Wasmachine |
WMD 57122 |
|
Lave-linge |
WMD 57142 |
|
WMD 57162 |
||
Waschmaschine |
||
|
Washing machine
1 Waarschuwingen
Algemene veiligheid
•Plaats uw machine nooit op een vloer die met tapijt is bedekt. Een gebrek aan luchtstroom van onder de machine kan anders de elektrische onderdelen doen oververhitten. Dit kan problemen veroorzaken met uw wasmachine.
•Indien de stroomkabel of de stekker beschadigd is moet u een erkende service bellen voor herstelling.
•Plaats de afvoerslang stevig in de afvoerbehuizing om waterlekken te voorkomen en om de machine water te laten toevoeren en afvoeren. Het is zeer belangrijk dat de watertoevoer en de afvoerslangen niet gevouwen, platgedrukt of gebroken zijn wanneer het apparaat op zijn plaats wordt geduwd na installatie of reiniging.
•Uw wasmachine is ontworpen om te blijven werken in het geval van een stroomonderbreking. Uw machine zal het programma niet hernemen wanneer de stroom weer wordt ingeschakeld. Druk
gedurende 3 seconden op de knop “Starten/ Pauze/Annuleren” om het programma te annuleren (Zie, Een programma annuleren).
•Er kan zich wat water in de machine bevinden wanneer u deze ontvangt. Dit is afkomstig van het kwaliteitscontroleproces en is normaal.
Het is niet schadelijk voor uw machine.
•Sommige problemen die u ondervindt, worden mogelijk veroorzaakt door de infrastructuur. Druk gedurende 3 seconden op de knop “Starten/Pauze/Annuleren” om het programma ingesteld in uw machine te annuleren voor u een erkend servicebedrijf contacteert.
Eerste gebruik
•Voer uw eerste wasproces uit zonder de machine te laden en met een wasmiddel met het programma “Katoen 90°C”.
•Zorg ervoor dat de koudwateren warmwaterverbindingen juist zijn uitgevoerd bij de installatie van de machine.
•Indien de stroomzekering of stroombreker minder dan 16 ampères is, laat een erkende elektricien een zekering of stroombreker van 16 ampère installeren.
•Bij gebruik met of zonder een transformator, zorg ervoor dat de installatie van de aardleiding door een erkende elektricien wordt uitgevoerd. Ons bedrijf zal niet aansprakelijk zijn voor schade die optreedt bij gebruik van de machine zonder aardgeleiding.
•Houd het verpakkingsmateriaal buiten het bereik van kinderen of gooi het weg volgens de afvalrichtlijnen.
Bedoeld gebruik
•Dit product is ontworpen voor huishoudelijk gebruik.
•Het apparaat mag enkel worden gebruikt om
textiel dat hiervoor gemarkeerd is te wassen en te spoelen.
Veiligheidsvoorschriften
•Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact beschermd door een zekering van voldoende capaciteit.
•De toevoeren afvoerslangen moeten altijd stevig bevestigd zijn en onbeschadigd blijven.
•Bevestig de afvoerslang aan een wasbak of badkuip voor u de machine start. Er bestaat kans op brandwonden omwille van de hete wastemperaturen.
•Open nooit de vuldeur of verwijder nooit de filter als er nog water in de trommel staat.
•Verwijder de stekker uit het stopcontact wanneer de machine niet in gebruik is.
•Was het toestel nooit met een waterslang! U kunt een elektrische schok krijgen!
•Raak de stekker nooit aan met natte handen. Gebruik de machine niet indien het netsnoer of de stekker beschadigd is.
•Voor defecten die niet kunnen worden opgelost door informatie in de gebruikershandleiding:
•Schakel de machine uit, verwijder de stekker uit het stopcontact, draai de waterkraan dicht en neem contact op met een erkend servicebedrijf. U kunt meer informatie krijgen in uw plaatselijk recyclagecentrum om te weten hoe de machine weg te gooien.
Indien er kinderen in huis zijn…
•Houd de kinderen van de machine weg tijdens zijn werking. Laat hen niet met de machine spelen.
•Sluit de vuldeur wanneer u de ruimte verlaat waar de machine zich bevindt.
2 - FL
2 Installatie
Verpakkingsversteviging verwijderen
Kantel de machine om de verpakkingsversteviging te verwijderen. Verwijder de verpakkingsversteviging door aan het lint te trekken.
De transportvergrendelingen openen
ADe transportbeveiligingsbouten moeten
|
worden verwijderd voor de machine in |
uiteinde van de slangen. Het platte uiteinde |
|
werking wordt gesteld. Anders zal de machine |
|
|
beschadigd worden! |
van de slang voorzien van een filter moet |
1. Maak de bouten los met behulp van een |
worden aangesloten aan de kraan en het |
|
|
moersleutel tot ze vrij kunnen draaien "C" |
ellebooguiteinde moet worden aangesloten |
2. |
Verwijder de transportbeveiligingsbouten door |
op de machine. Draai de moeren van de |
|
ze zachtjes te draaien. |
slang stevig met de hand dicht, gebruik nooit |
3. |
Plaats de dopjes (meegeleverd in de zak met |
moersleutels om de moeren dicht te draaien. |
|
de gebruikershandleiding) in de gaten op het |
• Modellen met enkele watertoevoer, |
|
achterpaneel. (“P”) |
mogen niet worden aangesloten op de |
|
|
warmwaterkraan. |
|
|
Wanneer het toestel terug op zijn plaats wordt gezet |
|
|
na onderhoud of reiniging, moet ervoor gezorgd |
|
|
worden dat de slangen niet gevouwen, plat gedrukt |
|
|
of geblokkeerd worden. |
|
De afvoer aansluiten |
|
|
De waterafvoerslang kan over de rand van |
|
|
een wasbak of badkuip worden bevestigd. De |
|
C Bewaar de transportbeveiligingsbouten op |
afvoerslang moet stevig in de afvoer geplaatst |
|
worden zodat deze niet uit zijn behuizing springt. |
||
een veilige plaats om ze opnieuw te kunnen |
|
|
gebruiken voor een toekomstig transport. |
Belangrijk: |
|
C Verplaats het toestel nooit zonder de |
||
transportbeveiligingsbouten goed op hun |
• Het einde van de afvoerslang moet |
|
rechtstreeks worden verbonden op de |
||
plaats te hebben bevestigd. |
||
afvalwaterafvoer of op de wasbak. |
||
Poten afstellen |
||
• De slang moet worden bevestigd op een |
||
AGebruik geen gereedschappen om de |
||
hoogte van minstens 40 cm en hoogstens |
||
contramoeren los te draaien. Anders kunnen |
||
100 cm. |
||
deze worden beschadigd. |
||
|
||
1. Draai de contramoeren op de pootjes met de |
|
|
hand los. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Verstel ze tot de machine waterpas en stevig |
|
|
|
|
|
|||
|
staat. |
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
||||
3. |
Belangrijk: Draai alle contramoeren terug |
|
|
|
|
|
|||
|
stevig vast. |
• In het geval de slang omhoog gebracht wordt |
|||||||
De watertoevoer aansluiten |
|||||||||
nadat ze op grondniveau of dichtbij de grond |
|||||||||
Belangrijk: |
lag (minder dan 40 cm boven de grond), |
||||||||
• |
De watertoevoerdruk die vereist is om de |
kan de waterafvoer moeilijker worden en het |
|||||||
|
machine te laten werken is 1-10 bar (0,1 – 1 |
wasgoed nat uit de machine komen. |
|||||||
|
MPa). |
• De slang mag niet meer dan 15 cm in de |
|||||||
• |
Sluit de speciale slangen geleverd bij de |
afvoer worden geduwd. Indien deze te lang is, |
|||||||
|
machine aan op de waterinlaatkleppen op de |
kunt u die verkorten. |
|||||||
|
machine. |
• De maximumlengte van de gecombineerde |
|||||||
• |
Ten einde waterlekken te vermijden |
slangen mag niet langer zijn dan 3,2 m. |
|||||||
|
die zouden kunnen optreden aan de |
Elektrische verbinding |
|||||||
|
aansluitpunten, zijn er rubberen dichtingen |
Sluit de machine aan op een geaard stopcontact |
|||||||
|
(4 dichtingen voor de modellen met dubbele |
beschermd door een zekering van voldoende |
|||||||
|
watertoevoer en 2 dichtingen voor andere |
capaciteit. |
|||||||
|
modellen) op de slangen geplaatst. Deze |
Belangrijk: |
dichtingen moeten worden gebruikt aan |
• De aansluiting moet voldoen aan de nationale |
|
het kraanuiteinde en aan het machine- |
||
reglementering. |
||
|
||
|
3 - FL |
• De spanning en de toegestane zekeringsbescherming zijn gespecificeerd in het deel “Technische specificaties”.
• De aangegeven spanning moet gelijk zijn aan uw netspanning.
• Er mogen geen aansluitingen worden gemaakt via verlengdraden of multistekkers.
BEen beschadigd netsnoer moet worden vervangen door een erkende elektricien.
BHet apparaat mag niet worden gebruikt tenzij het gerepareerd is. U kunt een elektrische schok krijgen!
-(I) voor voorwas
-(II) voor hoofdwas
-(III) sifon
– () voor wasverzachter
3 Initiële voorbereidingen voor het wassen
De kleding op het wassen voorbereiden
Wasgoed met metalen stukken zoals beha’s, gespen en metalen knopen zullen de machine beschadigen. Verwijder deze metalen stukken of plaats de items in een kledingzak, kussensloop of iets gelijkaardigs.
•Sorteer het wasgoed volgens het type weefsel, kleur, mate van bevuiling en toegestane watertemperatuur. Volg altijd het advies op de labels van de kleding.
•Plaats kleine stukken zoals kindersokken en nylonkousen enz. in een waszak, kussensloop of iets dergelijks. Dit zorgt ervoor dat u niets kwijtgeraakt.
•Was machinewasbare of handwasbare producten enkel met het juiste programma.
•Was geen kleuren en witgoed samen. Nieuwe, donker gekleurde katoenen stukken geven heel wat kleur af. Was ze afzonderlijk.
•Gebruik enkel verfstoffen en antikalkproducten die geschikt zijn voor de wasautomaat. Volg altijd de instructies op de verpakking.
•Was broeken en fijne kleding binnenste buiten.
Correcte laadcapaciteit
C Volg de informatie in de Programmaselectietabel. De wasresultaten zullen verminderen wanneer de machine te zwaar geladen is.
Vuldeur
De deuren vergrendelen tijdens de werking en het symbool Vergrendelde deur (fig. 3-13i) brandt. De deur kan enkel worden geopend wanneer het symbool verdwijnt.
Wasmiddelen en wasverzachters
Wasmiddellade
De wasmiddellade bestaat uit drie vakken.
De wasmiddellade bestaat in twee types afhankelijk van uw wasmachinemodel.
Wasmiddel, wasverzachter en andere reinigingsmiddelen
Voeg wasmiddel en verzachter toe voor het opstarten van het programma.
Open nooit de wasmiddellade terwijl het wasprogramma bezig is.
Bij gebruik van een programma zonder voorwas, mag geen wasmiddel in het voorwasvak worden geplaatst. (Vak I).
Hoeveelheid wasmiddel
De te gebruiken hoeveelheid wasmiddel hangt af van de hoeveelheid wasgoed, de mate van bevuiling en de waterhardheid.
•Gebruik niet meer dan de hoeveelheid aanbevolen op de verpakking om problemen te vermijden van buitensporig schuim, slecht spoelen, financiële besparingen en tenslotte milieubescherming.
•Overschrijd nooit de niveaumarkering (> max <) anders wordt de verzachter verspild zonder dat deze wordt gebruikt.
•Gebruik geen vloeibaar wasmiddel indien u de functie startuitstel wilt gebruiken.
4 - FL
4 Een programma selecteren en uw machine bedienen
Bedieningspaneel
|
|
4 |
6 |
|
2 |
3 |
1 |
|
90° |
30° |
|
|
|
|
|
|
60° |
40° |
|
1600 |
|
|
|
|
40° |
|
60° |
1200 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
7 kg Xpress 60º |
|
mix 40 |
800 |
|
|
|
|
58 min |
|
|
|
|
||
|
7 kg Xpress 30º |
|
|
600 |
|
|
|
|
30 min |
|
40° |
|
|
|
|
|
MINI Xpress 30º |
|
|
|
|
|
|
|
Super Short |
|
|
|
|
|
|
|
|
40° |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
3’’ |
|
|
|
|
|
|
|
Reset |
|
|
|
|
|
|
8 |
5 |
7 |
|
1 |
- Aan/Uit-knop |
|
|
6 - Hulpfunctieknoppen |
|
||
2 |
- Programmaverloopindicator |
|
7 - Knoppen voor startuitstel (+/-) |
|
|||
3 |
- Display |
|
|
8 - Aanpassingsknop voor centrifugeersnelheid |
|||
4 |
- Programmaselectieknop |
|
9 - Knop om deur te openen (afhankelijk van het |
||||
5 |
- Starten/Pauze/Annuleren-knop |
model van de machine) |
|
De machine inschakelen
Steek de stekker van de machine in het stopcontact. Draai de kraan volledig open. Controleer of de slangen stevig aangesloten zijn. Plaats het wasgoed in de machine. Voeg wasmiddel en wasverzachter toe. Druk eerst op de Aan/Uit-knop.
Programmaselectie
Selecteer het juiste programma uit de programmatabel en de bijpassende wastemperatuur afhankelijk van het type, de hoeveelheid en de mate van vervuiling van het wasgoed.
C Elk van deze programma's bestaat uit een volledig wasprogramma, inbegrepen wassen, spoelen en indien vereist, centrifugeercycli.
Normaal bevuild, witte katoen en 90˚C linnengoed. (Bijv.: salontafelkleed,
tafelkleedjes, handdoeken, beddegoed)
Normaal bevuild, kleurvast gekleurd linnengoed, katoen of synthetische
60˚C kleding (Bijv.: hemden, nachthemden, pijama’s en licht bevuild wit linen (Bijv.: ondergoed)
40˚C-30°C- |
Voor fijne was (Bijv.: glasgordijnen), |
gemengde kleding inbegrepen |
|
Koud |
synthetisch en wol. |
|
Selecteer het gewenste programma met de programmaselectieknop.
C
C
C
C
Hoofdprogramma’s
Afhankelijk van het type textiel, zijn de volgende hoofdprogramma’s beschikbaar:
•Katoen
U kunt uw duurzame kleding met dit programma wassen. Uw wasgoed zal met krachtige wasbewegingen worden gewassen tijdens een langere wascyclus. Het programma is aanbevolen voor uw katoenen items (zoals lakens, dekbedhoes en kussensloopsets, badjas, ondergoed, enz.)
5 - FL
•Synthetisch
U kunt uw minder duurzame kleding met dit programma wassen. Er worden lichtere wasbewegingen en een kortere wascyclus gebruikt dan bij het programma voor katoen.
Het is aanbevolen voor uw synthetische kleding (zoals hemden, bloezen, gemengde synthetische/ katoenen kledingstukken, enz.). Voor gordijnen en glasgordijnen, wordt het programma “Synthetisch 40” met voorwas en antikreukfuncties aanbevolen. Er moet geen wasmiddel in het bakje voor de voorwas worden geplaatst. Er moet ook minder wasmiddel in het bakje voor de hoofdwas worden geplaatst
omdat los geweven stoffen teveel schuim produceren omwille van hun netstructuur.
•Wol
U kunt uw machinewasbare wollen kleding met behulp van dit programma wassen. Was door de juiste temperatuur te selecteren volgens de labels van uw kleding. Het is aanbevolen om de juiste wolwasmiddelen te gebruiken.
Extra programma’s
Er zijn extra programma’s voor speciale gevallen. Elk van deze extra programma’s bestaat uit een volledig wasprogramma, inbegrepen wassen, spoelen en indien vereist, centrifugeercycli.
• Fijne was
U kunt uw fijne kleding met dit programma wassen. Het gebruikt meer gevoelige wasbewegingen en gebruikt geen tussentijdse centrifugeerfases zoals het “Synthetisch” programma. Het moet worden gebruikt voor kleding waarvoor een gevoelige wascyclus aanbevolen is.
• Mix
U kunt dit programma gebruiken om katoen en synthetisch wasgoed samen te wassen. U hoeft dit wasgoed niet te sorteren.
• Handwas
U kunt uw wol/fijne was met het label “niet machinewasbaar” waarvoor handwas aanbevolen is, met dit programma wassen. Het wast het wasgoed met zeer zachte wasbewegingen zonder uw kleding te beschadigen.
• Xpress 30˚ Superkort
Geschikt voor licht bevuild wasgoed en kleine hoeveelheden wasgoed. Bijv.: Wasgoed zonder vlekken en slechts eenmaal gedragen, enz. Het kan ook voor spoeldoeleinden worden gebruikt. Er wordt gewassen op een temperatuur van 30°C. Gebruik nooit voor wasgoed met vlekken. Plaats niet meer wasgoed dan aanbevolen (2 kg).
• Xpress 30˚ 30 min
Geschikt voor licht bevuild wasgoed en grotere hoeveelheden wasgoed. Er wordt gewassen op een temperatuur van 30°C. Gebruik nooit voor wasgoed met vlekken. U kunt de maximale lading (7 kg) wassen. Bijv.: Een badjas die slechts eenmaal gedragen werd, een dekbedhoes, sportkleding, dagelijkse kleding, enz.
• Xpress 60˚ 58 min
Geschikt voor wasgoed dat niet erg vuil is maar u wilt wassen tegen een hogere temperatuur en op een kortere tijd. U kunt de maximale lading (7 kg) wassen. Bijv.: ondergoed dat bestand is tegen hoge
temperatuur, babykleding enz.
• Programma van 88 min.
Om dit programma te activeren, moeten het programma katoen 90°C en de expreshulpfunctie samen geselecteerd zijn.
Geschikt voor wasgoed dat niet erg vuil is maar u wilt wassen tegen een zeer hoge temperatuur en op een korte tijd. U kunt de maximale lading (7 kg) wassen. Bijv.: ondergoed dat bestand is tegen hoge temperatuur, babykleding enz.
Speciale programma’s
Voor specifieke toepassingen kunt u één van de volgende programma’s selecteren:
• Spoelen
Dit programma wordt gebruikt wanneer u afzonderlijk wilt spoelen of stijven.
• Centrifugeren
Dit programma centrifugeert met het maximum aantal toeren in de standaard instelling.
C U moet een lagere centrifugeersnelheid gebruiken voor fijne was.
• Pompen
Dit programma wordt gebruikt om het water af te voeren van de kleding die in de machine in het water geweekt werd.
Selectie centrifugeersnelheid
Wanneer een nieuw programma geselecteerd is, wordt de maximum centrifugeersnelheid van het geselecteerde programma weergegeven op de centrifugeersnelheidindicator.
Om de centrifugeersnelheid te wijzigen, druk op de knop “Centrifugeren”. De centrifugeersnelheid zal geleidelijk verminderen. Vervolgens kunnen respectievelijk de opties spoelstop en niet centrifugeren worden geselecteerd.
Indien u het wasgoed niet onmiddellijk na het programma wilt verwijderen, kunt u de functie spoelstop gebruiken om te verhinderen dat uw kleding kreukt in watervrije omstandigheden. Met deze functie kunt u uw wasgoed in het laatste spoelwater laten liggen. Als u het wasgoed dat in het water is blijven liggen wilt centrifugeren:
-Pas de centrifugeersnelheid aan.
-Druk op de Starten/Pauze/Annuleren-knop.
Het programma hervat. Uw machine pompt het water weg en centrifugeert uw wasgoed.
U kunt de functie niet centrifugeren gebruiken om het water weg te pompen zonder op het einde van het programma te centrifugeren.
6 - FL
Programmaselectie en verbruikstabel
Programma |
|
LadingMax.(kg) |
Programmaduur(~min) |
Waterverbruik(l) |
Energieverbruik(kWh) |
Voorwas |
wasbeurtSnelle |
spoelenExtra |
Antikreuk |
Spoelstop |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Katoen |
90 |
7 |
141 |
75 |
2.03 |
• |
• |
• |
• |
• |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Katoen+Snelle wasbeurt |
90 |
7 |
88 |
60 |
2.00 |
|
• |
|
• |
• |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Katoen |
60** |
7 |
120 |
49 |
1.19 |
• |
• |
• |
• |
• |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Katoen |
40 |
7 |
137 |
75 |
0.64 |
• |
• |
• |
• |
• |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Super Short |
30 |
2 |
14 |
35 |
0.14 |
|
|
• |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Synthetisch |
40 |
3 |
106 |
60 |
0.45 |
• |
• |
• |
• |
• |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Synthetisch |
30 |
3 |
89 |
60 |
0.20 |
• |
• |
• |
• |
• |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Fijne was |
40 |
2 |
62 |
55 |
0.28 |
|
|
• |
• |
• |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Wol |
40 |
1.5 |
55 |
55 |
0.32 |
|
|
• |
|
• |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Handwas |
30 |
1 |
40 |
40 |
0.17 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
• : Selecteerbaar
* : Automatisch geselecteerd, niet annuleerbaar. **: Energielabelprogramma (EN 60456)
Het water en stroomverbruik en de programmaduur kunnen verschillen van de waarden in de tabel, afhankelijk van de waterdruk, waterhardheid en watertemperatuur, omgevingstemperatuur, type en hoeveelheid wasgoed, selectie van hulpfuncties, en schommelingen in de netspanning.
C De hulpfuncties in de tabel kunnen verschillen afhankelijk van het model van uw machine.
7 - FL
Hulpfuncties
Selectieknoppen voor hulpfuncties
Selecteer de vereiste hulpfuncties voor u het programma start.
C Sommige combinaties kunnen niet samen worden geselecteerd.
Selectie van hulpfunctie
Indien een hulpfunctie wordt gekozen die niet geselecteerd zou moeten worden samen met een eerder geselecteerde functie, wordt de eerst
geselecteerde functie geannuleerd en zal de laatste hulpfunctieselectie actief blijven.
(Bijv.: Indien u eerst voorwas wilt selecteren en vervolgens snelle wasbeurt, wordt voorwas
geannuleerd en zal snelle wasbeurt actief blijven.
Een hulpfunctie die niet compatibel is met het programma, kan niet worden geselecteerd. (Zie, “Programmaselectietabel”)
C De hulpfunctieknoppen kunnen verschillen afhankelijk van het model van uw machine.
Voorwas
Een voorwas is enkel nuttig bij zeer vuil wasgoed. Zonder voorwas bespaart u energie, water, wasmiddel en tijd.
C Een voorwas zonder wasmiddel is aanbevolen voor glasgordijnen en gordijnen.
Snelle wasbeurt
Deze functie kan worden gebruikt voor programma’s voor katoen en synthetische stoffen. Ze vermindert de wastijd voor licht bevuild wasgoed en ook het aantal spoelcycli.
Extra spoelen
Met deze functie voert uw machine een extra spoelbeurt uit naast de spoelcycli die uw machine uitvoert na de hoofdwascycli. Het risico voor een gevoelige huid (baby’s, allergische huid enz.) van minimale wasmiddelresten op het wasgoed wordt zo gereduceerd.
Antikreuk
Met deze functie wordt de trommelbeweging verminderd om kreuken te voorkomen en wordt ook de centrifugeersnelheid verminderd. Daarnaast wordt het wassen uitgevoerd bij een hoger waterniveau.
C
C
Tijddisplay
Dit display toont de tijd die resteert voor het programma voltooid is terwijl het programma bezig is. De tijd wordt weergegeven in uren en minuten als “01:30”.
C De programmaduur kan afwijken van de waarden in de verbruikstabel afhankelijk van de veranderingen in waterdruk,
waterhardheid, type en hoeveelheid wasgoed, geselecteerde hulpfuncties en wijzigingen in
de netspanning.
Startuitstel
Met de functie “Startuitstel” kunt u de start van het programma tot 24 uur uitstellen. De startuitstel kan met stappen van een half uur worden verhoogd.
C Gebruik geen vloeibaar wasmiddel wanneer u startuitstel instelt. Er bestaat een risico op bevlekking van de kleding.
1. Open de vuldeur, plaats het wasgoed in de machine en vul het wasmiddelbakje.
2. Stel het wasprogramma in, de centrifugeersnelheid en indien vereist, selecteer de hulpfuncties.
3. Druk op de knoppen "Startuitstel" om de gewenste tijd in te stellen.
4. Druk op de Starten/Pauze/Annuleren-knop. De startuitstel begint af te tellen. De “:” in het midden van de weergegeven tijduitstel begint te knipperen.
C Tijdens de startuitstelperiode kan meer was worden geladen.
5.Aan het einde van het aftellen van de startuitstel, zal “:” continue branden en het relevante programmaverlooplampje beginnen branden afhankelijk van het geselecteerde programma.
De uitsteltijd wijzigen
Indien u tijdens het aftellen de tijd wilt wijzigen:
1.Druk op de Starten/Pauze/Annuleren-knop. De “:” in het midden van het scherm stopt met knipperen.
2.Druk op de knop “Startuitstel” (+/-) om de gewenste tijd in te stellen.
3.Druk op de Starten/Pauze/Annuleren-knop.
4.De “:” in het midden van de weergegeven tijduitstel begint te knipperen.
Het startuitstel annuleren
Indien u het aftellen van het startuitstel wilt annuleren en het programma wilt starten:
1.Druk op de Starten/Pauze/Annuleren-knop. De “:” in het midden van de weergegeven tijduitstel stopt met knipperen.
2.Druk op de knop “Startuitstel” (+/-) om de gewenste tijd in te stellen. “0” verschijnt op het display.
3.Druk op de knop “Start/Pauze/Annuleren” om het programma te starten.
Het programma starten
1.Druk op de knop “Start/Pauze/Annuleren” om het programma te starten.
2.Het programmaverlooplampje dat het opstarten van het programma weergeeft, begint te branden.
Programmaverloop
Het verloop van een werkend programma wordt weergegeven via de programmaverloopindicator. Aan het begin van elke programmastap, zal het relevante indicatorlampje beginnen branden. De indicator die brandt onderaan de reeks symbolen, geeft de stap weer die uitgevoerd wordt.
C Indien de machine niet centrifugeert, kan het programma in de modus
8 - FL
spoelstop zijn of kan het automatische centrifugeercorrectiesysteem geactiveerd zijn omwille van een buitensporige onevenwichtige verdeling van het wasgoed in de machine.
De selecties wijzigen nadat het programma gestart is
De programmaknop draaien terwijl het programma normaal bezig is, zal het programma niet wijzigen.
Het programma op de stand-by-modus zetten
Druk snel op de knop “Starten/Pauze/Annuleren” om uw machine over te schakelen op de stand- by-modus. Het lampje “Pauze” (II) zal beginnen te branden om aan te geven dat de machine overgeschakeld werd op de stand-by-modus.
Een hulpfunctie selecteren of annuleren in de stand-by-modus
Hulpprogramma’s kunnen worden geannuleerd of geselecteerd overeenkomstig de stap waar het programma zich bevindt.
Wasgoed toevoegen/verwijderen in de stand- by-modus
De deur kan worden geopend indien het waterniveau dit toelaat. Het wasgoed kan worden toegevoegd/ verwijderd door de deur te openen.
Kinderslot
U kunt voorkomen dat kinderen met de machine spelen via het kinderslot. In dit geval kunnen geen wijzigingen worden aangebracht aan het lopende programma.
Het kinderslot op de machine wordt ingeschakeld door de 2de en 4de hulpfunctieknop vanaf de bovenkant gedurende 3 sec. in te drukken. “CL” (Kinderslot is geactiveerd) verschijnt. e wordt ingeschakeld door de 2de en 4de hulpfunctie gedurende 3 sec. in te drukken. “CL” (Kinderslot is geact Hetzelfde symbool wordt ook weergegeven telkens wanneer een knop wordt ingedrukt terwijl het kinderslot geactiveerd is.
De lamp van de eerste hulpfunctie zal knipperen wanneer het kinderslot geactiveerd is.
Om het kinderslot te deactiveren, druk de 2de en 4de hulpfunctieknoppen gedurende 3 sec. in. “Cl” (Kinderslot is gedeactiveerd) verschijnt op het
scherm. Het lampje van de hulpfunctie zal verdwijnen indien deze niet geselecteerd is wanneer het kinderslot gedeactiveerd is.
Het programma eindigen via annulering
De knop “Starten/Pauze/Annuleren” wordt gedurende 3 seconden ingedrukt om het programma te annuleren.
5 Onderhoud en reiniging
Wasmiddellade
Verwijder alle wasmiddelrestanten in de lade. Ga als volgt tewerk:
1.Druk op het gemarkeerde punt van de sifon in het wasverzachterbakje en trek naar u toe tot
de lade verwijderd is uit de machine.
C Als meer dan een normale hoeveelheid water en wasverzachtermengsel zicht begint te
verzamelen in het wasverzachtervak, moet de sifon worden gereinigd.
2.Was de wasmiddellade en de sifon met voldoende lauw water in een wasbak.
3.Plaats de lade terug in zijn behuizing na het reinigen. Controleer of de sifon in zijn originele locatie zit.
Watertoevoerfilters
Er bevindt zich een filter aan het uiteinde van elke waterinlaatklep aan de achterkant van de machine en ook aan het einde van elke watertoevoerslang waar deze aangesloten zijn op de kraan. Die filters voorkomen dat vreemde substanties en vuil in het water in de machine terecht komen. De filters moeten worden gereinigd als ze vuil worden.
• Sluit de kranen.
•Verwijder de moeren van de watertoevoerslangen om de oppervlakken van de filters op de waterinlaatkleppen te reinigen met een geschikte borstel.
•Als de filters heel vuil zijn, kunt u ze met een buigtang verwijderen om ze te reinigen.
•Verwijder de filters op de platte uiteinden van de watertoevoerslangen met de pakkingen en reinig ze zorgvuldig onder stromend water.
•Plaats de pakkingen en filters zorgvuldig terug op hun plaatsen en draai de moeren met de hand dicht.
Resterend water wegpompen en de pompfilter reinigen
Uw product is uitgerust met een filtersysteem dat
9 - FL
zorgt voor een afvoer van zuiverder water die de levensduur van de pomp verlengt door te verhinderen dat solide items zoals knopen, munten en weefselvezels de pomppropeller verstoppen tijdens het afvoeren van het water.
•Indien uw machine het water niet kan wegpompen, kan de pompfilter verstopt geraken. Mogelijk moet u deze elke 2 jaar reinigen of wanneer deze verstopt is. Het water moet weggepompt zijn om de pompfilter te reinigen.
Bovendien moet het water volledig weggepompt worden in de volgende gevallen:
•voor het transporteren van de machine (bijv. bij een verhuis)
•wanneer er een gevaar op vorst is
Ten einde de vuile filter te reinigen en het water weg te pompen;
1- Verwijder de stekker uit het stopcontact.
AEr kan water van 90°C in de machine zijn. Daarom mag de filter enkel gereinigd worden nadat het water afgekoeld is om het gevaar van brandwonden te vermijden.
2 – Open het filterdeksel. Het filterdeksel kan bestaan uit één of twee stukken afhankelijk van uw machinemodel.
Indien het bestaat uit twee stukken, druk het lipje op het filterdeksel naar beneden en trek het stuk eruit naar u toe.
Indien het bestaat uit één stuk, houd vast aan beide kanten en open door het eruit te trekken.
3 – Bij sommige modellen wordt een noodafvoerslang geleverd. Bij andere modellen wordt dit item niet geleverd.
Indien uw product geleverd wordt met een noodafvoerslang, doe het volgende zoals getoond in de onderstaande afbeelding:
•Trek de pompafvoerslang uit zijn behuizing.
•Plaats een grote container aan het uiteinde van de slang. Voer het water af in de container door de plug aan het einde van de slang te verwijderen. Indien de hoeveelheid af te voeren water groter is dan het volume van de container, plaats de plug terug, giet het water uit de container en herneem het afvoerproces.
•Nadat het afvoerproces voltooid is, plaats de plug terug aan het uiteinde van de slang en plaats deze terug op zijn plaats.
Indien uw product niet geleverd wordt met een noodafvoerslang, doe het volgende zoals getoond in de onderstaande afbeelding:
•Plaats een grote container voor de filter om het water op te vangen dat uit de filter zal stromen.
•Draai de pompfilter los (tegenwijzerzin) tot het water eruit begin te lopen. Leid het lopende water in de container die u voor de filter hebt gezet. U kunt een doekje gebruiken om het gemorste water te absorberen.
•Wanneer er geen water meer loopt, draai de pompfilter volledig los en verwijder.
•Reinig alle resten in de filter evenals vezels, indien aanwezig, rond het propellergebied.
•Als uw product een watersproeifunctie heeft, plaats de filter in zijn behuizing in de pomp. Forceer de filter nooit wanneer u deze terug in zijn behuizing plaatst. Plaats de filter volledig in zijn behuizing, anders kan er water uit het filterdeksel lekken.
4 – Sluit het filterdeksel.
Sluit het tweedelige filterdeksel van uw product door op het lipje te drukken.
Sluit het eendelige filterdeksel van uw product door de lipjes aan de onderkant in hun posities te plaatsen en het bovenste gedeelte ervan te duwen.
10 - FL
6 Voorstellen voor het oplossen van problemen
Probleem |
Oorzaak |
Verklaring / Suggestie |
|
|
Machine is mogelijk |
|
|
Programma kan |
overgeschakeld op |
Druk gedurende 3 seconden op de Starten/Pauze/ |
|
zelfbeschermingsmodus omwille |
|||
niet worden gestart |
van een infrastructuurprobleem |
Annuleren-knop om uw machine te resetten. (Zie, |
|
of geselecteerd |
(zoals lijnspanning, waterdruk, |
Een programma annuleren) |
|
|
enz.) |
|
|
|
|
|
|
Er komt water |
|
Zorg ervoor dat de dichtingen van de |
|
vanuit de |
Mogelijk zijn er problemen met |
watertoevoerslangen stevig bevestigd zijn. |
|
onderkant van de |
slangen of de pompfilter. |
Bevestig de afvoerslang stevig op de kraan. |
|
machine. |
|
Zorg ervoor dat de pompfilter volledig gesloten is. |
|
|
|
|
|
De machine is |
|
De machine zal opnieuw beginnen te werken |
|
gestopt kort nadat |
De machine kan tijdelijk stoppen |
||
wanneer de spanning terug op het normale niveau |
|||
het programma |
omwille van een lage spanning. |
is. |
|
werd gestart. |
|
||
|
|
||
|
|
Het automatische centrifugeercorrectiesysteem |
|
|
|
werd mogelijk geactiveerd omwille van een |
|
|
|
onevenwichtige verdeling van het wasgoed in de |
|
De machine |
|
trommel. |
|
|
Het wasgoed in de trommel is mogelijk gebundeld |
||
centrifugeert |
|
||
Het wasgoed is niet evenwichtig |
(gebundeld wasgoed in een zak). Het wasgoed |
||
continu. |
|||
verdeeld in de machine. |
moed herverdeeld en opnieuw gecentrifugeerd |
||
De resterende tijd |
|||
|
worden. |
||
telt niet af. |
|
||
|
Er wordt geen centrifugeerfase uitgevoerd wanneer |
||
|
|
||
|
|
het wasgoed niet evenwichtig verdeeld is in de |
|
|
|
trommel om schade aan de machine en zijn |
|
|
|
omgeving te vermijden. |
|
|
In het geval van een gepauzeerde |
|
|
|
aftelling wanneer water wordt |
De machine zal wachten tot er voldoende water |
|
|
toegevoerd: |
is om slechte wasresultaten te vermijden omwillen |
|
|
De timer zal niet aftellen tot |
van een gebrek aan water. De timer begint dan af |
|
|
de machine met de correcte |
te tellen. |
|
|
hoeveelheid water is gevuld. |
|
|
|
In het geval van een gepauzeerde |
|
|
|
aftelling in de opwarmingsstap: |
|
|
|
De tijd wordt niet afgeteld tot de |
|
|
De machine wast |
geselecteerde temperatuur voor |
|
|
het programma bereikt is. |
|
||
continu. |
|
||
De resterende tijd |
|
Het automatische centrifugeercorrectiesysteem |
|
telt niet af. |
|
werd mogelijk geactiveerd omwille van een |
|
|
|
onevenwichtige verdeling van het wasgoed in de |
|
|
|
trommel. |
|
|
In het geval van een gepauzeerde |
Het wasgoed in de trommel is mogelijk gebundeld |
|
|
aftelling in de centrifugeerstap: |
(gebundeld wasgoed in een zak). Het wasgoed |
|
|
Het wasgoed is niet evenwichtig |
moed herverdeeld en opnieuw gecentrifugeerd |
|
|
verdeeld in de machine. |
worden. |
|
|
|
Er wordt geen centrifugeerfase uitgevoerd wanneer |
|
|
|
het wasgoed niet evenwichtig verdeeld is in de |
|
|
|
trommel om schade aan de machine en zijn |
|
|
|
omgeving te vermijden. |
11 - FL
7 Specificaties
|
WMD 57122 |
WMD 57142 |
WMD 57162 |
|
|
|
|
Maximale hoeveelheid droog wasgoed (kg) |
7 |
7 |
7 |
|
|
|
|
Hoogte (cm) |
84 |
84 |
84 |
|
|
|
|
Breedte (cm) |
60 |
60 |
60 |
|
|
|
|
Diepte (cm) |
59 |
59 |
59 |
|
|
|
|
Netto gewicht (kg) |
77 |
76 |
76 |
|
|
|
|
Elektrische voeding (V/Hz.) |
230 V / 50hz |
230 V / 50hz |
230 V / 50hz |
|
|
|
|
Totale stroom (A) |
10 |
10 |
10 |
|
|
|
|
Totaal vermogen (W) |
2200 |
2200 |
2200 |
|
|
|
|
Centrifugeersnelheid (rpm max.) |
1200 |
1400 |
1600 |
|
|
|
|
De specificaties van dit apparaat kunnen wijzigen zonder kennisgeving om de kwaliteit van het product te verbeteren. De figuren in deze handleiding zijn schematisch en komen mogelijk niet exact met uw product overeen.
De waarden vermeld op de machinelabels of in de bijgeleverde documentatie zijn verkregen in het laboratorium in overeenkomst met de relevante standaarden. Afhankelijk van de werkingsen milieuvoorwaarden van het apparaat, kunnen de waarden variëren.
Dit product bevat het symbool voor selectief sorteren van afval van elektrische uitrustingen en elektronica (WEEE).
Dit betekent dat dit product moet worden gehanteerd overeenkomstig de Europese richtlijn 2002/96/EC ten einde te worden gerecycleerd of gedemonteerd om de impact op het milieu te minimaliseren. Voor meer informatie, neem a.u.b. contact op met uw plaatselijke of regionale overheid.
Elektronische producten die niet selectief gesorteerd worden, zijn potentieel gevaarlijk voor het milieu en de gezondheid van de mens omwille van de aanwezigheid van gevaarlijke stof
|
|
3’’ |
|
8 |
|
|
|
Reset |
|
|
|
Aan/Uit |
Start |
Annuleren Katoen Synthetisch Wol |
Fijne was Babycare |
Sport |
Hemd Handwas |
|
Pauze |
3” |
|
|
|
Intensief |
Spoelstop |
Snelle |
Snelle |
Het |
Antikreuk |
Extra |
Vertrafingstijd Temperatuur |
Geen |
Koud |
|||
wassen |
|
wasbeurt |
wasbeurt |
dekbed |
|
|
spoelen |
|
|
|
warmte |
|
Voorwas |
Hoofdwas Spoelen |
Pompen Centrifugeren |
Niet |
Vuldeur |
Wasgoed |
Einde |
Kinderslot |
Conditioner |
||||
|
|
|
|
|
Centrifugeren |
|
|
|
|
|
|
12 - FL
1 Avertissements
Sécurité générale
•Ne jamais installer votre appareil sur un sol en moquette. Dans le cas contraire, le manque d’écoulement d’air par-dessous votre machine pourrait entraîner la surchauffe des pièces électriques. Ceci pourrait entraîner des problèmes avec votre lave-linge.
•Si le câble d’alimentation ou la prise secteur est endommagé, vous devez faire appel au Service agréé pour réparation.
•Insérer solidement le tuyau de vidange dans le logement approprié pour éviter une éventuelle fuite d’eau et pour permettre à la machine d’absorber et de vidanger de l’eau comme souhaité. Il est très important que les tuyaux d’arrivée d’eau et de vidange ne soient pas dépliés, coincés, ou cassés lorsque l’appareil est inséré à l’endroit une fois installés ou nettoyés.
•Votre lave-linge a été conçu pour continuer à fonctionner en cas de coupure d’électricité. Votre machine ne reprendra pas son programme une fois le courant rétabli. Appuyez sur le bouton « Départ/Pause/ Annulation » pendant 3 secondes pour annuler le programme (voir Annuler un programme).
•Il pourrait rester un peu d’eau dans votre machine après que vous l’avez reçue. Ce phénomène, qui fait suite au processus d’assurance qualité, est tout à fait normal. Ceci n’affecte pas votre machine.
•Quelques problèmes que vous pouvez rencontrer peuvent être provoqués par les infrastructures. Appuyez sur le bouton « Départ/Pause/Annulation » pendant 3
secondes pour annuler le programme défini dans votre machine, avant de contacter le service agrée.
Première mise en service
•Lancez votre premier programme de lavage pour coton en dessous de 90°C sans charge et avec du détergent.
•Assurez-vous que les raccordements d’eau froide et d’eau chaude sont effectués correctement lors de l’installation de votre machine.
•Si le fusible du courant ou le disjoncteur est inférieur à 16 ampères, veuillez demander à un électricien qualifié d’installer un fusible de 16 ampères ou un disjoncteur.
•Que vous utilisiez un transformateur ou non, ne négligez pas de demander à un électricien qualifié d’effectuer l’installation de mise à la terre. Notre société ne sera pas tenue responsable pour tous dommages qui pourraient survenir si la machine est utilisée sur un circuit sans mise à la terre.
•Mettez les matériaux d’emballage hors de portée des enfants ou débarrassez-vous-en, en les classant conformément aux directives sur les déchets.
Utilisation prévue
•Cet appareil est destiné à un usage domestique.
•L’appareil ne peut être utilisé que pour le
lavage et le rinçage des textiles indiqués comme tel.
Consignes de sécurité
•L’appareil doit être raccordé à une prise de mise à la terre protégée par un fusible de capacité adaptée.
•Les tuyaux d’alimentation et de vidange doivent toujours être solidement fermés et conservés dans un bon état.
•Insérer solidement le tuyau de vidange à un lavabo ou d’une baignoire avant de mettre votre appareil en route. Vous courez le risque de vous brûler en raison des températures de lavage élevées !
•Ne jamais ouvrir la porte ou ouvrir le filtre alors qu’il y a encore de l’eau dans le tambour.
•Débranchez la machine lorsque celle-ci n’est pas en cours d’utilisation.
•Ne jamais nettoyer l’appareil à l’aide d’un tuyau d’arrosage ! Il y a un risque de décharge électrique !
•Ne jamais toucher la prise avec les mains mouillées. Ne pas mettre la machine en marche si le cordon d’alimentation ou la prise est branchée.
•Pour des dysfonctionnements qui ne peuvent être résolus grâce aux informations fournies dans le manuel:
•éteignez la machine, débranchez-la, fermez le robinet d’arrivée d’eau et contactez un agent du service agrée. Vous pouvez consulter votre agent local ou le centre de collecte des déchets solides de votre municipalité pour en savoir plus sur la procédure à suivre afin de vous débarrasser de votre machine.
S’il y a des enfants chez vous…
•Tenez les à l’écart de la machine lorsque celle-ci fonctionne. Ne leur donnez pas la permission de toucher à la machine.
•Fermez la porte au moment de quitter l’endroit où se trouve la machine.
14 - FR
2 Installation
Retirer les renforts de conditionnement
Inclinez la machine pour retirer le renfort de conditionnement. Retirer le renfort de conditionnement en tirant sur le ruban.
Ouvrir les sécurités de transport
ALes vis de sécurité réservées au transport doivent être enlevées avant de faire fonctionner le lave-linge ! Dans le cas contraire, la machine sera endommagée !
1.Desserrez toutes les vis à l’aide d’une clé jusqu’à ce que celles-ci tournent librement (« C »)
2.Enlevez les vis de sécurité en les dévissant à la main et en les tournant doucement.
3.Insérez les cache-orifices (fournis dans le sachet avec le manuel) dans les trous à l’arrière du panneau. (« P »)
C Conservez les vis de sécurité soigneusement afin de les réutiliser au cas où vous
aurez besoin de transporter le lave-linge ultérieurement.
C Ne jamais déplacer l'appareil sans que les vis de sécurité réservées au transport ne soient correctement fixées!
Ajuster les pieds
AN’utiliser aucun outil pour dévisser les contreécrous. Sinon, vous pouvez les endommager.
1.Dévissez manuellement (à la main) les contreécrous sur les pieds.
2.Ajustez-les jusqu’à ce que la machine soit à niveau et équilibré.
3.Important : Resserrez tous les contre-écrous.
Raccorder l’arrivée d’eau.
Important:
•La pression d’eau à l’arrivée, requise pour faire fonctionner la machine, doit être de 1-10 bar (0,1 – 10 Mpa).
•Raccordez les tuyaux spéciaux fournis avec la machine aux vannes d’admission d’eau de la machine.
•Pour éviter qu’une fuite d’eau ne se produise aux points de raccordement, des joints en caoutchouc (4 joints pour les modèles à double admission d’eau et 2 joints pour les autres modèles) sont attachés aux tuyaux. Ces joints doivent être utilisés sur le robinet et aux extrémités de raccordement des tuyaux L’embout mâle du tuyau muni d’un
filtre doit être raccordé au robinet et l’embout coudé doit être attaché à la machine. Serrez correctement les écrous du tuyau à la main ; ne jamais utiliser de clé à molette pour le faire.
•Les modèles à simple admission d’eau ne doivent pas être connectés au robinet d’eau chaude.
Au moment de retourner l’appareil à sa place après entretien ou nettoyage, des précautions doivent être prises afin de ne pas déplier, coincer, ou bloquer les tuyaux.
Raccorder le conduit d’évacuation
Le tuyau de vidange peut être attaché au bord d’un évier ou d’une baignoire. Le tuyau de vidange doit être correctement raccordé au conduit d’évacuation de sorte qu’il ne puisse pas sortir de son logement.
Important :
•L’extrémité du tuyau de vidange doit être directement raccordée au tuyau d’évacuation des eaux usées ou au lavabo.
•Le tuyau doit être attaché à une hauteur comprise entre 40 et 100 cm.
•Si le tuyau est élevé après l’avoir posé sur le niveau du sol ou près de celui-ci (moins de 40 cm au-dessus du sol), l’évacuation d’eau devient plus difficile et le linge peut se mouiller.
•Le tuyau doit être inséré dans le conduit d’évacuation à une distance de plus de 15 cm. Si cette distance s’avère trop longue, vous pouvez la faire raccourcir.
•La longueur maximale des tuyaux combinés ne doit pas dépasser 3,2 cm.
Raccordement électrique
Raccordez une prise de mise à la terre protégée par un fusible de capacité adaptée.
Important:
•Le raccordement doit satisfaire les réglementations en vigueur de votre pays.
•La tension et la protection autorisée du fusible sont précisées dans la section « spécifications techniques ».
•La tension spécifiée doit être égale à celle de
15 - FR