Miele PT 9137 WP Vario User manual

0 (0)
Miele PT 9137 WP Vario User manual

Gebruiksaanwijzing en

opstellingsinstructies

Warmtepompdroger

PT 9137 WP Vario

Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat.

nl-NL

M.-Nr. 11 040 710

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Het verpakkingsmateriaal

De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen, omdat dit het milieu relatief weinig belast en kan worden hergebruikt.

Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Het oude apparaat

Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude apparaat bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu.

Verwijder uw oude apparaat dan ook nooit samen met het gewone afval, maar lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur. Vraag uw handelaar indien nodig om inlichtingen.

Het afgedankte apparaat moet buiten het bereik van kinderen worden opgeslagen.

Tips om energie te besparen

Zo kunt u de droogtijd verkorten en het energieverbruik verlagen:

Centrifugeer het wasgoed vóór het drogen met een zo hoog mogelijk toerental in de wasautomaat.

Zo bespaart u bij het drogen ca. 30% energie, maar ook tijd, als u bijvoorbeeld met 1600 toeren per minuut centrifugeert in plaats van met 800 toeren per minuut.

Maak zoveel mogelijk gebruik van de maximale beladingscapaciteit. Het energieverbruik is dan relatief gezien het laagst.

Zorg dat de temperatuur in de ruimte niet te hoog is. Als zich andere warmteproducerende apparaten in de ruimte bevinden, zorg dan voor extra ventilatie of schakel die apparaten uit.

Reinig na elk gebruik de pluizenzeven (pluizenfilters).

2

 

Inhoud

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu .............................................

2

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ........................................................

5

Bediening van de droogautomaat......................................................................

16

Bedieningspaneel..................................................................................................

16

Opmerking bij de eerste ingebruikneming ............................................................

16

Principe display .....................................................................................................

17

MieleLogic-varianten .............................................................................................

19

Betalingssysteem activeren..............................................................................

19

Programma kiezen............................................................................................

21

Algemene aanwijzingen en tips .........................................................................

23

1. Wasgoed voorbereiden .....................................................................................

23

2. Droogautomaat vullen .......................................................................................

24

3. Programma kiezen.............................................................................................

24

Verkorte gebruiksaanwijzing..............................................................................

25

Programma kiezen ..............................................................................................

29

Programma kiezen/wijzigen...................................................................................

29

Temperatuur laag+ ................................................................................................

30

Timer.....................................................................................................................

31

Programmaverloop wijzigen ..............................................................................

32

Reiniging en onderhoud......................................................................................

33

Het reinigen van het filtersysteem .........................................................................

33

2. Wanneer moet u het sokkelfilter reinigen? ...................................................

34

Het reinigen van de zeefvlakken van de pluizenzeven ..........................................

36

Hoe vaak reinigen?...........................................................................................

36

Reinigen zonder water......................................................................................

36

Reinigen met water ..........................................................................................

37

Plaatsen............................................................................................................

37

Sokkelfilter.............................................................................................................

38

Hoe vaak reinigen?...........................................................................................

38

Verwijderen.......................................................................................................

38

Reinigen............................................................................................................

39

Sokkelfilter vervangen ......................................................................................

39

Filterinzet (in de sokkel) reinigen ...........................................................................

41

Filterinzet verwijderen.......................................................................................

41

Koelribben van de warmtewisselaar controleren .............................................

42

De filterinzet terugplaatsen (in de sokkel).........................................................

42

Het pluizenfilter terugplaatsen (in de sokkel).........................................................

43

3

Inhoud

 

Inspectiepaneel reinigen en sluiten .......................................................................

44

Rooster rechts onder/luchtweg.............................................................................

45

Hoe vaak reinigen?...........................................................................................

45

Verwijderen.......................................................................................................

45

Reinigen............................................................................................................

45

Terugplaatsen ...................................................................................................

46

Droogautomaat .....................................................................................................

46

Nuttige tips...........................................................................................................

47

Hulp bij problemen ................................................................................................

47

Controleen storingsmeldingen in het display......................................................

47

Een tegenvallend droogresultaat ..........................................................................

49

Andere problemen.................................................................................................

50

Gloeilamp vervangen.............................................................................................

52

Miele Service .......................................................................................................

53

Reparaties .............................................................................................................

53

Optische interface PC ...........................................................................................

53

Bij te bestellen accessoires ...................................................................................

53

Plaatsen en aansluiten........................................................................................

54

Voorkant ................................................................................................................

54

Achterkant .............................................................................................................

55

Plaatsingsmogelijkheden.......................................................................................

56

Zijkant...............................................................................................................

56

Stalen sokkel ....................................................................................................

56

Bovenkant ........................................................................................................

56

Plaatsen.................................................................................................................

57

Transport naar de plaats van opstelling ...........................................................

57

Droogautomaat stellen .....................................................................................

58

Automaat tegen schuiven beveiligen ...............................................................

58

Het ventileren van het vertrek waar de automaat is geplaatst .........................

59

Afvoerslang condenswater....................................................................................

60

Elektrische aansluiting...........................................................................................

62

Technische gegevens .........................................................................................

63

4

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Lees beslist deze gebruiksaanwijzing.

Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen tot gevolg hebben.

Lees eerst de gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat. In de gebruiksaanwijzing vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud.

Als meerdere personen het apparaat bedienen, moeten de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen voor deze personen toegankelijk worden gemaakt en/of worden uitgelegd.

Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.

Verantwoord gebruik

Het apparaat is uitsluitend bestemd voor het drogen van textiel dat in water is gewassen en dat volgens het wasetiket geschikt is voor droogautomaten. Ieder ander gebruik kan gevaarlijk zijn. Miele is niet aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door ander gebruik dan hier aangegeven of door foutieve bediening.

Deze droogautomaat is uitsluitend bestemd voor gebruik binnenshuis.

5

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit apparaat niet in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een verantwoordelijk persoon.

Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de droogautomaat komen als ze constant onder toezicht staan.

Kinderen vanaf acht jaar mogen de droogautomaat alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.

Kinderen mogen de droogautomaat niet zonder toezicht reinigen of onderhouden.

Wanneer er kinderen in de buurt van de droogautomaat zijn, houd ze dan goed in de gaten en zorg ervoor dat ze er niet mee gaan spelen.

6

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Technische veiligheid

Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is.

Een beschadigde droogautomaat mag niet worden geplaatst en niet in gebruik worden genomen.

Voer geen aanpassingen aan de droogautomaat uit die niet uitdrukkelijk door Miele zijn toegestaan.

Gebruik geen verlengsnoer in verband met gevaar voor oververhitting.

De elektrische veiligheid van de droogautomaat is uitsluitend gegarandeerd als hij wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.

Reparaties aan de droogautomaat mogen alleen door vakmensen van Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's voor de gebruiker opleveren, waarvoor Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld.

7

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij aan onze producten stellen.

Als apparatuur niet tijdig en volgens de voorschriften wordt onderhouden, kunnen de prestaties ervan afnemen. Bovendien kunnen er storingen optreden en kunnen er brandgevaarlijke situaties ontstaan.

Wanneer er een storing moet worden verholpen of wanneer de droogautomaat moet worden gereinigd, mag er geen elektrische spanning op het apparaat staan. Ga als volgt te werk:

Trek de stekker uit de contactdoos.

Schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit.

Draai de betreffende zekering(en) van de huisinstallatie er helemaal uit.

Zie in het hoofdstuk “Plaatsen en aansluiten” de rubriek “Elektrische

aansluiting”.

Deze droogautomaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bij-

voorbeeld op een schip) worden gebruikt.

8

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Informatie over de warmtepomp en over het koelmiddel:

De droogautomaat werkt met een gasvormig koelmiddel dat niet brandbaar en niet explosief is.

De warmtepomptechniek veroorzaakt een brommend geluid wanneer de droogautomaat werkt. Dit geluid is normaal en heeft geen nadelig effect op de werking van het apparaat.

Als het apparaat correct is getransporteerd en geplaatst, hoeft men meestal geen “rusttijd” in acht te nemen (zie “Plaatsen en aansluiten”).

In alle andere gevallen moet wel een rusttijd worden aangehouden, anders kan de warmtepomp beschadigd raken.

Deze droogautomaat bevat gefluoreerde broeikasgassen. Deze zijn hermetisch afgesloten.

Aanduiding: R134a Hoeveelheid: 0,50 kg

Uitstoot koelmiddel: 1430 kg CO2 e Uitstoot apparaat: 715 kg CO2 e

9

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Volg de aanwijzingen in de hoofdstukken: “Plaatsen en aansluiten” en “Technische gegevens”.

Zorg dat u altijd bij de stekker kunt komen, zodat u de spanning van de droogautomaat kunt halen.

Als voor een vaste aansluiting wordt gekozen, moet het apparaat via een schakelaar met alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. Deze schakelaar moet altijd toegankelijk zijn.

De spleet tussen de onderkant van het apparaat en de vloer mag niet met sokkellijsten, hoogpolig tapijt, etc. worden verkleind. Een toereikende luchttoevoer is anders niet gewaarborgd

De deur van de automaat moet vrij kunnen bewegen. Er mag daarom vlak voor de automaat geen andere deur worden geplaatst.

Deze automaat heeft vanwege speciale eisen (ten aanzien van onder meer de temperatuur, de vochtigheid, de chemische bestendigheid, de slijtvastheid en vibraties) een speciale lamp. De lamp mag alleen voor deze toepassing worden gebruikt. De lamp is niet geschikt voor normale verlichtingsdoeleinden.

Meer tips voor het gebruik

De maximale beladingscapaciteit bedraagt 6,5 kg (droge was). De beladingscapaciteit voor de specifieke programma's vindt u in het hoofdstuk “Programma-overzicht”.

Leun niet op de deur om te voorkomen dat de droogautomaat gaat kantelen.

Sluit de deur iedere keer nadat u de droogautomaat heeft gebruikt. Zo voorkomt u dat

kinderen of huisdieren in het apparaat kruipen

en dat kinderen er voorwerpen in stoppen.

Voor de reiniging van het apparaat mag geen hogedrukreiniger of waterstraal worden gebruikt.

10

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Houd de ruimte waar het apparaat staat vrij van stof en pluizen. Stofdeeltjes in de aangezogen lucht kunnen verstoppingen veroorzaken. Dit kan storingen tot gevolg hebben en er ontstaat brandgevaar!

Deze automaat mag nooit

zonder pluizenzeven (pluizenfilters) en zonder sokkelfilter worden gebruikt.

zonder rooster (rechts onder) worden gebruikt.

met beschadigde pluizenzeven of een beschadigd sokkelfilter worden gebruikt. Bij beschadiging meteen vervangen!

Gebeurt dat wel, dan zouden er te veel pluizen in de automaat kun-

nen komen, wat storingen kan veroorzaken.

11

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Ga als volgt te werk, zodat tijdens het drogen geen functiestoringen optreden:

Reinig de zeefvlakken van de pluizenzeven iedere keer als u de droogautomaat heeft gebruikt.

Laat de pluizenzeven en het sokkelfilter na een vochtige reiniging drogen. Door vochtige pluizenzeven dan wel een vochtig filter kunnen er tijdens het drogen storingen optreden!

De luchtweg (pluizenzeven, sokkelfilter, rooster rechts onder) moet altijd worden gereinigd als dat in het display wordt aangegeven.

Plaats uw droogautomaat in een vorstvrije ruimte. Temperaturen die onder het vriespunt liggen, hebben een negatief effect op de werking van het apparaat. Door bevroren condenswater in de pomp en de afvoerslang kan het apparaat beschadigd raken.

De temperatuur in de ruimte waar het apparaat is opgesteld, dient tussen 2°C en 35°C te liggen.

U kunt voor het condenswater een externe afvoer gebruiken, bijvoorbeeld door de afvoerslang in een wastafel of wasbak te hangen. Zorg er in dat geval voor dat de slang niet kan wegglijden. Wanneer de slang niet goed vastzit, kan het condenswater overstromen en schade veroorzaken.

Condenswater is geen drinkwater.

Het drinken van condenswater kan schadelijk zijn voor de gezond-

heid van mens en dier.

12

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

In verband met brandgevaar mag onderstaand textiel niet worden

gedroogd.

Textiel dat niet is gewassen.

Textiel dat niet grondig genoeg is gereinigd en daardoor nog olie-, vetof crèmeresten bevat. Het gaat hier bijvoorbeeld om textiel uit keukens of schoonheidssalons. Bij textiel dat niet voldoende is gereinigd bestaat zelfs na afloop van het droogprogramma en zelfs buiten de droogautomaat nog gevaar voor brand.

Textiel dat brandgevaarlijke reinigingsmiddelen bevat of resten van aceton, alcohol, wasbenzine, petroleum, kerosine, vlekverwijderaar, terpentine, was, wax remover of chemicaliën. Het gaat hier bijvoorbeeld om allerlei soorten schoonmaakdoekjes.

Textiel dat resten van haarversteviger, haarspray, nagellakremover en dergelijke bevat.

Reinig dit soort sterk vervuild textiel grondig en wel met extra wasmiddel en op een hoge temperatuur. Was dit textiel zo nodig twee keer.

Verwijder aanstekers, lucifers en alle andere voorwerpen uit de zakken van het textiel.

Waarschuwing: Schakel de droogautomaat nooit uit voordat het droogprogramma afgelopen is, tenzij u alle stukken wasgoed direct uit de automaat haalt en zo ophangt dat de warmte eruit kan.

13

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Deze droogautomaat mag in verband met brandgevaar niet worden aangesloten op een regelbare wandcontactdoos, bijvoorbeeld via een tijdschakelaar of combi-regelaar wasautomaat - droogautomaat.

Wanneer het droogprogramma in zo'n geval voor het einde van de afkoelfase wordt afgebroken, kan het wasgoed in brand vliegen.

In verband met brandgevaar mogen de volgende soorten textiel of producten nooit in het apparaat worden gedroogd.

Textiel en producten die met industriële chemicaliën zijn gereinigd, bijvoorbeeld in een stomerij.

Textiel en producten die rubber of schuimrubber bevatten, zoals waterdicht textiel, hoofdkussens en douchemutsen.

Textiel en producten die vullingen bevatten en die beschadigd zijn, zodat de vullingen eruit kunnen vallen. Het gaat hier bijvoorbeeld om kussens en jacks.

Op de verwarmingsfase volgt bij veel programma's een afkoelfase. Daarmee kunt u er zeker van zijn dat het wasgoed niet zo heet wordt dat het verbrandt en beschadigd raakt. Pas hierna is het programma afgelopen.

Haal alle stukken wasgoed dan direct uit de automaat.

Gebruik wasverzachters en soortgelijke producten altijd volgens de aanwijzingen van de fabrikant.

Bewaar en gebruik in de buurt van de automaat geen benzine, petroleum of andere licht ontvlambare stoffen. Er bestaat branden explosiegevaar!

14

Veiligheidsinstructies en waarschuwingen

Zorg voor de toevoer van schone, frisse lucht. De lucht mag geen chloor-, fluorof andere oplosmiddeldampen bevatten. Brandgevaar!

Voor roestvrijstalen onderdelen geldt:

Voorkom dat roestvrijstalen oppervlakken in aanraking komen met vloeibare reinigingsen desinfectiemiddelen die chloor of natriumhypochloride bevatten. Deze middelen kunnen op het roestvrije staal corrosie veroorzaken.

Agressieve chloorbleekloogdampen kunnen eveneens corrosie tot gevolg hebben.

Bewaar geopende reservoirs met dergelijke middelen daarom niet in de buurt van het apparaat.

Accessoires

Alleen originele Miele-accessoires mogen worden aanof ingebouwd.

Worden er andere accessoires aanof ingebouwd, dan kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.

Wasen droogautomaten van Miele kunnen als was-droogzuil worden geplaatst. Hiervoor is een specifiek tussenstuk (WTV) nodig dat kan worden nabesteld. Let erop dat het tussenstuk bij uw Mieledroogautomaat en Miele-wasautomaat past.

Wilt u een Miele-sokkel nabestellen, let er dan op dat deze bij uw droogautomaat past.

Worden de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet opgevolgd, dan kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.

15

Bediening van de droogautomaat

Bedieningspaneel

aDisplay

Na het inschakelen licht het display op. Het basismenu verschijnt, zodra de droogautomaat klaar is voor gebruik.

bKeuzetoetsen

Met deze toetsen kunt u rechtstreeks een programma kiezen. U kunt de toetsen ook voor uw favoriete programma's gebruiken.

cToets Start

Knippert als u een programma kunt kiezen en brandt continu nadat u een programma heeft gestart.

dOptische interface PC

De optische interface gebruikt Miele voor servicedoeleinden.

e Programmaschakelaar (duo-knop)

Met deze schakelaar kiest en bevestigt u de menupunten (kiezen = draaien, bevestigen = drukken).

f Aan/Uit-toets

Voor het inen uitschakelen van de automaat. Om energie te besparen, wordt de droogautomaat automatisch uitgeschakeld. Dit gebeurt 15 minuten na afloop van het programma/de kreukbeveiliging. De automaat wordt ook uitgeschakeld als u het apparaat na het inschakelen niet bedient.

g Toets “Deur”

Met deze toets opent u de deur, los van de stroomvoorziening.

Opmerking bij de eerste ingebruikneming

Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt, moet het correct zijn geplaatst en aangesloten. Zie ook het hoofdstuk “Plaatsen en aansluiten”.

Voer de eerste ingebruikneming uit, zoals beschreven in het boekje “Eerste ingebruikneming, programma-overzicht, instellingen”.

16

Bediening van de droogautomaat

Principe display

Startmenu

1

Witte/Bonte was

Programmakeuze ...

 

2

Kreukherstellend

Instellingen ...

 

3

Wol

 

 

4

Strijken

10:00

 

 

 

 

 

In het display verschijnt het startmenu met vier favoriete programma's (die kunnen worden gewijzigd). De functie Programmakeuze is gemarkeerd.

Programmaschakelaar (duo-knop)

Als u aan de programmaschakelaar draait, markeert u een andere functie in het display.

Als u op de programmaschakelaar drukt, bevestigt u het gemarkeerde menupunt.

Keuzetoetsen

De vier programma's die links in het display verschijnen, zijn uw “favorieten”. U kunt deze programma's rechtstreeks kiezen door op de keuzetoetsen te drukken.

U kunt uw favoriete programma's individueel samenstellen (zie ook het hoofdstuk “Programma kiezen” onder “Programma als favoriet programma opslaan”).

In de overige menu's hebben de keuzetoetsen andere functies. In die gevallen ziet u in het display boven de betreffende keuzetoets een pijl met de functieaanduiding van de toets.

Mogelijkheden om een programma te kiezen

U kunt op twee manieren een programma kiezen:

Mogelijkheid 1: Selecteer in het display het menu Programmakeuze en bevestig uw keuze met een druk op de programmaschakelaar.

Mogelijkheid 2: Druk op een van de keuzetoetsen ,

, of . Het basismenu van het betreffende programma wordt geopend.

17

Bediening van de droogautomaat

Menu “Programmakeuze”

Programma-

Terug

 

keuze

Witte/Bonte was

 

 

Kreukherstellend

 

Wol

 

 

 

 

 

Met de programmaschakelaar kunt u alle beschikbare programma's selecteren. De markering verplaatst zich omhoog of omlaag, afhankelijk van de draairichting.

De pijlen of rechts in het display geven aan dat er nog meer keuzemogelijkheden zijn.

Als u op de programmaschakelaar drukt, wordt het basismenu van het gekozen programma geopend.

Basismenu van een droogprogramma

Witte/Bonte was

 

Kastdroog

 

Duur

1:30 h

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Temp.laag+

Timer

Opslaan

Terug

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Door aan de programmaschakelaar te draaien, kunt u de “droogtegraad” of het “programma” markeren.

Het geselecteerde onderdeel is gemarkeerd. Als u op de programmaschakelaar drukt, wordt het onderdeel gekozen en het bijbehorende submenu geopend.

De submenu's Temp. laag+ en Timer kunt u openen door op de betreffende keuzetoets te drukken.

Om terug te gaan naar het startmenu drukt u op de keuzetoets onder Terug.

Desgewenst kunt u ook alle onderdelen met de programmaschakelaar markeren en bevestigen.

Menu “Instellingen ”

Via het menu Instellingen kunt u de elektronica van de automaat aan veranderende situaties aanpassen. Meer informatie vindt u in het boekje “Eerste ingebruikneming, programmaoverzicht, instellingen”.

18

Bediening van de droogautomaat

MieleLogic-varianten

De droogautomaat kan alleen optimaal functioneren als het apparaat in een netwerk is opgenomen.

De droogautomaat heeft naast het display op het bedieningspaneel een geïntegreerd touchscreen (display) in het machinedeksel en een lezer voor een van de drie betalingssystemen.

Met MieleLogic wordt zonder contant geld betaald. Het opwaarderen van het tegoed kan in de wasserette of via internet. Ook via de huur of via een prepaid-tegoed kan worden afgerekend.

Indien correct ingericht, is ook toegang via internet mogelijk, bijvoorbeeld om een automaat te reserveren of om het eigen saldo te controleren.

Een SMS-bericht informeert u als het programma is afgelopen of als er een defect aan het apparaat is.

Deze functies zijn afhankelijk van de instellingen tijdens de ingebruikneming. Eventuele vragen kan uw Miele-technicus beantwoorden.

Betalingssysteem activeren

Voordat u een programma kunt starten, moet u het betalingssysteem activeren.

Na het activeren van het betalingssysteem kunt u de automaat vullen. Lees ook het hoofdstuk “Algemene aanwijzingen en tips”.

Welkom

Steek de kaart in

Taal

Afhankelijk van het betalingssysteem volgt u de aanwijzingen onder , of .

19

Bediening van de droogautomaat

MiC - chipkaartsysteem

Voor het MiC-chipkaartsysteem moet u een chipkaart voor de identificatie gebruiken.

Schuif de kaart in de lezer boven de programmaschakelaar.

MiFa - contactloos chipkaartsysteem

Voor het MiFa-chipkaartsysteem moet u een chipkaart voor de identificatie gebruiken.

Haal de chipkaart langzaam langs het sensoroppervlak boven de programmaschakelaar.

20

Loading...
+ 44 hidden pages