Gebruiksaanwijzing
OVEN
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Samenvatting |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
NL |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
Het installeren, 2-4 |
|
|
|
NL |
|
DE |
|
|
GR |
|
|
||
|
|
|
|
|
Plaatsing |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
Elektrische aansluiting |
||
Nederlands, 1 Deutsch, 12 |
ЕллзнйкЬ, 23 |
|||||||||
Typeplaatje |
||||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
Beschrijving van het apparaat, 5 |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
Algemeen aanzicht |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
Bedieningspaneel |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
Starten en gebruik, 6 |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
De oven starten |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
Programma’s, 7-8 |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
Kookprogramma’s |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
Praktische kooktips |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
Kooktabel |
||
|
HB 10 A.1/HA |
|
|
|
Kookplaat, 9 |
|||||
|
|
|
|
Type kookplaat |
||||||
|
HB 10 A.1 IX/HA |
|
|
|
||||||
|
|
|
|
Aanzetten kookplaat glaskeramiek |
Praktische tips voor het gebruik van de glaskeramische kookplaat
Voorzorgsmaatregelen en advies, 10
Algemene veiligheidsmaatregelen
Afvalverwijdering
Energiebesparing en milieubesef
Onderhoud en verzorging, 11
De elektrische stroom afsluiten
Schoonmaken van de oven
De ovendeur reinigen
Vervangen van het lampje
Service
Het installeren
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele verdere NL raadpleging. Wanneer u het product weggeeft,
verkoopt, of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij de oven te bewaren zodat alle nodige informatie voorhanden blijft.
Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik en veiligheid.
Plaatsing
Het verpakkingsmateriaal is niet bestemd voor kinderen en dient daarom te worden weggegooid volgens de geldende normen (zie Voorzorgsmaatregelen en advies).
De installatie moet worden uitgevoerd door een bevoegde installateur en volgens de instructies van de fabrikant. Een verkeerde installatie kan schade berokkenen aan personen, dieren of dingen.
Inbouw
Voor een goede werking van het apparaat moet het keukenmeubel de juiste kenmerken hebben:
•de zijkanten van de kastjes die aan de oven grenzen moeten hittebestendig zijn;
•in het bijzonder moet, in geval van meubels met fineer, de lijm bestand zijn tegen temperaturen van 100°C;
•voor het inbouwen van de oven, zowelonder het aanrecht (zie figuur) alsin stapelbouw, dient het meubel de volgende afmetingen te hebben:
580
500
39 |
|
-0 |
560 +4 -0 |
480 |
+4 |
||
|
|
|
555
15
23 |
572 |
|
|
min |
45 |
min |
575-585 |
||
|
|
|
||
|
|
|
|
|
595 |
|
|
|
|
558 min
5453
595
Nadat het apparaat is ingebouwd, mag er geen contact meer mogelijk zijn met de elektrische onderdelen.
Het energieverbruik dat staat aangegeven op het typeplaatje is gebaseerd op dit soort installatie.
Ventilatie
Om een goede ventilatie te kunnen garanderen is het noodzakelijk de achterkant van het meubel te verwijderen. Het verdient de voorkeur de oven op twee houten balken te plaatsen, of eventueel op een enkele plank die een opening heeft van tenminste 45 x 560 mm (zie afbeeldingen).
. |
45 |
mm |
. |
mm |
|
||
560 |
|
|
|
Centreren en bevestigen
Regel de 4 klemmetjes aan de zijkant van de oven in overeenkomst met de 4 gaten in de lijst. De stand hangt af van de dikte van de zijkant van het meubel:
als de dikte 20 mm is: verwijder dan het beweegbare gedeelte van het voetje (zie afb.);
als de dikte 18 mm is: gebruik dan de eerste gleuf; zoals al door de fabriek is voorzien (zie afb.);
als de dikte 16 mm is: gebruik de tweede gleuf (zie afb.).
Om het apparaat aan het keukenkastje te bevestigen: open de ovendeur en schroef de 4 houtschroeven in de 4 gaten in de zijrand.
Alle beschermende onderdelen moeten zodanig worden bevestigd dat ze niet kunnen worden verwijderd zonder gereedschap te gebruiken.
2
Elektrische aansluiting
De keuken moet aan het elektrische net worden aangesloten. Deze functioneert met de wisselstroom, de spanning en de frequentie die aangegeven staan op het typeplaatje (zie volgende pagina).
De kookplaat wordt door een speciale aansluiting aan het fornuis verbonden.
INBOUWPLAAT
Slechts op enkele modellen aanwezig
WIT |
ROOD GEEL BLAUW GROEN |
INBOUWFORNUIS
Nadat u de kookplaat heeft aangesloten, dient u de metalen bescherming weer op zijn plaats te doen. Als de kookplaat wordt verwijderd moet u de rode dop, die oorspronkelijk op de rode connector zat, weer op zijn plaats doen.
Monteren voedingskabel
1. Licht de lipjes aan de zijkant van het deksel van het klemmenbord op met een schroevendraaier: trek het deksel van het klemmenbord open (zie afb.).
2. Draai de schroef van de kabelklem los en verwijder hem met behulp van een schroevendraaier (zie afbeelding).
3. Verwijder de schroeven van de contacten L-N- en bevestig de draden onder de koppen van de schroeven met inachtneming van de kleuren: Blauw (N) Bruin
(L) Geel-Groen ().
Het klemmenbord is ingesteld voor een verbinding
op 400 V driefasenstroom (zie afbeeldingen onder). |
NL |
|
400V 3N~H05RR-F
5x2.5 CEI-UNEL 35363
N L3 L2 L1
5 |
3 |
1 |
|
4 |
2 |
|
|
P |
N |
L3 |
|
|
L2 |
L1 |
Als de elektrische installatie andere eigenschappen heeft (zie afbeeldingen onder), dient u de elektrische verbinding tot stand te brengen door middel van de verbindings-U-bouten in doos P.
230V 1N~H07RN-F 3x4 CEI-UNEL 35364
N L
5 |
3 |
1 |
4 |
2 |
400V 2N~H05RR-F
4x2.5 CEI-UNEL 35363
N |
L2 L1 |
5 |
3 |
1 |
|
4 |
2 |
3.Maak de voedingskabel vast aan de speciale kabelklem.
4.Maak het deksel van het klemmenbord dicht.
3
Het aansluiten van de voedingskabel aan het net
NL
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het typeplaatje(zie hiernaast).
Wanneer het apparaat rechtstreeks op het net wordt aangesloten moet men tussen het apparaat en het net een meerpolige schakelaar aanbrengen met een afstand tussen de contacten van minstens 3mm, aangepast aan het elektrische vermogen en voldoend aan de geldende normen (de aarding mag niet worden onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel moet zodanig geplaatst worden dat hij nergens een temperatuur bereikt die 50°C hoger is dan de kamertemperatuur.
De installateur is verantwoordelijk voor de correcte elektrische verbinding en het in acht nemen van de geldende veiligheidsnormen.
Vóór het aansluiten moet u controleren dat:
•het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen;
•het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het apparaat te verdragen, zoals aangegeven op het typeplaatje (zie onder);
•de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan aangegeven op het typeplaatje (zie onder);
•het stopcontact en de stekker overeenkomen. Als dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel het stopcontact te vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de snoer en het stopcontact makkelijk te bereiken zijn.
De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt.
De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs worden vervangen (zie Service).
De fabrikant kan niet verantwoordelijkheid worden gesteld als deze normen niet worden nageleefd.
TYPEPLAATJE
|
breedte 43,5 cm. |
Afmetingen |
hoogte 32 cm. |
|
diepte 43,5 cm. |
Inhoud |
liter 60 |
Elektrische |
spanning 230V/400V~ 3N 50/60Hz |
aansluitingen |
maximum vermogen 8400W |
|
Richtlijn 2002/40/CE op etiket van |
|
elektrische ovens. |
ENERGY LABEL |
Norm EN 50304 |
|
|
|
Energieverbruik verklaring Klasse |
|
convectie Natuurlijk |
|
verwarmingsfunctie: Traditioneel |
|
Dit apparaat voldoet aan de volgend |
|
EU Richtlijnen: |
|
73/23/EEG van 19/02/73 |
|
(laagspanning) en daaropvolgende |
|
wijzigingen; |
|
-89/336/EEG van 03/05/89 |
|
(elektromagnetische compatibiliteit) |
|
en daaropvolgende wijzigingen |
|
- 93/68/EEG van 22/07/93 en |
|
daaropvolgende wijzigingen |
4
Beschrijving van het apparaat
Algemeen aanzicht
NL
Bedieningspaneel |
GLEUVEN om |
|
|
roosters in te |
|
|
schuiven |
|
Rooster GRILL |
positie 5 |
|
|
positie 4 |
|
Rooster LEKPLAAT |
positie 3 |
|
positie 2 |
||
|
||
|
positie 1 |
Bedieningspaneel
Controlelampje Controlelampje
KOOKPLATEN THERMOSTAAT
0 |
|
|
0 |
|
0 |
0 |
|
|
0 |
|
1 |
6 |
1 |
6 |
1 |
6 |
1 |
6 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
MAX |
60 |
|
2 |
5 |
2 |
5 |
2 |
5 |
2 |
5 |
220 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
180 |
100 |
|
3 |
4 |
3 |
4 |
3 |
4 |
3 |
4 |
140 |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Knop |
Knop |
|||
|
|
|
KOOKPLATEN |
PROGRAMMA'S |
5
Starten en gebruik
Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven NL minstens een uur leeg te laten functioneren, op
maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat u de oven hebt uitgedaan, opent u de ovendeur en lucht u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door het verdampen van de middelen die worden gebruikt om de oven te beschermen.
De oven starten
1.Door aan de knop PROGRAMMA’S te draaien kunt u het gewenste kookprogramma kiezen.
2.Een lijst met kooktijden en aanbevolen kooktemperaturen kunt u terugvinden in de Kooktabel (zie Programma’s).
3.Als het controlelampje THERMOSTAAT aan is, bevindt de oven zich in de verwarmingsfase en is bezig de ingestelde temperatuur te bereiken.
4.Tijdens het koken kunt u nog altijd:
-het kookprogramma veranderen met behulp van de knop PROGRAMMA’S;
-het koken onderbreken door de knop PROGRAMMA’S weer op stand “0” te zetten.
Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u riskeert hiermee het email te beschadigen.
Plaats de ovenschalen altijd op bijgeleverde roosters.
Ovenverlichting
Deze gaat werken door de knop PROGRAMMA’S op & te draaien. Ze blijft aan wanneer u een kookprogramma selecteert.
6
Programma’s
Kookprogramma’s
Programma TRADITIONELE OVEN
De onderste en bovenste verwarmingselementen gaan aan. Met deze traditionele kookwijze is het beter een enkel rooster te gebruiken: met meerdere roosters riskeert u een slechte temperatuursverspreiding.
De ingestelde temperatuur wordt automatisch bereikt en constant gehouden door de thermostaat die geregeld wordt door de knop PROGRAMMA’S.
? Programma OVEN BOVEN
Het bovenste verwarmingselement gaat aan. Deze functie kan worden gebruikt voor het afmaken van een gerecht. Kook met de ovendeur dicht.
Praktische kooktips
NL
Bij de functie GRILL raden wij u aan de lekplaat op stand 1 te zetten om eventueel vet of jus op te vangen.
GRILL
•Plaats de grill op stand 3 of 4, plaats de gerechten op het midden van de grill.
•Het is normaal dat het bovenste verwarmingselement niet constant aan blijft: zijn werking wordt geregeld door een thermostaat.
PIZZA
•Gebruik een lichte aluminium ovenschaal en zet hem op het bijgeleverde ovenrooster.
Bij gebruik van de bakplaat duurt het langer en krijgt u waarschijnlijk geen krokante pizza.
•Bij zeer gevulde pizza’s raden wij aan de mozzarella of andere kaas pas halverwege de kooktijd toe te voegen.
7
Kooktabel
NL
Gerechten |
Gewicht (kg) |
Roosterstanden |
Voorverwarming |
Aangeraden temperatuur |
Kooktijd |
|
(minuten) |
(minuten) |
|||||
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
Pasta |
|
|
|
|
|
|
Lasagne |
2,5 |
3 |
210 |
- |
75-80 |
|
Cannelloni |
2,5 |
3 |
210 |
- |
75-80 |
|
Tagliatelle |
2,5 |
3 |
210 |
- |
75-80 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Vlees |
|
|
|
|
|
|
Kalfsvlees |
1,7 |
3 |
220 |
- |
85-90 |
|
Kip |
1,5 |
3 |
220 |
- |
110-115 |
|
Kalkoen |
3,0 |
3 |
220-Max |
- |
95-100 |
|
Eend |
1,8 |
3 |
220 |
- |
120-125 |
|
Konijn |
2,0 |
3 |
220 |
- |
105-110 |
|
Varkensvlees |
2,1 |
3 |
220 |
- |
100-110 |
|
Lamsvlees |
1,8 |
3 |
220 |
- |
90-95 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Vis |
|
|
|
|
|
|
Makreel |
1,1 |
3 |
210-230 |
- |
55-60 |
|
Zwaardvis |
1,5 |
3 |
210-230 |
- |
60-65 |
|
Forel |
1,0 |
3 |
210-230 |
- |
40-45 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Pizza |
|
|
|
|
|
|
Napoletana |
1,0 |
3 |
Max |
15 |
30-35 |
|
|
|
|
|
|
|
|
Taarten |
|
|
|
|
|
|
Koekjes |
0,5 |
3 |
180 |
15 |
30-35 |
|
Jamtaart |
1,1 |
3 |
180 |
15 |
30-35 |
|
Chocoladetaart |
1,0 |
3 |
200 |
15 |
45-50 |
|
Taart die moet rijzen |
1,0 |
3 |
200 |
15 |
50-55 |
|
|
|
|
|
|
|
8
Kookplaat
Type kookplaten
Bij de oven hoort een kookplaat die samengesteld kan zijn uit twee verschillende verwarmingselementen: gietijzeren elektrische kookplaten (zie afbeelding 1) of glaskeramische kookplaten (zie afbeelding 2).
A |
A |
afbeelding 1 |
afbeelding 2 |
|
|
|
A |
|
A |
|
C |
Aanzetten kookplaat glaskeramiek
Traditioneel kookgedeelte
De traditionele straalelementen (A) zijn gemaakt van cirkelvormige verwarmingselementen die pas zo’n tiental seconden na ontsteking rood worden.
Ieder kookgedeelte heeft zijn eigen bedieningsknop waarmee u 6 verschillende temperaturen kunt kiezen, met een minimumwaarde van 1 tot een maximumwaarde van 6.
Controlelampje resterende warmte *
De warmtecontrolelampjes (C) geven aan dat het betreffende kookgedeelte warmer is dan 60°C, ook nadat het verwarmingselement is uitgeschakeld.
Aangeraden stroomsterktes voor verschillend gebruik:
Positie |
Normale of snelle plaat |
|
|
|
|
0 |
Uit |
|
|
|
|
1 |
Groenten en vis |
|
|
|
|
2 |
Aardappelen (gestoomd), soep, capucijners, |
|
bonen |
||
|
||
|
|
|
3 |
Doorkoken van grote hoevelheeden, |
|
minestroni enz. |
||
|
||
|
|
|
4 |
Braden (medium) |
|
|
|
|
5 |
Braden (hard) |
|
|
|
|
6 |
Bruin bakken of snel aan de kook brengen |
|
|
|
* Slechts op enkele modellen aanwezig.
Praktische tips voor het gebruik van de |
NL |
glaskeramische kookplaat |
De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat vetvlekjes op het glas achter. Voordat u de kookplaat gebruikt, raden wij u aan de vlekken te verwijderen met een niet-schurend schoonmaakmiddel. Gedurende de eerste uren van gebruik is het mogelijk dat u een rubbergeur ruikt, die echter snel wegtrekt.
Teneinde optimale resultaten te bereiken van de kookplaat:
•gebruik pannen met een platte bodem die perfect aansluiten aan het verwarmgedeelte;
•gebruik pannen die groot genoeg zijn om de kookplaat geheel te bedekken teneinde alle beschikbare hitte te benutten;
•houdt de bodem van de pannen altijd schoon en droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak. Dit verlengt de levensduur van zowel de pannen als het kookgedeelte.
•vermijdt dezelfde pannen te gebruiken die u ook op een gasfornuis gebruikt: de warmteconcentratie van gasbranders kan de bodem van pannen vervormen, waardoor ze niet goed meer aansluiten;
•laat nooit een kookgedeelte aan staan zonder een pan erop. De verhitting, die snel het maximum niveau bereikt, zou de verwarmingselementen kan beschadigen.
9
Voorzorgsmaatregelen en advies
Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens NL de geldende internationale veiligheidsvoorschriften.
Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze derhalve goed door te nemen.
Algemene veiligheidsmaatregelen
•Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik binnenshuis.
•Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of als het onweert.
•Maak gebruik van de handgrepen aan de zijkant van de oven als u het apparaat moet verplaatsen.
•Raak de oven niet blootsvoets of met natte handen of voeten aan.
•Het apparaat dient om gerechten te koken. Het mag uitsluitend worden gebruikt door volwassenen en alleen volgens de instructies die beschreven staan in deze handleiding.
•Gedurende het gebruik van de oven worden de verwarmingselementen en enkele delen van de ovendeur heet. Raak ze niet aan en houdt kinderen op afstand.
•Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine keukenapparaten op warme delen van de oven terechtkomen.
•Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
•Pak het handvat van de ovendeur alleen in het midden vast: aan de zijkant zou het heet kunnen zijn.
•Gebruik altijd ovenwanten om gerechten in de oven te zetten en eruit te halen.
•Plaats geen aluminiumfolie op de bodem van de oven.
•Plaats geen brandbaar materiaal in de oven: als de oven plotseling aan zou worden gezet, zou dit materiaal vlam kunnen vatten.
•Controleer altijd dat de knoppen in de positie “l”/ “¡” staan als het fornuis niet gebruikt wordt.
•Haal de stekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken.
•Maak de oven niet schoon of voer geen onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact zit.
•Als de oven defect is, mag u nooit aan het interne systeem sleutelen om een reparatie proberen uit te voeren. Neem contact op met de Technische Dienst (zie Service).
•Plaats geen zware voorwerpen op de open ovendeur.
•De glaskeramische kookplaat is bestand tegen mechanische stoten. Hij kan echter worden beschadigd (of barsten) als hij wordt geraakt door een puntig object, bijvoorbeeld door gereedschap. Als dit gebeurt, moet u onmiddellijk het apparaat afsluiten van de elektrische stroom en contact opnemen met de Technische Dienst.
•Vergeet niet dat de temperatuur in het kookgedeelte aanzienlijk hoog blijft tot minstens 30 minuten nadat het wordt uitgeschakeld.
•Houdt voorwerpen die kunnen smelten op afstand van de kookplaat, zoals b.v. plastic, aluminium of suikerhoudende etenswaren. Let vooral op plastic of aluminium verpakkingen of folie: als u ze op het nog warme of lauwe kookvlak neerlegt, kunt u een zware schade aanrichten.
Afvalverwijdering
•Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen, zodat het verpakkingsmateriaal hergebruikt kan worden.
•De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernietiging van Electrische en Electronische Apparatuur (WEEE), vereist dat oude huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de “afvalcontainer met een kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
Energiebesparing en milieubesef
•Door de oven te gebruiken vanaf het late middaguur tot aan de vroege ochtend zorgt u ervoor dat uw elektriciteitscentrale minder wordt belast tijdens het ‘spitsuur’.
•Houdt bij de functie GRILL altijd de ovendeur dicht: dit om betere resultaten te bereiken en voor een betere energiebesparing (circa 10%).
•Houdt de afdichtingen altijd schoon zodat ze goed aansluiten op de deur en er geen hitte vrij kan komen.
10
Onderhoud en verzorging
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de stroom af voordat u tot enige handeling overgaat.
Schoonmaken van de oven
•De buitenkant, dus zowel het email en het roestvrij staal als de rubberen afdichtingen, kunnen met een spons en een sopje worden afgenomen. Als de vlekken moeilijk te verwijderen zijn, kunt u een speciaal reinigingsmiddel gebruiken. Na het reinigen dient u alles goed af te spoelen en te drogen. Gebruik geen schuurmiddelen of bijtende producten.
•De binnenkant van de oven kunt u het beste direct na gebruik schoonmaken, als hij nog lauw is. Gebruik warm water en een schoonmaakmiddel, spoel vervolgens af en droog met een zachte doek. Gebruik geen schuurmiddelen.
•De accessoires kunnen gewoon worden afgewassen (eventueel ook in de vaatwasser).
Gebruik nooit stoomof hogedrukreinigers voor het reinigen van het apparaat.
De ovendeur reinigen
Reinig het glas van de deur met een spons en niet schurende producten. Droog met een zachte doek. Gebruik geen ruwe schurende materialen of scherpe schrapertjes die het oppervlak zouden kunnen krassen waardoor als gevolg het glas zou kunnen barsten. U kunt voor een grondige reiniging de ovendeur verwijderen:
1. open de deur volledig (zie afbeelding).
2. til de hendeltjes op die zich aan de scharnieren bevinden en draai ze (zie afb.);
3. pak de deur aan de
zijkanten beet en sluit hem, NL maar niet helemaal. Trek dan
de deur naar u toe en haal hem uit zijn voegen (zie afbeelding). Zet de deur weer op zijn plaats door deze handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
Controleer de afdichtingen
Controleer regelmatig de staat van de afdichting rondom de ovendeur. In het geval de afdichtingen beschadigd zijn, dient u zich tot de dichtstbijzijnde Technische Dienst te wenden (zie Service). Gebruik de oven niet voordat de reparatie is uitgevoerd.
Vervangen van het lampje
Voor het vervangen van het ovenlampje:
1.Schroef het glazen lampenkapje los.
2.Schroef het lampje los en vervang het met eenzelfde soort lampje: sterkte 25W, fitting E 14.
3.Plaats het deksel er weer op (zie afb.).
Service
Dit dient u door te geven:
•het model oven (Mod.)
•het serienummer (S/N)
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat en/of op de verpakking.
11