GARMIN DRIVE 51 User Manual [nl]

0 (0)

GA€MIN D€IVE5‚/5S/6‚

Gebruikershandleiding

© 2016 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen

Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.

Garmin® en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van Garmin.

Garmin Drive, Garmin Express, en myTrendszijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van Garmin.

Androidis een handelsmerk van Google Inc. Apple® en Mac® zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het woordmerk en de logo's van Bluetooth® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van dit woordmerk of deze logo's door Garmin is een licentie verkregen. Foursquare® is een handelsmerk van Foursquare Labs, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. microSD® en het microSDHC logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. TripAdvisor® is een geregistreerd handelsmerk van TripAdvisor LLC. Windows®, Windows Vista® en Windows XP® zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.

Inhoudsopgave

 

Aan de slag.....................................................................

1

Overzicht van toestellen .............................................................

1

Garmin Drive 51/5S toesteloverzicht .....................................

1

Garmin Drive 61 toesteloverzicht ...........................................

1

Het Garmin Drive toestel in uw voertuig bevestigen en

 

aansluiten ...................................................................................

1

Het toestel inof uitschakelen .....................................................

1

GPS-signalen ontvangen ............................................................

1

Statusbalkpictogrammen ............................................................

1

Werken met de knoppen op het scherm .....................................

2

Het volume regelen .....................................................................

2

De helderheid van het scherm aanpassen .................................

2

Functies voor het waarschuwen van de

 

bestuurder.......................................................................

2

Waarschuwingssignalen voor de bestuurder inof

 

uitschakelen ................................................................................

2

Roodlichtcamera's en flitsers ......................................................

2

Navigeren naar uw bestemming...................................

3

Routes ........................................................................................

3

Een route starten ........................................................................

3

Een route starten op de kaart ................................................

3

Naar huis navigeren ...............................................................

3

Uw route op de kaart ..................................................................

3

Afslagen en richtingaanwijzingen bekijken ............................

3

De gehele route op de kaart weergeven ................................

3

Aankomst bij uw bestemming .....................................................

4

Parkeren bij uw bestemming ..................................................

4

Uw bestemming vinden met behulp van uw Garmin

 

horloge ...................................................................................

4

Uw vorige parkeerplaats vinden .............................................

4

Uw actieve route wijzigen ...........................................................

5

Een locatie aan uw route toevoegen .....................................

5

Uw route aanpassen ..............................................................

5

Een omweg maken ................................................................

5

De routeberekeningsmodus wijzigen .....................................

5

De route stoppen ........................................................................

5

Routesuggesties gebruiken ........................................................

5

Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden ....................

5

Files op uw route vermijden ...................................................

5

Tolwegen vermijden ...............................................................

5

Tolvignetten vermijden ...........................................................

6

Punten vermijden op de route ................................................

6

Milieuzones vermijden ...........................................................

6

Aangepast vermijden .............................................................

6

Offroad navigeren .......................................................................

6

Locaties zoeken en opslaan..........................................

6

Nuttige punten ............................................................................

6

Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk .......................

6

Een locatie zoeken op categorie ................................................

7

Zoeken binnen een categorie ................................................

7

Navigeren naar nuttige punten binnen een locatie ................

7

Locatiezoekresultaten .................................................................

7

Locatiezoekresultaten weergeven op de kaart ......................

7

Het zoekgebied wijzigen .............................................................

8

Parkeerplaats ..............................................................................

8

Parkeergelegenheid zoeken in de buurt van uw huidige

 

locatie .....................................................................................

8

Een parkeerplaats zoeken in de buurt van een opgegeven

 

locatie .....................................................................................

8

Betekenis van parkeerkleuren en -symbolen .........................

8

Zoekfuncties ...............................................................................

8

Een adres zoeken ..................................................................

8

Een kruispunt zoeken ............................................................

8

Een stad zoeken ....................................................................

8

Een locatie zoeken met behulp van coördinaten ...................

8

Foursquare .................................................................................

8

Verbinding maken met uw Foursquare account ....................

8

Foursquare nuttige punten zoeken ........................................

9

Foursquare locatiegegevens weergeven ...............................

9

Inchecken bij Foursquare .......................................................

9

TripAdvisor ..................................................................................

9

TripAdvisor nuttige punten vinden .........................................

9

Recent gevonden locaties bekijken ............................................

9

De lijst met recent gevonden locaties wissen ........................

9

De huidige locatiegegevens weergeven .....................................

9

Nooddiensten en tankstations vinden ....................................

9

Routebeschrijving naar uw huidige locatie ............................

9

Een snelkoppeling toevoegen ....................................................

9

Een snelkoppeling verwijderen ..............................................

9

Locaties opslaan .........................................................................

9

Een locatie opslaan ................................................................

9

Uw huidige locatie opslaan ....................................................

9

Een opgeslagen locatie bewerken .........................................

9

Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzen ............

10

Een opgeslagen locatie verwijderen ....................................

10

De kaart gebruiken.......................................................

10

Kaartfuncties .............................................................................

10

Een kaartfunctie weergeven ................................................

10

Kaartfuncties inschakelen ....................................................

10

Verderop ...................................................................................

10

Naderende locatie weergeven .............................................

10

De categorieën verderop aanpassen ...................................

10

Reisinformatie ...........................................................................

11

Reisgegevens op de kaart weergeven ................................

11

De pagina met reisinformatie weergeven ............................

11

Het reislog weergeven .........................................................

11

Reisinformatie herstellen .....................................................

11

Verkeersproblemen op uw route weergeven ............................

11

Verkeersinformatie op de kaart weergeven .........................

11

Verkeersproblemen zoeken .................................................

11

De kaart aanpassen ..................................................................

11

De kaartlagen aanpassen ....................................................

11

Het kaartgegevensveld aanpassen .....................................

11

Het kaartperspectief wijzigen ...............................................

11

Live Services, verkeersinformatie en

 

smartphonefuncties.....................................................

11

Verbinding maken met Smartphone Link .................................

12

Garmin Live Services ................................................................

12

Een abonnement nemen op Garmin Live Services .............

12

Een locatie van uw smartphone naar uw toestel verzenden ....

12

De verbinding met Smartphone Link verbreken .......................

12

Verkeersinformatie.......................................................

13

Verkeersinformatie ontvangen via Smartphone Link ................

13

Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een

 

verkeersinformatie-ontvanger ...................................................

13

Abonnementen voor verkeersinformatie-ontvanger .............

13

Verkeersinformatie inschakelen ................................................

13

Verkeersinformatie op de kaart weergeven ..............................

13

Verkeersproblemen zoeken .................................................

13

De apps gebruiken.......................................................

13

De gebruikershandleiding op uw toestel weergeven ................

13

Watch Link ................................................................................

14

Watch Link instellen .............................................................

14

Waarschuwingen voor de bestuurder ontvangen op uw

 

horloge .................................................................................

14

LiveTrack ..................................................................................

14

Delen en kijkers uitnodigen via LiveTrack instellen .............

14

Delen via LiveTrack starten .................................................

14

Inhoudsopgave

i

De weersverwachting weergeven .............................................

15

Het weer voor een andere plaats weergeven ......................

15

De weerradar weergeven .....................................................

15

Weerwaarschuwingen weergeven .......................................

15

De omstandigheden op de weg controleren ........................

15

Reisplanner ...............................................................................

15

Een reis plannen ..................................................................

15

Locaties in een reis wijzigen en de volgorde aanpassen .....

15

Attracties op uw route ontdekken ........................................

15

Routeopties wijzigen ............................................................

16

Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis ...............

16

Uw actieve route wijzigen en opslaan ..................................

16

photoLive verkeerscamera's .....................................................

16

Beelden van photoLive verkeerscamera’s bekijken en

 

opslaan ................................................................................

16

photoLive verkeerscamera's op de kaart weergeven ..........

16

Een verkeerscamera opslaan ..............................................

16

Recente routes en bestemmingen weergeven .........................

16

Garmin Drive instellingen............................................

16

Kaarten voertuiginstellingen ...................................................

16

Kaarten inschakelen ............................................................

16

Navigatie-instellingen ................................................................

16

Instellingen berekenmodus ..................................................

17

Een gesimuleerde locatie instellen ......................................

17

Instellingen hulpsysteem voor de bestuurder ...........................

17

Instellingen voor de achteruitrijcamera .....................................

17

babyCam instellingen ...............................................................

17

Scherminstellingen ...................................................................

17

Verkeersinstellingen .................................................................

17

Instellingen voor eenheden en tijd ............................................

18

De tijd instellen .....................................................................

18

Taalen toetsenbordinstellingen ..............................................

18

Gevarenzonealarminstellingen .................................................

18

Toestelen privacyinstellingen .................................................

18

De instellingen herstellen .........................................................

18

Toestelinformatie.........................................................

18

Informatie over weten regelgeving en naleving weergeven ...

18

Specificaties ..............................................................................

18

Het toestel opladen ...................................................................

18

Onderhoud van het toestel..........................................

18

Garmin Support Center .............................................................

18

Kaarten software-updates ......................................................

18

Kaarten en software bijwerken met Garmin Express ...........

19

Toestelonderhoud .....................................................................

19

De behuizing schoonmaken ................................................

19

Het aanraakscherm schoonmaken ......................................

19

Diefstalpreventie ..................................................................

19

Het toestel herstellen ................................................................

19

Het toestel, de steun en de zuignap verwijderen ......................

19

Het toestel van de steun verwijderen ...................................

19

De steun van de zuignap verwijderen ..................................

20

De zuignap van de voorruit halen ........................................

20

De zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen ...............

20

Problemen oplossen....................................................

20

De zuignap blijft niet op de voorruit zitten .................................

20

Mijn toestel ontvangt geen satellietsignalen. ............................

20

Het toestel wordt niet opgeladen in mijn auto ...........................

20

De batterij blijft niet erg lang opgeladen ...................................

20

Mijn toestel maakt geen verbinding met mijn telefoon of

 

Smartphone Link .......................................................................

20

De Smartphone Link app tast het oplaadniveau van de batterij

van mijn smartphone aan .........................................................

20

Appendix.......................................................................

21

Een geheugenkaart installeren voor kaarten en gegevens ......

21

Gegevensbeheer ......................................................................

21

Informatie over geheugenkaarten ........................................

21

Het toestel aansluiten op uw computer ................................

21

Gegevens van uw computer overzetten ..............................

21

De USB-kabel loskoppelen ..................................................

21

GPS-signaalstatus weergeven .................................................

21

Extra kaarten kopen ..................................................................

21

Accessoires aanschaffen ..........................................................

21

Index..............................................................................

22

ii

Inhoudsopgave

GARMIN DRIVE 51 User Manual

Aan de slag

WAARSCHUWING

Lees de gids Belangrijke veiligheidsen productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.

Update de kaarten en software op uw toestel (Kaarten en software bijwerken met Garmin Express, pagina 19).

Installeer het toestel in uw voertuig en sluit het aan op de voeding (Het Garmin Drive toestel in uw voertuig bevestigen en aansluiten, pagina 1).

Zorg dat u GPS-signalen ontvangt (GPS-signalen ontvangen, pagina 1).

Pas het volume (Het volume regelen, pagina 2) en de helderheid aan (De helderheid van het scherm aanpassen, pagina 2).

Navigeer naar uw bestemming (Een route starten, pagina 3).

Overzicht van toestellen

Garmin Drive 51/5S toesteloverzicht

À

Aan-uitknop

Á

USB stroomen datapoort

 

 

Â

Geheugenkaartsleuf voor kaarten en gegevens

Garmin Drive 61 toesteloverzicht

2 Druk de steun op de zuignap totdat de steun vastklikt.

ÁÂ

3 Druk de zuignap tegen de voorruit en duw de hendel naar

Ã

achteren, naar de voorruit toe.

4Duw het lipje boven op de steun in de gleuf aan de achterzijde van het toestel.

5Druk de onderkant van de steun in het toestel totdat u een klik hoort.

6Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op een stroomvoorziening in uw auto.

Het toestel inof uitschakelen

Als u het toestel wilt inschakelen, drukt u op de aan-uitknop, of sluit u het toestel aan op stroom.

Als u het toestel in de energiezuinige modus wilt zetten, drukt u op de aan-uitknop terwijl het toestel is ingeschakeld.

In de energiezuinige modus staat het scherm uit en verbruikt het toestel zeer weinig stroom, maar kunt u het snel activeren voor gebruik.

TIP: Laad uw toestel sneller op door het in de energiezuinige modus te zetten tijdens het opladen van de batterij.

Als u het toestel volledig wilt uitschakelen, drukt u op de aanuitknop en houdt u deze vast tot een melding op het scherm verschijnt. Dan selecteert u Uit.

De melding verschijnt na vijf seconden. Als u de aan-uitknop loslaat voordat de melding verschijnt, schakelt het toestel over naar de energiezuinige modus.

À

Aan-uitknop

Á

USB stroomen datapoort

 

 

Â

Geheugenkaartsleuf voor kaarten en gegevens

 

 

Het Garmin Drive toestel in uw voertuig bevestigen en aansluiten

WAARSCHUWING

Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren.

Voordat u uw toestel op batterijen gaat gebruiken, dient u het op te laden.

1 Steek de voertuigvoedingskabel in de USB-poort op het

À

toestel.

GPS-signalen ontvangen

Wanneer u uw navigatietoestel inschakelt, moet de GPSontvanger gegevens van de satellieten verzamelen en de actuele locatie bepalen. De tijd die nodig is om satellietsignalen te ontvangen verschilt op basis van diverse factoren, waaronder hoe ver u bent verwijderd van de plek waar u uw navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt, of u vrij zicht op de lucht hebt, en wanneer u uw navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt. De eerste keer dat u uw navigatietoestel inschakelt, kan het enkele minuten duren voordat u satellietsignalen ontvangt.

1 Schakel het toestel in.

2 Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.

3Ga zo nodig buiten staan, in de open lucht, uit de buurt van hoge gebouwen en bomen.

op de statusbalk geeft de signaalsterkte van de satelliet weer. Als de balken voor ten minste 50% zijn gevuld, is het toestel gereed voor navigatie.

Statusbalkpictogrammen

De statusbalk bevindt zich bovenaan het hoofdmenu. De pictogrammen op de statusbalk bevatten informatie over de functies van het toestel. Sommige pictogrammen kunt u selecteren om instellingen aan te passen of verdere informatie weer te geven.

Aan de slag

1

GPS-signaalstatus. Houd vast om de GPS-nauwkeurigheid en ontvangen satellietinformatie weer te geven (GPSsignaalstatus weergeven, pagina 21).

Huidige tijd. Selecteer om de tijd in te stellen (De tijd instellen, pagina 18).

Batterijniveau.

LiveTrack gegevens delen. Het aantal uitgenodigde volgers wordt weergegeven op het pictogram. Selecteer om de LiveTrack app te openen (LiveTrack, pagina 14).

Smartphone Link status. Selecteer om verbinding te maken met de Smartphone Link app en live verkeersinformatie en andere Live Services te ontvangen (Verbinding maken met Smartphone Link, pagina 12). Als het pictogram blauw is, is het toestel verbonden met de Smartphone Link app.

Temperatuur. Selecteer om de weersverwachting weer te geven (De weersverwachting weergeven, pagina 15).

Werken met de knoppen op het scherm

Met behulp van schermknoppen kunt u door de pagina's, menu's en menu-opties van uw toestel navigeren.

Selecteer om terug te gaan naar het vorige menuscherm.

Houd ingedrukt om snel terug te gaan naar het hoofdmenu.

Selecteer of om door lijsten of menu's te bladeren.

Houd of ingedrukt om sneller te bladeren.

Selecteer om een contextmenu met de opties voor het huidige scherm weer te geven.

Het volume regelen

1 Selecteer Volume.

2Selecteer een optie:

Gebruik de schuifbalk om het volume aan te passen.

Selecteer om het geluid te dempen.

Selecteer voor extra opties.

De helderheid van het scherm aanpassen

1 Selecteer Instellingen > Scherm > Helderheid.

2 Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen.

Functies voor het waarschuwen van de bestuurder

LET OP

Waarschuwingen en aangegeven snelheidslimieten dienen alleen ter informatie. U bent te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het opvolgen van aangegeven snelheidsbeperkingen en veilige deelname aan het verkeer. Garmin® is niet verantwoordelijk voor verkeersboetes of waarschuwingen die u ontvangt als u zich niet houdt aan geldende verkeersregels en verkeersborden.

Uw toestel is voorzien van functies die veiliger rijgedrag kunnen bevorderen en de efficiëntie kunnen verhogen, ook als u in een bekende omgeving rijdt. Het toestel waarschuwt met een geluidssignaal of bericht en geeft bij elke waarschuwing informatie weer. U kunt het geluidssignaal voor sommige bestuurderswaarschuwingen inof uitschakelen. Niet alle waarschuwingen zijn in alle regio's beschikbaar.

Schoolzone of nabijgelegen school: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft de afstand tot een naderende school of schoolzone en, indien beschikbaar, de geldende maximumsnelheid weer.

Maximumsnelheid verlaagd: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft de lagere maximumsnelheid weer

voor de zone die u nadert, zodat u uw snelheid kunt aanpassen.

Maximumsnelheid overschreden: Het toestel geeft een geluidssignaal en markeert het pictogram voor maximumsnelheid met een rode rand als u de aangegeven maximumsnelheid voor de weg waarop u rijdt, overschrijdt.

Verkeerde rijrichting op een straat met eenrichtingsverkeer: Het toestel speelt een bericht af en geeft een waarschuwing weer op het hele scherm als u van de verkeerde kant een straat met eenrichtingsverkeer inslaat. Het scherm wordt omgeven door een rode rand en bovenaan blijft een waarschuwing staan tot u de straat met eenrichtingsverkeer verlaat of uw rijrichting corrigeert.

Spoorwegovergang: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft de afstand tot een naderende spoorwegovergang weer.

Dierenoversteekplaats: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft de afstand tot een naderende dierenoversteekplaats weer.

Bocht: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft de afstand tot een bocht in de weg weer.

Langzaam verkeer: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft de afstand tot langzaam verkeer weer als u op hoge snelheid langzaam verkeer nadert. Voor gebruik van deze functie moet uw toestel verkeersinformatie ontvangen (Verkeersinformatie, pagina 13).

Vermoeidheidswaarschuwing: Het toestel geeft een geluidssignaal en suggereert tussenstops op de route als u langer dan twee uur hebt gereden zonder te stoppen.

Waarschuwingssignalen voor de bestuurder inof uitschakelen

U kunt het geluidssignaal voor sommige bestuurderswaarschuwingen inof uitschakelen. De visuele waarschuwing wordt ook weergegeven als het geluidssignaal is uitgeschakeld.

1Selecteer Instellingen > Hulp voor de bestuurder > Hoorbare waarschuwingen voor bestuurder.

2Schakel het selectievakje naast elk waarschuwingssignaal in of uit.

Roodlichtcamera's en flitsers

LET OP

Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van, of consequenties van het gebruik van, een database met eigen nuttige punten of flitspaaldatabase.

OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle regio's of productmodellen.

Informatie over de locaties van roodlichtcamera's en flitsers is beschikbaar in sommige gebieden voor sommige toestelmodellen. Het toestel waarschuwt u als u een gerapporteerde flitsof roodlichtcamera nadert.

Live informatie over roodlichtcamera’s en flitspalen is verkrijgbaar op abonnementsbasis bij Garmin Live Services via de Smartphone Link app (Garmin Live Services,

pagina 12).

OPMERKING: Deze optie is alleen beschikbaar voor Garmin Drive modellen waarvan de naam eindigt op LMT-S.

U moet een actief abonnement voor uw toestel hebben om de database met locaties van roodlichtcamera's en flitsers bijgewerkt te houden en om flitspaalgegevens op uw toestel te kunnen downloaden en opslaan. Ga naar garmin.com /speedcameras om de beschikbaarheid en compatibiliteit te controleren of een abonnement of eenmalige update aan te schaffen. U kunt op elk gewenst moment de gegevens van

2

Functies voor het waarschuwen van de bestuurder

een nieuwe regio aanschaffen of een bestaand abonnement uitbreiden.

OPMERKING: In sommige regio’s bevatten sommige productbundels vooraf geladen informatie over roodlichtcamera’s en flitspalen, waarvoor update verkrijgbaar zijn zonder abonnement.

U kunt de Garmin Expresssoftware (garmin.com/express) gebruiken om de op uw toestel opgeslagen cameradatabase bij te werken. Werk uw toestel regelmatig bij om de meest recente cameragegevens te ontvangen.

Navigeren naar uw bestemming

Routes

Een route is de weg van uw huidige locatie naar een of meer bestemmingen.

Het toestel berekent een aanbevolen route naar uw bestemming op basis van de door u opgegeven voorkeuren, zoals de modus voor routeberekening (De routeberekeningsmodus wijzigen, pagina 5) en te

vermijden wegen (Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden, pagina 5).

U kunt via de aanbevolen route snel naar uw bestemming navigeren of u kunt een alternatieve route kiezen (Een route starten, pagina 3).

Als u bepaalde wegen wilt gebruiken of vermijden, kunt u de route aanpassen (Uw route aanpassen, pagina 5).

U kunt aan een route meerdere bestemmingen toevoegen (Een locatie aan uw route toevoegen, pagina 5).

Een route starten

1Selecteer Waarheen? en zoek een locatie (Locaties zoeken en opslaan, pagina 6).

2 Selecteer een locatie.

3Selecteer een optie:

Selecteer Ga! om te starten met navigeren via de aanbevolen route.

U kunt een alternatieve route kiezen door en vervolgens een route te selecteren.

Alternatieve routes worden rechts van de kaart weergegeven.

Als u de route wilt wijzigen, selecteert u > Wijzig route en voegt u routepunten aan de route toe (Uw route aanpassen, pagina 5).

Het toestel berekent een route naar de locatie en leidt u naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart (Uw route op de kaart, pagina 3). Aan de rand van de kaart wordt een paar seconden een weergave van de belangrijkste wegen op uw route gegeven.

Als u op meerdere bestemmingen moet stoppen, kunt u deze locaties aan uw route toevoegen (Een locatie aan uw route toevoegen, pagina 5).

Een route starten op de kaart

U kunt uw route starten door op de kaart een locatie te kiezen.

1 Selecteer Bekijk kaart.

2Versleep de kaart en zoom in om het te doorzoeken gebied weer te geven.

3Als u de weergegeven nuttige punten op categorie wilt filteren, selecteert u .

Locatiemarkeringen ( of een blauwe stip) worden op de kaart weergegeven.

4Selecteer een optie:

• Selecteer een locatiemarkering.

Selecteer een punt, bijvoorbeeld een straat, kruispunt of adres.

5 Selecteer Ga!.

Naar huis navigeren

De eerste keer dat u een route naar huis start, vraagt het toestel u om uw thuislocatie op te geven.

1 Selecteer Waarheen? > Naar huis.

2 Voer zo nodig uw thuislocatie in.

Uw thuislocatie bewerken

1 Selecteer Waarheen? > > Stel thuislocatie in.

2 Voer uw thuislocatie in.

Uw route op de kaart

Het toestel leidt u tijdens uw reis naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart. Boven aan de kaart worden instructies weergegeven voor de volgende afslag of afrit of om een andere handeling uit te voeren.

Volgende actie op de route. Geeft de volgende afslag, afrit of

À

andere actie aan en, indien beschikbaar, de rijbaan waarop u moet rijden.

Afstand tot de volgende actie.

Á

Naam van de straat of afrit die is verbonden aan de volgende actie.

Â

Op de kaart gemarkeerde route.

Ã

Volgende actie op de route. Pijlen op de kaart geven de plaats van

Ä

volgende acties aan.

Voertuigsnelheid.

Å

Naam van de weg waarop u rijdt.

Æ

Geschatte aankomsttijd.

Ç

TIP: Raak dit veld aan om de getoonde informatie te wijzigen (Het kaartgegevensveld aanpassen, pagina 11).

Afslagen en richtingaanwijzingen bekijken

Tijdens het navigeren van een route kunt u naderende afslagen, rijbaanwisselingen en andere richtingaanwijzingen op uw route bekijken.

1Selecteer een optie op de kaart:

Selecteer > Koerswijzigingen om naderende afslagen en richtingaanwijzingen te bekijken.

De kaartfunctie geeft de volgende vier afslagen of richtingaanwijzingen naast de kaart weer. De lijst wordt automatisch bijgewerkt terwijl u de route navigeert.

Als u de volledige lijst van afslagen en richtingaanwijzingen voor de hele route wilt bekijken, selecteert u de tekstbalk boven aan de kaart.

2Selecteer een afslag of richtingaanwijzing (optioneel).

Gedetailleerde informatie wordt weergegeven. Voor knooppunten op hoofdwegen kan een afbeelding van een knooppunt worden weergegeven, indien beschikbaar.

De gehele route op de kaart weergeven

1Selecteer een plek op de kaart tijdens het navigeren van een route.

Navigeren naar uw bestemming

3

2 Selecteer .

Aankomst bij uw bestemming

Wanneer u uw bestemming nadert, geeft het toestel informatie om u te helpen uw route te voltooien.

geeft de locatie van uw bestemming aan op de kaart en een gesproken mededeling geeft aan dat u uw bestemming nadert.

Wanneer u bepaalde bestemmingen nadert, vraagt het toestel u automatisch om een parkeerplaats te zoeken. U kunt Ja selecteren om nabijgelegen parkeerterreinen te zoeken (Parkeren bij uw bestemming, pagina 4).

Wanneer op grotere afstand van uw bestemming moet parkeren of stoppen, kunt u te voet uw weg naar uw bestemming vervolgen met behulp van uw Garmin Drive toestel of een compatibel Garmin horloge met Connect IQ(Uw bestemming vinden met behulp van uw Garmin horloge, pagina 4).

Wanneer u op uw bestemming stilstaat, beëindigt het toestel de route automatisch. Als het toestel uw aankomst niet automatisch detecteert, kunt u Stop selecteren om uw route te beëindigen.

Parkeren bij uw bestemming

Uw toestel kan u helpen een parkeerplaats te vinden bij uw bestemming. Wanneer u bepaalde bestemmingen nadert, vraagt het toestel u automatisch om een parkeerplaats te zoeken.

1Selecteer een optie:

Als het toestel u vraagt om een parkeerplaats in de buurt te zoeken, selecteert u Ja.

Als het toestel u dit niet vraagt, selecteert u Waarheen? >

Categorieën > Parkeerplaatsen en vervolgens > Mijn bestemming.

2Selecteer Filter parkeerplaatsen en daarna een of meer categorieën om parkeerplaatsen te filteren op beschikbaarheid, type, tarief of betalingsmethoden (optioneel).

OPMERKING: Gedetailleerde parkeerinformatie is niet beschikbaar in alle gebieden of voor alle parkeerlocaties.

3Selecteer een parkeerlocatie en vervolgens Ga! > Voeg toe als volgende stop.

Het toestel geeft u richtingsaanwijzingen naar de parkeerplaats.

Nadat u uw voertuig hebt geparkeerd, kunt u te voet uw weg naar uw bestemming vervolgen met behulp van uw Garmin Drive toestel of een compatibel Garmin horloge met Connect IQ (Uw bestemming vinden met behulp van uw Garmin horloge, pagina 4). Uw toestel of Garmin horloge kan u ook de weg terug wijzen naar deze parkeerplaats (Uw vorige parkeerplaats vinden, pagina 4).

Uw bestemming vinden met behulp van uw Garmin horloge

Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u Watch Link installeren Watch Link (Watch Link instellen, pagina 14) .

OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar voor Garmin Drive modellen met Bluetooth® draadloze technologie. Daartoe behoren modellen waarvan de naam eindigt op LMT-S.

U kunt uw compatibele Garmin horloge gebruiken om vanaf de locatie van uw voertuig te navigeren naar uw bestemming of vanaf uw bestemming terug naar uw voertuig. Deze functie is vooral handig om een locatie te vinden binnen een groot complex of wanneer u op enige afstand van uw bestemming moet parkeren en de rest van de weg te voet moet navigeren.

OPMERKING: GPS-technologie vereist vrij zicht op de lucht. De Watch Link app kan in overdekte complexen, zoals winkelcentra of luchthavens, mogelijk geen richtingaanwijzingen geven.

1Start de Watch Link app op uw horloge en selecteer Zoek mijn bestemming.

Uw horloge vangt een GPS-signaal op en begint u richtingaanwijzingen te geven naar uw bestemming.

2 Loop in de richting van uw bestemming.

De bestemmingsindicator geeft de richting naar uw

À

bestemming aan ten opzichte van uw looprichting . Als de

Á

bestemmingsindicator wordt weergegeven aan de bovenkant van de cirkel, loopt u in de richting van uw bestemming. De resterende afstand naar uw bestemming wordt onder de

Â

cirkel weergegeven. De voortgangsbalk geeft aan hoever u

Ã

uw bestemming bent genaderd.

Uw vorige parkeerplaats vinden

Als u uw Garmin Drive toestel loskoppelt van de stroomtoevoer in uw voertuig, wordt uw huidige locatie opgeslagen als parkeerplaats.. Als u Watch Link hebt geïnstalleerd, geeft uw toestel de locatie van de parkeerplaats door aan uw compatibele Garmin horloge (Watch Link instellen, pagina 14). U kunt naar uw parkeerplaats terugnavigeren met behulp van uw Garmin Drive toestel of de Watch Link app op uw horloge.

TIP: Als uw Garmin Drive toestel is aangesloten op een met de contactschakelaar bediend voedingspunt van uw voertuig, wordt de locatie van uw parkeerplaats opgeslagen elke keer dat u uw voertuig uitschakelt. Als uw toestel is aangesloten op een voedingspunt dat niet wordt bediend met de contactschakelaar, moet u de voertuigvoedingskabel ontkoppelen om te zorgen dat de locatie wordt opgeslagen als parkeerplaats.

Selecteer op uw Garmin Drive toestel Apps > Vorige locatie

> Ga!.

Start de Watch Link app op uw horloge, selecteer Zoek mijn auto en loop in de richting van uw parkeerplaats.

OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar voor Garmin Drive modellen met Bluetooth draadloze technologie. Daartoe behoren modellen waarvan de naam eindigt op LMT-S.

De bestemmingsindicator geeft de richting naar uw

À

bestemming aan ten opzichte van uw looprichting . Als de

Á

bestemmingsindicator wordt weergegeven aan de bovenkant van de cirkel, loopt u in de richting van uw bestemming. De resterende afstand naar uw bestemming wordt onder de

Â

cirkel weergegeven. De voortgangsbalk geeft aan hoever u

Ã

uw bestemming bent genaderd.

4

Navigeren naar uw bestemming

Uw actieve route wijzigen

Een locatie aan uw route toevoegen

Voordat u een locatie aan uw route kunt toevoegen, moet u een route starten (Een route starten, pagina 3).

U kunt in uw route of aan het einde van uw route locaties toevoegen. U kunt bijvoorbeeld een tankstation toevoegen als volgende stopplaats op uw route.

TIP: Voor het plannen van complexe routes met meerdere stopplaatsen of geplande tussenstops kunt u de reisplanner gebruiken. Daarmee kunt u uw route plannen, wijzigen en opslaan (Een reis plannen, pagina 15).

1 Selecteer op de kaart > Waarheen?.

2 Zoek een locatie (Locaties zoeken en opslaan, pagina 6). 3 Selecteer een locatie.

4 Selecteer Ga!.

5Selecteer een optie:

Als u de locatie wilt toevoegen als volgende stopplaats op uw route, selecteert u Voeg toe als volgende stop.

Als u de locatie wilt toevoegen aan het eind van uw route, selecteert u Voeg toe als laatste stop.

Als u de locatie wilt toevoegen en de volgorde van stopplaatsen op uw route wilt wijzigen, selecteert u Voeg toe aan route.

Het toestel herberekent de route, inclusief de toegevoegde locatie, en leidt u in de juiste volgorde naar de stopplaatsen.

Uw route aanpassen

Voordat u uw route kunt vormgeven, moet u een route starten (Een route starten, pagina 3).

U kunt uw route handmatig aanpassen om de loop ervan te wijzigen. U kunt op die manier de route verleggen via een bepaalde weg of een bepaald gebied zonder een stopplaats aan de route toe te voegen.

1 Selecteer een willekeurig punt op de kaart.

2Selecteer .

De routeaanpassingsmodus wordt gestart.

3Selecteer een locatie op de kaart.

TIP: U kunt selecteren om op de kaart in te zoomen en een exactere locatie te selecteren.

Het toestel berekent de route opnieuw, waarbij de geselecteerde locatie in de nieuwe route wordt opgenomen.

4Selecteer indien nodig een optie:

Als u meer routepunten aan de route wilt toevoegen, selecteert u meer locaties op de kaart.

Als u een routepunt wilt verwijderen, selecteert u .

5Als u klaar bent met het aanpassen van de route, selecteert u

Ga!.

Een omweg maken

U kunt aangeven dat u wilt omrijden over de opgegeven afstand op de route of over bepaalde wegen. Zo vermijdt u bijvoorbeeld wegwerkzaamheden, afgesloten wegen of slechte wegen.

1 Selecteer op de kaart > Wijzig route.

TIP: Als de functie Wijzig route niet voorkomt in het menu kaartfuncties, kunt u deze toevoegen (Kaartfuncties inschakelen, pagina 10).

2Selecteer een optie:

Als u een bepaalde afstand wilt omrijden, selecteert u

Omrijden over afstand.

Als u wilt omrijden om een bepaalde weg op de route te vermijden, selecteert u Omrijden via weg.

Selecteer Omrijden om een nieuwe route te vinden.

De routeberekeningsmodus wijzigen

1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Berekenmodus.

2Selecteer een optie:

Selecteer Snellere tijd om routes te berekenen die sneller worden afgelegd maar mogelijk langer in afstand zijn.

Selecteer Offroad om routes van beginpunt naar eindpunt te berekenen, zonder rekening te houden met wegen.

Selecteer Kortere afstand om routes te berekenen die korter in afstand zijn maar mogelijk langzamer worden afgelegd.

De route stoppen

Selecteer op de kaart > Stop.

Routesuggesties gebruiken

U dient ten minste één locatie op te slaan en de functie reisgeschiedenis in te schakelen voordat u deze functie kunt gebruiken (Toestelen privacyinstellingen, pagina 18).

Bij gebruik van de functie myTrendsvoorspelt uw toestel uw bestemming op basis van uw reisgeschiedenis, dag van de week en tijd van de dag. Nadat u een aantal malen naar een opgeslagen locatie bent gereden, wordt de locatie mogelijk weergegeven in de navigatiebalk op de kaart, samen met de verwachte reisduur en verkeersinformatie.

Selecteer de navigatiebalk om een routesuggestie voor de locatie te bekijken.

Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden

Files op uw route vermijden

Om files te kunnen vermijden moet u verkeersinformatie ontvangen (Verkeersinformatie ontvangen via Smartphone Link, pagina 13).

Het toestel berekent standaard de optimale route om files automatisch te vermijden. Als u deze optie hebt uitgeschakeld in de verkeersinstellingen (Verkeersinstellingen, pagina 17), kunt u handmatig verkeersinformatie bekijken en files vermijden.

1 Selecteer tijdens het navigeren > Verkeersinfo.

2 Selecteer Alternatieve route, indien beschikbaar.

3 Selecteer Ga!.

Tolwegen vermijden

Uw toestel kan zorgen dat uw route niet door tolgebieden loopt waarvoor u tolgeld moet betalen, zoals tolwegen, tolbruggen of congestiezones. Als er geen redelijk begaanbare alternatieve routes zijn, kan het voorkomen dat het toestel toch een tolgebied in uw route opneemt.

1 Selecteer Instellingen > Navigatie.

2Selecteer een optie:

OPMERKING: Het menu verandert op basis van uw regio en de kaartgegevens op uw toestel.

Selecteer Tolwegen.

Selecteer Tol en kosten > Tolwegen.

3Selecteer een optie:

Als u wilt dat uw toestel voordat u een tolgebied inrijdt steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u Vraag altijd.

Als het toestel tolgebieden altijd moet vermijden, selecteert u Vermijd.

Als het toestel tolgebieden altijd moet toestaan, selecteert u Sta toe.

4 Selecteer Sla op.

Navigeren naar uw bestemming

5

Loading...
+ 19 hidden pages