Kia Optima Plug IN Hybrid 2018 Owner's Manual [nl]

0 (0)

Kia, HET BEDRIJF

Hartelijk dank voor de aanschaf van een nieuwe Kia.

Als wereldwijde autofabrikant die zich richt op het bouwen van kwali tatief hoogwaardige auto's voor een betaalbare prijs, doet Kia Motors er alles aan om u meer service te bieden dan u verwacht.

Bij al onze Kia-dealerbedrijven wordt u warm, gastvrij en professio neel behandeld door mensen die om u geven, op basis van onze 'Fa mily-like Care'-belofte.

Alle informatie in dit instructieboekje was ten tijde van publicatie ac tueel. Kia behoudt zich echter te allen tijde het recht voor wijzigingen door te voeren, zodat ons beleid van continue productverbetering kan worden uitgevoerd.

Dit instructieboekje is van toepassing op alle uitvoeringen van dit mo del en bevat beschrijvingen van en uitleg over opties en de stan daarduitrusting. Hierdoor staan in dit instructieboekje mogelijk zaken beschreven die niet van toepassing zijn op uw Kia.

Geniet van uw auto en Kia's 'Family-like Care'-beleving!

Voorwoord

Hartelijk dank voor het kiezen van een Kia.

Dit instructieboekje zal u vertrouwd maken met de bediening, het onderhoud en de veiligheidsaspecten van uw nieuwe auto. Bij het instructieboekje hoort een garantieen onderhoudsboekje waarin u informatie vindt over de garantie. Kia raadt u aan om deze informatie zorgvuldig te lezen en de daarin opgenomen aanwijzingen zorgvuldig op te volgen, zodat u veilig en probleemloos van uw nieuwe auto kunt genieten.

Kia rust zijn talrijke modellen uit met een grote verscheidenheid aan opties, componenten en voorzieningen. Het is dan ook mogelijk dat de uitrusting die in dit instructieboekje beschreven staat en die op illustraties afgebeeld is, niet allemaal van toepassing is op uw auto.

De in dit instructieboekje opgenomen informatie en specificaties waren geldig ten tijde van het ter perse gaan. Kia behoudt zich te allen tijde het recht voor wijzigingen door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving. Als u vra gen hebt, raadt Kia aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

Kia zal er alles aan doen om u optimaal en tot volle tevredenheid van uw nieuwe Kia te laten genieten.

© 2017 Kia MOTOéS Corp.

Alle rechten voorbehouden. Complete of gedeeltelijke reproductie op wat voor manier dan ook, elektronisch of mechanisch, inclusief kopiëren, vastleggen via een systeem voor het opslaan en terughalen van infor matie, of vertalen is niet toegestaan zonder schrifte lijke toestemming van Kia Motors Corporation.

Gedrukt in Zuid-Korea

ii

Overzicht hybridesysteem

Inleiding

Uw auto in één oogopslag

Veiligheidssystemen van uw auto

Kenmerken van uw auto

Audiosysteem

Inhoudsopgave Met uw auto rijden

Wat te doen in een noodgeval

Onderhoud

Specificaties & Consumenteninformatie

Alfabetische index

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

I

iii

iv

Overzicht hybridesysteem

HEV (Hybride Elektrisch Voertuig)-systeem........................

1-02

çHEV (çlug-in Elektrisch Voertuig)-systeem......................

1-03

Het plug-inhybride voertuig laden.........................................

1-04

Informatie over laden...........................................................

1-04

Laadtijd...................................................................................

1-04

Laadprocedures.....................................................................

1-05

Laadstatus.............................................................................

1-06

Gepland laden .......................................................................

1-06

Voorzorgsmaatregelen voor laden.....................................

1-07

Normale laadprocedure........................................................

1-08

Laadstatus.............................................................................

1-11

Druppellader...........................................................................

1-12

éijden met het hybride/plug-inhybride voertuig.................

1-20

çlug-inhybridemodus wijzigen...........................................

1-20

Waarschuwingsen controlelampjes................................

1-20

Energiestroom hybride/plug-inhybride voertuig................

1-24

Voertuig gestopt...................................................................

1-24

EV-aandrijving.......................................................................

1-24

Extra vermogen.....................................................................

1-24

Aandrijving alleen door verbrandingsmotor.....................

1-25

Opladen door verbrandingsmotor......................................

1-25

éegeneratief remmen..........................................................

1-25

Afremmen op de motor.......................................................

1-26

Opladen door reservevermogen.........................................

1-26

Opladen door verbrandingsmotor/éegeneratief

 

remmen..................................................................................

1-26

Opladen door de verbrandingsmotor/Elektrische

 

aandrijving..............................................................................

1-27

Afremmen op de motor/éegeneratief remmen..............

1-27

Aux. Battery Saver+ (voor plug-inhybride, indien

 

1

van toepassing)

1-28

 

 

Modus......................................................................................

1-28

 

Systeeminstelling..................................................................

1-28

 

LCD-melding..........................................................................

1-29

 

Het hybride/plug-inhybride voertuig starten

 

 

(Smart Key)............................................................................

1-30

 

Starten van het hybridesysteem.......................................

1-30

 

Brandstofbesparing en veilige bediening van het

 

 

hybridesysteem....................................................................

1-30

 

Onderdelen van het hybride/plug-inhybride voertuig........

1-32

 

Veiligheidsstekker.................................................................

1-35

 

Bijzondere kenmerken van het hybride voertuig............

1-35

 

Virtual Engine Sound-systeem (VESS)..............................

1-36

 

Luchttoevoer van de hoogspanningsbatterij...................

1-36

 

Bij een ongeval.......................................................................

1-37

 

Als het hybride voertuig stopt............................................

1-38

 

Kia Optima Plug IN Hybrid 2018 Owner's Manual

Overzicht hybridesysteem

HEV (HYBRIDE ELEKTRISCH VOERTUIG)-SYSTEEM

De hybride elektrische wagen (HEV) van Kia haalt zijn vermogen zowel uit de benzinemotor als uit de elektromotor. De elek tromotor wordt aangedreven door een HEV-hoogspanningsbatterijpakket van 270V.

Op basis van de rijomstandigheden kiest de HEV-computer voor de verbrandingsmotor, de elektromotor of zelfs allebei gelijk tijdig.

Het brandstofverbruik daalt wanneer de verbrandingsmotor stationair draait of wanneer het voertuig wordt aangedreven door de elektromotor met het HEV-batterijpakket.

De HEV-batterij moet een bepaalde ladingstoestand houden voor wanneer de motor optreedt als dynamo, bijvoorbeeld tijdens het stationair draaien. Opladen gebeurt ook tijdens het decelereren of door regeneratief remmen.

1-02

PHEV (PLUG-IN ELEKTRISCH VOERTUIG)-SYSTEEM

Het Kia plug-inhybride voertuig (çHEV) combineert de eigenschappen van een conventioneel hybride elektrisch voertuig en een geheel elektrisch voertuig.

Bij gebruik als een conventioneel hybride elektrisch voertuig kiest de HEV-computer voor de verbrandingsmotor, de elektro motor of zelfs allebei gelijktijdig.

In de elektrisch voertuig-modus rijdt het voertuig over een bepaalde afstand uitsluitend op de elektromotor, totdat de capaci teit van de hybridebatterij laag wordt. De rijafstand in de EV-modus hangt af van de rijstijl van de bestuurder en de wegom standigheden. Bij agressieve rijmanoeuvres kan soms tijdelijk de verbrandingsmotor worden ingeschakeld om maximaal ver mogen te leveren.

De hybridebatterij kan volledig worden opgeladen door een stekker aan te sluiten op een externe stroombron.

1-03

1

hybridesysteem Overzicht

Overzicht hybridesysteem

HET PLUG-INHYBRIDE VOERTUIG LADEN

Informatie over laden

Normale lader: Het plug-inhybride voertuig wordt geladen door deze aan te sluiten op een normale lader bij u thuis of een openbaar laadpunt. (Voor meer informatie, zie Normale laadprocedure op bladzijde 1-08.)

Druppellader: Het plug-inhybride voertuig kan worden geladen met be hulp van huishoudelijke elektriciteit.

De wandcontactdoos in uw huis moet voldoen aan de voorschriften en ge schikt zijn voor een veilig gebruik van de nominale spanning (volt) / stroom (amp re) / vermogen (watt) die zijn gespecificeerd voor de druppellader.

Laadtijd

Normale lader:

Duurt ongeveer 2-3 uur bij kamer temperatuur (Kan worden opgeladen tot 100%). Afhankelijk van de conditie en de ouderdom van de hoogspan ningsbatterij, de specificaties van de lader en de omgevingstemperatuur kan de laadtijd van de hoogspan ningsbatterij variëren.

1-04

Laadprocedures

Categorie

Laadaansluiting

Laadstekker

Lader

Laadmethode

Laadtijd

(auto)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Normale lader die

Ongeveer 2-3 uur

 

 

 

 

(om het plug-inhy

 

 

 

 

geïnstalleerd is in

Normale lader

 

 

 

bride voertuig volle

 

 

 

huizen of openbare

 

 

 

 

dig op te laden,

 

 

 

 

laadpunten

 

 

 

 

100%)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Druppellader

 

 

 

Huishoudelijke elek

 

 

 

 

triciteit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1

hybridesysteem Overzicht

Het daadwerkelijke uiterlijk van de lader en de laadmethode kunnen verschillen afhankelijk van de laderfabrikant.

1-05

Overzicht hybridesysteem

Laadstatus

U kunt de laadstatus bij het laden of gebruiken (terwijl de auto stilstaat) van de hoogspanningsbatterij controleren als u zich buiten het voertuig bevindt.

Werking laadindi

Laadstatus

catielampje

 

Gaat branden

Bezig met laden

(groen)

 

 

 

Dooft

Niet of niet volle

dig geladen

 

 

 

 

Wacht op gepland

Knippert (groen)

laden (dooft na 3

 

minuten)

Werking laadindi

Laadstatus

catielampje

 

 

Energiebesparing

Knippert snel

hulpaccu + of ge

(groen)

pland gebruik air

 

conditioning

 

 

Knippert (rood)

Storing

 

 

Gepland laden (indien van toepassing)

U kunt met de AVN een laadprocedu re plannen.

éaadpleeg de AVN voor gedetailleerde informatie over het plannen van een laadprocedure.

Een geplande laadprocedure kan al leen worden uitgevoerd met een nor male lader of de portable laadkabel

(ICCB: In-Cable Control Box).

Als er een laadprocedure is gepland en de normale lader of portable laad kabel (ICCB: In-Cable Control Box) is aangesloten, gaat het indicatielampje knipperen (3 minuten) om aan te ge ven dat er een laadprocedure is ge pland.

Als er een laadprocedure is gepland begint het laden niet direct als de normale lader of de portable laadka bel (ICCB: In-Cable Control Box) wordt aangesloten.

Wanneer direct opladen nodig is, kunt de volgende twee dingen doen:

1.Gebruik de AVN om de ingestelde geplande laadprocedure te deacti veren.

1-06

2.Trek de laadstekker eruit en steek hem er binnen 5 seconden weer in.

In dit geval wordt de ingestelde geplande laadprocedure de volgen de keer geactiveerd.

Als er na de eerste keer aansluiten meer dan 3 minuten voorbij zijn, trekt u de laadstekker er na de tweede keer aansluiten uit en steekt u hem er binnen 5 seconden weer in.

Voorzorgsmaatregelen voor laden

WAARSCHUWING

nBrand veroorzaakt door stof of water

Sluit de laadkabelstekker en laadplug niet aan op het voertuig als zich wa ter of stof in de laadaansluiting be vindt. Het aansluiten van de lader terwijl er water of stof in de laadka belstekker en laadplug aanwezig is, kan brand of een elektrische schok veroorzaken. Er bestaat risico op brand en letsel wanneer oude, ver sleten openbare stopcontacten wor den gebruikt.

WAARSCHUWING

nInterferentie met medische apparaten

Als u medische apparaten zoals een geïmplanteerde pacemaker gebruikt, vraag dan aan uw arts en de fabri kant van de lader of het laden van uw elektrische auto effect heeft op de werking van de medische appara tuur. In sommige gevallen kunnen de elektromagnetische golven die de la

(Vervolg)

(Vervolg)

der produceert ernstige problemen veroorzaken in medische apparaten, zoals een geïmplanteerde pacema ker.

WAARSCHUWING

n De oplaadstekker aanraken

Raak bij het aansluiten van de kabel op de lader en de laadaansluiting op de auto de laadstekker, de laadplug en de laadaansluiting niet aan. Dit kan elektrocutie tot gevolg hebben.

Volg onderstaande aanwijzingen op om elektrische schokken bij het laden te voorkomen:

-Een waterdichte lader gebruiken

-Zorg ervoor dat u de laadstekker en laadplug niet aanraakt als uw hand nat is

-Laad de auto niet op als het blik semt

-Laad de auto niet op als de laad stekker en de laadplug nat zijn

1-07

1

hybridesysteem Overzicht

Overzicht hybridesysteem

WAARSCHUWING

nLaadkabel

Onderbreek de laadprocedure di rect als u abnormale symptomen signaleert (stank, rook).

Vervang de laadkabel als de isola tie beschadigd is, om te voorko men dat u blootgesteld wordt aan een elektrische schok.

Pak bij het aansluiten of verwijde ren van de laadkabel de laadstek ker en de laadplug vast bij de hen del.

Als u aan de kabel zelf trekt (in plaats van aan de hendel) kan de bedrading in de kabel losgetrokken of beschadigd worden. Dat kan een elektrische schok of brand veroor zaken.

WAARSCHUWING

n Koelventilator

Raak de koelventilator niet aan ter wijl het voertuig wordt geladen. Als

(Vervolg)

(Vervolg)

de auto tijdens het laden wordt uit gezet, kan de koelventilator in het elektromotorcompartiment automa tisch ingeschakeld worden.

Houd de laadstekker en de laadplug altijd schoon en droog. Berg de laad kabel op in een droge en dampvrije omgeving.

Gebruik voor het laden van de auto uitsluitend een speciaal daarvoor ont wikkelde lader. Gebruik van een ander type lader kan defecten veroorzaken.

Zet vóór het laden van de batterij de auto uit.

Laat de laadstekker niet vallen. Hier door kan hij beschadigd raken.

Normale laadprocedure

U kunt uw voertuig opladen door deze aan te sluiten op een openbare lader op een laadpunt.

1-08

Aansluiten van normale lader

1.Trap het rempedaal in en activeer de parkeerrem.

2.Zet alle schakelaars UIT, zet de se lectiehendel naar ç (parkeren) en zet de auto UIT.

3.Open de laadklep door erop te drukken, nadat u de portieren hebt ontgrendeld.

4.Verwijder stof dat in de laadstekker en de laadaansluiting zit.

5.Hou de laadstekkerhendel vast. Steek hem dan in de laadaansluiting totdat u een klik hoort. Als er geen volledige aansluiting is, kunnen de laadstekker en de laadaansluiting slecht contact maken en kan er brand ontstaan.

6.Controleer of het controlelampje van de laadkabelaansluiting voor de hoogspanningsbatterij in het in strumentenpaneel AAN gaat.

Er wordt niet geladen wanneer het controlelampje niet brandt. Als de laadstekker niet goed aangesloten is, dan moet de laadkabel nogmaals aangesloten worden om te begin nen met laden.

1

hybridesysteem Overzicht

OPMERKING

De laadklep opent niet wanneer het antidiefstalsysteem is ingeschakeld.

1-09

Overzicht hybridesysteem

OPMERKING

Er wordt alleen geladen als de selectiehendel in de stand ç (parkeren) staat. Het is mogelijk om de batterij te laden terwijl de toets ENGINE STAéT/STOç (mo tor starten/stoppen) in de stand ACC staat. De 12V-accu kan dan echter worden ontladen. Laad de batterij dus indien mogelijk op terwijl de toets ENGINE STAéT/ STOç (motor starten/stoppen) in de stand OFF staat.

Als u de selectiehendel van ç (parkeren) naar é (achteruit)/N (neutraal)/D (rijden) beweegt, stopt het laadproces. Om op nieuw te beginnen met laden, beweegt u de selectiehendel naar ç (parkeren), zet u de toets ENGINE STAéT/STOç (motor starten/stoppen) in de stand

OFF en verwijdert u de laadka bel. Sluit vervolgens de laadkabel aan.

Ontgrendelen klep laadaansluiting in noodsituatie

7.Nadat het laden gestart is, wordt de geschatte laadtijd gedurende ongeveer 1 minuut weergegeven op het instrumentenpaneel. Hij wordt ook weergegeven wanneer het be stuurdersportier wordt geopend tij dens het laden. Als er een laadpro cedure is gepland, wordt de ge schatte laadtijd weergegeven als --".

Als de klep van de laadaansluiting niet geopend kan worden door een ontladen accu, kan de klep worden geopend door de motorkap te openen en lichtjes aan de noodontgrendelingskabel te trekken, zoals hierboven is afgebeeld. Hierdoor gaat de klep van de laadaansluiting open.

1-10

Laadstatus

Controleren van laadstatus

U kunt de laadstatus bij het laden of gebruiken (terwijl de auto stilstaat) van de hoogspanningsbatterij controleren als u zich buiten het voertuig bevindt.

Werking laadindi

Laadstatus

catielampje

 

Gaat branden

Bezig met laden

(groen)

 

 

 

Dooft

Niet of niet volle

dig geladen

 

Werking laadindi

Laadstatus

catielampje

 

 

Wacht op gepland

Knippert (groen)

laden (dooft na 3

 

minuten)

 

 

 

Energiebesparing

Knippert snel

hulpaccu + of ge

(groen)

pland gebruik air

 

conditioning

 

 

Knippert (rood)

Storing

 

 

Loskoppelen van normale lader

1.De portieren van het voertuig moe ten ontgrendeld zijn om de laad stekker te kunnen loskoppelen. Een vergrendeling voorkomt dat de laadkabel kan worden losgekoppeld wanneer de portieren van het voer tuig vergrendeld zijn.

OPMERKING

Om de laadstekker los te koppelen, ontgrendelt u de portieren zodat de vergrendeling van de laadstekker wordt ontgrendeld. Als u dit niet doet, kan er schade ontstaan aan de

(Vervolg)

(Vervolg)

1

 

laadstekker en de laadaansluiting op

 

 

de auto.

hybridesysteem Overzicht

 

2.Druk op de ontgrendeltoets voor de portieren op de Smart Key en trek dan de laadstekker naar buiten.

OPMERKING

çrobeer de ontgrendelknop niet met kracht los te trekken zonder de ont grendelknop in te drukken bij het losnemen van de laadstekker. Hier

(Vervolg)

1-11

Overzicht hybridesysteem

(Vervolg)

door kan schade ontstaan aan de laadstekker en de laadaansluiting op de auto.

3.Zorg ervoor dat de klep van de laadaansluiting goed gesloten wordt.

OPMERKING

Wijzig de onderdelen van de laadkabel niet en haal deze niet uit elkaar. Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken, met persoonlijk letsel als gevolg.

Houd de laadstekker en de laad plug schoon en droog. De laad kabel moet ook droog worden gehouden.

Gebruik een persluchtpistool om vuil van de laadstekker en de laadplug te blazen.

Druppellader

De druppellader kan worden gebruikt als de normale lader niet beschikbaar is.

1. Laadstekker

2.Laadkabel

3.éegeleenheid

4.Kabel en stekker (kabelset)

1-12

Aansluiten van portable laadkabel (ICCB: In-Cable Control Box)

1.Zet alle schakelaars UIT, zet de se lectiehendel naar ç (parkeren) en zet de auto UIT.

2.Steek de stekker in een wandcon tactdoos.

3.Controleer of elke led op de regel eenheid gedurende 0,5 seconde knippert. Controleer daarna of het voedingslampje (groen) AAN gaat.

4.Trap het rempedaal in en activeer de parkeerrem.

5.Open de laadklep door erop te drukken, nadat u de portieren hebt ontgrendeld.

OPMERKING

De laadklep opent niet wanneer het antidiefstalsysteem is ingeschakeld.

6.Verwijder stof dat in de laadstekker en de laadaansluiting zit.

1

hybridesysteem Overzicht

1-13

Overzicht hybridesysteem

7.Hou de laadstekkerhendel vast.

Steek hem dan in de laadaansluiting totdat u een klik hoort. Als er geen volledige aansluiting is, kunnen de laadstekker en de laadaansluiting niet goed contact maken en kan er brand ontstaan.

8.Het laden start automatisch. Controleer of het voedingslampje en het laadlampje (oranje) AAN zijn.

9.Controleer of het controlelampje van de laadkabelaansluiting voor de hoogspanningsbatterij in het in strumentenpaneel AAN gaat.

Er wordt niet geladen wanneer het controlelampje niet brandt. Als de laadstekker niet goed aangesloten is, dan moet de laadkabel nogmaals aangesloten worden om te begin nen met laden.

OPMERKING

Er wordt alleen geladen als de selectiehendel in de stand ç (parkeren) staat. Het is mogelijk om de batterij te laden terwijl de toets ENGINE STAéT/STOç (mo tor starten/stoppen) in de stand ACC staat. De 12V-accu kan dan echter worden ontladen. Laad de batterij dus indien mogelijk op terwijl de toets ENGINE STAéT/ STOç (motor starten/stoppen) in de stand OFF staat.

Als u de selectiehendel van ç (parkeren) naar é (achteruit)/N (neutraal)/D (rijden) beweegt, stopt het laadproces. Om op nieuw te beginnen met laden, beweegt u de selectiehendel naar ç (parkeren), zet u de toets ENGINE STAéT/STOç (motor starten/stoppen) in de stand

OFF en verwijdert u de laadka bel. Sluit dan de laadkabel weer aan en start het voertuig op nieuw.

1-14

10.Nadat het laden gestart is, wordt de geschatte laadtijd gedurende ongeveer 1 minuut weergegeven op het instrumentenpaneel. Hij wordt ook weergegeven wanneer het be stuurdersportier wordt geopend tij dens het laden. Als er een laadpro cedure is gepland, wordt de ge schatte laadtijd weergegeven als

--.

Ontgrendelen klep laadaansluiting in noodsituatie

Als de klep van de laadaansluiting niet geopend kan worden door een ontladen accu, kan de klep worden geopend door de motorkap te openen en lichtjes aan de noodontgrendelingskabel te trekken, zoals hierboven is afgebeeld. Hierdoor gaat de klep van de laadaansluiting open.

Controleren van laadstatus

U kunt de laadstatus bij het laden of gebruiken (terwijl de auto stilstaat) van de hoogspanningsbatterij controleren als u zich buiten het voertuig bevindt.

Werking laadindi

Laadstatus

catielampje

 

Gaat branden

Bezig met laden

(groen)

 

 

 

Dooft

Niet of niet volle

dig geladen

 

 

 

 

Wacht op gepland

Knippert (groen)

laden (dooft na 3

 

minuten)

1-15

1

hybridesysteem Overzicht

Overzicht hybridesysteem

Werking laadindi

Laadstatus

catielampje

 

 

Energiebesparing

Knippert snel

hulpaccu + of ge

(groen)

pland gebruik air

 

conditioning

 

 

Knippert (rood)

Storing

 

 

Laadkabel opbergen

We raden u aan de kabel van de drup pellader na gebruik in een opbergdoos te doen.

Sedan: bewaar de opbergdoos boven de hoofdaccu in de bagageruimte.

Stationwagon: zet de opbergdoos vast met de riem links in de bagage ruimte.

1-16

Laadstatuscontrolelampje portable laadkabel

 

Categorie

Lampje AAN

 

Lampje UIT

 

Knippert

 

LED-status

 

 

 

 

 

-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Status re

 

 

 

 

 

 

 

Laderstatus

geleenheid

Voeding

Laden

Storing

 

Status/diagnose/tegenmaatregel

 

 

 

AAN/UIT

 

 

 

 

 

 

Voorbereidingsmodus

 

 

 

 

 

Als er spanning op de portable laadkabel (ICCB)

 

 

 

 

 

wordt gezet vanaf de wandcontactdoos

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als de ICCB-laadstekker niet aangesloten is op

Voorbereidingsmodus laden

 

 

-

 

-

de auto of aangesloten is, maar de laadstatus

 

 

 

 

 

 

 

 

in de standby-modus staat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Laadmodus

 

 

 

 

-

Laden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ICCB-storing of

 

 

-

 

 

Stop onmiddellijk met laden en neem contact op

 

 

 

 

 

 

 

met een professionele werkplaats. Kia raadt

Storing

 

lekstroom ge

 

 

 

 

 

 

 

 

-

 

 

aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner

 

 

detecteerd

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

te raadplegen voor een ICCB-controle.

1-17

1

hybridesysteem Overzicht

Overzicht hybridesysteem

Loskoppelen van portable laadkabel (ICCB: In-Cable Control Box)

1.Controleer voordat u de laadstek ker loskoppelt dat de portieren ont grendeld zijn. Als de portieren ver grendeld zijn, zorgt de vergrende ling van de laadstekker ervoor dat loskoppelen niet mogelijk is.

OPMERKING

Om de laadstekker los te koppelen, ontgrendelt u de portieren zodat de vergrendeling van de laadstekker wordt ontgrendeld. Als u dit niet doet, kan er schade ontstaan aan de laadstekker en de laadaansluiting op de auto.

2.Hou de laadstekkerhendel vast en trek hem naar buiten.

3.Zorg ervoor dat de klep van de laadaansluiting goed gesloten wordt.

4.Neem de stekker uit de wandcon tactdoos. Trek niet aan de kabel bij het losnemen van de stekker.

5.Sluit de beschermklep voor de laad stekker, zodat er geen verontreini gingen in de aansluiting terecht kunnen komen.

6.çlaats de laadkabel in het kabel compartiment om hem te bescher men.

Voorzorgsmaatregelen voor portable laadkabel (ICCB: In-Cable Control Box)

Gebruik alleen een portable laadkabel die door Kia gecertificeerd is.

çrobeer een portable laadkabel niet te repareren, te demonteren of te modificeren.

Gebruik geen verlengsnoer of adap ter.

Stop onmiddellijk als er een waar schuwingslampje voor een storing gaat branden.

éaak de stekker en de laadstekker niet aan met natte handen.

1-18

éaak de aansluitingen van de laad stekker voor de normale lader en de laadaansluiting voor de normale lader in de auto niet aan.

Sluit de laadstekker niet aan op een andere spanning dan is voorgeschre ven.

Gebruik de portable laadkabel niet als deze versleten is, als de isolatie be schadigd is of als er andere beschadi gingen aan de portable laadkabel zijn.

Gebruik de portable laadkabel niet als het ICCB-huis en de laadstekker voor de normale lader beschadigd of ge barsten zijn of als er blootliggende draden te zien zijn.

Laat de portable laadkabel niet ge bruiken door kinderen en laat kinde ren de portable laadkabel niet aanra ken.

Houd de regeleenheid droog.

Houd de laadstekker voor de normale lader en de aansluitingen van de stekker vrij van verontreinigingen.

Stap niet op de kabel of het snoer.

Trek niet aan de kabel en het snoer en buig of tordeer ze niet.

Laad de auto niet op als het bliksemt.

Laat de regeleenheid niet vallen en plaats geen zware objecten op de re geleenheid.

çlaats geen objecten die veel warmte genereren in de buurt van de lader tijdens het laden.

Laden met een versleten of bescha digde wandcontactdoos kan voor risi co op een elektrische schok zorgen. Als u twijfelt over de staat van de wandcontactdoos, laat deze dan con troleren door een gediplomeerd elek tricien.

Stop onmiddellijk met het gebruik van de portable laadkabel als de wand contactdoos of onderdelen oververhit zijn of als u een brandgeur ruikt.

1

hybridesysteem Overzicht

1-19

Overzicht hybridesysteem

RIJDEN MET HET HYBRIDE/PLUG-INHYBRIDE VOERTUIG

Plug-inhybridemodus wijzigen

Door te drukken op de HEV-toets wij zigt u de modi van het plug-inhybride systeem zoals hieronder aangegeven.

Kort drukken:

EV-modus ↔ HEV-modus

Controlelampje pluginhybridemodus

CD-modus (Charge Depleting, lading verbruikend, elektrisch)

De hoogspannings batterij (hybridebat terij) wordt gebruikt om het voertuig te la ten rijden.

CS-modus (Charge Sustaining, lading behoudend, hybride)

De hoogspannings batterij (hybridebat terij) en benzinemo tor worden gebruikt om het voertuig te la ten rijden.

Een overeenkomstig bericht wordt weergegeven om de geselecteerde mo dus aan te geven.

Waarschuwingsen controlelampjes

Controlelampje READY

Dit controlelampje

gaat

branden:

 

 

Als het voertuig gereed is

om weg te rijden.

 

- AAN:

Normaal rijden is moge

 

lijk.

 

- UIT:

Normaal

rijden is niet

 

mogelijk of er is een

 

storing opgetreden.

- Knippert:

éijden in noodgeval.

Wanneer het controlelampje éEADY uit gaat of knippert, is er een probleem met het systeem. Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professio nele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

Waarschuwingslampje hybridesysteem
Dit waarschuwingslampje gaat branden:

Bij een storing in het hybridesysteem.

Laat het voertuig in dat geval nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/ servicepartner te bezoeken.

1-20

Dit bericht wordt weergegeven wan neer de laadstekker is aangesloten met de selectiehendel in de stand é (achter uit), N (neutraal) of D (rijden). Beweeg de selectiehendel naar ç (parkeren) en begin opnieuw met laden.

Wanneer het waarschuwingslampje tij dens het rijden gaat branden en niet dooft na het starten van de auto, moet u het systeem laten nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepart ner te bezoeken.

Controlelampje EVmodus

Dit controlelampje licht op wanneer het voertuig wordt aangedreven door de elektromotor.

Controlelampje laadkabelaansluiting (plug-inhybride)

Dit controlelampje licht rood

op wanneer de laadkabel is aangeslo ten.

Coasting guide (indien van toepassing)

Er klinkt een geluidssignaal en het lampje van de Coasting guide knippert 4 keer om de bestuurder te adviseren het gaspedaal los te laten en te decelere ren* op basis van de routes en wegom standigheden in het navigatiesysteem.

Het spoort de bestuurder aan om zijn voet van het gaspedaal te halen en te freewheelen op de EV-motor alleen. Dit helpt het brandstofverbruik te drukken en optimaliseren.

Decelereren

gebeurt

bijvoorbeeld

OPMERKING

 

 

 

1

tijdens het rijden van een langere

 

helling, het vertragen voor een tol

 

 

 

 

 

 

 

 

huisje en het naderen van zones

Coasting Guide is slechts een aanvul

Overzicht

met beperkte snelheid.

lend systeem om zuinig rijden te on

• Gebruikersinstellingen

 

dersteunen. De werking kan dus ver

Druk op de

toets ENGINE STAéT/

schillen afhankelijk van het verkeer

STOç (motor starten/stoppen) en zet

of de weg (d.w.z. filerijden, rijden op

de selectiehendel in stand ç (parke

een

helling, rijden in een

bocht).

hybridesysteem

ren). In de modus Gebruikersinstellin

Houd rekening met de werkelijke rij

gen selecteert u éijassistentie, Coas

omstandigheden, zoals de

afstand

ting Guide, en AAN om het systeem

tot

voorliggers/achterliggers wan

in te schakelen. Annuleer de selectie

neer u het Coasting Guide-systeem

van Coasting guide om het systeem

uit te schakelen. Voor meer uitleg

ter ondersteuning gebruikt.

 

over het systeem, druk op de toets

 

 

 

[OK] en houd ingedrukt.

 

 

 

 

 

Haal stekker uit de wagen om te

 

• Gebruiksvoorwaarden

 

 

 

starten (plug-inhybride)

 

 

Handel als volgt om het systeem in te

 

 

Dit bericht wordt weergegeven wan

 

schakelen. Vul in het

navigatiesys

 

neer u de motor start zonder dat u de

 

teem uw bestemming in en kies de

 

laadkabel loskoppelt. Koppel de laadka

 

route. Selecteer de ECO rijmodus in

 

bel los en start vervolgens het voertuig.

 

het In rijmodus geïntegreerde regel

 

Schakel naar P om te laden (plug-

 

systeem. Houd u daarna aan het vol

 

gende.

 

 

inhybride)

 

 

- De snelheid moet tussen 60 km/h en 160 km/h liggen.

De reële snelheid kan verschillen door een verschil tussen instru mentenpaneel en navigatiesysteem als gevolg van de bandenspanning.

1-21

Overzicht hybridesysteem

Oplaadtijd (plug-inhybride)

Dit bericht wordt weergegeven om de resterende tijd voor het volledig opla den van de batterij te melden.

EV/HEV-modi (plug-inhybride)

Een overeenkomstig bericht wordt weergegeven wanneer een modus wordt geselecteerd door op de HEVtoets te drukken.

Lage accutemp. Huidige modus behouden (plug-inhybride)

Dit bericht wordt weergegeven wan neer het onmogelijk is om over te scha kelen naar de EV-modus, zelfs door het indrukken van de HEV-toets tijdens rij den in de HEV-modus, vanwege een la ge accutemperatuur.

Laden voltooid. Schakel naar hybride modus (plug-inhybride)

Dit bericht wordt automatisch weerge geven wanneer wordt overgeschakeld naar de HEV-modus omdat het opladen van batterij is voltooid tijdens het rijden in de laadmodus.

Fout in lader! (Plug-inhybride)

Dit bericht wordt weergegeven wan neer het laden mislukt is door een ex terne laadfout.

Dit bericht is voor de normale lader.

Het doel van dit bericht is om u te in formeren dat de fout is opgetreden in de lader zelf en niet in het voertuig.

Lage systeemtemp. Hyb-modus behouden (plug-inhybride)

Dit bericht wordt weergegeven wan neer het onmogelijk is om over te scha kelen naar de EV-modus, zelfs door het indrukken van de HEV-toets tijdens rij den in de HEV-modus, vanwege een la ge/hoge systeemtemperatuur.

Hyb-modus inschakelen voor verwarming (plug-inhybride)

Wanneer de koelvloeistoftempera tuur lager is dan -14 C en u het ver warmingsen ventilatiesysteem in schakelt om te verwarmen, wordt het bovenstaande bericht weergegeven in het instrumentenpaneel. Het voertuig schakelt dan automatisch over naar de HEV-modus.

Wanneer de koelvloeistoftempera tuur hoger is dan -14 C of u het ver warmingsen ventilatiesysteem uit schakelt, keert het voertuig automa tisch terug naar de EV-modus.

Wacht tot klep brandstoftank opent (plug-inhybride)

Dit bericht wordt weergegeven wan neer u probeert om de tankdopklep te openen terwijl de brandstoftank onder druk staat. Wacht totdat de druk van de brandstoftank af is.

OPMERKING

Het kan maximaal 20 seconden duren voordat de tankdopklep opent.

Als de tankdopklep bevroren is en niet opent na 20 seconden wan neer het vriest, tik dan lichtjes op de tankdopklep en probeer deze te openen.

Brandstofklep open (pluginhybride)

Dit bericht wordt weergegeven wan neer tankdopklep wordt geopend.

Betekent ook "Klaar om te tanken".

Check brandstofklep (pluginhybride)

Dit bericht wordt weergegeven wan neer tankdopklep open is of er iets af wijkends is gebeurd.

1-22

Tanken na stoppen (plug-inhybride) EV/HEV-modi (plug-inhybride)

Een overeenkomstig bericht

wordt

Dit bericht wordt weergegeven wan

weergegeven wanneer een

modus

neer op de toets om de tankdopklep te

wordt geselecteerd door op de HEV-

openen wordt gedrukt in een rijdend

toets te drukken.

 

voertuig (snelheid is hoger dan 0 km/h dat is voorzien van een plug-inhybride brandstoftank.

Brandstofklep open na ontk. laadkabel (plug-inhybride)

Dit bericht wordt weergegeven wan neer u tijdens het laden op de ontgren deltoets van de tankdopklep drukt.

Dit bericht legt uit dat tanken niet is toegestaan om het laden te voltooien. De tankdopklep wordt niet geopend wanneer de laadkabel is aangesloten op het voertuig.

Laadklep open (plug-inhybride)

Dit bericht geeft aan dat de laadklep open is terwijl het voertuig klaar is om te rijden. U wordt aangeraden de klep te controleren en te sluiten.

(Als er wordt gereden met een open staande laadklep kan er vocht binnen komen of schade ontstaan. Dit bericht is bedoeld om dergelijke zaken te voor komen.)

1

hybridesysteem Overzicht

1-23

Overzicht hybridesysteem

ENERGIESTROOM HYBRIDE/PLUG-INHYBRIDE VOERTUIG

Het Kia-hybridesysteem informeert de bestuurder over de energiestromen in de verschillende rijomstandigheden. Er kunnen elf modi worden weergegeven.

Voertuig gestopt

De situatie bij stilstaand voertuig. (Er is geen energiestroom.)

EV-aandrijving

Extra vermogen

Het voertuig wordt aangedreven door de elektromotor. (Hybridebatterijpakket Wielen)

Het voertuig wordt aangedreven door de elektromotor en de verbrandings motor.

(Hybridebatterijpakket & Verbrandings motor Wielen)

1-24

Loading...
+ 736 hidden pages