Hartelijk dank voor de aanschaf van een nieuwe Kia.
Als wereldwijde autofabrikant die zich richt op het bouwen van kwali tatief hoogwaardige auto's voor een betaalbare prijs, doet Kia Motors er alles aan om u meer service te bieden dan u verwacht.
Bij al onze Kia-dealerbedrijven wordt u warm, gastvrij en professio neel behandeld door mensen die om u geven, op basis van onze 'Fa mily-like Care'-belofte.
Alle informatie in dit instructieboekje was ten tijde van publicatie ac tueel. Kia behoudt zich echter te allen tijde het recht voor wijzigingen door te voeren, zodat ons beleid van continue productverbetering kan worden uitgevoerd.
Dit instructieboekje is van toepassing op alle uitvoeringen van dit mo del en bevat beschrijvingen van en uitleg over opties en de stan daarduitrusting. Hierdoor staan in dit instructieboekje mogelijk zaken beschreven die niet van toepassing zijn op uw Kia.
Geniet van uw auto en Kia's 'Family-like Care'-beleving!
Voorwoord
Hartelijk dank voor het kiezen van een Kia.
Dit instructieboekje zal u vertrouwd maken met de bediening, het onderhoud en de veiligheidsaspecten van uw nieuwe auto. Bij het instructieboekje hoort een garantieen onderhoudsboekje waarin u informatie vindt over de garantie. Kia raadt u aan om deze informatie zorgvuldig te lezen en de daarin opgenomen aanwijzingen zorgvuldig op te volgen, zodat u veilig en probleemloos van uw nieuwe auto kunt genieten.
Kia rust zijn talrijke modellen uit met een grote verscheidenheid aan opties, componenten en voorzieningen. Het is dan ook mogelijk dat de uitrusting die in dit instructieboekje beschreven staat en die op illustraties afgebeeld is, niet allemaal van toepassing is op uw auto.
De in dit instructieboekje opgenomen informatie en specificaties waren geldig ten tijde van het ter perse gaan. Kia behoudt zich te allen tijde het recht voor wijzigingen door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving. Als u vra gen hebt, raadt Kia aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.
Kia zal er alles aan doen om u optimaal en tot volle tevredenheid van uw nieuwe Kia te laten genieten.
© 2017 Kia MOTOéS Corp.
Alle rechten voorbehouden. Complete of gedeeltelijke reproductie op wat voor manier dan ook, elektronisch of mechanisch, inclusief kopiëren, vastleggen via een systeem voor het opslaan en terughalen van infor matie, of vertalen is niet toegestaan zonder schrifte lijke toestemming van Kia Motors Corporation.
Gedrukt in Zuid-Korea
ii
Overzicht hybridesysteem
Inleiding
Uw auto in één oogopslag
Veiligheidssystemen van uw auto
Kenmerken van uw auto
Audiosysteem
Wat te doen in een noodgeval
Onderhoud
Specificaties & Consumenteninformatie
Alfabetische index
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
I
iii
iv
HEV (Hybride Elektrisch Voertuig)-systeem........................ |
1-02 |
PHEV (Plug-in Elektrisch Voertuig)-systeem...................... |
1-03 |
Het plug-inhybride voertuig laden......................................... |
1-04 |
Informatie over laden........................................................... |
1-04 |
Laadtijd................................................................................... |
1-04 |
Laadprocedures..................................................................... |
1-05 |
Laadstatus............................................................................. |
1-06 |
Laadstekker in de AUTO/LOCK-modus.............................. |
1-06 |
Wanneer de laadstekker vergrendeld is............................ |
1-06 |
Gepland laden ....................................................................... |
1-07 |
Voorzorgsmaatregelen voor laden..................................... |
1-08 |
Normale laadprocedure........................................................ |
1-10 |
Laadstatus............................................................................. |
1-13 |
Druppellader (portable laadkabel)...................................... |
1-15 |
éijden met het hybride/plug-inhybride voertuig................. |
1-28 |
Plug-inhybride-modus wijzigen (plug-inhybride |
|
voertuig)................................................................................. |
1-28 |
Waarschuwingsen controlelampjes................................ |
1-29 |
Niro hybride energiestromen.................................................. |
1-33 |
Voertuig gestopt................................................................... |
1-33 |
EV-aandrijving....................................................................... |
1-33 |
Extra vermogen..................................................................... |
1-33 |
Aandrijving alleen door verbrandingsmotor..................... |
1-34 |
Opladen door verbrandingsmotor...................................... |
1-34 |
éegeneratief remmen.......................................................... |
1-34 |
Afremmen op de motor....................................................... |
1-35 |
Opladen door reservevermogen......................................... |
1-35 |
Opladen door de verbrandingsmotor/Elektrische |
|
aandrijving.............................................................................. |
1-35 |
Opladen door verbrandingsmotor/éegeneratief |
|
1 |
remmen |
1-36 |
|
|
||
Afremmen op de motor/éegeneratief remmen.............. |
1-36 |
|
Niro hybride energiestromen.................................................. |
1-37 |
|
Voertuig gestopt................................................................... |
1-37 |
|
EV-aandrijving....................................................................... |
1-37 |
|
Extra vermogen..................................................................... |
1-37 |
|
Aandrijving alleen door verbrandingsmotor..................... |
1-38 |
|
Opladen door verbrandingsmotor...................................... |
1-38 |
|
éegeneratief remmen.......................................................... |
1-38 |
|
Afremmen op de motor....................................................... |
1-39 |
|
Opladen door reservevermogen......................................... |
1-39 |
|
Opladen door de verbrandingsmotor/Elektrische |
|
|
aandrijving.............................................................................. |
1-39 |
|
Opladen door verbrandingsmotor/éegeneratief |
|
|
remmen.................................................................................. |
1-40 |
|
Afremmen op de motor/éegeneratief remmen.............. |
1-40 |
|
Aux. Battery Saver+ (voor plug-inhybride, ).................... |
1-40 |
|
Het hybride/plug-inhybride voertuig starten |
|
|
(Smart Key)............................................................................ |
1-43 |
|
Starten van het hybridesysteem....................................... |
1-43 |
|
Brandstofbesparing en veilige bediening van het |
|
|
hybridesysteem.................................................................... |
1-43 |
|
Onderdelen van het hybride/plug-inhybride voertuig........ |
1-45 |
|
Veiligheidsstekker................................................................. |
1-48 |
|
Bijzondere kenmerken van het hybride voertuig............ |
1-49 |
|
Virtual Engine Sound-systeem (VESS).............................. |
1-50 |
|
Luchttoevoer van de hoogspanningsbatterij................... |
1-50 |
|
Bij een ongeval....................................................................... |
1-50 |
|
Als het hybride voertuig stopt............................................ |
1-52 |
|
Overzicht hybridesysteem
De hybride elektrische wagen (HEV) van Kia haalt zijn vermogen zowel uit de benzinemotor als uit de elektromotor. De elek tromotor wordt aangedreven door een HEV-hoogspanningsbatterijpakket van 270 V.
Op basis van de rijomstandigheden kiest de HEV-computer voor de verbrandingsmotor, de elektromotor of zelfs allebei gelijk tijdig.
Het brandstofverbruik daalt wanneer de verbrandingsmotor stationair draait of wanneer het voertuig wordt aangedreven door de elektromotor met het HEV-batterijpakket.
De HEV-batterij moet een bepaalde ladingstoestand houden voor wanneer de motor optreedt als dynamo, bijvoorbeeld tijdens het stationair draaien. Opladen gebeurt ook tijdens het decelereren of door regeneratief remmen.
1-02
Het Kia plug-inhybride voertuig (PHEV) combineert de eigenschappen van een conventioneel hybride elektrisch voertuig en een geheel elektrisch voertuig.
Bij gebruik als een conventioneel hybride elektrisch voertuig kiest de HEV-computer voor de verbrandingsmotor, de elektro motor of zelfs allebei gelijktijdig.
In de elektrisch voertuig-modus rijdt het voertuig over een bepaalde afstand uitsluitend op de elektromotor, totdat de capaci teit van de hybridebatterij laag wordt. De rijafstand in de EV-modus hangt af van de rijstijl van de bestuurder en de wegom standigheden. Bij agressieve rijmanoeuvres kan soms tijdelijk de verbrandingsmotor worden ingeschakeld om maximaal ver mogen te leveren.
De hybridebatterij kan volledig worden opgeladen door een stekker aan te sluiten op een externe stroombron.
De motor kan aangezet worden omwille van de verwarming en veelvuldig gebruik van het gaspedaal door een bestuurder in de
CD-modus.
1-03
1
hybridesysteem Overzicht
Overzicht hybridesysteem
•Normale lader: Het plug-inhybride voertuig wordt geladen door deze aan te sluiten op een normale lader bij u thuis of een openbaar laadpunt. (Voor meer informatie, zie Normale laadprocedure op bladzijde 1-10.)
•Druppellader: Het plug-inhybride voertuig kan worden geladen met be hulp van huishoudelijke elektriciteit.
De wandcontactdoos in uw huis moet voldoen aan de voorschriften en ge schikt zijn voor een veilig gebruik van de nominale spanning (volt) / stroom (amp re) / vermogen (watt) die zijn gespecificeerd voor de druppellader.
Gebruik deze alleen als reservelader.
•Normale lader: Duurt ongeveer 2 uur en 15 minuten bij kamertemperatuur (Kan worden opgeladen tot 100%).
Afhankelijk van de conditie en de ou derdom van de hoogspanningsbatte rij, de specificaties van de lader en de omgevingstemperatuur kan de laad tijd van de hoogspanningsbatterij va riëren.
•Druppellader: Alleen gebruiken in noodsituaties.
1-04
Categorie |
Laadaansluiting (auto) |
Laadstekker |
Lader |
Laadme |
Laadtijd |
||||
thode |
|||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
Normale |
Ongeveer |
||||
|
|
|
|
lader |
die |
2 uur |
en |
||
|
|
|
|
geïnstal |
15 |
minu |
|||
|
|
|
|
leerd is |
in |
ten |
(om |
||
Normale |
|
|
|
huizen |
of |
het |
plug- |
||
lader |
|
|
|
openbare |
inhybride |
||||
|
|
|
|
laadpun |
voertuig |
||||
|
|
|
|
ten |
|
volledig op |
|||
|
|
|
|
|
|
te |
laden, |
||
|
|
|
|
|
|
100%) |
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
Huishou |
Alleen |
ge |
|||
|
|
|
|
delijke |
|
bruiken |
in |
||
Druppella |
|
|
|
elektrici |
noodsitua |
||||
der |
|
|
|
teit |
|
ties. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
•Afhankelijk van de conditie en de ouderdom van de hoogspanningsbatterij, de specificaties van de lader en de omgevings temperatuur kan de laadtijd van de hoogspanningsbatterij variëren.
•Het daadwerkelijke uiterlijk van de lader en de laadmethode kunnen verschillen afhankelijk van de laderfabrikant.
1-05
1
hybridesysteem Overzicht
Overzicht hybridesysteem |
|
|
|
|
|
|
|
Laadstatus |
|
|
|
Werking laadindi |
Laadstatus |
||
|
|
catielampje |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Langzaam knippe |
|
|
|
ren (groen) en |
Wacht op gepland |
|
|
dooft dan (wordt |
laden (dooft na 3 |
|
|
3 minuten her |
minuten) |
|
|
haald) |
|
|
|
|
|
|
|
Knippert snel 2 |
|
|
|
keer (groen) en |
De 12V-accu |
|
|
dooft dan (wordt |
|
|
|
wordt opgeladen |
|
|
|
tijdens bediening |
|
|
|
|
|
|
|
herhaald) |
|
|
|
|
|
|
|
Knippert (rood) |
Storing |
|
|
|
|
Laadstekker in de AUTO/LOCKmodus
U kunt de laadstatus bij het laden of gebruiken (terwijl de auto stilstaat) van de hoogspanningsbatterij controleren als u zich buiten het voertuig bevindt.
Werking laadindi |
Laadstatus |
|
catielampje |
||
|
||
Gaat branden |
Bezig met laden |
|
(groen) |
||
|
||
|
|
|
Dooft |
Niet of niet volle |
|
dig geladen |
||
|
U kunt kiezen wanneer de laadstekker in laadaansluiting vergrendeld en ont grendeld wordt.
Druk op de toets om te schakelen tussen de modi AUTO en LOCK.
|
LOCK (op |
AUTO |
|
het stuur |
|
|
slot) |
|
Vóór het |
O |
X |
opladen |
|
|
|
|
|
1-06
|
|
LOCK (op |
AUTO |
|
|
het stuur |
|
|
|
slot) |
|
|
|
|
|
Tijdens |
het |
O |
O |
opladen |
|
|
|
|
|
|
|
Na het |
op |
O |
X |
laden |
|
|
|
|
|
|
|
•LOCK-modus (controlelampje uit):
De stekker wordt vergrendeld wan neer de laadstekker in de laadaanslui ting wordt gestoken. De stekker blijft vergrendeld tot alle portieren door de bestuurder ontgrendeld zijn. Deze modus is handig om kabeldiefstal te voorkomen.
-Als de laadstekker ontgrendeld wordt terwijl alle portieren ont grendeld zijn, maar de laadkabel wordt niet binnen 10 seconden ontkoppeld, dan wordt de stekker automatisch weer vergrendeld.
-Als de laadstekker ontgrendeld wordt terwijl alle portieren ont grendeld zijn, maar alle portieren meteen weer vergrendeld worden, wordt de stekker automatisch weer vergrendeld.
•AUTO-modus (controlelampje aan):
De stekker wordt vergrendeld als het opladen begint. De stekker wordt ontgrendeld wanneer het opladen voltooid is. Deze stand is handig als je oplaadt bij een openbaar laadpunt.
•U kunt met de AVN een laadprocedu re plannen.
éaadpleeg de AVN voor gedetailleerde informatie over het plannen van een laadprocedure.
•Een geplande laadprocedure kan al leen worden uitgevoerd met een nor male lader of de portable laadkabel
(ICCB: In-Cable Control Box).
1
|
Overzicht |
• Als er een laadprocedure is gepland |
hybridesysteem |
en de normale lader of portable laad |
|
kabel (ICCB: In-Cable Control Box) is |
|
aangesloten, gaat het indicatielampje |
|
knipperen (3 minuten) om aan te ge |
|
ven dat er een laadprocedure is ge |
|
pland. |
|
• Als er een laadprocedure is gepland |
|
begint het laden niet direct als de |
|
normale lader of de portable laadka |
|
bel (ICCB: In-Cable Control Box) wordt |
|
aangesloten. |
|
• Als het nodig is om direct te laden, |
|
gebruikt u de AVN en de UVO om de |
|
ingestelde geplande laadprocedure te |
|
deactiveren of druk op de toets ge |
|
plande laadprocedure deactiveren( ). |
|
1-07
Overzicht hybridesysteem
•Wanneer de geplande laadprocedure ingesteld is, wordt vanzelf de start tijd voor het laden berekend. In som mige gevallen begint het laden direct na het aansluiten van de oplader.
•Als u op de toets geplande laadproce
dure deactiveren () drukt om direct met het laden van de batterij te be ginnen, moet het laden binnen 3 mi nuten na het aansluiten van de laad kabel beginnen.
Als u op de toets geplande laadproce
dure deactiveren () drukt om direct met het laden te beginnen, zijn de in stellingen voor de geplande laadpro cedure niet volledig gedeactiveerd. Als u de instellingen voor de geplande laadprocedure compleet wilt deacti veren, gebruikt u de AVN om het deactiveren te voltooien.
éaadpleeg Normale laadprocedure op bladzijde 1-10 of Aansluiten van normale lader op bladzijde 1-10 voor details over het aansluiten van de normale lader en de draagbare la der (ICCB: In-Cable Control Box).
WAARSCHUWING
nBrand veroorzaakt door stof of water
Sluit de laadkabelstekker en laadplug niet aan op het voertuig als zich wa ter of stof in de laadaansluiting be vindt. Het aansluiten van de lader terwijl er water of stof in de laadka belstekker en laadplug aanwezig is, kan brand of een elektrische schok veroorzaken. Er bestaat risico op
(Vervolg)
1-08
(Vervolg)
brand en letsel wanneer oude, ver sleten openbare stopcontacten wor den gebruikt.
WAARSCHUWING
nInterferentie met medische apparaten
Als u medische apparaten zoals een geïmplanteerde pacemaker gebruikt, vraag dan aan uw arts en de fabri kant van de lader of het laden van uw elektrische auto effect heeft op de werking van de medische appara tuur. In sommige gevallen kunnen de elektromagnetische golven die de la der produceert ernstige problemen veroorzaken in medische apparaten, zoals een geïmplanteerde pacema ker.
WAARSCHUWING
n De oplaadstekker aanraken
(Vervolg)
(Vervolg)
Raak bij het aansluiten van de kabel op de lader en de laadaansluiting op de auto de laadstekker, de laadplug en de laadaansluiting niet aan. Dit kan elektrocutie tot gevolg hebben.
•Volg onderstaande aanwijzingen op om elektrische schokken bij het laden te voorkomen:
-Een waterdichte lader gebruiken
-Zorg ervoor dat u de laadstekker en laadplug niet aanraakt als uw hand nat is
-Laad de auto niet op als het blik semt
-Laad de auto niet op als de laad stekker en de laadplug nat zijn
WAARSCHUWING
nLaadkabel
•Onderbreek de laadprocedure di rect als u abnormale symptomen signaleert (stank, rook).
(Vervolg)
(Vervolg)
•Vervang de laadkabel als de isola tie beschadigd is, om te voorko men dat u blootgesteld wordt aan een elektrische schok.
•Pak bij het aansluiten of verwijde ren van de laadkabel de laadstek ker en de laadplug vast bij de hen del.
Als u aan de kabel zelf trekt (in plaats van aan de hendel) kan de bedrading in de kabel losgetrokken of beschadigd worden. Dat kan een elektrische schok of brand veroor zaken.
WAARSCHUWING
n Koelventilator
Raak de koelventilator niet aan ter wijl het voertuig wordt geladen. Als de auto tijdens het laden wordt uit gezet, kan de koelventilator in het elektromotorcompartiment automa tisch ingeschakeld worden.
1-09
1
hybridesysteem Overzicht
Overzicht hybridesysteem
•Houd de laadstekker en de laadplug altijd schoon en droog. Berg de laad kabel op in een droge en dampvrije omgeving.
•Gebruik voor het laden van de auto uitsluitend een speciaal daarvoor ont wikkelde lader. Gebruik van een ander type lader kan defecten veroorzaken.
•Zet vóór het laden van de batterij de auto uit.
•Laat de laadstekker niet vallen. Hier door kan hij beschadigd raken.
U kunt uw voertuig opladen door deze aan te sluiten op een openbare lader op een laadpunt.
1.Trap het rempedaal in en activeer de parkeerrem.
2.Zet alle schakelaars UIT, zet de se lectiehendel naar P (parkeren) en zet de auto UIT.
3.Open de laadklep door erop te drukken, nadat u de portieren hebt ontgrendeld.
OPMERKING
De laadklep opent niet wanneer het antidiefstalsysteem is ingeschakeld.
1-10
4.Verwijder stof dat in de laadstekker en de laadaansluiting zit.
5.Hou de laadstekkerhendel vast. Steek hem dan in de laadaansluiting totdat u een klik hoort. Als er geen volledige aansluiting is, kunnen de laadstekker en de laadaansluiting slecht contact maken en kan er brand ontstaan.
6.Controleer of het controlelampje van de laadkabelaansluiting voor de hoogspanningsbatterij in het in strumentenpaneel AAN gaat.
Er wordt niet geladen wanneer het controlelampje niet brandt. Als de laadstekker niet goed aangesloten is, dan moet de laadkabel nogmaals aangesloten worden om te begin nen met laden.
OPMERKING |
|
|
|
1 |
|||
• Er wordt alleen geladen als de |
Overzicht |
||||||
toets ENGINE STAéT/STOP (mo |
|||||||
selectiehendel in de stand P |
|
||||||
(parkeren) staat. Het is mogelijk |
|
||||||
om de batterij te laden terwijl de |
|
||||||
tor starten/stoppen) in de stand |
hybridesysteem |
||||||
ACC staat. De 12V-accu kan dan |
|||||||
|
|||||||
echter worden ontladen. Laad de |
|
||||||
batterij dus indien mogelijk op |
|
||||||
terwijl de toets ENGINE STAéT/ |
|
||||||
STOP (motor |
starten/stoppen) |
|
|||||
in de stand OFF staat. |
|
|
|
||||
• Als u de selectiehendel van P |
|
||||||
(parkeren) naar |
é (achteruit)/N |
|
|||||
(neutraal)/D |
(rijden) |
beweegt, |
|
||||
stopt het laadproces. Om op |
|
||||||
nieuw te beginnen met laden, |
|
||||||
beweegt |
u |
de |
selectiehendel |
|
|||
naar P (parkeren), zet u de toets |
|
||||||
ENGINE |
STAéT/STOP |
(motor |
|
||||
starten/stoppen) |
in |
de |
stand |
|
|||
OFF en verwijdert u de laadka |
|
bel. Sluit vervolgens de laadkabel aan.
Laadstekker in de AUTO/LOCK-mo dus
1-11
Overzicht hybridesysteem
Wanneer de laadstekker in de laad aansluiting wordt gestoken, kan het moment dat de stekker wordt ver grendeld, variëren op grond van modi die u kiest door op de knop te drukken.
•LOCK-modus: de stekker wordt automatisch vergrendeld wan neer de laadstekker normaal wordt aangesloten.
•AUTO-modus: de stekker wordt vergrendeld wanneer het laden start terwijl de laadstekker nor maal is aangesloten.
éaadpleeg voor meer informatie Laadstekker in de AUTO/LOCKmodus op bladzijde 1-06.
De laadklep vergrendelen/ontgren delen
De vergrendel-/ontgrendelfunctie van de laadklep werkt alleen wan neer bij het sluiten van de laadklep aan de volgende voorwaarden wordt voldaan.
Als de ontgrendelfunctie niet werkt, kunt u met de ontgrendel functie van de laadklep in noodsi tuaties de laadklep ontgrendelen. (éaadpleeg voor meer informatie Ontgrendelen klep laadaansluiting in noodsituatie op bladzijde 1-13)
1.Voorwaarden voor vergrendelen:
1.Wanneer u de portieren van buiten het voertuig vergren delt terwijl de laadklep geslo ten is
2.Wanneer u het bestuurder sportier vergrendelt met een reservesleutel
3.Wanneer u portieren vergren delt met een smart key
4.Wanneer u op de vergrendel-/ ontgrendelknop op de hand greep aan de buitenkant van het voorportier drukt terwijl de smart key gesignaleerd wordt en de portieren ont grendeld zijn
2.Voorwaarden voor ontgrendelen:
1.Wanneer u de portieren van buiten het voertuig ontgren delt terwijl de laadklep geslo ten is Wanneer u het bestuur dersportier ontgrendelt met een reservesleutel
2.Wanneer u portieren ontgren delt met een smart key
3.Wanneer u portieren vergren delt met een smart key
4.Wanneer u op de vergrendel-/ ontgrendelknop op de hand greep aan de buitenkant van het voorportier drukt terwijl de smart key gesignaleerd wordt en de portieren ver grendeld zijn
7.Nadat het laden gestart is, wordt de geschatte laadtijd gedurende ongeveer 1 minuut weergegeven op het instrumentenpaneel. Hij wordt ook weergegeven wanneer het be stuurdersportier wordt geopend tij dens het laden. Als er een laadpro cedure is gepland, wordt de ge schatte laadtijd weergegeven als
--".
1-12
Als de laadstekker niet ontgrendeld wordt, kan de klep worden geopend door de motorkap te openen en lichtjes aan de noodontgrendelingskabel te trekken, zoals hierboven is afgebeeld.
Hierdoor gaat de klep van de laadaan sluiting open.
Als een laadklep niet meteen opengaat terwijl de noodontgrendelingskabel ac tief is, drukt u licht op de laadklep en trekt u nog eens aan de kabel.
U kunt de laadstatus bij het laden of gebruiken (terwijl de auto stilstaat) van de hoogspanningsbatterij controleren als u zich buiten het voertuig bevindt.
Werking laadindi |
Laadstatus |
|
catielampje |
||
|
||
Gaat branden |
Bezig met laden |
|
(groen) |
||
|
||
|
|
|
Dooft |
Niet of niet volle |
|
dig geladen |
||
|
Werking laadindi |
Laadstatus |
|
catielampje |
||
|
||
Langzaam knippe |
Wacht op gepland |
|
ren (groen) en |
||
dooft dan (wordt |
laden (dooft na 3 |
|
3 minuten her |
minuten) |
|
haald) |
|
|
|
|
|
Knippert snel 2 |
|
|
keer (groen) en |
De 12V-accu |
|
dooft dan (wordt |
||
wordt opgeladen |
||
tijdens bediening |
||
|
||
herhaald) |
|
|
|
|
|
Knippert (rood) |
Storing |
|
|
|
1.De portieren van het voertuig moe ten ontgrendeld zijn om de laad stekker te kunnen loskoppelen. Een vergrendeling voorkomt dat de laadkabel kan worden losgekoppeld wanneer de portieren van het voer tuig vergrendeld zijn.
OPMERKING
Om de laadstekker los te koppelen, ontgrendelt u de portieren zodat de vergrendeling van de laadstekker
(Vervolg)
1-13
1
hybridesysteem Overzicht
Overzicht hybridesysteem
(Vervolg)
wordt ontgrendeld. Als u dit niet doet, kan er schade ontstaan aan de laadstekker en de laadaansluiting op de auto.
tomatisch ontgrendeld wanneer het opladen voltooid is.
Zie Laadstekker in de AUTO/LOCKmodus op bladzijde 1-06 in dit hoofdstuk voor meer informatie.
OPMERKING
Probeer de ontgrendelknop niet met kracht los te trekken zonder de ont grendelknop in te drukken bij het losnemen van de laadstekker. Hier door kan schade ontstaan aan de laadstekker en de laadaansluiting op de auto.
2.Hou de laadstekkerhendel vast en trek hem naar buiten.
Om kabeldiefstal te voorkomen kan de laadstekker niet uit de aanslui ting gehaald worden zolang de por tieren vergrendeld zijn. Ontgrendel alle portieren om de laadstekker uit de aansluiting te kunnen halen.
Als het voertuig echter in de AUTOmodus is, wordt de laadstekker au
3.Zorg ervoor dat de klep van de laadaansluiting goed gesloten wordt.
OPMERKING
•Wijzig de onderdelen van de laad kabel niet en haal deze niet uit elk aar. Dit kan brand of een elektri sche schok veroorzaken, met per soonlijk letsel als gevolg.
•Houd de laadstekker en de laad plug schoon en droog. De laadkabel moet ook droog worden gehouden.
•Gebruik een persluchtpistool om vuil van de laadstekker en de laad plug te blazen.
1-14
Druppellader (portable |
Aansluiten van portable laadkabel |
laadkabel) |
(ICCB: In-Cable Control Box) |
De druppellader kan worden gebruikt als de normale lader niet beschikbaar is.
1. Stekker en kabel
2.éegeleenheid (ICCB)
3.Laadstekker/kabel
1.Zet alle schakelaars UIT, zet de se lectiehendel naar P (parkeren) en zet de auto UIT.
2.Steek de stekker in een wandcon tactdoos.
1
|
Overzicht |
3. Ga na of het controlelampje van de |
hybridesysteem |
voeding (groen) op de regeleenheid |
|
brandt. |
|
4.Trap het rempedaal in en activeer de parkeerrem.
1-15
Overzicht hybridesysteem
5.Open de laadklep door erop te drukken, nadat u de portieren hebt ontgrendeld.
OPMERKING
De laadklep opent niet wanneer het antidiefstalsysteem is ingeschakeld.
7. Hou de laadstekkerhendel vast. Steek hem dan in de laadaansluiting totdat u een klik hoort. Als er geen volledige aansluiting is, kunnen de laadstekker en de laadaansluiting niet goed contact maken en kan er brand ontstaan.
6.Verwijder stof dat in de laadstekker en de laadaansluiting zit.
1-16
8.Het opladen begint automatisch en het laadlampje knippert.
9.Controleer of het controlelampje van de laadkabelaansluiting voor de
hoogspanningsbatterij in het in strumentenpaneel AAN gaat.
Er wordt niet geladen wanneer het controlelampje niet brandt. Als de laadstekker niet goed aangesloten is, dan moet de laadkabel nogmaals aangesloten worden om te begin nen met laden.
OPMERKING
•Er wordt alleen geladen als de selectiehendel in de stand P (parkeren) staat. Het is mogelijk om de batterij te laden terwijl de toets ENGINE STAéT/STOP (mo tor starten/stoppen) in de stand ACC staat. De 12V-accu kan dan echter worden ontladen. Laad de batterij dus indien mogelijk op terwijl de toets ENGINE STAéT/ STOP (motor starten/stoppen) in de stand OFF staat.
(Vervolg)
(Vervolg)
•Als u de selectiehendel van P (parkeren) naar é (achteruit)/N (neutraal)/D (rijden) beweegt, stopt het laadproces. Om op nieuw te beginnen met laden, beweegt u de selectiehendel naar P (parkeren), zet u de toets ENGINE STAéT/STOP (motor starten/stoppen) in de stand
OFF en verwijdert u de laadka bel. Sluit dan de laadkabel weer aan en start het voertuig op nieuw.
1-17
1
hybridesysteem Overzicht
Overzicht hybridesysteem
10.Nadat het laden gestart is, wordt de geschatte laadtijd gedurende ongeveer 1 minuut weergegeven op het instrumentenpaneel. Hij wordt ook weergegeven wanneer het be stuurdersportier wordt geopend tij dens het laden. Als er een laadpro cedure is gepland, wordt de ge schatte laadtijd weergegeven als
--.
De stekker ontgrendelen in |
Controleren van laadstatus |
noodgeval |
|
Als de laadstekker niet ontgrendeld wordt, kan de klep worden geopend door de motorkap te openen en lichtjes aan de noodontgrendelingskabel te trekken, zoals hierboven is afgebeeld.
Hierdoor gaat de klep van de laadaan sluiting open.
Als een laadklep niet meteen opengaat terwijl de noodontgrendelingskabel ac tief is, drukt u licht op de laadklep en trekt u nog eens aan de kabel.
U kunt de laadstatus bij het laden of gebruiken (terwijl de auto stilstaat) van de hoogspanningsbatterij controleren als u zich buiten het voertuig bevindt.
Werking laadindi |
Laadstatus |
|
catielampje |
||
|
||
Gaat branden |
Bezig met laden |
|
(groen) |
||
|
||
|
|
|
Dooft |
Niet of niet volle |
|
dig geladen |
||
|
||
|
|
1-18
Werking laadindi |
Laadstatus |
|
catielampje |
||
|
||
Langzaam knippe |
Wacht op gepland |
|
ren (groen) en |
||
dooft dan (wordt |
laden (dooft na 3 |
|
3 minuten her |
minuten) |
|
haald) |
|
|
|
|
|
Knippert snel 2 |
|
|
keer (groen) en |
De 12V-accu |
|
dooft dan (wordt |
||
wordt opgeladen |
||
tijdens bediening |
||
|
||
herhaald) |
|
|
|
|
|
Knippert (rood) |
Storing |
|
|
|
We raden u aan de kabel van de drup pellader na gebruik in een opbergdoos te doen.
1
hybridesysteem Overzicht
1-19
Overzicht hybridesysteem
éegeleenheid |
Controlelampje |
Meer informatie |
|
|
|
|
Aan: stroom aan |
|
|
|
Knipperen: storing in temperatuursensor van de stek |
|
|
|
ker |
|
STEKKEé |
|
|
|
|
Aan: bescherming tegen te hoge temperatuur van de |
|
|
|
|
stekker |
|
|
|
Knipperen: waarschuwing te hoge temperatuur van de |
|
|
|
stekker |
|
|
|
|
|
VOEDING |
|
Aan: stroom aan |
|
|
|
|
|
LADEN |
|
Knipperen: opladen in de spaarstand, alleen de laadin |
|
|
dicator is verlicht |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
STOéING |
|
Knipperen: opladen onderbroken |
|
|
|
|
|
|
|
Laadstroom 12 A |
|
LAADNIVEAU |
|
|
|
|
Laadstroom 10 A |
|
|
|
|
|
|
|
|
Laadstroom 8 A |
|
|
|
|
|
|
|
Laadstekker aangesloten |
|
AUTO |
|
|
|
|
Laden |
|
|
|
|
1-20
éegeleenheid |
Controlelampje |
Meer informatie |
|
|
|
|
1 |
||||
|
AUTO |
|
Knipperen: opladen onmogelijk |
|
|
|
|
|
hybridesysteem Overzicht |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1-21
Overzicht hybridesysteem
Né. |
éegeleenheid |
Status/diagnose/tegenmaat |
Né. |
éegeleenheid |
Status/diagnose/tegenmaat |
|
regel |
|
regel |
||||
|
|
|
|
|
||
|
|
• Laadstekker op het voertuig |
|
|
|
|
|
|
aangesloten (groene lampje |
|
|
|
|
|
|
brandt) |
|
|
|
|
|
|
• Storing in temperatuursen |
|
|
|
|
|
|
sor van de stekker (groene |
|
|
|
|
|
|
lampje knippert) |
|
|
|
|
|
|
• Bescherming tegen te hoge |
|
|
|
|
|
|
temperatuur van de stekker |
|
|
- Laadstekker op het voertuig |
|
1 |
|
(rode lampje knippert) |
|
|
||
|
2 |
|
aangesloten (groene lampje |
|||
|
|
|
|
|||
|
|
• Waarschuwing te hoge tem |
|
|
brandt) |
|
|
|
peratuur van de |
stekker |
|
|
|
|
|
(rode lampje brandt) |
|
|
|
|
|
|
Laat het systeem nakijken |
|
|
|
|
|
|
door een professionele werk |
|
|
|
|
|
|
plaats. Kia raadt aan om een |
|
|
|
|
|
|
officiële Kia-dealer/service |
|
|
|
|
|
|
partner te bezoeken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1-22
Né. |
éegeleenheid |
Status/diagnose/tegenmaat |
Né. |
éegeleenheid |
Status/diagnose/tegenmaat |
|
regel |
|
regel |
||||
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
- Voordat u de laadstekker op |
|
|
|
|
|
|
het voertuig aansluit (rode |
|
|
|
|
|
|
lampje knippert) |
|
|
- Tijdens het opladen |
|
|
|
- Abnormale temperatuur |
|
|
|
|
|
- Storing in ICCB (In-Cable |
|
|
|
- Laadindicator |
(groene |
|
|
|
3 |
|
lampje knippert) |
|
4 |
|
Control Box) |
|
|
- Controlelampje |
voertuig |
|
|
Laat het systeem nakijken |
|
|
(blauwe lampje brandt) |
|
|
||
|
|
|
|
door een professionele werk |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
plaats. Kia raadt aan om een |
|
|
|
|
|
|
officiële Kia-dealer/service |
|
|
|
|
|
|
partner te bezoeken. |
|
|
|
|
|
|
|
1-23
1
hybridesysteem Overzicht
Overzicht hybridesysteem
Né. |
éegeleenheid |
Status/diagnose/tegenmaat |
Né. |
éegeleenheid |
Status/diagnose/tegenmaat |
|
regel |
regel |
|||||
|
|
|
|
|||
|
|
- Op het voertuig aangesloten |
|
|
|
|
|
|
(rode lampje knippert) |
|
|
- Nadat u de laadstekker op |
|
|
|
- Storing in diagnoseappa |
|
|
||
|
|
|
|
het voertuig hebt aangeslo |
||
|
|
raat |
|
|
||
|
|
|
|
ten (rode lampje knippert) |
||
|
|
|
|
|
||
|
|
- Stroomlek |
|
|
- Communicatiestoring |
|
5 |
|
- Abnormale temperatuur |
6 |
|
Laat het systeem nakijken |
|
|
|
|
|
|
||
|
|
Laat het systeem nakijken |
|
|
door een professionele werk |
|
|
|
|
|
plaats. Kia raadt aan om een |
||
|
|
door een professionele werk |
|
|
||
|
|
|
|
officiële Kia-dealer/service |
||
|
|
plaats. Kia raadt aan om een |
|
|
||
|
|
|
|
partner te bezoeken. |
||
|
|
officiële Kia-dealer/service |
|
|
||
|
|
|
|
|
||
|
|
partner te bezoeken. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1-24