Bosch AKE 30 S, AKE 35 S, AKE 40 S User guide [ml]

0 (0)

Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing Original brugsanvisning Bruksanvisning i original Original driftsinstruks Alkuperäiset ohjeet

Πρωτ τυπ δηγιώνρήσης

Orijinal iµletme talimat∂

Nederlands

Dansk

Svenska

Norsk

Suomi

Eλληνικά

Türkçe

AKE 30 S AKE 35 S AKE 40 S

 

 

 

 

 

 

 

 

Robert Bosch GmbH

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

D-70745 Leinfelden Echterdingen

 

 

 

 

 

 

 

 

0 600 xxx xxx

 

xxx

 

 

 

 

 

 

 

 

230V ~ 50Hz

xxx mm

 

 

 

 

 

 

 

 

x A xxxx W

 

xxxxxxxx

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

20xx

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Made in Hungary

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

17

1

2

3

4

 

 

5

 

6

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7

 

 

14

13

12

11

10

9

8

 

 

15

16

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2 • F 016 L70 540 • 10.03

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A1

 

18

 

21

 

 

19

 

20

 

21

24

21

 

23

 

22

 

A2

13

24

 

A3

 

12

14

3 • F 016 L70 540 • 10.03

 

Bosch AKE 30 S, AKE 35 S, AKE 40 S User guide

B

4

3

2

 

26

25

 

C

 

 

 

 

5-10 mm

 

 

D

 

 

 

 

 

 

 

 

5

 

 

 

11

 

 

 

 

 

 

11

4 • F 016 L70 540 • 10.03

E

F

 

11

 

X

G

H

 

Y

Z

Z

Kg

Y

I

50 mm

 

X

 

Y

Z

50 mm

W

 

 

 

 

 

 

 

5 • F 016 L70 540 • 10.03

K

L

 

N

 

1

2

 

2/3

1/3

 

6 • F 016 L70 540 • 10.03

 

M

 

1

2

 

1/3

 

2/3

O

 

Veiligheidsvoorschriften

Verklaring van de pictogrammen:

Lees de gebruiksaanwijzing.

Bescherm de machine tegen regen.

Trek de stekker altijd uit het stopcontact voor instellingsen onderhoudswerkzaamheden en altijd onmiddellijk wanneer de stroomkabel beschadigd of doorgesneden wordt.

Draag bij het gebruik van het elektrische gereedschap altijd een gehoorbescherming en een veiligheidsbril.

De terugslagrem en de uitlooprem stoppen de zaagketting binnen korte tijd.

Algemene veiligheidsvoorschriften voor elektrische gereedschappen

WAARSCHUWING Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle voor-

schriften. Als de waarschuwingen en voorschriften niet worden opgevolgd, kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben.

Bewaar alle waarschuwingen en voorschriften voor toekomstig gebruik.

Het in de waarschuwingen gebruikte begrip „elektrisch gereedschap” heeft betrekking op elektrische gereedschappen voor gebruik op het stroomnet (met netsnoer) en op elektrische gereedschappen voor gebruik met een accu (zonder netsnoer).

Veiligheid van de werkomgeving

Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht. Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot ongevallen leiden.

Werk met het elektrische gereedschap niet in een omgeving met explosiegevaar waarin zich brandbare vloeistoffen, brandbare gassen of brandbaar stof bevinden. Elektrische gereedschappen veroorzaken vonken die het stof of de dampen tot ontsteking kunnen brengen.

Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van het elektrische gereedschap uit de buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle over het gereedschap verliezen.

Elektrische veiligheid

De aansluitstekker van het elektrische gereedschap moet in het stopcontact passen. De stekker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik geen adapterstekkers in combinatie met geaarde elektrische gereedschappen. Onveranderde stekkers en passende stopcontacten beperken het risico van een elektrische schok.

Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwarmingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico door een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard is.

Houd het gereedschap uit de buurt van regen en vocht. Het binnendringen van water in het elektrische gereedschap vergroot het risico van een elektrische schok.

Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om het elektrische gereedschap te dragen of op te hangen of om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen en bewegende gereedschapdelen. Beschadigde of in de war geraakte kabels vergroten het risico van een elektrische schok.

Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereedschap werkt, dient u alleen verlengkabels te gebruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goedgekeurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis geschikte verlengkabel beperkt het risico van een elektrische schok.

Als het gebruik van het elektrische gereedschap in een vochtige omgeving onvermijdelijk is, dient u een aardlekschakelaar te gebruiken. Het gebruik van een aardlekschakelaar vermindert het risico van een elektrische schok.

Veiligheid van personen

Wees alert, let goed op wat u doet en ga met verstand te werk bij het gebruik van het elektrische gereedschap. Gebruik geen elektrisch gereedschap wanneer u moe bent of onder invloed staat van drugs, alcohol of medicijnen.

Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van het elektrische gereedschap kan tot ernstige verwondingen leiden.

Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Draag altijd een veiligheidsbril. Het dragen van persoonlijke beschermende uitrusting zoals een stofmasker, slipvaste werkschoenen, een veiligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert het risico van verwondingen.

Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer dat het elektrische gereedschap uitgeschakeld is voordat u de stekker in het stopcontact steekt of de accu aansluit en voordat u het gereedschap oppakt of draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrische gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen leiden.

77 • F 016 L70 540 • 10.03

Nederlands - 1

Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels voordat u het elektrische gereedschap inschakelt. Een instelgereedschap of sleutel in een draaiend deel van het gereedschap kan tot verwondingen leiden.

Voorkom een onevenwichtige lichaamshouding. Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrische gereedschap in onverwachte situaties beter onder controle houden.

Draag geschikte kleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen. Loshangende kleding, lange haren en sieraden kunnen door bewegende delen worden meegenomen.

Wanneer stofafzuigingsof stofopvangvoorzieningen kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuiging beperkt het gevaar door stof.

Zorgvuldige omgang met en zorgvuldig gebruik van elektrische gereedschappen

Overbelast het gereedschap niet. Gebruik voor uw werkzaamheden het daarvoor bestemde elektrische gereedschap. Met het passende elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven capaciteitsbereik.

Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet meer kan worden inof uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd.

Trek de stekker uit het stopcontact of neem de accu uit het elektrische gereedschap voordat u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of het gereedschap weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het elektrische gereedschap.

Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap niet gebruiken door personen die er niet mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen worden gebruikt.

Verzorg het elektrische gereedschap zorgvuldig. Controleer of bewegende delen van het gereedschap correct functioneren en niet vastklemmen en of onderdelen zodanig gebroken of beschadigd zijn dat de werking van het elektrische gereedschap nadelig wordt beïnvloed. Laat deze beschadigde onderdelen voor het gebruik repareren. Veel ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden elektrische gereedschappen.

Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzetgereedschappen met scherpe snijkanten klemmen minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.

Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, inzetgereedschappen en dergelijke volgens deze aanwijzingen. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van elektrische gereedschappen voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden.

Service

Laat het elektrische gereedschap alleen repareren door gekwalificeerd en vakkundig personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het gereedschap in stand blijft.

Veiligheidsvoorschriften voor kettingzagen:

Houd bij een lopende zaag alle lichaamsdelen uit de buurt van de zaagketting. Controleer voor het starten van de zaag dat de zaagketting niets aanraakt. Bij werkzaamheden met een kettingzaag kan een moment van onoplettendheid ertoe leiden dat kleding of lichaamsdelen door de zaagketting worden meegenomen.

Houd het elektrische gereedschap alleen aan de geïsoleerde greepvlakken vast, aangezien de zaagketting in aanraking met het netsnoer van het gereedschap kan komen. Contact van de zaagketting met een spanningvoerende leiding kan metalen delen van het gereedschap onder spanning zetten en tot een elektrische schok leiden.

Houd de kettingzaag altijd met uw rechterhand aan de achterste greep en uw linkerhand aan de voorste greep vast. Als u de kettingzaag omgekeerd vasthoudt, loopt u een hoger risico op letsel. Houd de kettingzaag daarom alleen zoals voorgeschreven vast.

Draag een veiligheidsbril en gehoorbescherming. Overige beschermende uitrusting voor hoofd, handen, benen en voeten wordt geadviseerd. Passende beschermende kleding vermindert het verwondingsgevaar door rondvliegend spaanmateriaal en toevallig aanraken van de zaagketting.

Werk met de kettingzaag niet op een boom. Bij gebruik van een kettingzaag op een boom bestaat verwondingsgevaar.

Let er altijd op dat u stevig staat. Gebruik de kettingzaag alleen als u op een stevige en vlakke ondergrond staat. Als u op een gladde ondergrond of niet stabiel staat, bijvoorbeeld op een ladder, kunt u uw evenwicht en de controle over de kettingzaag verliezen.

78 • F 016 L70 540 • 10.03

Nederlands - 2

Houd er bij het afzagen van een onder spanning staande tak rekening mee dat deze terugveert. Als de spanning in de houtvezels vrijkomt, kan de gespannen tak de bediener raken, of kan deze de bediener de controle over de kettingzaag doen verliezen.

Wees bijzonder voorzichtig bij het zagen van laag houtgewas en jonge bomen. Het dunne materiaal kan in de zaagketting blijven hangen en op u slaan of u uit het evenwicht brengen.

Draag de kettingzaag aan de voorste greep in uitgeschakelde toestand. De zaagketting moet van uw lichaam afgewend zijn. Breng altijd de veiligheidsafscherming aan voordat u de kettingzaag vervoert of opbergt. Een zorgvuldige omgang met de kettingzaag vermindert de kans op per ongeluk aanraken van de lopende zaagketting.

Volg de aanwijzingen voor het smeren, de kettingspanning en het wisselen van toebehoren op. Een onjuist gespannen of gesmeerde ketting kan breken of het terugslagrisico verhogen.

Houd handgrepen droog, schoon en vrij van olie en vet. Vettige grepen met olie zijn glad en leiden tot het verlies van de controle over de kettingzaag.

Zaag alleen hout. Gebruik de kettingzaag niet voor werkzaamheden waarvoor deze niet bestemd is. Bijvoorbeeld: Gebruik de kettingzaag niet voor het zagen van plastic, metselwerk of bouwmaterialen die niet van hout zijn.

Het gebruik van de kettingzaag voor werkzaamheden waarvoor deze niet bestemd is, kan tot gevaarlijke situaties leiden.

Oorzaken en voorkoming van een terugslag:

Terugslag kan optreden als de punt van de geleidingsrail een voorwerp raakt of als het hout buigt en de zaagketting in de groef wordt vastgeklemd.

Een aanraking met de punt van de geleidingsrail kan in veel gevallen tot een onverwachte en naar achteren gerichte actie leiden, waarbij de geleidingsrail omhoog en in de richting van de bediener wordt geslagen.

Het vastklemmen van de zaagketting aan de bovenkant van de geleidingsrail kan de geleidingsrail abrupt in de richting van de bediener terugstoten.

Elk van deze reacties kan ertoe leiden dat u de controle over de zaag verliest en u zich mogelijk ernstig verwondt. Vertrouw niet uitsluitend op de in de kettingzaag ingebouwde veiligheidsvoorzieningen. Als gebruiker van een kettingzaag dient u verschillende maatregelen te treffen om zonder ongevallen en zonder verwondingen te kunnen werken.

Een terugslag is het gevolg van het verkeerd gebruik of onjuiste gebruiksomstandigheden van het elektrische gereedschap. Terugslag kan worden voorkomen door geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder beschreven:

Houd de zaag met beide handen vast, waarbij duim en vinger de grepen van de kettingzaag omsluiten. Neem een zodanige lichaamshouding in en houd uw armen in een zodanige positie, dat u stand kunt houden ten opzichte van de terugslagkrachten. Als geschikte maatregelen worden getroffen, kan de bediener de terugslagkrachten beheersen. Laat de kettingzaag nooit los.

Voorkom een abnormale lichaamshouding en zaag niet boven schouderhoogte. Daardoor wordt per ongeluk aanraken met punt van de kettinggeleider voorkomen en kan de kettingzaag in onverwachte situaties beter onder controle worden gehouden.

Gebruik altijd de door de fabrikant voorgeschreven vervangende kettinggeleiders en zaagkettingen. Verkeerde vervangende kettinggeleiders en zaagkettingen kunnen tot kettingbreuk en terugslag leiden.

Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant voor het slijpen en het onderhoud van de zaagketting. Te lage dieptebegrenzers verhogen de neiging tot terugslag.

Extra waarschuwingen:

De gebruiker wordt geadviseerd, zich voor het eerste gebruik door een ervaren vakman te laten instrueren over de bediening van de kettingzaag en het gebruik van beschermende uitrusting, aan de hand van praktische voorbeelden. Als eerste oefening dient het zagen van boomstammen op een zaagbok of onderstel plaats te vinden.

Dit gereedschap mag niet worden gebruikt door personen (inclusief kinderen) met een lichamelijke of geestelijke beperking, met een beperkt gezichtsof gehoorvermogen, of zonder de vereiste ervaring en kennis, indien op hen geen toezicht wordt gehouden door een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon, resp. indien zij niet ten aanzien van de omgang met het gereedschap worden geïnstrueerd.

Houd toezicht op kinderen en zorg ervoor dat zij niet met het gereedschap spelen.

Kinderen en jongeren, met uitzondering van jongeren in opleiding van 16 jaar en ouder onder toezicht, mogen de kettingzaag niet bedienen. Hetzelfde geldt voor personen die niet of onvoldoende vertrouwd zijn met de omgang met de kettingzaag. De gebruiksaanwijzing moet altijd binnen handbereik zijn. Personen die oververmoeid of niet lichamelijk belastbaar zijn, mogen de kettingzaag niet bedienen.

79 • F 016 L70 540 • 10.03

Nederlands - 3

Technische gegevens

Kettingzaag

 

 

AKE 30 S

AKE 35 S

AKE 40 S

Bestelnummer

 

 

3 600 H34 4..

3 600 H34 5..

3 600 H34 6..

 

 

 

 

 

 

Opgenomen vermogen

[W]

1800

1800

1800

Kettingsnelheid (bij onbelast lopen)

[m/s]

 

9

9

9

 

 

 

 

 

 

Zwaardlengte

[cm]

30

35

40

Spannen van de ketting zonder hulpgereed-

 

 

 

 

 

schap (SDS)

 

 

Omkeerster

 

 

Terugslagrem

 

 

 

 

 

 

 

Type zaagketting

 

3/8" - 90

3/8" - 90

3/8" - 90

Kettingschakeldikte

[mm]

1,1 (0,043")

1,1 (0,043")

1,1 (0,043")

Aantal kettingschakels

 

45

52

57

Inhoud olievoorraadreservoir

[ml]

200

200

200

Automatische kettingsmering

 

 

Klauwaanslag

 

 

 

 

 

 

 

 

Gewicht zonder netsnoer, ca. **

[kg]

3,9

4,0

4,1

Veiligheidsklasse

 

 

/ II

/ II

/ II

**gemeten met rail en ketting

Opmerking: Let op het zaaknummer op het typeplaatje van het gereedschap. De handelsbenamingen van afzonderlijke gereedschappen kunnen afwijken.

Inschakeling veroorzaakt een kortdurende spanningsdaling. Bij ongunstige voorwaarden van het stroomnet kunnen nadelige gevolgen voor andere machines of apparaten optreden. Bij netimpedanties van minder dan 0,25 ohm treden waarschijnlijk geen storingen op.

Gebruik volgens bestemming

De machine is bestemd voor het vellen van bomen en het zagen van stammen, takken, houten balken, planken etc. en kan worden gebruikt voor schulpen (in de lengte van de houtnerf) en afkorten (dwars op de houtnerf). Deze machine is niet geschikt voor het zagen van minerale materialen.

Inleiding

Dit handboek bevat voorschriften over de juiste montage en het veilig gebruik van uw kettingzaag. Het is belangrijk dat u deze aanwijzingen zorgvuldig leest.

Meegeleverd

Neem alle delen van de machine voorzichtig uit de verpakking en controleer deze op volledigheid:

Kettingzaag

Afscherming

Zaagketting

Zwaard

Olietankdop

Kettingbescherming

Gebruiksaanwijzing

Neem contact op met uw leverancier wanneer onderdelen ontbreken of beschadigd zijn.

Afgebeelde componenten

1Achterste handgreep

2Aan /uitschakelaar

3Inschakelblokkering

4Olietankdop

5Activering van kettingrem (handbescherming)

6Voorste handgreep

7Omkeerster (alleen AKE 35/40 S)

8Kettingbescherming

9Zaagketting

10Zwaard

11Klauwaanslag

12Blokkeerknop

13Afscherming

14Kettingspanknop

15Verlengkabel*

16Netstekker**

17Serienummer

80 • F 016 L70 540 • 10.03

Nederlands - 4

18Kettingvangbout

19Kettingwiel

20Bevestigingsbout

21Looprichtingen snijrichtingsymbool

22Oliesproeier

23Zwaardgeleidingsbrug

24Kettingspanbout

25Oliepeilindicatie

26Ventilatieopeningen

**verschilt per land

*In de gebruiksaanwijzing afgebeeld en beschreven toebehoren wordt niet altijd standaard meegeleverd.

Voor uw veiligheid

Let op! Schakel de kettingzaag uit en trek de stekker uit het stopcontact voor onderhoudsen reinigingswerkzaamheden en wanneer de kabel doorgesneden, beschadigd of in de war is.

Voorzichtig! Raak de ronddraaiende ketting niet aan.

Gebruik de kettingzaag in geen geval in de buurt van personen, kinderen of dieren en evenmin na het gebruik van alcohol, drugs of verdovende medicijnen.

Elektrische veiligheid

Uw machine is voor extra veiligheid geïsoleerd en heeft geen aarding nodig. De bedrijfsspanning bedraagt 230 V AC, 50 Hz (voor niet-EU-landen 220 V of 240 V, afhankelijk van de uitvoering). Gebruik alleen goedgekeurde verlengkabels. Er mogen alleen verlengkabels van het type H07-F of IEC (60227 IEC 53) worden gebruikt.

Als u verlengkabels voor het gereedschap gebruikt, moeten dat kabels met de volgende aderdiameters zijn:

1,0 mm2: maximale lengte 40 m

1,5 mm2: maximale lengte 60 m

2,5 mm2: maximale lengte 100 m

Voor nog meer veiligheid wordt het gebruik van een foutstroomschakelaar (reststroomapparaat) met een afslagstroom van maximaal 30 mA geadviseerd. De foutstroomschakelaar moet voor elk gebruik worden gecontroleerd.

Opmerking voor producten die niet in Groot-Brit- tannië worden verkocht:

LET OP: Voor uw veiligheid is het nodig dat de aan de machine aangebrachte stekker 16 zoals op de afbeelding weergegeven met de verlengkabel 15 wordt verbonden.

De stekker van de verlengkabel moet tegen spatwater bestemd zijn en uit rubber bestaan of met rubber bekleed zijn.

De verlengkabel moet met een trekontlasting worden gebruikt.

De aansluitkabel moet regelmatig op beschadigingen worden gecontroleerd en mag alleen in een goede toestand worden gebruikt.

Wanneer de aansluitkabel beschadigd is, mag deze alleen door een erkende Bosch-werkplaats worden gerepareerd.

Montage en zaagketting spannen

Sluit de kettingzaag pas na volledige montage aan op het stroomnet.

Draag altijd werkhandschoenen bij de omgang met de zaagketting.

A1 A2 A3 Montage van zwaard en zaagketting

1.Pak alle delen voorzichtig uit.

2.Leg de kettingzaag neer op een recht oppervlak.

3.Leg de zaagketting 9 in de rondlopende sleuf van het zwaard 10. Let op de juiste looprichting. Vergelijk de ketting met het looprichtingsymbool 21.

4.Leg de kettingschakels om het kettingwiel 19 en breng het zwaard 10 zo aan dat de bevestigingsbouten 20 en de beide zwaardgeleidingsbruggen 23 in het langgat van het zwaard 10 en de kettingspanbout 24 in het bijbehorende gat van het zwaard 10 grijpen. Draai indien nodig de kettingspanknop 14 iets om de kettingspanbout 24 op één lijn met het gat van het zwaard 10 te brengen. Controleer of alle delen goed geplaatst zijn en houd het zwaard met de ketting in deze stand. (zie afbeelding A1)

5.Draai de kettingspanknop 14 zo ver tot de zaagketting slechts licht gespannen is.

6.Breng de afscherming 13 nauwkeurig aan. (zie afbeelding A2)

7.Schroef de vastzetknop 12 handvast op de bevestigingsbout 20. (zie afbeelding A3)

Als de blokkeerknop te vast wordt aangedraaid, kan de zaagketting tijdens het gebruik spanning verliezen.

De vastzetknop mag het blad slechts licht vastklemmen.

A1 A2 A3 C Zaagketting spannen

Controleer de kettingspanning voor het begin van de werkzaamheden, na de eerste keren zagen en tijdens het zagen regelmatig elke 10 minuten. In het bijzonder bij nieuwe zaagkettingen moet in het begin met verslapping worden gerekend.

81 • F 016 L70 540 • 10.03

Nederlands - 5

De levensduur van de zaagketting is in grote mate afhankelijk van voldoende smering en juiste spanning.

Span de zaagketting niet wanneer deze zeer heet is, omdat de ketting na het afkoelen samentrekt en dan te strak op het zwaard ligt.

1.Leg de kettingzaag neer op een recht oppervlak.

2.Controleer of de kettingschakels goed in de geleidingssleuf van het zwaard 10 en op het kettingwiel 19 liggen.

3.Draai de vastzetknop 12 slechts zo ver los dat het zwaard nog in de juiste stand wordt gehouden

(verwijder de vastzetknop niet!).

4.Draai de kettingspanknop 14 in de richting van de wijzers van de klok tot de juiste kettingspanning is bereikt. Bij het draaien wordt het zwaard 10 door de kettingspanbout 24 naar voren geduwd.

5.De zaagketting 9 is correct gespannen wanneer deze in het midden ca. 5 – 10 mm kan worden opgetild. Dit moet met één hand gebeuren door het omhoogtrekken van de zaagketting tegen het eigen gewicht van de machine.

6.Als de zaagketting 9 te sterk gespannen is, draait u de kettingspanknop 14 iets tegen de richting van de wijzers van de klok en controleert u de kettingspanning nogmaals. Stel indien nodig de kettingspanning bij, zoals beschreven.

7.Schroef de vastzetknop 12 handvast op de bevestigingsbout 20.

Als de blokkeerknop te vast wordt aangedraaid, kan de zaagketting tijdens het gebruik spanning verliezen.

De vastzetknop mag het blad slechts licht vastklemmen.

B Kettingsmering

Belangrijk: De kettingzaag wordt niet met zaagkettinghechtolie gevuld geleverd. Het is belangrijk om de kettingzaag voor gebruik met olie te vullen. Het gebruik van de kettingzaag zonder zaagkettinghechtolie of bij een oliepeil onder de minimummarkering leidt tot beschadiging van de kettingzaag.

De levensduur en de snijcapaciteit van de ketting hangt af van de optimale smering. Daarom wordt tijdens het gebruik de zaagketting door middel van de oliesproeier 22 automatisch met zaagkettinghechtolie gesmeerd.

Olietank vullen:

Plaats de kettingzaag met de olietankdop 4 naar boven op een geschikte ondergrond.

Maak met een doek de omgeving van de olietankdop 4 schoon, schroef de dop los en verwijder deze.

Vul de olietank met biologisch afbreekbare Bosch-zaagkettinghechtolie.

Let erop dat er geen vuil in de olietank terechtkomt. Breng de olietankdop 4 weer aan en sluit af.

Belangrijk: Om uitwisseling van lucht tussen olietank en omgeving mogelijk te maken, zijn er kleine openingen in de olietankdop. Zet de zaag, wanneer u deze niet gebruikt, altijd horizontaal neer, om uitlopen van olie te voorkomen (olietankdop 4 wijst omhoog).

Gebruik uitsluitend de geadviseerde, biologisch afbreekbare hechtolie om beschadiging van de kettingzaag te voorkomen. Gebruik nooit gerecyclede olie of oude olie. Bij gebruik van niet-toegelaten olie vervalt de garantie.

Ingebruikneming

Let op de netspanning! De spanning van de stroombron moet overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje. Met 230 V aangeduide machines kunnen ook worden gebruikt met een spanning van 220 V.

Inen uitschakelen

Houdt de kettingzaag vast zoals beschreven bij „Werkzaamheden met de kettingzaag”.

Als u de machine wilt inschakelen, drukt u op de inschakelblokkering 3, vervolgens drukt u de aan/uitschakelaar 2 helemaal in en houdt u de schakelaar in deze stand vast. De inschakelblokkering 3 kunt u nu loslaten.

Als u de machine wilt uitschakelen, laat u de aan/ uit-schakelaar 2 los.

Na het zagen mag de kettingzaag niet worden gestopt door het bedienen van de voorste handbescherming (activeren van de terugslagrem).

D Terugslagrem

De kettingrem is een beschermingsmechanisme dat bij terugslag van de machine wordt geactiveerd door het naar voren duwen van handbescherming 5. De ketting stopt binnen korte tijd.

Voer van tijd tot tijd een functietest uit. Schuif de voorste handbescherming 5 naar voren (positie ) en schakel de kettingzaag kort in. De ketting mag niet aanlopen. Als u de kettingrem weer wilt ontgrendelen, laat u de aan/uit-schakelaar 2 los en trekt u de voorste handbescherming 5 terug (positie ).

82 • F 016 L70 540 • 10.03

Nederlands - 6

 

Werkzaamheden met de

 

Houd de kettingzaag altijd stevig met beide han-

 

 

 

den vast.

 

 

 

 

kettingzaag

 

 

 

 

 

 

 

Gebruik

altijd

een

terugslagremmende

Voor het zagen

 

 

Bosch-zaagketting.

 

 

 

– Gebruik de klauwaanslag 11 als hefboom.

Voor de ingebruikneming en regelmatig tijdens het

– Let op de juiste kettingspanning.

zagen moeten de volgende controles worden uitge-

 

 

 

 

 

 

voerd:

 

Algemene werkwijze

 

 

– Verkeert de kettingzaag in een functieveilige toe-

 

 

D Houd de kettingzaag altijd met beide handen

 

stand?

 

 

 

vast. Houd uw linkerhand vast aan de voorste hand-

 

 

 

 

 

 

 

B

Is de olietank gevuld? Controleer de oliepeil-

greep en uw rechterhand aan de achterste hand-

 

 

 

aanduiding 25 voor de werkzaamheden en regel-

greep. Omsluit de grepen altijd met duim en vingers.

 

matig tijdens de werkzaamheden. Vul olie bij

Zaag nooit eenhandig. Geleid de stroomkabel altijd

 

wanneer het oliepeil de onderkant van het peil-

naar achteren en houd deze buiten het bereik van

 

glas bereikt heeft. De vulling is voldoende voor

de zaagketting en het zaagmateriaal. Positioneer de

 

ca. 15 minuten, afhankelijk van de pauzes en de

stroomkabel zo, dat deze zich niet in grote of kleine

 

intensiteit van de werkzaamheden.

 

takken kan vastgrijpen.

 

 

– Is de ketting juist gespannen en scherp genoeg?

E Gebruik de kettingzaag alleen wanneer u stevig

 

Controleer de kettingspanning tijdens het zagen

staat. Houd de kettingzaag iets rechts van het eigen

 

elke 10 minuten. In het bijzonder bij nieuwe zaag-

lichaam.

 

 

 

 

kettingen moet met vergroting worden gerekend.

F De ketting moet voor het contact met het hout op

 

De toestand van de zaagketting beïnvloedt de

 

volle snelheid

zijn. Gebruik

daarbij de klauwaan-

 

zaagcapaciteit in belangrijke mate.

Alleen

 

slag 11 voor het vastzetten van de kettingzaag op

 

scherpe kettingen beschermen tegen overbelas-

 

het hout. Gebruik de klauwaanslag tijdens het zagen

 

ting.

 

 

 

als hefboom.

 

 

 

– Is de kettingrem ontgrendeld en haar werking ge-

 

 

 

Zet bij het zagen van dikke takken of stammen de

 

waarborgd?

 

 

 

klauwaanslag op een lager punt neer. Trek daarvoor

 

 

 

 

 

 

Draagt u de vereiste beschermende uitrusting?

de kettingzaag terug om de klauwaanslag los te ma-

 

Gebruik een veiligheidsbril en gehoorbescher-

ken en deze opnieuw lager aan te zetten. Haal de

 

ming. Overige beschermende uitrusting voor uw

zaag daarbij niet uit de inzaging.

 

hoofd, handen, benen en voeten wordt aanbevo-

Druk bij het zagen niet met kracht op de zaagketting,

 

len. Geschikte beschermende kleding vermindert

 

maar zorg met de klauwaanslag 11 voor een lichte

 

het verwondingsgevaar van wegvliegend materi-

 

hefboomdruk.

 

 

 

 

aal en het onbedoeld aanraken van de zaagket-

 

 

 

 

G Gebruik de kettingzaag nooit met gestrekte ar-

 

ting.

 

 

 

men. Probeer niet op moeilijk bereikbare plaatsen te

D Terugslag van de zaag

 

 

zagen, of staand op een ladder. Zaag nooit boven

Terugslag van de zaag is het plotseling omhoogof

schouderhoogte.

 

 

 

 

 

 

 

 

terugslaan van de lopende kettingzaag, dat kan op-

De beste zaagresultaten worden bereikt wanneer de

treden bij aanraking van de zwaardpunt met het

kettingsnelheid niet door overbelasting daalt.

zaagmateriaal of bij een vastklemmende ketting.

Voorzichtig aan het einde van de inzaging. Zodra de

 

 

 

 

 

 

Wanneer zaagterugslag optreedt, reageert de ma-

zaag loskomt, verandert de gewichtskracht onver-

chine op onoverzienbare wijze en kan deze ernstige

wacht. Er bestaat kans op ongevallen voor benen en

verwondingen veroorzaken bij de bediener of bij per-

voeten.

 

 

 

sonen in de werkomgeving.

 

Trek de zaag alleen met lopende zaagketting uit de

 

 

 

 

 

 

Zijwaarts zagen, schuin zagen en in de lengte zagen

inzaging.

 

 

 

moet met bijzondere voorzichtigheid gebeuren om-

Boomstammen zagen

 

 

dat de klauwaanslag 11 hierbij niet kan worden toe-

 

 

 

 

 

 

 

 

gepast.

 

Let op de volgende veiligheidsvoorschriften:

Ter voorkoming van zaagterugslag:

 

E

H Leg de stam neer zoals op de afbeelding

 

weergegeven en ondersteun deze zo dat de inza-

– Zet de kettingzaag zo vlak mogelijk aan.

 

 

ging niet sluit en de zaagketting niet vastklemt.

– Werk nooit met een losse, verslapte of sterk ver-

Stel korte houtstukken in en klem deze vast voor het

 

sleten zaagketting.

 

 

 

zagen.

 

 

 

– Scherp de zaagketting zoals voorgeschreven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

– Zaag nooit boven schouderhoogte.

 

 

 

 

 

 

 

– Zaag nooit met de punt van het zwaard.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

83 • F 016 L70 540 • 10.03

Nederlands - 7

 

 

 

Zaag alleen voorwerpen van hout. Voorkom het aanraken van stenen en spijkers, omdat deze omhoog geslingerd kunnen worden, de zaagketting kunnen beschadigen of ernstige verwondingen bij de gebruiker of omstanders kunnen veroorzaken.

Raak met de lopende zaag geen draadafrasteringen of de vloer aan.

De zaag is niet geschikt voor het snoeien van dunne takken.

Zagen in lengterichting dient met bijzondere zorgvuldigheid te gebeuren, omdat de klauwaanslag 11 dan niet kan worden gebruikt. Houd de zaag in een vlakke hoek om terugslag van de zaag te voorkomen.

Bewerk bij zaagwerkzaamheden op een helling altijd stammen van bovenaf of opzij staand of liggend zaagmateriaal.

Let wegens gevaar voor struikelen op boomstronken, takken, wortels en dergelijke.

H Zagen van hout onder spanning

Bij het zagen van onder spanning staand hout en onder spanning staande takken en bomen bestaat een verhoogde kans op ongevallen. Hier is uiterste voorzichtigheid geboden. Zulke werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door een vakman.

Wanneer hout aan beide zijden wordt ondersteund, eerst van boven (Y) een derde gedeelte van de diameter door de stam zagen en vervolgens van onderen (Z) op dezelfde plaats de stam doorzagen om splinteren en vastklemmen van de zaag te voorkomen. Voorkom daarbij contact van de zaagketting met de grond. Wanneer hout slechts aan één zijde wordt ondersteund, eerst van onderen (Y) een derde van de diameter naar boven zagen en vervolgens op dezelfde plaats van boven (Z) de stam doorzagen om splinteren en vastklemmen van de zaag te voorkomen.

I Bomen vellen

Draag altijd een helm om beschermd te zijn tegen vallende takken.

Met de kettingzaag mogen alleen bomen worden geveld waarvan de stamdiameter kleiner is dan de lengte van het zwaard.

Scherm de werkomgeving af. Let erop dat zich geen personen of dieren ophouden in de buurt waar de boom valt.

Probeer nooit om een vastgeklemde zaag met een lopende motor vrij te krijgen. Gebruik houten spieën om de zaagketting te bevrijden.

Als u met twee of meer personen tegelijkertijd zaagt en velt, houd dan als afstand tussen de vellende en de zagende personen minstens de dubbele hoogte aan van de te vellen boom. Let er bij het vellen van bomen op, dat u andere personen niet blootstelt aan

gevaar, u geen leidingen raakt en geen materiële schade veroorzaakt. Als een boom met een stroomleiding in aanraking komt, breng dan direct de energiemaatschappij hiervan op de hoogte.

Stel u als bediener van de kettingzaag, bij zaagwerkzaamheden op een helling, boven de te vellen boom op, omdat de boom na de val waarschijnlijk bergaf zal rollen of glijden.

Voor het vellen dient een vluchtweg te worden gepland en wanneer nodig vrijgemaakt te worden. De vluchtweg dient van de te verwachten vallijn schuin naar achteren weg te leiden.

Houd voor het vellen rekening met de natuurlijke helling van de boom, de plaats van grote takken en de windrichting, om de valrichting van de boom te kunnen beoordelen. Verwijder vuil, stenen, losse schors, spijkers, nieten en draad van de boom.

Inkepingen zagen: Zaag haaks op de valrichting een kerf (X – W) met een diepte van 1/3 van de boomdiameter. Zaag eerst de onderste horizontale inkeping. Hierdoor voorkomt u het vastklemmen van de kettingzaag of van de geleidingsrails bij het zagen van de tweede inkeping.

Inkeping voor het vellen van de boom zagen:

Zaag de inkeping (Y) voor het vellen van de boom minstens 50 mm boven de horizontale inkeping. Zaag de inkeping voor het vellen van de boom parallel aan de horizontale inkeping. Zaag de inkeping slechts zo diep in, dat er nog een verbindingsstuk (valrand) blijft staan, dat als scharnier kan werken. Het verbindingsstuk verhindert, dat de boom draait en in de verkeerde richting valt. Zaag het verbindingsstuk niet door.

Als de inkeping voor het vellen van de boom in de buurt van het verbindingsstuk komt, moet de boom met vallen beginnen. Als het erop lijkt, dat de boom mogelijkerwijs niet in de gewenste richting valt of terugbuigt en de zaagketting vastklemt, onderbreekt u het zagen van de inkeping voor het vellen van de boom en gebruikt u een spie van hout, kunststof of aluminium om de inkeping te openen en om de boom in de gewenste valrichting te doen omslaan.

Als de boom begint te vallen, verwijdert u de kettingzaag uit de inkeping, schakelt u de zaag uit, legt u deze neer en verlaat u het gevarenbereik via de geplande vluchtroute. Let op naar beneden vallende takken en struikel niet.

Door het indrijven van een spie (Z) in de zaaglijn moet de boom nu ten val worden gebracht.

Let wanneer de boom begint te vallen op naar beneden vallende takken en twijgen.

Takken van de gevelde boom afzagen

K Laat grote, naar beneden gerichte takken eerst nog staan wanneer u takken van de gevelde boom afzaagt. Zaag kleine takken in één keer af, zoals op de afbeelding getoond. Zaag onder spanning staande takken van onderen naar boven om vastklemmen van de zaag te voorkomen.

84 • F 016 L70 540 • 10.03

Nederlands - 8

Boomstam in stukken zagen

L Zorg ervoor dat u stevig staat en verdeel uw lichaamsgewicht gelijkmatig over beide voeten wanneer u de gevelde boomstam in stukken zaagt. Leg indien mogelijk takken, balken of spieën onder de stam om deze te steunen. Houd u aan de aanwijzingen om gemakkelijk te zagen.

Als de boomstam over de hele lengte gelijkmatig op de grond ligt, zoals afgebeeld, zaagt u vanaf de bovenkant.

MAls de boomstam aan één kant hoger ligt, zoals afgebeeld, zaagt u eerst een derde van de stamdiameter vanaf de onderkant en vervolgens de rest vanaf de bovenkant.

NAls de boomstam aan twee kanten wordt ondersteund, zoals afgebeeld, zaagt u eerst twee derde van de stamdiameter vanaf de bovenkant en vervolgens een derde vanaf de onderkant.

OGa bij zaagwerkzaamheden op een helling, zoals afgebeeld, altijd hoger dan de boomstam staan. Verminder de aandrukkracht wanneer de stam bijna is doorgezaagd en blijf de handgrepen van de kettingzaag stevig vasthouden, zodat u tijdens het moment van doorzagen de controle over de machine behoudt. Let erop dat de zaagketting de grond niet raakt. Wacht na het doorzagen tot de zaagketting tot stilstand is gekomen, voordat u de kettingzaag verwijdert. Schakel de motor van de kettingzaag altijd uit voordat u naar een andere boom gaat.

Onderhoud en reiniging

Trek altijd voor onderhoudswerkzaamheden de stekker uit het stopcontact.

Opmerking: Voer de volgende onderhoudswerkzaamheden regelmatig uit zodat u verzekerd bent van een lang en probleemloos gebruik.

Controleer de kettingzaag regelmatig op klaarblijkelijke gebreken, zoals een losse, versleten of beschadigde zaagketting, losse bevestiging of versleten of beschadigde onderdelen.

Controleer of de afschermingen en veiligheidsvoorzieningen intact en correct gemonteerd zijn. Noodzakelijke reparaties en onderhoudswerkzaamheden moeten voor het gebruik van de kettingzaag worden uitgevoerd.

Wanneer de kettingzaag ondanks zorgvuldige productieen testprocédés toch defect raakt, moet de reparatie door een erkende klantenservice voor Bosch elektrische gereedschappen worden uitgevoerd.

Maak voor verzending van een kettingzaag altijd de olietank leeg.

Vermeld bij vragen en bestellingen van vervangingsonderdelen altijd het bestelnummer van 10 cijfers van de machine.

Zaagketting en zwaard vervangen of keren

Controleer de zaagketting en het zwaard volgens het gedeelte „Zaagketting spannen”.

De geleidingssleuf van het zwaard verslijt in de loop van de tijd. Draai bij het vervangen van de zaagketting het zwaard 180° om de slijtage over beide zijden te verdelen.

Controleer het kettingwiel 19. Wanneer het wiel door de grote belasting versleten of beschadigd is, moet het door een klantenservicewerkplaats vervangen worden.

Slijpen van de zaagketting

De zaagketting kan bij elke erkende klantenservicewerkplaats voor Bosch elektrische gereedschappen op vakkundige wijze worden geslepen. Met de Bosch-kettingslijpvoorziening of de Dremel-Multi met slijptoebehoren 1453 kunt u de ketting ook zelf slijpen. Neem de bijgeleverde gebruiksaanwijzing voor het slijpen in acht.

Automatische smering controleren

U kunt de werking van de automatische kettingsmering controleren door de zaag in te schakelen en deze met de punt vlakbij een stuk karton of papier op de vloer te houden. Let op, raak de vloer niet aan met de ketting. Neem een veiligheidsafstand van 20 cm in acht. Wanneer hierbij een toenemend oliespoor zichtbaar wordt, werkt de automatische smering correct. Wanneer ondanks een volle olietank geen oliespoor zichtbaar wordt, dient u het gedeelte „Problemen oplossen” te lezen of contact op te nemen met de Bosch-klantenservice.

Toebehoren

Zaagketting en zwaard

 

AKE 30 S..........................................

F 016 800 259

AKE 35 S..........................................

F 016 800 260

AKE 40 S..........................................

F 016 800 261

Zaagketting

 

AKE 30 S..........................................

F 016 800 256

AKE 35 S..........................................

F 016 800 257

AKE 40 S..........................................

F 016 800 258

Reinigen

 

Kettingslijpen reinigingsset ............

F 016 800 262

Kettinghechtolie, 1 liter.....................

2 607 000 181

85 • F 016 L70 540 • 10.03

Nederlands - 9

A Reinigen/bewaren

Reinig het kunststofhuis van de kettingzaag met behulp van een zachte borstel en een schone doek. Gebruik geen water, oplosmiddel of polijstmiddel. Verwijder alle verontreinigingen, in het bijzonder van de ventilatieopeningen 26 van de motor.

Demonteer na een gebruiksduur van 1 tot 3 uur de afscherming 13, het zwaard en de ketting en reinig deze met een borstel.

Verwijder met een borstel al het vastzittende materiaal onder de afscherming 13, het kettingwiel 19 en de zwaardbevestiging. Reinig de oliesproeier 22 met een schone doek.

Wanneer de kettingzaag langdurig moet worden opgeborgen, moeten zaagketting en zwaard eerst worden gereinigd.

Bewaar de kettingzaag op een veilige plaats droog en buiten bereik van kinderen.

Voorkom lekkage door te controleren dat het gereedschap in horizontale positie wordt weggelegd (olievuldop 4 naar boven gericht).

Als het gereedschap in de verkoopverpakking wordt bewaard, moet de olietank zonder rest worden leeggemaakt.

Problemen oplossen

De volgende tabel geeft een overzicht van storingsverschijnselen en geeft aan hoe u problemen kunt oplossen wanneer uw machine niet goed werkt. Neem contact op met uw servicewerkplaats wanneer u het probleem niet zelf kunt verhelpen.

Let op: Schakel de machine uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u op zoek gaat naar de fout.

Symptoom

Mogelijke oorzaak

Oplossing

 

 

 

De kettingzaag

Terugslagrem geactiveerd

Trek de handbescherming 5 in stand

werkt niet

 

(afbeelding D)

 

Geen stroom

Controleer de stroomvoorziening

 

Stopcontact defect

Controleer de stroombron en probeer eventueel

 

 

een andere

 

Stroomkabel beschadigd

Controleer de kabel en probeer eventueel een

 

 

andere

 

Zekering defect

Vervang de zekering

 

 

 

Kettingzaag

Stroomkabel beschadigd

Controleer de kabel en probeer eventueel een

werkt met

 

andere

onderbrekingen

Extern los contact

Breng de kettingzaag naar een Bosch-reparatie-

 

 

werkplaats

 

Intern los contact

Breng de kettingzaag naar een Bosch-reparatie-

 

 

werkplaats

 

Aan/uit-schakelaar defect

Breng de kettingzaag naar een Bosch-reparatie-

 

 

werkplaats

 

 

 

Zaagketting

Geen olie in de olietank

Vul olie bij

droog

Ontluchting in olietankdop verstopt

Reinig de olietankdop

 

Olieafvoerkanaal verstopt

Maak het olieafvoerkanaal vrij

 

 

 

Terugslagrem

Probleem met schakelmechanisme

Breng de kettingzaag naar een Bosch-reparatie-

en kettingrem

vooraan in handbescherming

werkplaats

 

 

 

Ketting of gelei-

Geen olie in de olietank

Vul olie bij

dingsral heet

Ontluchting in olietankdop verstopt

Reinig de olietankdop

 

Olieafvoerkanaal verstopt

Maak het olieafvoerkanaal vrij

 

Kettingspanning te hoog

Stel de kettingspanning in

 

Ketting bot

Slijp de ketting of vervang deze

 

 

 

Kettingzaag

Kettingspanning te los

Stel de kettingspanning in

trekt, trilt of

Ketting bot

Slijp de ketting of vervang deze

zaagt niet goed

Ketting versleten

Vervang de ketting

 

Zaagtanden wijzen in de verkeerde

Monteer de zaagketting opnieuw met de tanden in

 

richting

de juiste richting

 

 

 

86 • F 016 L70 540 • 10.03

Nederlands - 10

Afvalverwijdering

Elektrische gereedschappen, toebehoren en verpakkingen moeten op een voor het milieu verantwoorde wijze worden hergebruikt.

Alleen voor landen van de EU:

Gooi elektrische gereedschappen niet bij het huisvuil.

Volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG over elektrische en elek-

tronische oude apparaten en de omzetting van de richtlijn in nationaal recht moeten niet meer bruikbare elektrische ge-

reedschappen apart worden ingezameld en op een voor het milieu verantwoorde wijze worden hergebruikt.

Klantenservice en advies

Onze klantenservice beantwoordt uw vragen over reparatie en onderhoud van uw product en over vervangingsonderdelen. Explosietekeningen en informatie over vervangingsonderdelen vindt u ook op: www.bosch-pt.com

De medewerkers van onze klantenservice adviseren u graag bij vragen over de aankoop, het gebruik en de instelling van producten en toebehoren.

Nederland

Tel.: +31 (076) 579 54 54

Fax: +31 (076) 579 54 94

E-mail: gereedschappen@nl.bosch.com

België en Luxemburg

Tel.: +32 (070) 22 55 65

Fax: +32 (070) 22 55 75

E-Mail: outillage.gereedschap@be.bosch.com

Conformiteitsverklaring

Meetwaarden voor geluid bepaald volgens 2000/14/EG.

Het A-gewogen geluidsniveau van het gereedschap bedraagt kenmerkend: geluidsdrukniveau 95 dB(A); geluidsvermogenniveau 103 dB(A). Onzekerheid K=1,2 dB.

Draag een gehoorbescherming.

Totale trillingswaarden (vectorsom van drie richtingen) bepaald volgens EN 60745: trillingsemissiewaarde ah=4 m/s2, onzekerheid

K=1,5 m/s2.

Het in deze gebruiksaanwijzing vermelde trillingsniveau is gemeten met een volgens EN 60745 genormeerde meetmethode en kan worden gebruikt om elektrische gereedschappen met elkaar te vergelijken. Het is ook geschikt voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting.

Het aangegeven trillingsniveau representeert de voornaamste toepassingen van het elektrische gereedschap. Als echter het elektrische gereedschap wordt gebruikt voor andere toepassingen, met afwijkende inzetgereedschappen of onvoldoende onderhoud, kan het trillingsniveau afwijken. Dit kan de trillingsbelasting gedurende de gehele arbeidsperiode duidelijk verhogen.

Voor een nauwkeurige schatting van de trillingsbelasting moet ook rekening worden gehouden met de tijd waarin het gereedschap uitgeschakeld is, of waarin het gereedschap wel loopt, maar niet werkelijk wordt gebruikt. Dit kan de trillingsbelasting gedurende de gehele arbeidsperiode duidelijk verminderen.

Leg aanvullende veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de bediener tegen het effect van trillingen vast, zoals: Onderhoud van elektrische gereedschappen en inzetgereedschappen, warm houden van de handen, organisatie van het arbeidsproces.

Wij verklaren als alleen verantwoordelijke dat het onder „Technische gegevens” beschreven product voldoet aan de volgende normen en normatieve documenten: EN 60745 volgens de bepalingen van de richtlijnen 2004/108/EG, 2006/42/EG, 2000/14/EG.

EG-bouwtypecontrole nr. 2129874.01 CE door genotificeerde testinstantie nr. 0344, KEMA Quality B.V. Arnhem, Netherlands.

2000/14/EG: Gegarandeerd geluidsdrukniveau 105 dB(A).

Wegingsmethode van de conformiteit volgens aanhangsel V.

Productcategorie: 6

Technische documentatie bij: Bosch Lawn and Garden Ltd., PT-LG/EAE, Stowmarket, Suffolk IP14 1EY, England

Leinfelden, 19.01.2010

Dr. Egbert Schneider

Dr. Eckerhard Strötgen

Senior Vice President

Head of Product

Engineering

Certification

Robert Bosch GmbH, Power Tools Division

Wijzigingen voorbehouden

87 • F 016 L70 540 • 10.03

Nederlands - 11

Sikkerhedsforskrifter

De forskellige symboler og deres betydning:

Læs betjeningsvejledningen.

Udsæt ikke værktøj for regn.

Træk altid stikket ud før indstillingsog vedligeholdelsesarbejde eller hvis kablet beskadiges eller skæres over under brug.

Brug altid høreværn og beskyttelsesbriller, når el-værktøjet er i brug.

Tilbageslagsbremsen og udløbsbremsen stopper savkæden i løbet af kort tid.

Generelle sikkerhedshenvisninger for el-værktøj

VARNING Læs alle advarselshenvisninger og instrukser. I tilfælde af mang-

lende overholdelse af advarselshenvisningerne og instrukserne er der risiko for elektrisk stød, brand og/ eller alvorlige kvæstelser.

Opbevar alle advarselshenvisninger og instrukser til senere brug.

Det i advarselshenvisningerne benyttede begreb „el-værktøj“ refererer til netdrevet el-værktøj (med netkabel) og akkudrevet el-værktøj (uden netkabel).

Sikkerhed på arbejdspladsen

Sørg for, at arbejdsområdet er rent og rigtigt belyst. Uorden eller uoplyste arbejdsområder øger faren for uheld.

Brug ikke el-værktøjet i eksplosionsfarlige omgivelser, hvor der findes brændbare væsker, gasser eller støv. El-værktøj kan slå gnister, der kan antænde støv eller dampe.

Sørg for, at andre personer og ikke mindst børn holdes væk fra arbejdsområdet, når maskinen er i brug. Hvis man distraheres, kan man miste kontrollen over maskinen.

Elektrisk sikkerhed

El-værktøjets stik skal passe til kontakten. Stikket må under ingen omstændigheder ændres. Brug ikke adapterstik sammen med jordforbundet el-værktøj. Uændrede stik, der passer til kontakterne, nedsætter risikoen for elektrisk stød.

Undgå kropskontakt med jordforbundne overflader som f. eks. rør, radiatorer, komfurer og køleskabe. Hvis din krop er jordforbundet, øges risikoen for elektrisk stød.

Maskinen må ikke udsættes for regn eller fugt.

Indtrængning af vand i et el-værktøj øger risikoen for elektrisk stød.

Brug ikke ledningen til formål, den ikke er beregnet til (f. eks. må man aldrig bære el-værk- tøjet i ledningen, hænge el-værktøjet op i ledningen eller rykke i ledningen for at trække stikket ud af kontakten). Beskyt ledningen mod varme, olie, skarpe kanter eller maskindele, der er i bevægelse. Beskadigede eller indviklede ledninger øger risikoen for elektrisk stød.

Hvis el-værktøjet benyttes i det fri, må der kun benyttes en forlængerledning, der er egnet til udendørs brug. Brug af forlængerledning til udendørs brug nedsætter risikoen for elektrisk stød.

Hvis det ikke kan undgås at bruge el-værktø- jet i fugtige omgivelser, skal der bruges et HFI-relæ. Brug af et HFI-relæ reducerer risikoen for at få elektrisk stød.

Personlig sikkerhed

Det er vigtigt at være opmærksom, se, hvad man laver, og bruge el-værktøjet fornuftigt. Brug ikke noget el-værktøj, hvis du er træt, har nydt alkohol eller er påvirket af medikamenter eller euforiserende stoffer. Få sekunders uopmærksomhed ved brug af el-værktøjet kan føre til alvorlige personskader.

Brug beskyttelsesudstyr og hav altid beskyttelsesbriller på. Brug af sikkerhedsudstyr som f. eks. støvmaske, skridsikkert fodtøj, beskyttelseshjelm eller høreværn afhængig af maskintype og anvendelse nedsætter risikoen for personskader.

Undgå utilsigtet igangsætning. Kontrollér, at el-værktøjet er slukket, før du tilslutter det til strømtilførslen og/eller akkuen, løfter eller bærer det. Undgå at bære el-værktøjet med fingeren på afbryderen og sørg for, at el-værktøjet ikke er tændt, når det sluttes til nettet, da dette øger risikoen for personskader.

Gør det til en vane altid at fjerne indstillingsværktøj eller skruenøgle, før el-værktøjet tændes. Hvis et stykke værktøj eller en nøgle sidder i en roterende maskindel, er der risiko for personskader.

Undgå en anormal legemsposition. Sørg for at stå sikkert, mens der arbejdes, og kom ikke ud af balance. Dermed har du bedre muligheder for at kontrollere el-værktøjet, hvis der skulle opstå uventede situationer.

Brug egnet arbejdstøj. Undgå løse beklædningsgenstande eller smykker. Hold hår, tøj og handsker væk fra dele, der bevæger sig.

Dele, der er i bevægelse, kan gribe fat i løstsiddende tøj, smykker eller langt hår.

Hvis støvudsugningsog opsamlingsudstyr kan monteres, er det vigtigt, at dette tilsluttes og benyttes korrekt. Brug af en støvopsugning kan reducere støvmængden og dermed den fare, der er forbundet støv.

88 • F 016 L70 540 • 10.03

Dansk - 1

Omhyggelig omgang med og brug af el-værktøj

Undgå overbelastning af maskinen. Brug altid et el-værktøj, der er beregnet til det stykke arbejde, der skal udføres. Med det passende elværktøj arbejder man bedst og mest sikkert inden for det angivne effektområde.

Brug ikke et el-værktøj, hvis afbryder er defekt. Et el-værktøj, der ikke kan startes og stoppes, er farlig og skal repareres.

Træk stikket ud af stikkontakten og/eller fjern akkuen, inden maskinen indstilles, der skiftes tilbehørsdele, eller maskinen lægges fra.

Disse sikkerhedsforanstaltninger forhindrer utilsigtet start af el-værktøjet.

Opbevar ubenyttet el-værktøj uden for børns rækkevidde. Lad aldrig personer, der ikke er fortrolige med maskinen eller ikke har gennemlæst disse instrukser, benytte maskinen.

El-værktøj er farligt, hvis det benyttes af ukyndige personer.

El-værktøjet bør vedligeholdes omhyggeligt. Kontroller, om bevægelige maskindele fungerer korrekt og ikke sidder fast, og om delene er brækket eller beskadiget, således at elværktøjets funktion påvirkes. Få beskadigede dele repareret, inden maskinen tages i brug.

Mange uheld skyldes dårligt vedligeholdte elværktøjer.

Sørg for, at skæreværktøjer er skarpe og rene.

Omhyggeligt vedligeholdte skæreværktøjer med skarpe skærekanter sætter sig ikke så hurtigt fast og er nemmere at føre.

Brug el-værktøj, tilbehør, indsatsværktøj osv. iht. disse instrukser. Tag hensyn til arbejdsforholdene og det arbejde, der skal udføres.

Anvendelse af el-værktøjet til formål, som ligger uden for det fastsatte anvendelsesområde, kan føre til farlige situationer.

Service

Sørg for, at el-værktøj kun repareres af kvalificerede fagfolk og at der kun benyttes originale reservedele. Dermed sikres størst mulig maskinsikkerhed.

Sikkerhedsinstrukser for kædesave:

Hold alle legemsdele væk fra savkæden, når saven er tændt. Kontrollér at savkæden ikke berører noget, før saven startes. Når der arbejdes med kædesaven, kan et øjebliks uopmærksom medføre, at tøj eller legemsdele fanges af savkæden.

Hold fast i el-værktøjet vha. de isolerede grebflader, da savekæden kan komme i berøring med sit eget netkabel. Savekædens kontakt med en spændingsførende ledning kan sætte elværktøjets metaldele under spænding, hvilket kan føre til elektrisk stød.

Hold altid fast i kædesaven med den højre hånd på det bageste greb og med den venstre hånd på det forreste greb. Holdes kædesaven fast på en omvendt måde, øges risikoen for kvæstelser; af den grund bør en sådan holdning undgås.

Brug beskyttelsesbriller og høreværn. Det anbefales at bruge yderligere udstyr til beskyttelse af hoved, hænder, ben og fødder. Passende beskyttelsestøj reducerer kvæstelsesfaren fra omkringflyvende spånmateriale og tilfældig berøring af savekæden.

Brug ikke kædesaven, når der arbejdes på et træ. Bruges kædesaven på et træ, kan du blive kvæstet.

Sørg altid for at stå rigtigt og anvend kun kædesaven, når du står på fast, sikker og lige undergrund. Glat undergrund eller ustabile ståflader som f.eks. på en stige kan medføre, at man taber ligevægten eller kontrollen over kædesaven.

Når der saves i en gren, der er under spænding, skal du regne med, at den fjedrer tilbage.

Når spændingen frigøres i træfibrene, kan den spændte gren ramme den person, der bruger saven, og/eller du taber kontrollen over kædesaven.

Vær særlig forsigtig, når der saves i undertræ og unge træer. Det tynde materiale kan sættes sig fast i savkæden og slå på dig eller bringe dig ud af ligevægt.

Bær kædesaven i det forreste greb, når den er slukket, med savkæden væk fra kroppen. Kædesaven skal altid være forsynet med en beskyttelsesafdækning, når den transporteres eller lægges til opbevaring. Omhyggelig omgang med kædesaven forringer sandsynligheden for tilfældig berøring af savkæden, mens den er i gang.

Overhold instrukserne for smøring, kædespænding og skift af tilbehør. En kæde, der er spændt eller smurt forkert, kan enten gå i stykker eller øge risikoen for tilbageslag.

Hold grebene tørre, rene og fri for olie og fedt.

Fedtede, oliesmurte greb er glatte og medfører, at man taber kontrollen.

Sav kun i træ. Brug ikke kædesaven til arbejde, den ikke er beregnet til – f.eks.: Brug ikke kædesaven til at save i plast, murværk eller byggematerialer, der ikke er af træ. Brug af kædesaven til formål, den ikke er beregnet til, kan føre til farlige situationer.

Årsager til et tilbageslag og hvorden et sådant undgås:

Tilbageslag kan optræde, hvis spidsen på styreskinnen berører en genstand eller hvis træet bøjer sig og savkæden sætter sig fast i snittet.

En berøring med skinnespidsen kan i nogle tilfælde føre til en uforventet, bagudrettet reaktion, hvor styreskinnen slås opad og hen imod den person, der betjener saven.

89 • F 016 L70 540 • 10.03

Dansk - 2

Sætter savkæden sig fast i styreskinnens overkant, kan skinnen kraftigt støde tilbage i den retning, hvor brugeren befinder sig.

Hver enkelt af disse reaktioner kan medføre, at du taber kontrollen over saven og at du muligvis bliver alvorligt kvæstet. Stol ikke udelukkende på det sikkerhedsudstyr, der er monteret i kædesaven. Som bruger af en kædesav bør du træffe forskellige foranstaltninger for at undgå uheld og kvæstelser.

Et tilbageslag skyldes forkert eller fejlagtig brug af el-værktøjet. Det kan forhindres ved at træffe egnede sikkerhedsforanstaltninger, der beskrives i det følgende:

Hold fast i saven med begge hænder, så tommelfinger og fingre omslutter kædesavens greb. Sørg for at stå sikkert og positionér armene på en sådan måde, at du kan modstå tilbageslagskræfter. Er egnede foranstaltninger truffet, kan brugeren beherske tilbageslagskræfterne. Slip aldrig kædesaven.

Undgå en anormal legemsposition og sav ikke over skulderhøjde. Derved undgås en utilsigtet berøring med skinnespidsen og en bedre kontrol af kædesaven muliggøres i uventede situationer.

Brug altid de af fabrikanten foreskrevede reserveskinner og savkæder. Forkerte reserveskinner og savkæder kan føre til ødelæggelse af kæden eller tilbageslag.

Overhold fabrikantens instrukser mht. slibning og vedligeholdelse af savkæden. For lave dybdebegrænsere øger tendensen til tilbageslag.

Ekstra advarselshenvisinnger:

Det anbefales, at brugeren instrueres af en erfaren fagmand mht. betjening af kædesav og brug af beskyttelsesudstyr ved hjælp af praktiske eksempler, før maskinen tages i brug første gang. Den første øvelse skal bestå i at save træstammer på en savbuk eller et understativ.

Dette værktøj må ikke anvendes af personer (inkl. børn) med fysisk og psysisk reducerede evner samt forringet synsog høreevne, eller manglende erfaring og viden, medmindre de overvåges af en person, der sørger for deres sikkerhed eller der er instrueret i at håndtere værktøjet.

Sørg for, at børn er under opsyn og sikre, at disse ikke spiller med værktøjet.

Børn og unge, med undtagelse af unge under uddannelse fra det fyldte 16 år, hvis de er under opsyn, må ikke betjene kædesaven. Det samme gælder for personer, som ikke er fortrolig i omgangen med kædesaven eller hvis kendskab til kædesaven er utilstrækkeligt.

Brugsanvisningen skal altid opbevares i umiddelbar nærhed af brugsstedet. Kædesaven må ikke betjenes af personer, der er trætte eller hvis fysiske styrke er utilstrækkelig.

Tekniske data

Kædesav

 

 

AKE 30 S

AKE 35 S

AKE 40 S

Bestillingsnummer

 

 

3 600 H34 4..

3 600 H34 5..

3 600 H34 6..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Optagen effekt

[W]

1800

1800

1800

Kædehastighed (i friløb)

[m/s]

 

9

 

9

 

9

 

Sværdlængde

[cm]

 

30

 

35

 

40

 

Spænding af kæde uden brug af værktøj (SDS)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Styrestjerne

 

 

Tilbageslagsbremse

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Savekædetype

 

3/8" - 90

3/8" - 90

3/8" - 90

Drivledstykkelse

[mm]

1,1 (0,043")

1,1 (0,043")

1,1 (0,043")

Antal drivled

 

45

 

52

 

57

 

Påfyldningsmængde oliebeholder

[ml]

200

200

200

Automatisk kædesmøring

 

 

Kloanslag

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vægt uden ledning, ca. **

[kg]

3,9

4,0

4,1

Isolationsklasse

 

 

 

/ II

 

/ II

 

/ II

 

 

 

 

 

 

 

 

 

**målt med sværd og kæde

Bemærk: Vær opmærksom på maskinens typeskilt, handelsbetegnelserne for de enkelte maskiner kan variere.

Indkoblingsstrømstødet kan forårsage kortfristede spændingsfald. Under ugunstige netbetingelser i tyndtbefolket område kan andre apparater blive påvirket heraf. Hvis strømtilførslens systemimpedans er mindre end 0,25 Ohm, er det usandsynligt, at der opstår ulemper.

90 • F 016 L70 540 • 10.03

Dansk - 3

Foreskrevet anvendelse

Maskinen er beregnet til fældning af træer og savning i træstammer, grene, træbjælker, brædder osv. og kan benyttes til tværeller længdesnit. Denne maskine er ikke beregnet til savning i mineralske materialer.

Introduktion

Denne manual indeholder instrukser om, hvordan kædesaven skal monteres og benyttes. Det er vigtigt, at du læser disse instrukser igennem.

Maskinens dele

Alle værktøjets dele tages forsigtigt ud af emballagen og kontrolleres for fejl og mangler:

Kædesav

Beskyttelse

Savekæde

Sværd

Olietankdæksel

Kædebeskytter

Driftsvejledning

Hvis nogle dele mangler eller er beskadigede, bedes du kontakte den forhandler, hvor du har købt maskinen.

Illustrerede komponenter

1Bageste håndgreb

2Start-stop-kontakt

3Kontaktspærre

4Olietankdæksel

5Kædebremse-udløsning (håndbeskyttelse)

6Forreste håndgreb

7Styrestjerne (kun AKE 35/40 S)

8Kædebeskytter

9Savekæde

10Sværd

11Kloanslag

12Låseknap

13Beskyttelse

14Kædespændeknap

15Forlængerledning*

16El-stik**

17Serienummer

18Kædefangbolt

19Kædehjul

20Fastgørelsesbolt

21Løberetningsog skæreretningssymbol

22Oliedyse

23Sværd-styrestykke

24Kædespændebolt

25Oliestandsviser

26Ventilationsåbninger

**landsspecifk

*Tilbehør, som er illustreret og beskrevet i betjeningsvejledningen, er ikke altid indeholdt i leveringen.

For din egen sikkerheds skyld

Pas på! Træk altid stikket ud før indstillingsog vedligeholdelsesarbejde, hvis kablet beskadiges, skæres over eller har viklet sig ind under brug.

Pas på! Berør ikke den roterende kæde.

Brug under ingen omstændigheder kædesaven i nærheden af personer, børn eller dyr. Kædesaven må heller ikke benyttes, hvis du har nydt alkohol eller hvis du er påvirket af medikamenter eller euforiserende stoffer.

Elektrisk sikkerhed

Din maskine er for din egen sikkerheds skyld beskyttelsesisoleret og har ikke brug for nogen jordforbindelse. Driftsspændingen er 230 V AC, 50 Hz (for ikke-EU-lande 220 V, 240 V afhængigt af modellen). Brug kun godkendte forlængerledninger. Den benyttede forlængerledning skal være af typen H07-F eller IEC (60227 IEC 53).

Er der brug for en forlængerledning, må der kun bruges ledninger med følgende ledertværsnit:

1,0 mm2: max. længde 40 m

1,5 mm2: max. længde 60 m

2,5 mm2: max. længde 100 m

Det anbefales, at man for ekstra elektrisk sikkerhed anvender et fejlstrømsrelæ med en afbrydelsesstrøm på ikke over 30 mA. Kontrollér altid fejlstrømsrelæet, hver gang maskinen anvendes.

Vejledning for produkter, som ikke sælges i GB: PAS PÅ: Det er for din egen sikkerheds skyld vigtigt, at stikket på maskinen 16 forbindes med forlængerledningen 15 således, som vist på billedet.

Koblingen på forlængerledningen skal være beskyttet mod stænkvand, være fremstillet af gummi eller være overtrukket med gummi.

Forlængerledningen skal benyttes med en trækaflastning.

91 • F 016 L70 540 • 10.03

Dansk - 4

Tilslutningsledningen skal kontrolleres for beskadigelser med regelmæssige mellemrum og må kun benyttes, når den er fejlfri.

En beskadiget tilslutningsledning må kun repareres på et autoriseret Bosch-værksted.

Montering/spænding af savekæden

Kædesaven skal være helt monteret, før stikket sættes ind i kontakten.

Brug altid handsker, når du håndterer med savekæden.

A1 A2 A3 Montering af sværd og savekæde

1.Pak alle dele forsigtigt ud.

2.Læg kædesaven fra på en lige flade.

3.Læg savekæden 9 ind i den omløbende not på sværdet 10. Kontrollér løberetningen. Sammenlign kæden med løberetningssymbolet 21.

4.Læg kædeleddene omkring kædehjulet 19 og anbring sværdet 10 på en sådan måde, at fastgørelsesbolten 20 og de to sværdføringspunkter 23 griber ind i det aflange hul på sværdet 10 og kædespændebolten 24 griber ind i hullet på sværdet 10. Drej evt. kædespændeknappen 14 en smule for at justere kædespændebolten 24 i hullet på sværdet 10. Kontrollér at alle dele er placeret rigtigt og at de holder sværd med kæde i denne position. (se billede A1)

5.Drej kædespændeknappen 14 så meget, at savekæden kun er spændt en smule.

6.Positionér afdækningen 13 nøjagtigt. (se billede A2)

7.Skru låseknappen 12 fast på fastgørelsesbolten 20 med hånden. (se billede A3)

Spændes låseknappen for meget, kan savekæden løsne sig under brug.

Låseknappen bør kun klemme sværdet en smule fast.

A1 A2 A3 C Spænd savekæden

Kædespændingen skal kontrolleres, før saven tages i brug, efter de første snit og ca. hvert 10 minut, når saven er i brug. Især ved nye savekæder må man regne med en øget udvidelse i starten.

Savekædens levetid afhænger i stor grad af, at kæden smøres regelmæssigt og den rigtige spænding er indstillet.

Spænd ikke savekæden, hvis den er meget varm, da den trækker sig sammen, når den er afkølet, og ligger for stramt på sværdet.

1.Læg kædesaven fra på en lige flade.

2.Kontrollér at kædeleddene ligger rigtigt i sværdets 10 styreskinne og på kædehjulet 19.

3.Løsne kun låseknappen 12 så meget, at sværdet stadigvæk holdes i position (fjern ikke låseknap!).

4.Drej kædespændeknappen 14 til højre, til den rigtige kædespænding er nået. Drejningen trykker sværdet 10 fremad via kædespændebolten 24.

5.Savekæden 9 er spændt rigtigt, når den kan løftes ca. 5 – 10 mm i midten. Dette gennemføres med en hånd ved at trække savekæden op mod maskinens egenvægt.

6.Er savekæden 9 spændt alt for meget, drejes kædespændeknappen 14 en smule til venstre og kædespændingen kontrolleres en gang til. Efterjustér efter behov kædespændingen som beskrevet.

7.Skru låseknappen 12 fast på fastgørelsesbolten 20 med hånden.

Spændes låseknappen for meget, kan savekæden løsne sig under brug.

Låseknappen bør kun klemme sværdet en smule fast.

B Kædesmøring

Vigtigt: Kædesaven er ikke fyldt med kædesavsolie ved leveringen. Det er derfor vigtigt, at kædesaven fyldes med olie, før den tages i brug. Kædesaven beskadiges, hvis kædesaven benyttes uden kædesavsolie eller hvis olieniveauet er under minmarkeringen.

Kædens levetid og snitkapacitet afhænger af den optimale smøring. Derfor smøres savekæden – mens den er i brug – automatisk med kædesavsolie via oliedysen 22.

Fyld olietanken:

Stil kædesaven fra på et egnet underlag med olietankdækslet 4 opad.

Rengør området omkring olietankdækslet 4 med en klud og skru låget af.

Fyld olietanken med biologisk nedbrydelig savekædeolie fra Bosch.

Sørg for at der ikke kommer snavs ned i olietanken. Skru olietankdækslet 4 på igen og luk det rigtigt.

Vigtigt: Små udligningskanaler findes på olietankens lås for at muliggøre luftudveksling mellem olietank og omgivelser. Stil altid saven fra på et vandret underlag, når den ikke er i brug, da olie ellers kan strømme ud (olietankens lås 4 peger opad).

Brug udelukkende biologisk nedbrydelig kædesavsolie for at undgå en beskadigelse af kædesaven. Brug aldrig genbrugsolie eller gammel olie. Brug af forkert olie medfører, at garantien bortfalder.

92 • F 016 L70 540 • 10.03

Dansk - 5

Start

Bemærk netspændingen! Strømkildens spænding skal stemme overens med angivelserne på maskinens typeskilt. Maskinen til 230 V kan også tilsluttes 220 V.

Tænd og sluk

Hold kædesaven som beskrevet under „Arbejde med kædesav“.

Maskinen tændes ved at trykke ind på kontaktspærren 3 og derefter trykke start-stop-kontakten 2 i bund og holde den i denne stilling. Nu kan kontaktspærren 3 slippes igen.

Maskinen slukkes ved at slippe start-stop-kontak- ten 2.

Forsøg ikke at stoppe kædesaven ved at aktivere den forreste håndbeskyttelse (aktivering af sikkerhedsbremse), når savearbejdet er færdigt.

D Tilbageslagsbremse

Kædebremsen er en beskyttelsesmekanisme, som udløses via den forreste håndbeskyttelse 5 i tilfælde af tilbageslag. Kæden stopper i løbet af kort tid.

Gennemfør en funktionstest en gang imellem. Skub den forreste håndbeskyttelse 5 fremad (position ) og tænd kort for kædesaven. Kæden må ikke begynde at bevæge sig. Sikkerhedsbremsen åbnes igen vd at slippe start-stop-kontakten 2 og trække den forreste håndbeskyttelse 5 tilbage (position ).

Arbejde med kædesaven

Før savearbejdet påbegyndes

Gennemfør følgende kontrolarbejde, før saven tages i brug og regelmæssigt under savearbejdet:

Er kædesaven i funktionssikker tilstand?

B Er olietanken fyldt på? Kontrollér olieniveauet 25, før savearbejdet påbegyndes og herefter med regelmæssige mellemrum under savearbejdet. Påfyld olie, når olieniveauet har nået underkanten i kontrolvinduet. Tankvoluminet rækker til ca. 15 minutter, afhængigt af antallet af pauser og arbejdets intensivitet.

Er kæden spændt og slebet rigtigt? Kontrollér

kædespændingen under savearbejdet hver 10. minut. Især på nye savekæder må man regne med en vis udvidelse. Savekædens tilstand påvirker i høj grad saveeffekten. Kun skarpe kæder beskytter mod overbelastning.

Har kædebremsen løsnet sig og er dens funktion sikret?

Brug det nødvendige beskyttelsesudstyr? Brug beskyttelsesbriller og høreværn. Det anbefales at bruge yderligere udstyr til beskyttelse af hoved, hænder, ben og fødder. Egnet beskyttelsesudstyr reducerer kvæstelsesfaren som følge af omkringflyvende snitmateriale og utilsigtet berøring af savekæden.

D Tilbageslag under savearbejdet

Ved tilbageslag forstås, når den tændte kædesav pludselig slår op og tilbage, hvilket kan optræde, når sværdspidsen berører emnet eller når kæden sidder i klemme.

I tilfælde af tilbageslag reagerer maskinen spontant, hvilket kan medføre, at brugeren eller personer, som opholder sig i umiddelbar nærhed af saven, udsættes for alvorlige kvæstelser.

Sidesnit, skråsnit og længdesnit skal udføres med særlig stor opmærksomhed, da kloanslaget 11 ikke kan benyttes.

Hvordan man undgår tilbageslag under savearbejdet:

Hold kædesaven så flad som mulig, når savearbejdet startes.

Arbejd aldrig med savekæden, hvis den er løs, udvidet eller meget slidt.

Slib savekæden iht. forskriften.

Sav aldrig over skulderhøjde.

Sav aldrig med spidsen af sværdet.

Hold altid kædesaven godt fast med begge hænder.

Brug altid en tilbageslagssikret Bosch-savekæde.

Brug kloanslaget 11 som arm.

Kontrollér kædespændingen.

Generel adfærd

DHold altid kædesaven fast med begge hænder, den venstre hånd på det forreste håndgreb og den højre hånd på det bageste håndgreb. Grib altid godt fast om grebene med fingrene. Forsøg aldrig at save med en hånd. Før altid strømkablet bagud og hold det uden for savekædens og savematerialets område; positionér det på en sådan måde, at det ikke sætter sig fast i grene.

ESørg for at stå sikkert under savearbejdet. Hold kædesaven en smule til højre, væk fra kroppen.

FKæden skal køre for fuld hastighed, før den rammer træet. Brug kloanslaget 11 til at fastgøre kædesaven til træet. Brug kloanslaget som arm under savearbejdet.

Når der saves i tykke grene eller stammer, skal kloanslaget anbringes på et dybere punkt. Dette gøres ved at trække kædesaven tilbage for at løsne kloanslaget og fastgøre det på et dybere sted. Fjern ikke saven fra snittet.

93 • F 016 L70 540 • 10.03

Dansk - 6

Tryk ikke kraftigt på savekæden under savearbejdet, men sav almindeligt i emnet ved at udøve et let tryk med kloanslaget 11.

G Brug aldrig kædesaven med udstrakte arme. Forsøg ikke at save i vanskeligt tilgængelige steder eller mens du står på en stige. Sav aldrig over skulderhøjde.

De bedste saveresultater opnås, når kædehastigheden ikke falder som følge af overbelastning.

Pas på når savearbejdet er ved at være slut. Så snart saven har savet sig fri, ændres vægtkraften uventet. Pas på – ben og fødder kan blive kvæstet.

Fjern altid saven fra snittet, mens savens kører.

Savning i træstammer

Overhold følgende sikkerhedsforskrifter:

E H Læg stammen fra og støt den som vist på billedet således, at snittet ikke lukker og savekæden kommer til at sidde i klemme.

Korte stykker træ skal anbringes sikkert og klemmes fast, før savearbejdet begyndes.

Sav kun i emner af træ. Undgå at berøre sten og søm, disse kan slynges op, beskadige savekæden eller føre til alvorlige kvæstelser af bruger eller omkringstående personer.

Berør ikke ståltrådshegn eller jorden med saven, når saven er i gang.

Saven er ikke egnet til at save i meget tynde grene.

Længdegående snit skal udføres med særlig stor forsigtighed, da kloanslaget 11 ikke kan benyttes. Før saven i en flad vinkel for at undgå tilbageslag.

Savning på skråt terræn: Du skal altid stå oven for eller ved siden af en træstamme på rod eller et emne, som ligger på skrænten.

Pas på under savearbejdet. Du kan komme til at snuble over træstumper, grene, rødder osv.

H Savning i træ, der er under spænding

Pas på – savning i træ, grene eller træer, der er under spænding, er forbundet med øget ulykkesrisiko.

Vær meget forsigtig, når dette arbejde udføres. Sådant arbejde må kun udføres af fagfolk.

Hvis begge ender på træstammen hviler på en genstand, saves træstammen først en tredjedel igennem oppefra (Y) og ned og herefter helt igennem nedefra (Z) og op (sammesteds). Herved undgås splinter og en fastklemning af saven. Saven må ikke komme i kontakt med jorden under dette arbejde. Hvis kun den ene ende af træstammen hviler på en genstand, saves træstammen først en tredjedel igennem nedefra (Y) og op (sammesteds) og herefter helt igennem oppefra (Z) og ned. Herved undgås splinter og en fastklemning af saven.

I Fældning af træer

Brug altid en hjelm for at beskytte hovedet mod nedfaldende grene.

Kædesaven må kun benyttes til at fælde træer med en stammediameter, der er mindre end sværdets længde.

Sikre arbejdsområdet. Sørg for at personer og dyr ikke opholder sig i det område, hvor træstammen kan falde hen.

Forsøg aldrig at befri en fastklemt sav, mens motoren går. Brug trækiler til at befri savekæden.

Udføres tilskæringsog fældearbejde af to eller flere personer på samme tid, skal afstanden mellem de personer, der fælder og tilskærer, være mindst den dobbelte højde på det træ, der fældes. Under fældningen skal man være opmærksom på, at andre personer ikke udsættes for fare, at de ikke rammes af forsyningsledninger og at der ikke opstår tingskader. Kommer et træ i berøring med en forsyningsledning, kontaktes energiforsyningsselskabet med det samme.

Ved savearbejde på skråninger skal brugeren af kædesaven opholde sig højere oppe end det træ, der skal fældes, da træet sandsynligvis ruller eller glider ned ad skråningen efter fældningen.

Før fældningen bør der være planlagt en flugtvej og evt. gjort fri. Flugtvejen bør føre skråt bagud væk fra den forventede faldlinje.

Før træet fældes, skal der tages højde for træets naturlige hældning, positionen af de største grene og vindretningen for at kunne vurdere træets faldretning. Snavs, sten, løse barkstykker, søm, klammer og tråd skal fjernes fra træet.

Kærvsnit gennemføres: Sav en kæv i en ret vinkel til træets faldretning (X – W) med en dybde på 1/3 af træets diameter. Gennemfør først det nedeste, vandrette kærvsnit. Derved undgås det, at savekæden eller føringsskinnen kommer i klemme, når det andet kærvsnit gennemføres.

Fældesnit gennemføres: Gennemfør fældesnittet (Y) mindst 50 mm over det vandrette kævsnit. Udfør fældesnittet parallelt med det vandrette kærvsnit. Sav kun fældesnittet så dybt, at der bliver et holdestykke af stammen tilbage (fældeliste), der virker som et hængsel. Holdestykket forhindrer, at træet drejer sig og falder i den forkerte retning. Sav ikke holdestykket over.

Når fældesnittet nærmer sig holdestykket, bør træet begynde at falde. Skulle det vise sig, at træet muligvis ikke falder i den ønskede retning eller hælder tilbage, hvorved savekæden kommer i klemme, afbrydes fældesnittet og bruges kiler af træ, plast eller aluminium for at åbne snittet og omlægge træet i den øsnkede faldlinje.

94 • F 016 L70 540 • 10.03

Dansk - 7

Når træet begynder at falde, fjernes kædesaven fra snittet, hvorefter den slukkes og lægges fra, før det farlige område forlades ad den planlagte flugtvej. Vær opmærksom på nedfaldende grene og undgå at snuble.

Når kilen (Z) drives ind i det vandrette snit, skal træstammen begynde at falde.

Vær opmærksom på nedfaldende grene og kviste, når træet begynder at falde.

Afgrening

K Herved forstås at grene fjernes fra fældede træer. Store grene, der vender nedad og som støtter træet, skal i første omgang blive stående. Små grene saves over i et snit som vist på billedet. Grene, der er under spænding, bør saves nedefra og op for at undgå, at saven sætter sig i klemme.

Træstamme afkortes

L Herved forstås at det fældede træ deles i afsnit. Sørg for at stå sikkert og at legemsvægten er fordelt jævnt på begge fødder. Hvis det er muligt, bør stammen understøttes af grene, bjælker eller kile. Overhold de nemme instruktioner for let savning.

Ligger hele træstammens længde jævnt som vist på billedet, saves oppefra.

MLigger træstammen op mod en ende som vist på billedet, saves først 1/3 af stamdiameteren fra undersiden, hvorefter resten saves oppefra på højde med undersnittet.

NLigger træstammen op mod begge ender som vist på billedet, saves først 1/3 af stammens diameter fra oversiden, hvorefter 2/3 saves fra undersiden på højde med oversnittet.

OTil savearbejde på skrånende terræn skal man altid stå over træstammen. For at have helt kontrol over situationen, når stammen “saves igennem”, reduceres trykket for enden af snittet, uden at det faste greb løsnes fra kædesavens håndgreb. Sørg for, at savekæden ikke berører jorden. Når snittet er færdigt, skal man vente, til savekæden står helt stille, før kædesaven fjernes. Sluk altid for kædesavens motor, før der skiftes fra træ til træ.

Vedligeholdelse og rengøring

Træk altid stikket ud af kontakten, før vedligeholdelsesarbejdet startes.

Bemærk: For at sikre lang og pålidelig drift skal følgende vedligeholdelse udføres jævnligt.

Undersøg kædesaven for synlige mangler med regelmæssige mellemrum (f.eks. løs, udhængt eller beskadiget savekæde, løs fastgørelse og slidte eller beskadigede dele).

Kontrollér at beskyttelserne og skærmene er intakte og monteret rigtigt. Nødvendige reparationer eller vedligeholdelsesarbejder skal gennemføres, før kædesaven benyttes.

Skulle kædesaven trods omhyggelig fabrikation og kontrol engang holde op at fungere, skal reparationen udføres af et autoriseret serviceværksted for Bosch el-værktøj.

Olietanken skal altid tømmes, før kædesaven forsendes.

Det 10-cifrede bestillingsnummer for maskinen skal altid angives ved forespørgsler og bestilling af reservedele.

Udskiftning/vending af savekæde og sværd

Kontrollér savekæde og sværd iht. afsnittet „Spænding af savekæde“.

Styrenoten på sværdet slides med tiden. Når savekæden skiftes, drejes sværdet 180° for at udligne sliddet.

Kontrollér kædehjulet 19. Hvis det er slidt eller beskadiget på grund af stor belastning, skal det skiftes på et autoriseret serviceværksted.

Slibning af savekæden

Savekæden kan slibes på et autoriseret serviceværksted for Bosch el-værktøj. Du kan også selv slibe kæden. Dette gøres med Bosch slibesæt til savkæder eller Dremel-Multi med slibeindsatsen 1453. Overhold vedlagte slibevejledning.

Kontrol af olie-automatik

Funktionen af den automatiske kædesmøring kan kontrolleres ved at tænde for saven og holde savens spids mod et stykke karton eller papir, der er anbragt på jorden. Pas på: Kæden må ikke berøre jorden, overhold en sikkerhedsafstand på 20 cm. Hvis der opstår et større oliespor, arbejder olieautomatikken rigtigt. Hvis der ikke ses noget oliespor, selv om olietanken er fyldt op, læs da under „Fejlsøgning“ eller kontakt Bosch-serviceafdelingen.

95 • F 016 L70 540 • 10.03

Dansk - 8

Loading...
+ 58 hidden pages