Miele CS 7101-1 Operating instructions [nl]

0 (0)
Gebruiks- en montagehandleiding SmartLine-gaswok
Lees altijd eerst de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 11 503 030
De kookplaat mag ook in andere dan op het toestel aangegeven landen worden gebruikt. De landspecifieke uitvoering en de manier waarop de kookplaat wordt aangesloten, hebben een grote invloed op de correcte en veilige werking van de kookplaat.
Neem daarom contact op met de Miele Service in het betreffende land als u het toestel in een land wilt gebruiken dat niet op het toestel vermeld staat.
2
Inhoud
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen..................................................... 5
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu ........................................... 16
Overzicht ............................................................................................................ 17
Wok ..................................................................................................................... 17
Schakelaars......................................................................................................... 18
Brander................................................................................................................ 19
Bijgeleverde accessoires..................................................................................... 20
Eerste ingebruikneming.................................................................................... 21
SmartLine-element voor het eerst reinigen ......................................................... 21
SmartLine-element voor het eerst in gebruik nemen .......................................... 21
De juiste pannen................................................................................................ 22
Tips om energie te besparen ........................................................................... 24
Bediening ........................................................................................................... 25
Inschakelen ......................................................................................................... 25
FlameGuard......................................................................................................... 25
Vlam instellen ...................................................................................................... 26
Uitschakelen........................................................................................................ 26
Beveiligingen...................................................................................................... 27
Thermo-elektrische vlambeveiliging.................................................................... 27
Reiniging en onderhoud.................................................................................... 28
Keramische plaat................................................................................................. 30
Bedieningsknoppen ............................................................................................ 31
Pannendrager...................................................................................................... 31
Brander................................................................................................................ 32
Nuttige tips......................................................................................................... 33
Bij te bestellen accessoires.............................................................................. 35
Klantendienst..................................................................................................... 36
Contact bij storingen ........................................................................................... 36
Typeplaatje: ......................................................................................................... 36
Garantie............................................................................................................... 36
Installatie............................................................................................................ 37
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen............................................................ 37
Veiligheidsafstanden ........................................................................................... 38
Vlak...................................................................................................................... 41
3
Inhoud
Aanwijzingen voor het inbouwen – vlak .............................................................. 41
Uitsparing werkblad – vlak .................................................................................. 43
Verbindingsstrips – vlak....................................................................................... 46
Inbouwmaten - opliggend ................................................................................... 47
Inbouw – vlak ...................................................................................................... 48
Naadloos aansluitend.......................................................................................... 50
Aanwijzingen voor het inbouwen – naadloos aansluitend................................... 50
Uitsparing werkblad – naadloos aansluitend ...................................................... 52
Verbindingsstrips – naadloos aansluitend........................................................... 55
Inbouwmaten - vlak............................................................................................. 56
Inbouw – naadloos aansluitend........................................................................... 57
Gasaansluiting..................................................................................................... 59
Elektrische aansluiting......................................................................................... 61
Brandervermogen.............................................................................................. 64
Aanpassen aan een andere gassoort.............................................................. 65
Tabel voor de inspuiters ...................................................................................... 65
Inspuiters vervangen ........................................................................................... 65
Grote inspuiters vervangen ............................................................................ 65
De kleine inspuiters vervangen ...................................................................... 66
Functie controleren.............................................................................................. 66
Productgegevensbladen................................................................................... 67
4

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Deze wok voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. On­juist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door voor­dat u de wok in gebruik neemt. Daarin vindt u belangrijke richt­lijnen met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan de wok.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van de wok en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te volgen.
Wanneer de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha­de die hieruit voortvloeit.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef ze door aan een eventuele volgende eigenaar.
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Verantwoord gebruik

Dit toestel is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk ge-
bruik (of daarmee vergelijkbaar).
Het toestel mag niet buiten worden gebruikt.Gebruik deze kookplaat uitsluitend in huishoudelijke context voor
het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Personen die op grond van hun fysieke, zintuiglijke of psychische
problemen, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de kook­plaat niet in staat zijn om deze veilig te bedienen, moeten bij de be­diening onder toezicht staan. Deze personen mogen het toestel al­leen zonder toezicht bedienen als zij een eerst zijn geïnstrueerd. Zij dienen eventuele gevaren van een onjuiste bediening te herkennen en begrijpen.
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Kinderen in het huishouden

Houd kinderen onder acht jaar op een afstand van de wok, tenzij u
voortdurend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de wok alleen zonder toezicht ge-
bruiken als ze weten hoe ze de wok veilig moeten bedienen. Kin­deren moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kun­nen inzien en begrijpen.
Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen.Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het
toestel bevinden. Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
Het toestel wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog
enige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand, totdat het toestel voldoende is afgekoeld en er geen verbrandingsge­vaar meer bestaat.
Verbrandingsgevaar.
Bewaar in de opbergruimte boven of onder de wok geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn. Dat kan kinderen ertoe brengen op de wok te klimmen.
Verbrandingsgevaar. Draai de grepen van de pannen zo dat ze
zich boven het werkblad bevinden, zodat kinderen de pannen niet van het toestel kunnen trekken.
Verstikkingsgevaar. Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen weg van kinderen.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of repara-
tiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. In­stallatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde deskundige worden uitgevoerd.
Schade aan de wok kan uw veiligheid in gevaar brengen. Contro-
leer de wok op zichtbare schade. Gebruik nooit een beschadigde wok.
De wok kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als hij op
het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De elektrische veiligheid van de wok is uitsluitend gegarandeerd,
als hij wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
moeten beslist overeenkomen met de waarden van het elektriciteits­net om beschadiging van het toestel te voorkomen. Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Stopcontactenblokken of verlengkabels bieden niet voldoende
veiligheidsgaranties (gevaar voor brand). Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Gebruik de wok enkel in ingebouwde toestand. Enkel dan is een
veilige werking gegarandeerd.
Deze wok mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een schip) wor-
den gebruikt.
Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning
staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat het toestel niet meer goed functioneert. Open nooit de ommanteling van het toestel.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Het recht op garantie vervalt wanneer de oven door een klanten-
dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Enkel bij gebruik van originele Miele-onderdelen garandeert Miele
dat aan de veiligheidseisen wordt voldaan. Defecte onderdelen mo­gen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.
Het toestel mag niet worden gebruikt met een externe schakelklok
of een systeem dat op afstand werkt.
De gasaansluiting moet door een vakman geplaatst worden. Als
het netsnoer van het aansluitsnoer verwijderd wordt of het aansluit­snoer niet is uitgerust met een stekker, dan moet de wok door een elektricien worden aangesloten op het elektriciteitsnetwerk.
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een elektri-
cien worden vervangen door een speciale aansluitkabel (zie het hoofdstuk “Installatie”, paragraaf “Elektrische aansluiting”).
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de
wok volledig van het elektriciteitsnet zijn losgekoppeld. De gastoe­voer moet afgesloten zijn. Ga daarvoor als volgt te werk:
- schakel de zekeringen van de elektrische aansluiting uit;
- draai de zekeringen van de elektrische aansluiting er helemaal uit;
- trek de stekker (indien aanwezig) uit het stopcontact. Trek daarbij niet aan de elektriciteitskabel, maar aan de netstekker.
- Sluit de gastoevoer.
Gevaar voor elektrische schok.
Neem de wok niet in gebruik bij een defect of bij breuken, scheuren en barsten in de keramische plaat of schakel de wok meteen uit. Maak de wok spanningsvrij en sluit de gastoevoer af. Neem contact op met de Miele-klantendienst.
9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als de wok achter een meubelfront (bijv. een deur) ingebouwd is,
sluit dit dan nooit wanneer u de wok gebruikt. Achter een gesloten meubelfront hopen warmte en vocht zich op. Daardoor kunnen de wok, de ombouwkast en de vloer beschadigd worden. Sluit het meubelfront pas als de wok volledig is afgekoeld.
10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Veilig gebruik

De wok wordt bij gebruik heet en blijft dat ook nog enige tijd na
het uitschakelen. Raak de wok daarom niet aan, zolang deze nog heet is.
Voorwerpen in de buurt van het ingeschakelde toestel kunnen
door de hoge temperaturen vuur vatten. Gebruik het toestel nooit om er een ruimte mee te verwarmen.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het toestel
goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt. Blus een brand met olie of vet nooit met water. Schakel het toestel uit en doof de vlammen voorzichtig met een dek­sel of een blusdeken.
Houd toezicht op het SmartLine-element tijdens het gebruik.
Houd voortdurend toezicht bij korte kook- en braadprocessen.
Vlammen kunnen de vetfilters van een dampkap in brand doen
vliegen. Flambeer nooit onder een dampkap.
Als spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of brandbaar mate-
riaal warm worden, kunnen ze gaan branden. Bewaar daarom mak­kelijk ontvlambare voorwerpen nooit in laden direct onder de kook­plaat. Eventueel aanwezige bestekbakken moeten van hittebestendig materiaal zijn.
Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.In gesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en op-
warmen een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik de oven niet voor het inmaken en verwarmen van conservenblikken.
Als het toestel wordt afgedekt, bestaat het risico dat het materiaal
van de afdekking in brand vliegt, barst of smelt als u het toestel per ongeluk inschakelt of als het nog heet is. Dek het toestel nooit af met bijvoorbeeld afdekplaten, een doek of beschermfolie.
11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u het toestel per ongeluk inschakelt of als het nog warm is van
het koken, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op de wok liggen heet worden. Andere materialen kunnen smelten of ontbran­den. Gebruik de wok niet als werkblad.
U kunt zich aan het hete toestel branden. Gebruik daarom altijd
ovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete toestel werkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat of vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoom verbran­dingen veroorzaken. Zorg dat het textiel niet te dicht bij de vlammen komt. Gebruik dan ook geen al te grote pannenlappen, theedoeken of iets dergelijks.
Als u een elektrisch toestel (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
van de kookplaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in contact ko­men met de hete kookplaat. De isolatie van de kabel zou beschadigd kunnen raken.
Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een
licht voorwerp zoals een zoutvaatje kan scheuren of barsten veroor­zaken.
Serviesgoed van kunststof of aluminiumfolie smelt bij hoge tem-
peraturen. Gebruik daarom geen serviesgoed van kunststof of alumi­niumfolie.
Als u de bedieningsknop indrukt, genereert de ontstekingselektro-
de een vonk. Druk de bedieningsknop niet in als u de wok of de brander rond de ontstekingselektrode reinigt of aanraakt.
Zorg dat op een ontstoken brander altijd een pan staat. Een erbo-
ven geplaatste afzuigkap kan anders beschadigd raken of vlam vat­ten.
Zorg dat alle branderdelen op de juiste wijze zijn gemonteerd,
voordat u een brander ontsteekt.
12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Gebruik alleen pannen waarvan de bodemdiameter niet groter of
kleiner is dan in de gebruiksaanwijzing staat aangegeven (zie ´De juiste pannen´). Als de diameter te klein is, staat de pan niet stevig genoeg. Als de diameter te groot is, dan worden de hete verbran­dingsgassen te ver naar de zijkant gevoerd en kunnen het werkblad, een niet-hittebestendige wand of onderdelen van de wok bescha­digd raken. Voor schade die op deze wijze is ontstaan, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld.
Zorg dat de vlammen van de brander niet onder het kookgerei
vandaan komen.
Gebruik geen pannen met een te dunne bodem. De wok kan an-
ders beschadigd worden.
Gebruik daarvoor de meegeleverde pannendragers. Het kookgerei
mag niet rechtstreeks op een brander worden gezet.
Plaats pannendragers van boven op de kookplaat, zodat er geen
krassen kunnen ontstaan.
Bewaar geen licht ontvlambare voorwerpen in de buurt van het
toestel.
Verwijder vetspatten en andere brandbare verontreinigingen zo
spoedig mogelijk van de kookplaat. Er ontstaat anders brandgevaar.
Bij gebruik van het toestel ontstaan warmte, vocht en verbran-
dingsgassen. Zorg daarom voor voldoende ventilatie in de ruimte waar het toestel zich bevindt. Open een buitenraam of zorg voor me­chanische afzuiging (bijvoorbeeld via een afzuigkap).
Als u het toestel lang en intensief gebruikt, is het aan te raden de
ruimte extra te ventileren, bijvoorbeeld door een buitenraam te ope­nen of door de afzuigkap op een hoge stand in te schakelen.
Als het toestel gedurende een ongebruikelijk lange tijd niet is ge-
bruikt, is het aan te bevelen het toestel grondig te reinigen voordat u het weer in gebruik neemt. Laat de correcte werking van het toestel zo nodig door een vakman controleren.
13
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Als u het kookelement op gas direct naast een werkbladdampkap
gebruikt, moet er tussen de werkbladdampkap en het kookelement een FlameGuard worden geplaatst.
14
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Reiniging en onderhoud

De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreiniger.
15

Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriende­lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri­aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische toe­stellen bevatten meestal nog waarde­volle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het ge­wone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de ge­zondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.
Lever het in bij een gemeentelijk inza­meldepot voor elektrische en elektro­nische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verant­woordelijk voor het wissen van eventue­le persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met
- de handelaar bij wie u het kocht of
- de firma Recupel, telefoon 0800/15 880, website: www.recupel.be of
- uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
16
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
Wok
a
Brander
b
Pannendrager
c
Bedieningsknop

Overzicht

17
Overzicht

Schakelaars

a
Brander uit De gastoevoer is afgesloten
b
Grootste vlam De buitenste en binnenste brander branden op de hoogste stand
c
Grote vlam De buitenste brander brandt op de laagste stand, de binnenste brander op de hoogste stand
d
Ontsteking hoge stand De buitenste brander wordt ontstoken bij het regelen van een lage naar een ho­ge stand
e
Kleine vlam De buitenste brander is uit, de binnenste brander brandt op de hoogste stand
f
Kleinste vlam De buitenste brander is uit, de binnenste brander brandt op de laagste stand
18

Brander

a
b
c
e
f
d
Overzicht
a
Branderdop buiten
b
Branderdop binnen
c
Branderkop
d
Brandervoet
e
Thermo-element
f
Ontstekingselektrode
19
Overzicht

Bijgeleverde accessoires

U kunt de bijgeleverde accessoires (en andere accessoires) desgewenst ook nabestellen (zie “Bij te bestellen acces­soires”).

Wokring

Met de bijgeleverde wokring staat het kookgerei extra stevig op de brander. Dit geldt met name voor woks met een ronde bodem.

Combi-ring

Gebruik de bijgeleverde combi-ring als u kleinere pannen wilt gebruiken dan aangegeven in de tabel van het hoofd­stuk “De juiste pannen”.

FlameGuard

20
Voor plaatsing tussen de werkblad­dampkap en het kookelement op gas

Eerste ingebruikneming

Plak het typeplaatje dat bij de docu-
mentatie gevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in het hoofdstuk “Service”.
Verwijder eventueel aanwezige be-
schermfolies en stickers.

SmartLine-element voor het eerst reinigen

Reinig de afneembare delen van de
brander(s) met een sponsdoekje, af­wasmiddel en warm water. Droog de delen daarna weer af en zet de bran­der(s) vervolgens weer in elkaar (zie het hoofdstuk “Reiniging en onder­houd”).
Reinig het keramische oppervlak met
een vochtige doek en wrijf het daarna weer droog.

SmartLine-element voor het eerst in gebruik nemen

De metalen onderdelen worden met een onderhoudsmiddel beschermd. Als het SmartLine-element voor het eerst in ge­bruik wordt genomen, kunnen daardoor geurtjes en eventueel dampen ontstaan.
De geur en de eventueel optredende damp wijzen niet op een verkeerde aan­sluiting of een defect en zijn ook niet schadelijk voor de gezondheid.
21

De juiste pannen

Minimale bodemdiameter pannen = 14cm
Maximale diameter bovenkant pannen in cm = 30cm
- Gebruik alleen pannen met de aange­geven afmetingen. Als de diameter te klein is, staat de pan niet stevig ge­noeg. Is de bovendiameter te groot, dan worden de hete verbrandings­gassen te ver naar de zijkant gevoerd en kunnen deze het werkblad, een niet-hittebestendige wand of onder­delen van het SmartLine-element be­schadigen. Voor schade die op deze wijze is ontstaan, kan Miele niet aan­sprakelijk worden gesteld.
- Houd er rekening mee dat pannenfa­brikanten vaak de diameter aan de bovenkant vermelden. Van belang is echter alleen de bodemdiameter.
- Gebruik geen pannen of schalen met een rand langs de bodem.
- Voor gas zijn er geen speciale pannen nodig. Het materiaal moet alleen hit­tebestendig zijn.
- Gebruik bij voorkeur pannen met een dikke bodem, omdat de warmtever­deling dan beter is. Bij pannen met een dunne bodem bestaat het gevaar dat de gerechten plaatselijk overver­hit raken. Roer de gerechten dan ook regelmatig om.
- Zet de pannen altijd op de bijgele­verde pannendrager. De pannen mo­gen niet rechtstreeks op de brander worden gezet.
- Plaats pannen zo op de pannendra­ger dat deze niet kunnen kantelen. Minimale bewegingen kunnen echter nooit helemaal worden uitgesloten.
22
Loading...
+ 50 hidden pages