij ze automatisch verzenden naar een of meer bestemmingen. Om uw originelen weer mee te nemen hoeft u niet te wachten tot alle verzendingen achter de rug zijn.

(* UF-885 : 60 standaard pagina’s)

De UF-885/895 laat u toe om de volgende verzending te reserveren, zelfs tijdens ontvangst of verzending vanuit het geheugen. Het toestel kan ook ontvangen terwijl het documenten opslaat.

De UF-885/895 biedt u de keuze uit Multiple LOGO’s die in de koptekst van elke verstuurde pagina, op het voorblad, op het communicatieverslag en op het individuele verzendingsverslag worden afgedrukt.

Uw toestel beschikt over een functie waardoor u op het display de inhoud van het activiteitsverslag en de bestandenlijst kunt bekijken en deze gegevens tevens kunt afdrukken.

Met een beetje oefening kan iedereen de meest gebruikte mogelijkheden van de UF-885/895 onder de knie krijgen.

Deze gebruiksaanwijzing zal u helpen uw UF-885/895 snel en vlot te gebruiken. De inhoudstafel vermeldt waar u informatie vindt over elke functie. Wij raden u aan alle hoofdstukken ten minste vluchtig door te nemen, ook al kunt u volstaan met alleen de hoofdstukken die handelen over de functies die u van plan bent te gebruiken.

9

Functietoets

Elke functie kan worden gestart door eerst op FUNCTION te drukken en vervolgens het functienummer in te

tikken of door op de overlooptoetsen

of

te drukken tot de gewenste functie op het display

verschijnt.

 

 

1

2

FUNCTION

3

6

Uitgestelde communicatie

1 = XMT (verzending)

2 = Polling (opvraging)

Geavanceerde communicatie

1 = Gerelayeerde verzending (Zie Opmerking 1)

2 = Vertrouwelijke communicatie

3 = Bestandsverzending

FUNCTION

Polling

1 = Opvragen

2 = Opgevraagd worden

Afdrukfuncties

1 = Verslag (Afdrukken/Bekijken)

2 = Lijst met snelkiesnummers/ver korte nummers/indexnamen

3 = Programmalijst

4 = Lijst van faxparameters

5 = Niet in gebruik

6 = Individueel verzendingsverslag

7 = Indexblad

Instellen

7 1 = Gebruikerparameters

Datum en uur

Logo

letter-ID

ID-nummer (faxlijn-nummer)

2 = Snelkiesnummers/verkorte nummers

3 = Programmeertoetsen

4 = Faxparameters

5 = Parameters voor gerelayeerde verzending & vertr.comm. (Zie Opmerking 1)

6 = Afdrukrol reinigen

8

Keuze werkingswijze

1

= Communicatieverslag

 

 

= uit/aan/onvolledig

 

2

= Niet in gebruik

 

3

= Voorblad (Cover Sheet)

 

 

= AAN/UIT (OFF/ON)

 

4

= Verzending met wachtwoord

 

 

= uit/aan (Zie Opmerking 1)

9

5

= Ontvangst in het geheugen

 

(RCV to Memory)

 

 

= AAN/UIT/AFDRUKKEN

 

 

(OFF/ON/PRINT)

Werken met bestanden

1 = Bestandenlijst (Afdrukken/Bekijken)

2 = Tijdstip/bestemming wijzigen

3 = Bestand wissen

4 = Bestand afdrukken

5 = Document toevoegen

6 = Onvolledig bestand opnieuw proberen

Opmerking:

1.Als de faxparameter niet vooraf is ingesteld op een geldige stand waarin het gebruik van de functie mogelijk is, zal het display de functie niet weergeven.

10

Buitenaanzicht

1

ADT-deur

Documentgeleiders

Bedieningspaneel

Document Veriengstuk

Printerdeksel

Documentplaten

Afdrukpapierplaat

Papiercassette (meegeleverd)

Papiercassette voor 250 vellen afdrukpapier

Papiercassette voor 500 vellen afdrukpapier [Optioneel beschikbaar. Zie pagina 167] [Optioneel beschikbaar. Zie pagina 167]

11

Bedieningspaneel

Display

LCD-schermpje dat datum/uur of de lopende verrichting weergeeft.

ON LINE

TONER

ALARM

Knippert wanneer het toestel een document verzendt of

Knippert wanneer de resterende tonervoorraad laag is en licht op wanneer er geen toner meer is. (Zie blz. 16)

Licht op als zich een probleem voordoet. (Zie blz. 149)

Snelkiestoetsen (01-32)

Voor snelle nummerkeuze. (Zie blz. 45 en 50)

Programmeertoetsen (P1-P8)

Om lange nummerkeuzeprocedures of cijfers voor gegroepeerde nummerkeuze op te slaan.

(Zie blz. 69 tot 74)

Lettertekentoetsen

De snelkiestoetsen en de programmeertoetsen dienen ook om letters en symbolen in te voeren bij het intikken van uw LOGO, letter-ID en toestelnaam. Op het paneel onder het losse indexblad is afgedrukt waar elke toets voor staat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ON LINE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TONER

 

 

ALARM

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DARKER

 

S - FINE

 

 

FAST

 

 

 

+

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LIGHTER

 

FINE

 

 

QUALITY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CONTRAST

RESOLUTION

HALFTONE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VOLUME

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

DIRECTRY

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

MEMORY

 

STAMP

 

SEARCH

 

 

 

-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

01

 

A

02

 

 

B

03

 

 

C

04

 

 

D

05

E

06

F

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

07

 

G

08

 

 

H

09

 

 

I

10

 

 

J

11

K

12

L

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

13

 

M

14

 

 

N

15

 

 

O

16

 

 

P

17

Q

18

R

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

01

02

 

03

04

05

06

07

08

 

09

10

11

12

13

14

 

15

16

17

18

19

20

 

21

22

23

24

25

26

 

27

28

29

30

31

32

 

P1

P2

P3

P4

P5

P6

SPACE

P7 SYMBOLS

P8

CAPS

 

SPACE Dient om een spatie in te lassen bij het intikken van uw LOGO, letter-ID en toestelnaam.

SYMBOLS

 

Dient om een symbool in te

 

 

voeren (, ’ & ( ) : ; + - . /) voor uw

 

 

 

 

LOGO, letter-ID en toestelnaam.

 

 

Selecteer de symbolen met

 

 

 

 

of

 

.

 

 

 

 

 

 

CAPS

 

Dient om te kiezen tussen de

 

 

 

bovenste en de onderste

 

 

tekenreeks.

 

19

S

 

 

20

T

 

 

21

U

 

22

V

 

23

W

 

24

X

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

25

Y

 

 

26

Z

 

 

27

 

 

 

 

28

 

 

 

29

 

 

 

30

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

31

A

 

 

32

A

 

 

 

P1

O

 

 

P2

U

 

P3

 

 

 

 

P4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P5

 

 

 

 

P6

SPACE

 

 

 

P7

SYMBOLS

 

 

P8

CAPS

 

 

LINE

 

 

MONITOR

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SELECT

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PAUSE

 

 

 

 

 

 

 

 

SUB-ADDR

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

REDIAL

 

 

 

 

ABBR

 

 

 

FLASH

 

 

FUNCTION

 

CLEAR

 

 

 

SET

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

ABC

DEF

 

2

3

STOP

 

 

 

GHI

JKL

MNO

 

4

5

6

 

PRQS

TUV

WXYZ

COPY

7

8

9

 

TONE

0

 

START

 

 

 

 

 

12

Bedieningspaneel

CONTRAST Dient om Normaal, Lichter of Donkerder in te stellen. (Zie blz. 39)

RESOLUTION Dient om te kiezen tussen Standaard, Fijn of Superfijn.

(Zie blz. 39)

HALFTONE Dient om UIT (OFF), KWALITEIT (QUALITY) of SNEL (FAST) in te stellen voor documenten met halftonen. (Zie blz. 40)

MEMORY Om te kiezen tussen verzending vanuit het geheugen of rechtstreeks vanop de documententoevoer (zie blz. 42 tot 52).

PAUSE Om een Pauze in te voegen bij het opslaan of REDIAL vormen van een telefoonnummer, of om het

laatst gevormde nummer opnieuw te vormen. (Zie blz. 57)

ABBR

SUB-ADDR

FLASH

FUNCTION

Om met verkorte nummerkeuze te werken. (Zie blz. 46 en 51)

Om toegang te krijgen tot een aantal mogelijkheden van uw PBX.

Dient om de functie en subfuncties te starten of te kiezen.

Deze functies worden op blz. 10 in detail besproken.

1

ABC

DEF

Voor manuele nummerkeuze, opslay van

2

3

telefoonnummers en keuze van functies.

GHI

JKL

MNO

 

4

5

6

 

PRQS

TUV

WXYZ

 

7

8

9

 

TONE

0

 

 

 

 

 

 

 

TONE

Om tijdelijk over te schakelen naar

 

 

toonkiezen wanneer het toestel is

 

 

 

 

 

 

ingesteld op impulskiezen.

1

+

 

 

Dient voor het volgende:

 

 

 

 

Instellen van luidsprekeren belvolume.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Zie blz. 22)

 

 

VOLUME

 

 

 

 

 

• Verplaatsen van cursor tijdens invoeren van

 

-

 

 

 

cijfers en lettertekens.

 

 

 

Zoeken naar toestelnaam bij kiezen vanuit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

index.

 

 

 

 

Bevestiging ingevoerd toestel bij

 

 

 

 

 

communicatie met meerdere toestellen.

 

 

 

 

Selectie van functies.

 

 

 

 

Bevestiging huidige communicatiemodi

 

 

 

 

 

(bijv. paginanummer, ID, gekozen

 

 

 

 

 

telefoonnummer, bestandsnummer) als het

 

 

 

 

 

toestel on-line is.

 

STAMP

DIRECTRY SEARCH

CLEAR

SET

LINE

SELECT

MONITOR

STOP

COPY

START

Dient om de controlestempel AAN(ON) of UIT(OFF) te zetten (zie blz.40).

Om de naam van een bestemming op te zoeken (zie blz. 47 en 52).

Dient om de vorige invoer te wissen.

Dient om verrichtingen in te stellen.

Dient om de communicatiepoort te kiezen. Alleen beschikbaar voor UF-895 als de optionele G3-communicatiepoortkit is geïnstalleerd. (Zie blz. 167)

Om handenvrije nummerkeuze te starten. (Zie blz. 54)

Om verrichtingen te annuleren. Als u hierop drukt, keert het toestel terung naar standby.

Om fotokopies te maken. (Zie blz. 62)

Om verrichtingen te starten.

13

Het toestel en zijn toebehoren

Maak de doos leeg en controleer of alle hieronder afgebeelde onderdelen aanwezig zijn.

Faxtoestel

Tonerpatroon

Documentopvangplaat

Afdrukpapierplaat

 

Telefoonsnoer

 

Netsnoer

 

 

 

 

 

Handleiding / Beknopte Gids

 

Papierformaat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lithiumbatterij en houder

 

 

 

 

 

 

 

14

Toebehoren installeren

Installeren van de lithiumbatterij

(Deze batterij wordt gebruikt voor back-up van de

klokgegevens in geval van een stroomonderbreking, zie 2 blz. 160)

(1) Open de ADT-deur.

(2) Installeer de batterijhouder, schuif hem naar links tot hij

vergrendelt en sluit de ADT-deur.

ADT-deur

Uitzicht na volledige installatie

Documentopvangplaat en afdrukpapierplaat

Haak de uitsteeksels vast in de vierkante gaatjes op het toestel.

15

Tonerpatroon installeren

1

 

Pak het tonerpatroon uit en schud het 5 of 6

 

 

keer heen en weer (zoals afgebeeld) om de

 

 

toner gelijkmatig te verdelen in het patroon.

Tonerpatroon

2

Verwijder de beschermstrip.

 

3

Printerdeksel

Ontgrendelingstoets

Vervolg op volgende blz.

Druk op de ontgrendelingstoets om het printerdeksel te openen.

16

Tonerpatroon installeren

4

5

Aligneer het pijltje en de pin aan beide zijden,

zoals aangegeven, en schuif het tonerpatroon 2 in het toestel.

Sluit het printerdeksel degelijk af.

Printerdeksel

6 Bij het vervangen van de tonerpatroon is het aangeraden de afdrukrol te reinigen om de afdrukkwaliteit optimaal te houden. Om de afdrukrol te reinigen, volgt u de instructies op blz. 157.

17

Afdrukpapier aanbrengen

Papiersoort

In het algemeen geven de meeste soorten schrijfpapier goede resultaten. Ook de meeste soorten fotokopieerpapier zijn geschikt. Er zijn uiteraard veel « merk» soorten papier beschikbaar. Wij raden u aan verscheidene soorten papier uit te proberen tot u echt het resultaat haalt dat u beoogt. Voor meer details over de aanbevolen papiersoort(en), zie blz. 166.

Hoe afdrukpapier aanbrengen

1

 

 

Papiercassette

2

Papierlengte geleider

3

 

 

 

A

L

A

L

 

 

 

 

Papierbreedteklem

 

 

Papierbreedtegeleider

Schuif de papiercassette uit het toestel.

Stel de papierlengtegeleider af op het juiste

papierformaat (A4, LTR of LGL). Voor LGL

papierformaat, verwijdert u de

papierlengtegeleider en bergt u deze op in het

daartoe bestemde vak vooraan links in de

papiercassette. Als u papier van hetzelfde

formaat bijvult, slaat u stappen 2 en 3 over.

Stel de papierbreedtegeleider en de klem af in het juiste papierformaat (A4, of LTR/LGL). De fabrieksinstelling voor de papierbreedtegeleider en de klem is A4. Voor LTR/LGL papier, gaat u als volgt te werk om de geleider af te stellen.

(1)Zet de papierbreedtegeleider opnieuw in de correcte positie (A4 of LTR/LGL).

(2)Ontgrendel de papierbreedteklem.

(3)Til op om de papierbreedteklem te verwijderen.

(4)Zet de papierbreedteklem opnieuw in positie A (A4) of L (LTR/LGL).

(5)Druk de papierbreedteklem naar omlaag om deze op zijn plaats te zetten.

18

 

 

 

 

Afdrukpapier aanbrengen

4

2

1

 

 

(1) Maak het haakje los en verwijder

de

 

 

keuzeschakelaar voor de papiergrootte.

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(2) Draai de keuzeschakelaar voor de

 

 

3

 

 

papiergrootte rond totdat de juiste instelling

 

 

 

 

 

erop bovenaan staat.

 

 

 

 

 

 

(3) Installeer de keuzeschakelaar voor de

 

 

 

 

 

 

papiergrootte opnieuw.

 

5

 

 

 

 

(1) Duw op de aandrukplaat tot deze vastklikt.

 

Klem

 

 

(2) Vul de papiercassette met papier.

 

 

 

 

 

 

Opgelet:

 

 

 

 

 

 

Zorg ervoor dat het papier onder de

 

 

 

 

 

 

klemmetjes van de papiercassette blijft. Er

 

 

 

 

Klem

passen ongeveer 500 vellen papier met

 

 

 

 

 

een standaardgewicht van 75 g/m2 in de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

cassette. Voor specificaties over papier, zie

 

 

 

 

 

pagina 166.

 

 

 

 

 

 

(3) Breng het klevertje met de juiste

 

 

 

 

1

 

papiergrootte aan op de papiercassette.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

 

2

 

 

6

 

Klem

 

Afdrukpapier

 

 

 

 

 

 

Schuif de papiercassette weer in het toestel.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Papiercassette

 

 

 

Opmerking:

 

 

 

 

1.Uw toestel zal enkel correct afdrukken op papier van het formaat A4, Letter en Legal. Als papier van een andere grootte wordt gebruikt (B4, B5, A5), kan het gebeuren dat het toestel niet degelijk afdrukt.

19

Aansluiten van telefoonsnoer en netsnoer

Netsnoer

Steek het stekkergedeelte van het netsnoer in een gewoon stopcontact en het andere uiteinde in de voedingsaansluiting op de achterzijde van het toestel.

Waarschuwing : het stopcontact moet van die aard zijn dat het toestel correct geaard is.

Netsnoer (meegeleverd)

Telefoonsnoer

Steek het ene uiteinde van het telefoonsnoer in de "RJ-11C"-contactdoos van de telefoonmaatschappij en het andere uiteinde in het LINE-aansluitpunt op de linkerzijde van het toestel.

Telefoonsnoer (meegeleverd)

Opmerking:

1. Uw toestel verbruikt weinig stroom en moet altijd ingeschakeld blijven.

20

Aansluiten van telefoonsnoer en netsnoer

2

Stroomschakelaar

Zet deze schakelaar op ON zodra alle snoeren en het netsnoer aangesloten zijn.

Opmerking:

Maak de kabel vast aan de haak om te voorkomen dat het afdrukpapier vastloopt.

21

Volumeregeling

U kunt het monitoren het beltoonvolume op uw toestel regelen.

Door de ingebouwde luidspreker kunt u de kiestoon, de kiessignalen en de bezettoon horen. Het toestel gaat rinkelen als het een oproep ontvangt.

Luidsprekervolume

1 MONITOR

U hoort de kiestoon via de luidspreker.

2 +

VOLUME om het volume te verhogen (meermaals indien nodig).

-

of

+

VOLUME

-

3 MONITOR

Belsterkte

1 Stand-by

2

+

 

 

VOLUME

 

-

om het volume te verlagen (meermaals indien nodig).

om het volume te verhogen (meermaals indien nodig).

* MONITOR *

MONITOR VOLUME

LOW [ ] HIGH

MONITOR VOLUME

LOW [ ] HIGH

08-MAR-1999 15:00

00%

RINGER VOLUME

(((( ))))

of

+

VOLUME

-

om het volume te verlagen (meermaals indien nodig).

RINGER VOLUME

3 STOP

Opmerking:

1.Ook het volume van het toetsgeluid en van de zoemer kunt u regelen d.m.v. faxparameter nr. 10 (toets/ zoemervolume). (Zie blz. 33)

22

Gebruikerparameters

Uw faxtoestel beschikt over een aantal basis-instelwaarden (gebruikerparameters) waarmee u kunt bijhouden welke documenten u hebt verzonden of ontvangen. Zo houdt de ingebouwde klok de datum en het juiste uur bij, terwijl uw

LOGO en ID-nummer aan andere partijen vertelt wie u bent.

2

 

 

 

 

 

 

 

Datum en uur instellen

 

 

Wanneer het toestel in standby staat, geeft het display de datum en het uur weer. Zodra u die hebt opgegeven,

 

loopt de klok en hebt u er geen omzien meer naar.

 

1

2

3

4

 

 

7

 

SET MODE

(1-6)

 

 

 

 

 

 

 

FUNCTION

 

ENTER NO. OR

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

 

1:USER PARAMETERS?

 

 

 

 

 

 

PRESS SET TO SELECT

 

 

 

 

 

 

 

SET

DATE & TIME

 

1-01-1999 00:00

Geef nieuwe datum en uur op.

Vb: 0

8

 

 

Dag

: 08ste

DATE & TIME

0

3

 

 

Maand

: 03

08-03-1999 15:00

 

 

 

1

9

9

9

Jaar

: 1999

 

1

5

0

0

Uur

: 15.00 u

 

Als u een fout maakt, gebruikt u of om de cursor te verplaatsen naar het foutieve cijfer en tikt u het nieuwe cijfer er overheen.

5

SET STOP

 

23

Gebruikerparameters

Uw LOGO opgeven

Wanneer u een document verzendt, verschijnt uw LOGO bovenaan op de afdruk die uit het faxtoestel van de bestemmeling komt.

Aan de hand van uw LOGO weet iemand die uw document ontvangt onmiddellijk vanwaar het komt.

1

2

3

4

FUNCTION 7

1

SET

tot op het display verschijnt:

Tik uw LOGO in (max. 25 letters/cijfers/symbolen) m.b.v. de letter/tekentoetsen (zie blz. 12).

Vb: P A

N A

S O N I

C

Als u een fout maakt, gebruikt u

 

of Als u een fout maakt,

gebruikt u

of

om de cursor achter het foutieve

karakter te plaatsen, drukt u op

 

 

en tikt u het

 

CLEAR

juiste karakter in.

Als meer dan 19 karakters worden ingevoerd, rollen de linkse karakters van het scherm.

SET MODE

(1-6)

ENTER NO. OR

1:USER PARAMETERS? PRESS SET TO SELECT

LOGO

LOGO

PANASONIC

5

SET STOP

24

User Parameters

Uw letter-ID opgeven

Wanneer u verzendt of ontvangt, zal, indien het toestel van de andere partij is toegerust voor een letter-ID, uw letter-

2

ID op het display van dat toestel verschijnen, terwijl de letter-ID van de andere partij op uw display te zien is.

1

2

3

4

FUNCTION 7

1

SET

tot op het display verschijnt:

Tik uw letter-ID in (max. 16 letters/symbolen) m.b.v. de letter/tekentoetsen (zie blz. 12).

Vb: H E A D SPACE O F F I C E

Als u een fout maakt, gebruikt u of om de cursor achter het foutieve karakter te plaatsen, drukt u op

CLEAR en tikt u het juiste karakter in.

SET MODE

(1-6)

 

 

 

 

ENTER NO. OR

1:USER PARAMETERS? PRESS SET TO SELECT

CHARACTER ID

CHARACTER ID

HEAD OFFICE

5

SET STOP

 

Opmerking:

1. Voor een letter-ID kunt u geen gebruik maken van volgende bijzondere (accent) letters: Å, Ä, Ö, Ü, Æ, é, è.

25

User Parameters

Uw ID-nummer (nummer van uw faxlijn) opgeven

Wanneer u verzendt of ontvangt zal, als het toestel van de andere partij niet is toegerust voor een letter-ID maar wel voor een ID-nummer, uw ID-nummer op het display van dat toestel verschijnen, terwijl het ID-nummer van de andere partij op uw display te zien is.

We geven u de raad als ID-nummer het nummer van uw faxlijn te gebruiken, maar ook om het even welk ander nummer (van max. 20 cijfers) voldoet.

1

2

3

4

FUNCTION 7

1

SET

tot op het display verschijnt:

Tik uw ID in (max. 20 cijfers) m.b.v. het toetsenbord en SPACE , (voor spaties).

Vb: 2 0 1 SPACE 5 5 5 SPACE

1 2 1 2

Als u een fout maakt, gebruikt u of om de cursor achter het foutieve cijfer te plaatsen, drukt u op CLEAR en tikt u het juiste cijfer in.

SET MODE

(1-6)

ENTER NO. OR

1:USER PARAMETERS? PRESS SET TO SELECT

ID NO.

ID NO.

201 555 1212

5

SET STOP

Opmerking:

1.Met behulp van de kunt u een "+" teken invoeren aan het begin van het begin van het ID-nummer om aan te duiden dat de erop volgende cijfers uw landcode vormen.

Vb: +1 voor de landcode van de V.S. +81 voor de landcode van Japan.

26

Snelkiesnummers/verkorte nummers

Snelkiesnummers/verkorte nummers invoeren

Snelkiesnummers en verkorte nummers maken het mogelijk volledige telefoonnummers in een minimum van tijd te vormen. Om deze kiesfuncties te gebruiken moet u eerst de volledige nummers invoeren, wat als volgt gaat.

Ga als volgt te werk om een snelkiesnummer in te voeren

1 FUNCTION 7

2

2

 

SET

 

 

 

 

3

1

 

 

 

4

Vb:

01

 

 

 

 

 

5

Tik het telefoonnummer in

 

(max. 36 cijfers, spaties en pauzes inbegrepen).

 

 

 

 

 

Vb:

9

PAUSE 5 5 5 SPACE 1 2

3 4

6

SET

 

 

 

 

 

 

 

7

Tik de naam van de bestemming in m.b.v. letter/

tekentoetsen (max. 15 tekens).

 

 

Vb:

S

A L E S SPACE D E P T

 

8

SET

 

 

 

 

 

 

 

 

Om een volgend nummer op te slaan herneemt u stap 4-8.

 

Om terug te keren naar standby drukt u op

STOP .

3

SET MODE

(1-6)

 

 

 

 

ENTER NO. OR

1:ONE-TOUCH 2:ABBR NO.

ONE-TOUCH< >

PRESS ONE-TCH OR

<01>

ENTER TEL. NO.

<01> 9-555 1234

<01> ENTER NAME 9-555 1234

<01> SALES DEPT 9-555 1234

ONE-TOUCH< >

PRESS ONE-TCH OR

27

Snelkiesnummers/verkorte nummers

Ga als volgt te werk om een verkort nummer in te voeren

1

2

3

4

5

6

7

FUNCTION 7

2 SET

2

Vb: 0 2 2 (001-160)

Tik het telefoonnummer in

(max. 36 cijfers, spaties en pauzes inbegrepen).

Vb: 9 PAUSE 5 5 5 SPACE 2 3 4 5

SET

Tik de naam van de bestemming in m.b.v. letter/tekentoetsen (max. 15 tekens).

Vb: A C C O U N T I N G

SET MODE

(1-6)

ENTER NO. OR

1:ONE-TOUCH 2:ABBR NO.

ABBR [ ] ENTER NO. OR

[022]

ENTER TEL. NO.

[022] 9-555 2345

[022] ENTER NAME 9-555 2345

[022] ACCOUNTING 9-555 2345

8

SET

 

 

 

ABBR [ ]

 

 

 

 

ENTER NO. OR

 

 

 

 

 

 

 

Om een volgend nummer op te slaan herneemt u stap 4-8.

 

Om terug te keren naar standby drukt u op

 

.

 

 

 

STOP

Opmerking:

1. Als u eerst nog een nummer moet vormen om een buitenlijn te krijgen, tik dat dan eerst in en druk nadien op

PAUSE .

 

Een pauze wordt weergegeven door een koppelteken "-".

 

 

2.

Druk op

SPACE

of

MONITOR

om tussen cijfers een spatie in te lassen zodat het nummer vlotter leest.

3.

Als u met impulsnummerkeuze werkt en in het midden van een nummer moet overschakelen op toonnummerkeuze,

 

druk dan op

TONE

(weergegeven door een "/"). De nummerkieswijze verandert van impuls naar toon na het

 

vormen van het teken "/".

 

 

 

Een ongebruikte snelkiestoets of verkort nummer kunt u zoeken door bij stap 3 of 4 op

of

te drukken.

28

Loading...
+ 154 hidden pages