OLYMPUS T-100 User Manual [nl]

0 (0)

DIGITALE CAMERA

T-100

Handleiding

Wij danken u voor de aanschaf van deze digitale Olympus-camera. Lees voordat u uw nieuwe camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen.

Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken teneinde u met uw camera vertrouwd te maken.

In het belang van de voortdurende verbetering van onze producten, behoudt Olympus zich het recht voor de in deze handleiding gepubliceerde informatie bij te werken of aan te passen.

De afbeeldingen van het scherm en de camera zijn tijdens de ontwikkeling van het toestel vervaardigd en kunnen afwijken van het toestel dat u in handen hebt.

Registreer uw product op www.olympus-consumer.com/register en ontvang extra voordelen van Olympus!

Stap 1

De inhoud van de doos controleren

 

 

 

or

 

Camerariem

LI-80B lithium-ionbatterij

 

 

Digitale camera

 

 

 

 

USB-kabel

ib CD-ROM

F-2AC USB-AC adapter

Andere niet afgebeelde accessoires: Instructiehandleiding (deze handleiding), garantiekaart.

 

 

De inhoud kan variëren naar plaats van aankoop.

 

 

 

 

Stap 2

 

Stap 3

 

 

De camera gereedmaken

 

Fotograferen en beelden weergeven

“De camera gereedmaken“ (blz. 10)

 

“Fotograferen, bekijken en wissen“ (blz. 14)

Stap 4

 

Stap 5

 

 

Gebruik van de camera

 

Printen

 

 

“Camera-instellingen“ (blz. 3)

 

“Direct printen (PictBridge)“ (blz. 37)

 

 

 

“Printreserveringen (DPOF)“ (blz. 40)

 

Inhoud

 

 

 

 

Namen van onderdelen..................

6

Menu's voor weergave-,

 

De camera gereedmaken

10

bewerkingsen printfuncties......

30

 

 

 

Fotograferen, bekijken

 

Menu's voor andere

 

 

camera-instellingen.....................

32

en wissen......................................

14

 

 

 

Fotostanden gebruiken

20

Printen...........................................

 

37

 

 

 

Fotofuncties gebruiken

23

Handige tips..................................

 

42

 

 

 

Menu's voor fotofuncties

27

Appendix.......................................

 

46

 

 

 

NL

OLYMPUS T-100 User Manual

Camera-instellingen

Directe knoppen gebruiken

Vaak gebruikte functies kunnen worden opgeroepen met de directe knoppen.

Pendelknop

F (op) / INFO-knop (wijzigen

informatiedisplay) (blz. 16, 19)

Ontspanknop (blz. 14)

Zoomknoppen (blz. 16)

Q-knop (schakelen tussen fotograferen en weergeven) (blz. 15)

knop (blz. 4)

E-knop (menugids) (blz. 19)

De symbolen FGHI die worden weergegeven voor beeldselecties en instellingen geven aan dat de pendelknop moet worden gebruikt.

 

 

 

X

 

 

 

 

 

 

Y

M D

TIME

 

 

 

H (links)

I (rechts)

2010. 02. 26

12: 30

Y/M/D

 

4/30

 

 

 

 

 

 

 

 

H-knop

CANCEL MENU

 

SET OK

NORM 12M

 

 

 

 

 

 

(blz. 12)

 

 

 

 

FILE 100

0004

 

G (neer) / D-knop

 

 

 

 

’10/02/26

12:30

 

 

 

 

 

PRINT OK

 

(wissen) (blz. 18)

 

 

SINGLE PRINT

MORE

NL

Het menu gebruiken

Gebruik het menu om camera-instellingen zoals de stand Fotograferen te wijzigen.

Druk op de -knop om het functiemenu weer te geven. Het functiemenu kan worden gebruikt om vaak gebruikte fotoen weergavefuncties in te stellen zoals de stand Fotograferen.

Fotograferen

Geselecteerde optie

Beelden weergeven

PROGRAM AUTO

P

Fotograferen

SLIDESHOW

 

 

stand

PERFECT FIX

 

 

 

EDIT

 

0.0

Functie-

ERASE

 

 

 

menu

 

 

WB

 

 

AUTO

 

 

 

ISO

 

 

 

AUTO

 

 

4

12M

o [SETUP]-

SETUP

 

 

menu

 

De fotostand selecteren

 

Gebruikt FG om een menu te

 

 

Gebruik HI om een fotostand te selecteren

 

selecteren en druk op de knop H.

en druk op de knop H.

 

 

 

Het functiemenu selecteren

Gebruik FG om een menu te selecteren, en gebruik HI om een menuoptie te selecteren. Druk op de knop H om het functiemenu in te stellen.

In het [SETUP]-menu kunnen diverse camerafuncties worden ingesteld, waaronder fotoen weergavefuncties die niet opgenomen zijn in het functiemenu, en andere instellingen zoals datum, tijd en schermweergave.

1 Selecteer [SETUP] en druk op de knop H.

Het [SETUP]-menu verschijnt.

 

COMPRESSION

NORMAL

 

AF MODE

FACE/iESP

 

FINE ZOOM

OFF

1

R

OFF

2

ICON GUIDE

ON

EXIT MENU

SET OK

2 Druk op H om de paginatabs te markeren. Gebruik FG om de gewenste paginatab te selecteren en druk op I.

Paginatab

Submenu 1

 

BEEP

ON

 

BEEP

ON

 

PIXEL MAPPING

 

 

PIXEL MAPPING

 

 

s

NORMAL

 

s

NORMAL

1

X

 

1

X

 

2

WORLD TIME

 

2

WORLD TIME

 

 

VIDEO OUT

NTSC

 

VIDEO OUT

NTSC

 

POWER SAVE

OFF

 

POWER SAVE

OFF

EXIT MENU

SET OK

EXIT MENU

SET OK

3 Gebruik FG om het gewenste submenu 1 te selecteren en druk vervolgens op de knop H.

Submenu 2

 

BEEP

ON

 

BEEP

POWER SAVE

 

PIXEL MAPPING

 

 

PIXEL

 

 

s

NORMAL

 

s

OFF

1

X

 

1

X

2

WORLD TIME

 

2

WORLD TIMEON

 

VIDEO OUT

NTSC

 

VIDEO OUT

 

 

POWER SAVE

OFF

 

POWER

 

EXIT MENU

SET OK

BACK MENU

SET OK

4 Gebruik FG om het gewenste submenu 2 te selecteren en druk vervolgens op de knop H.

Als u een instelling hebt geselecteerd, verschijnt het vorige scherm opnieuw.

Er zijn eventueel nog andere bewerkingen mogelijk. “Menu-instellingen“

(blz. 27 tot 36)

 

BEEP

ON

 

PIXEL MAPPING

 

 

s

NORMAL

1

X

 

2

WORLD TIME

 

 

VIDEO OUT

NTSC

 

POWER SAVE

ON

EXIT MENU

SET OK

5 Druk op de knop om de instelling te voltooien.

Sommige functies kunnen niet worden gebruikt in bepaalde fotostanden.

In dergelijke gevallen verschijnt de volgende melding na de instelling.

COMPRESSION

NORMAL

AF MODE

FACE/iESP

FINE ZOOM

OFF

CONFLICTING SETTINGS

EXIT MENU

SET OK

NL

Menu-index

Menu's voor fotofuncties

PROGRAM AUTO

P

1

9

 

 

 

2

COMPRESSION

NORMAL

 

 

3

 

AF MODE

FACE/iESP

 

 

 

FINE ZOOM

OFF

 

 

4

 

 

0.0

1

R

OFF

 

5

2

ICON GUIDE

ON

 

WB

6

 

 

 

 

AUTO

7

 

 

 

 

ISO

 

 

 

 

AUTO

 

EXIT MENU

SET OK

 

12M

8

4

 

 

 

 

 

 

 

 

1 Stand Fotograferen

 

P (PROGRAM AUTO)....

blz. 14

M(iAUTO).................

blz. 20

N(DIS MODE).............

blz. 20

s (SCENE MODE)....

blz. 20

P(MAGIC FILTER)...

blz. 21

~ (PANORAMA)............

blz. 22

A (MOVIE).....................

blz. 15

2 Flitser..............................

blz. 23

3 Macro..............................

blz. 23

4 Zelfontspanner................

blz. 24

5 Belichtingscorrectie.........

blz. 24

6 Witbalans........................

blz. 25

7 ISO..................................

blz. 25

8 Resolutie (Stilstaande

 

beelden)..........................

blz. 26

9 o(SETUP)

 

z(Fotograferen) / 

 

A(Videobeelden)

 

IMAGE SIZE

 

(Videobeelden)................

blz. 27

 

IMAGE SIZE

VGA

 

FRAME RATE

30fps

 

IS MOVIE MODE

OFF

1

R

ON

2

 

 

EXIT MENU

SET OK

COMPRESSION

blz. 27

(Stilstaande beelden)......

FRAME RATE

 

(Videobeelden)................

blz. 27

AF MODE........................

blz. 28

FINE ZOOM....................

blz. 28

IS MOVIE MODE............

blz. 28

R (Stilstaande beelden)..

blz. 29

R (Videobeelden)............

blz. 29

ICON GUIDE...................

blz. 29

Menu's voor weergave-, bewerkingsen printfuncties

 

SLIDESHOW

1

5

PRINT ORDER

 

 

PERFECT FIX

2

 

0

 

 

EDIT

3

 

 

 

 

y

 

 

ERASE

4

1

R

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

EXIT MENU

SET OK

 

SETUP

 

 

 

 

1 SLIDESHOW..................

blz. 30

5 o(SETUP) Q (Weergave)

2 PERFECT FIX.................

blz. 30

PRINT ORDER...............

blz. 31

3 EDIT................................

blz. 30

0(Beveiligen)..............

blz. 31

4 ERASE............................

blz. 30

y (Draaien)....................

 

blz. 31

 

 

R (Geluid toevoegen aan

 

 

 

stilstaande beelden)........

blz. 31

Menu's voor andere camera-instellingen

 

 

FORMAT

 

 

 

BACKUP

 

 

 

W

ENGLISH

1

1

RESET

 

2

2

USB CONNECTION

STORAGE

 

 

Q POWER ON

NO

 

 

SAVE SETTINGS

NO

 

EXIT MENU

SET OK

1 r(Instellingen 1)

 

2 s(Instellingen 2)

 

MEMORY FORMAT/

 

BEEP...............................

blz. 34

FORMAT.........................

blz. 32

PIXEL MAPPING............

blz. 34

BACKUP.........................

blz. 32

s (Monitor)...................

blz. 34

W (Taal)........................

blz. 32

X(Datum / tijd).............

blz. 34

RESET............................

blz. 32

WORLD TIME.................

blz. 35

USB CONNECTION.......

blz. 33

VIDEO OUT....................

blz. 35

Q POWER ON..............

blz. 33

POWER SAVE................

blz. 36

SAVE SETTINGS............

blz. 33

 

 

NL

Namen van onderdelen

Camera

3 4

1

5

6

7

2

8

1

Oogje voor de riem

 

4

2

Klepje van het

 

5

 

batterijcompartiment /

 

6

 

het kaartje...................................

blz. 10

7

3

Zelfontspanner-LED...................

blz. 24

8

Flitser..........................................

blz. 23

Lens......................................

blz. 46, 59

Microfoon..............................

blz. 29,

31

Statiefaansluiting

 

 

Multiconnector...........

blz. 11, 12, 35,

37

Camerariem bevestigen

Trek de camerariem zo strak dat deze niet los kan raken.

NL

1

5 6

2

7

8

3

 

4 9 10

1

N-knop........................

blz. 12, 14

2

Q-knop (schakelen tussen

 

3

fotograferen en weergeven).......

blz. 15

Monitor..................................

blz. 14, 42

4

m-knop...................................

blz. 4

5

Ontspanknop..............................

blz. 14

6

Zoomknoppen.............................

blz. 16

7

Indicatorlampje.......................

blz. 11,12

8

H-knop (OK)..........................

blz. 3, 12

9

Pendelknop...................................

blz. 3

 

INFO-knop (wijzigen

 

 

informatiedisplay)...........

blz. 16, 19

10

D-knop (wissen)..................

blz. 18

E-knop (menugids)....................

blz. 19

NL

Monitor

 

Weergave stand fotograferen

 

 

1

 

 

2

 

18

 

 

 

P

3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

17

 

 

 

 

5

 

 

 

0.0

6

 

 

 

 

WB

7

 

 

 

 

AUTO

 

 

 

 

ISO

8

 

 

 

 

AUTO

16

 

 

 

12M

9

 

4 NORM

 

 

10

 

15

14 12

 

 

 

 

 

1/100

F3.1

 

 

 

 

20

19

 

 

 

 

Stilstaand beeld

 

 

1

Batterijcontrole............................

 

 

blz. 12

2

Stand Fotograferen...............

blz. 14, 20

3

Flitser..........................................

 

 

blz. 23

 

Flitser standby /

 

 

 

4

Opladen flitser............................

 

 

blz. 42

Macro..........................................

 

 

blz. 23

5

Zelfontspanner............................

 

 

blz. 24

6

Belichtingscorrectie....................

 

blz. 24

7

Witbalans....................................

 

 

blz. 25

8

ISO.............................................

 

 

blz. 25

9

Resolutie...............................

 

blz. 26, 27

10

[SETUP]-menu.........................

 

 

blz. 4, 5

11

Opnemen met geluid

 

 

 

(videobeelden)............................

 

 

blz. 29

 

1

 

2

 

 

 

 

 

4

 

 

 

 

5

17

 

 

0.0

6

 

 

AUTO

7

 

 

 

WB

 

16

0:34 VGA ON

 

10

 

15

9 13 12 11

 

 

 

 

Videobeelden

 

 

12

Wereldtijd....................................

blz. 35

13

Digitale beeldstabilisatie ...........

blz. 28

14

Compressiefactor

 

 

(stilstaande beelden)..................

blz. 27

15Aantal beelden dat kan worden opgeslagen

 

(stilstaande beelden)..................

blz. 14

 

Continue opnametijd

 

16

(videobeelden)............................

blz. 15

Actueel geheugen.......................

blz. 48

17

Autofocusteken...........................

blz. 14

18

Waarschuwing cameratrilling...............

-

19

Diafragmawaarde.......................

blz. 14

20

Sluitertijd.....................................

blz. 14

NL

Scherm stand Weergave

 

 

 

 

 

 

 

 

Normale weergave

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

2

3

4

 

5

6

 

 

1

 

 

4

 

 

10

 

 

 

 

4/30

 

 

 

 

 

 

 

 

 

’10/02/26

12:30

15

 

 

 

 

00:12/00:34

6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stilstaand beeld

 

 

 

 

 

Videobeelden

 

Gedetailleerde weergave

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

2

3

4

 

5 6

7

8

9

10

11

 

 

 

10

 

 

 

4/30

 

1/1000

F3.1

 

2.0

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

P

 

ISO

WB

12

 

 

 

1/1000

F3.1

 

2.0

18

AUTO AUTO

 

 

 

 

 

NORM 12M

13

 

 

 

P

 

 

ISO WB

17

 

 

 

 

 

AUTO AUTO

 

FILE 100 0004

14

 

 

 

 

 

NORM 12M

 

 

 

 

 

 

 

FILE 100

0004

 

’10/02/26

12:30

15

 

 

 

 

’10/02/26

12:30

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

16

 

 

 

 

 

1

Batterijcontrole............................

 

blz. 12

9

Diafragmawaarde.......................

blz. 14

2

Printreservering /

 

 

10

ISO.............................................

blz. 25

 

aantal prints...................

blz. 40 / blz. 39

11

Belichtingscorrectie....................

blz. 24

3

Beveiligen...................................

 

blz. 31

12

Witbalans....................................

blz. 25

4

Geluid toevoegen.................

 

blz. 29, 31

13

Resolutie...............................

blz. 26, 27

5

Actueel geheugen.......................

 

blz. 48

14

Bestandsnummer................................

-

6

Beeldnummer/totaal aantal

 

15

Datum en tijd..............................

blz. 12

 

beelden (stilstaande beelden).... blz. 16

16

Compressie

 

 

Verstreken tijd/totale

 

 

 

(stilstaande beelden)..................

blz. 27

7

opnametijd (videobeelden).

........ blz. 17

 

Beeldherhalingsfactor

 

Stand Fotograferen...............

 

blz. 14, 20

 

(videobeelden)............................

blz. 27

8

Sluitertijd.....................................

 

blz. 14

17

Macro..........................................

blz. 23

 

 

 

 

18

Flitser..........................................

blz. 23

NL

De camera gereedmaken

De batterij en het SD/SDHCgeheugenkaartje (afzonderlijk verkocht) plaatsen

Gebruik altijd SD/SDHC-geheugenkaartjes in deze camera. Plaats geen andere soorten geheugenkaartjes in het toestel.

1 2

1

Klepje van het batterijcompartiment / het kaartje

2

Vergrendelknopje

voor batterij Schrijfbeveiliging

Plaats de batterij door de met ▼ gemarkeerde zijde eerst te plaatsen, waarbij het merkteken Cnaar het vergrendelknopje van de batterij gericht is. Beschadigingen aan de buitenzijde van de batterij (krassen, enz.) kunnen warmte of een ontploffing veroorzaken.

Schuif het vergrendelknopje voor de batterij in de richting van de pijl om de batterij

te plaatsen.

Schuif het vergrendelknopje voor de batterij in de richting van de pijl om de batterij te ontgrendelen, en haal de batterij eruit.

Schakel de camera uit voor u het klepje van het batterijcompartiment / het kaartje opent.

Zorg ervoor dat het klepje van het batterijcompartiment / het kaartje gesloten is wanneer u de camera gebruikt.

Steek het kaartje recht in de kaartsleuf totdat het op zijn plaats vastklikt.

Raak de contactpunten niet direct aan.

3 1

2

Met deze camera kan de gebruiker foto's maken met behulp van het interne geheugen, zelfs als er geen SD/SDHC-geheugenkaartje (afzonderlijk verkocht) geplaatst is.

“Een SD/SDHC-geheugenkaartje gebruiken“ (blz. 47)

“Aantal foto's dat kan worden opgeslagen (stilstaande beelden) / continue opnametijd (videobeelden) in het interne geheugen en op SD/SDHC-geheugenkaartjes“ (blz. 49)

Het SD/SDHC-geheugenkaartje verwijderen

1

 

 

 

 

2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Duw het kaartje in tot u een klik hoort, waarna het kaartje een stukje uitspringt, zodat u het kaartje kunt vastnemen

en uittrekken.

10 NL

De batterij laden

met de meegeleverde USB-lichtnetadapter

De meegeleverde F-2AC USB-lichtnetadapter (met een

AC-kabel of rechtstreekse stekker, hierna de lichtnetadapter genoemd) is afhankelijk van de regio waar u de camera heeft gekocht. Als u een lichtnetadapter met rechtstreekse stekker heeft gekregen, sluit u deze direct aan op een stopcontact.

De meegeleverde lichtnetadapter mag enkel worden gebruikt om de batterij op te laden. Zorg ervoor dat er geen handelingen zoals fotograferen, beelden bekijken en dergelijke worden uitgevoerd terwijl de lichtnetadapter aangesloten is op de camera.

Voorbeeld: lichtnetadapter met een AC-kabel

1

Multiconnector

2

USB-kabel (meegeleverd)

1

Stopcontact 3

2

Indicatorlampje

Aan: laden bezig

Uit: geladen

Op het moment van aanschaf is de batterij niet volledig opgeladen. Voor u de camera gebruikt, dient u de batterij op te laden tot het indicatorlampje uitgaat (maximaal 4 uur).

Als het indicatorlampje niet oplicht, is de camera niet correct aangesloten of kan de batterij, de camera of de lichtnetadapter beschadigd zijn.

Voor meer informatie over de batterij en de lichtnetadapter, zie “Batterij en lichtnetadapter (meegeleverd)“ (blz. 46).

Wanneer moeten de batterijen worden opgeladen

Laad de batterij op als de volgende foutmelding verschijnt.

Knippert rood

 

BATTERY EMPTY

4

 

Monitor

Foutmelding

linksboven

 

NL 11

De meegeleverde computersoftware (ib) installeren

Nadat u de systeemvereisten heeft gecontroleerd, volgt u onderstaande instructies om de camera aan te sluiten op een computer en de meegeleverde computersoftware (ib) te installeren.

Systeemeisen

Windows XP (Service Pack 2 of later)/

Windows Vista/Windows 7

De camera aansluiten

Multiconnector

Indicatorlampje

USB-kabel (meegeleverd)

Computer (aan en in werking)

Voor meer informatie over het gebruik van de computersoftware (ib), zie de online-help bij de software.

1 Plaats de meegeleverde CD in een CD-ROM-station.

Er verschijnt een instelscherm op de computermonitor.

Als het instelscherm niet verschijnt, selecteert u “Deze Computer“ (Windows XP) of “Computer“ (Windows Vista/Windows 7) in het startmenu. Dubbelklik op het pictogram voor het CD-ROM-station om het instelscherm te openen, en dubbelklik op “CameraInitialSetup.exe“.

De laadtijd is afhankelijk van de prestaties van de computer. (In sommige gevallen kan dit ongeveer 10 uur duren).

2 Sluit de camera aan op de computer.

3 Volg de instructies op het scherm van uw computer.

Bedieningsaanwijzingen

De bedieningsaanwijzingen onderaan het scherm geven aan dat de knop m, de knop H of de zoomknoppen moeten worden gebruikt.

 

COMPRESSION

NORMAL

 

AF MODE

FACE/iESP

 

FINE ZOOM

OFF

1

R

OFF

2

ICON GUIDE

ON

EXIT MENU

SET OK

SET OK

OK

ERASE/CANCEL MENU

Bedieningsaanwijzingen

De datum, de tijd en de tijdzone instellen

De datum en tijd die u hier instelt, wordt gebruikt voor bestandsnamen, om de datum af te drukken en andere toepassingen.

1 Druk op de N-knop om de camera in te schakelen.

Als de datum en de tijd niet ingesteld zijn, verschijnt het instelscherm voor de datum en de tijd.

X

Y M D TIME

---- . -- . -- -- : -- Y/M/D

CANCEL MENU

Instelscherm datum en tijd

12 NL

2 Gebruik FG om het jaar te selecteren bij [Y].

X

Y M D TIME

2010. -- . -- -- : -- Y/M/D

CANCEL MENU

3 Druk op I om de instelling voor [Y] op te slaan.

X

Y M D TIME

2010. -- . -- -- : -- Y/M/D

CANCEL MENU

4 Zoals in stappen 2 en 3 gebruikt u FGHI en de knop H om [M]

(maand), [D] (dag), [TIME] (uren en minuten) en [Y/M/D] (volgorde datum) in te stellen.

Voor een nauwkeurigere instelling drukt u op de knop H als het tijdsignaal 00 seconden aangeeft wanneer u de minuten instelt.

Als u de datum en de tijd wenst te wijzigen, past u de instelling aan vanuit het menu. [X] (Datum / tijd) (blz. 34)

5 Gebruik HI om uw eigen tijdzone te selecteren en druk op de knop H.

Gebruik FG om de zomertijd ([SUMMER]) in of uit te schakelen.

 

’10.02.26.12:30

Seoul

 

Tokyo

 

SUMMER

SET OK

De menu's kunnen worden gebruikt

om de geselecteerde tijdzone te wijzigen. [WORLD TIME] (blz. 35)

Taal voor de monitor wijzigen

U kunt de taal voor het menu en de foutmeldingen op de monitor instellen.

1 Roep het [SETUP]-menu op.

“Het menu gebruiken“ (blz. 4)

2 Gebruik FG om de tab r

(Instellingen 1) te selecteren, en druk vervolgens op I.

 

FORMAT

 

 

BACKUP

 

 

W

ENGLISH

1

RESET

 

2

USB CONNECTION

STORAGE

 

Q POWER ON

NO

 

SAVE SETTINGS

NO

EXIT MENU

SET OK

3 Gebruik FG om [W] te selecteren en druk op de knop H.

4 Gebruik FGHI om uw taal te selecteren en druk op de knop H.

5 Druk op de knop .

NL 13

Fotograferen, bekijken en wissen

Fotograferen met de optimale diafragmawaarde en sluitertijd [PROGRAM AUTO]

In deze stand worden de automatische opnameinstellingen geactiveerd en kunt u naar wens diverse andere fotofuncties aanpassen, zoals belichtingscorrectie, witbalans enz.

1 Druk op de N-knop om de camera in te schakelen.

[PROGRAM AUTO]-indicator

P

0.0

WB

AUTO

ISO

AUTO

12M

4

Aantal stilstaande beelden dat kan worden opgeslagen (blz. 49)

Monitor (scherm stand Standby)

Als de indicator [PROGRAM AUTO] niet wordt weergegeven, drukt u op de knopom het functiemenu op te roepen, waarna u de fotostand instelt op P.

“Het menu gebruiken“ (blz. 4)

Weergave huidige stand Fotograferen

PROGRAM AUTO P

0.0

WB

AUTO

ISO

AUTO

12M

4

Druk nogmaals op de N-knop om de camera uit te schakelen.

2 Houd de camera goed vast en kadreer de foto.

Monitor

Horizontale stand

Verticale stand

Zorg ervoor dat u de flitser niet afdekt met uw vingers enz. wanneer u de camera vasthoudt.

3 Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp.

Als de camera zich scherpstelt op het onderwerp, wordt de belichting vastgehouden (sluitertijd en diafragmawaarde worden weergegeven) en het autofocusteken wordt groen.

De camera kan niet scherpstellen als het autofocusteken rood knippert. Probeer opnieuw scherp te stellen.

Autofocusteken

P

Half indrukken

1/400 F3.1

Sluitertijd Diafragmawaarde

“Scherpstellen“ (blz. 44)

14 NL

4 Om de foto te maken drukt u de ontspanknop voorzichtig volledig in zonder de camera te bewegen.

P

Helemaal indrukken

1/400 F3.1

Scherm voor beeldcontrole

Foto's bekijken tijdens fotograferen

Door op de knop Qte drukken, kunt u beelden weergeven. Om terug te keren naar de stand fotograferen, drukt u op de knop Qof drukt

u de ontspanknop half in.

Videobeelden maken [MOVIE]

1 Druk op de knop om het scherm met het functiemenu op te roepen.

PROGRAM AUTO P

0.0

WB

AUTO

ISO

AUTO

12M

4

2 GebruikHI om de fotostand in te stellen op A, en druk vervolgens op de knop H.

[MOVIE]-indicator

0.0

WB

AUTO

0:34 VGA

3 Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp, en druk de ontspanknop dan volledig in om de opname te starten.

Half

 

indrukken

 

 

0:34

Helemaal

REC 0:00

 

indrukken

 

0:34

Continue

REC 0:00

opnametijd

(blz. 49)

Huidige lengte

Brandt rood tijdens opname

4 Druk de ontspanknop volledig in om de opname te stoppen.

Geluiden worden ook opgenomen.

Tijdens het opnemen van geluid kan alleen de digitale zoom worden gebruikt. Als u videobeelden met optische

zoom wenst op te nemen, dient u t [R] (videobeelden) (blz. 29) in te stellen op [OFF].

NL 15

Gebruik van de zoomfunctie

Met de zoomknoppen kunt u het opnamebereik aanpassen.

Op de groothoekknop

Op de teleknop

(W) drukken

(T) drukken

Zoombalk

 

P

P

0.0

0.0

WB

WB

AUTO

AUTO

ISO

ISO

AUTO

AUTO

12M

12M

4

4

Optische zoom: 3x Digitale zoom: 4x

Selecteer [DIS MODE] voor de fotostand (blz. 20) wanneer u fotografeert met

de telezoom.

Om grotere beelden te maken zonder beeldkwaliteit te verliezen [FINE ZOOM] (blz. 28)

Het uitzicht van de zoombalk geeft de status van de fijne zoom/digitale zoom aan.

Als de optische

 

 

zoom en de digitale

 

 

zoom worden

 

 

gebruikt

Optisch

Digitaal

 

zoombereik

 

zoombereik

 

 

Als de fijne zoom

 

 

wordt gebruikt

 

 

 

 

Fijn zoombereik

De weergave van de fotoinformatie wijzigen

De weergave van de scherminformatie kan worden aangepast aan de situatie, bijvoorbeeld om het scherm goed te kunnen zien of om een nauwkeurige compositie te maken met

behulp van de rasterweergave.

1 Druk op F (INFO).

De weergegeven foto-informatie wijzigt in onderstaande volgorde telkens als u op de

knop drukt. “Weergave stand fotograferen“ (blz. 8)

Normaal

P

 

0.0

Geen informatie

AUTO

WB

 

ISO

 

AUTO

 

12M

 

4

 

Gedetailleerd

P

0.0

WB

AUTO

ISO

AUTO

12M

4 NORM

Beelden bekijken

1 Druk op de knop Q.

Aantal beelden/ Totaal aantal beelden

4/30

’10/02/26 12:30

Weergegeven beeld

16 NL

2 Gebruik HIom een beeld te kiezen.

Toont het

Toont het

volgende

vorige beeld

beeld

 

Houd I ingedrukt om snel vooruit te gaan en houd H ingedrukt om snel achteruit te gaan.

De weergavegrootte van de beelden kan worden gewijzigd. “Indexweergave en close-upweergave“ (blz. 18)

Videobeelden weergeven

Selecteer een video en druk op de knop H.

4/30

MOVIE PLAY OK ’10/02/26 12:30

Videobeelden

Het geluid dat in de videostand werd opgenomen, kan niet worden weergegeven met deze camera. Om het geluid te horen, dient u de camera aan te sluiten op een TV of PC.

Bedieningen tijdens het weergeven van videobeelden.

Verstreken tijd / Totale opnametijd

00:12/00:34

Tijdens afspelen

 

Druk op de knop H om de

Weergave

weergave te pauzeren. Om de

weergave te hernemen tijdens

pauzeren en

hernemen

pauze, snel vooruit of snel

achteruit, drukt u op

 

 

de knop H.

Druk op I om snel vooruit te Snel vooruit gaan. Druk nogmaals op I

om de snelheid te verhogen.

Druk op H om snel achteruit

Snel achteruit te gaan. De terugkeersnelheid neemt toe telkens wanneer H

wordt ingedrukt.

Bedieningen tijdens gepauzeerde weergave

00:14/00:34

Tijdens pauze

Snel

Gebruik Fom het eerste beeld

weer te geven of druk op Gom

verspringen

 

het laatste beeld weer te geven.

Eén beeld

Druk op I of H om één beeld

tegelijk

tegelijk vooruit of achteruit te

vooruit of

gaan. Houd I of H ingedrukt

achteruit

om continu vooruit of achteruit

gaan

te gaan.

Weergave

Druk op de knop H om de

hernemen

weergave te hernemen.

Afspelen van videobeelden stoppen

Druk op de knop .

NL 17

Beelden wissen tijdens afspelen (één beeld wissen)

1 Geef het beeld weer dat u wenst te wissen en druk op G (D).

ERASE

ALL ERASE

SEL. IMAGE

ERASE

CANCEL

BACK MENU

SET OK

2 Druk op FG om [ERASE] te selecteren en druk op de knop H.

[ALL ERASE] (blz. 30) en [SEL. IMAGE] (blz. 30) kunnen worden gebruikt om meerdere beelden tegelijk te wissen.

Indexweergave en closeupweergave

Met indexweergave kunt u snel het gewenste beeld selecteren. Met close-upweergave

(tot 10x vergroting) kunt u beelddetails controleren.

1 Druk op de zoomknoppen.

Enkel beeld

 

 

Close-upweergave

 

4/30

W

 

4/30

’10/02/26

12:30

T

’10/02/26

12:30

 

W T

Indexweergave

 

’10/02/26

 

2

4

 

W

T

 

’10/02/26

2

4

Een afbeelding in indexweergave selecteren

Gebruik FGHIom een beeld te selecteren, en druk op de knop Hom het geselecteerde beeld weer te geven op het volledige scherm.

Een afbeelding in close-upweergave verschuiven

Gebruik FGHI om de weergavezone te verplaatsen.

18 NL

De weergave van de beeldinformatie wijzigen

De foto-informatie die op het scherm wordt weergegeven, kan worden gewijzigd.

1 Druk op F (INFO).

De weergegeven beeldinformatie wijzigt in onderstaande volgorde telkens als u op de knop drukt.

Normaal

104/30

Geen informatie

’10/02/26 12:30

Gedetailleerd

10

 

4/30

1/1000

F3.1

2.0

PISO WB AUTO AUTO

NORM 12M FILE 100 0004 ’10/02/26 12:30

De menugids gebruiken

Wanneer de knop E wordt ingedrukt terwijl instellingen worden uitgevoerd in het

functiemenu of het [SETUP]-menu, verschijnt een beschrijving van de gekozen optie.

“Het menu gebruiken“ (blz. 4)

NL 19

Loading...
+ 42 hidden pages