AUDIO/VIDEO MULTIKANAALS RECEIVER
VSX-916-S/-K
RECEPTOR MULTICANAL DE AUDIO/VÍDEO
Ontdek nu de voordelen van online registratie! Registreer uw Pioneer product via
www.pioneer.nl - www.pioneer.be (of www.pioneer-eur.com).
Registre su producto en www.pioneer.es (o en www.pioneer-eur.com) Descubra los beneficios de registrarse on-line:
Gebruiksaanwijzing
Manual de instrucciones
BELANGRIJK
De lichtflash met pijlpuntsymbool in een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de aandacht van de gebruikers te trekken op een niet geïsoleerde “gevaarlijke spanning” in het toestel, welke voldoende kan zijn om bij aanraking een elektrische shock te veroorzaken.
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
WAARSCHUWING:
OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SHOCK TE VOORKOMEN, DEKSEL (OF RUG) NIET VERWIJDEREN. AAN DE BINNENZIJDE BEVINDEN ZICH GEEN ELEMENTEN DIE DOOR DE GEBRUIKER KUNNEN BEDIEND WORDEN. ENKEL DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL TE BEDIENEN.
Het uitroepteken in een gelijkzijdige driehoek is bedoeld om de aandacht van de gebruiker te trekken op de aanwezigheid van belangrijke bedieningsen onderhoudsinstructies in de handleiding bij dit toestel.
D3-4-2-1-1_Du
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Pioneer produkt. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door zodat u het apparaat op de juiste wijze kunt bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze in de toekomst nogmaals nodig heeft.
WAARSCHUWING
Dit apparaat is niet waterdicht. Om brand of een elektrische schok te voorkomen, mag u geen voorwerp dat vloeistof bevat in de buurt van het apparaat zetten (bijvoorbeeld een bloemenvaas) of het apparaat op andere wijze blootstellen aan waterdruppels, opspattend water, regen of vocht.
D3-4-2-1-3_A_Du
WAARSCHUWING
Lees zorgvuldig de volgende informatie voordat u de stekker de eerste maal in het stopcontact steekt.
De bedrijfsspanning van het apparaat verschilt afhankelijk van het land waar het apparaat wordt verkocht. Zorg dat de netspanning in het land waar het apparaat wordt gebruikt overeenkomt met de bedrijfsspanning (bijv. 230 V of 120 V) aangegeven op de achterkant van het apparaat.
WAARSCHUWING
Gebruiksomgeving
Temperatuur en vochtigheidsgraad op de plaats van gebruik:
+5° – +35°C, minder dan 85% RH (ventilatieopeningen niet afgedekt)
Zet het apparaat niet op een slecht geventileerde plaats en stel het apparaat ook niet bloot aan hoge vochtigheid of direct zonlicht (of sterke kunstmatige verlichting).
BELANGRIJKE INFORMATIE BETREFFENDE DE VENTILATIE
Let er bij het installeren van het apparaat op dat er voldoende vrije ruimte rondom het apparaat is om een goede doorstroming van lucht te waarborgen (tenminste 60 cm boven, 10 cm achter en 30 cm aan de zijkanten van het apparaat).
WAARSCHUWING
De gleuven en openingen in de behuizing van het apparaat zijn aangebracht voor de ventilatie, zodat een betrouwbare werking van het apparaat wordt verkregen en oververhitting wordt voorkomen. Om brand te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze openingen nooit geblokkeerd worden of dat ze afgedekt worden door voorwerpen (kranten, tafelkleed, gordijn e.d.) of door gebruik van het apparaat op een dik tapijt of een bed.
Om brand te voorkomen, mag u geen open vuur (zoals een brandende kaars) op de apparatuur zetten.
Deponeer dit product niet bij het gewone huishoudelijk afval wanneer u het wilt verwijderen. Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschreven verzamelsysteem voor de juiste behandeling, het opnieuw bruikbaar maken en de recycling van gebruikte elektronische producten.
In de 25 lidstaten van de EU, Zwitserland en Noorwegen kunnen particulieren hun gebruikte elektronische producten gratis bij de daarvoor bestemde verzamelplaatsen of een verkooppunt (indien u aldaar een gelijkwaardig nieuw product koopt) inleveren.
Indien u zich in een ander dan bovengenoemd land bevindt kunt u contact opnemen met de plaatselijke overheid voor informatie over de juiste verwijdering van het product.
Zodoende zorgt u ervoor dat het verwijderde product op de juiste wijze wordt behandeld, opnieuw bruikbaar wordt gemaakt, t gerecycleerd en het
niet schadelijk is voor de gezondheid en het milieu.
K058_Du
Dit product voldoet aan de laagspanningsrichtlijn (73/23/EEG, gewijzigd bij 93/68/EEG), EMCrichtlijnen (89/336/EEG, gewijzigd bij 92/31/EEG en 93/68/EEG).
Als de netstekker van dit apparaat niet geschikt is voor het stopcontact dat u wilt gebruiken, moet u de stekker verwijderen en een geschikte stekker aanbrengen. Laat het vervangen en aanbrengen van een nieuwe netstekker over aan vakkundig onderhoudspersoneel. Als de verwijderde stekker per ongeluk in een stopcontact zou worden gestoken, kan dit resulteren in een ernstige elektrische schok. Zorg er daarom voor dat de oude stekker na het verwijderen op de juiste wijze wordt weggegooid.
Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact wanneer u het apparaat geruime tijd niet denkt te gebruiken (bijv. wanneer u op vakantie gaat).
D3-4-2-2-1a_A_Du
LET OP
De STANDBY/ON schakelaar van dit apparaat koppelt het apparaat niet volledig los van het lichtnet. Aangezien er na het uitschakelen van het apparaat nog een kleine hoeveelheid stroom blijft lopen, moet u de stekker uit het stopcontact halen om het apparaat volledig van het lichtnet los te koppelen. Plaats het apparaat zodanig dat de stekker in een noodgeval gemakkelijk uit het stopcontact kan worden gehaald. Om brand te voorkomen, moet u de stekker uit het stopcontact halen wanneer u het apparaat langere tijd niet denkt te gebruiken (bijv. wanneer u op vakantie gaat).
Dit apparaat is bestemd voor normaal huishoudelijk gebruik. Indien het apparaat voor andere doeleinden of op andere plaatsen wordt gebruikt (bijvoorbeeld langdurig gebruik in een restaurant voor zakelijke doeleinden, of gebruik in een auto of boot) en als gevolg hiervan defect zou raken, zullen de reparaties in rekening gebracht worden, ook als het apparaat nog in de garantieperiode is.
Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
D3-4-2-4-2_Du
Vervaardigt onder licentie in Dolby Laboratories. "Dolby", "Pro Logic", "Surround EX" en het dubbele D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories.
"DTS" ,"DTS-ES" ,"DTS 96/24" en "Neo:6" zijn de handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc.
Inhoud
01 Voordat u begint
De inhoud van de verpakking controleren . . . . 6 De batterijen plaatsen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 De receiver installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Ventilatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
02 5-minutengids
Voorstelling van het begrip thuistheater . . . . . 7 Luisteren naar surroundgeluid . . . . . . . . . . . . 7
Snel instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
03 Snelle instelling van het surroundgeluid
Automatische instelling van surroundgeluid (MCACC). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Andere problemen tijdens het gebruik
van de automatische MCACC-instelling . . . 11
04 Aansluitingen
De kabels aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Analoge audiokabels . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Digitale audiokabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Videokabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Een DVD-speler en tv aansluiten . . . . . . . . . . 13 De meerkanaals analoge uitgangen aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Een satellietontvanger of andere digitale decoder aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Andere audiocomponenten aansluiten . . . . . 15
De WMA9 Pro-decoder. . . . . . . . . . . . . . . . 15
Andere videocomponenten aansluiten . . . . . 16 De componentvideo-aansluitingen gebruiken . . 17 De video-aansluiting op het voorpaneel gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Antennes aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Buitenantennes gebruiken . . . . . . . . . . . . . 18 De luidsprekers aansluiten . . . . . . . . . . . . . . 19 Tips voor het opstellen van de luidsprekers . . 20
05 Bedieningselementen en displays
Voorpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Bedieningsbereik van de afstandsbediening . . . 27
06 Luisteren naar uw systeem
Automatische weergave . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Luisteren in surroundgeluid . . . . . . . . . . . . . 28
Gebruik van de geavanceerde surroundeffecten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Effectopties instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Luisteren in stereo. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Luisteren met akoestische kalibratie EQ . . . . 30 Verwerking van surround-achterkanaal gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
De Virtual Surround Back (VSB - Virtuele Surround Achter) gebruiken . . . . . . . . . . . . 31
Midnight en Loudness gebruiken . . . . . . . . . 32 Sound Retriever gebruiken . . . . . . . . . . . . . . 32 Dialogen benadrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Gebruik van de toonregeling . . . . . . . . . . . . . 32 Andere bronnen weergeven. . . . . . . . . . . . . . 32 Het ingangssignaal kiezen . . . . . . . . . . . . . . 33 De multikanaals analoge ingangen kiezen . . 33
07 USB-weergave
De USB-interface gebruiken . . . . . . . . . . . . . 34 Voornaamste afspeeltoetsen . . . . . . . . . . . . . 34 Compatibiliteit met gecomprimeerde audio. . . . 35
08 Het systeeminstelmenu (System Setup)
Instellingen voor de receiver verrichten
vanuit het menu System Setup . . . . . . . . . . . 36 Instelling van de surround-achterluidspreker Standaardinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Handmatige MCACC-luidsprekerinstelling . . . 37 Fijninstelling kanaalniveau Standaardinstelling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Fijninstelling luidsprekerafstand . . . . . . . . . 38 Akoestische kalibratie EQ . . . . . . . . . . . . . . 39 Handmatige luidsprekerinstelling . . . . . . . . . 41 De luidsprekers instellen . . . . . . . . . . . . . . 42 De drempelfrequentie . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Kanaalniveaus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Luidsprekerafstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
09 Gebruik van de tuner
Luisteren naar de radio . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 FM-stereogeluid verbeteren . . . . . . . . . . . . 45 Rechtstreeks afstemmen op een zender . . . 45 Voorkeurzenders opslaan . . . . . . . . . . . . . . . 46 Voorkeurzenders een naam geven . . . . . . . 46 Luisteren naar voorkeurzenders . . . . . . . . . 46
Een inleiding tot RDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
RDS-informatie weergeven . . . . . . . . . . . . . 47 Zoeken naar RDS-programma’s . . . . . . . . . 47
EON gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
10 Opnamen maken
Een audioof video-opname maken. . . . . . . . 49
11 De rest van uw systeem bedienen
Bediening van andere Pioneer-apparaten . . . 50 De afstandsbediening instellen voor de bediening van andere apparaten . . . . . . . . . . 50 Ingestelde codes rechtstreeks kiezen . . . . . . 51 Signalen van andere afstandsbedieningen programmeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Een van de toetsinstellingen van de afstandsbediening wissen . . . . . . . . . . . . . . . 52 Alle geprogrammeerde instellingen van de afstandsbediening wissen . . . . . . . . . . . . . . . 53
Directe functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Ingestelde codes controleren . . . . . . . . . . . . 53 Multi Operation en System Off . . . . . . . . . . . 53
Een meervoudige bedienings-of uitschakelreeks programmeren . . . . . . . . . 54 Meervoudige bedieningsreeksen gebruiken . . . 55
System off gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Bedieningstoetsen voor TV’s . . . . . . . . . . . . . 55 Bedieningstoetsen voor andere apparaten . . 57
12 Andere aansluitingen
Luidspreker B-instelling in Second Zone . . . . 59 De luidsprekersysteeminstelling veranderen . . . 59 Dubbele versterking van uw voorluidsprekers . . . 60 Dubbele bedrading van uw luidsprekers . . . . 60 Extra versterkers aansluiten . . . . . . . . . . . . . 61
Gebruik van deze receiver met een Pioneer-plasmadisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Gebruik van de SR+-functie met een Pioneer-plasmadisplay . . . . . . . . . . . . . . . . 62
13 Overige instellingen
Het menu Input Assign (ingangen toewijzen) . . . 63
Het menu Other Setup . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Instelling van de regeling van het
dynamisch bereik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Dual Mono Setup . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Instelling van de LFE-verzwakking . . . . . . . . 65 SR+-instelling voor Pioneer-plasmadisplays . . 65
14 Bijkomende informatie
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Het hoofdtoestel terugstellen . . . . . . . . . . . . 68 De luidsprekerimpedantie wijzigen . . . . . . . . 68 Wijzigen van het beeldformaat van de TV . . . 68
Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot
het netsnoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Het toestel schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . 70
Español Nederlands Italiano Français Deutsch English
Hoofdstuk 1:
Voordat u begint
De inhoud van de verpakking controleren
Controleer of u de volgende bijgeleverde toebehoren heeft ontvangen:
•Microfoon voor instellen
•Afstandsbediening
•Drogecelbatterijen (formaat AA IEC R6) x2
•AM-raamantenne
•FM-draadantenne
•Garantiebewijs
•Deze gebruiksaanwijzing
De batterijen plaatsen
Waarschuwing
Verkeerd gebruik van de batterijen kan lekkage of het barsten van de batterijen tot gevolg hebben. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:
•Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar.
•Plaats de batterijen zodanig dat de plusen minpolen overeenkomen met de merktekens in het batterijvak.
•Batterijen met dezelfde vorm kunnen een verschillende spanning hebben. Gebruik verschillende soorten batterijen niet samen.
•Wanneer u gebruikte batterijen weggooit, dient u zich te houden aan de wettelijke voorschriften of de milieuwetgeving die in uw land of gebied van toepassing zijn.
•Gebruik of bewaar batterijen niet in direct zonlicht of op een hete plaats, zoals in de auto of bij een kachel. Batterijen kunnen hierdoor gaan lekken, oververhitten, exploderen of in brand vliegen. Bovendien reduceert dit de levensduur of de prestatie van de batterijen.
De receiver installeren
Installeer dit toestel op een vlak en stabiel oppervlak. Installeer het niet op de volgende plaatsen:
–op een kleuren-TV (kan beeldvervorming veroorzaken)
–dicht bij een cassettedeck (of een ander apparaat dat een magnetisch veld opwekt). Dit kan storingen in het geluid veroorzaken.
–in rechtstreeks zonlicht
–in een vochtige of natte ruimte
–in een zeer warme of koude ruimte
–op plaatsen die onderhevig zijn aan trillingen of andere bewegingen
–op zeer stoffige plaatsen
–op plaatsen waar hete dampen of olie aanwezig zijn (bv. in de keuken)
Ventilatie
Let er bij het installeren van dit apparaat op dat er voldoende vrije ruimte rondom het apparaat is voor een goede warmteafvoer (tenminste 20 cm boven het apparaat). Indien er onvoldoende ruimte wordt vrijgehouden tussen het apparaat en wanden of andere apparatuur, zal de warmte zich in het apparaat ophopen, wat van invloed is op de prestaties en/of storingen kan veroorzaken.
De sleuven en openingen in de behuizing zijn aangebracht voor ventilatie en om de apparatuur te beschermen tegen oververhitting. Om brand te voorkomen, dient u niets direct op het apparaat te plaatsen en dient u ervoor te zorgen dat de openingen nooit worden geblokkeerd of afgedekt door voorwerpen (zoals kranten, tafelkleden of gordijnen). Ook mag het apparaat niet worden gebruikt op een dik tapijt of een bed.
6
Du
Hoofdstuk 2:
5-minutengids
Voorstelling van het begrip thuistheater
Het begrip thuistheater verwijst naar het gebruik van meerdere audiokanalen om een surroundgeluidseffect te creëren, waardoor u zich in het midden van de actie of in een concertzaal waant. Het surroundgeluid dat u krijgt van een thuistheatersysteem is niet alleen afhankelijk van uw luidsprekeropstelling, maar ook van de bron en de geluidsinstellingen van de receiver.
Deze receiver decodeert automatisch meerkanaals Dolby Digital-, DTSof Dolby Surround-bronnen conform uw luidsprekeropstelling. In de meeste gevallen hoeft u niets te wijzigen om een realistisch surroundgeluid te verkrijgen, maar niettemin worden andere mogelijkheden (bv. luisteren naar een CD met multikanaals surroundgeluid) beschreven in Luisteren naar uw systeem op bladzijde 28.
Luisteren naar surroundgeluid
Met behulp van de onderstaande verkorte installatiehandleiding moet u uw systeem voor surroundgeluid in een handomdraai aangesloten hebben. In de meeste gevallen kunt u de standaardinstellingen van de receiver gewoon behouden.
•Zorg ervoor dat alle aansluitingen tot stand zijn gebracht voordat u de stekker van dit toestel in het stopcontact steekt.
1 Sluit uw TV en DVD-speler aan.
Zie Een DVD-speler en tv aansluiten op bladzijde 13 om dit te doen. Om surroundgeluid te kunnen afspelen, moet u uw DVD-speler via een digitale verbinding op de receiver aansluiten.
2 Sluit uw luidsprekers aan en stel ze op voor optimale surroundgeluid.
Zie De luidsprekers aansluiten op bladzijde 19.
De plaats van uw luidsprekers heeft een grote invloed op het geluid. Plaats uw luidsprekers zoals hieronder aangegeven voor het beste surroundgeluid-effect. Zie tevens Tips voor het opstellen van de luidsprekers op bladzijde 20 voor verdere informatie.
3Sluit de receiver aan en schakel deze in, gevolgd door uw DVD-speler, subwoofer en TV.
De video-ingang van uw TV moet ingesteld zijn op deze receiver. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw TV als u niet weet hoe u dit moet doen.
4Druk op QUICK SETUP op het voorpaneel om uw luidsprekeropstelling, kamergrootte en luisterpositie in te stellen.
Maak uw selectie met de draaischijf MULTI JOG en bevestig uw selectie met ENTER. Zie Snel instellen hieronder voor meer informatie.
5Speel een DVD af en stel het volume in.
Controleer of DVD wordt weergegeven in het display van de receiver. Als dat niet zo is, druk dan op DVD op de afstandsbediening om de
receiver in te stellen op DVD.1
U kunt nog verschillende andere geluidsopties selecteren. Zie Luisteren naar uw systeem op
bladzijde 28 voor meer informatie.2
Opmerking
1 Wellicht moet u uw DVD-speler instellen op de uitgang Dolby Digital, DTS en 88,2/96 kHz PCM (2-kanaals) audio (zie de handleiding van uw DVD-speler voor meer informatie hierover).
2 Afhankelijk van uw DVD-speler of bronschijf, kunt u wellicht alleen 2-kanaalsgeluid weergeven. In dat geval moet de luisterstand ingesteld zijn op STANDARD (zie Luisteren in surroundgeluid op bladzijde 28 wanneer u dit moet doen) wanneer u multikanaals surroundgeluid wilt.
Español Nederlands Italiano Français Deutsch English
7
Du
Snel instellen
Met de optie Snel instellen is uw systeem snel en eenvoudig klaar voor gebruik. De receiver stelt zichzelf automatisch in op basis van uw luidsprekeropstelling, kamergrootte en luisterpositie. De volgende stappen voert u uit op het voorpaneel.
•Wilt u een uitgebreidere manier van instellen, lees dan Automatische instelling van surroundgeluid (MCACC) op
bladzijde 9. In dit geval kunt u Snel instellen overslaan.1
1Als de receiver uit staat, drukt u opSTANDBY/ON om hem aan te zetten.
2Druk op QUICK SETUP.
•Op het scherm flikkert SW DET (SubWoofer DETectie) terwijl de receiver uw opstelling onderzoekt op aanwezigheid van een subwoofer. Deze controle wordt afgesloten met SW YES (subwoofer aanwezig) of SW NO (subwoofer afwezig). Vervolgens wordt u gevraagd om uw luidsprekeropstelling op te geven.
3Selecteer uw luidsprekeropstelling met de draaischijf MULTI JOG.
Is tijdens stap 2 een subwoofer gedetecteerd, dan kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden:
2.1ch – 3.1ch – 4.1ch – 5.1ch – 6.1ch – 7.1ch
Is tijdens stap 2 geen subwoofer gedetecteerd, dan kunt u kiezen uit de volgende mogelijkheden:
2.0ch – 3.0ch – 4.0ch – 5.0ch – 6.0ch – 7.0ch
•Zoek in onderstaande tabel de luidsprekeropstelling die overeenkomt met uw systeem.
4Druk op ENTER.
5Selecteer uw kamergrootte met de draaischijf MULTI JOG.
Afhankelijk van de afstand van uw luidsprekers tot de luisterpositie, kiest u uit klein, middelgroot of groot (S, M of L), waarbij M staat voor een kamer van gemiddelde grootte.
6Druk op ENTER.
7Selecteer uw luisterpositie met de draaischijf MULTI JOG.
U kunt bladeren door de volgende mogelijkheden:
•FWD – Als u dichter bij de voorluidsprekers zit dan bij de zijluidsprekers
•MID – Als u even ver van vooren zijluidsprekers zit
•BACK – Als u dichter bij de zijluidsprekers zit dan bij de voorluidsprekers
8Bevestig uw keuze door op ENTER te drukken.
Op het scherm verschijnen de door u gekozen luidsprekeropstelling, kamergrootte en luisterpositie.
Opmerking
1 Zie ook Instellingen voor de receiver verrichten vanuit het menu System Setup op bladzijde 36 voor meer instelopties.
8
Du
Hoofdstuk 3:
Snelle instelling van het surroundgeluid
Automatische instelling van surroundgeluid (MCACC)
De automatische meerkanaals akoestische calibratie (MCACC, voor ‘Auto Multi-Channel Acoustic Calibration’) meet de akoestische karakteristieken van uw luisterruimte, waarbij rekening wordt gehouden met omgevingsgeluid, luidsprekergrootte en –afstand; ook worden kanaalgalm en kanaalvolume getest. Nadat u de microfoon heeft ingesteld die bij uw systeem wordt geleverd, kiest de receiver op basis van de informatie van een reeks testtonen de optimale luidsprekerinstellingen en egalisatie voor uw luisterruimte.
Belangrijk
•MCACC wist alle eventuele luidsprekerinstellingen die u eerder hebt gemaakt.
•Zorg dat er geen hoofdtelefoon is aangesloten.
Waarschuwing
•De testtonen die worden voortgebracht tijdens de automatische MCACC-instelling klinken erg hard.
RECEIVER |
SELECTINPUT |
|
SYSTEM OFF |
|
SOURCE |
||
AV PRE-PROGRAMMED AND LEARNING |
|
||
REMOTECONTROLUNIT |
|
|
|
DVD |
TV |
DVR |
TVCTRL |
|
CD-R/TAPE |
USB |
|
CD |
FM |
AM |
RECEIVER |
|
DIALOG E |
|
|
|
D.ACCESS +10 |
|
|
CLASS DISC |
|
|
|
|
|
ENTER |
TOPMENU |
|
|
|
MENU |
|
TUNE |
|
|
|
|
ST |
|
ST |
T.EDIT |
SETUP |
ENTER |
|
RETURN |
|
|
|
|
||
GUIDE PTYSEARCH TUNE |
|
|
|
|
|
TV CONTROL |
|
|
|
TVVOL |
INPUT |
TVCH |
|
VOL |
|
SELECT |
|
|
|
Druk de nok PUSH OPEN omlaag om de aansluiting MCACC SETUP MIC te openen.
U kunt de microfoon ook op oorhoogte plaatsen met behulp van een tafel of een stoel. U kunt de microfoon ook op oorhoogte plaatsen met behulp van een tafel of een stoel.
•Controleer of er zich geen obstakels tussen de luidsprekers en de microfoon bevinden.
3 Druk op RECEIVER op de afstandsbediening en druk vervolgens op de toets SETUP.
Er verschijnt een menuscherm (OSD) op uw TV. Gebruik / / / en ENTER op de
afstandsbediening om door de schermen te navigeren en menu-onderdelen te selecteren. Druk op RETURN om het huidige menu af te sluiten.
•Druk op elk gewenst tijdstip op SETUP om het menu System Setup (systeem instellen) af te sluiten.1
4 Selecteer ‘Auto MCACC’ in het menu System Setup en druk op ENTER.
System Setup |
|
2. Auto MCACC |
|
|||||
|
1.Surr |
Back System |
|
Surr Back System |
] |
|||
|
2.Auto |
MCACC |
|
|
|
Normal (SB) |
||
|
3.Manual |
MCACC |
|
|
|
|
|
|
|
4.Manual |
SP Setup |
|
|
|
|
||
|
5.Input |
Assign |
|
|
|
|
||
|
6.Other |
Setup |
|
|
|
|
||
|
|
|
: Exit |
|
ENTER: Start : Finish |
1Schakel de receiver en uw TV in.
2Sluit de microfoon aan op de aansluiting MCACC SETUP MIC op het voorpaneel.
Opmerking
1 De schermbeveiliging start automatisch na drie minuten zonder activiteit. Als u de automatische MCACC onderbreekt, stopt de receiver met testen en worden er geen instellingen opgeslagen.
Español Nederlands Italiano Français Deutsch English
9
Du
5 Zorg ervoor dat ‘Normal (SB)’ geselecteerd is en druk vervolgens op
ENTER. 1
Maak zo min mogelijk geluid nadat u op ENTER hebt gedrukt. Het systeem produceert een reeks testtonen om het omgevingsgeluidsniveau vast te stellen.
6Volg de instructies op het scherm.
•Zorg dat de microfoon is aangesloten.
•Als u een subwoofer gebruikt, wordt deze automatisch herkend telkens wanneer u het systeem aanzet. Zorg ervoor dat het ingeschakeld is en dat het volume ingesteld is.
•Zie hieronder voor opmerkingen met betrekking tot achtergrondlawaai en andere mogelijke interferentie.
7Wat tot de testtonen beëindigd zijn.
Er wordt een voortgangsrapport weergegeven op het scherm terwijl de receiver testtonen weergeeft om de aanwezigheid van de luidsprekers in uw opstelling te bepalen. Probeer zo stil mogelijk te zijn wanneer dit plaats vindt.’
2.Auto MCACC
Now Analyzing |
|
||
|
|
|
|
Environment Check |
|
||
Ambient Noise |
[ OK ] |
||
Microphone |
[ OK ] |
||
Speaker YES/NO |
[ OK ] |
:Cancel
•Voor de juiste luidsprekerinstellingen dient u het volume niet in te stellen tijdens de testtonen.
8 Bevestig de luidsprekerconfiguratie.
De configuratie die op het scherm wordt weergegeven, dient overeen te komen met de feitelijke luidsprekers die u hebt.
2.Auto MCACC
CHECK!
Front |
[ YES ] |
|
||
Center |
[ YES ] |
|
||
Surround |
[ YES ] |
|
||
SB |
[ Yx2 ] |
|
||
SUB W. |
[ YES ] |
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
OK |
|
|
|
:Cancel |
|
Wanneer de weergegeven luidsprekerconfiguratie niet correct is’, gebruikt u / om de luidspreker te selecteren en / om de instelling te wijzigen (en het aantal voor surround achter). Wanneer u klaar bent, gaat u door naar de volgende stap.
Wanneer u een foutbericht (ERR) in de kolom aan de rechter zijkant ziet, kan er een probleem zijn met de luidsprekeraansluiting. Wanneer door het selecteren van RETRY het probleem niet’ wordt opgelost, schakelt u het apparaat uit en controleert u de luidsprekeraansluitingen.
9 Zorg ervoor dat ‘OK’ geselecteerd is en druk vervolgens op ENTER.
Een voortgangsrapport wordt op het scherm weergegeven terwijl de receiver meer testtonen weergeeft om de optimale receiverinstellingen voor kanaalniveau, luidsprekerafstand en de akoestische frequentiekalibratie.
Probeer ook dan zo stil mogelijk te zijn wanneer dit gebeurt. Het kan 3 tot 8 minuten duren.
10 De automatische MCACC-instelling is voltooid! Selecteer ‘SKIP’ om terug te gaan naar het menu System Setup (systeem instellen).
De lampje MCACC op het voorpaneel gaat branden om aan te geven dat de instelling voltooid is.
De instellingen die zijn gemaakt met de automatische MCACC-instelling leiden normaal tot een uitstekend surroundgeluid van uw systeem, maar u kunt deze instellingen ook handmatig invoeren met het menu System
Setup (zie bladzijde bladzijde 36).2
Opmerking
1 Wanneer u een “bi-amp”-aansturing voor uw voorluidsprekers wilt toepassen, of een afzonderlijk luidsprekersysteem in een andere ruimte wilt opstellen, lees dan Instelling van de surround-achterluidspreker Standaardinstelling op bladzijde 36 en zorg ervoor dat uw luidsprekers correct zijn aangesloten voordat u verder gaat.
2 • Afhankelijk van de eigenschappen van uw kamer, worden soms verschillende formaten ingesteld voor identieke luidsprekers met conusafmetingen van ongeveer 12 cm. U kunt de instelling handmatig corrigeren met Handmatige De luidsprekers instellen op bladzijde 42.
• De afstand van de subwoofer tot de luisterpositie kan verder worden ingesteld dan de werkelijke afstand. Deze instelling moet nauwkeurig zijn (rekening houdend met de vertraging en de eigenschappen van de kamer) en moet normaal gezien niet worden gewijzigd.
10
Du
U kunt ook selecteren om de instellingen weer te geven door de afzonderlijke parameters te selecteren in het scherm Analyzed Data Check (Controle geanalyseerde gegevens):
•Speaker Setting – De grootte en het aantal luidsprekers dat u’ aangesloten hebt (zie bladzijde 42 voor meer informatie hierover)
•Speaker Distance – De afstand van uw luidsprekers tot de beluisterpositie (zie bladzijde 44 voor meer informatie hierover)
•Channel Level – de totale balans van uw luidsprekersysteem (ziebladzijde 43 voor meer informatie hierover)
•Acoustic Cal EQ – aanpassingen aan de frequentiebalans van luidsprekersysteem op basis van de akoestische eigenschappen van uw kamer (zie bladzijde 39 voor meer informatie hierover)
Selecteer de gewenste kanalen door op RETURN te drukken wanneer u klaar bent met de controle van een kanaal. Wanneer u klaar bent selecteert u ‘SKIP’ om terug te keren naar het menu System Setup.
Andere problemen tijdens het gebruik van de automatische MCACC-instelling
Als de omgevingsomstandigheden niet optimaal zijn voor de automatische MCACCinstelling (te veel achtergrondgeluiden, weerkaatsing van echo’s door de muren, obstakels tussen de luidsprekers en de microfoon), kunnen de eindinstellingen onjuist zijn. Controleer of andere huishoudelijke apparatuur (airconditioning, koelkast, ventilator, enz.) in de omgeving geen storingen veroorzaken en schakel ze indien nodig uit. Als instructies worden weergegeven op het display op het voorpaneel, moet u deze volgen.
•Sommige oudereTV’s kunnen de werking van de microfoon storen. Zet in dit geval de TV uit tijdens het verrichten van de automatische MCACC-instelling.
Español Nederlands Italiano Français Deutsch English
11
Du
Hoofdstuk 4:
Aansluitingen
De kabels aansluiten
Belangrijk
•Voordat u aansluitingen maakt of wijzigt, schakelt u het apparaat uit en verwijdert u de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
•Zorg ervoor dat er geen kabels over de bovenzijde van dit apparaat hangen. Anders produceert het magnetische veld van de transformatoren in het apparaat een brom in de luidsprekers.
•Zet het apparaat op standby voordat u de stekker uit het stopcontact trekt.
Analoge audiokabels
Gebruik stereo RCA-phonokabels voor het aansluiten van analoge audioapparaten. Deze kabels herkent u aan de rode en witte stekkers; sluit de rode stekkers aan op de R- aansluitingen (rechts) en de witte stekkers op de L-aansluitingen (links).
Digitale audiokabels
Gebruik in de handel verkrijgbare coaxiale digitale audiokabelsof optische kabels om digitale apparaten aan te sluiten op deze
receiver.1
Videokabels
Gewone RCA-videokabels
Deze kabels worden het meest gebruikt voor videoaansluitingen en worden gebruikt om composite video-aansluitingen met elkaar te verbinden. De gele stekkers onderscheiden ze van de kabels voor audio.
S-videokabels
Bij gebruik van S-videokabels is de beeldweergave helderder dan bij gebruik van gewone RCA-videokabels doordat afzonderlijke signalen voor luminantie (helderheid) en kleur worden verzonden.
Componentvideokabels
Gebruik componentvideokabels voor een optimale kleurweergave van uw videobron. Het kleursignaal van de TV wordt eerst opgesplitst in het luminantiesignaal (Y) en de kleursignalen (PB en PR) en daarna weergegeven. Op die manier wordt interferentie tussen de signalen vermeden.
Opmerking
1 •Wanneer u optische kabels aansluit, wees dan voorzichtig dat u bij het insteken van de stekker het afsluitklepje van de optische aansluiting niet beschadigt.
•Wikkel een optische kabel losjes op om hem te bewaren. De kabel kan worden beschadigd als hij scherp wordt gebogen. •Voor coaxiale digitale aansluitingen kunt u ook een gewone RCA-videokabel gebruiken.
12
Du
Een DVD-speler en tv aansluiten
Op deze bladzijde ziet u hoe u uw DVD-speler en uw tv op de receiver moet aansluiten.
1 Verbind een coaxiale digitale geluidsuitgang op uw DVD-speler met de ingang DIGITAL COAX 1 (DVD/LD) op de receiver.
Gebruik hiervoor een coaxiale digitale geluidskabel.1
2 Verbind de composiet video-uitgang en
de stereo analoge geluidsuitgangen op2 uw DVD-speler met de DVD/LD-ingangen op de receiver.
Gebruik hiervoor een standaard RCAvideokabel3 en een stereo RCA-geluidskabel.
•Als uw DVD-speler meerkanaals analoge uitgangen heeft, lees dan De meerkanaals analoge uitgangen aansluiten hieronder.
3Verbind de analoge geluidsuitgangen van uw tv met de TV/SAT-ingangen op de receiver.
Zo kunt u het geluid van de tv-tuner via uw versterker afspelen. Gebruik hiervoor een RCAgeluidskabel.
•Als uw tv een ingebouwde digitale decoder heeft, kunt u ook een optische digitale geluidsuitgang op uw tv verbinden met de ingang DIGITAL OPT 2 (TV/SAT) op de receiver. Gebruik hiervoor een optische kabel.
4Verbind de video-uitgang MONITOR OUT op de receiver met een video-ingang op uw tv.
Gebruik hiervoor een standaard RCA-
videokabel op de composietvideo-aansluiting.4
DIGITAL |
3 |
|
TV |
|
|
|
|
||
AUDIO OUT |
ANALOG AUDIO OUT |
|
||
OPTICAL |
VIDEO IN |
|||
R |
L |
|||
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
DIGITAL OUT |
IN |
|
AUX |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
OPT |
|
|
|
FM UNBAL |
AM |
|
|
|
|
|
|
75 |
LOOP |
ANTENNA |
|
|
IN |
|
CD |
|
|
|
MONITOR OUT |
OPT |
|
|
|
|
|
OUT |
|
2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(TV/ SAT) |
IN |
|
DVR / |
|
|
CONTROL |
|
OPT |
|
VCR |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
1 |
|
|
|
|
|
IN |
OUT |
(CD) |
OUT |
|
|
|
VIDEO |
|
|
|
|
|
IN |
|
|
||
ASSIGNABLE |
|
|
TV / |
|
|
DVR / |
|
DIGITAL IN |
|
|
|
|
OUT |
VCR |
|
|
IN |
|
SAT |
|
|
IN |
|
|
|
|
IN |
|
|
TV / |
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
DVD |
|
|
MONITOR |
SAT |
ASSIGNABLE |
IN |
|
/LD |
|
|
OUT |
IN |
|
FRONT |
|
|
|
|
||
DIGITALIN |
|
|
|
D V D |
|
|
|
COAX |
|
|
|
5.1CH |
|
SUB |
DVD |
2 |
|
|
|
INPUT |
|
||
|
|
PLAY |
IN |
|
WOOFER |
/LD |
|
(DVR/VCR) |
IN |
|
CD-R |
|
PREOUT |
IN |
|
|
|
|
|||||
COAX |
|
|
/ TAPE |
|
|
|
S-VIDEO |
|
|
/ MD |
|
|
|
|
|
1 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(DVD/LD) |
OUT |
|
REC |
|
|
|
|
|
R |
AUDIO |
L |
|
|
|
|
Deze receiver
2
1
COAXIAL |
R AUDIO L |
VIDEO OUT |
DIGITAL OUT |
ANALOG OUT |
|
Español Nederlands Italiano Français Deutsch English
Opmerking
1 Als uw DVD-speler alleen een optische digitale uitgang heeft, kunt u deze verbinden met de optische ingang op de receiver met een optische kabel. Bij het instellen van de receiver moet u aangeven op welke ingang u de speler hebt aangesloten (zie Het menu Input Assign (ingangen toewijzen) op bladzijde 63).
2 Hierdoor kunt u analoge opnamen maken vanaf uw DVD-speler.
3 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO DVD/LD-aansluiting. Wanneer uw speler beschikt over een componentvideo-uitgang, kunt u deze ook aansluiten. Zie De componentvideo-aansluitingen gebruiken op bladzijde 17 voor meer informatie.
4 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO MONITOR OUT-aansluiting. Zie De componentvideo-aansluitingen gebruiken op bladzijde 17 wanneer u de componentvideo-uitgangen wilt gebruiken om deze receiver op uw tv aan te sluiten.
13
Du
De meerkanaals analoge uitgangen aansluiten
Voor DVD-audio en SACD-weergave kan uw DVD-speler beschikken over analoge 5.1- kanaal-uitgangen. In dat geval kunt u de multikanaals analoge uitgangen aansluiten op de multikanaalsingangen van deze receiver,
zoals hieronder getoond.1
Deze receiver
1 Verbind een stel audio-/video-uitgangen op de decoder met de TV/SAT AUDIOen
VIDEO-ingangen op de receiver.2
Gebruik een stereo RCA-phonokabel voor de audioaansluiting en een standaard RCA-
videokabel voor de videoaansluiting.3
2 Verbind een optische digitale geluidsuitgang van uw decoder met de ingang DIGITAL OPT 2 (TV/SAT) op de receiver.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
CEN- |
SUB |
|
DIGITAL OUT |
|
|
|
|
|
|
|
|
TER |
WOOFER |
|
IN |
|
AUX |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
OPT |
|
|
|
FM UNBAL |
AM |
ANTENNA |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
75 |
LOOP |
|
|
|
|
COMPONE |
|
|
IN |
|
CD |
|
|
MONITOR OUT |
R |
|
L |
||
OPT |
|
|
|
|
|
|
|
|
(DVR/VC |
||
|
|
|
|
|
OUT |
|
|
|
Y |
PB |
|
2 |
|
|
|
|
|
|
|
SURROUND |
|
||
(TV/ SAT) |
|
|
DVR / |
|
|
CONTROL |
|
|
|
||
IN |
|
|
|
|
|
DVD 5.1CH INPUT |
|
||||
OPT |
|
|
VCR |
|
|
IN |
|
|
|
|
|
1 |
|
|
|
|
|
OUT |
|
|
|
|
|
(CD) |
OUT |
|
|
|
VIDEO |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
IN |
|
|
|
|
|
|
||
ASSIGNABLE |
|
|
TV / |
|
|
DVR / |
|
|
|
MONITO |
|
DIGITAL IN |
|
|
|
|
OUT |
VCR |
|
|
|
||
|
|
|
SAT |
|
|
|
|
FRONT |
|
||
|
IN |
|
|
|
|
|
IN |
S R |
L |
||
|
|
|
IN |
|
|
TV / |
|
||||
|
|
|
DVD |
|
|
MONITOR |
SAT |
P |
|
|
|
ASSIGNABLE |
|
|
/LD |
|
|
OUT |
IN |
E |
|
|
|
IN |
|
FRONT |
|
|
|
|
|
|
|
||
DIGITALIN |
|
|
|
D V D |
|
|
|
|
|
|
|
COAX |
|
|
|
5.1CH |
|
SUB |
DVD/LD |
A |
A |
|
|
2 |
|
|
PLAY |
INPUT |
|
|
|
||||
(DVR/VCR) |
|
|
CD-R |
IN |
|
WOOFER |
IN |
K |
|
|
|
IN |
|
|
|
PREOUT |
|
|
|
||||
COAX |
|
|
/ TAPE |
|
|
S-VIDEO |
|
|
|
|
|
|
|
/ MD |
|
|
|
|
E |
|
|
|
|
1 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
(DVD/LD) |
OUT |
|
REC |
|
|
|
|
R |
|
|
|
|
R |
AUDIO |
L |
|
|
|
|
S |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik hiervoor een optische kabel.4
R |
L |
CENTER |
R |
L |
SUB |
VIDEO |
FRONT |
OUTPUT |
SURROUND |
WOOFER |
OUTPUT |
||
OUTPUT |
|
OUTPUT |
OUTPUT |
|
Een satellietontvanger of andere digitale decoder aansluiten
Satellieten kabelontvangers en digitale tvtuners zijn voorbeelden van zgn. decoders.
Opmerking
1 De meerkanaals ingang kan alleen gebruikt worden als u DVD 5.1 ch hebt geselecteerd (zie bladzijde 33).
2 Wanneer u reeds uw tv hebt aangesloten op de TV/SAT-ingangen, kiest u gewoon een andere ingang. Om een signaal te kunnen ontvangen moet u echter de ingangsselectieknop indrukken voor de ingang waarop u de set-topbox hebt aangesloten. 3 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO TV/SAT-aansluiting. Wanneer uw settopbox ook over een componentvideo-uitgang beschikt, kunt u deze ook aansluiten. Zie De componentvideo-aansluitingen gebruiken op bladzijde 17 voor meer informatie.
4 Wanneer uw satelliet/kabelreceiver niet over een digitale audio-uitgang beschikt, kunt u deze stap overslaan. Wanneer de receiver alleen over een coaxiale digitale uitgang beschikt, kunt u die aansluiten op een van de coaxiale ingangen van deze receiver met behulp van een coaxiale digitale audiokabel. Wanneer u de receiver installeert, dient u aan de receiver door te geven op welke ingang u de set-topbox hebt aangesloten (zie Het menu Input Assign (ingangen toewijzen) op bladzijde 63).
14
Du
Andere audiocomponenten aansluiten
Het aantal en soort aansluitingen hangt af van
het soort component dat u wilt aansluiten.1 Volg de stappen hieronder als u een CD-R, minidisc, DATof taperecorder of andere audiocomponent wilt aansluiten.
1Als uw component een digitale uitgang heeft, verbind deze dan met een digitale ingang op de receiver zoals aangegeven.
In het voorbeeld ziet u een coaxiale verbinding met de digitale CD-ingang met behulp van een coaxiale digitale audiokabel.
2Verbind zonodig de analoge geluidsuitgangen van de component met een ongebruikte set audio-ingangen op de receiver.
Deze verbinding moet u maken bij componenten zonder digitale uitgang, of als u opnamen vanaf een digitale component wilt maken. Gebruik een RCA-geluidskabel zoals aangegeven.
3Als u een opnameapparaat aansluit, sluit dan de analoge geluidsuitgangen (REC) aan op de analoge geluidsingangen op het opnameapparaat.
In het voorbeeld ziet u een analoge verbinding met de analoge CD-R/TAPE/MD-uitgang met behulp van een RCA geluidskabel.
4Wanneer uw recorder over een digitale ingang beschikt, sluit u deze aan op de digitale uitgang van de receiver, zoals getoond.
Gebruik een optische kabel om deze aansluiting te maken.
English |
Deutsch |
|
Français |
|
|
Italiano |
|
De WMA9 Pro-decoder |
Nederlands |
|
|
||
Dit apparaat beschikt over een ingebouwde |
|
|
Windows Media® Audio 9 Professional (WMA9 |
Español |
|
Pro) decoder, zodat u met WMA9 Pro |
||
gecodeerd geluid kunt afspelen wanneer u een |
||
|
||
WMA9 Pro-Compatible speler hebt |
|
|
aangesloten met een coaxiale of optische |
|
|
digitale verbinding. |
|
Opmerking
1 Merk op dat u digitale componenten op analoge geluidsaansluitingen moet aansluiten als u van of naar digitale componenten (zoals een minidisc) wilt opnemen van of naar analoge componenten.
15
Du
De aangesloten DVD-speler, decoder e.d. moet echter het WMA9 Pro-signaal via een coaxiale of optische digitale uitgang kunnen weergeven.
4 Wanneer uw videoapparaat over een digitale ingang beschikt, sluit u deze aan op de digitale uitgang van de receiver, zoals getoond.
Gebruik een optische kabel om deze aansluiting te maken.
Microsoft, Windows Media® en het Windows-logo zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Andere videocomponenten aansluiten
Deze receiver beschikt over audio-/video- ingangen en -uitgangen waarop u analoge of digitale videorecorders, DVD-recorders en hardeschijfrecorders kunt aansluiten.
1 Verbind een stel audio-/video-uitgangen op de recorder met de DVR/VCR AUDIOen VIDEO-ingangen op de receiver.
Gebruik een stereo RCA-phonokabel voor de audioaansluiting en een standaard RCA-
videokabel voor de videoaansluiting.1
2 Verbind een stel audio-/video-ingangen op de recorder met de DVR/VCR AUDIOen VIDEO-uitgangen op de receiver.
Gebruik een stereo RCA-phonokabel voor de audioaansluiting en een standaard RCA-
videokabel voor de videoaansluiting.2
3 Verbind een coaxiale digitale geluidsuitgang op uw videocomponent met de ingang DIGITAL COAX 2 (DVR/VCR) op de receiver.
Gebruik hiervoor een coaxiale digitale geluidskabel.3
Opmerking
1 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO DVR/VCR IN-aansluiting. Wanneer uw videocomponent beschikt over een componentvideo-uitgang, kunt u deze ook aansluiten. Zie De componentvideo-aansluitingen gebruiken op bladzijde 17 voor meer informatie.
2 Voor een betere kwaliteit kunt u ook via S-video aansluiten met behulp van de S-VIDEO DVR/VCR OUT-aansluiting.
3 Als uw videocomponent slechts beschikt over een optische digitale uitgang, kunt u het apparaat toch aansluiten op de optische ingang van deze receiver. Bij het instellen van de receiver moet u aangeven op welke ingang u de speler hebt aangesloten (zie Het menu Input Assign (ingangen toewijzen) op bladzijde 63).
16
Du
De componentvideo-aansluitingen gebruiken
Componentvideo levert superieure beeldkwaliteit in vergelijking met composietvideo. Een ander voordeel (indien uw bron en uw tv beide compatibel zijn) is progressive-scan video, dat een zeer stabiel, trillingvrij beeld biedt. Zie de handleidingen die bij uw tv en uw bronapparaat zijn geleverd om te controleren of beide compatibel zijn met progressive-scan video.
Belangrijk
•Indien u een willekeurig bronapparaat op uw receiver aansluit met behulp van een componentvideo-ingang, moet ook uw tv zijn aangesloten op de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT-aansluitingen van uw receiver.
1Sluit de componentvideo-uitgangen van uw bron aan op een paar componentvideoingangen van deze receiver.
Gebruik een drieweg-componentvideokabel voor de aansluiting.
2Indien noodzakelijk wijst u de componentvideo-ingangen toe aan de ingangsbron die u hebt aangesloten.
Dit hoeft alleen te gebeuren wanneer u niet volgens de onderstaande standaardinstellingen hebt aangesloten:
•COMPONENT 1 – DVD
•COMPONENT 2 – TV
•COMPONENT 3 – DVR
Zie De componentvideo-ingangen toewijzen op bladzijde 63 voor meer informatie.
3 Sluit de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT-aansluitingen van deze receiver aan op de componentvideo-ingangen van uw tv of monitor.
Gebruik een drieweg-componentvideokabel.
De video-aansluiting op het voorpaneel gebruiken
De video-aansluitingen aan de voorzijde zijn |
|
|
toegankelijk via het voorpaneel met behulp van |
|
|
de knop VIDEO. Er bevinden zich standaard |
|
|
audio/video-aansluitingen alsmede een S- |
|
|
video-aansluiting en een optische ingang. Sluit |
English |
|
ze op dezelfde manier aan als de aansluitingen |
||
|
||
op het achterpaneel. |
|
|
• Druk de nok PUSH OPEN omlaag om de |
|
|
video-aansluitingen aan de voorzijde te |
|
|
openen. |
Deutsch |
|
|
||
|
Français |
|
|
Italiano |
|
|
Nederlands |
|
|
Español |
17
Du
Antennes aansluiten
Sluit de AM-raamantenne en de FMdraadantenne aan zoals hieronder getoond. Om de ontvangst en de geluidskwaliteit te verbeteren, kunt u buitenantennes aansluiten (zie Buitenantennes gebruiken hieronder).
FM UNBAL |
AM |
75 |
LOOP ANTENNA |
1Verwijder de beschermende mantels van beide AM-antennedraden.
2Duw de nokken open, steek er per aansluiting een draad in en laat vervolgens de nokken los om de AM-antennedraden vast te zetten.
3Bevestig de AM-raamantenne aan de bevestigde houder.
Om de houder aan de antenne te bevestigen, buigt u de houder in de richting van de pijl (afb. a), vervolgens klemt u de raamantenne in de houder (afb. b).
•Wanneer u de AM-antenne aan de muur of een ander oppervlak wilt bevestigen, bevestigt u de houder met schroeven (afb. c), voordat u de raamantenne aan de houder bevestigt. Zorg ervoor dat u een heldere ontvangst hebt.
4Plaats de AM-antenne op een vlakke ondergrond en in een richting waarbij de ontvangst optimaal is.
5Sluit de FM-draadantenne op dezelfde wijze aan als de AM-raamantenne.
Voor optimale resultaten rolt u de FM-antenne volledig af en bevestigt u deze aan een wand of een deurkozijn. Niet los ophangen of opgerold laten.
18
Buitenantennes gebruiken
Om de FM-ontvangst te verbeteren
Sluit een FM-buitenantenne aan met een PALsteker.
Om de AM-ontvangst te verbeteren
Sluit een met vinyl beklede draad van 5 m tot 6 m aan op de AM-antenne-aansluiting zonder de bijgeleverde AM-raamantenne los te koppelen.
U verkrijgt de beste ontvangst wanneer u de kabel buiten horizontaal ophangt.
m tot
Du
De luidsprekers aansluiten
Een complete installatie van acht luidsprekers (inclusief subwoofer) staat hier afgebeeld, maar de installatie thuis zal bij iedereen anders zijn. Sluit gewoon de luidsprekers aan die u heeft op de
hieronder getoonde manier.1 De receiver werkt al met twee stereoluidsprekers (de voorluidsprekers in de afbeelding). Het verdient echter aanbeveling ten minste drie luidsprekers te gebruiken en een complete opstelling is het beste.
Zorg ervoor dat u de rechterluidspreker aansluit op de rechtse aansluiting en de linkerluidspreker op de linkse aansluiting. Ook moeten de positieve en negatieve (+/–) aansluitingen op de receiver
overeenkomen met die op de luidsprekers.2 U kunt luidsprekers met een nominale impedantie tussen 6 Ω tot 16 Ω gebruiken (zie De luidsprekerimpedantie wijzigen op bladzijde 68 als u van plan bent luidsprekers met een impedantie van minder dan 8 Ω te gebruiken).
Deutsch English
Français
Italiano |
Nederlands |
Español
Waarschuwing
•Zorg dat de ontblote draaduiteinden van de luidsprekerkabel stevig in elkaar zijn gedraaid en volledig in de luidsprekeraansluiting steken. Gebruik luidsprekerkabels van goede kwaliteit om de luidsprekers op de receiver aan te sluiten.
Opmerking
1 Als u geen subwoofer gebruikt, wijzig dan de instelling voor de voorluidspreker (zie De luidsprekers instellen op bladzijde 42) in
LARGE.
2 Wanneer u slechts één surround-achterluidspreker gebruikt, sluit deze dan aan op de linker surround-achteraansluiting (L).
19
Du
Zorg ervoor dat de luidsprekerkabel die u gaat gebruiken goed is voorbereid. Dat wil zeggen dat u ongeveer 10 mm van de isolatie van elke draad moet verwijderen en de ontblote draden in elkaar moet draaien (afb. A).
Schroef de aansluitklem een paar slagen los tot er voldoende ruimte is om de blanke draad te kunnen insteken (afb. B). Nadat de draad is ingestoken, draait u de aansluiting weer vast totdat de draad goed vastzit (afb. C).
Waarschuwing
•Op deze luidsprekeraansluitingen staat een GEVAARLIJKE spanning. Om een elektrische schok te voorkomen bij het aansluiten en losmaken van de luidsprekerkabels, moet u de stekker uit het stopcontact halen voordat u niet geïsoleerde onderdelen aanraakt.
Tips voor het opstellen van de luidsprekers
Luidsprekers zijn gewoonlijk ontworpen met een bepaalde opstelling in gedachten. Sommige zijn ontworpen om op de vloer te staan, terwijl andere het beste klinken wanneer u ze op een steun plaatst. Sommige moeten dicht bij een muur worden opgesteld; andere staan beter ver van muren vandaan. Hierna geven we enkele tips die u helpen het beste geluid uit uw luidsprekers te halen. Volg echter ook de aanwijzingen in verband met de opstelling die de fabrikant geeft voor uw specifieke luidsprekers om hun mogelijkheden optimaal te benutten.
•Plaats de luidsprekers links en rechts voor op gelijke afstand van de TV.
•Wanneer u luidsprekers dicht bij de TV plaatst, is het raadzaam magnetisch afgeschermde luidsprekers te gebruiken. Dit voorkomt mogelijke storingen, zoals verkleuring van het beeld, wanneer u de TV
20
aanzet. Als u geen magnetisch afgeschermde luidsprekers heeft en het TV-beeld verkleurt, plaats de luidsprekers dan verder weg van de TV.
•Als u een middenluidspreker gebruikt, stel de voorluidsprekers dan iets schuiner op. Zo niet, dan plaatst u ze minder schuin.
•Plaats de middenluidspreker boven of onder de TV zodat het geluid van het middenkanaal zich bij het TV-scherm bevindt. Zorg er ook voor dat de middenluidspreker de lijn die wordt gevormd door de voorste randen van de luidsprekers links en rechts voor niet snijdt.
•De luidsprekers worden het beste schuin in de richting van de luisterpositie geplaatst. Hoe schuin hangt af van de afmetingen van de kamer. Plaats ze minder schuin in grotere kamers.
•Surrounden surround-achterluidsprekers moeten 60 cm tot 90 cm boven oorhoogte en lichtjes neerwaarts gekanteld worden opgesteld. Plaats de luidsprekers niet naar elkaar toe.
•Stel uw luidsprekers op zoals hieronder getoond om een optimaal surroundgeluid te verkrijgen. Zorg ervoor dat alle luidsprekers stevig opgesteld staan om ongevallen te voorkomen en om de geluidskwaliteit te verbeteren.
Waarschuwing
•Als u de middenluidspreker op de TV plaatst, moet u hem vastmaken met kleefband of iets dergelijks. Dit voorkomt het gevaar voor beschadiging van de luidspreker of letsels als hij van de TV zou vallen als gevolg van externe schokken, bijvoorbeeld een aardbeving.
•Zorg ervoor dat er geen blote luidsprekerkabel tegen het achterpaneel aankomt, omdat anders de receiver zichzelf automatisch uitschakelt.
Du
Bovenaanzicht van de luidsprekeropstelling
Zie ook de 3-D-afbeelding van de luidsprekeropstelling op bladzijde 7.
. |
De afbeeldingen hieronder tonen de aanbevolen opstelling van de surrounden surround-achterluidsprekers. De eerste afbeelding (afb. A) toont de beste opstelling wanneer één (of geen) surroundachterluidspreker is aangesloten. De tweede afbeelding (afb. B) laat zien wat de beste opstelling is wanneer u twee surroundachterluidsprekers gebruikt.
90 tot 120
0 tot 60
3-D-aanzicht van 7,1-kanaals luidsprekersysteem
Español Nederlands Italiano Français Deutsch English
21
Du
Hoofdstuk 5:
Bedieningselementen en displays
Voorpaneel
1 Ingangskeuzetoetsen
Druk hierop om een ingangsbron te selecteren.
2Lampje Digital Precision Processing
Brandt wanneer er digitale verwerking plaats vindt.
3Lettertekendisplay
Zie Display op bladzijde 23.
4 MCACC-indicator
Licht op wanneer akoestische kalibratie EQ (bladzijde 30) ingeschakeld is (akoestische kalibratie wordt automatisch ingesteld op ALL CH ADJUST nadat de automatische MCACCinstelling (bladzijde 9) of de automatische EQinstelling (bladzijde 39) is voltooid.)
5 ENTER
22
6 MULTI JOG-knop
Gebruik de MULTI JOG-knop om diverse instellingen en menu-opties te selecteren.
7LISTENING MODE-toetsen
STANDARD – Druk hierop voor standaard decodering en om te wisselen tussen de verschillende opties voor Pro Logic IIx en Neo:6 (bladzijde 28).
ADVANCED SURR – Hiermee kiest u tussen de verschillende surroundmodi (bladzijde 29).
ST/DIRECT/AUTO SURR
Hiermee wisselt u tussen stereo/directe weergave (bladzijde 30).
Hiermee selecteert u tevens de Auto Surround-modus (Automatische weergave op bladzijde 28).
Du
8 PHONES-aansluiting
Sluit hierop een hoofdtelefoon aan (Wanneer een hoofdtelefoon is aangesloten, wordt er geen geluid weergegeven via de luidsprekers).
9 STANDBY/ON
Hiermee schakelt u de receiver tussen aan en stand-by.
10 VIDEO INPUT
Zie De video-aansluiting op het voorpaneel gebruiken op bladzijde 17.
11 USB-interface
Hierop wordt een USB-audioapparaat aangesloten voor weergave (zie De USBinterface gebruiken op bladzijde 34).
12MCACC SETUP MIC-aansluiting
Hier kunt u de meegeleverde microfoon aansluiten.
13MASTER VOLUME-knop
14EON MODE
Gebruik deze toets om te zoeken naar programma’s die verkeersinformatie of nieuws uitzenden (bladzijde 48).
15 PTY SEARCH
Gebruik deze toets om te zoeken naar RDSprogrammatypes (bladzijde 47).
16 MIDNIGHT/LOUDNESS
Hiermee schakelt u tussen de luisterfuncties Midnight en Loudness (bladzijde 32).
17 SPEAKERS
Wordt gebruikt om het luidsprekersysteem (bladzijde 59) en de impedantie-instelling te wijzigen (bladzijde 68).
18 TUNING/STATION
Hiermee selecteert u de frequentie (bladzijde 45) en voorkeurzenders (bladzijde 46) wanneer u de radio gebruikt.
19 TUNER EDIT
Druk hierop om een zender op te slaan en een naam te geven zodat u hem later kunt oproepen (bladzijde 46).
20 TONE
Met deze knop krijgt u toegang tot de lageen hogetonenregelingen, die u dan kunt aanpassen met de draaischijf MULTI JOG (bladzijde 32).
21 QUICK SETUP
Zie Snel instellen op bladzijde 8.
22 Bedieningstoetsen van het menu System Setup
SETUP – Samen met de draaischijf MULTI JOG krijgt u zo toegang tot het menu System Setup (bladzijde 9, bladzijde 36, bladzijde 63).
RETURN – Druk hierop om te bevestigen en het huidige menu af te sluiten.
23 SIGNAL SELECT
Hiermee kiest u een ingangssignaal (bladzijde 33).
24 SBch PROCESSING
Hiermee selecteert verwerking via het surround-achterkanaal of de virtuele surroundachtermodus (bladzijde 31).
25 ACOUSTIC EQ
Hiermee kiest u een instelling voor de akoestische kalibratie EQ (bladzijde 30).
Display
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
10 |
11 |
12 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
EON |
[ L ] |
6 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
RDS |
[ C ] |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
SP AB [ R ] |
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
[Rs] |
0 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
[SBR] |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
[SBL] |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
[Ls] |
6 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
40 125 250 4K13K
Español Nederlands Italiano Français Deutsch English
13 14 |
15 |
16 |
17 |
18 |
19 |
20 |
21 |
22 |
1 SIGNAL-indicators |
|
|
|
|
AUTO – Licht op wanneer de AUTO |
|||
Deze lampjes geven het soort invoersignaal |
|
|
|
signaalherkenning is ingeschakeld. |
||||
aan: |
|
|
|
|
|
|
|
|
23
Du
SB – Afhankelijk van de bron brandt dit wanneer een signaal met achterkanaalscodering wordt gedetecteerd.
DIGITAL – Licht op wanneer een digitaal geluidssignal wordt gedetecteerd.
2DIGITAL – Licht op wanneer een Dolby Digital gecodeerd geluidssignaal wordt gedetecteerd.
ANALOG – Licht op wanneer een analoog signaal wordt gedetecteerd.
DTS – Brandt wanneer een met DTS gecodeerde geluidsbron wordt gedetecteerd.
2
Wanneer de STANDARD-modus is ingeschakeld, licht dit op om aan te geven dat een DTS multikanaals-signaal wordt gedecodeerd.
3 2 DIGITAL
Wanneer de STANDARD-stand ingeschakeld is, dan licht dit op om aan te geven dat een Dolby Digital meerkanaals-signaal wordt gedecodeerd.
4 2 PRO LOGIC IIx
Wanneer de receiver in (STANDARD) Pro Logic II-modus werkt, brandt het lampje 2 PRO LOGIC II om aan te geven dat Pro Logic IIdecodering actief is. Het lampje 2 PRO LOGIC IIx brandt om aan te geven dat Pro Logic IIx-decodering actief is (zie Luisteren in surroundgeluid op bladzijde 28).
5 VIR.SB
Licht op wanneer u Virtual Surround Back gebruikt (bladzijde 31).
6 DIRECT
Brandt wanneer rechtstreekse weergave van bronmateriaal actief is. Bij direct afspelen wordt de toonregeling uitgeschakeld, zodat het geluid van de bron het meest nauwkeurig wordt weergegeven.
7 AUTO SURR.
Licht op wanneer Auto Surround (zie
Automatische weergave op bladzijde 28) ingeschakeld is.
8 ATT
Licht op wanneer ANALOG ATT wordt gebruikt om het niveau van het analoge ingangssignaal de verzwakken (verlagen).
9 SLEEP
Licht op wanneer de slaapstand is ingeschakeld (Afstandsbediening hieronder).
24
10Tuner indicators
– Licht op wanneer de monomodus is ingesteld met de knop MPX.
– Licht op tijdens de ontvangst van een stereo FM-uitzending in de automatische stereomodus.
– Licht op wanneer een uitzending wordt ontvangen.
11EON/RDS-indicators
EON - Licht op wanneer de EON-functie ingesteld is en knippert tijdens de ontvangst van een EON-uitzending.
De -indicator licht op wanneer de huidige zender de EON-service aanbiedt (bladzijde 48).
RDS – Licht op wanneer een RDSuitzending wordt ontvangen (bladzijde 47).
12Luidsprekerindicator
Lichten op om het huidige luidsprekersysteem aan te geven, A en/of B (bladzijde 59).
13Lettertekendisplay
14Neo:6
Wanneer de (STANDARD) Neo:6-modus ingeschakeld is, brandt dit om aan te geven dat Neo:6 actief is.
15ADV.SURR. (Advanced Surround)
Licht op wanneer een van de Advanced Surround-modi is geselecteerd.
16WMA9 Pro
Brandt wanneer WMA9 Pro-decodering actief is.
17 MIDNIGHT
Brandt wanneer de Midnight modus actief is (bladzijde 32).
18 D.E.
Licht op wanneer de functie voor het benadrukken van de dialogen (DIALOG E) is ingeschakeld (bladzijde 32).
19 LOUDNESS
Brandt wanneer Loudness (hoog-/ laagversterking) actief is (bladzijde 32).
20 EX
Brandt wanneer een met Dolby Digital Surround EX gecodeerd geluidssignaal wordt gedetecteerd.
Du
21Hoofdvolumeniveau
22MCACC kanaal-EQ-indicatoren
Deze indicatoren tonen de EQ-balans voor elk kanaal in Uw instellingen voor akoestische kalibratie EQ controleren op bladzijde 41. Bovendien lichten L en R op wanneer de Sound Retriever gebruiken (bladzijde 32).
Afstandsbediening
|
|
|
|
|
|
11 |
|
RECEIVER |
INPUT |
|
SYSTEM OFF |
|
|
|
|
SOURCE |
|
|||
1 |
|
SELECT |
|
|
12 |
|
|
|
|
|
|
||
|
AV PRE-PROGRAMMED AND LEARNING |
|
|
|||
|
REMOTECONTROLUNIT |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
13 |
2 |
DVD |
|
TV |
DVR |
TVCTRL |
|
|
CD-R/TAPE |
USB |
|
14 |
||
|
CD |
|
FM |
AM |
RECEIVER |
|
|
|
|
||||
|
SLEEP |
SBch |
ANALOG |
|
||
|
|
|
|
|
ATT |
|
|
|
SR+ |
|
DIMMER |
MIDNIGHT/ |
|
|
|
|
|
|
LOUDNESS |
|
3 |
DIALOG E |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
D.ACCESS +10 |
|
|
CLASS DISC |
|
|
|
|
|
|
|
ENTER |
|
4 |
TOPMENU |
|
|
|
MENU |
|
|
|
TUNE |
|
|
|
|
5 |
|
ST |
|
ST |
T.EDIT |
|
SETUP |
|
ENTER |
RETURN |
|
||
|
|
|
|
|||
|
GUIDE PTYSEARCH |
TUNE |
|
|
|
|
|
|
TV CONTROL |
|
|
||
6 |
|
SELECT |
|
|
15 |
|
|
TVVOL |
INPUT |
TVCH |
VOL |
|
|
|
A |
REC |
|
|
16 |
|
|
|
|
MUTE |
|||
|
|
|
|
|
||
7 |
MPX |
|
EON |
REC STOP |
JUKEBOX |
|
B |
C |
D |
E |
|
||
|
AUDIO |
SUBTITLE |
HDD |
DVD |
|
|
|
DISP |
|
|
CH |
CH |
|
8 |
STANDARD |
ADV.SURR |
STEREO |
AUTO SURR |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9 |
MULTI OPE |
S.RETRIEVER |
ACOUSTIC EQ SIGNAL SEL |
|
||
|
|
|
|
|
|
|
10 |
SHIFT |
EFFECT/CHSEL |
|
17 |
||
|
|
|
|
|
RECEIVER
1 RECEIVER
Hiermee schakelt u de receiver tussen aan en stand-by.
2 MULTI CONTROL-toetsen
Druk hierop om de bediening van andere apparaten te selecteren (zie De rest van uw systeem bedienen op bladzijde 50).
3 Cijfertoetsen en andere |
|
||
bedieningselementen voor receiver/ |
|
English |
|
apparaten |
|
||
|
|
||
Gebruik de cijfertoetsen om rechtstreeks een |
|
|
|
radiofrequentie (bladzijde 45) of een track op |
|
|
|
een CD, DVD, enz. te kiezen. |
|
|
|
DISC (ENTER) kan worden gebruikt om |
|
|
|
opdrachten voor TV’s in te voeren, en kan |
|
Deutsch |
|
tevens worden gebruikt om een schijf in een |
|
||
multi-CD-speler te selecteren. |
|
||
De volgende functies zijn beschikbaar |
|
||
wanneer u eerst op de RECEIVER-toets drukt: |
|
|
|
SLEEP – Druk hierop om de tijdsduur te |
|
Français |
|
wijzigen voordat de receiver overschakelt |
|
||
|
|
||
naar standby (90 min – 60 min – 30 min – |
|
|
|
uit). U kunt de resterende tijd van de |
|
|
|
slaaptimer om het even wanneer |
|
|
|
controleren door eenmaal op SLEEP te |
|
|
|
drukken. |
|
Italiano |
|
SB ch – Hiermee kiest u de surround- |
|
||
achterkanaalfunctie (bladzijde 31) of de |
|
||
virtuele surround-achterkanaalfunctie |
|
||
(bladzijde 31). |
|
|
|
ANALOG ATT – Verzwakt (verlaagt) het |
|
|
|
|
|
||
Nederlands |
|||
(bladzijde 62). |
|||
niveau van een analoog ingangssignaal om |
|
||
vervorming te voorkomen. |
|
||
SR + – Schakelt de functie SR+ aan of uit |
|
||
DIMMER – Verlaagt of verhoogt de |
|
|
|
|
|||
|
|
||
helderheid van het display. |
|
Español |
|
MIDNIGHT/LOUDNESS – Gebruik de |
|
||
functie Midnight om filmgeluid te |
|
||
beluisteren bij een laag volume. Gebruik |
|
||
Loudness om de lage en hoge tonen te |
|
|
|
versterken bij een laag volume |
|
|
|
(bladzijde 32). |
|
||
DIALOG E – Hiermee kunt u de dialogen |
|
||
benadrukken wanneer u TV of films kijkt |
|
||
(bladzijde 32). |
|
||
D.ACCESS – Na het indrukken van deze |
|
||
toets kunt u een radiozender rechtstreeks |
|
||
kiezen met de cijfertoetsen (bladzijde 45). |
|
||
CLASS – Hiermee wisselt u tussen de drie |
|
||
categorieën van voorkeurzenders |
|
||
(bladzijde 46). |
|
25
Du
4 Tuner-/apparaatbedieningstoetsen/ SETUP
De volgende bedieningstoetsen (uitgezonderd SETUP) zijn beschikbaar na het selecteren van de overeenkomstige MULTI CONTROL-toets (DVD, AM, FM, TV, enz.).
TOP MENU – Geeft het hoofdmenu van een DVD weer.
MENU – Hiermee wordt het schijfmenu van d DVD-Video-schijven. Ook gebruikt om TV-menu’s weer te geven.
T.EDIT – Druk hierop om een zerder op te slaan en een naam te geven zodat u hem later kunt oproepen (bladzijde 46).
SETUP (Druk eerst op RECEIVER om deze functie te gebruiken)
Hiermee roept u het systeeminstelmenu op (zie bladzijde 36).
GUIDE – Geeft de gids weer op een digitale TV.
PTY SEARCH – Gebruik deze toets om te zoeken naar RDS-programmatypes (bladzijde 47).
RETURN – Druk hierop om te bevestigen en om het huidige menuscherm te verlaten (ook gebruikt om terug te keren naar het vorige menu bij DVD’s).
5(TUNE/ST +/–) /ENTER
Gebruik de pijltoetsen wanneer u uw surroundgeluidssysteem instelt (zie bladzijde 36). Ook gebruikt om DVD-menu’s/
opties te kiezen en voor de bediening van deck
1 van een dubbel cassettedeck. Gebruik de toetsen TUNE / om radiofrequenties te zoeken en gebruik ST / om de voorkeuzezenders te vinden (bladzijde 46).
6TV CONTROL-toetsen
Deze toetsen zijn voorbehouden voor de bediening van de TV die is toegewezen aan de TV CTRL-toets. Als u dus slechts één TV op dit systeem heeft aangesloten, wijs hem dan toe aan de toets TV CTRL MULTI CONTROL. Als u twee TV’s heeft, wijst u de hoofd-TV toe aan de toets TV CTRL (zie bladzijde 50 voor meer informatie).
TV – Hiermee zet u de TV aan of uit.
TV VOL +/– – Hiermee stelt u het volume van de TV in.
INPUT SELECT – Hiermee selecteert u het ingangssignaal van de TV.
TV CH +/– – Hiermee kiest u kanalen.
7 Apparaatbedieningstoetsen
De hoofdtoetsen ( , , enz.) worden gebruikt voor de bediening van een apparaat nadat u het heeft gekozen met de MULTI CONTROL- toetsen.
De bedieningselementen boven deze toetsen kunnen worden gebruikt nadat u de bijbehorende toets MULTI CONTROL (bijvoorbeeld DVD of DVR) hebt ingedrukt.
MPX – Hiermee wisselt u tussen stereoen mono-ontvangst van FM-uitzendingen. Als het signaal zwak is, kunt u de geluidskwaliteit verbeteren door om te schakelen naar mono (bladzijde 45).
EON – Gebruik deze toets om te zoeken naar programma’s die verkeersinformatie of nieuws uitzenden (bladzijde 48).
AUDIO – Hiermee verandert u de audiotaal of het audiokanaal op DVD-discs.
DISP – Schakelt tussen benoemde voorkeuzezenders en radiofrequenties (bladzijde 46).Het geeft ook RDSinformatie weer (bladzijde 47).
SUBTITLE – Hiermee kunt u de ondertitels van meertalige DVD-videodiscs weergeven of wijzigen.
CH +/– – Hiermee kiest u kanalen wanneer u een TV, VCR, DVR, enz. gebruikt.
De volgende DVR-bedieningsfuncties zijn beschikbaar wanneer u eerst op SHIFT drukt:
REC – Start de opname. REC STOP – Stopt de opname.
JUKEBOX – Hiermee schakelt u over naar de jukeboxfunctie.
HDD/DVD – Met deze toetsen wisselt u tussen de vaste schijf en de bediening van de DVD voor DVD/HDD-recorders.
8RECEIVER CONTROL-toetsen STANDARD – Druk hierop voor standaard decodering en om te wisselen tussen de verschillende opties voor Pro Logic IIx en Neo:6 (bladzijde 28).
ADV.SURR – Hiermee kiest u tussen de verschillende surroundmodi (bladzijde 29).
STEREO – Hiermee wisselt u tussen stereo/ directe weergave (bladzijde 30). Selecteert ook de Auto Surroundmodus (Automatische weergave op bladzijde 28).
26
Du
AUTO SURR – Hiermee wisselt u tussen stereo/directe weergave (page 30).
Selecteert ook de Auto Surroundmodus (Auto playback on page 28).
S. RETRIEVER – Druk hierop om geluid met CD-kwaliteit te herstellen voor gecomprimeerde audiobronnen (bladzijde 32).
ACOUSTIC EQ – Hiermee kiest u een instelling voor de akoestische kalibratie EQ (bladzijde 30).
SIGNAL SEL – Hiermee kiest u een ingangssignaal (bladzijde 33).
9 MULTI OPE
Druk hierop om meerdere handelingen te verrichten (bladzijde 53).
10 SHIFT
Druk hierop om toegang te krijgen tot de DVRbedieningsfuncties (boven de apparaatbedieningstoetsen) en tot bepaalde bedieningsfuncties van de receiver.
11 INPUT SELECT
Hiermee selecteert u de ingangsbron. (gebruik
SHIFT voor INPUT SELECT |
). |
12 SOURCE
Hiermee zet u apparaten die zijn aangesloten op de receiver aan en uit (zie bladzijde 50 voor meer informatie). Druk hierop na MULTI OPE (bladzijde 53).
13 Lettertekendisplay (LCD)
Dit display toont informatie wanneer bedieningssignalen worden verstuurd.
De volgende commando’s worden getoond wanneer u de afstandsbediening instelt voor de bediening van andere apparaten (zie De rest van uw systeem bedienen op bladzijde 50):
SETUP – Geeft de instelmodus aan, waarin u de onderstaande opties kunt kiezen.
PRESET – Zie Ingestelde codes rechtstreeks kiezen op bladzijde 51.
LEARNING – Zie Signalen van andere afstandsbedieningen programmeren op bladzijde 51.
MULTI OP – Zie Multi Operation en System Off op bladzijde 53.
SYS OFF – Zie Multi Operation en System Off op bladzijde 53.
DIRECT F – Zie Directe functie op bladzijde 53.
ERASE – Zie Signalen van andere afstandsbedieningen programmeren op bladzijde 51.
RESET – Zie Alle geprogrammeerde instellingen van de afstandsbediening wissen op bladzijde 53.
READ ID – Zie Ingestelde codes controleren op bladzijde 53.
14 |
RECEIVER |
|
|
|
|
|
|||
Schakelt de afstandsbediening in voor de |
|
English |
||
toetsen te selecteren (DIMMER, enz.). Gebruik |
|
|||
bediening van de receiver (wordt gebruikt om |
|
|
||
de groene opdrachten boven de nummer- |
|
|
||
deze toets tevens om het surroundgeluid in te |
|
|
||
stellen (bladzijde 9, bladzijde 36). |
|
|
||
15 |
VOL +/– |
|
Deutsch |
|
Hiermee dempt u het geluid of herstelt u het |
|
|||
Hiermee stelt u het luistervolume in. |
|
|
||
16 |
MUTE |
|
|
|
oorspronkelijke geluidsniveau nadat het geluid |
|
|
||
is gedempt (door het regelen van het volume |
|
Français |
||
wordt het geluidsniveau eveneens hersteld). |
|
|||
|
|
|||
17 |
EFFECT/CH SEL |
|
|
|
|
Druk hierop herhaalde malen om een |
|
|
|
|
kanaal selecteren, gebruik vervolgens +/- |
|
|
|
|
om het niveau in te stellen (zie Tip op |
|
|
|
|
bladzijde 44). Hiermee stelt u tevens het |
|
Italiano |
|
|
niveau in van geavanceerde surroundef- |
|
||
|
fecten, Dolby Pro Logic IIx Musicen Neo:6 |
|
|
|
|
Music-parameters (bladzijde 29). U kunt de |
|
|
|
|
toetsen +/- gebruiken om deze instel- |
|
|
|
|
lingen uit te voeren. |
|
|
|
Bedieningsbereik van de |
|
|||
Nederlands |
||||
afstandsbediening |
||||
|
||||
Onder de volgende omstandigheden werkt de |
|
|||
afstandsbediening mogelijk niet goed: |
|
|||
• Er bevinden zich obstakels tussen de |
|
|||
|
||||
|
afstandsbediening en de sensor van de |
Español |
||
|
afstandsbediening op de receiver. |
|||
|
|
• Er valt direct zonlicht of TL-licht op de afstandsbedieningssensor.
• De receiver staat dicht bij een apparaat dat infraroodstralen uitzendt.
• De receiver wordt tegelijkertijd met een andere infrarood-afstandsbediening bediend.
30 30
7 m
27
Du
Hoofdstuk 6:
Luisteren naar uw systeem
Belangrijk
•Bepaalde functies die in dit hoofdstuk worden beschreven zijn alleen beschikbaar bij bepaalde geluidsbronnen (bijvoorbeeld PCM 88,2 kHz/96 kHz, DTS 96 kHz (24-bits) of WMA 9 Pro).
Automatische weergave
De meest eenvoudige, rechtstreekse weergave-optie is de automatische surroundfunctie. In deze functie herkent de receiver automatisch welk soort bron u afspeelt en selecteert hij multikanaals of
stereoweergave, al naar gelang het geval.1
STANDARD ADV.SURR STEREO AUTO SURR
• Wanneer u naar een geluidsbron luistert, drukt u op AUTOSURR om de bron automatisch te laten afspelen. AUTOSURR. verschijnt kort op de display (hierna verschijnt het type decodering of de afspeelmodus). De indicatoren voor digitale indeling op het scherm geven aan wat voor type bron wordt weergegeven.
Luisteren in surroundgeluid
Met deze receiver kunt u elke bron beluisteren in surroundgeluid. De beschikbare opties hangen evenwel af van uw luidsprekeropstelling en het soort bron dat u beluistert.
Als u surround-achterluidsprekers heeft aangesloten, zie Verwerking van surround-
achterkanaal gebruiken op bladzijde 31.2
De volgende functies leveren standaard surroundgeluid voor stereoen multikanaals bronnen.
STANDARD ADV.SURR STEREO AUTO SURR
• Druk tijdens het luisteren naar een bron op STANDARD.
Druk indien nodig meerdere keren om een luisterfunctie te selecteren.
•Als de bron gecodeerd is met Dolby Digital, DTS of Dolby Surround, wordt automatisch het juiste decoderingsformaat gekozen en getoond op het display.
Bij tweekanaals bronnen heeft u de keuze uit:
•2 Pro Logic IIx MOVIE – Levert tot 7.1 geluidskanalen, vooral geschikt voor filmbronnen
•2 Pro Logic IIx MUSIC – Levert tot 7.1 geluidskanalen, vooral geschikt voor muziekbronnen
•2 Pro Logic IIx GAME – Tot 7.1-kanaals geluid, vooral geschikt voor videospellen
•2 PRO LOGIC -4.1-kanaals surroundgeluid (het geluid van de surroundluidsprekers is mono)
•Neo:6 CINEMA – 6.1-kanaals geluid, vooral geschikt voor filmbronnen
•Neo:6 MUSIC – 6.1-kanaals geluid, vooral geschikt voor muziekbronnen
Bij multikanaals bronnen, als u (een) surroundachterluidspreker(s) heeft aangesloten en
SB ON heeft geselecteerd, heeft u de keuze uit (overeenkomstig het formaat):
•2Pro Logic IIx MOVIE – Zie hierboven
•2Pro Logic IIx MUSIC – Zie hierboven
Opmerking
1 • Stereo-surroundformaten (matrix) worden als dusdanig gedecodeerd met Neo:6 CINEMA of 2Pro Logic IIx MOVIE (zie Luisteren in surroundgeluid hierboven voor meer informatie over deze decoderingsformaten).
• De automatische surroundfunctie wordt geannuleerd als u een hoofdtelefoon aansluit of de multikanaals analoge ingangen selecteert.
2 Als de verwerking van het surround-achtergeluid (bladzijde 31) op OFF wordt gezt of als de surrourd-achterluid sprekers worden ingesteld op NO (bladzijde 42) (dit geurt automatisch als de Instelling van de surround-achterluidspreker Standaardinstelling op bladzijde 36 op iets anders dan Normal (SB) wordt ingesteld), wordt 2Pro Logic IIx op 2Pro Logic II (5.1-kanaals geluid) ingesteld.
28
Du
•Dolby Digital EX – Creëert surroundachterkanaalgeluid voor 5.1-kanaals bronnen en biedt zuivere decodering voor 6.1-kanaals bronnen (zoals Dolby Digital Surround EX)
•DTS-ES – Hiermee kunt u DTS-bronnen beluisteren via 6.1 kanalen
Gebruik van de geavanceerde surroundeffecten
Met de geavanceerde surroundeffecten kunnen diverse bijkomende surroundgeluidseffecten worden verkregen. De meeste Advanced Surround-modi zijn bedoeld voor het beluisteren van filmgeluid, maar sommige zijn ook geschikt voor muziekbronnen. Probeer verschillende instellingen uit met diverse geluidsopnamen
om te zien welke instelling u het meest bevalt.1
STANDARD ADV.SURR STEREO AUTO SURR
• Druk herhaaldelijk op ‘ADV.SURR’ om een luisterfunctie te selecteren.
•ADV. MOVIE – Geschikt voor filmbronnen.
•ADV. MUSIC - Geschikt voor muziekbronnen.
•TV SURR. – Deze modus produceert surround-geluid voor zowel monoals stereo-tv-bronnen.
•SPORTS – Geschikt voor sportprogramma’s.
•ADV. GAME - Geschikt voor videospellen.
•EXPANDED – Simuleert meerkanaalssurroundgeluid voor tweekanaalsbronnen.2
•7-STEREO – Geeft een meerkanaalsgeluid aan een stereobron, waarbij al uw luidsprekers worden gebruikt.
•VIR. SURR - Creëert een virtueel surroundeffect met behulp van alleen de subwoofer en de voorluidsprekers.
•PHONESUR. – Creëert het effect van een volledig surroundgeluid met de hoofdtelefoon.
Effectopties instellen
Wanneer surroundeffecten worden gebruikt, zijn er een aantal instellingen die u kunt aanpassen.
1 Druk herhaalde malen op EFFECT/CH SEL om de instelling te selecteren die u wilt afstellen.
Afhankelijk van de huidige status / modus van de receiver worden bepaalde opties wellicht niet weergegeven. Raadpleeg de onderstaande tabel voor opmerkingen hierover.
2 Gebruik de toetsen +/– om deze naar wens in te stellen.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de beschikbare opties voor elke instelling. De standaardwaarden, indien niet vermeld, zijn aangegeven in vet.
3 Druk nogmaals op EFFECT/CH SEL om nog andere instellingen aan te passen.
Instelling |
Functie |
Opties |
Center |
Spreid het middenkanaal |
0 tot 7 |
Widtha |
tussen de rechteren linker |
Stan- |
(Alleenvantoe- |
voorluidsprekers, waardoor het |
daard: 3 |
passingbij |
breder (hogere instellingen) of |
|
gebruikvaneen |
smaller (lagere instellingen) |
|
middenluid- |
klinkt. |
|
spreker) |
|
|
|
|
|
Dimensiona |
Hiermee wordt de balans van |
–3 tot |
|
het surroundgeluid van voor- |
+3 |
|
naar achterzijde ingesteld, |
|
|
Stan- |
|
|
waardoor het geluid verder weg |
|
|
daard: 0 |
|
|
(negatieve instellingen) of meer |
|
|
naar voren (positieve |
|
|
instellingen) klinkt. |
|
|
|
|
Panoramaa |
Hiermee wordt het voorste |
OFF |
|
stereobeeld verbreedt, zodat het |
|
|
ON |
|
|
de surroundluidsprekers omvat |
|
|
voor een ‘omhullend’ effect. |
|
|
|
|
Center |
Hiermee stelt u het midden- |
0 tot 10 |
Imageb |
beeld in om een breder stereo- |
Stan- |
(Alleen van |
effect te creëren met gesproken |
daard: 3 |
toepassing |
tekst. Stel het effect in van 0 |
|
bij gebruik |
(alle middenkanaalsignalen |
|
van een mid- |
gaan naar de luidsprekers links |
|
denluidspre- |
en rechts voor) tot 10 (de |
|
ker) |
middenkanaalsignalen gaan |
|
|
alleen naar de middenluid- |
|
|
spreker). |
|
Opmerking
1 • Als u op ADVANCED SURROUND drukt terwijl u een hoofdtelefoon hebt aangesloten, wordt automatisch de PHONES SURROUND-modus geselecteerd.
•Afhankelijk van de bron en de geluidsmodus die u heeft gekozen, is het mogelijk dat u geen geluid hoort uit de surroundachterluidsprekers van uw systeem. Zie Verwerking van surround-achterkanaal gebruiken op bladzijde 31 voor meer informatie.
•Wanneer een geavanceerde surround-weergavemodus geselecteerd is, kan het effectniveau worden ingesteld met behulp van de parameter EFFECT in Effectopties instellen hierboven.
2 Wordt gebruikt in combinatie met Dolby Pro Logic voor een stereo-surroundeffect (stereoveld is breder dan bij standaardmodi met Dolby Digital-bronnen).
Español Nederlands Italiano Français Deutsch English
29
Du
Instelling |
Functie |
Opties |
Effect |
Hiermee stelt u het effectniveau |
10 tot 90 |
|
in voor de momenteel geselec- |
|
|
teerde geavanceerde surround- |
|
|
modus (elke modus kan |
|
|
afzonderlijk worden ingesteld). |
|
|
|
|
a Alleen beschikbaar bij 2-kanaalsbronnen in Dolby Pro Logic IIx Music-modus.
b Alleen beschikbaar bij 2-kanaalsbronnen in Neo:6 Musicmodus.
Luisteren in stereo
Wanneer u STEREO of DIRECT selecteert, hoort u de bron alleen via de linkse en rechtse voorluidsprekers (en soms ook via uw subwoofer, afhankelijk van uw luidsprekerinstellingen).
Dolby Digital, DTS en WMA9 Pro multikanaals geluidsbronnen worden omlaag gemixt tot stereo.
STANDARD ADV.SURR STEREO AUTO SURR
• Druk tijdens het luisteren naar een bron op STEREO voor stereoweergave.
Druk herhaaldelijk om te kiezen tussen:
•STEREO – Het audiogeluid wordt weergegeven met uw surroundinstellingen. U kunt nog steeds de functies Midnight, Loudness en Tone gebruiken.
•DIRECT – Alle effecten en surroundinstellingen worden genegeerd, waardoor het geluid zo dicht mogelijk bij het audiosignaal van de bron blijft.1
•AUTO SURR. – Zie Automatische weergave op bladzijde 28 voor meer informatie.
U kunt bronnen beluisteren met akoestische kalibratie-egalisatie, die wordt ingesteld in
Automatische instelling van surroundgeluid (MCACC) op bladzijde 9 of Akoestische kalibratie EQ op bladzijde 39. Zie de vermelde bladzijden voor meer informatie over akoestische kalibratie-egalisatie.
MULTI OPE S.RETRIEVER ACOUSTIC EQ SIGNAL SEL
• Druk tijdens het luisteren naar een bron op ACOUSTIC EQ.
Druk herhaaldelijk om te kiezen tussen de volgende instellingen:
•ALL CH – Alle kanalen zijn even belangrijk.
•F. ALIGN – Het geluid is hoorbaar uit alle luidsprekers volgens de instellingen van de voorluidsprekers.
•CUSTOM 1/2 – Aangepaste instellingen
•EQ OFF – Hiermee schakelt u de akoestische calibratie uit.
De MCACC-indicator op het voorpaneel licht op wanneer de akoestische kalibratie EQ actief
is.2
Luisteren met akoestische kalibratie EQ
•Standaardinstelling: OFF / ALL CH (na de automatische MCACC-instelling of automatische EQ-instelling)
Opmerking
1 Als u overschakelt naar Midnight, Loudness (hoog-/laagversterking), Dialog enhancement (spraakversterking), de Sound Retriever of One (toonregeling) terwijl DIRECT is geselecteerd, dan schakelt de receiver automatisch over op STEREO.
2 • U kunt de akoestische frequentiekalibratie niet’ gebruiken met DVD 5.1ch of WMA9 Pro, en het heeft geen effect op de hoofdtelefoon.
• Als u de akoestische kalibratie EQ inschakelt wanneer DIRECT is geselecteerd, schakelt de receiver automatisch over naar STEREO.
30
Du