Fagor LF-453 IT User Manual [nl]

4 (1)
Inhoudsopgave
1
1.
Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik______________________2
2. Installatie en inbedrijfstelling_______________________________5
3. Beschrijving van het bedieningspaneel_______________________9
4. Gebruiksinstructies______________________ _______________15
5. Schoonmak en onderhoud _______________________________26
6. Oplossingen voor storingen in de werking ___________________ 30
ons.
Wij bevelen aan om alle instructies in deze gebruiksaanwijzing
aandachtig door te lezen om op de hoogte te zijn van de meest
geschikte voorwaarden voor een correct en veilig gebruik van uw
vaatwasser.
De volgorde van de afzonderlijke paragrafen is erop gebaseerd dat u
stap voor stap alle functies van het apparaat leert kennen, de teksten
zijn gemakkelijk te begrijpen en worden geïllustreerd met gedetailleerde
afbeeldingen.
U zult hier tevens prak tische aanbev elingen vind en voor het gebruik van
korven, sproeiarmen, bakjes, filters, wasprogramma's en de juiste
instelling van de bedieningsorganen.
De hier verstrekte reinigingsadviezen stellen u in staat om de prestaties
van uw vaatwasser altijd optimaal te houden.
In deze eenvoudig te raadplegen gebruiksaanwijzing zult u de
antwoorden kunnen vinden op al uw vragen met betrekking tot het
gebruik van de vaatwasser.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: deze instructies zijn
bestemd voor de bevoegde installateur die is belast met de installatie,
inbedrijfstelling en het uitproberen van het apparaat.
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: deze instructies omvatten de
gebruiksinstructies, de beschrijving van de bedieningsorganen en de
juiste schoonmaak- en onderhoudshandelingen van het apparaat.
Aanwijzingen
2
1. Aanwijzingen voor veiligheid en gebruik
DEZE HANDLEIDING IS EEN WEZENLIJK ONDERDEEL VAN HET APPARAAT:
HIJ DIENT ALTIJD IN ZIJN GEHEEL SAMEN BIJ HET APPARAAT TE WORDEN
BEWAARD. VÓÓR DE INGEBRUIKNEMING BEVELEN WIJ AAN OM DE IN
DEZE HANDLEIDING OPGENOMEN AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE
LEZEN. DE INSTALLATIE MOET DOOR BEVOEGD PERSONEEL WORDEN
UITGEVOERD MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT
APPARAAT IS BESTEMD VOOR EEN HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN
BEANTWOORDT AAN DE MOMENTEEL VAN TOEPASSING ZIJNDE
RICHTLIJNEN 73/23 EEG, 89/336 (INCLUSIEF 92/31 EN 93/68), MET
INBEGRIP VAN HET VOORKOMEN EN ELIMINEREN VAN
RADIOSTORINGEN. HET APPARAAT IS ONTWIKKELD VOOR DE VOLGENDE
WERKZAAAMHEDEN: HET WASSEN EN DROGEN VAN DE VAAT; IEDER
ANDER GEBRUIK DIENT ALS ONEIGENLIJK TE WORDEN BESCHOUWD. DE
FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIG
GEBRUIK DAT AFWIJKT VAN HETGEEN IS VOORZIEN.
HET TYPEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER
EN DE MERKING IS ZICHTBAAR OP DE RAND AAN DE BINNENK ANT VAN
DE DEUR. HET PLAATJE OP DE RAND AAN DE BINNENKANT VAN DE
DEUR MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN DE
HUISELIJKE OMGEVING LIGGEN. VERDEEL DE VERSCHILLENDE VAN DE
VERPAKKING AFKOMSTIGE AFVALMATERIALEN EN BRENG ZE NAAR HET
DICHTSBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALINZAMELING.
DE AARDAANSLUITING IS VERPLICHT OP DE DOOR DE
VEILIGHEIDSNORMEN VOOR ELEKTRISCHE INSTALLATIES VOORZIENE
WIJZE. DE FABRIKANT KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD
VOOR ENIG LETSEL AAN PERSONEN OF SCHADE AAN ZAKEN ALS
GEVOLG VAN EEN ONTBREKENDE OF GEBREKKIGE AARDAANSLUITING.
BIJ PLAATSING VAN HET APPARAAT OP VLOEREN MET VLOERBEDEKKING
MOET U CONTROLEREN OF DE OPENINGEN AAN DE ONDERZIJDE NIET
WORDEN AFGESLOTEN.
SCHAKEL DE VAATWASSER NA IEDER GEBRUIK UIT OM
STROOMVERSPILLING TE VOORKOMEN.
Aanwijzingen
3
HET AFGEDANKTE APPARAAT MOET ONBRUIKBAAR WORDEN GEMAAKT.
SNIJD, NA DE STEKER UIT HET STOPCONTACT TE HEBBEN GETROKKEN,
DE VOEDINGSKABEL DOOR. MAAK DE VOOR KINDEREN GEVAARLIJKE
DELEN (SLUITINGEN, DEUREN ENZ.) ONGEVAARLIJK.
DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE
EUROPESE RICHTLIJN 20 02/96/EG INZAKE AFGEDANKTE ELE KTRISCHE EN
ELEKTRONISCHE APPARATEN (AEEA).
DOOR ERVOOR TE ZORGEN DAT DIT PRODUCT OP DE JUISTE MANIER ALS
AFVAL WORDT VERWERKT, HELPT U MOGELIJK NEGATIEVE
CONSEQUENTIES VOOR HET MILIEU EN DE MENSELIJKE GEZONDHEID TE
VOORKOMEN DIE ANDERS ZOUDEN KUNNEN WORDEN VEROORZAAKT
DOOR ONJUISTE VERWERKING VAN DIT PRODUCT ALS AFVAL.
HET SYMBOOL OP HET PRODUCT OF OP DE BIJBEHORENDE
DOCUMENTATIE GEEFT AAN DAT DIT P RODUCT NIET ALS HUISHOUDE LIJK
AFVAL MAG WORDEN BEHANDELD. IN PLAATS DAARVAN MOET HET
WORDEN AFGEGEVEN BIJ EEN VERZAMELPUNT VOOR RECYCLING VAN
ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATEN. AFDANKING MOET
WORDEN UITGEVOERD IN OVEREENSTEMMING MET DE PLAATSELIJKE
MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR AFVALVERWERKING. VOOR NADERE
INFORMATIE OVER DE BEHANDELING, TERUGWINNING EN RECYCLING VAN
DIT PRODUCT WORDT U VERZOCHT CONTACT OP TE NEMEN MET HET
STADSKANTOOR IN UW WOONPLAATS, UW AFVALOPHAALDIENST OF DE
WINKEL WAAR U HET PRODUCT HEEFT AANGESCHAFT.
BIJ STORINGEN MOET U HET APPARAAT VAN HET ELEKRICITEITSNET
LOSKOPPELEN EN DE WATERKRAAN SLUITEN.
GEBRUIK GEEN TIJDENS HET TRANSPORT BESCHADIGDE APPARATEN!
RAADPLEEG, BIJ TWIJFEL, UW WEDERVERKOPER.
HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD EN AANGESLOTEN
OVEREENKOMSTIG DE DOOR DE FABRIKANT VERSTREKTE INSTRUCTIES
OF DOOR BEVOEGD PERSONEEL.
DE VAATWASSER MOET WORDEN GEBRUIKT DOOR VOLWASSEN
PERSONEN. HET GEBRUIK ERVAN DOOR PERSONEN MET BEPERKTE
LICHAMELIJKE EN/OF VERSTANDELIJKE VERMOGENS IS UITSLUITEND
TOEGESTAAN ONDER TOEZICHT VAN EEN PERSOON DIE
VERANTWOORDELIJK IS VOOR HUN VEILIGHEID. HOUD KINDEREN UIT DE
BUURT VAN DE AFWASMIDDELEN EN VAN DE VERPAKKINGSMATERIALEN
(PLASTIC ZAKJES, POLYSTYROL, ENZ.); STA NIET TOE DAT ZE IN DE
BUURT VAN DE VAATWASSER KOMEN EN ERMEE SPELEN, ER ZOUDEN
RESTEN AFWASMIDDEL IN KUNNEN ZIJN ACHTERGEBLEVEN DIE
ONHERSTELBARE SCHADE AAN DE OGEN, MOND EN KEEL KUNNEN
VEROORZAKEN EN ZELFS TOT VERSTIKKING KUNNEN LEIDEN.
GEBRUIK GEEN OPLOSMIDDELEN ZOALS ALCOHOL EN TERPENTINE IN
HET APPARAAT DIE TOT ONTPLOFFINGEN KUNNEN LEIDEN.
PLAATS GEEN MET AS, WAS OF VERF BEVUILDE VAAT IN HET APPARAAT.
Aanwijzingen
4
DE VAATWASSER KAN KANTELEN ALS GEVOLG VAN HET LEUNEN OF
ZITTEN OP DE OPEN DEUR, MET ALLE RISICO'S VAN DIEN VOOR DE
PERSONEN.
OM TE VOORKOMEN DAT U EROVER STRUIKELT MOET U DE DEUR VAN
DE VAATWASSER NIET OPEN LATEN STAAN.
DRINK, NA BEËINDIGING VAN HET WASPROGRAMMA EN VOOR HET
DROGEN, NIET VAN HET EVENTUEEL IN DE VAAT OF DE VAATWASSER
ACHTERGEBLEVEN WATER.
MESSEN EN ANDER KEUKENGEREI MET SCHERPE PUNTEN MOETEN MET
DE PUNT NAAR BENEDEN IN DE CONTAINER WORDEN GEZET OF
HORIZONTAAL IN DE BOVENSTE KORF GELEGD, WAARBIJ U ERVOOR
MOET OPLETTEN DAT U ZICH NIET VERWONDT EN DAT ZE NIE T UIT DE
CONTAINER NAAR BUITEN STEKEN.
MET ACQUASTOP UITGEVOERDE MODELLEN
ACQUASTOP IS EEN INRICHTING DIE BIJ LEKKAGES OVERSTROMINGEN
VOORKOMT. NA DE INTERVENTIE VAN DE ACQUASTOP MOET EEN
BEVOEGD TECHNICUS WORDEN GERAADPLEEGD OM DE OORZAAK VAN
DE STORING OP TE SPOREN EN TE VERHELPEN. BIJ DE MET ACQUASTOP
UITGEVOERDE MODELLEN BEVAT DE TOEVOERSLANG EEN
ELEKTROMAGNETISCHE KLEP. SNIJD DE SLANG NIET DOOR EN LAAT DE
ELEKTROMAGNETISCHE KLEP NIET IN HET WATER VALLEN. BIJ
BESCHADIGING VAN DE TOEVOERSLANG MOET U HET APPARAAT
LOSKOPPELEN VAN DE WATERLEIDING EN HET ELEKTRICITEITSNET.
ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE MOET HET APPARAAT KORT WORDEN
UITGEPROBEERD OVEREENKOMSTIG DE HIERNA VERSTREKTE
INSTRUCTIES. ALS HET APPARAAT NIET MOCHT FUNCTIONEREN MOET U
HET VAN DE ELEKTRICITEITSNET LOSKOPPELEN EN DE
DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE DIENST WAARSCHUWEN. PROBEER
NIET OM HET APPARAAT TE REPAREREN.
DE VAATWASSER BEANTWOORDT AAN ALLE DOOR DE GELDENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OPGELEGDE EISEN MET BETREKKING TOT
ELEKTRISCHE APPARATEN. EVENTUELE TECHNISCHE CONTROLES
MOGEN UITSLUITEND DOOR GESPECIALISEERD EN ERKEND PERSONEEL
WORDEN UITGEVOERD: REPARATIES UITGEVOERD DOOR NIET ERKE ND
PERSONEEL, ZULLEN DE GARANTIE DOEN VERVALLEN EN KUNNEN EEN
BRON VAN GEVAAR VOOR DE GEBRUIKER WORDEN.
De fabrikant kan n iet aansprak elijk worden gesteld voor letsel aan personen of
schade aan zaken als gevolg van het niet opvolgen van de bovenstaande
voorschriften of als gevolg van werkzaamheden op ook een enkel deel van het
apparaat of door het gebruik van niet-originele vervangingsonderdel en.
Instructies Voor de Installateur
5
2. Installatie en inbedrijfstelling
Verwijder de polystyrol korfblokkeringen. Plaats het apparaat op de daarvoor
bestemde. De vaatwasser kan met de zijkanten of de achterkant tegen
meubels of wanden worden geplaatst. Als de vaatwasser naast een
warmtebron wordt geplaatst moet een warmteïsolerende wand worden
geplaatst om oververhitting en een slechte werking te voorkomen. Voor de
stabilteit moeten de inbouwapparaten voor onderbouw of integratie
uitsluitend onder ononderbroken werkbladen worden geplaatst en aan de
ernaast geplaatste meubels worden vastgeschroefd. Om de inbouw te
vergemakkelijken kunnen de toevoer- en afvoerslangen in alle richtingen
worden gedraaid; zorg ervoor dat ze niet worden geknikt of afgeklemd en dat
ze niet te strak gespannen komen te staan. Zorg ervoor dat u de borgring
aandraait nadat u de buizen in de gewenste richting heeft gedraaid. Voor de
passage van de buizen en de voedingskabel is een gat nodig van minimaal
Ø 8 cm.
Zet het apparaat waterpas op de grond met behulp van de regelbare voetjes.
Dit is vereist voor de correcte werking van de vaatwasser.
Het is ten strengste verboden om de vaatwasser in te bouwen onder een
glaskeramische kookplaat.
U kunt de vaatwasser inbouwen onder een traditionele kookplaat, op
voorwaarde dat het werkblad van de keuken ononderbroken doorloopt, en
dat zowel de vaatwasser als de kookplaat op correcte wijze zijn
gemonteerd en vastgezet, zodat ze geen enkele gevaarlijke situatie
kunnen creëren.
Bij installatie van de vaatwasser in een ruimte die tegen andere
huishoudelijke apparaten aangrenst zult u zich nauwkeurig aan de
voorschriften van de fabrikant van die apparaten zelf moeten houden
(minimumafstanden, installatiewijzen, enz.).
Sommige modellen hebben een centrale regelbare voet achter die met
behulp van een schroef onderaan de voorkant van het apparaat kan worden
afgesteld.
2.1 Aansluiting op de waterleiding
Voorkom het risico van verstoppingen of beschadigingen: als de
waterleiding nieuw is of langdurig ongebruikt gebleven, moet u, voordat u de
aansluiting op de waterleiding uitvoert, controleren of het water helder is en
zonder vervuiling om schade aan het apparaat te voorkomen. Gebruik voor
de aansluiting van de vaatwasser op de waterleiding, uitsluitend nieuwe
slangen; gebruik nooit oude of reeds gebruikte slangen.
Instructies Voor de Installateur
6
AANSLUITING OP DE WATERKRAAN
Sluit de toevoerslang, na plaatsing van het bij de vaatwasser
geleverde filter A, aan op een koudwaterkraan met een
schroefdraad van ¾" gas. Draai de slang met de hand
stevig vast en draai hem nog circa een kwartslag na met
een tang.
Bij de met ACQUASTOP uitgeruste modellen is het filter
al in de ring met schroefdraad aangebracht.
De vaatwasser kan worden gevuld met water van maximaal 60°C. Bij
gebruik van warm water zal de wastijd met circa 20 minuten worden
teruggebracht, hoewel de efficiëntie iets minder zal z ijn. De aansluiting moet
worden uitgevoerd op de warmwaterleiding van het huis en op dezelfde wijze
als beschreven voor het koude water.
AANSLUITING OP DE AFVOER
Plaats de afvoerslang in een
afvoerpijp met een minimum-
diameter van 4 cm; de slang kan
ook in de gootsteen worden
gehangen met behulp van de
bijgesloten slanghouder, waarbij er
echter voor moet worden opgelet dat
hij niet wordt geknikt of afgeklemd.
Het is belangrijk dat de slang niet
kan losraken en vallen. Om deze
reden heeft de slanghouder een gat
waarmee hij met behulp van een
touwtje aan de pijp of kraan kan
worden bevestigd.
Het vrije eind moet op een hoogte tussen de 30 en 100 cm worden
aangebracht en mag nooit onder water staan. Horizontaal geplaatste
verlengstukken mogen maximaal 3 m lang zijn en in dat geval moet de
afvoerslang maximaal 85 cm van de grond af worden aangebracht.
Instructies Voor de Installateur
7
2.2 Elektrische aansluiting en waarschuwingen
CONTROLEER OF DE SPANNINGS- EN FREQUENTIEWAARDEN VAN HET
ELEKTRICITEITSNET OVEREENSTEMMEN MET DIE VERMELD OP HET
TYPEPLAATJE VAN HET APPARAAT OP DE RAND AAN DE BINNENZIJDE
VAN DE DEUR.
DE STEKKER AAN HET UITEINDE VAN DE VOEDINGSKABEL EN HET
BIJBEHORENDE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN EN
OVEREENSTEMMEN MET DE GELDENDE NORMEN MET BETREKKING TOT
DE ELEKTRISCHE INSTALLATIES.
NA DE INSTALLATIE MOET DE STEKKER TOEGANKELIJK ZIJN.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE
VERWIJDEREN.
DE BESCHADIGDE VOEDINGSKABEL MOET WORDEN VERVANGEN DOOR
DE FABRIKANT OF EEN ERKEND SERVICECENTRUM. NA DE VERVANGING
VAN DE VOEDINGSKABEL, MOET U ERVOOR ZORGEN DAT DE
VERANKERINGSBEUGEL VAN DE KABEL GOED WORDT VASTGEZET.
VERMIJD HET GEBRUIK VAN ADAPTERS OF AFLEIDINGEN DIE TOT
OVERVERHITTING OF BRAND ZOUDEN KUNNEN LEIDEN.
WANNEER HET APPARAAT UITSLUITEND EEN VOEDINGSKABEL ZONDER
STEKKER HEEFT:
MOET U, OP EEN GEMAKKELIJK BEREIKBARE PLAATS IN DE NABIJHEID
VAN HET APPARAAT EEN MEERPOLIGE SCHEIDINGSINRICHTING MET EEN
MINIMALE CONTACTOPENING VAN 3,5MM OP DE VOEDINGSLIJN ERVAN
AANBRENGEN.
DE AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET MAG UITSLUITEND
WORDEN UITGEVOERD DOOR EEN GESPECIALISEERDE TECHNICUS, IN
OVEREENSTEMMING MET HET ONDERSTAANDE SCHEMA EN DE
GELDENDE WETTEN.
L = bruin
N = blauw
= geel-groen
Om ieder risico te voorkomen moet een eventueel beschadigde
voedingskabel wor den vervangen door de fabrikant of een erkend
servicecentrum.
Instructies Voor de Installateur
8
ALLEEN VOOR GROOT-BRITTANNIË:
DIT APPARAAT MOET WORDEN AANGESLOTEN OP EEN AARDVERBINDING.
Vervanging van de zekering
Wanneer het apparaat wordt geleverd met
een B S 1363A 13A zekering in de stekker
voor de aansluiting op het elektrische
voedingsnet, moet u, bij vervanging van de
zekering in dit type stekker een ASTA
gekeurde zekering gebruiken van het type
BS 1362 en als volgt te werk gaan:
1. Verwijder het deksel A en de zekering B.
2. Plaats de nieuwe zekering in het deksel.
3. Plaats beide weer teru g in de stekker.
Het deksel van de zekering moet bij de vervanging van de zekering
weer worden teruggeplaatst. Wanneer het deksel zoek mocht raken
mag de stekker pas weer worden gebruikt nadat u een geschikt
vervangingsonderdeel heeft gemonteerd.
De geschikte vervangingsonderdelen zijn herkenbaar aan het
gekleurde insteekstuk of aan het opschrift in reliëf op de basis van
de stekker die er de kleur van beschrijft.
U kunt de vervangingsdeksels voor de zekeringen bij de plaatselijke
wederverkopers van elektriciteitsmateriaal vinden.
Instructies Voor de Gebruiker
9
3. Beschrijving van het bedieningspaneel
3.1 Het bedieningspaneel
Alle bedieningsorganen en controle-instrumenten van de vaatwasser zijn
aanwezig op het bedieningspaneel aan de bovenzijde. De handelingen voor
het inschakelen, programmeren, uitschakelen enz. kunnen uitsluitend bij een
geopende deur plaatsvinden.
1
AAN/UIT TOETS
Door deze toets in te drukken wordt de machine onder spanning gezet.
2
CONTROLELAMPJE GESELECTEE RD PRO GRAM MA
Het verlichte controlelampje verwijst naar het geselecteerde
programma en eventuele storingen (oplossingen voor de storingen).
3
DRUKKNOP PROGRAMMAKEUZE
Druk deze knop meerdere male n in om het gewenste programma te
selecteren.
4
CONTROLELAMPJE ZOUT BIJVULLEN
Het verlichte controlelampje geeft aan dat het zout in de machine op is.
NSTELLING VAN HET WASPROGRAMMA EN INSCHAKELEN VAN
DE MACHINE
Om het voor de te wassen vaat meest geschikte programma te
selecteren verwijzen wij naar de onderstaande tabel, waar u het meest
geschikte wasprogramma kunt vinden afhankelijk van de aard en de
mate van bevuiling van de vaat.
Instructies Voor de Gebruiker
10
Druk, als via de voorgestelde tabel, het meest geschikte programma bepaald is:
de toets AAN/UIT (1) in en wacht tot het
PROGRAMMACONTROLELAMPJE (2) gaat branden;
toets de PROGRAMMAKEUZE (3) drukknop meerdere malen in tot het
controlelampje van het gewenste programma gaat branden;
de deur sluiten; na ongeveer 2" zal het programma starten, tijdens het
verloop ervan zal het betreffende CONTROLELAMPJE knipperen
(signalering programma in uitvoering).
DUUR
VERBRUIK
PROGRAMMA
NUMMER EN
SYMBOOL
LADEN VAN VAAT
EN BESTEK
AFWIKKELING
PROGRAMMA’S
MINUUT
(2)
WATER
LITER (1)
ENERGIE
KWh (2)
1
WEKEN
Pannen en vaatwerk
in afwachting van de
voltooiing va n de
belading.
Koud voorwassen
9' 5 0,01
2
DELICAAT
Delicate, normaal
vieze vaat.
Wassen op 45 °C
Koud spoelen
Spoelen op 68°C
Drogen
59'
12 0,90
3
ECO (*)
EN 50242
Normaal vieze vaat,
die onmiddelllijk na
het gebruik gewassen
wordt.
Wassen op 55 °C
Koud spoelen
Spoelen op 66°C
Drogen
175'
** **
4
NORMAAL
Normaal vieze vaat,
ook met opgedroogde
resten.
Koud voorwassen
Wassen op 65 °C
Koud spoelen
Spoelen op 68°C
Drogen
80'
17 1,20
5
INTENSIEF
Zeer vieze pannen en
vaat, ook met
opgedroogde resten.
Voorwassen op 45°C
Wassen oop 70°C
2 koude spoelbeurten
Spoelen op 70°C
Drogen
105’
20 1,50
Gebruik het weken uitsluitend bij een gedeeltelijke belading.
(*)
Referentieprogramma volgens de EN 50242 norm. (**)Zie etiketje energieverbruik.
(1)
Gemiddeld verbruik bij een regeling van de ontharder op liv e llo 2.
(2) De duur van de cyclus en het energieverbruik kunnen varëren afhankelijk van de
temperatuur van het water en de omgeving en van het ty pe en de hoeveel heid vaat.
De wascyclus zal niet worden gestart als de deur van de vaatwasser niet
of niet op de juiste manier gesloten is.
Loading...
+ 22 hidden pages