Miele CS 7611 Operating instructions

0 (0)
Miele CS 7611 Operating instructions

Gebruiksen montagehandleiding

SmartLine-inductiewok

Lees beslist de gebruiksen montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.

nl-NL

M.-Nr. 11 270 280

Inhoud

 

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.........................................................

4

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................

14

Overzicht ..............................................................................................................

15

Wok .......................................................................................................................

15

Bedieningselementen/displays..............................................................................

16

Kookzones.............................................................................................................

17

Bijgeleverde accessoires.......................................................................................

18

Ingebruikneming van het apparaat....................................................................

19

SmartLine-element voor het eerst reinigen ...........................................................

19

SmartLine-element voor het eerst in gebruik nemen ............................................

19

Inductie.................................................................................................................

20

Bediening .............................................................................................................

22

Tabel vermogensstanden ......................................................................................

22

Principe van de bediening.....................................................................................

22

Wok inschakelen ...................................................................................................

23

Vermogensstand instellen .....................................................................................

23

Uitschakelen..........................................................................................................

23

Restwarmte-indicatie ............................................................................................

23

Vermogensstand instellen (uitgebreid aantal standen)..........................................

23

Aankookautomaat .................................................................................................

24

Booster..................................................................................................................

25

Warmhouden.........................................................................................................

26

Timer.....................................................................................................................

27

Kookwekker...........................................................................................................

27

Kookzone automatisch uitschakelen.....................................................................

28

Extra functies.......................................................................................................

29

Stop&Go................................................................................................................

29

Recall.....................................................................................................................

29

Schoonmaakfunctie ..............................................................................................

30

Demomodus..........................................................................................................

30

Gegevens SmartLine-element weergeven ............................................................

30

Beveiligingen........................................................................................................

31

Inschakelblokkering / vergrendeling......................................................................

31

Veiligheidsuitschakeling ........................................................................................

33

Oververhittingsbeveiliging .....................................................................................

34

Programmering....................................................................................................

35

2

 

Inhoud

Reiniging en onderhoud......................................................................................

38

Nuttige tips...........................................................................................................

40

Bij te bestellen accessoires................................................................................

44

Service..................................................................................................................

45

Contact bij storingen .............................................................................................

45

Typeplaatje ............................................................................................................

45

Garantie .................................................................................................................

45

Installatie..............................................................................................................

46

Veiligheidsinstructies voor het inbouwen ..............................................................

46

Veiligheidsafstanden .............................................................................................

47

Opliggend..............................................................................................................

51

Aanwijzingen voor het inbouwen – opliggend.......................................................

51

Uitsparing werkblad – opliggend...........................................................................

53

Verbindingsstrips – opliggend ...............................................................................

56

Inbouwmaten (opliggende inbouw) .......................................................................

57

Inbouw – opliggend...............................................................................................

58

Naadloos aansluitend............................................................................................

60

Aanwijzingen voor het inbouwen – naadloos aansluitend.....................................

60

Uitsparing werkblad – naadloos aansluitend ........................................................

62

Verbindingsstrips – naadloos aansluitend.............................................................

65

Inbouwmaten (naadloos aansluitende inbouw) .....................................................

66

Inbouw – naadloos aansluitend.............................................................................

67

Elektrische aansluiting...........................................................................................

69

3

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Deze wok voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.

Lees de gebruiksen montagehandleiding aandachtig door voordat u de wok in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan de wok.

In overeenstemming met de norm IEC 60335-1 adviseert Miele u uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van de wok en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te volgen.

Wanneer de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.

Bewaar de gebruiksen montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.

4

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Verantwoord gebruik

Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk gebruik (of daarmee vergelijkbaar).

Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.

Gebruik het apparaat uitsluitend in huishoudelijke situaties voor het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.

Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing! De personen die het apparaat bedienen, moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.

5

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Wanneer er kinderen in huis zijn

Houd kinderen onder 8 jaar op een afstand, tenzij u voortdurend toezicht houdt.

Kinderen vanaf 8 jaar mogen de wok alleen zonder toezicht gebruiken als ze precies weten hoe ze deze veilig moeten bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.

Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen.

Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.

Het apparaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog enige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand, totdat het apparaat voldoende is afgekoeld en er geen verbrandingsgevaar meer bestaat.

Verbrandingsgevaar!

Bewaar voorwerpen, die voor kinderen interessant kunnen zijn, niet op plaatsen boven of achter de wok. Zo krijgen de kinderen niet de neiging om op de wok te klimmen.

Verbrandingsgevaar! Draai de grepen van de pannen zo dat ze zich boven het werkblad bevinden, zodat kinderen de pannen niet van het apparaat kunnen trekken.

Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij kinderen vandaan.

Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen de wok niet onbedoeld kunnen inschakelen. Schakel de vergrendeling in als u de wok gebruikt, zodat kinderen de (gekozen) instellingen niet kunnen wijzigen.

6

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhoudsof reparatiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. In- stallatie-, onderhoudsen reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde vakkracht worden uitgevoerd.

Een beschadigde wok kan uw veiligheid in gevaar brengen. Controleer de wok op zichtbare schade. Gebruik nooit een beschadigde wok.

De betrouwbare en veilige werking van het apparaat is uitsluitend gegarandeerd, als het apparaat op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.

De wok mag niet op wisselrichters worden aangesloten die bij autonome stroomvoorzieningen worden toegepast (zoals bij zonneenergie). Als de wok wordt ingeschakeld, kan deze bij spanningspieken om veiligheidsredenen worden uitgeschakeld. De elektronica kan beschadigd raken.

De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegarandeerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.

De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje moeten beslist overeenkomen met de waarden van het elektriciteitsnet om beschadiging van het apparaat te voorkomen.

Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.

Met een stekkerdoos of verlengsnoer kan een veilig gebruik van het apparaat niet worden gewaarborgd (brandgevaar). Sluit het apparaat hiermee niet op het elektriciteitsnet aan.

Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd, zodat de veiligheid is gewaarborgd.

7

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een boot) worden gebruikt.

Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert.

Open nooit de ommanteling van het apparaat.

De garantie vervalt als het apparaat niet wordt gerepareerd door een technicus die door Miele is geautoriseerd.

Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen. Alleen van Miele-onderdelen kunnen wij garanderen dat zij volledig aan de veiligheidseisen voldoen.

Het apparaat mag niet worden gebruikt met een externe schakelklok of een systeem dat op afstand werkt.

Als de stekker wordt verwijderd of als de aansluitkabel geen stekker heeft, mag het apparaat uitsluitend door een vakman op het net worden aangesloten.

Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een elektricien door een speciale aansluitkabel worden vervangen (zie het hoofdstuk “Installatie”, paragraaf “Elektrische aansluiting”).

Bij installatie-, onderhoudsen reparatiewerkzaamheden moet de wok volledig van het elektriciteitsnet zijn losgekoppeld. Ga daarvoor als volgt te werk:

Schakel de zekeringen van de elektrische installatie uit.

Draai de zekeringen van de elektrische installatie er geheel uit.

Trek de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos. Trek daarbij niet aan de elektriciteitskabel maar aan de netstekker.

8

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Gevaar voor elektrische schok!

Neem de wok niet in gebruik bij een defect of bij breuken, scheuren en barsten in de keramische plaat c.q. schakel het apparaat meteen uit. Maak de wok spanningsvrij. Neem contact op met Miele.

Als de wok achter een meubeldeur is ingebouwd, mag de deur niet worden gesloten als u de wok gebruikt. Achter een gesloten deur worden warmte en vocht opgehoopt. Hierdoor kunnen de wok, de kast en de vloer beschadigd raken. Sluit de meubeldeur pas als de restwarmte-indicatie verdwenen is.

9

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Veilig gebruik

Het apparaat wordt heet als het in gebruik is en blijft dat ook nog enige tijd na het uitschakelen. Zodra de restwarmte-indicatie (afhankelijk van het model) is uitgegaan, is het verbrandingsgevaar geweken.

Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het apparaat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt. Blus een brand met olie of vet nooit met water.

Schakel het apparaat uit en doof de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusdeken.

Houd toezicht op het apparaat als het in gebruik is. Houd continu toezicht op korte kooken braadprocessen.

Flambeer nooit onder een afzuigkap. Door de vlammen kan de afzuigkap in brand vliegen.

Spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen en brandbare materialen kunnen bij verhitting vlam vatten. Bewaar dergelijke producten daarom niet in een schuiflade onder het apparaat. Een eventuele bestekbak moet van hittebestendig materiaal zijn.

Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.

In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat tijdens het inmaken of verwarmen overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen openbarsten. Gebruik het apparaat niet om voedingsmiddelen in afgesloten blikken en dergelijke in te maken of te verwarmen.

Als het apparaat wordt afgedekt, bestaat het risico dat het materiaal van de afdekking in brand vliegt, barst of smelt als u het apparaat per ongeluk inschakelt of als het nog heet is. Dek het apparaat nooit af met bijvoorbeeld afdekplaten, een doek of beschermfolie.

10

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Als de wok ingeschakeld is, als u de wok per ongeluk inschakelt of als deze nog warm is van het koken, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op de plaat liggen heet worden. Andere materialen kunnen smelten of vlam vatten. Vochtige pannendeksels kunnen zich vastzuigen. Gebruik de wok nooit als werkblad. Schakel de wok na gebruik uit.

Als de wok heet is, kunt u zich branden. Gebruik ovenwanten of pannenlappen als de wok heet is. Deze moeten droog zijn. Nat of vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoom brandwonden veroorzaken.

Als u een elektrisch apparaat (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt van de wokplaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in contact komen met de hete plaat. De isolatie van de kabel zou beschadigd kunnen raken.

Zout, suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van groente) kunnen krassen veroorzaken als ze onder de pan komen. Zorg dat de keramische glasplaat en de panbodem schoon zijn, voordat u het kookgerei op de kookplaat plaatst.

Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een licht voorwerp zoals een zoutvaatje kan scheuren of barsten veroorzaken.

Hete voorwerpen op de sensortoetsen en de displays kunnen de elektronica eronder beschadigen. Zet nooit hete pannen op de sensortoetsen en de displays.

Als er suiker, suikerhoudende gerechten, kunststof of aluminiumfolie op de hete wok vallen en smelten, raakt de keramische plaat tijdens het afkoelen beschadigd. Schakel in dat geval de wok meteen uit en verwijder deze stoffen direct grondig met een glasschraper.

Trek daarbij ovenwanten aan. Reinig de keramische plaat vervolgens, zodra ze afgekoeld is, met een speciaal reinigingsmiddel voor keramische platen.

11

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Als de wok droogkookt, kan dit schade aan de keramische plaat veroorzaken. Houd daarom altijd toezicht op de wok als deze in gebruik is.

Door de snelle reactietijd van inductie kan de temperatuur in de bodem van de pan in zeer korte tijd zo hoog oplopen dat olie en vet vanzelf ontbranden. Houd daarom altijd toezicht op de wok als deze in gebruik is.

Verhit vetten en olie hooguit gedurende 1 minuut en gebruik daarvoor nooit de booster.

Alleen voor personen met een pacemaker: in de directe omgeving van het ingeschakelde apparaat ontstaat een elektromagnetisch veld. Het is niet waarschijnlijk dat dit veld de werking van de pacemaker nadelig beïnvloedt. Neem bij twijfel contact op met de fabrikant van de pacemaker of met uw arts.

Het elektromagnetische veld van het ingeschakelde apparaat kan de werking van magnetiseerbare voorwerpen beïnvloeden. Houd creditcards, opslagmedia, rekenmachines, etc. uit de buurt van het ingeschakelde apparaat.

Metalen voorwerpen die in een lade onder de wok worden bewaard, kunnen heet worden als u de wok lang en intensief gebruikt. Bewaar daarom geen metalen voorwerpen in een lade die zich meteen onder de wok bevindt.

De wok heeft een koelventilator. Als zich onder de ingebouwde wok een lade bevindt, moet de afstand tussen de inhoud van de lade en de onderkant van de wok voldoende zijn, zodat de ventilatie van de wok is gewaarborgd. Bewaar geen spitse en kleine voorwerpen of papier in de lade. Deze voorwerpen kunnen via de ventilatieopeningen in de behuizing terechtkomen of aangezogen worden en zo de ventilator beschadigen of de koeling beïnvloeden.

Gebruik uitsluitend de meegeleverde wokpan. Om veiligheidsredenen mag u geen andere wokpannen gebruiken - Brandgevaar (zie hoofdstuk: “Inductie”, paragraaf: “De juiste pannen”).

12

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Reiniging en onderhoud

De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen die onder spanning staan en kortsluiting veroorzaken.

Gebruik voor het reinigen van het apparaat nooit een stoomreiniger.

Schakel de wok niet in als deze boven een pyrolyse-oven of -for- nuis is ingebouwd en de pyrolysefunctie actief is, omdat de oververhittingsbeveiliging van de wok zou kunnen reageren (zie hoofdstuk:

“Veiligheidsfuncties”, paragraaf: “Oververhittingsbeveiliging”).

13

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Het verpakkingsmateriaal

De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling.

Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Het afdanken van een apparaat

Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal waardevolle materialen. Ze bevatten ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone huisafval doet of er niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude apparaat daarom nooit bij het gewone afval.

Lever het apparaat in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te danken apparaat. Bewaar het afgedankte apparaat buiten het bereik van kinderen.

14

Overzicht

Wok

aWokzone

bBedieningselementen/displays

15

Overzicht

Bedieningselementen/displays

Sensortoetsen

aIn-/uitschakelen

bStop&Go

cSchoonmaakfunctie

dWarmhouden activeren/deactiveren

eGetallenreeks

Bedieningspaneel voor het instellen van de vermogensstand, de kookwekker en uitschakeltijden

fAutomatisch uitschakelen

gKookwekker

Controlelampjes

h Automatisch uitschakelen

iRestwarmte

jBooster

kTimerdisplay

: tot

Tijd

:

 

 

Inschakelblokkering/vergrendeling geactiveerd

 

Demomodus geactiveerd

16

 

 

Overzicht

Kookzones

 

 

 

 

 

Wokzone Ø in cm

Vermogen in Watt bij 230 V

30,0

Normaal

2400

 

 

TwinBooster, stand 1

2650

 

 

TwinBooster, stand 2

3000

 

 

 

 

 

17

Overzicht

Bijgeleverde accessoires

U kunt de bijgeleverde accessoires (en andere accessoires) desgewenst ook nabestellen (zie “Bij te bestellen accessoires”).

Wokpan CSWP 1450

18

Ingebruikneming van het apparaat

Plak het typeplaatje dat bij de documentatie gevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in het hoofdstuk “Service”.

Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers.

SmartLine-element voor het

eerst reinigen

Reinig de wok vóór het eerste gebruik met een vochtige doek en wrijf de wok daarna weer droog.

SmartLine-element voor het

eerst in gebruik nemen

De metalen delen van het apparaat zijn voorzien van een speciaal beschermlaagje. Als het apparaat voor het eerst in gebruik wordt genomen, kunnen geurtjes en dampen ontstaan. Ook door de verwarming van de inductiespoelen wordt tijdens de eerste gebruiksuren een geur afgegeven. Bij elk volgend gebruik neemt de geurvorming af, totdat u niets meer waarneemt.

De geur en de eventueel optredende damp wijzen niet op een verkeerde aansluiting of een defect en zijn ook niet schadelijk voor de gezondheid.

Denk eraan dat de opwarmtijd bij inductiekookplaten veel korter is dan bij gewone kookplaten.

19

Inductie

Principe

Onder de wokzone bevindt zich een inductiespoel. Als u de wok inschakelt, genereert deze spoel een magnetisch veld waardoor de bodem van de pan heet wordt. De wokzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stralingswarmte van de pan.

De inductiekookzone reageert alleen als de bijgeleverde wokpan is geplaatst.

Op het bedieningspaneel knippert de ingestelde vermogensstand, als

u de wok zonder wokpan inschakelt,

u de wokpan van de ingeschakelde wokzone neemt.

Als u binnen 3 minuten de wokpan op de wokzone zet, stopt het knipperen van de vermogensstand en kunt u gewoon doorgaan.

Als u de wok niet op de wokzone plaatst, wordt de wokzone na 3 minuten automatisch uitgeschakeld.

Gevaar voor verbranding door hete voorwerpen.

Als de wok ingeschakeld is, als u de wok per ongeluk inschakelt of als deze nog warm is van het koken, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op de plaat liggen heet worden.

Gebruik de wok nooit als werkblad. Schakel de wok na gebruik uit met sensortoets .

20

Inductie

Geluiden

Bij gebruik van de inductiewok kunnen in de wokpan de volgende geluiden ontstaan:

Bij een hoge vermogensstand kunt u gebrom horen. Dit geluid neemt af of verdwijnt als u een lagere vermogensstand instelt.

Vooral bij lage vermogensstanden kunnen bij elektronische schakelingen klikgeluiden optreden.

Als de koelventilator inschakelt, kan er een zoemend geluid ontstaan. De ventilator koelt de elektronica als u de wok intensief gebruikt. Ook nadat u de wok heeft uitgeschakeld, kan de koelventilator nog doordraaien.

De juiste pannen

Brandgevaar door ongeschikte wokpannen

Bij gebruik van andere wokpannen kan het vet of het gerecht oververhit raken en vlam vatten.

Gebruik uitsluitend de meegeleverde wokpan.

De meegeleverde wokpan is speciaal voor deze wok gemaakt.

21

Bediening

Tabel vermogensstanden

Bereiding

Ver-

 

mo-

 

gens-

 

stand

Warmhouden, smelten van

1-2

chocolade

 

Verwarmen van gerechten

3-6

Wokken van typisch oosterse

7-9

gerechten

 

Principe van de bediening

Uw SmartLine-element is voorzien van elektronische sensortoetsen. Deze reageren op vingercontact. De sensortoets Aan/Uit moet bij het inschakelen om veiligheidsredenen iets langer worden aangeraakt dan de overige toetsen. Elke reactie van de toetsen wordt bevestigd met een akoestisch signaal.

Bij uitgeschakeld apparaat is alleen het opgedrukte symbool voor de sensortoets Aan/Uit zichtbaar. Als u het apparaat inschakelt, lichten ook andere sensortoetsen op.

Storing door vuile en/of bedekte sensortoetsen.

De sensortoetsen reageren niet of er worden ongewenste schakelingen uitgevoerd, eventueel wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld (zie hoofdstuk: “Beveiligingen”, paragraaf: “Veiligheidsuitschakeling”). Hete pannen op de sensortoetsen/ displays kunnen de daaronder liggende elektronica beschadigen. Houd de sensortoetsen en displays schoon, plaats er geen voorwerpen op en ook geen hete pannen.

22

Loading...
+ 50 hidden pages