Integreerbare oven HB.64B...
é Inhoudsopgave |
|
Belangrijke veiligheidsvoorschriften ....................................... |
2 |
Oorzaken van schade........................................................................ |
4 |
Uw nieuwe oven ......................................................................... |
5 |
Bedieningspaneel ............................................................................... |
5 |
Functieknop ......................................................................................... |
5 |
Sensors en indicatiepaneel............................................................... |
6 |
Sensors voor het wijzigen van de geprogrammeerde waarden6 |
|
Binnenzijde van de oven ................................................................... |
6 |
De toebehoren............................................................................ |
7 |
Invoeren van de accessoires............................................................ |
7 |
Extra toebehoren................................................................................. |
7 |
Voor het eerste gebruik............................................................. |
8 |
De tijd programmeren........................................................................ |
8 |
De oven verwarmen ........................................................................... |
8 |
Reiniging van de accessoires .......................................................... |
8 |
De oven programmeren............................................................. |
8 |
Verhittingstype en temperatuur ........................................................ |
8 |
Snel verwarmen................................................................................... |
8 |
Programmeren van de tijdfuncties........................................... |
9 |
Kookwekker ......................................................................................... |
9 |
Duur van de baktijd ............................................................................ |
9 |
Eindtijd ............................................................................................... |
10 |
Tijd ...................................................................................................... |
10 |
De basisinstellingen wijzigen ................................................. |
11 |
Automatische uitschakeling ................................................... |
11 |
Zelfreiniging ............................................................................. |
11 |
Belangrijke aanwijzingen ................................................................ |
11 |
Vóór de zelfreiniging ....................................................................... |
12 |
Instelling............................................................................................. |
12 |
Na de zelfreiniging........................................................................... |
12 |
Onderhoud en reiniging .......................................................... |
13 |
Reinigingsmiddelen ......................................................................... |
13 |
Lichtfunctie ........................................................................................ |
13 |
De roosters of rails links en rechts losen vasthaken ............. |
13 |
De ovendeur afnemen en ophangen ........................................... |
14 |
Uitbouwen van de afdekking van de deur .................................. |
14 |
Deurruiten verwijderen en inbrengen........................................... |
15 |
Wat te doen in geval van een storing..................................... |
16 |
Storingstabel..................................................................................... |
16 |
Vervangen van de ovenlamp......................................................... |
16 |
Beschermglas................................................................................... |
16 |
Servicedienst ........................................................................... |
17 |
Enummer en FDnummer .............................................................. |
17 |
Energie en milieutips ............................................................. |
17 |
Verwijdering van afvalstoffen op milieusparende wijze ............ |
17 |
Energie besparen ............................................................................ |
17 |
Functie Hete lucht Eco.................................................................... |
17 |
Voor u in onze kookstudio uitgetest. ..................................... |
18 |
Gebak................................................................................................. |
19 |
Suggesties en praktische tips voor het bakken ........................ |
20 |
Vlees, gevogelte, vis........................................................................ |
20 |
Tips voor het braden en grillen ..................................................... |
21 |
Een menu koken.............................................................................. |
22 |
Bereide producten........................................................................... |
22 |
Bijzondere gerechten ...................................................................... |
23 |
Ontdooien.......................................................................................... |
23 |
Drogen ............................................................................................... |
23 |
Jam koken......................................................................................... |
24 |
Testgerechten........................................................................... |
25 |
Bakken............................................................................................... |
25 |
Braden op de grill............................................................................ |
25 |
Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en diensten vindt u op het internet: www.bosch-home.com en in de online-shop: www.bosch-eshop.com
:Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Dit apparaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik en de huiselijke omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het bereiden van gerechten en drank. Zorg ervoor dat het apparaat onder toezicht gebruikt wordt. Het toestel alleen gebruiken in gesloten ruimtes.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke vermogens of personen die gebrek aan kennis of ervaring hebben, wanneer zij onder toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of geleerd hebben het op een veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn van de risico's die het gebruik van het toestel met zich meebrengt.
2
■Brandbare voorwerpen die in de binnenruimte worden bewaard kunnen vlam vatten. Bewaar geen brandbare voorwerpen in de binnenruimte. Open nooit de deur wanneer er sprake is van rookontwikkeling in het apparaat. Het toestel uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen of de zekering in de meterkast uitschakelen.
■Wanneer de apparaatdeur geopend wordt, ontstaat er een luchtstroom. Het bakpapier kan dan de verwarmingselementen raken en vlam vatten. Tijdens het voorverwarmen mag er nooit bakpapier los op de toebehoren liggen. Verzwaar het bakpapier altijd met een vorm. Bakpapier alleen op het benodigde oppervlak leggen. Het bakpapier mag niet uitsteken over de toebehoren.
■Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete vlakken in de binnenruimte of verwarmingselementen aanraken. Het apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
■Toebehoren of vormen worden zeer heet. Neem hete toebehoren en vormen altijd met behulp van een pannenlap uit de binnenruimte.
■Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte vlam vatten. Nooit gerechten klaarmaken die een hoog percentage alcohol bevatten. Alleen kleine hoeveelheden drank met een hoog alcoholpercentage gebruiken. De deur van het toestel voorzichtig openen.
■Tijdens het gebruik worden de toegankelijke onderdelen heet. De hete onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
■Bij het openen van de apparaatdeur kan hete stoom vrijkomen. De deur van het toestel voorzichtig openen. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
■Door water in de hete binnnruimte kan hete waterdamp ontstaan. Nooit water in de hete binnenruimte gieten.
■Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn geïnstrueerd door de klantenservice.Is het apparaat defect, haal dan de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de meterkast uit. Contact opnemen met de klantenservice.
■De kabelisolatie van hete toestelonderdelen kan smelten. Zorg ervoor dat er nooit aansluitkabels van elektrische toestellen in contact komen met hete onderdelen van het apparaat.
■Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of stoomreiniger gebruiken.
■Bij vervanging van de lamp in de binnenruimte staan de contacten van de lampfitting onder stroom. Trek voordat u tot vervanging overgaat de netstekker uit het stopcontact trekken of schakel de zekering in de meterkast uit.
■Een defect toestel kan een schok veroorzaken. Een defect toestel nooit inschakelen. De netstekker uit het stopcontact halen of de zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice.
■Losse voedselresten, vet en braadjus kunnen tijdens de zelfreiniging vlam vatten. Verwijder voor de zelfreiniging altijd de grove verontreiniging uit de binnenruimte en van de toebehoren.
3
■De buitenkant van het apparaat wordt tijdens de zelfreiniging zeer heet. Nooit brandbare voorwerpen, zoals bijv. droogdoeken, aan de deurgreep hangen. Zorg ervoor dat de voorkant van het toestel vrij blijft. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
■De binnenruimte wordt tijdens de zelfreiniging zeer heet. Nooit de apparaatdeur openen of de vergrendelingshaak met de hand verschuiven. Het toestel laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
■; De buitenkant van het apparaat wordt tijdens de zelfreiniging zeer heet. De apparaatdeur nooit aanraken. Het apparaat laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Het toestel wordt zeer heet tijdens de zelfreiniging. De antiaanbaklaag van bakplaten en vormen wordt aangetast en er ontstaan giftige gassen. Nooit platen en vormen met een antiaanbaklaag meereinigen bij de zelfreiniging. Alleen geëmailleerde toebehoren meereinigen.
■Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De baken braadtijden kloppen niet meer en het email wordt beschadigd.
■Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de verandering van temperatuur kan schade aan het email ontstaan.
■Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email raakt dan beschadigd.
■Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
■Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd.
■Sterk vervuilde deurdichting: is de deurdichting sterk vervuild, dan sluit de apparaatdeur tijdens het gebruik niet meer goed. De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden beschadigd.Zorg ervoor dat de deurdichting altijd schoon is.
■Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen: niets op de apparaatdeur leggen of plaatsen en er niets aan hangen. Geen vormen of toebehoren op de apparaatdeur plaatsen.
■Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type toestel kunnen de toebehoren krassen geven op de deur. Toebehoren altijd tot de aanslag in de binnenruimte schuiven.
■Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het gewicht van het apparaat niet en kan afbreken.
4
Wij presenteren u uw nieuwe oven. In dit hoofdstuk worden de functies van het bedieningspaneel en van de afzonderlijke onderdelen uitgelegd. Bovendien wordt informatie gegeven over de accessoires en de onderdelen binnenin de oven.
Hieronder ziet u een algemeen overzicht van het bedieningspaneel. Op het indicatiepaneel kunnen niet alle symbolen tegelijk getoond worden. De elementen kunnen variëren afhankelijk van het model van het apparaat.
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Gebruik
1Sensors
2Indicatiepaneel
3Functieknop
Bij sommige ovens is de draaiknop intrekbaar. Druk op de draaiknop als hij op de nulstand staat, om hem vast te zetten of uit te trekken.
Druk de sensors niet krachtig in. Druk alleen op het overeenkomstige symbool.
De functieknop dient ertoe om het verhittingstype te kiezen.
Stand |
Gebruik |
|
|
|
|
Û |
Nulstand |
De oven is uitgeschakeld. |
|
|
|
I Snel verwarmen |
De oven bereikt zeer snel de |
|
|
|
geprogrammeerde temperatuur. |
|
|
|
< Hete lucht 3D |
Voor taarten en banket. Het is |
|
|
|
mogelijk om op drie niveaus te |
|
|
bakken. Een turbine, die zich in de |
|
|
achterwand van de oven bevindt, |
|
|
verdeelt de warmte gelijkmatig |
|
|
over de oven. |
|
|
|
’ |
Hete lucht eco* |
Voor de bereiding op een niveau |
|
|
en zonder voorverwarmen van |
gebak, banket, diepvriesproducten, gebraad en vis. De turbine verdeelt de warmte gelijkmatig in de oven om het gebruik van de energie te optimaliseren.
Stand |
Gebruik |
%Bovenen onderVoor taarten, gegratineerde warmte* gerechten en mager braadvlees,
|
bv. kalfsvlees of wild, op een |
|
niveau. De warmte is afkomstig |
|
van de bovenste en onderste |
|
weerstand. |
|
|
7 Heteluchtgrill |
Braden van stukken vlees, gevo- |
|
gelte en vis. De grillweerstand en |
|
de ventilator worden afwisselend |
|
inen uitgeschakeld. De turbine |
|
zorgt ervoor dat de door de grill |
|
afgegeven warmte rond het voed- |
|
sel circuleert. |
|
|
( Grill, groot oppervlak |
Op de grill braden van biefstuk- |
|
ken, worstjes, toast en vis. Het |
|
hele oppervlak onder de grillweer- |
|
stand wordt verwarmd. |
|
|
$ Onderwarmte |
Konfijten, bakken en gratineren. |
|
De warmte is afkomstig van de |
|
onderste weerstand. |
|
|
q Zelfreiniging |
Automatische reiniging van de bin- |
|
nenzijde van de oven. De oven |
|
wordt verhit totdat het vuil ver- |
|
dwijnt. |
|
|
^ Lampje |
Het ovenlampje aandoen. |
*Verhittingstype waarmee de energie-efficiëntieklasse wordt bepaald volgens EN60350.
Wanneer een verhittingstype geselecteerd wordt, verschijnt op het indicatiepaneel AA.
*Verhittingstype waarmee de energie-efficiëntieklasse wordt bepaald volgens EN60350.
5
Met de sensors kunnen verschillende functies worden afgesteld. Op het indicatiepaneel verschijnen de ingestelde waarden.
Sensor |
Functie van de sensor |
|
|
|
|
ºC |
Temperatuur |
Selecteer de temperatuur en het |
|
|
grillniveau of de reiniging. |
|
|
|
0 |
Tijdfuncties |
Selecteren van de kookwekker V, |
|
|
de duur van de baktijd x, de |
|
|
eindtijd y en de tijd 0. |
|
|
|
A |
Lager |
Verlagen van de geprogram- |
|
|
meerde waarden. |
@ |
Hoger |
Verhogen van de geprogram- |
|
|
meerde waarden. |
|
|
|
Op het indicatiepaneel gaat het symbool branden dat overeenstemt met de tijdfunctie die in werking is.
Met de sensors @ of A kunnen alle vastgestelde en aanbevolen waarden gewijzigd worden.
@ = Verhogen van de geprogrammeerde waarden. A = Verlagen van de geprogrammeerde waarden.
Bereiken
30-270 Temperatuurbe- |
De temperatuur binnenin de oven |
||
|
reik |
in °C. |
|
|
|
|
|
1-3 |
Grillniveaus |
De niveaus voor de grill met een |
|
|
|
groot oppervlak (. |
|
|
|
1 |
= niveau 1, laag |
|
|
2 |
= niveau 2, middelhoog |
|
|
3 |
= niveau 3, hoog |
|
|
|
|
|
Reinigingsni- |
De reinigingsniveaus voor de zelf- |
|
|
veaus |
reiniging q. |
|
|
|
1 |
= niveau 1, laag |
|
|
2 |
= niveau 2, middelhoog |
|
|
3 |
= niveau 3, hoog |
|
|
||
1 s. - 23:59 u. |
Duur van de baktijd. |
||
|
|
||
1 s. - 23:59 u. |
Tijd van de kookwekker. |
||
|
|
|
|
Terwijl de oven verhit, blijft het symbool s op het indicatiepaneel branden. Wanneer de oven het optimale moment bereikt heeft voor het invoeren van het voedsel en de temperatuur behoudt, dan dooft het symbool s uit.
Op de grillen reinigingsniveaus licht het symbool s niet op.
Het lampje bevindt zich binnenin de oven. Een ventilator vermijdt dat de oven te heet wordt.
Het ovenlampje blijft branden terwijl de oven in werking is. De lamp gaat uit als er temperaturen tot 60 ºC worden ingesteld, en ook tijdens de automatische reiniging. Hiermee is een optimale precisieafstelling mogelijk.
De lamp kan echter ook aangaan als de oven uit staat met de functieknop in stand ^.
De ventilator gaat zonodig aan of uit. De warme lucht ontsnapt via de bovenzijde van de deur. Opgelet! Bedek de ventilatieopening niet. De oven kan anders oververhit raken.
Nadat de oven is uitgezet blijft de ventilator nog een bepaalde tijd werken, zodat de oven sneller afkoelt.
6
De meegeleverde toebehoren zijn geschikt voor vele gerechten. Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste manier in de binnenruimte plaatst.
Het grote assortiment speciale toebehoren zorgt ervoor dat vele van uw gerechten nog beter lukken en u de oven nog comfortabler kunt gebruiken.
De accessoires kunnen in de oven worden geplaatst op
5 verschillende hoogtes. Voer de accessoires altijd tot aan de aanslag in, zodat ze het glas van de deur niet raken.
|
|
|
|
|
De accessoires kunnen tot de helft uitgenomen worden, totdat ze vast blijven zitten. Op die manier kunt u het voedsel gemakkelijk uit de oven halen.
Zorg er bij het invoeren van een accessoire in de oven voor dat de kromming zich aan de achterzijde van het accessoire bevindt. Alleen op die manier kan het perfect inpassen.
Als het apparaat voorzien is van uitschuifrails blijven deze, afhankelijk van de uitrusting, enigszins vastzitten wanneer ze helemaal uitgeschoven zijn. Zo kan het accessoire gemakkelijk worden geplaatst. Duw de uitschuifrails, om te ontgrendelen, opnieuw in de oven door een beetje druk uit te oefenen.
Aanwijzing: Als de accessoires heet worden kunnen ze vervormen. Als ze weer afkoelen verdwijnt de vervorming. Dit heeft geen weerslag op de normale werking.
Uw oven beschikt niet over alle toebehoren die hierna worden vermeld.
Toebehoren kunt u kopen bij de servicedienst, in speciaalzaken vakhandel of op het internet.
Rooster
Voor schalen, bakvormen, gebraad, braadstukken en diepvriesgerechten.
Voer het rooster in met de open zijde naar de ovendeur en de krom-
ming naar onderen ¾.
Vlakke geëmailleerde bakplaat
Voor taarten, gebakjes en koekjes.
Doe de plaat in de oven met het gedeelte met niveauverschil in de richting van de ovendeur.
Diepe geëmailleerde standaard
plaat
Voor sappige taarten, pasta, diepvriesgerechten en groot gebraad. Deze kan ook gebruikt worden voor het opvangen van vet bij het braden rechtstreeks op het rooster.
Doe de plaat in de oven met het gedeelte met niveauverschil in de richting van de ovendeur.
Steun voor accessoires
Tijdens de zelfreiniging kunnen ook de diepe standaard plaat of de vlakke bakplaat gereinigd worden.
Voer het accessoire rechts en links in.
Extra toebehoren kunt u kopen bij de klantenservice of in speciaalzaken.Een omvangrijk aanbod voor uw oven vindt u in onze prospectussen of op het internet. De beschikbaarheid van extra toebehoren en de mogelijkheid om deze online te bestellen is per land verschillend. U kunt dit nakijken in de verkoopdocumenten.
Niet elk accessoire van de extra toebehoren past bij elk apparaat. Geef bij de aankoop alstublieft de precieze aanduiding (E-nr.) van uw toestel aan.
Extra toebehoren |
HEZ-nummer |
Gebruik |
Geëmailleerde platte bakplaat |
HEZ361000 |
Voor gebak en koekjes. |
|
|
|
Geëmailleerde diepe braadslede |
HEZ362000 |
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote |
|
|
braadstukken.Hij kan ook worden gebruikt om het vet op te |
|
|
vangen, als u direct op het rooster grilt. |
|
|
|
Rooster |
HEZ364000 |
Voor servies, bakvormen, braadstukken, gegrilde stukken en |
|
|
diepvriesgerechten. |
|
|
|
Pizzaplaat |
HEZ317000 |
Ideaal voor pizza's, diepvriesproducten of grote ronde taarten. |
|
|
In plaats van de diepe braadslede kunt u ook de pizzaplaat |
|
|
gebruiken. Zet de plaat op het rooster en houd u aan de infor- |
|
|
matie in de tabellen. |
|
|
|
Glazen braadpan |
HEZ915001 |
De glazen braadpan is geschikt voor stoofgerechten en oven- |
|
|
schotels die u klaarmaakt in de oven. Hij is bijzonder geschikt |
|
|
voor de automatische programma's of de braadautomaat. |
|
|
|
Telescopische uitschuifvoorziening, 3-voudig |
HEZ368301 |
Met de uitschuifbare rails op hoogte 1, 2 en 3 kunt u de toebe- |
|
|
horen verder naar buiten trekken, zonder dat ze omkiepen. |
7
Hier vindt u alles wat u moet doen voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met de oven. Lees eerst het hoofdstuk
Veiligheidsvoorschriften.
Na de aansluiting lichten op het indicatiepaneel het symbool 0 en ‹:‹‹ op. Stel de tijd opnieuw in.
1.Druk op de sensor 0.
Op het indicatiepaneel wordt de tijd ‚ƒ:‹‹ getoond.
2.Stel de tijd in met de sensors @ of A.
3.Bevestig de tijd met de sensor 0.
Na enkele seconden wordt de geprogrammeerde tijd weergegeven.
Verwarm de oven leeg en gesloten om de nieuwe geur weg te nemen. De meest doeltreffende manier is om de oven een uur lang te verhitten met bovenen onderwarmte % op 240 °C.
Controleer of er geen resten van verpakkingsmateriaal in de oven zijn achtergebleven.
1.Selecteer de bovenen onderwarmte % met de functieknop.
2.Druk op de sensor @ tot 240 °C weergegeven wordt op het indicatiepaneel.
Zet de oven na een uur uit. Zet de functieknop daartoe op de nulstand.
Reinig de accessoires alvorens ze voor de eerste keer te gebruiken grondig met warm water, een beetje afwasmiddel en een doekje.
Er bestaan verschillende manieren om de oven te programmeren. Hieronder wordt de programmering van het verhittingstype en de temperatuur of het grillniveau beschreven. Met de oven kan de kooktijd (duur) en de eindtijd van elk gerecht geprogrammeerd worden. Raadpleeg voor nadere informatie het hoofdstuk De tijdfuncties programmeren.
Voorbeeld van de afbeelding: bovenen onderwarmte % op 190 °C.
2.Stel de temperatuur of het gewenste grillniveau in met de sensors @ of A.
Zet de functieknop op de nulstand.
Het verhittingstype en de temperatuur of het grillniveau kunnen altijd worden gewijzigd.
Met de functie snel verwarmen bereikt de oven zeer snel de geprogrammeerde temperatuur.
Het snel verwarmen moet gebruikt worden voor temperaturen hoger dan 100 °C.
Voor een gelijkmatig resultaat mag het voedsel pas in de oven worden gedaan als het snel verwarmen is afgelopen.
1.Selecteer snel verwarmen I met de functieknop.
2.Selecteer de gewenste temperatuur met de sensors @ en A.
Het symbool s gaat branden op het indicatiepaneel. De oven begint te verwarmen.
Er klinkt een signaal, het symbool s wordt uitgeschakeld. Zet het voedsel in de oven en selecteer de gewenste functie en temperatuur.
Zet de functieknop op de nulstand. De oven wordt uitgeschakeld.
Aanwijzing: Met de functie snel verwarmen kan de duur van de baktijd niet worden geprogrammeerd.
De oven begint te verwarmen.
8
Deze oven heeft verschillende tijdfuncties. Met de sensor 0 wordt het menu geopend en kan men van de ene naar de andere functie verspringen. De tijdsymbolen blijven verlicht terwijl de instellingen worden ingevoerd. Het is mogelijk een reeds geprogrammeerde tijdfunctie te wijzigen met de sensors @of A.
De werking van de kookwekker is niet afhankelijk van de werking van de oven. De kookwekker heeft een eigen signaal. Op die manier kan men herkennen of de tijdsduur van de kookwekker is verstreken of dat de oven automatisch is uitgeschakeld (duur van de baktijd).
1.Druk op de sensor 0.
Op het indicatiepaneel is het symbool V verlicht.
2.Programmeer de tijd van de kookwekker met de sensors @ of A.
Voorgestelde waarde van de sensor @= 10 minuten Voorgestelde waarde van de sensor A= 5 minuten
Na enkele seconden verschijnt de geprogrammeerde tijdsduur. De tijd van de kookwekker begint te lopen. Op het indicatiepaneel is het symbool V verlicht en de wekkertijd loopt zichtbaar af.
Er klinkt een signaal. Op het indicatiepaneel verschijnt ‹‹:‹‹. Schakel de kookwekker uit met de sensor 0.
Wijzig de tijd van de kookwekker met de sensors @ of A. De gewijzigde tijd wordt na enkele seconden getoond.
Bij het uitschakelen van de oven, blijft de kookwekker werken. Stel de tijd van de kookwekker in op ‹‹:‹‹ met de sensor A. De kookwekker wordt uitgeschakeld.
Indien verschillende tijdfuncties geprogrammeerd zijn, lichten op het indicatiepaneel de overeenstemmende symbolen op.
Druk, voor het raadplegen van de kookwekker V, de duur van de baktijd x, de eindtijd y of de tijd0, verschillende keren op de sensor 0 tot het gewenste symbool gaat branden. De overeenstemmende waarde wordt gedurende enkele seconden op het indicatiepaneel getoond.
Met de oven kan de duur van de baktijd voor elk voedsel worden geprogrammeerd. Na het verstrijken van deze tijd wordt de oven automatisch uitgeschakeld. Zo wordt vermeden dat andere taken moeten worden onderbroken om de oven uit te schakelen of dat de baktijd per ongeluk overschreden wordt.
2.Druk tweemaal op de sensor 0.
3.Programmeer de duur van de baktijd met de sensors @ of A. Voorgestelde waarde van de sensor @ = 30 minuten Voorgestelde waarde van de sensor A = 10 minuten
Stel de temperatuur of het gewenste grillniveau in met de sensors @ of A.
Na enkele seconden wordt de oven ingeschakeld. Op het indicatiepaneel wordt de geprogrammeerde temperatuur getoond en gaat het symbool x branden.
Er klinkt een signaal. De oven verwarmt niet meer. Op het indicatiepaneel verschijnt ‹‹:‹‹. Druk tweemaal op de sensor 0. Er kan een nieuwe kooktijd worden afgesteld met de sensoren @of A, of door op de sensor 0 te drukken en de functieknop op de nulstand te zetten. De oven is uitgeschakeld.
Druk tweemaal op de sensor 0. Wijzig de eindtijd met de sensors @ of A.
Druk tweemaal op de sensor 0. Stel de baktijd in op ‹‹:‹‹ met de sensor A. De tijd is geannuleerd.
Indien verschillende tijdfuncties geprogrammeerd zijn, lichten op het indicatiepaneel de overeenstemmende symbolen op.
Druk, voor het raadplegen van de kookwekker V, de duur van de baktijd x, de eindtijd y of de tijd0, verschillende keren op de sensor 0 tot het gewenste symbool gaat branden. De overeenstemmende waarde wordt gedurende enkele seconden op het indicatiepaneel getoond.
9