GARMIN CAMPER 660 User Manual [nl]

0 (0)

Downloaded

from Camper 660 www . vandenborre . be

Gebruikershandleiding

Mei 2015

Gedrukt in Taiwan

190-01915-35_0A

Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijkDownloadedworden gekopieerd zonder schriftelijke

toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar

www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.

from

 

 

 

 

Garmin® en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.

Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.

 

www

 

 

 

ecoRoute, myGarmin, myTrends, trafficTrends, nüMaps Guaranteeen nüMaps Lifetimezijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar

 

dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.

 

.

Het merk en de logo's van Bluetooth

 

 

 

 

®

 

 

vandenborre

microSDen het microSDHC logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. Windows®, Windows Vista® en Windows XP® zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Mac® is een handelsmerk van Apple Inc. ACSIis een handelsmerk van Auto Camper Service International Holding B.V. HD Radioen het HD logo zijn een handelsmerk van iBiquity Digital Corporation. De HD Radio technologie is geproduce rd onder licentie van iBiquity Digital Corporation. Amerikaanse en internationale patenten. Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.

. be

Inhoudsopgave

 

Aan de slag.....................................................................

1

Het toestel aansluiten op voertuigvoeding ..................................

1

GPS-signalen ontvangen ............................................................

1

Statusbalkpictogrammen ............................................................

1

Werken met de knoppen op het scherm .....................................

1

De slaapstand inschakelen en uitschakelen ...............................

1

Het toestel uitschakelen .........................................................

1

Het volume regelen .....................................................................

1

Automatisch volume inschakelen ...........................................

1

De helderheid van het scherm aanpassen .................................

2

Voertuigprofielen............................................................

2

Een voertuigprofiel toevoegen ....................................................

2

Een voertuigprofiel activeren ......................................................

2

Een voertuigprofiel bewerken .....................................................

2

Navigeren naar uw bestemming...................................

2

Routes ........................................................................................

2

Een route starten ........................................................................

2

Naar huis navigeren ...............................................................

2

Uw route op de kaart ..................................................................

2

Geavanceerde rijbaanassistentie ..........................................

3

Een lijst met afslagen weergeven ..........................................

3

De gehele route op de kaart weergeven ................................

3

Een locatie aan uw route toevoegen ..........................................

3

Uw route aanpassen ...................................................................

3

Een omweg maken .....................................................................

3

De route stoppen ........................................................................

3

De routeberekeningsmodus wijzigen ..........................................

3

Een route starten op de kaart .....................................................

4

Meerdere routes vooraf bekijken ................................................

4

Reisplanner .................................................................................

4

Een reis plannen ....................................................................

4

Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis .................

4

De volgorde van tussenstops in een reis optimaliseren ........

4

Locaties in een reis wijzigen en de volgorde aanpassen .......

4

Uw actieve route wijzigen en opslaan ....................................

4

Routeopties wijzigen ..............................................................

4

Vertrektijd en verblijfsduur plannen .......................................

4

Routesuggesties gebruiken ........................................................

5

Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden ....................

5

Files op uw route vermijden ...................................................

5

Tolwegen vermijden ...............................................................

5

Tolvignetten vermijden ...........................................................

5

Punten vermijden op de route ................................................

5

Milieuzones vermijden ...........................................................

5

Aangepast vermijden .............................................................

5

Offroad navigeren .......................................................................

6

Locaties zoeken..............................................................

6

Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk .......................

6

Het zoekgebied wijzigen .............................................................

6

Nuttige punten ............................................................................

6

Een locatie zoeken op categorie ............................................

6

Zoeken binnen een categorie ................................................

6

Navigeren naar nuttige punten binnen een locatie ................

6

ACSI™ kampeerplaatsen zoeken ..........................................

7

Foursquare® ..........................................................................

7

Eigen nuttige punten ..............................................................

7

Zoekfuncties ...............................................................................

7

Een adres zoeken ..................................................................

7

Een kruispunt zoeken ............................................................

7

Een stad zoeken ....................................................................

7

Een locatie zoeken met behulp van coördinaten ...................

7

Zoeken naar recent gevonden bestemmingen ...........................

7

De lijst met recent gevonden locaties wissen ........................

7

Downloaded

 

 

8

Uw vorige parkeerplaats vinden .................................................

 

 

 

De huidige locatiegegevens weergeven .....................................

 

 

8

Nooddiensten en tankstations vinden ....................................

 

 

8

Routebeschrijving naar uw huidige locatie ............................

 

 

8

Een snelkoppeling toevoegen ....................................................

from

 

 

8

Een snelkoppeling verwijderen ..............................................

www

 

8

Locaties opslaan .........................................................................

 

8

Een locatie opslaan

 

.

 

 

 

.................... 8

Uw huidige locatie opslaan

 

vandenborre

 

 

 

8

Een thuislocatie opslaan ........................................................

 

 

 

8

Een opgeslagen locatie bewerken .........................................

 

 

8

Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzen ..............

8

Een opgeslagen locatie verwijderen ......................................

 

 

.8

De kaart gebruiken

 

 

 

be

 

 

 

9

Kaartfuncties ...............................................................................

 

 

 

9

Een kaartfunctie weergeven ..................................................

 

 

 

9

Kaartfuncties inschakelen ......................................................

 

 

 

9

Verderop .....................................................................................

 

 

 

9

Nuttige punten verderop zoeken ............................................

 

 

 

9

De categorieën verderop aanpassen .....................................

 

 

9

Reisinformatie .............................................................................

 

 

 

9

Reisgegevens op de kaart weergeven ..................................

 

 

9

De pagina met reisinformatie weergeven ..............................

 

 

9

Het reislog weergeven ...........................................................

 

 

 

9

Reisinformatie herstellen .......................................................

 

 

 

9

Verkeersproblemen op uw route weergeven ..............................

 

 

9

Verkeersinformatie op de kaart weergeven ...........................

 

 

9

Verkeersproblemen zoeken .................................................

 

 

 

10

Naderende hoogtewijzigingen weergeven ................................

 

 

10

Flitspaalinformatie .....................................................................

 

 

 

10

De kaart aanpassen ..................................................................

 

 

 

10

Het voertuig aanpassen .......................................................

 

 

 

10

De kaartlagen aanpassen ....................................................

 

 

 

10

Het kaartgegevensveld aanpassen .....................................

 

 

10

Het kaartperspectief wijzigen ...............................................

 

 

 

10

Verkeersinformatie.......................................................

 

 

 

10

Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een

 

 

verkeersinformatie-ontvanger ...................................................

 

 

 

11

Verkeersinformatie ontvangen met behulp van Smartphone

 

Link ...........................................................................................

 

 

 

11

Informatie over verkeersabonnementen ...................................

 

 

11

Abonnement activeren .........................................................

 

 

 

11

Verkeersabonnementen weergeven ....................................

 

 

11

Een abonnement toevoegen ................................................

 

 

 

11

Verkeersinformatie inschakelen ................................................

 

 

 

11

Spraakopdrachten........................................................

 

 

 

11

De activeerzin instellen .............................................................

 

 

 

11

Spraakopdrachten activeren .....................................................

 

 

 

11

Tips voor spraakopdrachten .....................................................

 

 

 

11

Een route starten met een spraakopdracht ..............................

 

 

11

Instructies dempen ...................................................................

 

 

 

12

Spraakbesturing ........................................................................

 

 

 

12

Spraakbesturing configureren ..............................................

 

 

 

12

Spraakbesturing gebruiken ..................................................

 

 

 

12

Voice Control Tips ................................................................

 

 

 

12

Handsfree bellen..........................................................

 

 

 

12

Uw telefoon koppelen ...............................................................

 

 

 

12

Draadloze Bluetooth technologie inschakelen

.....................

 

12

Tips na het koppelen van de toestellen ...............................

 

 

12

Verbinding met een Bluetooth toestel verbreken .................

12

Een gekoppelde telefoon verwijderen ..................................

 

 

12

Telefoneren ...............................................................................

 

 

 

12

Een nummer kiezen .............................................................

 

 

 

12

Een contactpersoon in uw telefoonboek bellen ...................

 

12

Een locatie bellen .................................................................

 

 

 

12

Inhoudsopgave

i

Een oproep ontvangen .............................................................

12

De oproepinfo gebruiken ..........................................................

12

De gespreksopties gebruiken ...................................................

13

Een telefoonnummer thuis opslaan ..........................................

13

Naar huis bellen ...................................................................

13

De apps gebruiken.......................................................

13

Help gebruiken ..........................................................................

13

Help-onderwerpen zoeken ...................................................

13

Smartphone Link .......................................................................

13

Smartphone Link downloaden .............................................

13

Verbinding maken met Smartphone Link .............................

13

Een locatie van uw telefoon naar uw toestel verzenden ......

13

Oproepen uitschakelen terwijl u verbonden bent met

 

Smartphone Link ..................................................................

13

Garmin Live Services ................................................................

13

Een abonnement nemen op Garmin Live Services .............

13

Over verkeerscamera's ........................................................

14

Over ecoRoute ..........................................................................

14

Het voertuigprofiel instellen ..................................................

14

De brandstofprijs wijzigen ....................................................

14

Het brandstofverbruik kalibreren ..........................................

14

ecoChallenge .......................................................................

14

Het brandstofverbruik weergeven ........................................

14

Afstandsrapporten ................................................................

14

ecoRoute informatie herstellen ............................................

14

Rijtips ...................................................................................

14

myGarmin-berichten weergeven ...............................................

15

De weersverwachting weergeven .............................................

15

Het weer voor een andere plaats weergeven ......................

15

De weerradar weergeven .....................................................

15

Weerwaarschuwingen weergeven .......................................

15

De omstandigheden op de weg controleren ........................

15

Recente routes en bestemmingen weergeven .........................

15

Het toestel aanpassen.................................................

15

Kaarten voertuiginstellingen ...................................................

15

Kaarten inschakelen ............................................................

15

Navigatie-instellingen ................................................................

15

Een gesimuleerde locatie instellen ......................................

16

Bluetooth instellingen ...............................................................

16

Bluetooth uitschakelen .........................................................

16

Scherminstellingen ...................................................................

16

Verkeersinstellingen .................................................................

16

Instellingen voor eenheden en tijd ............................................

16

De tijd instellen .....................................................................

16

Taalen toetsenbordinstellingen ..............................................

16

Gevarenzonealarminstellingen .................................................

16

Toestelen privacyinstellingen .................................................

16

De instellingen herstellen .........................................................

17

Toestelinformatie.........................................................

17

Toestelonderhoud .....................................................................

17

De behuizing schoonmaken ................................................

17

Het aanraakscherm schoonmaken ......................................

17

Diefstalpreventie ..................................................................

17

Het toestel herstellen ................................................................

17

Specificaties ..............................................................................

17

Appendix.......................................................................

17

Ondersteuning en updates .......................................................

17

Garmin Express instellen .....................................................

17

nüMaps Guarantee™ ...........................................................

17

Levenslange abonnementen ...............................................

17

Kaarten en software bijwerken met Garmin Express ...........

18

Gegevensbeheer ......................................................................

18

Bestandstypen .....................................................................

18

Informatie over geheugenkaarten ........................................

18

Het toestel aansluiten op uw computer ................................

18

 

Downloaded

 

18

Gegevens van uw computer overzetten ..............................

 

GPS-signaalstatus weergeven .................................................

 

19

Voedingskabels ........................................................................

 

 

19

Het toestel opladen ..............................................................

 

19

De zekering in de voertuigvoedingskabelfrom vervangen ..........

19

Bevestigen op het dashboard ...................................................

 

19

Het toestel, de steun en de zuignap verwijderenwww......................

19

Het toestel van de steun verwijderen

.

 

 

.................. 19

De steun van de zuignap verwijderen

vandenborre

 

19

De zuignap van de voorruit halen ........................................

 

19

Extra kaarten kopen ..................................................................

 

 

19

Accessoires aanschaffen ..........................................................

 

19

Problemen oplossen

 

.

 

19

De zuignap blijft niet op de voorruit zitten

 

be

 

19

Mijn toestel ontvangt geen satellietsignalen. ............................

 

19

Het toestel wordt niet opgeladen in mijn auto ...........................

 

19

De batterij blijft niet erg lang opgeladen ...................................

 

20

Het toestel verschijnt niet als verwisselbaar station op mijn

 

computer ...................................................................................

 

 

20

Het toestel verschijnt niet als draagbaar toestel op mijn

 

computer ...................................................................................

 

 

20

Het toestel verschijnt niet als een draagbaar toestel of als een

 

verwisselbaar station of volume op mijn computer

20

Ik kan mijn telefoon niet koppelen met het toestel ....................

20

Index..............................................................................

 

 

21

ii

Inhoudsopgave

GARMIN CAMPER 660 User Manual
Ongelezen myGarminberichten
Werken met de knoppen op het scherm
• Selecteer om terug te keren naar het vorige menuscherm.
• Houd ingedrukt om snel terug te gaan naar het hoofdmenu.
• Selecteer of voor meer keuzes.
• Houd of ingedrukt om sneller te bladeren.
• Selecteer om het menu met de opties voor het huidige scherm weer te geven.
De slaapstand inschakelen en uitschakelen
U kunt de slaapstand gebruiken om te voorkomen dat de batterij leeg raakt terwijl het toestel niet wordt gebruikt. In de slaapstand verbruikt uw toestel zeer weinig stroom en kunt u het snel activeren voor gebruik.
TIP: Laad uw toestel sneller op door het in de slaapmodus te zetten tijdens het opladen van de batterij.
Temperatuur
Verbonden met Smartphone Link
Batterijstatus
Huidige tijd
Voertuigprofielindicator
selecteren om instellingenDownloadedaan te passen of verdere informatie weer te geven.
GPS-signaalstatus
Status Bluetooth® (wordt weergegevenfrom als Bluetooth is inge-
schakeld) www . vandenborre . be

Aan de slag

WAARSCHUWING

Lees de gids Belangrijke veiligheidsen productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.

Update de kaarten en software op uw toestel.

Installeer het toestel in uw voertuig en sluit het aan op de voeding (Het toestel aansluiten op voertuigvoeding).

Zorg dat u GPS-signalen ontvangt (GPS-signalen ontvangen).

Pas het volume (Het volume regelen) en de helderheid aan (De helderheid van het scherm aanpassen).

Stel een voertuigprofiel voor uw camper in (Een voertuigprofiel toevoegen).

Navigeer naar uw bestemming (Een route starten).

Het toestel aansluiten op voertuigvoeding

WAARSCHUWING

Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren.

Voordat u uw toestel op batterijen gaat gebruiken, dient u het op te laden.

1 Steek de voertuigvoedingskabel in de USB-poort op het

À

toestel.

2

Druk de steun Á op de zuignap  totdat de steun vastklikt.

3

Druk de zuignap tegen de voorruit en duw de hendel à naar

 

achteren, naar de voorruit toe.

4Duw het lipje boven op de steun in de gleuf aan de achterzijde van het toestel.

5Druk de onderkant van de steun in het toestel totdat u een klik hoort.

6Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op een stroomvoorziening in uw auto.

GPS-signalen ontvangen

Als u wilt navigeren met het toestel, moet u satellieten zoeken.

op de statusbalk geeft de signaalsterkte van de satelliet weer. Het zoeken naar satellieten kan enkele minuten duren.

1 Het toestel inschakelen.

2 Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.

3Ga naar buiten, naar een open gebied, uit de buurt van hoge gebouwen en bomen.

Statusbalkpictogrammen

De statusbalk bevindt zich boven aan het hoofdmenu. De pictogrammen op de statusbalk bevatten informatie over de functies van het toestel. Sommige pictogrammen kunt u

Druk op de aan-uitknop .

À

Het toestel uitschakelen

1Houd de aan-uitknop ingedrukt tot er een melding op het scherm verschijnt.

De melding verschijnt na vijf seconden. Als u de aan-uitknop loslaat voordat de melding verschijnt, schakelt het toestel over naar de slaapmodus.

2 Selecteer Uit.

Het volume regelen

1 Selecteer Volume.

2Selecteer een optie:

Gebruik de schuifbalk om het volume aan te passen.

Selecteer om het geluid te dempen.

Selecteer voor extra opties.

Automatisch volume inschakelen

Uw toestel kan het volume automatisch verlagen of verhogen op basis van achtergrondgeluiden.

1 Selecteer Volume > .

2 Selecteer Automatisch volume.

Aan de slag

1

De helderheid van het scherm aanpassen

1 Selecteer Instellingen > Scherm > Helderheid.

2 Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen.

Voertuigprofielen

WAARSCHUWING

Het opgeven van uw voertuigprofiel is geen garantie dat altijd met alle kenmerken van uw voertuig bij routesuggesties rekening wordt gehouden of dat u in alle gevallen bovenstaande waarschuwingspictogrammen krijgt te zien. Er zijn mogelijk beperkingen in de kaartgegevens waardoor uw toestel niet altijd met deze beperkingen of wegomstandigheden rekening houdt. Houd u altijd aan de verkeersborden en houd rekening met de wegomstandigheden tijdens het rijden.

De berekening van de route en de navigatie is afhankelijk van uw voertuigprofiel. Het geactiveerde voertuigprofiel wordt aangegeven door een pictogram op de statusbalk. De navigatieen kaartinstellingen op uw toestel kunnen per voertuigtype afzonderlijk worden aangepast.

Wanneer u een camperprofiel activeert, worden verboden of onbegaanbare gebieden in routes vermeden op basis van de afmetingen, het gewicht en andere kenmerken van het voertuig die u hebt ingevoerd.

Een voertuigprofiel toevoegen

U moet een voertuigprofiel toevoegen voor elke camper waarvoor u uw Camper 660 toestel gebruikt.

1 Selecteer Instellingen > Voertuigprofiel > .

2Selecteer een optie:

Als u een motorhome met een vaste camper wilt toevoegen, selecteert u Motorhome.

Als u een camper wilt toevoegen die met een standaardkoppeling achter een voertuig wordt getrokken, selecteert u Trailer.

Als u een camper wilt toevoegen die met een opleggerkoppeling achter een vrachtwagen wordt getrokken, selecteert u Vijfde wiel.

3Volg de instructies op het scherm om de voertuigkenmerken in te voeren.

Nadat u een voertuigprofiel hebt toegevoegd, kunt u het profiel bewerken en aanvullende gegevens invoeren, zoals het voertuigidentificatienummer of het trailernummer (Een voertuigprofiel bewerken).

Een voertuigprofiel activeren

Voordat u een voertuigprofiel kunt activeren, moet u het profiel eerst toevoegen (Een voertuigprofiel toevoegen).

1 Selecteer Instellingen > Voertuigprofiel.

2 Selecteer een voertuigprofiel.

De informatie over het voertuigprofiel wordt weergegeven, inclusief de afmetingen en het gewicht.

3 Selecteer Select..

Een voertuigprofiel bewerken

U kunt de algemene informatie wijzigen in een voertuigprofiel of u kunt gedetailleerde informatie, zoals de maximumsnelheid, toevoegen aan een voertuigprofiel.

1 Selecteer Instellingen > Voertuigprofiel.

2 Selecteer het voertuigprofiel dat u wilt wijzigen.

3Selecteer een optie:

Als u de voertuigprofielgegevens wilt wijzigen, selecteert u en vervolgens het te wijzigen veld.

Als u de naam vanDownloadedeen v ertuigprofiel wilt wijzigen, selecteert u > > Wijzig profielnaam.

Als u het voertuigprofiel wilt verwijderen, selecteert u >

> Wis. from

 

www

Navigeren naar uw bestemming

 

.

Routes

vandenborre

 

Een route is het traject vanaf uw huidige locatie naar e n bestemming. Een route kan meerdere locaties of tussenstops bevatten op weg naar de bestemming (Een locatie aan uw route

toevoegen). Het toestel berekent de route naar uw bestemming.

op basis van de voorkeuren die u kiest in de navigatie-

be

instellingen, zoals de routeberekeningsmodus (De routeberekeningsmodus wijzigen) en te vermijden wegen (Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden). Het toestel kan ook wegen vermijden die niet passen bij het actieve voertuigprofiel (Voertuigprofielen).

Een route starten

1 Selecteer Waarheen?.

2Selecteer Voer zoekopdracht in, voer een zoekterm in en

selecteer (Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk).

TIP: U kunt ook locaties zoeken op basis van categorieën, met behulp van zoekfuncties of op andere manieren (Locaties zoeken).

3 Selecteer een locatie.

4 Selecteer Ga!.

Het toestel berekent een route naar de locatie en leidt u naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart (Uw route op de kaart).

Als u op extra locaties moet stoppen, kunt u deze locaties aan uw route toevoegen (Een locatie aan uw route toevoegen). U kunt ook de loop van de route aanpassen (Uw route aanpassen).

Naar huis navigeren

Selecteer Waarheen? > Naar huis.

De gegevens van uw thuislocatie bewerken

1

Selecteer Waarheen? > Opgeslagen > Thuis.

2

Selecteer .

3

Selecteer > Bewerk.

4

Voer uw wijzigingen in.

5

Selecteer OK.

Uw route op de kaart

KENNISGEVING

Het pictogram met de snelheidslimiet dient alleen ter informatie en u bent te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het opvolgen van aangegeven snelheidsbeperkingen en veilige deelname aan het verkeer. Garmin® is niet verantwoordelijk voor verkeersboetes of waarschuwingen die u ontvangt als u zich niet houdt aan van toepassing zijnde verkeersregels en verkeersborden.

Het toestel leidt u tijdens uw reis naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart.

2

Voertuigprofielen

Boven aan de kaart worden instructies weergegeven om de volgende afslag of afrit te nemen of een andere handeling uit te voeren. Het symbool geeft aan welke handeling u moet

À

uitvoeren en, indien beschikbaar, op welke rijbaan of rijbanen u moet rijden. Het toestel geeft ook de afstand tot de volgende handeling weer , evenals de naam van de straat of afrit

Á

waarop die handeling betrekking heeft .

Â

Een gekleurde lijn geeft de loop van uw route op de kaart

Ã

aan. Pijlen op de kaart geven aanstaande afslagen aan.

Ä

Wanneer u uw bestemming nadert, geeft een geruite vlag de plaats van bestemming aan.

Onder aan de kaart worden uw rijsnelheid , de weg waarop u

Å

rijdt en uw geschatte aankomsttijd weergegeven. U kunt

Æ Ç

het gegevensveld voor de aankomsttijd aanpassen om andere gegevens weer te geven (Het kaartgegevensveld aanpassen).

Als u op een hoofdweg rijdt, kan bijvoorbeeld de maximumsnelheid in een gegevensveld worden weergegeven. Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.

Geavanceerde rijbaanassistentie

Wanneer u tijdens het navigeren een afslag nadert, wordt een gedetailleerde simulatie van de weg weergegeven naast de kaart (indien beschikbaar). Een gekleurde lijn geeft de juiste

À

rijbaan voor de afslag aan.

Een lijst met afslagen weergeven

Als u een route aflegt, kunt u alle afslagen voor de volledige route weergeven, inclusief de afstand tussen de afslagen.

1Selecteer tijdens het navigeren de tekstbalk aan de bovenkant van de kaart.

2Selecteer een afslag.

De details van de afslag worden weergegeven. Op belangrijke wegen wordt er een afbeelding van de afslag weergegeven indien deze beschikbaar is.

De gehele route op de kaart weergeven

1Selecteer een plek op de kaart tijdens het navigeren van een route.

2 Selecteer .

Een locatie aan uw route toevoegen

Voordat u een locatie aan uw route kunt toevoegen, moet u een route starten (Een route starten).

U kunt op weg naar uw bestemming naar extra locaties navigeren. U kunt bijvoorbeeld een tankstation toevoegen als volgende stopplaats op uw route. U kunt ook een locatie toevoegen aan het eind van uw route.

TIP: Voor het plannen van complexe routes met meerdere locaties of geplande tussenstops kunt u de reisplanner gebruiken. Daarmee kunt u uw route plannen, wijzigen en opslaan (Een reis plannen).

1 Selecteer op de kaart > Waarheen?.

2 Zoek een locatie (Locaties zoeken).

3

 

Downloaded

 

Selecteer een locatie.

 

 

4

Selecteer Ga!.

 

 

 

5

Selecteer een optie:

from

 

• Als u de locatie wilt toevoegen als volgende tussenstop op

 

uw route, selecteert u Toev. als volgende stop.

 

 

 

 

www

 

• Als u de locatie wilt toevoegen aan het eind van uw route,

 

selecteert u Toev. als laatste stop.

.

 

 

 

 

vandenborre

• Als u de locatie wilt toevoegen en de volgorde van locaties op uw route wilt wijzigen, selecteert u Voeg toe aan route.

Uw toestel berekent de route opnieuw, inclusief de toegevoegde

locatie, en leidt u volgens de opgegeven volgorde naar de

.

locaties.

be

 

Uw route aanpassen

Voordat u uw route kunt vormgeven, moet u een route starten (Een route starten).

U kunt uw route handmatig aanpassen om de loop ervan te wijzigen. U kunt op die manier de route verleggen via een bepaalde weg of een bepaald gebied zonder een tussenstop of andere bestemming aan de route toe te voegen.

1 Selecteer een willekeurig punt op de kaart.

2Selecteer .

De routeaanpassingsmodus wordt gestart.

3Selecteer een locatie op de kaart.

TIP: U kunt selecteren om op de kaart in te zoomen en een exactere locatie te selecteren.

Het toestel berekent de route opnieuw, waarbij de geselecteerde locatie in de nieuwe route wordt opgenomen.

4Selecteer indien nodig een optie:

Als u meer routepunten aan de route wilt toevoegen, selecteert u meer locaties op de kaart.

Als u een routepunt wilt verwijderen, selecteert u .

5Als u klaar bent met het aanpassen van de route, selecteert u

Ga!.

Een omweg maken

Voordat u een omweg kunt maken, moet u een route navigeren en de functie voor het wijzigen van routes toevoegen aan het menu met kaartfuncties (Kaartfuncties inschakelen).

U kunt aangeven dat u wilt omrijden over de opgegeven afstand op de route of over bepaalde wegen. Zo vermijdt u bijvoorbeeld wegwerkzaamheden, afgesloten wegen of slechte wegen.

1 Selecteer op de kaart > Wijzig route.

2Selecteer een optie:

Als u voor een bepaalde afstand wilt omrijden, selecteert u

Omrijden over afstand.

Als u wilt omrijden om een bepaalde weg op de route te vermijden, selecteert u Omrijden via weg.

De route stoppen

Selecteer op de kaart > Stop.

De routeberekeningsmodus wijzigen

1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Berekenmodus.

2Selecteer een optie:

Selecteer Snellere tijd om routes te berekenen die sneller worden afgelegd maar mogelijk langer in afstand zijn.

Selecteer Offroad om routes van beginpunt naar eindpunt te berekenen, zonder rekening te houden met wegen.

Selecteer Zuinig rijden om routes te berekenen waar u minder brandstof verbruikt.

Navigeren naar uw bestemming

3

OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar wanneer u het voertuigprofiel voor auto's gebruikt (Voertuigprofielen).

Selecteer Kortere afstand om routes te berekenen die korter in afstand zijn maar mogelijk langzamer worden afgelegd.

Een route starten op de kaart

U kunt uw route starten door op de kaart een locatie te kiezen.

1 Selecteer Bekijk kaart.

2Versleep de kaart en zoom in om het te doorzoeken gebied weer te geven.

3Als u de weergegeven nuttige punten op categorie wilt filteren, selecteert u .

Locatiemarkeringen ( of een blauwe stip) worden op de kaart weergegeven.

4Selecteer een optie:

Selecteer een locatiemarkering.

Selecteer een punt, bijvoorbeeld een straat, kruispunt of adres.

5 Selecteer Ga!.

Meerdere routes vooraf bekijken

1 Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie). 2 Selecteer een locatie in de zoekresultaten.

3 Selecteer Routes.

4 Selecteer een route.

Reisplanner

Met de reisplanner kunt u een reis plannen en opslaan en later gebruiken als navigatieroute. U kunt zo bijvoorbeeld gemakkelijk een leveringsroute, een vakantie of een tochtje plannen. U kunt een opgeslagen reis later naar wens aanpassen en bijvoorbeeld de volgorde van locaties wijzigen, de volgorde van rustpauzes aanpassen en planningsinformatie en routepunten toevoegen.

U kunt de reisplanner ook gebruiken om uw huidige route te wijzigen en op te slaan.

Een reis plannen

Een reis kan vele locaties omvatten en moet in elk geval een beginen eindpunt hebben. Het vertrekpunt is de locatie waar u uw reis wilt beginnen. Als u de navigatie start op een andere locatie, biedt het toestel u de mogelijkheid om eerst naar uw vertrekpunt te navigeren. De bestemming is het eindpunt van de reis. In een rondreis kunnen vertrekpunt en eindpunt dezelfde locatie zijn. U kunt tussen vertreken eindpunt ook extra locaties of tussenstops opnemen.

1 Selecteer Apps > Reisplanner > > Maak reis. 2 Selecteer Selecteer startlocatie.

3 Kies een locatie als uw vertrekpunt en selecteer Select..

4 Selecteer Selecteer bestemming.

5 Kies een locatie als uw eindpunt en selecteer Select..

6Selecteer zo nodig Voeg locatie toe om extra locaties toe te voegen.

7Als u alle gewenste locaties hebt toegevoegd, selecteert u

Volgende > Sla op.

8 Voer een naam in en selecteer OK.

Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis 1 Selecteer Apps > Reisplanner.

2 Selecteer een opgeslagen reis.

3 Selecteer Ga!.

4 Selecteer uw volgende bestemming en selecteer Start.

 

Downloaded

De volgorde van tussenst ps in een reis

optimaliseren

 

Het toestel kan de volgorde van locaties in uw reis automatisch

optimaliseren om een kortere, efficiëntere route te bepalen.

Vertrekpunt en bestemming blijven ongewijzigdfrom

als u de

volgorde van locaties optimaliseert.

 

 

Selecteer tijdens het bewerken van de reiswww>

 

Optimaliseer volgorde.

.

 

 

Locaties in een reis wijzigen en de volgorde

aanpassen

vandenborre

1

Selecteer Apps > Reisplanner.

2

Selecteer een opgeslagen reis.

.

3

Selecteer een locatie.

be

 

4Selecteer een optie:

U kunt een locatie omhoog of omlaag verplaatsen door te selecteren en de locatie te slepen naar een nieuwe positie in de reis.

Als u na de geselecteerde locatie een nieuwe locatie wilt toevoegen, selecteert u .

Als u de locatie wilt verplaatsen, selecteert u .

Uw actieve route wijzigen en opslaan

Als een route actief is, kunt u de route met de reisplanner wijzigen en als reis opslaan.

1 Selecteer Apps > Reisplanner > Mijn actieve route.

2Wijzig de route met een van de beschikbare reisplannerfuncties.

Na elke wijziging wordt de route opnieuw berekend.

3Selecteer Sla op om uw route op te slaan als een reis die u later weer als navigatieroute kunt gebruiken (optioneel).

Routeopties wijzigen

U kunt de manier waarop routes voor uw reis worden berekend wijzigen in de routeopties.

1 Selecteer Apps > Reisplanner.

2 Selecteer een opgeslagen reis.

3Selecteer een of meer opties:

Als u het voertuigprofiel voor de reis wilt wijzigen, selecteert u het pictogram voor het voertuigprofiel (Voertuigprofielen).

Als u routepunten aan uw reis wilt toevoegen, selecteert u

> Reisinstellingen > Bepaal vorm van route en volgt u de instructies op het scherm (Uw route aanpassen).

Als u de berekenmodus voor de reis wilt wijzigen,

selecteert u > Reisinstellingen > Routevoorkeur (De routeberekeningsmodus wijzigen).

Vertrektijd en verblijfsduur plannen

U kunt aan elke locatie in uw reis planningsinformatie toevoegen, zoals de gewenste aankomsttijd en de duur van een tussenstop. Op die manier kunt u plannen hoe laat u moet vertrekken om op tijd aan te komen op de locaties in uw reis.

1 Selecteer Apps > Reisplanner.

2 Selecteer een reis.

3 Selecteer > Reisinstellingen > Wijzig planning.

4Selecteer een locatie en volg de instructies op het scherm om de planningsinformatie in te voeren.

TIP: Als u meerdere locaties in de reis moet plannen, moet u beginnen bij het vertrekpunt en naar het eindpunt toe werken.

5Herhaal stap 4 om de planningsinformatie voor extra locaties in te voeren.

6 Selecteer als u klaar bent Sla op.

4

Navigeren naar uw bestemming

Wanneer u aan de reis begint, moet u vertrekken op het tijdstip dat onder het vertrekpunt staat vermeld, zodat u op het geplande tijdstip aankomt op uw stopplaatsen en bestemmingen. De planning is slechts een schatting. Uw werkelijke aankomsttijden zijn afhankelijk van verkeerssituaties, wegwerkzaamheden en andere vertragingen.

Routesuggesties gebruiken

U dient ten minste één locatie op te slaan en de functie reisgeschiedenis in te schakelen voordat u deze functie kunt gebruiken (Toestelen privacyinstellingen).

Bij gebruik van de functie myTrendsvoorspelt uw toestel uw bestemming op basis van uw reisgeschiedenis, dag van de week en tijd van de dag. Nadat u een aantal malen naar een opgeslagen locatie bent gereden, wordt de locatie mogelijk weergegeven in de navigatiebalk op de kaart, samen met de verwachte reisduur en verkeersinformatie.

Selecteer de navigatiebalk om een routesuggestie voor de locatie te bekijken.

Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden

Files op uw route vermijden

Om files te kunnen vermijden moet u verkeersinformatie ontvangen (Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een verkeersinformatie-ontvanger).

Het toestel berekent standaard de optimale route om files automatisch te vermijden. Als u deze optie hebt uitgeschakeld in de verkeersinstellingen (Verkeersinstellingen), kunt u handmatig verkeersinformatie bekijken en files vermijden.

1 Selecteer tijdens het navigeren > Verkeersinfo. 2 Selecteer Alternatieve route, indien beschikbaar. 3 Selecteer Ga!.

Tolwegen vermijden

Uw toestel kan zorgen dat uw route niet door tolgebieden loopt waarvoor u tolgeld moet betalen, zoals tolwegen, tolbruggen of congestiezones. Als er geen redelijk begaanbare alternatieve routes zijn, kan het voorkomen dat het toestel toch een tolgebied in uw route opneemt.

1 Selecteer Instellingen > Navigatie.

2Selecteer een optie:

OPMERKING: Het menu verandert op basis van uw regio en de kaartgegevens op uw toestel.

Selecteer Tolwegen.

Selecteer Tol en kosten > Tolwegen.

3Selecteer een optie:

Als u wilt dat uw toestel voordat u een tolgebied inrijdt steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u Vraag altijd.

Als het toestel tolgebieden altijd moet vermijden, selecteert u Vermijd.

Als het toestel tolgebieden altijd moet toestaan, selecteert u Sta toe.

4 Selecteer Sla op

Tolvignetten vermijden

OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.

De kaartgegevens op uw toestel bevatten mogelijk gedetailleerde informatie over tolvignetten voor sommige landen. U kunt tolvignetten voor elk land vermijden of toestaan.

1Selecteer Instellingen > Navigatie > Tol en kosten > Tolvignetten.

2 Selecteer een land.

3 Selecteer een optie:

 

Downloaded

 

 

• Als wilt dat uw toestel vo

rdat u een tolgebied inrijdt

 

steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u Vraag altijd.

 

• Als het toestel tolgebieden altijd moet vermijden,

 

selecteert u Vermijd.

from

 

 

 

 

• Als het toestel tolgebieden altijd moet toestaan, selecteert

4

u Sta toe.

 

.

Selecteer Sla op.

 

 

 

www

Punten vermijden op de route

vandenborre

 

1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Te vermijden.

2 Selecteer de wegonderdelen die u niet op uw routes wilt

 

tegenkomen en selecteer Sla op.

.

Milieuzones vermijden

 

 

be

Uw toestel kan gebieden vermijden waarin milieuof uitstootbeperkingen gelden die van toepassing zijn op uw voertuig. Deze optie is van toepassing op het voertuigtype in het actieve voertuigprofiel (Voertuigprofielen).

1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Milieuzones.

2Selecteer een optie:

Als u wilt dat uw toestel voordat u een milieuzone inrijdt steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u Vraag altijd.

Als het toestel milieuzones altijd moet vermijden, selecteert u Vermijd.

Als het toestel milieuzones altijd moet toestaan, selecteert u Sta toe.

3 Selecteer Sla op

Aangepast vermijden

Een weg vermijden

1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden.

2 Selecteer Voeg te vermijden weg toe.

3Selecteer het vertrekpunt op een weg die u wilt vermijden en selecteer Volgende.

4 Selecteer het eindpunt op de weg en selecteer Volgende. 5 Selecteer OK.

Een gebied vermijden

1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden.

2 Selecteer indien nodig Voeg te vermijden toe.

3 Selecteer Voeg te vermijden gebied toe.

4Selecteer de linkerbovenhoek van het gebied dat u wilt vermijden en selecteer Volgende.

5Selecteer de rechterbenedenhoek van het gebied dat u wilt vermijden en selecteer Volgende.

Het geselecteerde gebied wordt met arcering weergegeven op de kaart.

6 Selecteer OK.

Een eigen te vermijden punt uitschakelen

U kunt een zelf ingesteld te vermijden punt uitschakelen zonder het te wissen.

1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden.

2 Selecteer een te vermijden punt.

3 Selecteer > Schakel uit.

Te vermijden punten verwijderen

1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden.

2Selecteer een optie:

Selecteer om alle eigen te vermijden punten te verwijderen.

Als u een eigen te vermijden punt wilt verwijderen, selecteert u het te vermijden punt en vervolgens > Wis.

Navigeren naar uw bestemming

5

Loading...
+ 19 hidden pages