E4107-5
Gebruiksaanwijzing |
Elektrisch |
|
inbouwfornuis |
2 Inhoud
Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige kwaliteit. Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van optimale en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat stellen om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen. Wij adviseren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem te allen tijde raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige eigenaar van het
apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Inhoud
Gebruiksaanwijzing |
3 |
|
|
Veiligheidsvoorschriften |
3 |
|
|
Beschrijving van het apparaat |
4 |
Totaalaanzicht |
4 |
Bedieningspaneel |
5 |
Uitrusting oven |
5 |
Accessoires oven |
6 |
Voor het in gebruik nemen |
7 |
|
|
Dagtijd instellen en wijzigen |
7 |
Reinigen voor het in gebruik nemen |
8 |
Bedienen van de kookzones |
8 |
|
|
Kookstand instellen |
9 |
Bereiden met het automatische |
|
kooksysteem |
10 |
Automatische uitschakeling van de |
|
kookzones |
10 |
Bedienen van de oven |
11 |
Oven inen uitschakelen |
11 |
Ovenfuncties |
12 |
Hulpstukken plaatsen |
12 |
Grillset |
13 |
Vetfilter plaatsen/verwijderen |
14 |
Klokfuncties |
15 |
Toepassingen, tabellen en tips |
20 |
|
|
Kooktabel |
20 |
Bakken |
21 |
Braden |
27 |
Vlak-grilleren |
29 |
Ontdooien |
30 |
Drogen met hetelucht |
30 |
Wecken |
31 |
Reiniging en onderhoud |
32 |
|
|
Buitenkant apparaat |
32 |
Binnenkant oven |
32 |
Hulpstukken |
32 |
Vetfilter |
32 |
Ovenverlichting |
33 |
Bovenkant oven |
33 |
Ovendeur |
34 |
Deurglas ovenwagen |
35 |
Wat is er aan de hand als … |
37 |
|
|
Afvalverwerking |
38 |
|
|
Service |
39 |
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
1Belangrijke informatie over uw persoonlijke veiligheid en informatie over het voorkomen van schade aan het apparaat.
3Algemene informatie en tips
2Milieu-informatie
Gebruiksaanwijzing 3
Gebruiksaanwijzing
1Veiligheidsvoorschriften
Elektrische veiligheid
•Het apparaat mag uitsluitend door een erkend installateur worden aangesloten.
•In geval van storingen of beschadiging van het apparaat: zekeringen in de huisinstallatie uitschakelen.
•Reparaties aan het apparaat mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Door onvakkundig uitgevoerde reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wend u bij reparaties altijd tot onze service-afdeling of uw vakhandel.
Veiligheid voor kinderen
• Kleine kinderen nooit alleen laten terwijl het apparaat in gebruik is.
Veiligheid tijdens het gebruik
•Personen (inclusief kinderen) die vanwege hun fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens of hun onervarenheid of onkundigheid niet in staat zijn het apparaat veilig te gebruiken, mogen dit apparaat uitsluitend onder toezicht of met aanwijzingen van een verantwoordelijk persoon gebruiken.
•Dit apparaat mag alleen in het huishouden voor het koken, bakken en braden van gerechten worden gebruikt.
•Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten in de buurt van het apparaat. Snoeren mogen niet ingeklemd raken onder de hete ovendeur.
•Waarschuwing: Verbrandingsgevaar! Bij gebruik wordt de binnenruimte van de oven heet.
•Als u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan eventueel een licht ontvlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Open de deur in dit geval voorzichtig. Kom niet met hitte, vuur of vonken in de buurt van de oven.
3Aanwijzing met betrekking tot acrylamide
Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten kan een intensieve bruining van levensmiddelen, met name bij zetmeelhoudende producten, een gevaar voor de gezondheid door acrylamide veroorzaken. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel mogelijk bij lage temperaturen te bereiden en de gerechten niet te veel te bruinen.
Zo voorkomt u beschadiging van het apparaat
•Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en plaats geen bakplaten, pannen enz. op de bodem, omdat daarmee het email van de oven door de optredende hitteconcentratie wordt beschadigd.
•Fruitsappen die van de bakplaat druppelen veroorzaken vlekken die niet kunnen worden verwijderd. Gebruik een diepe bakplaat voor gebak dat erg vochtig is.
•Plaats geen gewicht op de geopende ovendeur.
•Giet water nooit rechtstreeks in de hete oven. Hierdoor kan het email worden beschadigd en kunnen verkleuringen ontstaan.
4Beschrijving van het apparaat
•Als er kracht wordt uitgeoefend, vooral op de randen van de buitenste glasplaat, kan het glas breken.
•Bewaar geen brandbaar materiaal in de oven. Bij het inschakelen van de oven kan dit ontbranden.
•Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven. Het email kan beschadigd worden.
•Bewaar na het uitschakelen van de koelventilator geen open gerechten in de oven. In de ovenruimte of op de deurruiten kan vocht neerslaan dat ook op uw meubelen terecht kan komen.
3Informatie emaillaag
Kleurveranderingen van de emaillaag van de oven als gevolg van het gebruik zijn niet van invloed op de deugdelijkheid van het apparaat voor regulier of contractueel gebruik. Dit zijn derhalve geen gebreken in de zin van het recht op garantie.
Beschrijving van het apparaat
Totaalaanzicht
Bedieningspaneel
Deurgreep
Ovendeur
Beschrijving van het apparaat |
|
5 |
|
|
|
Bedieningspaneel
Bedrijfscontrolelampje Temperatuurcontrolelampje
Tijdsindicatie
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Klokfunctietoetsen |
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ovenfuncties |
|
|
Temperatuurkeuze |
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Kookzoneschakelaar |
|
|
|
Kookzoneschakelaar |
Uitrusting oven
Bovenwarmte en grillelement
Ovenverlichting |
Vetfilter |
Verwarmingselement in de |
achterwand |
Ventilator |
Onderwarmte |
6Beschrijving van het apparaat
Inschuifniveaus
Aan de ovendeur bevinden zich 2 houders met 5 openingen voor het ophangen van de hulpstukken.
Binnenzijde deur
Aan de binnenzijde van de ovendeur is de nummering van de inschuifniveaus aan beide zijden weergegeven.
Bovendiene vindt u korte informatie over oven-functies, aanbevolen inschuifniveaus en temperaturen voor de bereiding van de gebruikelijkste gerechten.
Dampafvoer uit de oven
De damp uit de oven wordt via het achterin de kookplaat liggende kanaal direct naar boven geleid.
Accessoires oven
Inhangrooster
Voor serviesgoed, keukenvormen, gebraden en gegrild vlees.
Inhangraam
Voor het inhangen voor bakplaat en braadslede
Voor het in gebruik nemen |
|
7 |
|
|
|
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Vetopvangbak
De vetopvangbak dient bij het baken en braden resp. als opvangbak voor het vet.
Inlegrooster
Inzetstuk voor de braadslede voor braden en grillen.
Voor het in gebruik nemen
Dagtijd instellen en wijzigen
3De oven functioneert alleen als u de tijd hebt ingesteld.
Na het aansluiten van de elektriciteit of na een stroomstoring knippert het functielampje Dagtijd automatisch.
1. Om een reeds ingestelde dagtijd te veranderen drukt u de toets Selectie zo vaak in, tot het functielampje Dagtijd knippert.
8 Bedienen van de kookzones
2. Met de toets of de juiste tijd instellen.
Na ca. 5 seconden stopt het knipperen en geeft de klok de ingestelde tijd aan.
Het apparaat is klaar voor gebruik.
3 De dagtijd kan alleen worden gewijzigd als er geen automatische functie (Duur of Einde ) is ingesteld.
Reinigen voor het in gebruik nemen
Voordat u de oven voor de eerste keer gebruikt, moet u deze eerst grondig reinigen.
1Let op: Gebruik geen scherpe, schurende reinigingsmiddelen! Het oppervlak zou beschadigd kunnen worden.
3Gebruik voor metalen voorkanten de in de handel verkrijgbare onderhoudsmiddelen.
1.De schakelaar Ovenfuncties op Licht zetten.
2.Neem alle accessoires uit de oven en reinig deze met een warm sopje.
3.Reinig eveneens de oven met een warm sopje en droog hem daarna af.
4.Veeg de voorzijde af met een vochtige doek.
Bedienen van de kookzones
3Lees ook de gebruiksaanwijzing van uw inbouw-kookplaat. Daarin vindt u belangrijke informatie m.b.t. pannen, bediening, reiniging en onderhoud.
De volgende beschrijving is niet van toepassing voor inductiekookzones.
Kookstanden
•In de bereiken 1-9 kunt u de kookstanden instellen
•Tussenstanden zijn mogelijk in de bereiken 2 t/m 7.
•Bovendien is iedere kookzoneschakelaar nog uitgerust met een automatisch kooksysteem.
Bedienen van de kookzones |
|
9 |
|
|
|
u = Warmhoudstand 1 = Laagste vermogen 9 = Hoogste vermogen
A= Automatisch kooksysteem
2Schakel de kookzone ca. 5-10 minuten voor het einde van de kooktijd uit om gebruik te maken van de restwarmte. Zo bespaart u elektrische energie.
3Het fornuis is met verzonken kookzoneschakelaars uitgerust.
Voor het gebruik de kookzoneschakelaar indrukken. De schakelaar komt dan naar buiten.
links voor |
links achter |
rechts achter |
rechts voor |
Kookzoneschakelaar
Kookstand instellen
1. Kookstand kiezen.
2. Om te stoppen met koken terugdraaien naar de uit-stand.
3 Het bijbehorende kookzone-bedrijfscontrole- lampje brandt zolang de kookzone in gebruik is.
10 Bedienen van de kookzones
Bereiden met het automatische kooksysteem
Bij het bereiden met het automatische kooksysteem werkt de kookzone voor een bepaalde tijd op vol vermogen en schakelt vervolgens weer terug naar de ingestelde kookstand.
1.Draai de kookzoneschakelaar naar rechts tot de eindaanslag, om de kookactivering in te schakelen.
2.Zet aansluitend de kookzoneschakelaar terug op de gewenste kookstand.
3.Als u het bereidingsproces wilt beëindigen dient u de schakelaar op de stand "0" te zetten.
3Als u tijdens de opwarmtijd een hogere kookstand kiest, bijv. van "3" naar "6", wordt er rekening gehouden met de reeds verstreken tijd voor de kookactivering. Kiest u een lagere kookstand dan wordt de kookactivering onmiddellijk beëindigd.
3U kunt het automatische kooksysteem ook beëindigen door de kookzoneschakelaar eerst op de stand "0" te zetten en vervolgens weer op de gewenste kookstand.
Opwarmtijden bij het bereiden met het automatisch kooksysteem
Schakelaarstand: |
Opwarmtijd van het automatisch kooksysteem |
||
A en |
9 |
zonder |
Automatisch kooksysteem |
A en |
8 |
4,5 |
minuten |
A en |
7 |
3,5 |
minuten |
A en |
6. |
3 |
minuten |
A en |
6 |
2 |
minuten |
A en |
5. |
12,5 |
minuten |
A en |
5 |
10 |
minuten |
A en |
4. |
8 |
minuten |
A en |
4 |
6,5 |
minuten |
A en |
3. |
5,5 |
minuten |
A en |
3 |
5 |
minuten |
A en |
2. |
3 |
minuten |
A en |
2 |
2 |
minuten |
A en |
1 |
1 |
minuten |
A en |
u |
0,5 |
minuten |
3Houd de eerste bereidingsprocessen in de gaten. Daarbij kunt u bepalen welke kookstand bij “uw servies” voor “uw gerechten en hoeveelheden” optimaal is.
Automatische uitschakeling van de kookzones
Als één van de kookzones na een bepaalde tijd niet wordt uitgeschakeld of de kookstand niet wordt veranderd, wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld.
In de kookzone-indicatie van de uitgeschakelde kookzone verschijnt . De kookzones worden uitgeschakeld bij:
•kookstand 1 - .2 na 6 uur
•kookstand 3 - 4 na 5 uur
•kookstand .4 - .5 na 4 uur
•kookstand 6 - 9 na 1,5 uur
Bedienen van de oven |
|
11 |
|
|
|
In gebruik nemen na de automatische uitschakeling
Om de kookzone opnieuw in gebruik te nemen na de automatische uitschakeling de ingeschakelde kookzoneschakelaar op de nul-stand draaien.
Daarna is de kookzone weer klaar voor het gebruik.
Bedienen van de oven
3De oven is van verzinkbare schakelaars voor oven-functies en temperatuurkeuze uitgerust. Druk voor het gebruik ervan op de betreffende schakelaar. De schakelaar komt dan naar buiten.
Oven inen uitschakelen
Bedrijfscontrolelampje |
|
Temperatuurcontrolelampje |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ovenfuncties |
Temperatuurkeuze |
1.Zet de functiekiezer van de oven in de gewenste stand.
2.Zet de temperatuurkiezer op de gewenste temperatuur.
Het bedrijfscontrolelampje is aan zolang de oven in gebruik is.
Het temperatuurcontrolelampje is aan zolang de verwarming van de oven aan staat.
3.Om de oven uit te schakelen moet u de functiekiezer en de temperatuurkiezer van de oven beide in de Uit stand zetten.
3Koelventilator
Zodra de oven in gebruik wordt genomen wordt de ventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Nadat de oven is uitgeschakeld blijft de ventilator nog verder lopen om het apparaat af te koelen en wordt dan automatisch uitgeschakeld.
12 Bedienen van de oven
Ovenfuncties
Voor de oven zijn de volgende functies beschikbaar:
Ovenfunctie |
Toepassing |
|
|
Licht |
Met deze functie kunt u de binnenzijde van de oven verlichten, |
|
bijvoorbeeld om deze schoon te maken. |
Hetelucht met ring |
Voor het bakken op maximaal drie niveaus tegelijk. |
|
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij |
|
boven-/onderwarmte. |
Pizza hetelucht |
Voor het bakken op een niveau voor gerechten die een inten- |
|
sievere bruining en knapperigheid van de bodem vragen. |
|
Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij |
|
boven-/onderwarmte. |
Conventioneel |
Voor het bakken en braden op één niveau. |
Onderwarmte |
Voor het afbakken van gebak met een brosse bodem. |
Ontdooien |
Voor het gedeeltelijk of geheel ontdooien van bijvoorbeeld |
|
gebak, boter, brood, fruit of andere bevroren levensmiddelen. |
Grill klein |
Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen, die in het mid- |
|
den van het rooster worden geplaatst en om te roosteren. |
Grill groot |
Voor het grilleren van vlakke levensmiddelen in grotere hoe- |
|
veelheden en om te roosteren. |
Infratherm |
Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte op één |
|
niveau. |
|
Deze functie is ook geschikt voor gratineren. |
|
|
Hulpstukken plaatsen
In de ovendeur bevinden zich 5 inschuifniveaus voor het ophangen van de hulpstukken.
Ophangrooster plaatsen
Ophangrooster pakken (1) en in het gewenste
inschuifniveau voeren. Ophangrooster naar onderen drukken (2) tot de aanslag.
3 De inschuifniveaus wordne van onderen naar boven geteld.