Kia Optima 2018 Owner's Manual [nl]

0 (0)

Kia, HET BEDRIJF

Hartelijk dank voor de aanschaf van een nieuwe Kia.

Als wereldwijde autofabrikant die zich richt op het bouwen van kwali tatief hoogwaardige auto's voor een betaalbare prijs, doet Kia Motors er alles aan om u meer service te bieden dan u verwacht.

Bij al onze Kia-dealerbedrijven wordt u warm, gastvrij en professio neel behandeld door mensen die om u geven, op basis van onze 'Fa mily-like Care'-belofte.

Alle informatie in dit instructieboekje was ten tijde van publicatie ac tueel. Kia behoudt zich echter te allen tijde het recht voor wijzigingen door te voeren, zodat ons beleid van continue productverbetering kan worden uitgevoerd.

Dit instructieboekje is van toepassing op alle uitvoeringen van dit mo del en bevat beschrijvingen van en uitleg over opties en de stan daarduitrusting. Hierdoor staan in dit instructieboekje mogelijk zaken beschreven die niet van toepassing zijn op uw Kia.

Geniet van uw auto en Kia's 'Family-like Care'-beleving!

Voorwoord

Hartelijk dank voor het kiezen van een Kia.

Dit instructieboekje zal u vertrouwd maken met de bediening, het onderhoud en de veiligheidsaspecten van uw nieuwe auto. Bij het instructieboekje hoort een garantieen onderhoudsboekje waarin u informatie vindt over de garantie. Kia raadt u aan om deze informatie zorgvuldig te lezen en de daarin opgenomen aanwijzingen zorgvuldig op te volgen, zodat u veilig en probleemloos van uw nieuwe auto kunt genieten.

Kia rust zijn talrijke modellen uit met een grote verscheidenheid aan opties, componenten en voorzieningen. Het is dan ook mogelijk dat de uitrusting die in dit instructieboekje beschreven staat en die op illustraties afgebeeld is, niet allemaal van toepassing is op uw auto.

De in dit instructieboekje opgenomen informatie en specificaties waren geldig ten tijde van het ter perse gaan. Kia behoudt zich te allen tijde het recht voor wijzigingen door te voeren zonder voorafgaande kennisgeving. Als u vra gen hebt, raadt Kia aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

Kia zal er alles aan doen om u optimaal en tot volle tevredenheid van uw nieuwe Kia te laten genieten.

© 2017 Kia MOTOéS Corp.

Alle rechten voorbehouden. Complete of gedeeltelijke reproductie op wat voor manier dan ook, elektronisch of mechanisch, inclusief kopiëren, vastleggen via een systeem voor het opslaan en terughalen van infor matie, of vertalen is niet toegestaan zonder schrifte lijke toestemming van Kia Motors Corporation.

Gedrukt in Zuid-Korea

ii

Inleiding

Uw auto in één oogopslag

Veiligheidssystemen van uw auto

Kenmerken van uw auto

Audiosysteem

Met uw auto rijden

Inhoudsopgave Wat te doen in een noodgeval Onderhoud

Specificaties & Consumenteninformatie

Alfabetische index

1

2

3

4

5

6

7

8

9

I

iii

iv

Inleiding

.............................................Gebruik van dit instructieboekje

1-02

1

....................................................................Vereiste brandstof

1-03

 

Benzinemotor........................................................................

1-03

 

Dieselmotor............................................................................

1-05

 

Inrijprocedure.............................................................................

1-07

 

 

 

 

Inleiding

GEBRUIK VAN DIT INSTRUCTIEBOEKJE

Wij willen u helpen om optimaal rijple zier uit uw auto te halen. Het instruc tieboekje kan daar op vele manieren toe bijdragen. Wij raden u ten zeerste aan het complete instructieboekje door te lezen. Om de kans op letsel te beper ken, moet u de gedeeltes met WAAé SCHUWING en LET Oç in het instructie boekje lezen.

De afbeeldingen vormen een waarde volle aanvulling op de tekst. In uw in structieboekje vindt u informatie over de kenmerken, over belangrijke veilig heidsaspecten en over het rijden onder diverse omstandigheden.

De algemene indeling van het instruc tieboekje vindt u in de inhoudsopgave. De index geeft een alfabetisch over zicht van alle informatie in uw instruc tieboekje. Gebruik deze wanneer u op zoek bent naar een specifiek onder werp.

Hoofdstukken: Dit instructieboekje heeft acht hoofdstukken en een index.

Elk hoofdstuk begint met een korte in houdsopgave, zodat u direct kunt zien of dat hoofdstuk de gewenste informa tie bevat.

U vindt verschillende gedeeltes met

"WAAéSCHUWING", "LET Oç" en "Oç MEéKING" in dit instructieboekje. Deze dienen ter vergroting van uw persoon lijke veiligheid. U moet alle procedures en aanbevelingen in deze WAAéSCHU

WINGEN, "LET Oç" en OçMEéKINGEN nauwkeurig lezen en opvolgen.

WAARSCHUWING

Een WAARSCHUWING wijst u erop bijzonder voorzichtig te zijn ter voor koming van schade en ernstig of do delijk letsel.

LET OP

Informatie waar LET OP bij staat, dient ervoor om te voorkomen dat u een fout maakt waardoor uw auto beschadigd zou kunnen raken.

OPMERKING

Een OçMEéKING geeft aan dat er in teressante of nuttige informatie wordt gegeven.

1-02

VEREISTE BRANDSTOF

Benzinemotor

Loodvrije benzine

Europa

Voor optimale prestaties raden we u aan loodvrije benzine te tanken met een octaangetal van éON (éesearch Oc tane Number) 95/AKI (Anti Klop Index) van 91 of hoger.

U kunt loodvrije benzine met een oc taangetal van éON 91~94/AKI 87~90 gebruiken, maar hierdoor kan de auto mogelijk iets minder goed presteren. (Gebruik geen brandstoffen die metha nol bevatten.)

Buiten Europa

Gebruik voor uw nieuwe Kia uitsluitend loodvrije benzine met een octaangetal van éON 91/AKI 87 of hoger. (Gebruik geen brandstoffen die methanol bevat ten.)

Bij gebruik van LOODVéIJE BENZINE zijn de prestaties maximaal en de uitlaat gassen het schoonst en wordt vervui ling van de bougies tegengegaan.

LET OP

GEBRUIK NOOIT LOODHOUDENDE BENZINE. Loodhoudende benzine is schadelijk voor de katalysator en de lambdasensor van het motorregel systeem en zal de emissieregeling nadelig beïnvloeden.

Voeg nooit brandstofadditieven toe aan het brandstofsysteem. (Kia raadt aan om voor meer informatie een officiële Kia-dealer/servicepart ner te raadplegen.)

WAARSCHUWING

Probeer de tank niet verder te vul len nadat het vulpistool automa tisch is afgeslagen.

Controleer altijd of de tankdop goed is vastgedraaid, om morsen van brandstof in geval van een aanrijding te voorkomen.

Loodhoudende benzine (indien van toepassing)

In sommige landen moet loodhoudende benzine worden gebruikt. Kia raadt om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken om te informeren of uw auto geschikt is voor het gebruik van loodhoudende benzine of niet.

Het vereiste octaangetal voor loodhou dende benzine is gelijk aan dat voor loodvrije benzine.

Benzine die alcohol en methanol bevat

In sommige landen is naast benzine ook gasohol verkrijgbaar. Dit is een mengsel van benzine en ethanol of methanol.

Gebruik zulk mengsel niet als het meer dan 10% ethanol bevat en gebruik geen benzine of mengsel dat methanol be vat. Deze brandstoffen kunnen rijpro blemen en schade aan het brandstof systeem, motorregelsysteem en emis sieregelsysteem veroorzaken.

Gebruik gasohol niet langer wanneer er rijproblemen optreden.

Schade aan de auto of rijproblemen val len mogelijk niet onder de fabrieksga rantie wanneer deze veroorzaakt wor den door het gebruik van:

1.Benzinemengsels met meer dan

10% ethanol.

1-03

1

Inleiding

Inleiding

2.Benzine of gasohol die methanol bevat.

3.Loodhoudende benzine.

LET OP

Gebruik nooit benzinemengsels die methanol bevatten. Gebruik gasohol producten niet langer wanneer er rij problemen optreden.

Andere brandstoffen

Het gebruik van brandstoffen als

-brandstof die silicium (Si) bevat,

-brandstof die MMT (mangaan, Mn) bevat;

-ferroceen (Fe) en

-brandstoffen met andere metaalach tige toevoegingen

kunnen schade aan de auto en de mo tor veroorzaken en de volgende zaken kunnen zich voordoen: verstopping, overslaan, slechte acceleratie, afslaan van de motor, oververhitting van de ka talysator, abnormale corrosie, kortere levensduur, enz.

Ook gaat mogelijk het controlelampje motormanagement (MIL) branden.

OPMERKING

Schade aan het brandstofsysteem van uw auto of problemen met be trekking tot de prestaties van de au to worden niet door de garantie ge dekt indien ze veroorzaakt worden door het gebruik van deze brand stoffen.

Gebruik van MTBE

Kia raadt het gebruik van brandstof die meer dan 15,0 volumeprocent MTBE

(Methyl Tertiair Butyl Ether) (2,7 ge wichtsprocent zuurstof) bevat af.

Brandstof die meer dan 15,0 volume procent MTBE (zuurstofmassa 2,7%) bevat kan de prestaties van de auto in negatieve zin beïnvloeden en dampvor ming of slecht aanslaan veroorzaken.

LET OP

Schade aan het brandstofsysteem van uw auto of het verhelpen van problemen met betrekking tot de prestaties van de auto worden niet door de garantie gedekt indien ze veroorzaakt worden door brandstof die methanol bevat of brandstof die meer dan 15,0 volumeprocent MTBE (Methyl Tertiair Butyl Ether) (zuur stofmassa 2,7%) bevat.

Gebruik geen methanol

Uw auto is niet geschikt voor het ge bruik van methanol (methylalcohol). Dit type brandstof heeft een negatieve in vloed op de prestaties van uw auto en kan schade aan het brandstofsysteem, motorregelsysteem en emissieregel systeem veroorzaken.

1-04

Brandstofadditieven

Wij raden u aan loodvrije benzine te tanken met een octaangetal van éON (éesearch Octane Number) 95/AKI (Anti

Klop Index) van 91 of hoger (Europa) of een octaangetal van éON (éesearch Oc tane Number) 91/AKI (Anti Klop Index) van 87 of hoger (behalve Europa).

Klanten die niet de beschikking hebben over kwalitatief hoogwaardige brand stoffen met de juiste additieven wor den geadviseerd elke 15 000 km (Euro pa) / 10 000 km (behalve Europa) een fles additieven toe te voegen aan de brandstoftank als er problemen zijn met het starten of soepel ronddraaien van de motor. Bij een professionele werkplaats zijn additieven verkrijgbaar met de daarbij behorende gebruiksin structies. Kia raadt aan om een officiële Kia-dealer/servicepartner te bezoeken.

Gebruik nooit meerdere additieven te gelijk.

Rijden in het buitenland

Als u van plan bent om met uw auto naar het buitenland te gaan:

Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in dat land geldende wettelijke voorschriften met betrekking tot re gistratie en verzekering.

Informeer of de juiste brandstof ver krijgbaar is.

Dieselmotor

Dieselbrandstof

Gebruik voor de dieselmotor alleen commercieel verkrijgbare dieselbrand stof die voldoet aan de EN 590-norm of gelijkwaardig. (EN betekent: Europese Norm). Gebruik geen scheepsdiesel, lichte stookoliën of niet-goedgekeurde brandstofadditieven, aangezien deze kunnen leiden tot overmatige slijtage en schade kunnen veroorzaken aan de motor en het brandstofsysteem. Het gebruik van niet-goedgekeurde brand stoffen en/of brandstofadditieven zal een beperking van uw recht op garantie tot gevolg hebben.

Het cetaangetal van de dieselbrandstof voor uw auto moet hoger zijn dan 51. Als er twee soorten diesel leverbaar zijn, moet afhankelijk van de tempera tuur worden gekozen voor zomerof winterdiesel.

Hoger dan -5 C ... Zomerdiesel.

Lager dan -5 C ... Winterdiesel.

Houd het brandstofpeil zorgvuldig in de

 

 

 

1

gaten: als de motor afslaat bij gebrek

 

aan brandstof, moet het complete

 

 

 

 

brandstofsysteem worden ontlucht al

 

Inleiding

vorens de motor opnieuw wordt ge

 

start.

 

 

 

 

 

LET OP

 

 

Zorg ervoor dat er geen benzine of

 

 

water in de brandstoftank terecht

 

 

komt. Als dat wel het geval is moet

 

 

de brandstoftank worden afgetapt

 

 

en moet het brandstofsysteem wor

 

 

den ontlucht om schade aan de

 

 

brandstofpomp en de motor te voor

 

 

komen.

 

 

 

 

 

LET OP

nDieselbrandstof (indien uitge rust met een roetfilter)

Het is raadzaam om alleen diesel brandstof te gebruiken die geschikt is voor voertuigen met het roetfil tersysteem.

Als u dieselbrandstof gebruikt met een hoog zwavelgehalte (meer

(Vervolg)

1-05

Inleiding

(Vervolg)

dan 50 ppm) en niet gespecificeerde additieven, kan het roetfiltersys teem beschadigen en witte rook worden waargenomen.

Biodiesel

Commercieel verstrekte dieselmengsels met niet meer dan 7% biodiesel, be kend onder de naam "B7 Diesel", kun nen in uw auto worden gebruikt als de biodiesel voldoet aan de norm EN

14214 of gelijkwaardig. (EN betekent Europese norm) Het gebruik van bio brandstoffen met meer dan 7% raap zaadmethylester (éME), vetzuurme thylester (FAME), methylester uit plantaardige olie (VME) enz. of een mengsel van diesel met meer dan 7% biodiesel zal leiden tot overmatige slij tage of beschadiging van de motor en het brandstofsysteem. Het herstellen of vervangen van versleten of bescha digde onderdelen wegens het gebruik van ongeschikte brandstoffen wordt niet gedekt uit hoofde van de fabrieks garantie.

LET OP

Gebruik nooit brandstof (diesel, B7 biodiesel of een andere brandstof) die niet aan de meest huidige spe cificaties van de petrochemische industrie voldoet.

Gebruik nooit brandstofadditieven of producten die niet door de fa brikant van de auto zijn aanbevo len of goedgekeurd.

1-06

INRIJPROCEDURE

U hoeft de auto niet gedurende een be paalde periode in te rijden.

U kunt echter door het opvolgen van een paar eenvoudige aanwijzingen ge durende de eerste 1 000 km de presta ties, het brandstofverbruik en de le vensduur van uw auto verbeteren.

éijd niet met een te hoog motortoe rental.

Zorg ervoor dat het toerental van de motor (omw/min of omwentelingen per minuut) tijdens het rijden niet bo ven 3 000 omw/min komt.

éijd niet gedurende langere tijd met een constante snelheid. Om de motor goed in te rijden, moet het motortoe rental worden gevarieerd.

Vermijd plotseling afremmen, behalve in noodgevallen, om de onderdelen van het remsysteem de gelegenheid te geven op elkaar in te lopen.

Trek gedurende de eerste 2 000 km met uw auto geen aanhanger.

1

Inleiding

1-07

Uw auto in één oogopslag

...................................................................Overzicht exterieur

2-02

 

Overzicht interieur....................................................................

2-04

 

Overzicht dashboard (1)...........................................................

2-05

2

Overzicht dashboard (2)...........................................................

2-06

...............................................................................Motorruimte

2-07

 

 

 

 

Uw auto in n oogopslag

OVERZICHT EXTERIEUR

1.

Motorkap..................................................................

blz. 4-45

2.

Koplamp (Kenmerken van uw auto)..................

blz. 4-135

 

Koplamp (Onderhoud)..........................................

blz. 8-116

3.

Mistlamp voor (Kenmerken van uw auto)........

blz. 4-139

 

Mistlamp voor (Onderhoud)................................

blz. 8-120

4.

Wielen en banden (Onderhoud)............................

blz. 8-73

 

Wielen en banden (Specificaties)............ ............

blz. 9-11

5.

Buitenspiegels............................ ............................

blz. 4-60

6.

çanoramadak..........................................................

blz. 4-50

7.

éuitenwisserbladen voor (Kenmerken van uw auto)

 

........................................ ........................................

blz. 4-142

 

éuitenwisserbladen voor (Onderhoud)....... .......

blz. 8-65

8.

éuiten................................... ...................................

blz. 4-40

9.

çarkeerhulp............................. .............................

blz. 4-106

2-02

10.

çortiersloten............................................................

blz. 4-17

11.

Tankdopklep............................................................

blz. 4-47

12.

Achterlichtunit......................................................

blz. 8-114

13.

Derde remlicht......................................................

blz. 8-128

14.

Bagageruimte..........................................................

blz. 4-22

 

Smart Trunk............................................................

blz. 4-25

15.

Antenne....................................................................

blz. 5-02

16.

Achteruitrijcamera....................... .......................

blz. 4-131

17.

çarkeerhulpsysteem (achter)............................

blz. 4-106

 

çarkeerhulpsysteem (voor)................................

blz. 4-106

2-03

2

oogopslag n in auto Uw

Uw auto in n oogopslag

OVERZICHT INTERIEUR

1.

çortiergreep binnen....................... .......................

blz. 4-18

2.

Toets geheugenfunctie bestuurdersstoel..........

blz. 3-09

3.

Schakelaar ruitbediening................... ...................

blz. 4-40

4.

Schakelaar centrale vergrendeling......................

blz. 4-20

5.

Blokkeertoets ruitbediening................ ................

blz. 4-43

6.

Buitenspiegelbediening..........................................

blz. 4-60

7.

Inklapbare buitenspiegel........................................

blz. 4-60

8.

Ontgrendeltoets tankdopklep..............................

blz. 4-47

9.

Toets achterklepontgrendeling............................

blz. 4-22

10.

Toets ESC OFF............................ ............................

blz. 6-58

11.

Koplampverstelling....................... .......................

blz. 4-140

12.

Bedieningsschakelaar dashboardverlichting......

blz. 4-65

13.

Toets blinde-hoekdetectie (BSD)........... ...........

blz. 6-126

14.

Toets waarschuwingssignaal rijbaanassistentie

 

(LDWS)....................................................................

blz. 6-114

 

Toets rijbaanassistentie (LKAS)............ ............

blz. 6-118

15.

Stuurwiel..................................................................

blz. 4-55

16.

Hendel in hoogte en lengte verstelbare stuurkolom

 

......................................... .........................................

blz. 4-56

17.

Zekeringkast zijpaneel bestuurder......................

blz. 8-84

18.

éempedaal............................... ...............................

blz. 6-42

19.

çarkeerrempedaal..................................................

blz. 6-43

20.

Hendel motorkapontgrendeling............. .............

blz. 4-45

21.

Stoel..........................................................................

blz. 3-02

2-04

OVERZICHT DASHBOARD (1)

1.

Audiobediening op stuurwiel................................

blz. 5-03

2.

Bestuurdersairbag..................................................

blz. 3-56

3.

Claxon................................... ...................................

blz. 4-57

4.

Instrumentenpaneel....................... .......................

blz. 4-64

5.

éuitenwisser/-sproeier................... ...................

blz. 4-142

6.

Contactslot............................... ...............................

blz. 6-08

 

Toets ENGINE STAéT/STOç (motor starten/stop

 

pen)..................................... .....................................

blz. 6-13

7.

Cruise control..........................................................

blz. 6-76

 

Snelheidslimietregeling..........................................

blz. 6-85

 

Advanced Smart cruise control-systeem..........

blz. 6-90

8.

Audiosysteem..........................................................

blz. 5-02

9.

Schakelaar van de alarmknipperlichten..............

blz. 7-02

10.

Handbediend verwarmingsen ventilatiesysteem

 

........................................ ........................................

blz. 4-158

 

Automatisch verwarmingsen ventilatiesysteem.....

 

.................................................................................

blz. 4-164

11.

Dashboardkastje......................... .........................

blz. 4-177

12.

Voorpassagiersairbag............................................

blz. 3-56

2

oogopslag n in auto Uw

2-05

Uw auto in n oogopslag

OVERZICHT DASHBOARD (2)

1.

Versnellingspook handgeschakelde transmissie..........

 

...................................................................................

blz. 6-20

 

Selectiehendel automatische transmissie..........

blz. 6-24

 

Selectiehendel Double clutch-transmissie.... ....

blz. 6-32

2.

Toets stuurwielverwarming..................................

blz. 4-57

3.

ISG aan/uit-toets..................................................

blz. 6-106

4.

Surround view monitoring-systeem AAN/UIT-toets

 

........................................ ........................................

blz. 4-132

5.

Stoelverwarming..................................................

blz. 4-183

 

Geventileerde stoel..............................................

blz. 4-184

6.

Elektronische parkeerrem (EçB)..........................

blz. 6-46

7.

Smart çarking Assist System aan/uit-toets. .

blz. 4-112

8.

Auto Hold aan/uit-toets........................................

blz. 6-52

9.

çarkeerhulpsysteem AAN/UIT-toets................

blz. 4-106

10.

Opbergruimte middenconsole............................

blz. 4-177

11.

USB-lader..............................................................

blz. 4-186

12.

Draadloze oplader smartphone............ ............

blz. 4-187

2-06

MOTORRUIMTE

1.

Expansievat koelvloeistof......................................

blz. 8-54

2.

Vuldop motorolie....................................................

blz. 8-51

3.

éem-/koppelingsvloeistofreservoir (indien van toe

 

passing)....................................................................

blz. 8-57

4.

Luchtfilter................................................................

blz. 8-62

5.

Zekeringkast............................................................

blz. 8-83

6.

Minpool accu............................................................

blz. 8-69

7.

çluspool accu............................. .............................

blz. 8-69

8.

çeilstok motorolie..................................................

blz. 8-49

9.

éadiateurdop............................. .............................

blz. 8-55

10.

éuitenwisservloeistofreservoir............................

blz. 8-59

2-07

2

oogopslag n in auto Uw

Uw auto in n oogopslag

1.

Expansievat koelvloeistof......................................

blz. 8-54

2.

Vuldop motorolie....................................................

blz. 8-51

3.

éem-/koppelingsvloeistofreservoir (indien van toe

 

passing)....................................................................

blz. 8-57

4.

Luchtfilter................................................................

blz. 8-62

5.

Zekeringkast............................................................

blz. 8-83

6.

Minpool accu............................................................

blz. 8-69

7.

çluspool accu............................. .............................

blz. 8-69

8.

çeilstok motorolie..................................................

blz. 8-49

9.

éadiateurdop............................. .............................

blz. 8-55

10.

éuitenwisservloeistofreservoir............................

blz. 8-59

2-08

1.

Expansievat koelvloeistof......................................

blz. 8-54

2.

Vuldop motorolie....................................................

blz. 8-51

3.

éem-/koppelingsvloeistofreservoir (indien van toe

 

passing)....................................................................

blz. 8-57

4.

Luchtfilter................................................................

blz. 8-62

5.

Zekeringkast............................................................

blz. 8-83

6.

Minpool accu............................................................

blz. 8-69

7.

çluspool accu............................. .............................

blz. 8-69

8.

çeilstok motorolie..................................................

blz. 8-49

9.

éadiateurdop............................. .............................

blz. 8-55

10.

éuitenwisservloeistofreservoir............................

blz. 8-59

2-09

2

oogopslag n in auto Uw

Veiligheidssystemen van uw auto

Stoelen........................................................................................

3-02

Voorstoel afstellen: handmatig..........................................

3-06

Afstellen van voorstoel – elektrisch .................................

3-07

Geheugen bestuurdersstoel ...............................................

3-09

Hoofdsteun (voorstoel)........................................................

3-11

Opbergvak in rugleuning .....................................................

3-14

Achterstoelen afstellen........................................................

3-14

Veiligheidsgordels......................................................................

3-21

Veiligheidsgordels..................................................................

3-21

Verzorging van de veiligheidsgordels.................................

3-33

Kinderzitjes (CéS)......................................................................

3-35

Kinderzitjes (CéS)..................................................................

3-35

Een kinderzitje (CéS) kiezen................................................

3-35

Een kinderzitje (CéS) installeren.........................................

3-37

ISOFIX-bevestiging en bevestigingsband (ISO

 

FIX-systeem) voor kinderen...............................................

3-38

Een kinderzitje met behulp van een ISOFIX-sys

 

teem bevestigen...................................................................

3-39

Monteren van een kinderzitje met behulp van

 

een systeem met bevestigingspunten voor bo

 

venste band ...........................................................................

3-40

Geschiktheid voor elke stoelpositie voor de ISO

 

FIX-kinderzitjes overeenkomstig de ECE-voor

 

schriften.................................................................................

3-41

Kinderzitje met een driepuntsgordel bevestigen............

3-42

Geschiktheid voor elke stoelpositie voor de uni

 

versele categorie kinderzitjes die vastgezet

 

worden met gordels overeenkomstig de ECE-

 

voorschriften (voor Europa)................................................

3-43

Geschiktheid voor elke stoelpositie voor de 'uni

 

 

versele' categorie kinderzitjes die vastgezet

 

 

worden met gordels overeenkomstig de ECE-

 

 

voorschriften (behalve Europa)..........................................

3-44

 

i-Size kinderzitjes overeenkomstig de ECE-

 

 

 

3

voorschriften.........................................................................

3-45

Aanbevolen kinderzitjes - Europa......................................

3-46

 

 

CéS-fabrikantinformatie.....................................................

3-47

 

Airbag - Aanvullend veiligheidssysteem ..............................

3-48

 

Werking van airbagsysteem...............................................

3-49

 

Waarschuwingslampje airbag.............................................

3-52

 

Onderdelen en functies aanvullend veiligheids

 

 

systeem..................................................................................

3-53

 

Airbag bestuurder en voorpassagier.................................

3-56

 

Zijairbag .................................................................................

3-62

 

Gordijnairbag .........................................................................

3-64

 

Onderhoud aan aanvullend veiligheidssysteem (SéS)....

3-71

 

Aanvullende veiligheidsmaatregelen..................................

3-72

 

Accessoires monteren in of modificaties maken

 

 

aan uw met een airbag uitgeruste auto...........................

3-73

 

Waarschuwingslabel airbags...............................................

3-73

 

Kia Optima 2018 Owner's Manual

Veiligheidssystemen van uw auto

STOELEN

Bestuurdersstoel

1. Vooruit en achteruit

2. éugleuningverstelling

3. Zittinghoogte

4. Lendensteun

5. Geheugen bestuurdersstoel*

6. Hoofdsteun

Voorpassagiersstoel

7. Vooruit en achteruit

8. éugleuningverstelling

9. Zittinghoogte

10. Lendensteun*

11. Hoofdsteun

Achterstoelen

12. Armsteun

13. Skidoorvoer

14. Hoofdsteun

15. Hendel neerklappen rugleuning*

*: indien van toepassing

3-02

WAARSCHUWING

n Losliggende voorwerpen

Losliggende voorwerpen in de voe tenruimte van de bestuurder kunnen de werking van de pedalen nadelig beïnvloeden en mogelijk een ongeval veroorzaken. Plaats niets onder de voorstoelen.

WAARSCHUWING

n Rechtop zetten van de stoel

Zorg ervoor dat u, indien u de rug leuning weer rechtop zet, deze vast houdt en rustig omhoog klapt en let op dat zich geen andere inzittenden in de buurt van de stoel bevinden. Als u de rugleuning niet vasthoudt tij dens het omhoog klappen, kan de rugleuning terugschieten waardoor u letsel kunt oplopen.

WAARSCHUWING

nVerantwoordelijkheid van de bestuurder voor de passagiers

(Vervolg)

(Vervolg)

Rijden met de rugleuning van een stoel neergeklapt kan bij een aanrij ding leiden tot ernstig of dodelijk let sel. Als de rugleuning neergeklapt is, kan de persoon op de desbetreffen de stoel bij een aanrijding onder de gordel doorglijden, waardoor het on derlichaam wordt blootgesteld aan grote krachten. Hierdoor kan ernstig of dodelijk letsel ontstaan. De be stuurder moet de passagier erop wijzen tijdens het rijden de rugleu ning altijd rechtop te houden.

WAARSCHUWING

Gebruik geen zitkussen waardoor de wrijving tussen de stoel en de passa gier wordt verminderd. De passagier kan bij een aanrijding of een nood stop onder de gordel doorglijden. Omdat de veiligheidsgordel niet nor maal kan werken, kan ernstig of do delijk inwendig letsel ontstaan.

WAARSCHUWING

nBestuurdersstoel

Probeer de stoel nooit tijdens het rijden te verstellen. Hierdoor kunt u de controle over het voertuig verliezen waardoor een ongeluk kan gebeuren met ernstig of dode lijk letsel of schade tot gevolg.

Zorg ervoor dat de rugleuning al tijd in de normale positie kan staan. Als de rugleuning vanwege hinderlijk geplaatste voorwerpen of andere oorzaken niet goed ver grendeld kan worden, kan dit bij een noodstop of aanrijding ernstig of dodelijk letsel tot gevolg heb ben.

Zet voor het wegrijden de rugleu ning altijd rechtop en plaats de heupgordel strak en zo laag moge lijk over de heupen. In deze positie bent u in geval van een aanrijding het beste beschermd.

(Vervolg)

3-03

3

auto uw van Veiligheidssystemen

Veiligheidssystemen van uw auto

(Vervolg)

Ga zo ver van het stuurwiel af zit ten als mogelijk is zonder dat dit ten koste gaat van het bedienings comfort om onnodig en wellicht ernstig letsel door de airbag te voorkomen. Geadviseerd wordt een minimale afstand van 25 cm tussen uw bovenlichaam en het stuurwiel aan te houden.

WAARSCHUWING

nRugleuning achterstoel

De rugleuning achter moet goed vergrendeld zijn. Als dat niet het geval is, kunnen passagiers en voorwerpen in geval van afrem men of een aanrijding plotseling naar voren schieten, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ont staan.

(Vervolg)

(Vervolg)

Bagage en andere lading moet plat in de bagageruimte worden ge legd. Als de voorwerpen groot of zwaar zijn of moeten worden ge stapeld, moeten ze worden vast gezet. Voorwerpen in de bagage ruimte mogen nooit hoger worden gestapeld dan de rugleuning. Het niet opvolgen van deze waarschu wingen kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel in geval van afrem men of een aanrijding.

In de bagageruimte mogen geen passagiers worden vervoerd en tij dens het rijden mogen er geen passagiers op een neergeklapte rugleuning zitten of liggen. Alle passagiers moeten op de juiste wijze op de stoelen zitten en de aanwezige veiligheidsgordels dra gen.

Controleer na het terugklappen van de rugleuning of deze goed vergrendeld is door te proberen hem naar voren en naar achteren te bewegen.

(Vervolg)

(Vervolg)

Voorkom de kans op brandwonden en verwijder daarom de vloerbe dekking in de bagageruimte niet.

De emissieregelsystemen onder de vloer veroorzaken hoge tempera turen.

WAARSCHUWING

Controleer na het afstellen van de stoel altijd of deze goed is vergren deld, door te proberen deze naar vo ren of achteren te schuiven zonder de ontgrendelhendel te gebruiken. Als de bestuurdersstoel abrupt of onverwacht in beweging komt, kunt u de controle over de auto verliezen met een ongeval tot gevolg.

3-04

WAARSCHUWING

Verstel de stoel niet als u de veilig heidsgordel om heeft. Anders kan het onderlichaam bij het naar vo ren schuiven van de stoel bekneld raken.

Let goed op dat er tijdens het ver stellen van de stoel geen handen of voorwerpen in het mechanisme bekneld raken.

Leg geen aansteker op de vloer of de stoel. Wanneer u de stoel ver stelt, kan er gas uit de aansteker ontsnappen, waardoor brand kan ontstaan.

Als er inzittenden op de achter stoelen zitten, wees dan voorzich tig bij het afstellen van de voor stoelen.

Wees uiterst voorzichtig bij het op pakken van kleine voorwerpen die onder de stoelen liggen of zich tussen de stoel en de middencon sole bevinden. U kunt hierbij ver wondingen oplopen aan de handen door de scherpe randen van het stoelmechanisme.

LET OP

nVoorzorgen voor stoelbekle dingen

Wees voorzichtig tijdens het wer ken aan de stoelbekleding. Er kan kortsluiting ontstaan of een ver binding worden verbroken, het geen geluiden, schade aan het ventilatiesysteem en mogelijk brand kan veroorzaken.

Wees u bewust van kabels of uit stroomopeningen wanneer u stoelbekleding aanbrengt of de stoel bedekt met kunststof bekle ding. Er kan kortsluiting ontstaan, hetgeen brand kan veroorzaken.

Eigenschappen van stoelleder

Leder is gemaakt van de huid van een dier, die via een speciaal proces ge reed wordt gemaakt voor gebruik.

Aangezien het om een natuurlijk ma teriaal gaat, is de dikte of dichtheid niet overal hetzelfde.

Afhankelijk van de temperatuur en luchtvochtigheid kunnen kreukels ontstaan als natuurlijk gevolg van rekken en krimpen.

De stoel is gemaakt van een rekbare stof om het comfort te verhogen.

De delen die contact maken met het lichaam zijn gekromd en het onder

 

steunende gebied aan de zijkant is

 

 

 

hoog, voor comfort en stabiliteit tij

 

3

 

dens het rijden.

 

 

 

• Door het gebruik kunnen op natuurlij

 

Veiligheidssystemen

 

ke wijze kreukels ontstaan. Dit is

 

 

 

onder de garantie.

 

 

 

 

geen defect van het product.

 

 

 

 

 

LET OP

 

 

 

 

 

 

Kreukels of slijtageplekken die op

 

 

 

 

 

 

natuurlijke wijze ontstaan ten ge

 

 

 

 

 

 

volge van het gebruik, vallen niet

 

 

 

 

 

Riemen met metalen accessoires,

 

 

van

 

 

 

 

 

 

 

 

ritssluitingen of sleutels in uw ach

 

 

uw

 

 

 

terzak kunnen het stoelmateriaal

 

 

 

 

 

beschadigen.

 

 

 

auto

 

 

Zorg ervoor dat de stoel niet nat

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

wordt gemaakt.

 

 

 

 

 

 

 

Dit kan de eigenschappen van echt

 

 

 

 

 

 

leder veranderen.

 

 

 

 

 

 

Spijkerbroeken of

kledingstukken

 

 

 

 

 

 

die kunnen bleken, kunnen de bui

 

 

 

 

 

 

tenkant van het stoelbekledingma

 

 

 

 

 

 

teriaal aantasten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3-05

Veiligheidssystemen van uw auto

Voorstoel afstellen: handmatig

Vooruit en achteruit

Verstel de stoel als volgt vooruit of achteruit:

1.Houd de hendel voor de langsver stelling omhooggetrokken.

2.Schuif de stoel in de gewenste po sitie.

3.Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is.

Stel de stoel af voordat u gaat rijden en controleer of de stoel goed vergrendeld is door te proberen deze handmatig naar voren of achteren te schuiven. Als de stoel beweegt, dan is hij niet goed vergrendeld.

Rugleuningverstelling

Stel de rugleuning als volgt af:

1.Leun iets naar voren en trek de hendel van de rugleuningverstelling omhoog.

2.Leun vervolgens voorzichtig achter over en verstel de rugleuning in de gewenste positie.

3.Laat de hendel los en controleer of de rugleuning is vergrendeld. (De hendel MOET in de oorspronkelijke positie staan om de rugleuning te vergrendelen.)

Stoelhoogte

Duw de hendel omhoog of omlaag om de hoogte van de zitting te veranderen.

Duw de hendel een aantal keren om laag om de zitting lager af te stellen.

Trek de hendel een aantal trek omhoog om de zitting hoger af te stellen.

3-06

Loading...
+ 816 hidden pages