Aprilia SR 50 Manual [fi]

0 (0)

gebruik en onderhoud

SR 50

© 2000 aprilia s.p.a. - Noale (VE)

Eerste editie: Oktobre 2000

Herdruk:

Vervaardigd en gedrukt door:

C.L.D. s.r.l. editing division

via D. Alighieri, 37/A - 56012 Fornacette (Pisa) Tel. +39 - (0)587 42 28 00

Fax +39 - (0)587 42 28 01 www.cld.it

E-mail: cld@cld.it

In opdracht van: aprilia s.p.a.

via G. Galilei, 1 - 30033 Noale (VE) - Italia Tel. +39 - (0)41 58 29 111

Fax +39 - (0)41 44 10 54 www.aprilia.com

WAARSCHUWINGSBOOD-SCHAPPEN INFORMATIE

De volgende waarschuwingen worden in heel deze handleiding gebruikt om de volgende boodschappen over te brengen:

Veiligheidswaarschuwing. Wanneer u dit symbool aantreft op de bromfiets of in de handleiding, dient u

rekening te houden met potentieel gevaar voor persoonlijk letsel. Niet-naleving van de aanwijzingen die worden gegeven in de boodschappen voorafgegaan door dit symbool kan resulteren in ernstige risico’s voor de veiligheid van uzelf en anderen en voor de bromfiets!

WAARSCHUWING

Duidt op een potentieel gevaar dat kan resulteren in ernstig letsel of zelfs de dood.

OPGELET

Duidt op een potentieel gevaar dat kan resulteren in licht persoonlijk letsel of schade aan de bromfiets.

OPMERKING Het woord “OPMERKING” in deze handleiding gaat belangrijke informatie of richtlijnen vooraf.

Bewerkingen voorafgegaan door dit symbool dienen aan de andere kant

van de bromfiets te worden herhaald.

Indien niet expliciet anders vermeld, moet u voor de montage van de onderdelen de stappen voor demontage in omgekeerde volgorde herhalen.

Daar waar de termen “rechts” en “links” worden gebruikt, wordt ervan uitgegaan dat de rijder in normale rijhouding op de bromfiets zit.

Elke verwijzing naar het gebruik van de bromfiets met passagier heeft uitsluitend betrekking op landen waar het rijden met passagier is toegestaan.

W A A R S C H U W I N G E N - V O O R - ZORGSMAATREGELEN-ALGE- MENE OPMERKINGEN

Voordat u de motor start, dient u aandachtig dit boekje te lezen, in het bijzonder het gedeelte “VEILIG RIJDEN”.

Uw veiligheid en die van anderen hangt niet alleen af van de snelheid van uw reflexen en uw behendigheid, maar ook van de kennis van de bromfiets, van de staat van onderhoud en van de basisregels voor VEILIG RIJDEN. Daarom is het belangrijk de bromfiets goed te leren kennen, zodat u er zich veilig mee in het verkeer kunt begeven.

2

gebruik en onderhoud SR 50

OPMERKING Dit boekje hoort onlosmakelijkbij de bromfiets en moet in gevalvan verkoop worden overgedragen. aprilia heeft aan de samenstelling van ditboekje de grootste zorg besteed, teneindede gebruiker correcte en actuele informatiete verschaffen.

Daar aprilia echter voortdurend het ontwerpvan zijn producten verbetert, kunnende kenmerken van uw bromfiets afwijkenvan de in dit boekje beschreven kenmerken.Indien u vragen heeft met betrekkingtot de informatie in dit boekje, aarzel danniet om contact op te nemen met uw officiëleaprilia-dealer.

Voor controles en reparaties die niet explicietin deze publicatie staan beschreven,de aanschaf van originele aprilia-reserveon- derdelen,accessoires en andere producten,alsook specifieke adviezen, dient uzich uitsluitend te wenden tot de officiële aprilia-dealers en onderhoudscentra, dieeen betrouwbare en snelle service garanderen.

Wij danken u omdat u voor aprilia heeftgekozen en wensen u veel rijplezier.

Alle rechten voor wat betreft elektronischeopslag, reproductie en volledige of gedeeltelijkeaanpassing, op welke manier ook,zijn voorbehouden voor alle landen.

OPMERKING In sommige landen vereisende van kracht zijnde milieuwetgeving engeluidsvoorschriften periodieke inspecties. In deze landen moet de gebruiker van debromfiets:

-contact opnemen met een officiële apriliadealerom de niet-goedgekeurde onderdelente laten vervangen door onderdelendie goedgekeurd zijn in het betreffendeland;

-voer de vereiste periodieke inspecties uit.

OPMERKING Bij aankoop van aprilia reserveonderdelen dient u de code doorte geven die vermeld staat op het ETIKETCODE RESERVEONDERDELEN.

Vermeld de identificatiecode in het vakjehieronder, om er zo ook in geval van verliesof slijtage van het etiket over te kunnen beschikken.Het etiket is aangebracht op hetframe, onder het zadel.

Het label is aangebracht op de rechterbalkvan het frame; om het te kunnen lezen,moet u het rechter inspectiedeksel verwijderen,zie pag. 51 (VERWIJDEREN VANHET RECHTER EN HET LINKER INSPECTIEDEKSEL).

In deze handleiding worden de volgendesymbolen gebruikt om de verschillendeversies aan te duiden:

versie automatische lichtschakelaar (Automatic Switchon Device)

optie

Elektronische injectie

VERSIE VOOR

 

Italië

Polen

Verenigd

Israël

Oostenrijk

Zuid-Korea

Portugal

Maleisië

Finland

Chili

België

Bermuda

Duitsland

Verenigde

Staten

 

Frankrijk

Australië

Spanje

Brazilië

Griekenland

Zuid-Afrika

Nederland

Nieuw-Zeeland

Zwitserland

Canada

Denemarken

Kroatië

Japan

Slovenië

Singapore

 

gebruik en onderhoud SR 50

3

ALGEMENE INHOUD

 

VEILIG RIJDEN ...............................................

5

BASISREGELS ...............................................

6

VOOR DE VEILIGHEID ...................................

6

KLEDING .........................................................

9

ACCESSOIRES .............................................

10

LANDING .......................................................

10

PLAASTING BELANGRIJKSTE ONDERDELEN ..

12

PLAATSING VAN DE INSTRUMENTEN /

 

BEDIENINGSELEMENTEN .............................

14

INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES . 14

TABEL INSTRUMENTEN EN

 

WAARSCHUWINGSLAMPJES .....................

15

INJECTIE CHECK

 

WAARSCHUWINGSLAMPJE ...............

16

BEDIENINGSELEMENTEN OP DE

 

LINKER STUURHELFT .................................

16

BEDIENINGSELEMENTEN OP DE

 

RECHTER STUURHELFT ............................

17

CONTACTSLOT ............................................

18

STUURSLOT .................................................

18

ONTGRENDELEN/VERGREN–DELEN ZADEL ..

19

HELMOPBERGRUIMTE/DOCUMENTENKASTJE19

ANTIDIEFSTALHAAK ....................................

19

ACCU-/GEREEDSCHAPSKASTJE ...............

20

TASSENHAAK ...............................................

20

ACHTERSPATBORD ....................................

20

BRANDSTOF ................................................

21

SMEERMIDDELEN .......................................

22

VERSNELLINGBAKOILE ..............................

22

SMEEROLIE ..................................................

23

REMVLOEISTOF - AANBEVELINGEN .........

24

SCHIJFREMMEN ..........................................

25

KOELVLOEISTOF .........................................

26

CONTROLEREN EN BIJVULLE ...................

27

BANDEN ........................................................

28

VERSIE MET AUTOMATISCHE

 

LICHTONTSTEKING .............................

29

KATALYTISCHE GELUIDDEMPER ...............

30

UITLAATDEMPER / UITLAATPIJP ...............

30

INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK .....................

31

CONTROLES VOORAF ................................

31

STARTEN ......................................................

32

VERTREKKEN EN RIJDEN ..........................

34

INRIJDEN ......................................................

36

STOPPEN .....................................................

37

PARKEREN ...................................................

37

DE BROMFIETS OP DE STANDAARD

 

ZETTEN .........................................................

38

SUGGESTIES TER VOORKOMING

 

VAN DIEFSTAL .............................................

38

ONDERHOUD ..................................................

39

ONDERHOUDSCHEMA ................................

40

IDENTIFICATIEGEGEVENS .........................

43

LUCHTFILTER ..............................................

44

VOORWIEL ...................................................

45

ACHTERWIEL ...............................................

47

CONTROLE SLIJTAGE REMBLOKES .........

48

CONTROLE VAN HET STUUR .....................

49

CONTROLE MOTORSCHARNIERAS ..........

49

HET STEUNELEMENT VAN HET SCHERM

 

VERWIJDEREN ............................................

50

VERWIJDEREN VAN DE VOORSTE KAP ...

50

VERWIJDEREN VAN DE ONDERSTE

 

STUURKAP ...................................................

51

GEDEELTELIJK VERWIJDEREN

 

VAN DE BOVENSTE STUURKAP ................

51

VERWIJDEREN VAN HET RECHTER

 

EN HET LINKER INSPECTIEDEKSEL .........

52

HET VERLENGSTUK VAN HET

 

ACHTERSPATBORD MONTEREN ...............

53

DEMONTEREN VAN DE

 

ACHTRUITKIJKSPIEGELS ...........................

53

VERWIJDEREN VAN DE VOORSTE

 

BINNENKAP ..................................................

54

ACHTER REMBLOK VERWIJDERING .........

55

VERWIJDEREN VAN HET

 

ACHTERSPATBORD ....................................

56

VERWIJDEREN VAN DE UITLAATDEMPER 56

CONTROLEREN VAN DE STANDAARD ......

57

CONTROLEREN VAN DE SCHAKELAARS . 57

BIJSTELLEN VAN HET STATIONAIRE

 

TOERENTAL .................................................

58

BIJSTELLEN VAN DE GASHENDEL ............

58

BOUGIE .........................................................

59

ACCU ............................................................

60

ACCU ZONDER ONDERHOUD ...........

 

60

NA LANGE INACTIVITEIT VAN DE ACCU

...

60

CONTROLEREN EN REINIGEN VAN

 

 

DE ACCU-AANSLUITINGEN ........................

 

61

VERWIJDEREN VAN DE ACCU ...................

 

61

MONTEREN VAN DE ACCU .........................

 

62

CONTROLE VAN HET PEIL VAN

 

 

HET ACCUZUUR ..........................................

 

62

OPLADEN VAN DE ACCU (ENKEL

 

 

VOOR ACCU’S DIE ONDER-HOUD VERGEN) 63

OPLADEN VAN DE ACCU (ENKEL

 

 

VOOR “ONDERHOUDSVRIJE” ACCU’S) .....

63

VERVANGEN VAN DE ZEKERINGEN ..........

 

64

AFSTELLING VAN DE VERTICALE

 

 

LICHTBUNDEL VAN DE KOPLAMP .............

 

65

GLOEILAMPEN .............................................

 

65

VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN

 

 

VAN DE KOPLAMP .......................................

 

66

VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN

 

 

VAN DE KOPLAMP .......................

 

66

VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN

 

 

VAN DE VOORSTE

 

 

RICHTINGAANWIJZERS ..............................

 

67

VERVANGING GLOEILAMPEN

 

 

RICHTINGAANWIJZERS

 

 

VOOR EN ACHTER ......................................

 

67

VERVANGING GLOEILAMPJES DASHBOARD ..

68

VERVANGEN VAN DE GLOEILAMP

 

 

VAN HET ACHTERLICHT .............................

 

69

VERVANGEN VAN DE GLOEILAMP

 

 

VAN DE KENTEKENPLAATVERLICHTING ..

69

VERVOER ........................................................

 

70

LEDIGEN VAN DE BRANDSTOFTANK ........

 

70

REINIGING .......................................................

 

71

LANGDURIGE STILSTAND ..........................

 

72

TECHNISCHE GEGEVENS .............................

 

73

SMEERMIDDELENTABEL ............................

 

77

Importeurs ................................................

78-79

ELEKTRISCH SCHEMA - SR 50 ...................

 

80

ELEKTRISCH SCHEMA - SR 50 ..........

 

82

ELEKTRISCH SCHEMA - SR 50

 

84

4

gebruik en onderhoud SR 50

veilig rijden

BASISREGELS

VOOR DE VEILIGHEID

Om de bromfiets te mogen besturen is hetnodig dat u aan alle wettelijke verplichtingenvoldoet (rijbewijs, geestelijke en lichamelijkegezondheid, verzekering, wegenbelasting,registratie bromfiets, nummerplaat,enz.).

U wordt aangeraden zich de bromfiets geleidelijkeigen te maken, daar waar weinigverkeer is of op terreinen die privé-eigendom- zijn.

Het gebruiken van bepaalde medicijnen, alcohol en verdovende middelen benadeeltin aanzienlijke mate de rijveiligheid.

Verzekert u zich ervan dat u geestelijk enlichamelijk goed in staat bent te rijden, enrijd vooral niet bij vermoeidheid en slaperigheid.

Het merendeel van de ongelukken is te wijtenaan onervarenheid van de rijder.

Leen de bromfiets NOOIT uit aan beginnersen overtuigt u zich er in ieder gevalvan dat de rijder in het bezit is van de wettelijkevereisten voor het rijden.

6

gebruik en onderhoud SR 50

Volg nauwgezet de verkeersaanwijzingenen houd u aan de nationale en plaatselijkeverkeersregels.

Vermijd plotselinge manoeuvres die gevaaropleveren voor uzelf en voor anderen (bijvoorbeeld: steigeren, te hard rijdenenz.), en houd altijd rekening met de toestandvan het wegdek, het zicht, enz.

Bots niet tegen obstakels die schade aande bromfiets kunnen toebrengen of die ude controle over de bromfiets kunnen doenverliezen.

Rijd niet vlak achter andere voertuigen omu mee te laten “zuigen”.

Houd altijd beide handen aan het stuur ende voeten op de voetplank (of de voetsteunen) en neem een correcte rijhouding aan.

Vermijd absoluut rechtop te gaan staan tijdenshet rijden, of zich om te draaien.

gebruik en onderhoud SR 50

7

COOLER

OIL

De berijder moet zich nooit laten af leidenof laten beïnvloeden door personen of handelingen (niet roken, eten, drinken, lezen,enz.) tijdens het rijden.

Gebruik de voorgeschreven koelvloeistofen olie, zoals beschreven in de “SMEERMIDDELENTABEL”; controleer steeds ofde niveaus van de olie en de koelvloeistofde voorgeschreven niveaus hebben.

Controleer, als de bromfiets bij een ongelukbetrokken is geweest, of de bedienings- knoppen,-kabels, -slangen, het remsysteemen de vitale delen niet beschadigdzijn.

Laat de bromfiets eventueel nakijken dooreen erkende officiële aprilia dealer, metspeciale aandacht voor het frame, hetstuur, de vering, de veiligheidsonderdelenen de onderdelen waarvan de gebruikerzelf niet in staat is te beoordelen of ze beschadigdzijn.

Meld elk mankement bij het functionerenaan de technici/mecaniciens opdat de reparatiewerkzaamhedenvergemakkelijktworden.

Rijd absoluut niet met de bromfiets wanneerde beschadiging de rijveiligheid in gevaarbrengt!

8

gebruik en onderhoud SR 50

A12

345

ONLY ORIGINALS

Verander nooit de plaats, de stand of dekleur van: de kentekenplaat, de richtingaanwijzers, de lichten en de claxon.

Modificaties aan de bromfiets doen de garantieonherroepelijk vervallen.

Elke eventuele verandering van de motor ofandere delen die tot doel heeft de snelheidof het vermogen van de bromfiets op te drijven,is bij wet verboden; elke eventueleverandering die resulteert in een verhogingvan de maximumsnelheid of van het slagvolumevan de motor maakt van de bromfietseen bromfiets, wat de volgende verplichtingenvoor de eigenaar met zichbrengt:

-nieuwe homologatie;

-nieuwe inschrijving;

-aangepast rijbewijs.

Bovendien doen dergelijke veranderingende dekking van de verzekering teniet, aangezienverzekeringspolissen het aanbrengenvan technische veranderingen met hetdoel het vermogen van het voertuig op tedrijven, uitdrukkelijk verbieden.

Om de hierboven aangehaalde redenen, isnietnaleving van het verbod op het opdrijvenvan de prestaties strafbaar met dewettelijk voorziene sancties (waaronder inbeslagnemingvan de bromfiets), die - alnaargelang het geval - kunnen worden gecombineerdmet de sancties voorzien voorhet niet-dragen van de helm en/of het nietgebruikenvan de verzekeringsplaat en metde strafrechtelijke sancties voorzien voorhet rijden met de bromfiets zonder brom-fiets- certificaat.

Houd absoluut geen snelheidswedstrijdenmet het voertuig.

Vermijd het rijden op een andere ondergronddan het wegdek.

KLEDING

Voordat u gaat rijden dient u eraan te denkendat u altijd de helm op hebt; deze moetop de juiste wijze gedragen worden.Controleer of de helm gekeurd is, niet-beschadigdis, de juiste maat heeft en het vizierschoon is.

Draag beschermende kleding; mogelijkerwijsmet een heldere en/of reflecterendekleur. Zodoende bent u goed zichtbaarvoor de andere weggebruikers en beperktu hiermee het risico aangereden te worden.Bij een val hebt u zodoende ook eenbetere bescherming. De kleding moet goedpassen en aan de uiteinden gesloten zijn.Koorden, ceintuur en das of sjaal mogenniet los hangen; voorkom dat deze of andereobjecten het rijden kunnen beïnvloedendoordat ze verstrikt raken in bewegendedelen of bedieningselementen.

gebruik en onderhoud SR 50

9

Zorg ervoor dat u geen objecten in uw zakkenhebt die mogelijk gevaar opleveren bijeen val, zoals puntige objecten als sleutels,pennen, glazen voorwerpen (hetzelfdegeldt voor de eventuele passagier).

ACCESSOIRES

De gebruiker is persoonlijk verantwoorde-lijk- voor de keuze van de installatie en hetgebruik van de accessoires. Denkt u er tijdensde montage aan dat geen onderdelenzoals de lichten of onderdelen die dienenvoor het aangeven van de richting of voorgeluidssignalen bedekt worden, waardoordeze onderdelen geheel of gedeeltelijk hunfunctie verliezen; belemmer ook niet de uitslagvan de vering en de stuurhoek en dewerking van de bedieningselementen.

Vermijd het gebruik van accessoires die detoegang tot de bedieningselementen belemmeren,omdat zo de reactietijd in noodgevallenlanger kan worden.

De grote kappen en windschermen van debromfiets kunnen aërodynamische krachtendoen ontstaan die de stabiliteit van debromfiets beïnvloeden, vooral bij hogesnelheid.

Controleer of de accessoires op degelijke wijzebevestigd zijn aan de bromfiets en geengevaar opleveren tijdens het rijden. Niets toevoeg enaan de elektrische installatie of hieriets aan veranderen, waardoor het maximalevermogen van de bromfiets overschreden zoukunnen worden. Hierdoor zou de bromfiets tij-denshet rijden plotseling kunnen stoppen ofer zou zich een gevaarlijk stroomtekort kun-nenvoordoen, zodat de claxon en de lichtenniet meer functioneren. aprilia beveelt het ge-bruikvan originele accessoires aan (apriliagenuine accessoires).

LANDING

Wees voorzichtig bij het opladen van bagageen vervoer niet te veel lading. De bagagemoet zich zo dicht mogelijk bij het zwaarte-puntvan de bromfiets bevinden en evenwich-tigverdeeld zijn naar beide zijden van debromfiets zodat er een optimale balans is.

10 gebruik en onderhoud SR 50

KG!

Bevestig absoluut geen grote, zware en/ ofgevaarlijke voorwerpen aan het stuur, despatborden en de vorken; dit kan de reactiesnelheidvan de bromfiets in de bochtenvertragen en de controle tijdens het rijdenhinderen.

Bevestig niet teveel ruimte innemende bagageaan de zijkant van de bromfiets, aangeziendeze tegen personen of voorwer-pen- zou kunnen stoten, waardoor u decontrole over de bromfiets zou kunnen ver-liezen.

Vervoer geen bagage die niet goed bevestigdis aan de bromfiets of die teveel uit debagageruimtes steekt.

Denk eraan dat de bagage niet voor ofover de verlichting, de akoestische en visuelesignalering hangt.

Vervoer geen dieren of kinderen op het documentenkastjeof op de duozit.

Overschrijd niet de limiet voor vervoer diegeldt voor iedere specifieke bagagedrager.

Teveel lading beïnvloedt de stabiliteit ende manoeuvreerbaarheid van de brom-fiets.

gebruik en onderhoud SR 50 11

PLAASTING BELANGRIJKSTE ONDERDELEN

2

6

7

8

1

3

4

5

9

 

 

 

 

10

 

13

12

11

 

LEGENDA

 

 

 

1)

Dop expansietank koelvloeistof

 

8)

Zadelslot

2)

Achterremreservoir

 

9)

Linker voetsteun duopassagier (in de lan-

3)

Tassenhaak

 

 

den waar dit is vereist)

4)

Deksel van het accu-/gereedschapssetvak

 

10) Luchtfilter

5)

Zekeringkastje

 

11)

Middenstandaard

6)

Brandstoftank

 

12) Zijstandaard

7)

Brandstoftankdop

 

13) Linkse inspectiekap

12 gebruik en onderhoud SR 50

Aprilia SR 50 Manual

6

1

2

3

7

4

5

11

 

10

9

8

 

 

LEGENDA

 

 

 

 

1)

Dop oliereservoir

 

9)

Bougie

 

2)

Oliereservoir

 

10) Antidiefstalhaak (voor gepantserde kabel

3)

Helmopbergruimte / Documentenkastje

 

“Body-Guard” aprilia

)

4)

Contactslot / stuurslot

 

11)

Rechter voetsteun duopassagier

5)

Rechtse inspectiekap

 

 

(in de landen waar dit is vereist)

6)Voorremreservoir

7)Claxon

8)Accu

gebruik en onderhoud SR 50 13

PLAATSING VAN DE INSTRUMENTEN / BEDIENINGSELEMENTEN

5

3

2

6

1

4

9

8

7

LEGENDA

1)Elektrische bedieningselementen op de linker stuurhelft

2)Hendel achterrem

3)Linker achteruitkijkspiegel

4)Instrumenten en waarschuwingslampjes

5)Rechter achteruitkijkspiegel

6)Hendel voorrem

7)Gashendel

8)Elektrische bedieningselementen op de rechter stuurhelft

9)Contactslot/stuurslot (-- )

INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES

2

3

4 1

8

7a

7

6

5

9

LEGENDA

1)Brandstofmeter ()

2)Snelheidsmeter

3)Kilometertotaalteller

4)Meter koelvloeistoftemperatuur ( )

5)Groen waarschuwingslampje richtingaanwijzers ()

6)Rood waarschuwingslampje oliereserve ()

7)Groen waarschuwingslampje dimlicht ()

7a) Blauw waarschuwingslampje grootlicht ()

8)Ambergeel waarschuwingslampje reserve benzine ()

9)Diagnose waarschuwingslampje (INJECTIE CHECK)

14 gebruik en onderhoud SR 50

TABEL INSTRUMENTEN EN WAARSCHUWINGSLAMPJES

Beschrijving

 

 

 

Functie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waarschuwingslampje

(

)

Knippert als de richtingaanwijzers in werking zijn.

richtingaanwijzers

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Licht op met de contactschakelaar in de stand “ ”, een dichtgeknepen hand-remen ingedrukte

 

 

 

 

 

 

startknop “ ”, om te zien of het lampje goed functioneert. Als het lampje tijdens het starten

 

 

 

 

 

 

niet oplicht, moet het vervangen worden.

Waarschuwingslampje oliereserve(

)

 

 

 

Als het waarschuwingslampje oplicht en niet uit-gaatna het loslaten

OPGELET

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

van de startknop “ ”, of alshet oplicht terwijl de motor gewoon

 

 

 

 

 

 

draait, betekent dit dat de oliereservewordt aangesproken; vul in dit geval het

 

 

 

 

 

 

oliereservoir bij, zie pag. 23 (SMEEROLIE).

Kilometertotaalteller

 

 

 

Geeft het totale aantal gereden kilometers aan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Snelheidsmeter

 

 

 

Geeft de rijsnelheid aan.

Waarschuwingslampje dimlicht (

)

Licht op wanneer de koplamp in de stand voor het dimlicht staat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waarschuwingslampje grootlicht

 

 

Licht op wanneer de koplamp in de stand voor het grootlicht staat.

 

 

 

(

)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waarschuwingslampje reserve benzine (

)

Licht op als er in de brandstoftank nog ongeveer 2 l brandstof over is.

Brandstofmeter

(

)

Geeft bij benadering het niveau van de brandstofvoorraad in de brandstoftankaan.

 

 

 

 

 

 

Geeft bij benadering de temperatuur van de koelvloeistof in de motor aan.Wanneer de wijzer

 

 

 

 

 

 

boven het “min”-niveau staat, is de temperatuur voldoendeom met de bromfiets te rijden. Het

Meter

 

 

 

temperatuurbereik voor normaal rijden wordtaangeduid door de middelste zone op de schaal.

 

 

 

Als de wijzer zich in de rode zone bevindt, moet u de motor stoppen en hetkoelvloeistofpeil

koelvloeistoftemperatuur

(

 

)

 

controleren, zie pag. 26 (KOELVLOEISTOF).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als de maximaal toegestane temperatuur wordtoverschreden (rode

 

 

 

 

 

 

OPGELET

 

 

 

 

 

 

 

 

“max”-zone van de schaal), kan de motor ernstige schade oplopen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gaat voor enkele seconden aan wanneer de startschakelaar op “ “.stand geplaatst wordt.

Diagnoses waarschuwingslampje

 

 

Als het waarschuwingslampje aan gaat de omschreven instructies controleren, zie blz. 16

 

 

(INJECTIE CHECK WAARSCHUWINGSLAMPJE).

(injectie check)

 

 

 

 

 

 

Als het waarschuwingslampje niet uit gaat, is het voertuig defect,

 

 

 

 

 

OPGELET

 

 

 

 

 

 

dus niet starten en zich tot een aprilia dealer wenden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

gebruik en onderhoud SR 50 15

INJECTIE CHECK WAARSCHUWINGSLAMPJE

 

BELANGRIJKSTE BEDIENINGSELEMENTEN

PRIORITEIT 1

 

 

 

 

 

 

Het waarschuwingslampje flikkert vaak (2 Hz)

 

 

 

 

 

 

 

 

OPGELET

 

 

 

2

Als dit gebeurt betekend het dat zich een potentieel ernstige

 

 

 

beschadiging voorgedaan heeft. Het is ten zeerste aanbevo-

 

 

 

len zich onmiddellijk tot een Officië le aprilia Dealer te wen-

 

 

 

den.

 

 

 

Wanneer het voertuig in dit geval gestart wordt, kunnen de functies

 

 

 

ervan beperkt zijn.

 

 

 

Aldus het voertuig stoppen en naar een Officiële aprilia Dealer

 

 

 

brengen.

 

1

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PRIORITEIT 2

BEDIENINGSELEMENTEN OP DE

LINKER

STUURHELFT

 

Het waarschuwingslampje gaat aan en blijft voor minstens 10

 

OPMERKING De elektrische onderdelen werken enkel-

seconden aan.

wanneer de contactschakelaar in de stand “ ” staat.

 

 

OPGELET

 

OPMERKING De lichten werken enkel wanneer de motor-

Dit is een aanwijzing dat er een tijdelijke werkingsfout is die

draait.

 

 

 

 

de veiligheid van het voertuig niet compromitteert. In dit ge-

1)

DRUKKNOP CLAXON ( )

 

val is het mogelijk de motor te starten. Het is geschikt zich zo

 

 

De claxon treedt in werking wanneer de drukknop wordt inge-

gauw mogelijk tot een Officië le aprilia Dealer te wenden.

 

 

drukt.

 

 

 

2)

SCHAKELAAR RICHTINGAANWIJZERS (

)

 

 

 

Druk de schakelaar naar links om aan te geven dat u links-

 

 

 

gaat afslaan; druk de schakelaar naar rechts om aan te ge-

vendat u rechts gaat afslaan.Wanneer u op de schakelaar drukt, schakelt u de richtingaan-wijzeruit.

16 gebruik en onderhoud SR 50

BEDIENINGSELEMENTEN OP DE RECHTER STUURHELFT

OPMERKING De elektrische onderdelen werken enkelwanneer de contactschakelaar in de stand “ ” staat. OPMERKING De lichten werken enkel wanneer de motordraait.

1)LICHTSCHAKELAAR ( - •) (niet voorzien op de versie)

Wanneer de lichtschakelaar in de stand “• ” staat, zijn de lichtenuit; wanneer de schakelaar in de stand “ ” staat, brandenhet achterste parkeerlicht en het dimlicht.

1a) LICHTSCHAKELAAR ( - - )

Wanneer de lichtschakelaar in de stand “• ” staat, zijn de lichtenuit; wanneer de schakelaar in de stand “ ” staat, brandenhet dimlicht en de parkeerlichten; wanneer hij in destand “ ” staat, branden het grootlicht en de parkeerlich-ten.

1b) DIMLICHTSCHAKELAAR ( - )

(niet voorzien voor landen waar de motorstopschakelaar“ - ” vereist is).

Wanneer de dimlichtschakelaar in de stand “ ” staat, brandenhet dimlicht en de parkeerlichten; in de stand “ ” brandenhet grootlicht en de parkeerlichten.

OPMERKING De lichten kunnen enkel worden gedoofddoor de motor af te zetten.

1c) MOTORSTOPSCHAKELAAR ( - )

(in de landen waar dit is vereist)

WAARSCHUWING

Bedien de motorstopschakelaar “ - ” niet tijdens gewoonrijden.

1

1a

1b

1c

2

Dit is een veiligheidsof noodschakelaar. Met de schakelaar inde stand “ ” kan de motor worden gestart; de motor wordt ge-stopt- door de schakelaar in de stand “ ” te zetten.

OPGELET

Bij gestopte motor en met de contactschakelaar in de stand “”, kan de accu ontladen worden.

Wanneer de bromfiets tot stilstand is gekomen nadat de motoris gestopt, moet u de contactschakelaar in de stand “” zetten.

2)STARTKNOP ()

Wanneer de startknop wordt ingedrukt en tegelijkertijd eenvan de remhendels wordt aangetrokken (voor of achter), doetde startmotor de motor draaien.

Voor de startprocedure, zie pag. 32 (STARTEN).

gebruik en onderhoud SR 50 17

CONTACTSLOT

Het contactslot bevindt zich aan de rechterzijde,naast de stuurkolom.

OPMERKING De sleutel (1) bedientde contact-/stuurslotschakelaar, het slotvan het accu-/gereedschapssetvak en hetzadelslot. Bij de bromfiets worden twee sleutels geleverd (éé n reserve).

OPMERKING Bewaar de reserve-sleu- telen het plaatje met het codenummerniet op de bromfiets.

1

STUURSLOT

WAARSCHUWING

Zet de sleutel tijdens het rijden nooit inde stand “ ”, om te vermijden dat u decontrole over de bromfiets verliest.

WERKING

Om het stuur te vergrendelen:

Draai het stuur volledig naar links.

Draai het sleuteltje (1) in de stand “ ”en druk het in.

Laat de sleutel los.

OPMERKING Verdraai de sleutel enhanteer tegelijk het stuur.

Draai de sleutel (1) linksom en hanteerhet stuur langzaam tot de sleutel (1) destand “ ” bereikt.

Trek de sleutel uit.

Stand

Functie

Sleutel-

verwijderen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het stuur is

De sleutelkan

 

 

 

geblokkeerd.

uit hetcontact

 

 

 

De motor

worden

 

 

 

 

 

 

kanniet

getrokken.

 

 

 

Stuurslot

wordengestart

 

en delichten

 

 

 

 

 

 

 

 

kunnenniet

 

 

 

 

worden-

 

 

 

 

ontstoken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

U kunt noch

De sleutelkan

 

 

 

demotor

uit hetcontact

 

 

 

starten,noch

worden

 

 

 

getrokken.

 

 

 

de

 

 

 

 

 

 

 

lichtenontsteken.

 

 

 

 

De motor kan in

De sleutelkan

 

 

 

werking gezet

niet uithet

 

 

 

worden, de

contactworden

 

 

 

richtingaan-

getrokken.

 

 

 

wijzers, de

 

 

 

 

claxon, olie MIX

 

 

 

 

waarschuwing-

 

 

 

 

slampjes,

 

 

 

 

brandstof-

 

 

 

 

reserve

 

 

 

 

waarschuwing-

 

 

 

 

slampjes,

 

 

 

 

temperatuur

 

 

 

 

wijzer (allen bij

 

 

 

 

warme motor

 

 

 

 

en brandstof

 

 

 

 

wijzer werken.

 

 

 

 

 

 

18 gebruik en onderhoud SR 50

HULPBENODIGDHENDEN

2

4

1

3

ONTGRENDELEN/VERGREN– DELEN ZADEL

Ga als volgt te werk voor het ontgrendelenen omhoogzetten van het zadel:

Zet de bromfiets op de middenstandaard, zie pag. 38 (DE BROMFIETS OPDE STANDAARD ZETTEN)

Steek de sleutel in het zadelslot (1).

Draai de sleutel rechtsom en zet het zadel (2) omhoog.

OPMERKING Controleer voordat u hetzadel omlaagzet en vastklikt of u niet per ongelukde sleutel in de helmopbergruimte / hetdocumentenkastje heeft laten liggen.

Om het zadel te vergrendelen, moet hetomlaaggezet en aangedrukt worden (zonderhet te forceren), totdat het dichtklikt.

WAARSCHUWING

Controleer voor het vertrek of het zadelgoed vergrendeld is.

HELMOPBERGRUIMTE/

DOCUMENTENKASTJE

Dankzij de helmopbergruimte / het documentenkastjehoeft u niet telkens wanneeru parkeert uw helm en allerlei kleinere din-gen- met u mee te nemen.

De ruimte bevindt zich onder het zadel. U kunt erbij komen door:

Het zadel (2) omhoog te zetten, zie hiernaast(ONTGRENDELEN / VERGRENDELENZADEL).

OPMERKING Plaats de helm met deopening naar onder gericht, zoals aangegevenop de afbeelding.

WAARSCHUWING

Overlaad de helmopbergruimte / het documentenkastjeniet.

Maximaal toegestaan gewicht: 2,5 kg

ANTIDIEFSTALHAAK

De antidiefstalhaak (3) bevindt zich op derechterzijde van de bromfiets, naast devoetsteun van de rijder.

Om diefstal van de bromfiets te voorkomen, is het raadzaam hem vast te makenmet de gepantserde kabel “Body-Guard” aprilia (4), die kan worden besteld bijuw offi-

ciële aprilia-dealer

WAARSCHUWING

Gebruik de haak niet om de bromfietsop te tillen en evenmin voor enig anderdoel dan voor het vastmaken van debromfiets wanneer u hem ergens parkeert.

gebruik en onderhoud SR 50 19

1

2

4

5

3

ACCU- / GEREEDSCHAPSKASTJE TASSENHAAK

Dit kastje bevindt zich op het onderste deelvan de bromfiets, tussen de voetsteunen. U kunt er als volgt bij komen:

Steek de sleutel (1) in het slot.

Draai de sleutel (1) rechtsom, trek eraanen verwijder de klep (2).

De gereedschapsset (3) bestaat uit:

-n. 1 gereedschapstasje;

-n. 1 bougiesleutel van 21 mm;

- n° 1 buissleutel van 16 mm voor bougies;

-n. 1 stang voor dopsleutel;

-n. 1 dubbele kruiskopschroevendraaiertype PH nummer 2;

-n. 1 handvat voor schroevendraaier;

-n. 1 inbussleutel van 4 mm.

WAARSCHUWING

Hang geen tassen of pakjes aan de haakdie teveel ruimte innemen, omdat dit debestuurbaarheid van de bromfiets of debewegingsvrijheid van uw voeten ernstigkan belemmeren.

De tassenhaak (4) bevindt zich vooraan opde binnenkant van het schild

Maximaal toegestaan gewicht: 1,5 kg

ACHTERSPATBORD

Het verlengstuk van het achterspatbord (5) is voorzien als standaarduitrusting en kanworden gemonteerd als de bromfiets opnatte wegen wordt gebruikt. Het vermindertimmers het opspattend water van het ach-terwiel.

OPMERKING het verlengstuk van hetachterspatbord (5) wordt, compleet metschroeven en bijbehorende moeren, geleverdals standaarduitrusting en is ondergebrachtin het valhelm-/handschoenenkastje.

Monteer het verlengstuk van het achterspatbordals volgt, zie pag. 53 (HET VERLENGSTUKVAN HET ACHTERSPATBORDMONTEREN).

20 gebruik en onderhoud SR 50

BELANGRIJKSTE ONDERDELEN

BRANDSTOF

WAARSCHUWING

De brandstof die gebruikt wordt voorverbrandingsmotoren is uiterst ontvlambaaren kan in bepaalde omstandighedenexplosief worden.

Het is belangrijk dat het tanken en deonderhoudswerkzaamheden in eengoed geventileerde ruimte gebeuren enmet afgezette motor.

Niet roken gedurende het tanken of inde nabijheid van benzinedampen; in elkgeval absoluut contact mijden met openvlammen, vonken en elke andere warmtebron, om te voorkomen dat de brandstofvlam vat of explodeert.

Verder moet u ook voorkomen dat erbenzine uit de tankopening stroomt, aangezien ze vlam kan vatten bij contactmet de gloeiende delen van de motor.

Voor het geval per ongeluk benzine buitende tank terechtkomt, moet u controlerenof de plek waar de benzine is terechtgekomengeheel droog is en vooru gaat rijden moetuer zich van vergewissendat er geen benzine op de halsvan de benzinemond is achtergebleven.

Loodvrije benzine zet uit onder invloedvan zonnewarmte en zonnestraling.

Vul de tank daarom nooit tot de rand. Mijd contact van benzine met de huid eninademing van dampen; zuig geen benzi-neop en breng de benzine niet over vanéé n vat in een ander met behulp van eenslang.

LOOS BRANDSTOF NIET IN HET MI-LIEU.

BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN.

Gebruik uitsluitend loodvrije benzine, inovereenstemming met de norm DIN51607, min. octaangetal 95 (N.O.R.M.) en85 (N.O.M.M.).

Bijtanken gebeurt als volgt:

Zet het zadel omhoog, zie pag. 19 (ONTGRENDELEN/ VERGRENDELEN ZADEL).

1

Schroef de brandstoftankdop (1) los enverwijder hem.

INHOUD BRANDSTOFTANK (reserve in-begrepen): 8 l TANKRESERVE: 2 l

OPGELET

Voeg geen additieven of andere substantiestoe aan de brandstof.

Als u een trechter of soortgelijke voorwerpengebruikt, zorg er dan voor datze perfect schoon zijn.

Tank bij.

Plaats de dop terug (1).

WAARSCHUWING

Verzeker u ervan dat de dop goed vastzit.

gebruik en onderhoud SR 50 21

SMEERMIDDELEN

WAARSCHUWING

Olie kan leiden tot ernstige beschadigingvan de huid bij dagelijkse en langdurigeaanraking.Na gebruik van olie uw handen goedwassen.

Het is aangeraden latex handschoenente gebruiken om onderhoudswerken uitte voeren.

BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN.

LOOS OLIE NIET IN HET MILIEU.

OPGELET

Ga voorzichtig te werk. Mors geen olie!

Let op dat onderdelen, de plaats waar uwerkt of de onmiddellijke omgeving nietworden besmeurd.

Veeg oliesporen zorgvuldig op.

OPGELET

Neem in geval van lekkages of defectencontact op met een officië le apriliadealer.

VERSNELLINGBAKOILE

Laat het peil van de versnellingsbakolie omde 4000 km (2500 mi) controleren of om de6 maanden.

De versnellingsbakolie moet worden ververstna de eerste 500 km (312 mi) endaarna telkens of om de 12000 km (7500mi) of om de 2 jaar.

Neem contact op met een officiële aprilia- dealerom het oliepeil te controleren en deolie te verversen.

22 gebruik en onderhoud SR 50

1

SMEEROLIE

Vul het olie reservoir elke 500 km (312 mi),

2000 km (1240 mi).

De bromfiets is voorzien van een gescheidenmengsysteem, dat ervoor zorgt dat debenzine met olie gemengd wordt voor desmering van de motor, zie pag. 77 (SMEERMIDDELENTABEL).

Het voertuig is voorzien van een centrale die een elektronische pomp beheert voor de correcte toevoer van motorsmeer olie (zie blz. 77 “SMEERMIDDELEN TABEL”).

De reserve wordt aangeduid door het oplichtenvan het waarschuwingslampje vande oliereserve “ ” op het dashboard, ziepag. 14 e 15 (INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES).

OPGELET

Wanneer u de bromfiets zonder olie gebruikt,wordt er zware schade aan demotor toegebracht.

Wanneer de olie in het oliereservoir geheelis opgeraakt of als de olieleiding isverwijderd, wend u dan tot een officië le aprilia-dealer, die het systeem zal ontluchten.

Dit is absoluut noodzakelijk, want luchtin het oliemengsysteem kan zwareschade aan de motor toebrengen.

Ga als volgt te werk om het oliereservoirbij te vullen:

Zet het zadel omhoog, zie pag. 19 (ONTGRENDELEN/ VERGRENDELEN ZADEL).

Verwijder de dop (1).

INHOUD OLIETANK: 1,6 l

TANKRESERVE: 0,5 l

OPGELET

Voeg geen additieven of andere stoffenbij de olie.

Als u een trechter of iets dergelijks gebruikt, controleer dan of deze goedschoon is.

Vul de mengolietank bij.

Plaats de dop terug (1).

OPGELET

Verzeker u ervan dat de dop goed vastzit.

gebruik en onderhoud SR 50 23

REMVLOEISTOF - aanbevelingen

WAARSCHUWING

Plotselinge weerstand of verschillen inspeling op de remhendel kunnen te wijtenzijn aan onregelmatigheden in hethydraulische systeem.

In geval van twijfel met betrekking tothet goed functioneren van het rem systeemen als u niet in staat bent de normalecontroles zelf uit te voeren, moet ute rade gaan bij uw officië le aprilia-dealer.

WAARSCHUWING

Besteed bijzondere aandacht aan deremschijf en het wrijvingsmateriaal encontroleer of ze niet vuil zijn of besmeurdmet olie, vooral na onderhoudswerkzaamheden of inspecties.

Controleer of de remleiding niet verdraaidof versleten is.

BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN.

LOOS VLOEISTOF NIET IN HET MILIEU.

24 gebruik en onderhoud SR 50

SCHIJFREMMEN

WAARSCHUWING

De remmen zijn de belangrijkste onderdelenvoor uw veiligheid, dus moeten zijte allen tijde in perfecte staat verkeren; controleer ze voor elke rit.

Een vuile schijf verontreinigt de rem-blok- jes, wat zal resulteren in een verminderderemkracht. Vuile remblokjesmoeten worden vervangen; vuile schijvenmoeten worden gereinigd met eenontvettingsmiddel van hoge kwaliteit. De remvloeistof moet om de twee jaarworden ververst door een officië le aprilia-dealer.

Aarzel niet uw officië le aprilia-dealer teraadplegen ingeval u twijfelt of het remsysteemwel goed functioneert en als uzelf niet in staat bent de normale con-trolesuit te voeren.

OPMERKING Deze bromfiets is uit-gerust- met schijfremmen vooraan enachteraan, met afzonderlijke hydraulische circuits.

De volgende informatie heeft betrekking opslechts éé n remsysteem, maar geldt voorbeide.

Deze bromfiets is uitgerust met hydraulischeschijfremmen vooraan en achteraan. Wanneer de remblokjes afslijten, neemthet remvloeistofpeil in het reservoir af omde slijtage automatisch te compenseren.

1

2

De remvloeistofreservoirs bevinden zichonder de stuurkap.

Controleer regelmatig het remvloeistofpeilin de reservoirs, zie onder (CONTROLE)en de slijtage van de remblokjes, ziepag. 48 (CONTROLE SLIJTAGE REM-BLOKJES).

WAARSCHUWING

Rijd niet met de bromfiets als er vloei-stof- uit het remsysteem lekt.

CONTROLE

Controleer het remvloeistofpeil als volgt: MIN = minimumniveau.

Zet de bromfiets op de middenstan-daard, zie pag. 38 (DE BROMFIETS OPDE STANDAARD ZETTEN).

Draai het stuur zo dat de vloeistof in hetremvloeistofreservoir (1) evenwijdigstaat met de “MIN”-markering op hetpeilglas (2).

Controleer of de vloeistof in het reservoir(1) boven het “MIN”-streepje op het

glas(2) staat.

Als de vloeistof niet minstens tot het “MIN”- streepjereikt:

WAARSCHUWING

Gebruik de bromfiets niet als de vloeistofniet minstens tot aan het “MIN” streepje staat.

OPGELET

Naarmate de remblokjes afslijten, neemt het vloeistofpeil af om de slijtageautomatisch te compenseren.

Controleer de slijtage van de remblokjes, zie pag. 48 (CONTROLE SLIJTAGEREMBLOKJES) en van de schijf.

Als de remblokjes en/of de schijf niet moetenworden vervangen:

Neem contact op met een officiële aprilia -dealer om vloeistof te laten bij-vullen.

OPGELET

Controleer de werking van de remmen. Neem in geval van overmatige spelingvan de remhendel of een verminderdewerking van de remmen contact op meteen officië le aprilia-dealer, aangezienin dit geval het systeem mogelijk moetworden ontlucht.

gebruik en onderhoud SR 50 25

KOELVLOEISTOF

OPGELET

Gebruik de bromfiets niet als het koelvloeistofpeilonder het voorgeschreven “MIN” ligt.

Controleer het koelvloeistofpeil om de2000 km (1250 mi) en na lange ritten; laatde koelvloeistof om de 2 jaar verversendoor een officiële aprilia-dealer.

WAARSCHUWING

De koelvloeistof is giftig: slik ze niet in; als de koelvloeistof in contact komt metde huid of de ogen, kan dit leiden toternstige irritatie.

Als de koelvloeistof in contact komt metde huid of de ogen, overvloedig spoelenmet water en een arts raadplegen. Alsde koelvloeistof wordt ingeslikt, het bra-kenopwekken, mond en keel overvloe-digspoelen met water en onmiddellijkeen arts raadplegen.

LOOS VLOEISTOF NIET IN HET MILIEU.

BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN.

Let op dat u geen koelvloeistof morstop de hete onderdelen van de motor: devloeistof kan vlam vatten en onzichtbarevlammen veroorzaken.

Het is aangeraden latex handschoenente gebruiken om onderhoudswerken uitte voeren.

OPGELET

Laat de koelvloeistof verversen dooreen officië le aprilia-dealer.

De koelvloeistof is samengesteld uit 50% water en 50% antivries. Dit mengsel is ideaalvoor de meeste motortemperaturen engarandeert een goede bescherming tegenroest.

Het is handig hetzelfde mengsel ook in dezomer te gebruiken, aangezien zo het verliesten gevolge van verdamping tot een minimumwordt beperkt, zodat het niet nodig iszeer regelmatig bij te vullen.

Op die manier neemt de aanwezigheid vanminerale zoutresten in de radiator veroorzaaktdoor verdampt water af en is de goedewerking van het koelsysteem verzekerd.

1

Als de buitentemperatuur minder dan 0° C bedraagt, moet u het koelcircuit regelmatigcontroleren en zo nodig de concentratie vanantivries verhogen (tot maximum 60%).

Gebruik voor de koeloplossing gedistilleerdwater, om schade aan de motor te voorkomen.

WAARSCHUWING

Verwijder de radiatordop niet als de motornog heet is (1), aangezien de koelvloeistofonder druk staat en zeer warmis. Contact met de huid of met kleding kanernstige brandwonden en/of schadeveroorzaken.

26 gebruik en onderhoud SR 50

CONTROLEREN EN BIJVULLE

WAARSCHUWING

Controleer het koelvloeistofpeil en vulde expansietank bij koude motor.

Zet de motor af en wacht tot hij is afgekoeld.

OPMERKING Zet de bromfiets opeen stevige en effen ondergrond.

Verwijder de voorste kap, zie pag. 50 (VERWIJDEREN VAN DE VOORSTEKAP).

Controleer of het vloeistofpeil in de expansietank (2) zich tussen de “MIN”- en “MAX”-streepjes bevindt.

MIN = minimumniveau.

MAX = maximumniveau.

1

2

Indien dit niet het geval is, ga dan als volgtte werk:

Draai de vuldop (1) los zonder hem teverwijderen (halve slag linksom draaien).

Wacht enkele seconden om eventuelerestdruk te ontlasten.

Schroef de dop (1) los en verwijder hem.

WAARSCHUWING

De koelvloeistof is giftig: slik ze niet in;als de koelvloeistof in contact komt metde huid of de ogen, kan dit leiden toternstige irritatie. Gebruik nooit uw vingersof een ander voorwerp om hetkoelvloeistofpeil te controleren.

OPGELET

Voeg geen additieven of andere substantiestoe aan de vloeistof.

Als u een trechter of iets dergelijks gebruikt, moet u ervoor zorgen dat hij volledigschoon is.

1

OPGELET

Overschrijd bij het bijvullen nooit het “MAX”-streepje. Anders zal de vloeistofuit de tank lopen terwijl de motor draait.

Vul bij met koelvloeistof, zie pag. 77 (SMEERMIDDELENTABEL), tot het peilongeveer tot het “MAX”-streepje reikt.

Breng de vuldop (1) opnieuw aan.

OPGELET

Wanneer u vaststelt dat er een overmatigverbruik van koelmiddel is en dat detank leeg blijft, moet u controleren of ergeen lekken in het circuit zijn.

Laat eventuele lekken herstellen dooreen officië le aprilia-dealer.

Plaats de voorste kap terug. zie pag. 50 (VERWIJDEREN VAN DE VOORSTEKAP).

gebruik en onderhoud SR 50 27

BANDEN

Deze bromfiets is uitgerust met bandenzonder binnenband (tubeless).

WAARSCHUWING

Controleer regelmatig de bandenspanningbij kamertemperatuur, zie pag. 73 (TECHNISCHE GEGEVENS).

Als de banden warm zijn, is de metingniet correct.

In het bijzonder moet de bandenspanningvóó r en na iedere lange rit gemeten worden.

Als de bandenspanning te hoog is, wordende oneffenheden in de weg waaropu rijdt niet opgevangen en daardoorovergebracht op het stuur, waardoorhet rijcomfort in het gedrang komt en dewegligging in bochten afneemt.

Als daarentegen de bandenspanning telaag is, komen de zijkanten van de banden (1) onder grotere druk te staan enbestaat het gevaar dat de band over derand van de velg glijdt of loskomt, waardooru de controle over de bromfietsverliest.

Ingeval u plots remt zouden de bandenvan de velg kunnen afschuiven. Bovendienzou de bromfiets uit de bocht kunnenschuiven.

Controleer de staat van het bandenoppervlaken de slijtage, want als debanden in slechte staat zijn, hebben zeminder grip en neemt de bestuurbaarheidvan de bromfiets af.

Sommige voor deze bromfiets goedgekeurdebandensoorten zijn voorzienvan slijtage-indicators. Er zijn verschillendesoorten slijtage-indicators.

Neem contact op met uw dealer voormeer informatie over het controlerenvan slijtage.

Controleer visueel of de banden versletenzijn en vervang ze als dit het gevalis. Als de banden oud zijn, kunnen ze zelfsals ze niet volledig afgesleten zijn hardworden en is het mogelijk dat een goedewegligging niet langer is verzekerd.

Laat in dit geval de banden vervangen.

Vervang de band als hij versleten is ofals er een gat van meer dan 5 mm grootin het loopvlak zit.

Laat na het herstellen van een band dewielen uitbalanceren.

Als de banden worden vervangen, moetu het door de fabrikant aanbevolen typeen model van banden gebruiken, zie pag. 73 (TECHNISCHE GEGEVENS); hetgebruik van andere dan de voorgeschreven banden kan een nadelige invloedhebben op de bestuurbaarheidvan de bromfiets.

Monteer geen banden met binnenband op velgen voor tubeless banden en vice versa.

28 gebruik en onderhoud SR 50

2

3

Zorg dat de banden altijd voorzien zijnvan hun ventieldoppen (2), om te vermijdendat ze plots leeglopen.

Vervanging, reparatie, onderhoud enuitbalanceren zijn zeer belangrijk enmoeten worden uitgevoerd door bekwametechnici met het juiste gereedschap.

Om die reden is het raadzaam bovenstaandehandelingen te laten uitvoerendoor een officië le aprilia-dealer.

Nieuwe banden zijn mogelijk bedektmet een gladde laag: rijd voorzichtig tijdensde eerste kilometers. Smeer debanden niet in met vloeistoffen die daarvoorongeschikt zijn.

MINIMALE DIEPTE

 

BANDENPROFIEL (3)

 

voor: ..................................................

1,5 mm

achter: ...............................................

1,5 mm

De minimale diepte van het bandenprofiel moet echter niet minder zijn dan wat voorgeschreven in de normen die van kracht zijn in het land waar het voertuig gebruikt wordt.

VERSIE MET AUTOMATISCHE LICHTONTSTEKING

De bromfietsen die zijn uitgerust met automatischelichtontsteking zijn onmiddellijkherkenbaar, aangezien de lichten automatischgaan branden zodra de motor wordtgestart.

Om die reden is de lichtschakelaar vervangendoor een dimlichtschakelaar “ - ”. De lichten kunnen enkel worden gedoofddoor de motor af te zetten.

Controleer voor het starten of de dimlichtschakelaarin de stand “ ” (voorstedimlicht) staat.

gebruik en onderhoud SR 50 29

KATALYTISCHE

GELUIDDEMPER

WAARSCHUWING

Parkeer de bromfiets met katalysatorniet in de nabijheid van droge struikenof op plaatsen waar kinderen kunnenkomen, aangezien de katalysator tijdenshet gebruik zeer hoge temperaturenbereikt; wees dus uiterst voorzichtigen vermijd elk contact voordat hijgeheel is afgekoeld.

De bromfiets met katalysator is voorzienvan een geluiddemper met metalen katalysatorvan het type “platinum-rhodium tweeweg”.

Deze dient voor de oxidatie van de CO (koolmonoxide) en van de HC (onverbrandekoolwaterstoffen) die zich in de uitlaatgassenbevinden.

Deze verbindingen worden omgezet in respectievelijkkooldioxide en stoom.

Verder verbranden oliedeeltjes door dehoge temperatuur van het uitlaatgas tengevolge van de katalytische reactie, zodatde geluiddemper schoon blijft, terwijl derookrestanten worden afgevoerd.

Voor een juiste en duurzame werking vande katalysator en om mogelijke problemenvan vervuiling van de motor en de uitlaattot een minimum te beperken, moet hetlangdurig rijden met een constant laag toe rentalworden vermeden.

Het is dan ook voldoende om met regelmatigetussenpozen het toerental op te voeren, al is het maar voor enkele seconden.

Uit bovenstaande opmerkingen blijkt hetbelang van het starten van de motor vanuitkoude toestand: wacht in dit geval, om eentoerental te bereiken dat voldoende hoogis voor het in gang zetten van de katalytischereactie, tot de temperatuur van demotor minstens tot 50 ° C is opgelopen, d.i.normaal enkele seconden na het startenvan de motor.

OPGELET

Gebruik geen loodhoudende benzine, want deze vernietigt de katalysator.

UITLAATDEMPER / UITLAATPIJP

WAARSCHUWING

Het is verboden modificaties uit te voerenaan het geluiddempingssysteem.

Eigenaars worden er op attent gemaaktdat de wet het volgende kan verbieden:

-het verwijderen of buiten werking stellendoor welke persoon ook, tenzij voor onderhoud, het herstellen of vervangen vanenig onderdeel of element van het ontwerpdat in een nieuwe bromfiets is geïntegreerd met het oog op geluiddemping vóó r verkoop of levering aan de uiteindelijkekoper of terwijl de bromfiets in gebruikis; en

-het gebruik van de motorfiets nadat dergelijkonderdeel of element van het ontwerpis verwijderd of buiten werking gestelddoor welke persoon ook.

Controleer de uitlaatdemper en de uitlaatdemperpijpenom u ervan te vergewissendat ze geen tekenen van roest of gatenvertonen en dat het uitlaatsysteem goedfunctioneert.

Als het door het uitlaatsysteem voortgebrachtegeluid toeneemt, neem dan onmiddellijkcontact op met uw officiële aprilia- dealer.

30 gebruik en onderhoud SR 50

Loading...
+ 258 hidden pages