GARMIN DRIVESMART 50 User Manual [nl]

0 (0)

Downloaded

Garmin DriveSmartfrom50/60/70 www . vandenborre . be

Gebruikershandleiding

Januari 2016

190-01921-35_0A

Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijkDownloadedworden gekopieerd zonder schriftelijke

toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar

www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.

from

 

 

 

 

 

 

 

Garmin® en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.

Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.

 

www

 

 

 

 

 

 

 

 

Garmin DriveSmart, Garmin Express, myTrends, nüMaps Guarantee, en nüMaps Lifetimezijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar

dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.

 

Android

is een handelsmerk van Google Inc. Apple

 

en Mac

 

zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het

 

 

®

 

®

 

 

.

 

 

 

 

 

 

 

 

vandenborre

woordmerk en de logo's van Bluetooth® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van dit woordmerk of deze logo's door Garmin is een licentie

verkregen. Foursquare® is een handelsmerk van Foursquare Labs, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. HD Radioen het HD logo zijn een

handelsmerk van iBiquity Digital Corporation. De HD Radio technologie is geproduceerd onder licentie van iBiquity Digital Corporation. Amerikaanse en

internationale patenten. microSDen het microSDHC logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. Windows®, Windows Vista® en Windows XP® zijn

geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.

 

.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

be

Inhoudsopgave

 

Aan de slag.....................................................................

1

Ondersteuning en updates .........................................................

1

Kaarten en software bijwerken met Garmin Express .............

1

Overzicht van toestellen .............................................................

1

Garmin DriveSmart 50 toesteloverzicht .................................

1

Garmin DriveSmart 60 toesteloverzicht .................................

2

Garmin DriveSmart 70 toesteloverzicht .................................

2

Het toestel aansluiten op voertuigvoeding ..................................

2

Het toestel inof uitschakelen .....................................................

2

GPS-signalen ontvangen ............................................................

2

Statusbalkpictogrammen ............................................................

2

Werken met de knoppen op het scherm .....................................

3

Het volume regelen .....................................................................

3

Automatisch volume inschakelen ...........................................

3

De audiomixer gebruiken .......................................................

3

De helderheid van het scherm aanpassen .................................

3

Functies voor het waarschuwen van de

 

bestuurder.......................................................................

3

Waarschuwingssignalen voor de bestuurder inof

 

uitschakelen ................................................................................

3

Roodlichtcamera's en flitsers ......................................................

3

Navigeren naar uw bestemming...................................

4

Routes ........................................................................................

4

Een route starten ........................................................................

4

Een route starten op de kaart ................................................

4

Naar huis navigeren ...............................................................

4

Uw route op de kaart ..................................................................

4

Geavanceerde rijbaanassistentie ..........................................

4

Afslagen en richtingaanwijzingen bekijken ............................

5

De gehele route op de kaart weergeven ................................

5

Een locatie aan uw route toevoegen ..........................................

5

Uw route aanpassen ...................................................................

5

Een omweg maken .....................................................................

5

De route stoppen ........................................................................

5

De routeberekeningsmodus wijzigen ..........................................

5

Reisplanner .................................................................................

5

Een reis plannen ....................................................................

5

Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis .................

6

De volgorde van tussenstops op een route optimaliseren .....

6

Locaties in een reis wijzigen en de volgorde aanpassen .......

6

Uw actieve route wijzigen en opslaan ....................................

6

Routeopties wijzigen ..............................................................

6

Vertrektijd en verblijfsduur plannen .......................................

6

Routesuggesties gebruiken ........................................................

6

Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden ....................

6

Files op uw route vermijden ...................................................

6

Tolwegen vermijden ...............................................................

6

Tolvignetten vermijden ...........................................................

7

Punten vermijden op de route ................................................

7

Milieuzones vermijden ...........................................................

7

Aangepast vermijden .............................................................

7

Offroad navigeren .......................................................................

7

Locaties zoeken en opslaan..........................................

7

Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk .......................

7

Zoekresultaten weergeven op de kaart ......................................

8

Het zoekgebied wijzigen .............................................................

8

Nuttige punten ............................................................................

8

Een locatie zoeken op categorie ............................................

8

Zoeken binnen een categorie ................................................

8

Navigeren naar nuttige punten binnen een locatie ................

8

Foursquare .............................................................................

8

Zoekfuncties ...............................................................................

9

Een adres zoeken ..................................................................

9

 

Downloaded

 

 

 

9

Een kruispunt zoeken ............................................................

 

 

 

Een stad zoeken ....................................................................

 

 

 

 

9

Een locatie zoeken met behulp van coördinaten ...................

9

Recent gevonden locaties bekijken ............................................

 

 

 

9

De lijst met recent gevonden locatiesfromwissen

........................

 

9

Uw vorige parkeerplaats vinden .................................................

www

 

9

De huidige locatiegegevens weergeven .....................................

 

9

Nooddiensten en tankstations vinden

 

.

 

 

 

.................... 9

Routebeschrijving naar uw huidige locatie

vandenborre

 

 

9

Een snelkoppeling toevoegen ....................................................

 

 

 

9

Een snelkoppeling verwijderen ..............................................

 

 

 

9

Locaties opslaan .........................................................................

 

 

 

 

9

Een locatie opslaan ................................................................

.

 

 

9

Uw huidige locatie opslaan

 

 

 

be

 

 

 

10

Een opgeslagen locatie bewerken .......................................

 

 

 

10

Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzen ............

10

Een opgeslagen locatie verwijderen ....................................

 

 

 

10

De kaart gebruiken.......................................................

 

 

 

10

Kaartfuncties .............................................................................

 

 

 

 

10

Een kaartfunctie weergeven ................................................

 

 

 

10

Kaartfuncties inschakelen ....................................................

 

 

 

10

Verderop ...................................................................................

 

 

 

 

10

Naderende locatie weergeven .............................................

 

 

 

10

De categorieën verderop aanpassen ...................................

 

 

 

11

Reisinformatie ...........................................................................

 

 

 

 

11

Reisgegevens op de kaart weergeven ................................

 

 

 

11

De pagina met reisinformatie weergeven ............................

 

 

11

Het reislog weergeven .........................................................

 

 

 

11

Reisinformatie herstellen .....................................................

 

 

 

11

Verkeersproblemen op uw route weergeven ............................

 

 

11

Verkeersinformatie op de kaart weergeven .........................

 

 

11

Verkeersproblemen zoeken .................................................

 

 

 

11

De kaart aanpassen ..................................................................

 

 

 

 

11

De kaartlagen aanpassen ....................................................

 

 

 

11

Het kaartgegevensveld aanpassen .....................................

 

 

 

11

Het kaartperspectief wijzigen ...............................................

 

 

 

11

Verkeersinformatie.......................................................

 

 

 

12

Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een

 

 

verkeersinformatie-ontvanger ...................................................

 

 

 

12

Verkeersinformatie ontvangen met behulp van Smartphone

 

Link ...........................................................................................

 

 

 

 

12

Informatie over verkeersabonnementen ...................................

 

 

 

12

Verkeersabonnementen weergeven ....................................

 

 

 

12

Een abonnement toevoegen ................................................

 

 

 

12

Verkeersinformatie inschakelen ................................................

 

 

 

12

Spraakopdrachten........................................................

 

 

 

12

De activeerzin instellen .............................................................

 

 

 

12

Spraakopdrachten activeren .....................................................

 

 

 

12

Tips voor spraakopdrachten .....................................................

 

 

 

13

Een route starten met een spraakopdracht ..............................

 

 

13

Instructies dempen ...................................................................

 

 

 

 

13

Spraakbesturing ........................................................................

 

 

 

 

13

Spraakbesturing configureren ..............................................

 

 

 

13

Spraakbesturing gebruiken ..................................................

 

 

 

13

Voice Control Tips ................................................................

 

 

 

 

13

Bluetooth connected functies.....................................

 

 

 

13

Koppelen met uw telefoon en verbinding maken met

 

Smartphone Link .......................................................................

 

 

 

 

13

Statuspictogrammen van de Bluetooth functie .........................

 

 

14

Bluetooth functies instellen voor uw Apple toestel ...................

 

14

Verbinding maken met de Smartphone Link app op uw Apple

toestel ..................................................................................

 

 

 

 

14

Handsfree bellen uitschakelen voor uw Apple .........toestel

14

Smartphone Link gegevens en smart notifications

 

uitschakelen voor uw Apple toestel .....................................

 

 

 

14

Inhoudsopgave

i

Bluetooth functies instellen voor uw smartphone met

 

Android™ ..................................................................................

14

Verbinding maken met de Smartphone Link app op uw

 

Android smartphone .............................................................

14

Bluetooth functies uitschakelen voor uw smartphone met

 

Android .................................................................................

14

Smartphone Link .......................................................................

15

Smartphone Link downloaden .............................................

15

Een locatie van uw telefoon naar uw toestel verzenden ......

15

Garmin Live Services ................................................................

15

Een abonnement nemen op Garmin Live Services .............

15

Smart Notifications ....................................................................

15

Meldingen ontvangen ..........................................................

15

De lijst met meldingen weergeven .......................................

16

Handsfree bellen .......................................................................

16

Telefoneren ..........................................................................

16

Een oproep ontvangen ........................................................

16

De oproepinfo gebruiken .....................................................

16

De gespreksopties gebruiken ..............................................

16

Een telefoonnummer thuis opslaan .....................................

16

Verbinding met een Bluetooth toestel verbreken ......................

16

Een gekoppelde telefoon verwijderen ......................................

16

De apps gebruiken.......................................................

16

Help gebruiken ..........................................................................

16

Help-onderwerpen zoeken ...................................................

16

De weersverwachting weergeven .............................................

16

Het weer voor een andere plaats weergeven ......................

17

De weerradar weergeven .....................................................

17

Weerwaarschuwingen weergeven .......................................

17

De omstandigheden op de weg controleren ........................

17

photoLive verkeerscamera's .....................................................

17

Een verkeerscamera opslaan ..............................................

17

Een verkeerscamera weergeven .........................................

17

Recente routes en bestemmingen weergeven .........................

17

Het toestel aanpassen.................................................

17

Kaarten voertuiginstellingen ...................................................

17

Kaarten inschakelen ............................................................

17

Navigatie-instellingen ................................................................

17

Instellingen berekenmodus ..................................................

18

Een gesimuleerde locatie instellen ......................................

18

Instellingen voor de achteruitrijcamera .....................................

18

babyCam instellingen ...............................................................

18

Bluetooth instellingen ...............................................................

18

Bluetooth uitschakelen .........................................................

18

Scherminstellingen ...................................................................

18

Verkeersinstellingen .................................................................

18

Instellingen voor eenheden en tijd ............................................

19

De tijd instellen .....................................................................

19

Taalen toetsenbordinstellingen ..............................................

19

Gevarenzonealarminstellingen .................................................

19

Toestelen privacyinstellingen .................................................

19

De instellingen herstellen .........................................................

19

Toestelinformatie.........................................................

19

Specificaties ..............................................................................

19

Voedingskabels ........................................................................

19

Het toestel opladen ..............................................................

19

Onderhoud van het toestel..........................................

19

Toestelonderhoud .....................................................................

19

De behuizing schoonmaken ................................................

19

Het aanraakscherm schoonmaken ......................................

20

Diefstalpreventie ..................................................................

20

Het toestel herstellen ................................................................

20

Het toestel, de steun en de zuignap verwijderen ......................

20

Het toestel van de steun verwijderen ...................................

20

De steun van de zuignap verwijderen ..................................

20

Downloaded

 

 

20

De zuignap van de voorruit halen

........................................

 

 

De zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen ...............

20

Problemen oplossen....................................................

from

 

20

De zuignap blijft niet op de voorruit zitten .................................

 

 

20

Mijn toestel ontvangt geen satellietsignalen. ............................

 

20

 

 

www

20

Het toestel wordt niet opgeladen in mijn auto ...........................

 

De batterij blijft niet erg lang opgeladen ...................................

 

.

20

 

 

 

 

Het toestel verschijnt niet als een draagbaar toestelvandenborreof als een

Het toestel verschijnt niet als verwisselbaar station op mijn

 

computer ...................................................................................

 

 

 

20

Het toestel verschijnt niet als draagbaar toestel op mijn

 

computer ...................................................................................

 

 

 

20

verwisselbaar station of volume op mijn computer

.

21be

Ik kan mijn telefoon niet koppelen met het toestel ....................

21

Appendix.......................................................................

 

 

 

21

Een geheugenkaart installeren voor kaarten en gegevens ......

21

Gegevensbeheer ......................................................................

 

 

 

21

Informatie over geheugenkaarten ........................................

 

 

21

Het toestel aansluiten op uw computer ................................

 

 

21

Gegevens van uw computer overzetten ..............................

 

21

GPS-signaalstatus weergeven .................................................

 

 

 

21

Extra kaarten kopen ..................................................................

 

 

 

21

Accessoires aanschaffen ..........................................................

 

 

 

21

Index..............................................................................

 

 

 

22

ii

Inhoudsopgave

GARMIN DRIVESMART 50 User Manual

Aan de slag

WAARSCHUWING

Lees de gids Belangrijke veiligheidsen productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.

Update de kaarten en software op uw toestel (Kaarten en software bijwerken met Garmin Express, pagina 1).

Installeer het toestel in uw voertuig en sluit het aan op de voeding (Het toestel aansluiten op voertuigvoeding, pagina 2).

Zorg dat u GPS-signalen ontvangt (GPS-signalen ontvangen, pagina 2).

Pas het volume (Het volume regelen, pagina 3) en de helderheid aan (De helderheid van het scherm aanpassen, pagina 3).

Navigeer naar uw bestemming (Een route starten, pagina 4).

Ondersteuning en updates

Garmin Express(garmin.com/express) biedt u eenvoudig toegang tot deze services voor Garmin® toestellen.

Productregistratie

Producthandleidingen

Software-updates

Gegevens worden geüpload naar Garmin Connect

Kaartof baanupdates

Voertuigpictogrammen, stemmen en andere extra's

Kaarten en software bijwerken met Garmin Express

Gebruik Garmin Express software om de nieuwste kaarten software-updates voor uw toestel te downloaden en installeren. Kaartupdates bevatten de meest recente kaartgegevens zodat uw toestel de routes naar uw bestemmingen accuraat en efficiënt kan blijven berekenen. Garmin Express is beschikbaar voor Windows® en Mac® computers.

1 Ga op de computer naar www.garmin.com/express.

2Selecteer een optie:

Als u wilt installeren op een Windows computer, selecteert u Download voor Windows.

Als u wilt installeren op een Mac computer, selecteert u

Download voor Mac.

3Open het gedownloade bestand en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.

4 Start Garmin Express.

5Sluit uw Garmin toestel met een USB-kabel aan op de computer.

 

Downloaded

 

 

 

from

 

 

 

www

 

 

 

.

 

6

Klik op Voeg een toestel toe.

vandenborre

 

De Garmin Express software detecteert uw toestel.

.

7

Klik op Voeg toestel toe.

 

be

 

 

8Volg de instructies op het scherm om uw toestel toe te voegen aan de Garmin Express software.

Wanneer de installatie is voltooid, zoekt de Garmin Express naar kaarten software-updates voor uw toestel.

9Selecteer een optie:

Als u alle beschikbare updates wilt installeren, klikt u op

Installeer alles.

Als u een enkele update wilt installeren, klikt u op Details weergeven en selecteert u een update.

De Garmin Express software downloadt en installeert de updates op uw toestel. Kaartupdates zijn erg groot en dit proces kan veel tijd in beslag nemen met een langzame internetverbinding.

Overzicht van toestellen

Garmin DriveSmart 50 toesteloverzicht

Aan-uitknop

À

Mini-USB stroomen datapoort

Á

Aan de slag

1

Â

Geheugenkaartsleuf voor kaarten en gegevens

Ã

Microfoon voor spraakopdrachten of handsfree bellen

Garmin DriveSmart 60 toesteloverzicht

À

Aan-uitknop

Á

Mini-USB stroomen datapoort

 

 

Â

Geheugenkaartsleuf voor kaarten en gegevens

 

 

Ã

Microfoon voor spraakopdrachten of handsfree bellen

 

 

Garmin DriveSmart 70 toesteloverzicht

À

Aan-uitknop

Á

Mini-USB stroomen datapoort

 

 

Â

Geheugenkaartsleuf voor kaarten en gegevens

Ã

Microfoon voor spraakopdrachten of handsfree bellen

 

 

Het toestel aansluiten op voertuigvoeding

WAARSCHUWING

Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren.

Voordat u uw toestel op batterijen gaat gebruiken, dient u het op te laden.

1 Steek de voertuigvoedingskabel in de USB-poort op het

À

toestel.

 

 

Downloaded

 

 

 

 

from

 

 

 

 

www

 

 

 

 

.

 

2

Druk de steun

Á op de zuignap

vandenborre

 totdat de steun vastklikt. .

3

Druk de zuignap tegen de voorruit en duw de hendel

be

à naar

achteren, naar de voorruit toe.

4Duw het lipje boven op de steun in de gleuf aan de achterzijde van het toestel.

5Druk de onderkant van de steun in het toestel totdat u een klik hoort.

6Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op een stroomvoorziening in uw auto.

Het toestel inof uitschakelen

Als u het toestel wilt inschakelen, drukt u op de aan-uitknop, of sluit u het toestel aan op stroom.

Als u het toestel in de energiezuinige modus wilt zetten, drukt u op de aan-uitknop terwijl het toestel is ingeschakeld.

In de energiezuinige modus staat het scherm uit en verbruikt het toestel zeer weinig stroom, maar kunt u het snel activeren voor gebruik.

TIP: Laad uw toestel sneller op door het in de energiezuinige modus te zetten tijdens het opladen van de batterij.

Als u het toestel volledig wilt uitschakelen, drukt u op de aanuitknop en houdt u deze vast tot een melding op het scherm verschijnt. Dan selecteert u Uit.

De melding verschijnt na vijf seconden. Als u de aan-uitknop loslaat voordat de melding verschijnt, schakelt het toestel over naar de energiezuinige modus.

GPS-signalen ontvangen

Wanneer u uw navigatietoestel inschakelt, moet de GPSontvanger gegevens van de satellieten verzamelen en de actuele locatie bepalen. op de statusbalk geeft de signaalsterkte van de satelliet weer. De tijd die nodig is om satellietsignalen te ontvangen verschilt op basis van diverse factoren, waaronder hoe ver u bent verwijderd van de plek waar u uw navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt, of u vrij zicht op de lucht hebt, en wanneer u uw navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt. De eerste keer dat u uw navigatietoestel inschakelt, kan het enkele minuten duren voordat u satellietsignalen ontvangt.

1 Schakel het toestel in.

2 Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.

3Ga naar buiten, naar een open gebied, uit de buurt van hoge gebouwen en bomen.

Wanneer groen wordt, ontvangt het toestel satellietsignalen en is het klaar voor navigatiedoeleinden.

Statusbalkpictogrammen

De statusbalk bevindt zich boven aan het hoofdmenu. De pictogrammen op de statusbalk bevatten informatie over de functies van het toestel. Sommige pictogrammen kunt u selecteren om instellingen aan te passen of verdere informatie weer te geven.

2

Aan de slag

GPS-signaalstatus. Houd vast om de GPS-nauwkeurigheid en ontvangen satellietinformatie weer te geven (GPSsignaalstatus weergeven, pagina 21).

Bluetooth® status. Selecteer om de Bluetooth instellingen weer te geven (Bluetooth instellingen, pagina 18).

Verbonden met handsfree bellen. Selecteer om te bellen (Handsfree bellen, pagina 16).

Huidige tijd. Selecteer om de tijd in te stellen (De tijd instellen, pagina 19).

Batterijniveau.

Verbonden met de Smartphone Link app. Selecteer om verbonden toestel en abonnementsinformatie weer te geven (Koppelen met uw telefoon en verbinding maken met Smartphone Link, pagina 13).

Temperatuur. Selecteer om de weersverwachting weer te geven (De weersverwachting weergeven, pagina 16).

Werken met de knoppen op het scherm

Met behulp van schermknoppen kunt u door de pagina's, menu's en menu-opties van uw toestel navigeren.

Selecteer om terug te gaan naar het vorige menuscherm.

Houd ingedrukt om snel terug te gaan naar het hoofdmenu.

Selecteer of om door lijsten of menu's te bladeren.

Houd of ingedrukt om sneller te bladeren.

Selecteer om een contextmenu met de opties voor het huidige scherm weer te geven.

Het volume regelen

1 Selecteer Volume.

2Selecteer een optie:

Gebruik de schuifbalk om het volume aan te passen.

Selecteer om het geluid te dempen.

Selecteer voor extra opties.

Automatisch volume inschakelen

Uw toestel kan het volume automatisch verlagen of verhogen op basis van achtergrondgeluiden.

1 Selecteer Volume > .

2 Selecteer Automatisch volume.

De audiomixer gebruiken

U kunt met de audiomixer het geluidsniveau instellen voor verschillende typen audio, zoals navigatieaanwijzingen of telefoongesprekken. Het niveau voor elk audiotype is een percentage van het hoofdvolume.

1 Selecteer Volume.

2 Selecteer > Audiomixer.

3Gebruik de schuifregelaars om voor elk audiotype het volume in te stellen.

De helderheid van het scherm aanpassen

1 Selecteer Instellingen > Scherm > Helderheid.

2 Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen.

Functies voor het waarschuwen van de bestuurder

LET OP

Waarschuwingen en aangegeven snelheidslimieten dienen alleen ter informatie. U bent te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het opvolgen van aangegeven snelheidsbeperkingen en veilige deelname aan het verkeer. Garmin is niet verantwoordelijk voor verkeersboetes of waarschuwingen die u

 

Downloaded

ontvangt als u zich niet houdt aan geldende verkeersregels en

verkeersborden.

 

Uw toestel is voorzien van functies die veiliger rijgedrag kunnen

bevorderen en de efficiëntie kunnen verhogen, ook als u in een

from

 

bekende omgeving rijdt. Het toestel waarschuwt met een

geluidssignaal of bericht en geeft bij elke waarschuwing

informatie weer. U kunt het geluidssignaalwwwof bericht voor elk

type waarschuwing inof uitschakelen. Niet alle

.

 

waarschuwingen zijn in alle regio's beschikbaar.

 

Schoolzone of nabijgelegen school: Het toestel geeft een

 

vandenborre

geluidssignaal en geeft de afstand tot een naderende school

of schoolzone en, indien beschikbaar, de geldende

.

maximumsnelheid weer.

Maximumsnelheid verlaagd: Het toestel geeft een

be

 

geluidssignaal en geeft de lagere maximumsnelheid weer

 

voor de zone die u nadert, zodat u uw snelheid kunt

 

aanpassen.

 

Maximumsnelheid overschreden: Het toestel geeft een geluidssignaal en markeert het pictogram voor maximumsnelheid met een rode rand als u de aangegeven maximumsnelheid voor de weg waarop u rijdt, overschrijdt.

Verkeerde rijrichting op een straat met eenrichtingsverkeer: Het toestel speelt een bericht af en geeft een waarschuwing weer op het hele scherm als u van de verkeerde kant een straat met eenrichtingsverkeer inslaat. Het scherm wordt omgeven door een rode rand en bovenaan blijft een waarschuwing staan tot u de straat met eenrichtingsverkeer verlaat of uw rijrichting corrigeert.

Spoorwegovergang: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft de afstand tot een naderende spoorwegovergang weer.

Dierenoversteekplaats: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft de afstand tot een naderende dierenoversteekplaats weer.

Bocht: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft de afstand tot een bocht in de weg weer.

Langzaam verkeer: Het toestel geeft een geluidssignaal en geeft de afstand tot langzaam verkeer weer als u op hoge snelheid langzaam verkeer nadert. Voor gebruik van deze functie moet uw toestel verkeersinformatie ontvangen (Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een verkeersinformatie-ontvanger, pagina 12).

Vermoeidheidswaarschuwing: Het toestel geeft een geluidssignaal en suggereert tussenstops op de route als u langer dan twee uur hebt gereden zonder te stoppen.

Waarschuwingssignalen voor de bestuurder inof uitschakelen

U kunt waarschuwingssignalen voor de bestuurder afzonderlijk uitschakelen. De visuele waarschuwing wordt ook weergegeven als het waarschuwingssignaal is uitgeschakeld.

1Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Audiowaarschuwingen.

2Schakel het selectievakje naast elk waarschuwingssignaal in of uit.

Roodlichtcamera's en flitsers

LET OP

Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van, of consequenties van het gebruik van, een database met eigen nuttige punten of flitspaaldatabase.

OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle regio's of productmodellen.

Informatie over de locaties van roodlichtcamera's en flitsers is beschikbaar in sommige gebieden voor sommige toestelmodellen. Ga naar garmin.com/speedcameras om de

Functies voor het waarschuwen van de bestuurder

3

beschikbaarheid en compatibiliteit te controleren of een abonnement of eenmalige update aan te schaffen. U kunt op elk gewenst moment de gegevens van een nieuwe regio aanschaffen of een bestaand abonnement uitbreiden.

Ga naar mygarmin.com om de cameradatabase op uw toestel bij te werken. Werk uw toestel regelmatig bij om de meest recente cameragegevens te ontvangen.

Voor sommige toestellen en regio's zijn algemene roodlichtcameraof flitspaalgegevens mogelijk al inbegrepen bij uw toestel. Updates of een abonnement vallen niet onder de inbegrepen gegevens.

Navigeren naar uw bestemming

Routes

Een route is de weg van uw huidige locatie naar een of meer bestemmingen.

Het toestel berekent een aanbevolen route naar uw bestemming op basis van de door u opgegeven voorkeuren, zoals de modus voor routeberekening (De routeberekeningsmodus wijzigen, pagina 5) en te

vermijden wegen (Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden, pagina 6).

U kunt via de aanbevolen route snel naar uw bestemming navigeren of u kunt een alternatieve route kiezen (Een route starten, pagina 4).

Als u bepaalde wegen wilt gebruiken of vermijden, kunt u de route aanpassen (Uw route aanpassen, pagina 5).

U kunt aan een route meerdere bestemmingen toevoegen (Een locatie aan uw route toevoegen, pagina 5).

Een route starten

1Selecteer Waarheen? en zoek een locatie (Locaties zoeken en opslaan, pagina 7).

2 Selecteer een locatie.

3Selecteer een optie:

Selecteer Ga! om te starten met navigeren via de aanbevolen route.

U kunt een alternatieve route kiezen door en vervolgens een route te selecteren.

Alternatieve routes worden rechts van de kaart weergegeven.

Als u de route wilt wijzigen, selecteert u > Wijzig route en voegt u routepunten aan de route toe (Uw route aanpassen, pagina 5).

Het toestel berekent een route naar de locatie en leidt u naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart (Uw route op de kaart, pagina 4). Aan de rand van de kaart wordt een paar seconden een weergave van de belangrijkste wegen op uw route gegeven.

Als u op meerdere bestemmingen moet stoppen, kunt u deze locaties aan uw route toevoegen (Een locatie aan uw route toevoegen, pagina 5).

Een route starten op de kaart

U kunt uw route starten door op de kaart een locatie te kiezen.

1 Selecteer Bekijk kaart.

2Versleep de kaart en zoom in om het te doorzoeken gebied weer te geven.

3Als u de weergegeven nuttige punten op categorie wilt filteren, selecteert u .

Locatiemarkeringen ( of een blauwe stip) worden op de kaart weergegeven.

4 Selecteer een optie:

 

 

Downloaded

 

 

• Selecteer een locatiemarkering.

 

 

• Selecteer een punt, bijvoorb

eld een straat, kruispunt of

 

adres.

 

from

5

Selecteer Ga!.

 

 

 

 

Naar huis navigeren

 

www

De eerste keer dat u een route naar huis start, vraagt het toestel

u om uw thuislocatie op te geven.

 

.

1

Selecteer Waarheen? > Naar huis.

vandenborre

 

2

Voer zo nodig uw thuislocatie in.

 

 

Uw thuislocatie bewerken

 

 

1

Selecteer Waarheen? > Opgeslagen > Stel thuislocatie in.

2

Voer uw thuislocatie in.

 

be

 

 

Uw route op de kaart

LET OP

Het pictogram met de snelheidslimiet dient alleen ter informatie en u bent te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het opvolgen van aangegeven snelheidsbeperkingen en veilige deelname aan het verkeer. Garmin is niet verantwoordelijk voor verkeersboetes of waarschuwingen die u ontvangt als u zich niet houdt aan van toepassing zijnde verkeersregels en verkeersborden.

Het toestel leidt u tijdens uw reis naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart. Boven aan de kaart worden instructies weergegeven om de volgende afslag of afrit te nemen of een andere handeling uit te voeren.

Als u op hoofdwegen rijdt, kan de maximumsnelheid worden aangegeven. Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.

Volgende actie op de route. Geeft de volgende afslag, afrit of

À

andere actie aan en, indien beschikbaar, de rijbaan waarop u moet rijden.

Afstand tot de volgende actie.

Á

Naam van de straat of afrit die is verbonden aan de volgende actie.

Â

Op de kaart gemarkeerde route.

Ã

Volgende actie op de route. Pijlen op de kaart geven de plaats van

Ä

volgende acties aan.

Voertuigsnelheid.

Å

Naam van de weg waarop u rijdt.

Æ

Geschatte aankomsttijd.

Ç

TIP: U kunt op dit veld tikken om de daarin weergegeven informatie te wijzigen (Het kaartgegevensveld aanpassen, pagina 11).

Geavanceerde rijbaanassistentie

Wanneer u tijdens het navigeren een afslag nadert, wordt een gedetailleerde simulatie van de weg weergegeven naast de kaart (indien beschikbaar). Een gekleurde lijn geeft de juiste

À

rijbaan voor de afslag aan.

4

Navigeren naar uw bestemming

Afslagen en richtingaanwijzingen bekijken

Tijdens het navigeren van een route kunt u naderende afslagen, rijbaanwisselingen en andere richtingaanwijzingen op uw route bekijken.

1Selecteer een optie op de kaart:

Selecteer > Koerswijzigingen om naderende afslagen en richtingaanwijzingen te bekijken.

De kaartfunctie geeft de volgende vier afslagen of richtingaanwijzingen naast de kaart weer. De lijst wordt automatisch bijgewerkt terwijl u de route navigeert.

Als u de volledige lijst van afslagen en richtingaanwijzingen voor de hele route wilt bekijken, selecteert u de tekstbalk boven aan de kaart.

2Selecteer een afslag of richtingaanwijzing (optioneel).

Gedetailleerde informatie wordt weergegeven. Voor knooppunten op hoofdwegen kan een afbeelding van een knooppunt worden weergegeven, indien beschikbaar.

De gehele route op de kaart weergeven

1Selecteer een plek op de kaart tijdens het navigeren van een route.

2 Selecteer .

Een locatie aan uw route toevoegen

Voordat u een locatie aan uw route kunt toevoegen, moet u een route starten (Een route starten, pagina 4).

U kunt in uw route of aan het einde van uw route locaties toevoegen. U kunt bijvoorbeeld een tankstation toevoegen als volgende stopplaats op uw route.

TIP: Voor het plannen van complexe routes met meerdere stopplaatsen of geplande tussenstops kunt u de reisplanner gebruiken. Daarmee kunt u uw route plannen, wijzigen en opslaan (Een reis plannen, pagina 5).

1 Selecteer op de kaart > Waarheen?.

2 Zoek een locatie (Locaties zoeken en opslaan, pagina 7). 3 Selecteer een locatie.

4 Selecteer Ga!.

5Selecteer een optie:

Als u de locatie wilt toevoegen als volgende stopplaats op uw route, selecteert u Voeg toe als volgende stop.

Als u de locatie wilt toevoegen aan het eind van uw route, selecteert u Maak laatste stop.

Als u de locatie wilt toevoegen en de volgorde van stopplaatsen op uw route wilt wijzigen, selecteert u Voeg toe aan route.

Het toestel herberekent de route, inclusief de toegevoegde locatie, en leidt u in de juiste volgorde naar de stopplaatsen.

Uw route aanpassen

Voordat u uw route kunt vormgeven, moet u een route starten (Een route starten, pagina 4).

U kunt uw route handmatig aanpassen om de loop ervan te wijzigen. U kunt op die manier de route verleggen via een bepaalde weg of een bepaald gebied zonder een stopplaats aan de route toe te voegen.

1

 

Downloaded

 

 

 

Selecteer een willekeurig punt op de kaart.

 

 

2

Selecteer .

 

 

 

 

3

De routeaanpassingsmodus wor t gestart.

 

 

 

from

 

 

 

Selecteer een locatie op de kaart.

 

 

 

 

TIP: U kunt

selecteren om op de kaart in te zoomen en

 

 

een exactere locatie te selecteren.

www

 

 

 

 

 

.

 

 

Het toestel berekent de route opnieuw, waarbij de

 

 

selecteert u meer locaties op de kaart.

vandenborre

 

geselecteerde locatie in de nieuwe route wordt opgenomen.

4

Selecteer indien nodig een optie:

 

 

 

 

• Als u meer routepunten aan de route wilt toevoegen,

 

 

• Als u een routepunt wilt verwijderen, selecteert u .

.

 

be

5Als u klaar bent met het aanpassen van de route, selecteert u

Ga!.

Een omweg maken

U kunt aangeven dat u wilt omrijden over de opgegeven afstand op de route of over bepaalde wegen. Zo vermijdt u bijvoorbeeld wegwerkzaamheden, afgesloten wegen of slechte wegen.

1Selecteer op de kaart > Wijzig route.

TIP: Als de functie Wijzig route niet voorkomt in het menu kaartfuncties, kunt u deze toevoegen (Kaartfuncties inschakelen, pagina 10).

2Selecteer een optie:

Als u een bepaalde afstand wilt omrijden, selecteert u

Omrijden over afstand.

Als u wilt omrijden om een bepaalde weg op de route te vermijden, selecteert u Omrijden via weg.

De route stoppen

Selecteer op de kaart > Stop.

De routeberekeningsmodus wijzigen

1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Berekenmodus.

2Selecteer een optie:

Selecteer Snellere tijd om routes te berekenen die sneller worden afgelegd maar mogelijk langer in afstand zijn.

Selecteer Offroad om routes van beginpunt naar eindpunt te berekenen, zonder rekening te houden met wegen.

Selecteer Kortere afstand om routes te berekenen die korter in afstand zijn maar mogelijk langzamer worden afgelegd.

Reisplanner

Met de reisplanner kunt u een reis plannen en opslaan en later gebruiken als navigatieroute. U kunt zo bijvoorbeeld gemakkelijk een leveringsroute, een vakantie of een tochtje plannen. U kunt een opgeslagen reis later naar wens aanpassen en bijvoorbeeld de volgorde van locaties wijzigen, de volgorde van rustpauzes aanpassen en planningsinformatie en routepunten toevoegen.

U kunt de reisplanner ook gebruiken om uw huidige route te wijzigen en op te slaan.

Een reis plannen

Een reis kan vele bestemmingen omvatten en moet in elk geval een vertreken eindpunt hebben. Het vertrekpunt is de locatie waar u uw reis wilt beginnen. Als u de navigatie start op een andere locatie, biedt het toestel u de mogelijkheid om eerst naar uw vertrekpunt te navigeren. In een rondreis kunnen vertrekpunt en eindpunt dezelfde locatie zijn.

1 Selecteer Apps > Reisplanner > > Maak reis. 2 Selecteer Selecteer startlocatie.

3 Kies een locatie als uw vertrekpunt en selecteer Select..

Navigeren naar uw bestemming

5

Loading...
+ 19 hidden pages