Metabo KGS 305 User guide [ml]

0 (0)

KGS 305

Origineel gebruikaanwijzing. . . . . . . . . . . . . 3

Manual de instrucciones original . . . . . . . . 17 Manual de serviço original. . . . . . . . . . . . . 32

<![if ! IE]>

<![endif]>115 171 1037 / 4409 - 3.0

 

 

 

 

 

! "#$" %& "' ( )) ( ) ) *$(+ " , " (-$ ($,

& # "& ( %$+ )$3)$) / "4 "& " "& ) 3$(+%" %$,3 ) # "& "&-$ $#

./ )" ,,"0 , 1 ( 2 )" ,,+ ( %&" 00

)" ( ()0 %%$( % # "& "& + "$)$-"& + ( , "$( ( %" 5 )00

 

 

6

 

 

 

!

$+) (7%$)' )$+)$" ) + )3$) / "7' 8+ % 3$(+ " )" %$ -$, "7 5 % )

9 5 ) 5 "#$$( 9 ' ( " ( " 3$(+%"$5 )" ,, ) , " (

$, )$+ ($%+, ")$, "-) )+ 5 ")0 5 "+ ( ) ( )3$) "$) ( ) ( %" 5 ) 00

5$ ($, 0 %$ -$, ( / 3 5 ( %&" 9 00

 

 

 

 

* :

; <

 

$( %& ,$)$""$ $)" )% +) 5 )3$) / "= %& 3 ) " 3$($""$> %$ -$,

% ,$) / 9$+ )" @% +) 5 )3$) / ( (' 8+ 3 ) " 3$(+%"$%+,3 %$)

) + "$, 0 %$ -$, "= %$( )3$) ?$($, " 5 00

) + " )$, )0 ( %+ ($ $( )3+ )"$) ( %" % )00

 

 

* A

 

!

6B

C C!

% ,$) )$/$)) )3$) / ( ( 8+ )" 3$(+"$)"D ( %$($%$, ) ) + " )

!-E ) 3F " )5 "" ( 3$(+ " E5 ))" ,, , (-E 9 ( )" ( ( 0 "

$, )0 ( %$($%$, ) ( %" ? ) ($) + , "$) 00

/ )" ,, ) ( " 5 00

 

 

 

 

 

! !

! G

! ++" ,, ' "" " , "+$" 5 )" ) + 5$, 9 0$( " 5 , 4)"

! H + ( " )5 " ( "" 3$(+ " ) ,)5 , (-I ($, 0 & &$( "

,+ 00

/ )" ,, ) ( " 500

 

 

 

 

*

!

J ; ; J

, ( H 5 3F " )5 ' " ( "" 3$(+ " )" ,,$5 ) (-I ( )" ( ( 0

K# (%? ,4 ? 3 L M$(3$# (?$K% M' N 9)?4 3$(+ "$(3$# ( #4,$ $,

&" / )" ,, ) ( " 5 00

)"O3+9M%4%&$,0 # (L+ +)" P #4"4%? 4%& 00

 

 

QRRSTUVWX

 

 

YZ[\]Z ^_`a]`bacQa^]

;d e ;

YSRfTghij ij Uklm jhnoTS pqU qg rsgtpT mhqp mTqUuqgUvjl uqUX mVpRghnjX rsgkUmwsmxWX0

?D | $)-}))7 . "+( "D/ ? ?$9+ ' &$ 4 ? " ,7 7 ~" ? D//

uoixyTm ij qUX kUmqz{jUX qyT gkSwUfT00

)? /5D 4$/-" " "" E5 " ,7 4 "0 , -? D// D 4 5 }~ D) 00

 

 

•€•‚ƒ„…†‡

 

)$5 ˆ

‰Š†•ƒ„ƒ‹‡Œ •ƒ…€Ž••Š•…••‡Š

 

$ -$, 7 3 & D)

… ‘€•’ƒŽ•‚Ž•Ž„’Ž…• ‰Š†•ƒ„‡„ƒ“Š' ”Š •Ž•‡ ‘„Ž‰•†• …€Ž••Š•…••ƒ’ƒ

* & )+9 , ) 3$+ ?$(3$5 ($)"$+' ? " "$5–$/$9 5 ?&$( ) ) ($5 –,$, , 0

…•Š‰’‡•Š ’Ž„“ƒ•‡•’‡ ‰Ž†•“Š’•‡0 …€‚•ƒ…’Ž ‡•‡…†•ƒ’‡Œ•ƒ’ƒ

3$( +)"$5 ~ ), ~% 00

‰‡„Š†•‡•‡•Š00

 

 

 

— ˜"

 

$,™ š

;› !

‰Š†•ƒ„ƒ‹‡Œ •ƒ…€Ž••Š•…••‡Š

3$ $ $( $5$ $)"9$?9 5 9 ,$' ( )$)"$9 ?( ? +3$˜" 5 9+ )" ( ($50 ?

’œ• ž•Ÿ ¡¢œ¢¡£• ¤¡¥¦§¥¨©•¤¡ ¦¨ª¦©¦¢¤¦¥¨' «• ¨¦¬œ-¢¦ž®Ÿ¨ • ©¥¯¦¨©•¨¥¨©œ•¥¯¥

+3$˜" 5 9 , + " 5$5 5 ( & 5 " 5&00

¥ •ž¤œ¨• ¤¦¢£œ0¥¯ª ¡¥¤¦-¢•ž-œ¥¡¤œ°¨¡ ¤¡ žœ¢•Ÿ¨œ©œ00

 

 

)"

 

"5 ˜+

! !

+( ,+,$" )

)$5 ( , " + ( 5 )"+"+) ' " ) "$$($5 )" 5+) ) 9 , )"

) 5 3+) ˜ "+$9 , ' ( ˜ ) 3$(+ " ) " " ) ˆ +) )" ( "+)0 3 ± , +

)" ( ( " 0 5 )" 5 " , " "+( ( " 5 ( )00

, , ) +$)" " )00

 

 

$5 )

 

$,™ š

;› !

% " ( %$ -$, " "

3$ $ $( $5$ $)"9$?9 5 9 ,$' ( )$)"$9 ?( ? +3$˜" 5 9+ )" ( ($50 ?

% , 3 3$3 )3+ ( % % )" 3$(+) %$)3+ ( + , "$ $ $, 0' %$ -$,

+3$˜" 5 9 , + " 5$5 5 ( & 5 " 5&00

( )3$? "$( %" 5$00

Kappund Gehrungssäge/ Crosscut & Mitre Saw

KGS 305

Art.-Nr.: 0103050000

*DIN EN 61029-1, DIN EN 61029-2-9, DIN EN 61000-2-3, DIN EN 61000-3-3, DIN EN 55014-1, DIN EN 55014-3

**98/37/EG (--> 28.12.2009), 2006/42/EG (29.12.2009 --> ), 2004/108/EG

Volker Siegle

Director Innovation, Research and Development

Dokumentationsbevollmächtigter/ responsible person for documentation/ Chargé de la documentation

Metabowerke GmbH

Metabo-Allee 1

D - 72622 Nürtingen

Nürtingen, 15.10.2009

1001300

2

1. Overzicht van de zaag (levering)

1

2

20

19

18

17

16

15

14

13 12

NEDERLANDS

3 4

5

6

7

8

9

10

21

11

22

23

24

25

1

Veiligheidsvergrendeling

11

Draaitafel

23 Afzuigstuk 43 mm met werktuig-

2

Hoofdschakelaar

12

Vastzethendel voor instelbare

 

depot voor inbussleutel

24

 

3

Motor

 

blokkeerpositie

Afzuigstuk 58 mm

13

Stelschroef voor draaitafel

25

Werkstukspanvoorziening

4

Geleidestangen voor trekinrich-

14

 

 

 

 

ting

Blokkeerhendel voor draaitafel

 

 

5

Stelschroef voor trekinrichting

15

Tafelinlegprofiel

Gereedschap

6

Grendelhefboom voor inclinatie-

16

Tafel

Inbussleutel

 

instelling

17

Tafelverbreding

 

 

7

Transport-vergrendeling

 

 

18

draaibare beschermkap

Toesteldocumenten

8

Blokkeerpen voor hellingsinstel-

19

Zaagbladblokkering

Gebruiksaanwijzing

 

ling

9

verschuifbare opzetstukken van

20

Handgreep

Lijst van reserveonderdelen

 

de werktuigaanslag

21

Zaagkop

 

 

 

 

 

 

10

vaste werkstukaanslag

22

Flensafdekking

 

 

 

 

 

 

3

NEDERLANDS

Inhoudstafel

1.Overzicht van de zaag

(levering).....................................

3

2.Lees deze tekst voor u begint!..4

3.

Veiligheid

....................................4

3.1Voorgeschreven gebruik

van het systeem...........................

4

3.2Algemene

 

veiligheidsvoorschriften................

4

3.3

Symbolen op het apparaat...........

6

3.4

Veiligheidsvoorzieningen .............

6

4.

Montage en transport ................

7

5.Bijzondere

 

producteigenschappen..............

7

6.

Het apparaat in detail.................

7

7.

Ingebruikneming ........................

8

7.1Het schaafselafzuigsysteem

 

aansluiten.....................................

8

7.2

Netaansluiting ..............................

8

8.

Bediening....................................

9

8.1

Rechte sneden.............................

9

8.2

Zagen van kleine sneden.............

9

8.3

Versteksneden ...........................

10

8.4

Schuine sneden .........................

10

8.5

Dubbele versteksneden .............

11

8.6

Gleuven zagen...........................

11

9.

Service en onderhoud .............

12

9.1

Zaagblad vervangen ..................

12

9.2

Aandrijfriem spannen .................

13

9.3

Inlegprofiel vervangen................

13

9.4

Bijregelen ...................................

13

9.5

Het apparaat reinigen ................

14

9.6

Het apparaat opbergen ..............

14

9.7

Onderhoud .................................

14

10.

Tips en trucs.............................

14

11.Beschikbare accessoires ...14/47

12.

Reparatie...................................

15

13.

Milieubescherming ..................

15

14.

Problemen en storingen..........

15

15.

Technische gegevens..............

15

15.1

Beschikbare zaagbladen............

16

2.Lees deze tekst voor u begint!

Deze gebruikershandleiding werd zo opgesteld dat u snel en veilig met uw machine kunt werken. Hieronder vindt u een korte uitleg over hoe u de gebruikershandleiding moet lezen:

Lees de handleiding volledig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt, en besteed daarbij vooral aandacht aan het hoofdstuk „veiligheidsvoorschriften”.

Deze handleiding richt zich tot personen met fundamentale technische kennis in de omgang met apparaten

zoals dat hier beschreven. Wanneer u geen ervaring zou hebben met dergelijke apparatuur, doe dan eerst een beroep op de hulp van ervaren personen.

Bewaar alle met dit apparaat geleverde documentatie, zodat u zich indien nodig kan informeren. Bewaar het aankoopbewijs voor eventuele garantieclaims.

Als u het apparaat uitleent of doorverkoopt, moet u alle meegeleverde documentatie van het apparaat meegeven.

Voor schade als gevolg van nietnaleving van deze handleiding, kan de fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld.

De informatie in deze handleiding wordt als volgt gekenmerkt:

Gevaar!

Waarschuwing voor lichamelijke schade of milieuschade.

Gevaar voor elektrische schok!

Waarschuwing voor lichamelijke letsels door elektrische schok.

Klemgevaar! Waarschuwing voor licha-

melijke letsels door meetrekken van lichaamsdelen of kledij.

Opgelet!

Waarschuwing voor materiële schade.

Tip:

Aanvullende informatie.

Nummers in figuren (1, 2, 3, ...)

kenmerken de afzonderlijke delen;

zijn doorlopend genummerd;

stemmen overeen met de nummers tussen haakjes (1), (2), (3)

... in de tekst ernaast.

Instructies voor handelingen, waarbij op de volgorde moet worden gelet, zijn doorgenummerd.

Instructies voor handelingen met willekeurige volgorde zijn met een punt gekenmerkt.

Opsommingen zijn met een streep gekenmerkt.

3. Veiligheid

3.1Voorgeschreven gebruik van het systeem

Het toestel is geschikt voor het maken van dwarssneden, schuine sneden, versteksneden evenals dubbele versteksneden in lijsten, profielen etc. Bovendien kunnen gleuven worden gezaagd. Er mogen enkel materialen worden bewerkt, waarvoor het betreffende zaagblad is geschikt (toegelaten zaagbladen zie Technische gegevens).

De toegelaten afmetingen van de werkstukken mogen niet overschreden worden (zie hoofdstuk „Bediening“).

Werkstukken met ronde of onregelmatige doorsnede zoals brandhout mogen niet worden gezaagd, omdat ze tijdens het zagen niet veilig kunnen worden vastgezet. Bij het smalkantzagen van vlakke werkstukken moet een geschikte aanslaghulp gebruikt worden om een veilige geleiding te garanderen.

Elk ander gebruik is verboden. Niet toegelaten gebruik, wijzigingen aan het apparaat of het gebruik van onderdelen die niet goedgekeurd zijn door de fabrikant kunnen onvoorspelbaar persoonlijk letsel veroorzaken!

3.2Algemene veiligheidsvoorschriften

Houdt u zich bij gebruik van dit toestel aan de volgende veiligheidsvoorschriften om gevaar voor personen of materiële schade te voorkomen.

Houdt u zich aan de bijzondere veiligheidsvoorschriften in de betreffende hoofdstukken.

Houdt u zich eventueel aan de wettelijke richtlijnen of ongevalpreventievoorschriften inzake de omgang met afkortzagen.

AAlgemeen gevaar!

Houd uw werkplek in orde – een wanordelijke werkplek kan ongevallen tot gevolg hebben.

Wees aandachtig. Let op wat u doet. Ga verstandig te werk. Gebruik het toestel niet wanneer u niet geconcentreerd bent.

Houd rekening met omgevingsinvloeden. Zorg voor goede verlichting.

Zorg voor een goede lichaamshouding. Zorg ervoor dat u op een stevige ondergrond staat en let er vooral op dat u altijd goed in evenwicht bent.

Gebruik het toestel niet in de nabijheid van ontvlambare vloeistoffen of gassen.

4

Het apparaat mag alleen ingeschakeld en gebruikt worden door personen die vertrouwd zijn met afkortzagen en de gevaren bij de omgang ermee.

Personen beneden de 18 jaar mogen dit toestel slechts bedienen in het kader van een beroepsopleiding en onder het voortdurend toezicht van een ervaren leraar.

Let erop dat er zich geen onbevoegde personen, voornamelijk kinderen, in de gevarenzone begeven. Zorg ervoor dat geen andere personen het toestel of het snoer kunnen aanraken.

Zorg dat u het toestel niet overbelast

– gebruik dit toestel uitsluitend binnen het vermogensbereik dat in de technische gegevens vermeld wordt.

AGevaar

door

elektrische

stroom!

 

 

Stel het toestel niet bloot aan regen. Gebruik dit toestel niet in een vochtige of natte omgeving.

Vermijd dat u tijdens werkzaamheden met dit toestel in contact komt met geaarde elementen zoals radiatoren, buizen, ovens, koelkasten.

Gebruik het snoer niet voor doeleinden waarvoor het niet bedoeld is.

AGevaar voor verwondingen aan bewegende onderdelen!

Neem dit toestel nooit in gebruik zonder gemonteerde veiligheidsvoorzieningen.

Houd steeds voldoende afstand van het zaagblad. Gebruik desnoods geschikte invoerhulpmiddelen. Houd tijdens het gebruik voldoende afstand van aangedreven onderdelen.

Wacht tot het zaagblad stilstaat vooraleer u kleine werkstukdelen, houtresten enz. verwijdert uit het werkbereik.

Zaag alleen werkstukken die groot genoeg zijn, zodat ze bij het zagen veilig vastgeklemd kunnen worden.

Rem het uitlopende zaagblad niet af door er aan de zijkant tegenaan te drukken.

Controleer of het apparaat gescheiden is van het stroomnet alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.

Zorg dat er zich bij het inschakelen (bijvoorbeeld na onderhoudswerkzaamheden) geen montagegereedschap of losse onderdelen meer in het toestel bevinden.

Trek de netstekker uit, wanneer u het apparaat niet gebruikt.

AGevaar voor snijwonden ook bij rechtopstaand snijwerktuig!

Trek veiligheidshandschoenen aan als u snijwerktuigen moet vervangen.

Bewaar de zaagbladen zo dat niemand zich eraan kan verwonden.

AGevaar door terugslaan van de zaagkop (zaagblad blijft in het werkstuk hangen en de zaagkop schiet plots omhoog)!

Let erop dat het gebruikte zaagblad geschikt is voor het materiaal van het werkstuk.

Houd de handgreep stevig vast. Op het moment dat het zaagblad in het werkstuk dringt, is het terugslaggevaar bijzonder groot.

Gebruik voor het zagen van dunne werkstukken of werkstukken met dunne wanden uitsluitend zaagbladen met fijne tanding.

Zorg ervoor dat de zaagbladen steeds scherp zijn. Zorg dat stompe zaagbladen onmiddellijk worden vervangen. Er bestaat verhoogd terugslaggevaar, wanneer een stompe zaagtand in het oppervlak van het werkstuk blijft hangen.

Zet het werkstuk nooit "op z’n smalle kant" (tijdens het schaven).

Tijdens het zagen van gleuven, moet u zijdelingse druk op het zaagblad vermijden – gebruik een kleminrichting.

Controleer in geval van twijfel de werkstukken op vreemde voorwerpen (bijvoorbeeld nagels of schroeven).

Zaag nooit verschillende stukken – ook geen bundels met verschillende aparte stukken – tegelijk. Er is gevaar voor lichamelijk letsel als aparte stukken zonder steun door het zaagblad worden gegrepen.

cKlemgevaar!

Zorg ervoor dat tijdens het gebruik geen lichaamsdelen of kledij door roterende onderdelen gegrepen en

meegetrokken kunnen worden (geen dassen, geen handschoenen, geen kledij met brede mouwen; personen met lang haar moeten een haarnetje dragen).

Zaag nooit werkstukken waaraan zich

touwen

snoeren

riemen

kabels of

draden bevinden of die dergelijke materialen bevatten.

NEDERLANDS

AGevaar door onvoldoende persoonlijke veiligheidsuitrusting!

Draag oordoppen.

Draag een veiligheidsbril.

Draag een stofmasker.

Draag aangepaste werkkledij.

Draag antislipschoenen.

AGevaar door zaagsel!

Sommige soorten zaagsel (bijvoorbeeld van eiken-, beukenen essenhout) kunnen bij inademing kankerverwekkend zijn. Werk uitsluitend met aangesloten afzuiginstallatie. De afzuiginstallatie moet de waarden vermeld in de Technische Gegevens realiseren.

Zorg ervoor dat tijdens het werken zo weinig mogelijk houtstof vrijkomt:

Verwijder afgezet houtstof in het werkbereik (niet wegblazen!);

Herstel ondichte plaatsen in de afzuiginstallatie;

Zorg voor een goede verluchting.

AGevaar door technische wijzigingen aan de machine of het gebruik van onderdelen die niet door de fabrikant goedgekeurd zijn; die kunnen onvoorspelbaar persoonlijk letsel veroorzaken!

Monteer dit toestel zoals in de handleiding wordt aangegeven.

Gebruik hiervoor uitsluitend onderdelen die door de fabrikant vrijgegeven werden. Dit heeft vooral betrekking op:

zaagbladen (bestelnummers zie Technische gegevens);

veiligheidsinrichtingen (bestelnummers zie onderdelenlijst).

Breng aan deze onderdelen geen wijzigingen aan.

AGevaartoestel! door gebreken aan het

Zorg dat het toestel evenals het toebehoren goed onderhouden worden. Neem hierbij de onderhoudsvoorschriften in acht.

Controleer de machine voor het inschakelen telkens op eventuele beschadigingen: voor elk gebruik moet de goede werking van de veiligheidsinrichtingen en van licht beschadigde onderdelen zorgvuldig gecontroleerd worden. Controleer of de scharnierende onderdelen correct functioneren en niet klemmen. Alle onderdelen moeten correct gemonteerd zijn en aan alle voorwaarden voldoen om een feilloze bediening van het toestel te garanderen.

5

NEDERLANDS

Gebruik geen beschadigde of vervormde zaagbladen.

Laat beschadigde beveiligingen of onderdelen deskundig en door een gekwalificeerde vakman herstellen of vervangen. Laat beschadigde schakelaars in een reparatiedienst vervangen. Gebruik dit toestel niet, wanneer u de schakelaar niet kan inen uitschakelen.

Zorg ervoor dat er zich geen oliën of vetten op de handgrepen bevinden en dat ze droog blijven.

AGevaar door lawaai!

Draag oordoppen.

Let er om geluidsreducerende redenen op dat het zaagblad niet is kromgetrokken. Een kromgetrokken zaagblad zorgt voor aanzienlijk meer trillingen. Dit betekent lawaai.

AGevaar door blokkerende werkstukken of werkstukdelen!

Als er een blokkering optreedt:

1.Apparaat uitschakelen.

2.Stekker uit het stopcontact trekken.

3.Handschoenen dragen.

4.Blokkering met geschikt gereedschap verwijderen.

3.3Symbolen op het apparaat

Gevaar!

Het negeren van de volgende waarschuwingen kan zware verwondingen en materiële schade tot gevolg hebben.

Lees de gebruiksaanwijzing.

Raak een draaiend zaagblad niet aan.

Draag veiligheidsbril en oordoppen.

Gebruik het apparaat niet in een vochtige of natte omgeving.

Til het apparaat niet op aan de handgreep daar deze niet voorzien is voor de trekbelasting door het gewicht van het apparaat.

Gegevens op het typeplaatje:

26

27

28

29

30 31 32 33

26Fabrikant

27Serienummer

28Apparaatbenaming

29Motorgegevens

(zie ook „Technische gegevens“)

30Bouwjaar

31CE-kenmerk – Dit apparaat beantwoordt aan de EU-richtlij- nen overeenkomstig de conformiteitsverklaring

32Afvalsymbool – Het toestel kan via de fabrikant worden afgevoerd

33Afmetingen van toegelaten zaagbladen

3.4Veiligheidsvoorzieningen

Draaibare beschermkap

De draaibare beschermkap (34) beschermt tegen onbedoeld contact met de zaagtanden en tegen rondvliegende spaanders.

34

De draaibare beschermkap moet steeds automatisch terugkeren naar zijn uitgangspositie: wanneer de zaagkop naar boven is gezwenkt, moet het zaagblad rondom zijn afgedekt.

Veiligheidsvergrendeling

De veiligheidsvergrendeling (35) voorkomt dat de draaibare beschermkap het zaagblad onbedoeld kan vrijgeven.

35

Voor het zagen wordt de veiligheidsvergrendeling gedrukt. Nu kan de zaagkop worden neergelaten; hierbij geeft de draaibare beschermkap het zaagblad vrij.

Na de snede - wanneer de zaagkop zich in de bovenste stand bevindt - wordt de draaibare beschermkap door de veiligheidsvergrendeling opnieuw vergrendeld.

Flensafdekking

De flensafdekking (36) beschermt tegen een onopzettelijk aanraken van de buitenflens.

36

Boring voor hangslot

De boring (37) in de in-/uit-schakelaar maakt het blokkeren van de schakelaar met een hangslot mogelijk.

6

37

4. Montage en transport

Opstelling

1.Hef het apparaat met de hulp van een tweede persoon omhoog uit de verpakking.

2.Plaats het apparaat op een geschikte ondergrond:

Alle vier voeten van het apparaat moeten vast op de ondergrond staan.

De ideale hoogte van de ondergrond bedraagt 800 mm.

De stabiliteit van het apparaat moet ook tijdens het bewerken van grotere werkstukken gegarandeerd zijn.

3.Zaagkop iets naar beneden druk-

ken, vasthouden en transportvergrendeling (38) eruit trekken. Zaagkop langzaam omhoog zwenken.

4.Verpakking voor latere doeleinden bewaren of milieuvriendelijk afvoeren.

38

39

40

Transport

1.Snijdieptebeperking (39) in buitenpositie vastklikken.

2.Zaagkop naar beneden zwenken en transportvergrendeling (38) binnenschuiven.

3.Opzetstukken (40) van de werkstukaanslag naar binnen schuiven en vergrendelen.

4.Tafelverbreiding naar binnen schuiven.

5.Toestel zijdelings aan de tafel optillen.

5.Bijzondere producteigenschappen

94° Snijhoekbereik voor schuine sneden (47° links tot 47° rechts) met zeven blokkeerposities.

110° snijhoekbereik voor versteksneden (50° links tot 60° rechts) met tien inklikpunten.

Vrij instelbare rastpositie voor versteksneden.

Voorzichtige zachte aanloop.

Motor rem.

Geïntegreede wegklapbare snijdieptebeperking voor het vervaardigen van groeven.

Precieze en robuuste gietaluminiumconstructie.

Hardmetaalzaagblad.

probleemloze vervanging van het zaagblad door zaagbladblokkering en zonder demontage van de draaibare beschermkap.

Maximale snijhoogte 106 mm.

Trekinrichting maakt zagen van werkstukken tot 320 mm snijbreedte mogelijk.

Ergonomische bediening voor linksen rechtshandigen.

Werkstukaanslag met verschuifbare opzetstukken.

Mogelijkheid tot montage van een bijkomende aanslag.

GeÏntegreerde tafelverbreiding.

6. Het apparaat in detail

3 Tip:In dit hoofdstuk worden de belangrijkste bedieningselementen van uw apparaat kort voorgesteld.

Het correcte gebruik van het apparaat wordt beschreven in het hoofdstuk „Bediening“. Lees het hoofdstuk „Bediening“, alvorens u het apparaat voor de eerste keer in gebruik neemt.

NEDERLANDS

Hoofdschakelaar

Motor inschakelen:

Druk op de Aan/Uit-schakelaar (41) en houd de schakelaar ingedrukt.

Motor uitschakelen:

Laat de Aan/Uit-schakelaar los.

41

Draaitafel

De draaitafel (42) kan om 50° naar links en 60° naar rechts worden gedraaid en klikt in de hoekniveau´s 0°, 15°, 22,5°, 31,6°, 45° en 60° vast. De wijzer maakt het instellen van hele en halve graadgetallen mogelijk.

42 43 44

Voor het draaien van de draaitafel moet de vergrendelschroef (44) worden losgemaakt en evt. de blokkeerhendel (43) naar beneden worden gedrukt.

A Opgelet!

Om ervoor te zorgen dat de verstekhoek tijdens het zagen niet verandert, moet de stelschroef van de draaitafel (ook in de inklikpunten!) worden vastgedraaid.

7

Metabo KGS 305 User guide

NEDERLANDS

Trekinrichting.

Met de trekinrichting kunnen werkstukken met een grotere doorsnede worden gezaagd. De trekinrichting kan gebruikt worden voor alle soorten sneden (rechte zaagsneden, versteksneden, schuine zaagsneden en dubbelverstekzaagsneden).

45

46

Wanneer de trekinrichting niet wordt gebruikt, blokkeert u ze met de stelschroef (46). De geleiding van de trekvoorziening kan via de verstelschroeven (45) worden ingesteld.

Snijdieptebeperking

De combinatie van de snijdieptebeperking (47) en de trekinrichting maakt het zagen van gleuven mogelijk.

47

Verstelbare werktuigaanslag

De werkstukaanslag (50) beschikt over verschillende opzetstukken (49), die via een vergrendelschroef (48) worden geblokkeerd.

48

49 50

Voor het uitvoeren van geschikte sneden moeten de opzetstukken van de werkstukaanslag naar buiten verschoven en geblokkeerd worden.

Inclinatie-instelling

De tuimelhefboom kan om 47° naar het verticaal vlak naar links of rechts worden gezet en klikt in de hoekniveau´s 0°, 22,5°, 33,9° en 45° vast.

Voor het schuinzetten van de tuimelhefboom moet de vastzethendel (51) worden losgemaakt en evt. de blokkeerpen (52) eruit worden getrokken.

51 52

Om ervoor te zorgen dat de inclinatie bij het zagen niet kan veranderen, moet de grendelhefboom van de kantelarm (ook op de inklikpunten!) worden vastgezet.

7. Ingebruikneming

7.1Het schaafselafzuigsysteem aansluiten

AGevaar!

Sommige soorten zaagsel (bijvoorbeeld van eiken-, beukenen essenhout) kunnen bij inademing kankerverwekkend zijn: Zorg vooral dat u met een zaagselafzuiginstallatie werkt

bij gebruik in gesloten ruimten;

bij langdurig gebruik (in totaal meer dan 1/2 uur);

bij het zagen van eiken-, beukenof essenhout.

De afzuiginstallatie moet volgende eisen vervullen:

Passend bij de doorsnede van het afzuigstuk (43 mm aan de zaagkop; 58 mm achter de hellinginstelling);

Luchthoeveelheid 460 m3/h;

Onderdruk aan het afzuigstuk van de zaag 530 Pa;

Luchtsnelheid aan het afzuigstuk van de zaag 20 m/s.

Houdt ook rekening met de gebruiksaanwijzing van de spanenafzuiginstallatie!

7.2Netaansluiting

BGevaar! Elektrische spanning

Gebruik het apparaat uitsluitend in een droge omgeving.

Het apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een stopcontact dat aan de hierna volgende voorwaarden voldoet (zie ook „Technische gegevens“):

netspanning en -frequentie moeten overeenstemmen met de waarden op het typeplaatje van het apparaat;

de stroomkring dient vakkundig beveiligd te worden met een differentieelschakelaar die

8

aanslaat bij een lekstroom van

30 mA;

de stopcontacten moeten reglementair geïnstalleerd zijn en een goedgekeurde aarding hebben.

Het snoer moet zo gelegd worden dat de zaagwerkzaamheden niet bemoeilijkt worden, en dat het snoer niet beschadigd kan worden.

Het snoer moet beschermd worden tegen hitte en bijtende scheikundige vloeistoffen. Zorg dat het snoer niet beschadigd kan worden door scherpe voorwerpen.

Als verlengsnoer mag uitsluitend gebruik gemaakt worden van een rubberen snoer met voldoende doorsnede (3 x 1,5 mm2).

Trek de stekker niet aan het snoer uit het stopcontact.

8. Bediening

AGevaar!

Controleer de veiligheidsinrichtingen, alvorens met de zaagwerkzaamheden te beginnen:

Zorg ervoor dat u zichzelf ook beschermt.

Let steeds op een juiste houding en plaats tijdens het zagen:

neem plaats aan de voorkant van de afkortzaag;

tegenover het zaagblad;

parallel t.o.v. het zaagblad.

Klemgevaar! Grijp bij het schuinzetten of zwenken van de zaagkop niet in het scharnierbereik of onder het toestel! Houd de zaagkop bij het kantelen vast. Grijp bij het binnenschuiven van de tafelverbredering niet tussen tafelverbreding en de tafel.

Naargelang het soort werk dat u verricht, gebruikt u:

een werkstuksteun – voor lange werkstukken, wanneer ze na het doorzagen van de tafel zouden vallen;

Spanenafzuiginstallatie.

Zaag alleen werkstukken die groot genoeg zijn, zodat ze bij het zagen veilig vastgeklemd kunnen worden.

Gebruik bij het zagen van kleine werkstukken een bijkomende aanslag.

Zaag houtstukken, die aan de volgende afmetingen beantwoorden, zaosl bij "Zagen van kleine sneden" beschreven:

Snede< 20 mm,

Hoogte> 80 mm,

Breedte> 125 mm.

Druk het werkstuk tijdens het zagen steeds op de tafel en plaats het nooit op zijn smalle kant. Probeer het zaagblad ook nooit af te remmen door er van opzij (met een voorwerp) tegenaan te drukken. Er bestaat gevaar voor ongevallen, wanneer het zaagblad wordt geblokkeerd.

8.1Rechte sneden

Maximale doorsnede van het werkstuk (afmetingen in mm):

Breedte ca.

320

 

 

Hoogte ca.

106

 

 

Uitgangspositie:

Transportvergrendeling uitgetrokken.

De zaagkop is naar boven gezwenkt.

Opzetstukken van de werkstukaanslag naar binnen geschoven en vergrendeld.

Snijdieptebeperking in buitenpositie vastgeklikt.

De draaitafel staat in 0° -stand, de stelschroef voor de draaitafel is vastgedraaid.

De inclinatie van de kantelarm ten opzichte van de loodlijn bedraagt 0°, de grendelhefboom voor de instelling van de inclinatie is vastgezet.

Trekinrichting helemaal achteraan.

De stelschroef van de trekinrichting is losgedraaid (indien de werkstukbreedte dit vereist).

Een werkstuk zagen:

1.Druk het werkstuk tegen de werkstukaanslag.

2.Bij bredere werkstukken zaagkop zo ver als noodzakelijk naar voren (in richting operator) trekken.

3.Bedien de veiligheidsvergrendeling en houd de Aan/Uit-schakelaar ingedrukt.

4.Zaagkop aan de handgrendel langzaam geheel naar beneden dalen en evt. naar achteren (van de gebruiker weg) schuiven. Druk de zaagkop tijdens het zagen niet te hard op het werkstuk, het motortoerental mag niet te sterk dalen.

NEDERLANDS

5.Zaag het werkstuk in één beweging door.

6.Laat de Aan/Uit-schakelaar los en laat de zaagkop langzaam in de bovenste uitgangspositie terugzwenken.

8.2Zagen van kleine sneden

Bij het zagen van kleine sneden met de trekvoorziening kan het gebeuren, dat de pendelbeschermkap zich bij het terugschuiven aan het werkstuk kantelt.

Laat dan de in-/uitschakelaar los en zwenk de zaagkop langzaam in de bovenste uitgangspositie terug.

Het kantelen in de pendelbeschermkap met het werkstuk komt slechts in weinige gevallen voor, bijvoorbeeld:

bij het zagen van kleine sneden (53)

(snede< 20 mm, hoogte> 80 mm), die wegens hun breedte (> 125 mm) met de trekfunctie moeten worden doorgezaagd;

bij dubbele versteksneden naar de linker kant.

53

Ga in deze gevallen op de volgende manier te werk:

Alle instellingen van de zaag (posite van de draaitafel en helling van de zaagkop) blijven voor de gewenste snede bewaard.

Verandert wordt de zaagrichting bij het zagen van het werkstuk.

1.Druk het werkstuk tegen de aanslag en beveilig het bv met een werkstukspanvoorziening.

9

NEDERLANDS

2.Schuif de zaagkop geheel naar achteren (van de gebruiker weg).

3.In-/uit-schakelaar drukken en gedrukt houden.

4.Zaagkop(54) langzaam geheel naar beneden laten dalen, daarbij de handgreep met beide handen vast houden. Bij het zagen slechts licht drukken, dit voorkomt een dalen van het motortoerental.

5.Trek de zaagkop naar voren (in richting gebruiker).

54

6.Werkstuk in één handeling doorzagen.

7.In-/uit-schakelaar loslaten en zaagkop langzaam in de bovenste uitgangspositie terug laten zwenken.

8.3Versteksneden

3 Aanwijzing:

Bij het verstekzagen wordt het werkstuk gezaagd in een hoek ten opzichte van de achterste aanlegrand.

Maximale doorsnede van het werkstuk (afmetingen in mm):

 

 

Breedte ca.

Hoogte ca.

 

 

 

 

 

15°

309

106

 

 

 

 

 

22,5°

295

106

 

 

 

 

 

31,6°

272

106

<![if ! IE]>

<![endif]>draaitafel

 

 

 

45°

226

106

 

 

 

50°

205

106

 

 

 

<![if ! IE]>

<![endif]>Stand

60°

160

106

rechts

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitgangspositie:

De zaagkop is naar boven gezwenkt.

Opzetstukken van de werkstukaanslag naar binnen geschoven en vergrendeld.

Snijdieptebeperking in buitenpositie vastgeklikt.

De inclinatie van de kantelarm ten opzichte van de loodlijn bedraagt 0°, de grendelhefboom voor de instelling van de inclinatie is vastgezet.

Trekinrichting helemaal achteraan.

De stelschroef van de trekinrichting is losgedraaid.

Blokkeerhendel (56) van de draaitafel in bovenste positie.

Een werkstuk zagen:

1.Draai de stelschroef (57) van de draaitafel (55) los.

55 56 57

2.Blokkeerhendel (56) naar beneden drukken.

3.Stel de gewenste hoek in.

3 Aanwijzing:De draaitafel klikt vast in de vol- gende hoekstanden: 0°, 15°, 22,5°, 31,6°, 45° en 60°.

4.Draai de stelschroef van de draaitafel vast.

5.Zaag het werkstuk zoals beschreven onder „Rechte sneden“.

Instelbare blokkeerpositie:

Aanvullend tot de voorhanden blokkeerpositie kan een vrij te kiezen blokkeerpositie worden ingesteld:

1.Blokkerhendel (56) zo ver naar beneden drukken dat hij in de onderste positie blijft staan.

2.Draaitafel tot aan het vastklikken draaien.

3.Vastzethendel (58) losmaken.

58

4.Draaitafel in de verstekhoek draaien, die als blokkerpositie dient te worden vastgelegd.

5.Vastzethendel vasttrekken

Om op de vaste vergrendelpunten te kunnen teruggrijpen, moet de rasthendel weer in de bovenste positie worde. In de onderste positie van de rasthendel kan de draaitafel alleen in de instelbare blokkeerpositie vastklikken.

8.4Schuine sneden

3 Aanwijzing:

Bij het schuin zagen wordt het werkstuk gezaagd in een hoek ten opzichte van de loodlijn. Afhankelijk van de hellingshoek kan het noodzakelijk zijn, voor het zagen de opzetstukken van de werkstukaanslag te verwijderen.

Maximale doorsnede van het werkstuk (afmetingen in mm):

 

 

Breedte ca.

Hoogte ca.

 

22,5°

320

97

 

links

 

 

 

 

 

 

 

22,5°

320

78

 

rechts

 

 

 

 

 

 

 

45°

320

60

<![if ! IE]>

<![endif]>kantelarm

links

 

 

 

 

 

45°

320

38

rechts

 

 

 

 

 

47 °

320

57

<![if ! IE]>

<![endif]>Inclinatie

links

 

 

 

 

 

47 °

320

30

rechts

 

 

 

 

 

 

10

Uitgangspositie:

De zaagkop is naar boven gezwenkt.

Opzetstukken van de werkstukaanslag weer naar buiten verschoven en vergrendeld.

Snijdieptebeperking in buitenpositie vastgeklikt.

De draaitafel staat in 0° -stand, de stelschroef voor de draaitafel is vastgedraaid.

Trekinrichting helemaal achteraan.

De stelschroef van de trekinrichting is losgedraaid.

Een werkstuk zagen:

1.Maak de grendelhefboom (59) voor inclinatie aan de achterkant van de zaag los.

2.Blokkeerpen (60) eruit trekken.

59 60

3.Kantel de kantelarm langzaam in de gewenste stand.

3 Aanwijzing:De kantelarm klikt vast in de vol- gende hoekstanden: 0°, 22,5° 33,9 °en 45°.

4.Zet de hefboom voor instelling van de inclinatie vast.

5.Zaag het werkstuk zoals beschreven onder „Rechte sneden“.

8.5Dubbele versteksneden

3 Aanwijzing:De dubbele versteksnede is een combinatie van versteksnede en schuine snede. Dat wil zeggen dat het werkstuk schuin t.o.v. de achterste aanlegrand en schuin t.o.v. van de bovenkant gezaagd wordt. Afhankelijk van de versteken hellingshoek kan het noodzakelijk zijn, voor het zagen de opzetstukken van de werkstukaanslag te verwijderen.

AGevaar!Bij de dubbele versteksnede is het zaagblad door de sterke inclinatie makkelijker toegankelijk - hierdoor neemt het gevaar voor verwondingen toe. Houd voldoende afstand van het zaagblad!

Maximale doorsnede van het werkstuk (afmetingen in mm):

Breedte bij inclinatie kantelarm ca.

 

 

22,5°

22,5°

 

47 °

 

47 °

 

 

 

links

rechts

 

links

 

rechts

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

15°

309

309

 

309

 

309

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

22,5°

295

295

 

295

 

295

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

31,6°

272

272

 

272

 

272

 

<![if ! IE]>

<![endif]>draaitafel

 

 

 

 

 

 

 

 

45°

226

226

 

226

 

226

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

50°

205

205

 

205

 

205

 

<![if ! IE]>

<![endif]>Stand

 

 

 

 

 

 

 

 

60°

160

160

 

160

 

160

 

 

 

 

 

 

rechts

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoogte bij inclinatie kantelarm ca.

 

 

 

22,5°

 

47 °

 

47 °

 

 

 

22,5°

 

 

 

 

 

links

rechts

 

links

 

rechts

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

15°

97

78

 

57

 

30

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

22,5°

97

78

 

57

 

30

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

31,6°

97

78

 

57

 

30

 

<![if ! IE]>

<![endif]>draaitafel

 

 

 

 

 

 

 

 

45°

97

78

 

57

 

30

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

50°

97

78

 

57

 

30

 

<![if ! IE]>

<![endif]>Stand

 

 

 

 

 

 

 

 

60°

97

78

 

57

 

30

 

 

 

 

 

 

rechts

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitgangspositie:

De zaagkop is naar boven gezwenkt.

Opzetstukken van de werkstukaanslag naar buiten verschoven en geblokkeerd.

Snijdieptebeperking in buitenpositie vastgeklikt.

De draaitafel is geblokkeerd in de gewenste positie.

De kantelarm is geblokkeerd in de gewenste hellingshoek t.o.v. het werkstukoppervlak.

De stelschroef van de trekinrichting is losgedraaid.

Trekinrichting helemaal achteraan.

Een werkstuk zagen:

Zaag het werkstuk zoals beschreven onder „Rechte sneden“.

3 Opmerking: Kransprofiellijsten kunnen met

de achterkant op de tafeloppervlakte en de bovenkant aan de werkstukaanslag worden gezaagd.

NEDERLANDS

Voor het zagen van een kransprofiellijst gelden de volgende instellingen:

 

 

Hellings-

Verstek-

 

 

hoek

hoek

 

 

 

 

<![if ! IE]>

<![endif]>Binnenhoek

Linker

33,9 °

31,6 °

kant

links

rechts

 

 

 

 

 

 

Rechter

33,9 °

31,6 °

 

kant

rechts

links

 

 

 

 

<![if ! IE]>

<![endif]>Buitenhoek

Linker

33,9 °

31,6 °

kant

rechts

links

 

 

 

 

 

 

Rechter

33,9 °

31,6 °

 

kant

links

rechts

 

 

 

 

8.6Gleuven zagen

3 Aanwijzing:De combinatie van de snijdiepte- beperking en de trekinrichting maakt het zagen van gleuven mogelijk. Hierbij wordt niet volledig doorgezaagd, maar wordt in het werkstuk slechts tot een bepaalde diepte gezaagd.

ATerugslaggevaar!

Bij het zagen van gleuven is het bijzonder belangrijk dat er geen zijdelingse druk op het zaagblad wordt uitgeoefend. Anders kan de zaagkop plots omhoogslaan! Maak gebruik van een kleminrichting bij het zagen van gleuven. Vermijd zijdelingse druk op de zaagkop.

Uitgangspositie:

De zaagkop is naar boven gezwenkt.

De kantelarm is geblokkeerd in de gewenste hellingshoek t.o.v. het werkstukoppervlak.

Opzetstukken van de werkstukaanslag naar buiten verschoven en vergrendeld (bij schuine tuimelhefboom).

De draaitafel is geblokkeerd in de gewenste positie.

De stelschroef van de trekinrichting is losgedraaid.

Trekinrichting helemaal achteraan.

Een werkstuk zagen:

1.Snijdieptebeperking (61) op binnenpositie vastklikken.

2.Stel de snijdieptebeperking in op de gewenste snijdiepte en zet vast met de contramoer.

11

NEDERLANDS

61

3.Druk het werkstuk tegen de werkstukaanslag.

4.Zaagkop zo ver als noodzakelijk naar voren (in richting gebruiker) trekken.

3 Aanwijzing:

Om de gleuf over de volledige lengte met de gewenste snijdiepte te zagen, moet een voorzetaanslag tussen werkstuk en werkstukaanslag worden geplaatst.

5.Bedien de veiligheidsvergrendeling en houd de Aan/Uit-schakelaar ingedrukt.

6.Laat de zaagkop aan de handgreep langzaam neer. Druk de zaagkop tijdens het zagen niet te hard op het werkstuk, het motortoerental mag niet te sterk dalen.

7.Zaagkop naar achteren (van de gebruiker weg ) schuiven.

8.Bewerk het werkstuk in één beweging.

9.Laat de Aan/Uit-schakelaar los en laat de zaagkop langzaam in de bovenste uitgangspositie terugzwenken.

9. Service en onderhoud

AGevaar!Voor alle onderhoudsen reini- gingswerkzaamheden moet u het netsnoer uittrekken.

Service en/of onderhoudswerkzaamheden die niet in dit hoofdstuk beschreven staan mogen uitsluitend door vaklui uitgevoerd worden.

Beschadigde onderdelen, vooral beschadigde onderdelen van de veiligheidsvoorzieningen, mogen alleen door originele fabrieksonderdelen of door de fabrikant goedgekeurde onderdelen vervangen worden. Indien u dit nalaat, kan dit tot onvoorziene schade leiden.

Nadat u klaar bent met de service en/of onderhoudsbeurt, moet eerst de goede werking van alle veiligheidsvoorzieningen gecontroleerd worden.

9.1Zaagblad vervangen

AGevaar!Onmiddellijk na het zagen kan het zaagblad erg heet zijn Pas op voor brandwonden! Laat een heet zaagblad eerst voldoende afkoelen. Reinig een warm zaagblad nooit met ontvlambare producten.

Ook bij een stilstaand zaagblad bestaat er nog gevaar voor snijwonden. Bij het losen vastdraaien van de klemschroef moet de draaibare beschermkap over het zaagblad zijn gezwenkt. Trek veiligheidshandschoenen aan als u een zaagblad moet vervangen.

1.Om het zaagblad te vergrendelen, zaagblad-vergrendeling (62) drukken. Draai het zaagblad hierbij langzaam met de hand rond tot de zaagbladvergrendeling vastklikt.

62

2.Schroef (64) losmaken en flensafdekking (63) naar boven klappen.

63

64

3.Draai de klemschroef (65) van de zaagbladas los (linkse schroefdraad!). Hierbij zaagblad-vergrende- ling gedrukt houden.

65

66

67

68

4.Ontgrendel de draaibare beschermkap en klap ze omhoog.

5.Neem de volgende onderdelen van de zaagbladas af:

klemschroef (65),

buitenste flens (66),

zaagblad (67) en

binnenste flens (68)

6.Reinig de klemvlakken:

zaagbladas,

binnenste flens,

zaagblad,

buitenste flens,

klemschroef.

AGevaar!

Gebruik geen schoonmaakmiddelen (bijvoorbeeld om harsresten te verwijderen) die de lichtmetalen delen van het chassis zouden kunnen beschadigen. De stabiliteit van de afkortzaag zou erdoor kunnen worden aangetast.

7.Binnenflens (68) opsteken

De beide meenemerflanken moeten in de vervlakkingen van de zaagbladas grijpen !

AGevaar!Breng de binnenste flens cor- rect aan! Anders kan de zaag blokkeren of het zaagblad kan loskomen! De binnenste flens is correct aangebracht, wanneer de afgeschuinde

12

kraag (70) naar rechts wijst en de ringgleuf (69) naar links.

69 70

8.Breng het nieuwe zaagblad (67) aan

– Let op de draairichting (pijl op het zaagblad en zaagbladkap moeten in dezelfde draairichting wijzen)!

AGevaar!

Maak uitsluitend gebruik van geschikte zaagbladen, die voor het maximaal toerental zijn berekend (zie Technische gegevens") bij onpassende of beschadigde zaagbladen kunnen door de centrifugaalkracht onderdelen explosieachtig worden weggeslingerd.

Het is verboden om:

zaagbladen uit HSS-staal te monteren,

beschadigde zaagbladen;

slijpschijven te monteren.

AGevaar!

Het zaagblad moet gemonteerd worden met originele fabrieksklemflensen.

Gebruik nooit losse klemringen. Het zaagblad zou vanzelf los kunnen komen.

De zaagbladen moeten uitgebalanceerd zijn. Ze mogen niet trillen, anders kunnen ze tijdens het werken vanzelf loskomen.

9.Breng de buitenste flens (66) aan – de beide meeneemflanken moeten in de uitsparingen op de zaagbladas grijpen! De brede steunvlakte moet op de kant van het zaagblad liggen.

10.Breng de klemschroef (65) aan

(linkse schroefdraad!) en draai met de inbussleutel met de hand aan. Om het zaagblad te blokkeren,

gebruikt u de zaagbladvergrendeling (62) .

AGevaar!

U mag de steel van de sleutel niet verlengen om het zaagblad steviger vast te kunnen zetten.

Trek de klemschroef niet aan met slagen op de montagesleutel.

11.Flensafdekking (63) naar beneden klappen.

12.Controleer de goede werking. Zwenk hiervoor de zaagkop naar beneden:

De draaibare beschermkap moet het zaagblad bij het omlaagzwenken vrijgeven, zonder andere onderdelen te raken.

Bij het omhoogzwenken van de zaagkop in de uitgangspositie moet de draaibare beschermkap het zaagblad automatisch afdekken.

In de bovenste uitgangspositie van de zaagkop moet de veiligheidsvergrendeling de draaibare beschermkap vergrendelen, zodat ze niet per ongeluk zou worden opengemaakt.

Controleer de zaagbladvergrendeling – het zaagblad moet vrij kunnen draaien.

9.2Aandrijfriem spannen

De aandrijfriem die op de rechterzijde van de zaagkop achter de kunststofkap loopt, moet worden aangespannen, wanneer er in het midden tussen de beide riemschijven meer dan 5 mm speling is.

Aandrijfriem controleren, spannen en vervangen

1.Schroeven (72) losmaken en kunststofafdekking (71) verwijderen.

71 72

73

2.Controleer de spanning van de riem door er met de duim op te drukken. Ga als volgt te werk om de aandrijfriem aan te spannen of te vervangen:

Alle inbusbouten van de motorbevestiging ongeveer een omdraaiing losmaken.

Aandrijfriem aanspannen of ver-

vangen. Voor het naspannen spanschroef (73) in richting van de wijzers van de klok draaien.

Trek de bevestigingsschroeven van de motor kruiselings aan.

NEDERLANDS

3.Plaats de kunststofkap (71) terug en schroef vast.

9.3Inlegprofiel vervangen

AGevaar!Als het inlegprofiel beschadigd is, bestaat het risico dat kleine voorwerpen tussen het inlegprofiel en het zaagblad geklemd raken en het zaagblad blokkeren. Beschadigde inlegprofielen moeten onmiddellijk vervangen worden!

1.Tafelinzetstuk (74) losschroeven.

2.Nieuw tafelinzetstuk monteren.

74

9.4Bijregelen

Regel de werkstukaanslag bij

1.Vastzetschroeven (75) losmaken (ten minste zes omdraaiingen tegen de wijzers van de klok in).

2.Borgschroeven (76) losmaken.

3.Opzetstukken van de werktuigaanslag (77) naar binnen verschuiven en verwijderen, daaronder liggende inbusbouten ca. een omdraaiing losmaken.

75 76

77 78

4.Werkstukaanslag (78) zo uitrichten dat hij exact rechthoek t.o.v. het zaagblad staat, wanneer de draaitafel in de 0°-positie vastklikt.

5.Inbusbouten vasttrekken.

6.Opzetstukken van de werktuigaanslag (77) inzetten.

13

NEDERLANDS

7.Borgschroeven (76) zo ver aantrekken dat ze niet meer uit de werkstukaanslag uitsteken.

8.Vastzetschroeven (75) vasttrekken.

De indicator voor verstekhoek bijregelen

1.Schroef (80) ca. een omdraaiing losmaken.

2.Wijzer (79) zo verstellen dat de weergegeven waarde met de ingestelde blokkeerpositie van de draaitafel overeenstemt.

3.Schroef (80) vasttrekken.

79 80

3 Aanwijzing:De draaitafel klikt vast in de vol- gende hoekstanden: 0°, 15°, 22,5°, 31,6°, 45° en 60°.

De inklikpunten voor de inclinatiehoeken bijregelen

1.Tuimelhefboom (81) in 0°-positie vastklikken, vastzethendel (82) niet vasttrekken.

81

82

2.Draai twee inbusschroeven (83) aan de achterzijde van het apparaat ca. één omwenteling los.

83

3.Plaats de kantelarm zo dat het zaagblad precies loodrecht op de draaitafel staat.

4.Draai twee inbusschroeven (83) aan de achterzijde van het apparaat vast.

5.Vastzethendel (82) vasttrekken.

6.Schroef (84) ca. een omdraaiing losmaken.

7.Wijzer (85) zo verstellen, dat de weergegeven waarde met de ingestelde blokkerpositie van de tuimelhefboom overeenstemt.

84

85

8.Schroef (84) vasttrekken.

3 Aanwijzing:De kantelarm klikt vast in de vol- gende hoekstanden: 0°, 22,5° 33,9 °en 45°.

9.5Het apparaat reinigen

Verwijder zaagsel en stof met borstel of stofzuiger:

Verstelinrichtingen;

Bedieningsfuncties;

Ventilatieopening van de motor;

Ruimte onder het inlegprofiel.

9.6Het apparaat opbergen

AGevaar!

Berg het apparaat zo op dat het niet door onbevoegden in werking kan worden gezet.

Zeker het toestel met een hangslot.

Zorg dat niemand zich aan het stilstaande apparaat kan kwetsen.

A Opgelet!

De machine mag niet in openlucht of in een vochtige ruimte opgeborgen worden.

Houd rekening met de toegelaten omgevingsomstandigheden (zie Technische gegevens).

9.7Onderhoud

Voor elk gebruik

Verwijder zaagselresten met stofzuiger of penseel.

Controleer de stroomkabel en de stekker op beschadigingen en laat ze eventueel vervangen door een elektromonteur.

Controleer of alle bewegende delen over het volledige bewegingsbereik vrij zijn.

Regelmatig afhankelijk van de gebruiksomstandigheden

Controleer de spanning en de toestand van de aandrijfriem, eventueel corrigeren.

Controleer alle schroefverbindingen en schroef ze eventueel vast.

Controleer de terugstelfunctie van de zaagkop (de zaagkop moet onder invloed van de veerkracht terugkeren naar zijn bovenste uitgangspositie), eventueel vervangen.

10. Tips en trucs

Bij lange werkstukken, gebruikt u links en rechts van de zaag een geschikte steun.

Gebruik een extra aanslag bij het zagen van kleine stukken (als extra aanslag kan b.v. een passende plank dienen die met vier schroeven op de aanslag van het apparaat wordt vastgeschroefd).

Bij het zagen van een gebogen (kromgetrokken) plank, legt u de naar buiten gebogen zijde tegen de werkstukaanslag.

Zaag werkstukken niet langs de smalle kant, maar leg ze vlak op de draaitafel.

Houd het tafeloppervlak schoon – verwijder vooral de harsrestanten met behulp van een hiervoor geschikte reinigingsen onderhoudsspray.

11. Beschikbare accessoires

Voor bijzondere werkzaamheden zijn volgende accessoires verkrijgbaar in de vakhandel – de tekeningen vindt u terug op de omslagzijde achteraan:

14

AZaagselafzuigsysteem

beschermt de gezondheid en houdt de werkplaats schoon.

BAfzuigadapter

voor de aansluiting aan een spanenafzuiginstallatie.

CTafelverlengstukken, links noodzakelijk voor het zagen van lange werkstukken;

uittrekbaar tot 3000 mm; plaatsbesparend, kan in elkaar worden geklapt.

DTafelverlengstukken, rechts noodzakelijk voor het zagen van lange werkstukken;

uittrekbaar tot 3000 mm; plaatsbesparend, kan in elkaar worden geklapt.

ETafelverlenging, links

voor het snijden van lange werkstukken vereiste; 1600 mm ruimtebesparend opklapbaar.

FTafelverlenging, rechts

voor het snijden van lange werkstukken vereiste; 1600 mm ruimtebesparend opklapbaar.

GMachinestandaard

voor een veilige stand van de machine en een optimale werkhoogte;

ideaal voor het mobiele gebruik, omdat het in elkaar geklapt kan worden en plaatsbesparend is.

HZaagblad-hardmetaal 305 x 2,4 / 1,8 x 30 60 W

voor langsen dwarssneden in massief hout en spaanderplaat.

IZaagblad-hardmetaal 305 x 2,4 / 1,8 x 30 80 W

voor langsen dwarssneden in massief hout en panelen.

JZaagblad-hardmetaal 315 x 2,8 / 1,8 x 30 84 W

voor langsen dwarssneden in massief hout, panelen en kunststof.

KZaagblad-hardmetaal 305 x 2,8 / 1,8 x 30 96 TF

universeel zaagblad voor kunststoffen en metaal.

12.Reparatie

AGevaar!

Reparaties van elektrische machines mogen uitsluitend door een elektromonteur uitgevoerd worden!

De elektrische machines kunnen voor reparatie verzonden worden naar de Service-vestiging in uw land. Het adres vindt u bij de lijst met onderdelen.

Geef bij inzending voor reparatie een omschrijving van het vastgestelde defect.

13. Milieubescherming

Het verpakkingsmateriaal van het apparaat is 100% recycleerbaar.

Afgedankte elektronische machines en accessoires bevatten grote hoeveelheden waardevolle gronden kunststoffen die eveneens gerecycleerd kunnen worden.

De gebruiksaanwijzing werd op chloorvrij gebleekt papier gedrukt.

14. Problemen en storingen

Hieronder worden problemen en storingen beschreven die u zelf mag verhelpen. Indien de beschreven remedies niet helpen, ga dan naar „Reparatie“.

AGevaar!Bij het verhelpen van proble- men en storingen gebeuren bijzonder veel ongevallen. Let daarom op de volgende punten:

Trek het netsnoer uit het stopcontact, telkens u een storing wenst te verhelpen.

NEDERLANDS

Nadat de storing verholpen is, moet u eerst de goede werking van alle veiligheidsvoorzieningen controleren.

De motor draait niet

Er is geen spanning:

Controleer het snoer, de stekker, en de zekeringen.

Afkortzagen niet mogelijk

Transportvergrendeling ingeschakeld:

Maak de transportvergrendeling los. Veiligheidsvergrendeling ingeschakeld:

Ontgrendel de veiligheidsvergrendeling.

Zaagvermogen te gering

Het zaagblad is bot (het zaagblad vertoont eventueel brandvlekken opzij);

Het zaagblad niet geschikt voor het materiaal (zie hoofdstuk „Technische gegevens“);

Het zaagblad is verbogen:

Vervang het zaagblad (zie hoofdstuk Kapitel „Onderhoud“).

De zaag trilt hevig

Het zaagblad is verbogen:

Vervang het zaagblad (zie hoofdstuk Kapitel „Onderhoud“).

Het zaagblad is niet correct gemonteerd:

Monteer het zaagblad correct (zie hoofdstuk „Onderhoud“).

De zaag piept bij het inschakelen

De aandrijfriem is onvoldoende aangespannen:

Span de aandrijfriem aan (zie hoofdstuk „Onderhoud“ / „De aandrijfriem aanspannen“).

De draaitafel beweegt stroef

Zaagsel onder de draaitafel:

Verwijder het zaagsel.

15. Technische gegevens

Spanning

V

230 (1 50 Hz)

 

 

 

Stroomverbruik

A

9,4

 

 

 

Zekering

A

10 (langzaam)

 

 

 

Motorvermogen* (nominaal vermogen P1S6 - 20% - 5 min)

kW

2,0

 

 

 

Beveiligingsklasse

IP

20

 

 

 

Beveiligingsklasse

 

II

 

 

 

Zaagbladtoerental

min-1

3800

Snijsnelheid

m/s

61

 

 

 

Diameter zaagblad (buiten)

mm

305

 

 

 

Opnameboring zaagblad (binnen)

mm

30

 

 

 

15

Loading...
+ 32 hidden pages