aprilia ETV mille Caponord, ETV mille Caponord ABS User Manual

ETV mille Caponord - ETV mille Caponord ABS
use maintenance+ book
aprilia part# 8104782
© 2003 Piaggio & C. S.p.A. - Noale (VE)
H
Eerste editie: september 2003
Vervaardigd en gedrukt door:
VALLEY FORGE DECA
Ravenna , Modena, Torino
DECA S.r.l.
Hoofd- en Administratiekantoor Via Vincenzo Giardini, 11 48022 Lugo (RA) - Italië ­Tel. 0545-216611 Fax 0545-216610 www.vftis.com deca@vftis.spx.com
In opdracht van:
Piaggio & C. S.p.A.
via G. Galilei, 1 - 30033 Noale (VE) - Italië Tel. +39 - 041 58 29 111 Fax +39 - 041 44 10 54 www.aprilia.com
WAARSCHUWINGSBOOD­SCHAPPEN
De volgende waarschuwingen worden in heel deze handleiding gebruikt om de vol­gende boodschappen over te brengen:
Veiligheidswaarschuwing. Wan-
neer u dit symbool aantreft op de motorfiets of in de handleiding, dient u rekening te houden met potentieel ge­vaar voor persoonlijk letsel. Niet-nale­ving van de aanwijzingen die worden gegeven in de boodschappen voorafge­gaan door dit symbool kan resulteren in ernstige risico’s voor de veiligheid van uzelf en anderen en voor de motorfiets!
WAARSCHUWING
Duidt op een potentieel gevaar dat kan resulteren in ernstig letsel of zelfs de dood.
OPGELET
Duidt op een potentieel gevaar dat kan resulteren in licht persoonlijk letsel of schade aan de motorfiets.
OPMERKING Het woord “OPMER-
KING” in deze handleiding gaat belangrijke informatie of richtlijnen vooraf.
INFORMATIE
Bewerkingen voorafgegaan door dit symbool dienen aan de andere
kant van de motorfiets te worden herhaald. Indien niet expliciet anders vermeld, moet
u voor de montage van de onderdelen de stappen voor demontage in omgekeerde volgorde herhalen.
Daar waar de termen “rechts” en “links” worden gebruikt, wordt ervan uitgegaan dat de rijder in normale rijhouding op de motorfiets zit.
WAARSCHUWINGEN ­VOORZORGSMAATREGELEN ­ALGEMENE OPMERKINGEN
Voordat u de motor start, dient u aandach­tig dit boekje te lezen, in het bijzonder het gedeelte “VEILIG RIJDEN”.
Uw veiligheid en die van anderen hangt niet alleen af van de snelheid van uw re­flexen en uw behendigheid, maar ook van de kennis van de motorfiets, van de staat van onderhoud en van de basisregels voor VEILIG RIJDEN. Daarom is het belangrijk de motorfiets goed te leren kennen, zodat u er zich veilig mee in het verkeer kunt be­geven.
OPMERKING Houd bij de motorfiets
een typespecifiek lampje in voorraad (zie technische gegevens).
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
2
OPMERKING Dit boekje hoort on-
losmakelijk bij de motorfiets en moet in ge­val van verkoop worden overgedragen.
aprilia heeft bij de samenstelling van dit boekje de grootste zorg aan de dag ge­legd, teneinde de gebruiker correcte en ac­tuele informatie te verschaffen. Daar apri- lia echter voortdurend het ontwerp van zijn producten verbetert, kunnen de kenmer­ken van uw motorfiets lichtjes afwijken van de in dit boekje beschreven kenmerken. In­dien u vragen heeft met betrekking tot de informatie in dit boekje, aarzel dan niet om contact op te nemen met uw officiële apri- lia-dealer.
Voor controles en reparaties die niet expli­ciet in deze publicatie staan beschreven, de aanschaf van originele aprilia-reser- veonderdelen, accessoires en andere pro­ducten, alsook specifieke adviezen, dient u zich uitsluitend te wenden tot de officiële aprilia-dealers en onderhoudscentra, die een betrouwbare en snelle service garan­deren.
Wij danken u omdat u voor aprilia heeft gekozen en wensen u veel rijplezier.
Alle rechten voor wat betreft elektronische opslag, reproductie en volledige of gedeel­telijke aanpassing, op welke manier ook, zijn voorbehouden voor alle landen.
OPMERKING In sommige landen
vereisen de van kracht zijnde milieuwetge­ving en geluidsvoorschriften periodieke in­specties.
In deze landen moet de gebruiker van het voertuig:
contact opnemen met een officiële apri-
lia-dealer om de niet-goedgekeurde on-
derdelen te laten vervangen door onder-
delen die goedgekeurd zijn in het
betreffende land;
voer de vereiste periodieke inspecties uit.
OPMERKING Bij aankoop van deze
motorfiets dient u in de navolgende figuur de identificatiegegevens te vermelden die op het IDENTIFICATIE-ETIKET VERVAN­GINGSONDERDELEN STAAN. Dit etiket bevindt zich op het frame, onder het zadel; om het te kunnen lezen, dient u het zadel te verwijderen, zie pag. 80 (DEMONTE­REN VAN HET ZADEL VAN DE RIJDER).
Dit zijn identificatiegegevens van:
YEAR = bouwjaar (Y, 1, 2, ...);I.M. = wijzigingscode (A, B, C, ...);LANDENCODES = land van homologatie
(I, UK, A, ...).
Ze dienen te worden doorgegeven aan de officiële aprilia-dealer bij de aankoop van vervangingsonderdelen of accessoires die specifiek zijn voor uw model.
In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt om de verschillende versies aan te duiden:
optie
J
versie met katalysator
L
VERSIE VOOR:
Italië
+
Verenigd Ko-
4
ninkrijk
Oostenrijk
>
Portugal
M
Finland
(
België
$
Duitsland
A
Frankrijk
C
Spanje
'
Griekenland
)
Nederland
/
Zwitserland
6
Denemarken
&
Japan
,
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
Singapore
2
Slovenië
P
Israël
F
Zuid-Korea
e
Maleisië
-
Chili
@
Kroatië
*
Australië
#
Verenigde Staten
R
Brazilië
g
Zuid-Afrika
1
Nieuw-Zeeland
K
Canada
%
3
ALGEMENE INHOUD
WAARSCHUWINGSBOODSCHAPPEN ........................ 2
INFORMATIE...................................................................... 2
WAARSCHUWINGEN - VOORZORGSMAATREGELEN
- ALGEMENE OPMERKINGEN ....................................... 2
ALGEMENE INHOUD ........................................... 4
VEILIG RIDEN ...................................................... 5
BASISREGELS VOOR DE VEILIGHEID.............. 6
KLEDING .............................................................. 9
ACCESSOIRES .................................................. 10
LADING............................................................... 10
PLAATSING VAN DE HOOFDELEMENTEN............... 12
PLAATSING VAN DE INSTRUMENTEN/
BEDIENINGSELEMENTEN............................................ 14
INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES.............. 15
TABEL INSTRUMENTEN EN
CONTROLELAMPJES........................................ 16
PROGRAMMEERTOETSEN .............................. 20
BELANGRIJKSTE ONAFHANKELIJKE
BEDIENINGSELEMENTEN............................................ 22
BEDIENINGSELEMENTEN OP DE
LINKERSTUURHELFT ....................................... 22
BEDIENINGSELEMENTEN OP DE
RECHTERSTUURHELFT................................... 23
CONTACTSCHAKELAAR .................................. 24
STUURSLOT ...................................................... 25
PARKEERLICHTEN ........................................... 25
HULPUITRUSTING.......................................................... 26
ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN VAN HET
PASSAGIERSZADEL ......................................... 26
HET DEKSEL VAN HET HANDSCHOENEN-/ GEREEDSCHAPSSETVAK
ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN ............... 26
HANDSCHOEN-/
GEREEDSCHAPSSETKASTJE ......................... 27
SPECIAAL GEREEDSCHAP J ....................... 28
STOPCONTACT ................................................. 28
ACCESSOIRES .................................................. 28
BELANGRIJKSTE ONDERDELEN............................... 29
BRANDSTOF...................................................... 29
REMVLOEISTOF - aanbevelingen ..................... 30
SCHIJFREMMEN ............................................... 31
VOORREM ......................................................... 32
ACHTERREM ..................................................... 34
ABS..................................................................... 35
KOPPELINGSVLOEISTOF-AANBEVELINGEN. 37
KOPPELING ....................................................... 38
KOELVLOEISTOF .............................................. 40
BANDEN ............................................................. 42
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
4
MOTOROLIE...................................................... 43
AFSTELLEN VAN DE VOORREMHENDEL EN DE
KOPPELINGSHENDEL ..................................... 44
AFSTELLEN VAN DE SPELING VAN HET
ACHTERREMPEDAAL ...................................... 44
KATALYTISCHE GELUIDDEMPER L ............ 45
UITLAATDEMPER/UITLAATPIJP...................... 45
RICHTLIJNEN VOOR GEBRUIK.................................... 46
OP- EN AFSTAPPEN ........................................ 46
CONTROLES VOORAF..................................... 48
TABEL MET CONTROLES VOORAF................ 49
STARTEN .......................................................... 50
VERTREKKEN EN RIJDEN............................... 53
INRIJDEN........................................................... 56
STOPPEN .......................................................... 57
PARKEREN ....................................................... 57
DE MOTORFIETS OP DE STANDAARD
ZETTEN ............................................................. 58
RAADGEVINGEN TER VOORKOMING VAN
DIEFSTAL .......................................................... 60
ONDERHOUD................................................................... 60
ONDERHOUDSSCHEMA.................................. 62
IDENTIFICATIEGEGEVENS ............................. 64
KOPPELINGEN MET KLIKKLEMMEN EN
SLANGKLEMMEN MET EEN SCHROEF.......... 64
CONTROLEREN VAN HET MOTOROLIEPEIL EN
BIJVULLEN ........................................................ 65
VERVANGEN VAN DE MOTOROLIE EN HET
OLIEFILTER....................................................... 66
LUCHTFILTER................................................... 68
VOORWIEL........................................................ 70
VOORREMKLAUWEN ....................................... 72
ACHTERWIEL.................................................... 73
DE MOTORFIETS OP DE VOORSTE
STANDAARD ZETTEN J................................ 76
DEMONTAGE VAN DE
CARTERBESCHERMPLAAT............................. 77
VERWIJDEREN OMBOUW LINKERZIJKANT .. 77
DEMONTAGE VAN DE BRANDSTOFTANK..... 78
VERWIJDEREN DEKSEL ZEKERINGSDOOS . 80 DEMONTEREN VAN HET ZADEL VAN DE
RIJDER .............................................................. 80
ACHTERUITKIJKSPIEGELS ............................. 81
AANDRIJFKETTING .......................................... 82
CONTROLEREN VAN DE DRAAIAS VAN DE
ACHTERVORK .................................................. 84
CONTROLEREN VAN HET STUUR.................. 84
CONTROLEREN VAN DE VOOR- EN DE
ACHTEROPHANGING ...................................... 85
VOORWIELOPHANGING .................................. 85
ACHTEROPHANGING....................................... 86
CONTROLEREN VAN DE SLIJTAGE VAN DE
REMBLOKJES ................................................... 88
AFSTELLING VAN HET STATIONAIRE
TOERENTAL...................................................... 89
AFSTELLEN VAN DE GASHENDEL ................. 89
CONTROLE STANDAARD ................................ 90
BOUGIES ........................................................... 92
ACCU ................................................................. 94
CONTROLEREN EN REINIGEN VAN DE
ACCU-AANSLUITINGEN ................................... 94
DEMONTEREN VAN DE ACCU ........................ 95
CONTROLEREN VAN HET ELEKTROLYTPEIL 95
OPLADEN VAN DE ACCU................................. 96
MONTEREN VAN DE ACCU ............................. 96
NA LANGE INACTIVITEIT VAN DE ACCU........ 97
CONTROLEREN VAN DE SCHAKELAARS...... 97
CONTROLE LUCHTTEMPERATUURSENSOR 97
VERVANGEN VAN DE ZEKERINGEN .............. 98
HORIZONTALE AFSTELLING VAN DE
LICHTBUNDEL VAN DE KOPLAMP................ 100
AFSTELLEN VAN DE VERTICALE LICHTBUNDEL
VAN DE KOPLAMP.......................................... 100
DASHBOARDVERLICHTING .......................... 101
GLOEILAMPEN................................................ 101
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN VAN DE
KOPLAMP ........................................................ 102
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN VAN DE
VOORSTE RICHTINGAANWIJZERS .............. 103
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN VAN DE
ACHTERSTE RICHTINGAANWIJZERS .......... 104
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMPEN VAN HET
ACHTERLICHT ................................................ 104
VERVANGEN VAN DE GLOEILAMP VAN DE
KENTEKENPLAATVERLICHTING .................. 105
VERVOER....................................................................... 106
REINIGING...................................................................... 106
LANGE PERIODE VAN STILSTAND............... 108
TECHNISCHE GEGEVENS .......................................... 109
SMEERMIDDELENTABEL............................... 112
OFFICILE DEALERS EN SERVICECENTRA 113
IMPORTEURS ................................................. 114
IMPORTEURS ................................................. 115
IMPORTEURS ................................................. 116
IMPORTEURS ................................................. 117
ELEKTRISCH SCHEMA - ETV MILLE
CAPONORD..................................................... 118
LEGENDA ELEKTRISCH SCHEMA - ETV MILLE
CAPONORD..................................................... 119
VEILIG RIDEN
veilig rijden
BASISREGELS VOOR DE VEILIGHEID
Om de motorfiets te mogen besturen is het nodig dat u aan alle wettelijke verplichtin­gen voldoet (rijbewijs, geestelijke en licha­melijke gezondheid, verzekering, nummer­plaat, enz.).
U wordt aangeraden zich de motorfiets ge­leidelijk eigen te maken, daar waar weinig verkeer is of op terreinen die privé-eigen­dom zijn.
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
6
Het gebruik van bepaalde medicijnen, al­cohol en verdovende middelen benadeelt in aanzienlijke mate de rijveiligheid.
Verzekert u zich ervan dat u geestelijk en lichamelijk goed in staat bent te rijden, en rijd vooral niet bij vermoeidheid en slape­righeid.
Het merendeel van de ongelukken is te wij­ten aan onervarenheid van de rijder. Leen de motorfiets NOOIT uit aan begin­ners en overtuigt u zich er in ieder geval van dat de rijder in het bezit is van de wet­telijke vereisten voor het rijden.
Volg nauwgezet de verkeersaanwijzingen en houd u aan de nationale en plaatselijke verkeersregels.
Vermijd plotselinge manoeuvres die ge­vaar opleveren voor uzelf en voor anderen (bijvoorbeeld: steigeren, te hard rijden enz.), en houd altijd rekening met de toe­stand van het wegdek, het zicht, enz.
Bots niet tegen obstakels die schade aan het voertuig kunnen toebrengen of de con­trole over het voertuig kunnen doen verlie­zen.
Rijd niet vlak achter andere voertuigen om u mee te laten ≈zuigen∆.
WAARSCHUWING
Houd altijd beide handen aan het stuur en de voeten op de pedalen (of de voet­planken) en neem een correcte rijhou­ding aan.
Vermijd absoluut rechtop te gaan staan tijdens het rijden of uw ledematen te strekken.
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
7
OIL
COOLER
De rijder moet zich nooit af laten leiden of laten beïnvloeden door personen of hande­lingen (niet roken, eten, drinken, lezen, enz.) tijdens het rijden.
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
8
Gebruik de voorgeschreven koelvloeistof en olie, zoals beschreven in de ≈SMEER- MIDDELENTABEL; controleer steeds of de niveaus van de olie en de koelvloeistof de voorgeschreven niveaus hebben.
Controleer, als de motorfiets bij een onge­luk betrokken is geweest, of de bedie­ningsknoppen, -kabels, -slangen, het rem­systeem en de vitale delen niet beschadigd zijn.
Laat de motorfiets eventueel nakijken door een officiële aprilia-dealer, met speciale aandacht voor het frame, het stuur, de ve­ring, de veiligheidsonderdelen en de on­derdelen waarvan de gebruiker zelf niet in staat is te beoordelen of ze beschadigd zijn.
Meld elk mankement bij het functioneren aan de technici/mecaniciens opdat de re­paratiewerkzaamheden vergemakkelijkt worden.
Rijd absoluut niet met de motorfiets wan­neer de beschadiging de rijveiligheid in ge­vaar brengt.
A12
345
ONLY ORIGINALS
Verander nooit de plaats, de stand of de kleur van: de kentekenplaat, de richting­aanwijzers, de lichten en de claxon.
Modificaties aan de motorfiets doen de ga­rantie onherroepelijk vervallen.
Elke eventuele verandering die aange­bracht wordt aan de motorfiets of de verwij­dering van originele delen kunnen de pres­taties negatief beïnvloeden en de veiligheid in gevaar brengen of de motor­fiets onwettig maken.
U wordt geadviseerd om zich altijd te hou­den aan alle nationale en plaatselijke wet­telijke voorschriften en regels op het punt van de uitrusting van de motorfiets.
In het bijzonder moeten technische veran­deringen vermeden worden die de presta­ties beïnvloeden of in ieder geval de oor­spronkelijke eigenschappen van de motorfiets veranderen.
Houd geen snelheidswedstrijden met an­dere voertuigen.
Rijd uitsluitend op het wegdek.
KLEDING
Voordat u gaat rijden dient u eraan te den­ken dat u altijd de helm op hebt; deze moet op de juiste wijze gedragen worden. Con­troleer of de helm gekeurd is, niet-bescha­digd is, de juiste maat heeft en of het vizier schoon is.
Draag beschermende kleding; mogelijker­wijs met een heldere en/of reflecterende kleur. Zodoende bent u goed zichtbaar voor de andere weggebruikers en beperkt u hiermee het risico aangereden te wor­den. Bij een val hebt u zodoende ook een betere bescherming.
De kleding moet goed passen en aan de uit­einden gesloten zijn; Koorden, ceintuur en das mogen niet los hangen; voorkom dat deze of andere objecten het rijden kunnen beïnvloeden doordat ze verstrikt raken in bewegende delen of bedieningselementen.
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
9
Zorg ervoor dat u geen voorwerpen in uw zakken hebt die mogelijk gevaar opleveren bij een val, zoals puntige objecten als sleu­tels, pennen, glazen voorwerpen (hetzelf­de geldt voor de eventuele passagier).
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
10
ACCESSOIRES
De gebruiker is persoonlijk verantwoorde­lijk voor de keuze van de installatie en het gebruik van de accessoires. Denkt u er tijdens de montage aan dat geen onderdelen zoals de lichten of onder­delen die dienen voor het aangeven van de richting of voor geluidssignalen bedekt worden, waardoor deze onderdelen geheel of gedeeltelijk hun functie verliezen; be­lemmer ook niet de uitslag van de vering en de stuurhoek en de werking van de be­dieningselementen. Vermijd het gebruik van accessoires die de toegang tot de bedieningselementen be­lemmeren, omdat zo de reactietijd in nood­gevallen langer kan worden. De grote kappen en windschermen van de motorfiets kunnen aërodynamische krach­ten doen ontstaan die de stabiliteit van de motorfiets beïnvloeden, vooral bij hoge snelheid.
Controleer of de accessoires op degelijke wijze bevestigd zijn aan de motorfiets en geen gevaar opleveren tijdens het rijden. Niets toevoegen aan de elektrische instal­latie of hier iets aan veranderen, waardoor het maximale vermogen van de motorfiets overschreden zou kunnen worden. Hier­door zou de motorfiets tijdens het rijden plotseling kunnen stoppen of er zou zich een gevaarlijk stroomtekort kunnen voor­doen, zodat de claxon en de lichten niet meer functioneren. aprilia raadt het gebruik van originele ac­cessoires aan (originele aprilia accessoi­res).
LADING
Wees voorzichtig bij het opladen van baga­ge en vervoer niet te veel lading. De baga­ge moet zich zo dicht mogelijk bij het zwaartepunt van de motorfiets bevinden en evenwichtig verdeeld zijn naar beide zijden
KG!
van de motorfiets zodat er een optimale balans is. Zorg er verder voor dat de lading goed is vastgemaakt op de motorfiets, vooral voor een lange rit.
Bevestig absoluut geen grote, zware en/of gevaarlijke voorwerpen aan het stuur, de spatborden en de vorken: dit vertraagt de reactiesnelheid van de motorfiets in de bochten en hindert de controle tijdens het rijden.
Bevestig niet teveel ruimte innemende ba­gage aan de zijkant van de motorfiets, aan­gezien deze tegen personen of voorwer­pen zou kunnen stoten, waardoor u de controle over de motorfiets zou kunnen verliezen.
Deze zaken zouden tegen personen of voorwerpen kunnen stoten, waardoor de rijder de controle over de motorfiets zou kunnen verliezen.
Denk eraan dat de bagage niet voor of over de verlichting, de akoestische en visu­ele signalering hangt.
Vervoer geen dieren of kinderen op het handschoenkastje of op de bagagedrager.
Overschrijd niet de limiet voor vervoer die geldt voor iedere zijtas.
Teveel lading beïnvloedt de stabiliteit en de manoeuvreerbaarheid van de motor­fiets.
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
11
PLAATSING VAN DE HOOFDELEMENTEN
LEGENDA
1) Koplamp
2) Linker achteruitkijkspiegel
3) Koppelingsvloeistofreservoir
4) Contactschakelaar/stuurslot /parkeerlichten
5) Dop motoroliereservoir
6) Zadelslot
7) Linker voetsteun rijder
8) Zadel van rijder
9) Accu
10) Passagierszadel
11) Elektronische eenheid
12) Achtervork
13) Aandrijfketting
14) Linker voetsteun duopassagier (klikwerking, ingeklapt/uitgeklapt)
15) Middenstandaard J
16) Zijstandaard
17) Schakelpedaal
18) Motoroliefilter
19) Motoroliereservoir
20) Motoroliepeil
21) Claxon
22) Linker motorscherm
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
12
22
21
LEGENDA
1) Achterlicht
2) Handschoen­/gereedschapssetkastje
3) Hoofdzekeringhouder (30A)
4) Achterste schokdemper
5) Brandstoftank
6) Luchtfilter
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
20
7) Tankdop
8) Voorremvloeistofreservoir
9) Rechter achteruitkijkspiegel
10) Hulpzekeringhouder (15A)
11) Luchttemperatuursensor
15
16171819
14
13
12) Toonwiel voor
13) Dop expansietank koelvloeistof
14) Expansievat koelvloeistof
15) Rempedaal achterrem
16) Rechter voetsteun rijder
17) Achterrempomp
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
12
18) Achterremvloeistofreservoir
19) Rechter voetsteun duopassagier (klikwerking, ingeklapt/uitgeklapt)
20) Toonwiel achter
21) ABS-computer
22) Zekeringen ABS
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
13
PLAATSING VAN DE INSTRUMENTEN/BEDIENINGSELEMENTEN
7
8
6
9
A
5
10
4
11
3
140
160
120
180
100
200
Km/h
80
220
60
240
260
6
7
40
280
20
0
Km
12
-1
2
min x1000
1
0
TAIR
L
gal
SERVICE
C F
TIME
ENGINE
EFI
CONTROL
SETMODE
DIAGNOSIS
ABS
1
12
8
9
5
4
3
LEGENDA
1) Contactschakelaar/stuurslot/parkeerlichten ( - - - )
2) Schakelaar richtingaanwijzers ()
3) Drukknop claxon ()
4) Dimlichtschakelaar ( - )
5) Drukknop grootlichtsignaal ()/LAP (multifunctioneel)
6) Koppelingshendel
7) Instrumenten en controlelampjes
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
14
10
2
11
8) Voorremhendel
9) Gashendel
10) Motorstopschakelaar ( - )
11) Startknop ()
12) Schakelaar ABS ( )
ABS
INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES
LEGENDA
1) Snelheidsmeter
2) Groen LED-waarschuwingslampje richtingaanwijzer ()
3) Waarschuwingsledlampje ABS ( ) geel
ABS
4) Rood LED-waarschuwingslampje motoroliedruk ()
5) Oranje LED-waarschuwingslampje zijstandaard omlaag (h)
6) Rood diagnostisch LED-waarschuwingslampje (EFI)
7) Blauw LED-waarschuwingslampje grootlicht ()
8) Ambergeel LED-waarschuwingslampje reserve benzine ()
9) Multifunctioneel, digitaal display rechts (brandstofpeil-lucht­temperatuur - koelvloeistoftemperatuur - klok/foutcodes injec­tiesysteem)
10) Programmeertoetsen SET en MODE
11) Groen LED waarschuwingslampje neutraalstand ()
12) Toerenteller
13) Linker digitale display (snelheidsmeter - dagteller)
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
15
TABEL INSTRUMENTEN EN CONTROLELAMPJES
OPGELET
De weergaven in kilometer/mi, °C/°F zijn ingesteld, afhanke­lijk van het land van bestemming, en ontoegankelijk ge­maakt door aprilia tijdens de productie van de motorfiets. Deze weergaven kunnen later niet worden gewijzigd.
Beschrijving Functie
LED-waarschuwingslampje richtin­gaanwijzer
LED-waarschuwingslampje groot­licht
Toerenteller (tpm/rpm)
LED-waarschuwingslampje reserve benzine
LED-waarschuwingslampje zijstandaard omlaag
LED-waarschuwingslampje motoro­liedruk
LED-waarschuwingslampje neutraal­stand
Knippert wanneer de richtingaanwijzers in werking zijn.
Licht op wanneer de gloeilampen van het grootlicht branden of wanneer het lichtsignaal wordt
gebruikt.
Geeft het aantal toeren per minuut van de motor aan.
OPGELET
Licht op als er in de brandstoftank nog ongeveer 4 Ø 1 l brandstof over is.
Vul in dit geval de tank zo snel mogelijk bij, zie pag. 29 (BRANDSTOF).
Licht op wanneer de zijstandaard is neergeklapt.
h
Licht op wanneer de contactschakelaar in de stand staat en de motor niet draait, om de goede werking van het lampje te controleren.
Als het LED-lampje niet oplicht onder deze omstandigheden, neem dan contact op met uw offi­ciële aprilia-dealer.
OPGELET
de motor, betekent dit dat de motoroliedruk in het circuit te laag is. Zet in dit geval de motor onmiddellijk af en neem contact op met een officiële aprilia-
dealer.
Licht op wanneer de versnelling in neutraal staat.
OPMERKING Telkens als de contactschakelaar op ≈
wordt geplaatst, gaan op het dashboard gedurende drie secon­den alle waarschuwingslampjes en de lampjes van de display­verlichting branden, om de werking hiervan te testen.
Overschrijd nooit het maximale toerental van de motor, zie pag. 56 (INRIJDEN).
Als het waarschuwingslampje van de motoroliedruk “ branden na het starten of oplicht tijdens de normale werking van
” blijft
Vervolg X
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
16
Vervolg X
Beschrijving Functie
Deze gaat gedurende drie seconden branden telkens als de contactschakelaar op geplaatst, om de werking van het lampje te testen.
Diagnostisch LED-waarschuwings­lampje
Waarschuwingslampje ABS (Antilock Breaking System)
Snelheidsmeter (km/h) Geeft de rijsnelheid aan.
Digitale display (linkerzijde)
Multifunctio­nele digitale display (rechterzijde)
Dagteller (km - mi) Geeft het aantal kilometers van een traject aan of het totale aantal kilometers.
Indicator brandstofpeil
EFI
ABS
OPGELET
dat de elektronische besturingseenheid een storing heeft waargenomen. In vele gevallen blijft de motor werken met een beperkt vermogen; neem onmiddellijk contact op met een officiële aprilia-dealer.
Controleert het antiblokkeersysteem. Na het aanzetten van het contact blijft het 3 sec. branden en daarna gaat het uit. Het gaat aan als er problemen zijn.
Als het waarschuwingslampje aangaat tijdens het normaal functioneren van de motor, wordt het ABS-systeem automatisch gedeactiveerd; dit betekent dat er een probleem is met het antiblokkeersysteem. In dit geval kunt u het beste zo snel mogelijk naar een offi­ciële aprilia-dealer gaan.
Toont het brandstofpeil in de brandstoftank. De hoeveelheid brandstof wordt getoond door de schaalindicator (analoog). Is de brandstoftank vol, dan is de schaalindicator compleet gevuld. Naarmate het brandstofpeil afneemt, neemt ook de vulling van de schaalindi-
cator af. Is geen van de segmenten van de schaalindicator actief en het LED-waar-
schuwingslampje voor de brandstofreserve knippert, dan bevindt zich in de brandstoftank een brandstofreserve van minder dan 5 Ø 1
Vul in dit geval de tank zo snel mogelijk bij, zie pag. 29 (BRANDSTOF).
OPGELET
.8” getoond en het waarschuwingslampje voor de brandstofreserve
8 knippert. Wend u tot een officiële aprilia-dealer.
OPMERKING Het digitale gedeelte wordt gebruikt om de luchttempe-
ratuur (T°AIR) te tonen.
∆ wordt
Als het diagnostisch waarschuwingslampje “EFI” gaat knipperen of knippert terwijl de motor normaal functioneert, dan betekent dit
Voor het afwis­selen tussen de getoonde gege­vens, zie pag.
l.
Is geen van de segmenten van de schaalindicator actief, dan wordt digitaal knipperend het teken
20 (PROGRAM­MEERTOET­SEN).
Vervolg X
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
17
Vervolg X
Beschrijving Functie
Toont de luchttemperatuur. Deze temperatuur wordt getoond in het numerieke gedeelte (digitaal).
Bij een temperatuur beneden -20° C (-4° F) verschijnt het teken 20° C (-68° F) en 50° C (122° F) wordt de exacte temperatuurwaarde ge­toond; boven 50° C (122° F) wordt de melding
WAARSCHU-
Multifunctio­nele digitale display (rechterzijde)
Indicator luchttemperatuur
perk uw snelheid dan omdat er waarschijnlijk sprake is van ijsvorming. Rem of manoeuvreer beheerst om gripverlies te voorkomen.
T°AIR
Wanneer de luchttemperatuur gelijk is aan of daalt tot onder 3° C (37,4° F), dan toont het display de temperatuur knipperend gedurende tien seconden [ook als de temperatuur intussen stijgt tot boven 3° C (37,4° F)].
Blijft de temperatuur onder 3° C (37,4° F), dan wordt dit proces drie keer her­haald, om de vijf minuten.
OPGELET
aprilia-dealer.
--; tussen -
50∆ (≈122) gegeven.
Wanneer het digitale display knipperend een tem­peratuur aangeeft van 3° C (37,4° F) of lager, be-
Is op het digitale display knipperend de melding
_ _” of “--” te zien, wend u dan tot een officiële
Voor het afwis­selen tussen de getoonde gege­vens, zie pag. 20 (PROGRAM­MEERTOET­SEN).
Vervolg X
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
18
Vervolg X
Beschrijving Functie
Geeft de temperatuur van de koelvloeistof in de motor aan, zie pag. 20 (PRO­GRAMMEERTOETSEN).
De temperatuur wordt getoond door de schaalindicator (analoog) en in °C (°F) (digitaal).
Tot 35° C (97° F) wordt het teken
OPGELET
Om de temperatuur van de koelvloeistof omlaag te brengen, werken de koelventilatoren ook als de motor is uitgeschakeld. Ze stoppen automa­tisch.
Indicator koelvloei­stoftemperatuur (°C/°F)
Multifunctio­nele digitale display (rech­terzijde)
Onderhoudscontro­lelampje “SERVICE”
OPGELET
ernstige schade oplopen.
Wordt een temperatuur getoond van 116 125° C (241 257° F) en het voor­laatste segment van de schaalindicator knippert, schakel de motor dan uit, wacht tot de koelventilatoren stilstaan en controleer het koelvloeistofpeil, zie pag. 40 (KOELVLOEISTOF).
Wordt een temperatuur getoond van 126 135° C (259 √ 275° F) en de twee laatste segmenten van de schaalindicator knipperen, stop dan met rijden en laat de motor gedurende circa twee minuten stationair draaien, zodat de koel­vloeistof goed door het systeem kan stromen. Plaats de motoruitschakelaar vervolgens op VLOEISTOF). Indien na een controle van het koelvloeistofpeil op het dash­board dezelfde omstandigheden worden getoond, start de motorfiets dan niet, maar wend u tot een officiële aprilia-dealer.
Na de eerste 1000 km (625 mi) en vervolgens om de 7500 km (4600 mi) ver­schijnt de tekst “SERVICE”.
OPGELET
richten die zijn aangegeven in het onderhoudsschema, zie pag. 62 (ON­DERHOUDSSCHEMA).
--- getoond.
De in- en uitschakeling van de koelventilatoren staat los van de stand van de contactschakelaar.
Als de maximum toegelaten temperatuur wordt overschreden (125°C of 257°F), kan de motor
Voor het afwis­selen tussen de getoonde gege­vens, zie pag. 20 (PROGRAM­MEERTOET­SEN).
∆ en controleer het koelvloeistofpeil, zie pag. 40 (KOEL-
Neem in dat geval contact op met een officiële aprilia-dealer, die de onderhoudswerken zal ver-
Klok
Geeft het uur en de minuten aan, afhankelijk van de voorinstelling, zie pag. 20 (PROGRAMMEERTOETSEN).
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
19
PUSH
2
SET
1
H
PUS
11
5
4
3
120
140
100
160
80
60
40
20
0
180
km/h
200
220
240
km
2
1
0
3
EFI
6
7
8
9
10
-1
min
x1000
MAGNETI MARELLI
7
4
5
8
TAIR
6
TIME EFI
MODE
C
ENGINE
CONTROL DIAGNOSIS
SET
TAIR
C
TIME
ENGINE
CONTROL DIAGNOSIS
SE TMODE
9
PROGRAMMEERTOETSEN
WAARSCHUWING
Voer de navolgende handelingen uit ter­wijl de motorfiets stilstaat. Het uitvoeren van deze handelingen tij­dens het rijden, kan ongelukken tot ge­volg hebben.
OPMERKING Bij de onderstaande
informatie wordt ervan uitgegaan dat de motorfiets is uitgeschakeld.
Wordt de contactsleutel (1) in de stand geplaatst, dan worden op het dashboard binnen drie seconden de volgende onder­delen ingeschakeld:
alle waarschuwingslampjes;alle lampjes van de displayverlichting;alle segmenten van het linkerdisplay;alle segmenten en opschriften van het
rechter, multifunctionele display;
de wijzers van de instrumenten worden
aan het begin van de schaalverdeling geplaatst;
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
20
en worden de lampjes, opschriften, seg­menten en instrumenten getest.
Na de drie seconden blijft op het dash­board alleen het waarschuwingslampje voor de motoroliedruk branden (2) (totdat de motor wordt gestart) en wordt op het display het volgende getoond:
totaal aantal verreden kilometers (3);hoeveelheid brandstof (4);luchttemperatuur (5);koelvloeistoftemperatuur (6) [tot 35° C
(95° F) wordt het teken ≈--- getoond];
uur en minuten (7).
AFSTELLEN VAN DE DASHBOARDVERLICHTING
Er kunnen drie verschillende niveaus voor de dashboardverlichting worden gekozen: 100%; 60%; 25%.
Het instellen gebeurt als volgt:
] Plaats de lichtschakelaar
(8) op ∆.
OPMERKING Drie seconden na de
laatste keuze keert de toets SET terug naar de omschakelfunctie totaalteller/dag­teller voor kilometers en mijlen.
Plaats de contactschakelaar (1) op
en druk binnen drie seconden herhaal­delijk op de toets SET (9) voor het ver­krijgen van de drie verlichtingsniveaus.
Kies het gewenste verlichtingsniveau.
OVERSCHAKELEN km/mi, °C/°F
OPGELET
De weergaven in kilometer/mi, °C/°F zijn ingesteld, afhankelijk van het land van bestemming, en ontoegankelijk ge­maakt door aprilia tijdens de productie van de motorfiets. Deze weergaven kunnen later niet wor­den gewijzigd.
SET
SET
MODE
TAIR
TIME
MODE
L
5
C
ENGINE
CONTROL
SET
DIAGNOSIS
6
5
km/h
7
8
9
10
km
TIME
4
3
2
1
0
TAIR
4
C
ENGINE
CONTROL
SETMODE
DIAGNOSIS
2
1
OMSCHAKELING TOTAALTEL­LER/DAGTELLER VOOR KILOMETERS EN MIJLEN
Linkerdisplay
Druk op de toets SET (1) en laat deze
weer los; op het display verschijnt het aantal verreden kilometers (mijlen) als totaal of als dagtotaal.
OPMERKING Telkens als de con-
tactschakelaar op wordt geplaatst, toont het display het totale aantal kilome­ters (mijlen).
Resetten van de dagteller:
Vraag het aantal dagkilometers op, zie
boven.
Houd de toets SET (1) langer dan drie
seconden ingedrukt; de segmenten (2) worden teruggesteld.
13
INSTELLEN VAN DE KLOK (UREN EN MINUTEN)
OPMERKING De klok kan alleen
worden ingesteld terwijl de motorfiets stil­staat.
Druk de MODE-toets (3) gedurende
meer dan drie seconden in; de uurseg­menten (6) beginnen te knipperen.
OPMERKING Door de toets SET (1)
in te drukken en los te laten, wordt steeds een gegeven tegelijk gewijzigd; wordt de toets SET (1) ingedrukt gehouden, dan wordt snel en cyclusgewijs langs de gege­vens gelopen.
Druk de SET-toets (1) in en stel het ge-
wenste uur in.
Druk op de toets MODE (3) en laat deze
weer los om de uurinstelling te bevesti­gen. De minutensegmenten knipperen (5).
Druk de SET-toets (1) in en stel het ge-
wenste aantal minuten in.
Druk de MODE-toets (3) in en laat hem
los om de instelling van de minuten vast te leggen.
OPMERKING Wordt de accu verwij-
derd, dan wordt de klok gereset.
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
21
BELANGRIJKSTE ONAFHANKELIJKE BEDIENINGSELEMENTEN
BEDIENINGSELEMENTEN OP DE
4
LINKERSTUURHELFT
OPMERKING De elektrische onderdelen werken enkel
3
2
1
wanneer de contactschakelaar in de stand staat.
1) DRUKKNOP CLAXON ()
De claxon treedt in werking wanneer de drukknop wordt inge­drukt.
2) SCHAKELAAR RICHTINGAANWIJZERS ()
De schakelaar naar links zetten om aan te geven dat u links gaat afslaan; de schakelaar naar rechts drukken om aan te geven dat u rechts gaat afslaan.
Op het midden van de schakelaar drukken om de richtingaan-
wijzer uit te zetten.
3) DIMLICHTSCHAKELAAR ( - ) Wanneer de lichtschakelaar in de stand staat: als de dimlichtschakelaar in de stand staat, brandt het groot­licht; als hij in de stand staat, brandt het dimlicht.
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
22
3) DIMLICHTSCHAKELAAR ( - ) In de stand branden de parkeerlichten, de dashboard­verlichting en het dimlicht altijd. In de stand brandt het grootlicht.
4) DRUKKNOP GROOTLICHTSIGNAAL ()
U kan het grootlicht gebruiken om tegenliggers te verwittigen wanneer u inhaalt, bij gevaar of in een noodsituatie.
Het grootlichtsignaal wordt bediend door het indrukken van de drukknop, ongeacht de stand van de lichtschakelaar ( - -
).
B
OPMERKING Laat de knop los om het grootlichtsignaal uit
te schakelen.
BEDIENINGSELEMENTEN OP DE RECHTERSTUURHELFT
OPMERKING De elektrische onderdelen werken enkel
wanneer de contactschakelaar in de stand staat.
1) MOTORSTOPSCHAKELAAR ( - )
WAARSCHUWING
Bedien de motorstopschakelaar “ - ” niet tijdens gewoon rijden.
Dit is een veiligheids- of noodschakelaar. Met de schakelaar in de stand kan de motor worden ge­start; de motor wordt gestopt door de schakelaar in de stand te zetten.
OPGELET
Schakel de motorfiets uitsluitend uit met de contactschake­laar (A). Laat de motoruitschakelaar (1) in de stand “” staan; ge­bruik deze alleen in geval van nood of gevaar.
OPGELET
Bij gestopte motor en met de contactschakelaar in de stand “”, kan de accu ontladen worden. Wordt de motoruitschakelaar (1) gebruikt, draai dan vervol­gens de contactschakelaar (A) in de stand “”
2) STARTKNOP ()
Wanneer de startknop wordt ingedrukt, doet de startmo­tor de motor draaien. Voor het starten, zie pag. 50 (STAR­TEN).
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
23
1
2
CONTACTSCHAKELAAR
De contactschakelaar (1) bevindt zich op de stuurkolomplaat.
OPMERKING De sleutel activeert de
contactschakelaar/stuurslot, het slot van de brandstoftankdop (2) en het passagiers­zadelslot (3).
Bij de motorfiets worden twee sleutels ge­leverd (één reservesleutel).
OPMERKING Bewaar de reserve-
sleutel en het plaatje met het codenummer niet op de motorfiets.
3
PUSH
Stand Functie
Het stuur is vergren­deld. Het is
Stuurslot
I
Z
D
A
1
onmogelijk de motor te starten en de lichten te ontsteken.
De motor kan niet worden gestart en de lichten kunnen niet worden ont­stoken.
De motor kan worden gestart en de lichten kunnen wor­den ontsto­ken.
De parkeerlicht en branden.
Uittrekken
sleutel
De sleutel kan uit het contact wor­den getrok­ken.
De sleutel kan uit het contact wor­den getrok­ken.
De sleutel kan niet uit het contact worden getrokken.
De sleutel kan uit het contact wor­den getrok­ken.
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
24
1
PUSH
1
STUURSLOT
WAARSCHUWING
Draai de sleutel nooit in de stand “” terwijl u rijdt, om te vermijden dat u de controle over de motorfiets verliest.
BEDIENING
Om het stuur te vergrendelen:
Draai het stuur volledig naar links.
Draai de sleutel in de stand ∆.
Druk de sleutel in en draai hem in de
stand ∆.
OPMERKING Raadpleeg voor het
inschakelen van de parkeerlichten pag. 25 (PARKEERLICHTEN).
Trek de sleutel uit het contact.
PUSH
PARKEERLICHTEN
De motorfiets beschikt over parkeerlichten voor en achter. Het behoeft geen toelich­ting dat de motorfiets zoveel mogelijk op daarvoor bestemde, verlichte plaatsen moet worden geparkeerd. Echter, wanneer de motorfiets moet worden geparkeerd op onverlichte of slecht verlichte plaatsen of wanneer u hem beter zichtbaar wilt maken, bieden de parkeerlichten uitkomst.
BEDIENING Inschakelen van de parkeerlichten:
Vergrendel het stuur zonder de sleutel
(1) uit te nemen, zie pag. 25 (STUURS­LOT).
Draai de sleutel (1) in de positie
(PARKING).
Controleer of beide parkeerlichten goed
functioneren (voor en achter).
Demonteer de sleutel (1).
OPGELET
Laat de parkeerlichten niet langdurig branden om te voorkomen dat de accu leegraakt. Wanneer de accu helemaal leeg is, kan de motorfiets niet worden gestart.
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
25
HULPUITRUSTING
ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN VAN HET PASSAGIERSZADEL
Zet de motorfiets op de standaard, zie
pag. 58 (DE MOTORFIETS OP DE STANDAARD ZETTEN).
Steek de sleutel (1) in het zadelslot.
Draai de sleutel (1) met de wijzers van
de klok mee, til het zadel (2) op en neem het naar achteren uit.
OPMERKING Onder het passa-
gierszadel bevindt zich het handschoen­/gereedschapssetkastje.
Ga als volgt te werk:
Verwijder het deksel van het handschoe-
nen-/gereedschapssetvak (3).
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
26
Ga als volgt te werk om het zadel (2) te vergrendelen:
OPMERKING Controleer voor het
omlaag zetten en vergrendelen van het za­del (2) of u de sleutel niet in het hand­schoenen-/gereedschapssetkastje hebt la­ten liggen.
Steek de twee voorste koppelingen (4) in
hun zittingen (5).
Plaats het zadel (2) omlaag en druk het
aan tot het slot klikt.
WAARSCHUWING
Controleer voor u vertrekt of het zadel (2) goed is vergrendeld.
HET DEKSEL VAN HET HANDSCHOENEN­/GEREEDSCHAPSSETVAK ONTGRENDELEN/VERGRENDELEN
Om meer bagageruimte te creëren wan­neer men alleen rijdt, kan het passagiers­zadel worden verwijderd. Hiervoor dient het handschoen-/gereedschapssetkastje (3) te worden vergrendeld.
In dit geval:
Verwijder het passagierszadel, zie pag.
26 (ONTGRENDELEN/VERGRENDE­LEN VAN HET PASSAGIERSZADEL).
Neem de slotkoppeling (6) uit de zitting.
Steek en vergrendel de slotkoppeling (6)
op de juiste wijze in de daarvoor bestem­de zitting (7) van de sluiting van het handschoen-/gereedschapssetkastje (zie de afbeelding).
6
10
7
Plaats de sluiting van het handschoen-
6
/gereedschapssetkastje (3) op de juiste wijze in de zitting.
Plaats de sluiting van het handschoen-
/gereedschapssetkastje (3) omlaag en druk het aan tot het slot klikt.
Maximaal toegestaan gewicht: 9 kg.
WAARSCHUWING
De bagage dient beperkt van omvang te zijn en stevig te worden bevestigd aan de handgrepen voor de passagier.
HANDSCHOEN­/GEREEDSCHAPSSETKASTJE
Doe het volgende om bij het handschoen­/gereedschapssetkastje te komen:
Demonteer het zadel, zie pag. 26 (ONT-
GRENDELEN/VERGRENDELEN VAN
HET PASSAGIERSZADEL). De gereedschapsset (8) bevat: gebogen inbussleutels van 2,5 3 4
5 6 mm (9); dubbele steeksleutel van 8 10 mm
(10); dubbele steeksleutel van 13 14 mm
(11);
enkele ringsleutel van 26 mm (12);verlengstuk voor enkele ringsleutels
(13);
dubbele pijpsleutel van 6 7 mm (14);dubbele pijpsleutel van 8 10 mm (15);dopsleutel van 16 mm voor bougie (16);dubbele kruiskop-/platte schroeven-
draaier (17);
11
14
15
18
17
12
9
16
13
gereedschapstasje (18);
Maximaal toegestaan gewicht: 1,5 kg.
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
27
SPECIAAL GEREEDSCHAP J
Voor het uitvoeren van specifieke werk­zaamheden is het raadzaam het volgende speciaal gereedschap te gebruiken (ver­krijgbaar bij een officiële aprilia-dealer):
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
28
Gereedschap Werkzaamhe-
Voorste standaard (1), zie pag. 76 (DE MOTORFIETS OP DE VOORSTE STAN­DAARD ZETTEN J).
Montagetang klikklemmen (2), zie pag. 64 (KLIKKLEMMEN).
den
Demonteren van voorwiel.
Montage klik­klemmen.
STOPCONTACT
Deze motorfiets is uitgerust met een stop­contact (3) voor stekkers met een diameter van 20 mm.
Sluit op het stopcontact geen elektrische ap­paraten aan met een stroomverbruik van meer dan 180 W of een voltage anders dan 12 V.
WAARSCHUWING
Gebruik het stopcontact niet terwijl met de motorfiets wordt gereden, omdat het kan voorkomen dat de stekker losraakt en op bewegende onderdelen terecht­komt.
ACCESSOIRES
De motorfiets kan met de volgende acces­soires worden uitgerust (wend u tot de offi­ciële aprilia-dealer):
√ middenstandaard J; √ zijtassen J; √ tanktas J; √ achterkoffer J.
BELANGRIJKSTE ONDERDELEN
MAX
MAX
BRANDSTOF
WAARSCHUWING
De brandstof die gebruikt wordt voor verbrandingsmotoren is uiterst ont­vlambaar en kan in bepaalde omstan­digheden explosief worden.
Het is belangrijk dat het tanken en de onderhoudswerkzaamheden in een goed geventileerde ruimte gebeuren en met afgezette motor.
Niet roken gedurende het tanken of in de nabijheid van benzinedampen; in elk geval absoluut contact mijden met open vlammen, vonken en elke andere warm­tebron, om te voorkomen dat de brand­stof vlam vat of explodeert.
Verder moet u ook voorkomen dat er benzine uit de tankopening stroomt, aangezien ze vlam kan vatten bij con­tact met de gloeiende delen van de mo­tor.
Voor het geval per ongeluk benzine bui­ten de tank terechtkomt, moet u contro­leren of de plek waar de benzine is te­rechtgekomen geheel droog is en voor u gaat rijden moet u er zich van verge­wissen dat er geen benzine op de hals van de benzinemond is achtergebleven.
Loodvrije benzine zet uit onder invloed van zonnewarmte en zonnestraling. Vul de tank daarom nooit tot de rand.
Mijd contact van benzine met de huid en inademing van dampen. zuig geen ben-
zine op en breng de benzine niet over van één vat in een ander met behulp van een slang.
LOOS BRANDSTOF NIET IN HET MI­LIEU.
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN.
Gebruik uitsluitend loodvrije superbenzine met min. octaangetal 95 (N.O.R.M.) en 85 (N.O.M.M.).
Ga als volgt te werk om te tanken:
Til de klep (1) op.
Steek de sleutel (2) in het slot op de
brandstofklep (3).
Draai de sleutel rechtsom, trek eraan en
open de brandstofklep.
INHOUD BRANDSTOFTANK (reserve in­begrepen): 25
TANKRESERVE: 5 Ø 1 l
l
OPGELET
Voeg geen additieven of andere sub­stanties toe aan de brandstof.
Als u een trechter of soortgelijke voor­werpen gebruikt, zorg er dan voor dat ze perfect schoon zijn.
WAARSCHUWING
Vul de tank niet volledig; het brandstof­peil mag maximaal tot de onderste rand van de vulhals reiken (zie afbeelding).
MAX
Vul brandstof bij.
Na het bijvullen:
MAX
1
3
2
OPMERKING De dop kan enkel
worden gesloten als u de sleutel (2) erin steekt.
Steek de sleutel (2) in de dop en sluit
hem door te drukken.
WAARSCHUWING
Zorg dat de dop goed dichtgedraaid is.
Trek de sleutel (2) uit.
Sluit de klep (1).
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
29
REMVLOEISTOF - aanbevelingen
OPMERKING Deze motorfiets is uit-
gerust met schijfremmen vooraan en ach­teraan, met afzonderlijke hydraulische cir­cuits.
De volgende informatie heeft betrekking op slechts één remsysteem, maar geldt voor beide.
WAARSCHUWING
Plotselinge weerstand of verschillen in speling op de remhendel kunnen te wij­ten zijn aan onregelmatigheden in het hydraulische systeem. In geval van twijfel met betrekking tot het goed functioneren van het remsys­teem en als u niet in staat bent de nor­male controles zelf uit te voeren, moet u te rade gaan bij uw officiële aprilia- dealer.
gebruik en onderhoud ETV mille Caponord ABS
30
WAARSCHUWING
Zie er goed op toe dat de remschijven niet vettig of smerig zijn, in het bijzon­der na uitvoering van onderhoudswerk­zaamheden of controles.
Controleer of de remleidingen niet ge­draaid of versleten zijn.
Let op dat geen water of stof per onge­luk in het circuit terechtkomt.
Het is aangeraden latex handschoenen te gebruiken om onderhoudswerken uit te voeren.
Als de remvloeistof in contact komt met de huid of de ogen, kan dit leiden tot ernstige irritatie.
WAARSCHUWING
Spoel de lichaamsdelen die in contact komen met de vloeistof goed af. Raad­pleeg een oogarts of een gewone arts als de vloeistof in contact komt met de ogen.
LOOS VLOEISTOF NIET IN HET MILIEU.
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN.
OPGELET
Wanneer u de remvloeistof gebruikt, moet u erop letten dat u er niet mee morst op de plastic of gelakte delen, omdat deze door de vloeistof kunnen worden aangetast.
Loading...
+ 354 hidden pages