EPSON XP-352 User Manual [nl]

0 (0)

Gebruikershandleiding

NPD5906-00 NL

Gebruikershandleiding

Copyright

Copyright

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson Corporation. Er wordt geen patentaansprakelijkheid aanvaard met betrekking tot het gebruik van de informatie in deze handleiding. Evenmin wordt aansprakelijkheid aanvaard voor schade die voortvloeit uit het gebruik van de informatie in deze publicatie. De informatie in dit document is uitsluitend bestemd voor gebruik met dit Epsonproduct. Epson is niet verantwoordelijk voor gebruik van deze informatie in combinatie met andere producten.

Seiko Epson Corporation noch haar filialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit product of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan niet foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering van de V.S.) het zich niet strikt houden aan de gebruiksen onderhoudsvoorschriften van Seiko Epson Corporation.

Seiko Epson Corporation en haar dochterondernemingen kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor schade of problemen voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen kenbaar als Original Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson.

Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiend uit elektromagnetische interferentie als gevolg van het gebruik van andere interfacekabels die door Seiko Epson Corporation worden aangeduid als Epson Approved Products.

© 2017 Seiko Epson Corporation

De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit product kunnen zonder aankondiging worden gewijzigd.

2

Gebruikershandleiding

Handelsmerken

Handelsmerken

EPSON®is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.

PRINT Image Matching™ en het PRINT Image Matching-logo zijn handelsmerken van Seiko Epson Corporation.Copyright © 2001 Seiko Epson Corporation. All rights reserved.

Epson Scan 2 software is based in part on the work of the Independent JPEG Group.

libtiff

Copyright © 1988-1997 Sam Leffler Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.

Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this software and its documentation for any purpose is hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this permission notice appear in all copies of the software and related documentation, and (ii) the names of Sam Leffler and Silicon Graphics may not be used in any advertising or publicity relating to the software without the specific, prior written permission of Sam Leffler and Silicon Graphics.

THE SOFTWARE IS PROVIDED "AS-IS" AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND, EXPRESS, IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY WARRANTY OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.

IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL, INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY DAMAGES WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER OR NOT ADVISED OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, ARISING OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS SOFTWARE.

SDXC Logo is a trademark of SD-3C, LLC.

Microsoft®, Windows®, and Windows Vista®are registered trademarks of Microsoft Corporation.

Apple, Macintosh, Mac OS, OS X, Bonjour, Safari, iPad, iPhone, iPod touch, and iTunes are trademarks of Apple Inc., registered in the U.S. and other countries. AirPrint and the AirPrint logo are trademarks of Apple Inc.

Google Cloud Print, Chrome, Chrome OS, and Android are trademarks of Google Inc.

QR Code is a registered trademark of DENSO WAVE INCORPORATED in Japan and other countries.

Adobe and Adobe Reader are either registered trademarks or trademarks of Adobe Systems Incorporated in the United States and/or other countries.

Intel® is a registered trademark of Intel Corporation.

Algemene opmerking: andere productnamen vermeld in deze uitgave, dienen uitsluitend als identificatie en kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars.Epson maakt geen enkele aanspraak op enige rechten op deze handelsmerken.

3

Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

Copyright

Handelsmerken

Over deze handleiding

Introductie tot de handleidingen. . . . . . . . . . . . . . . .8

Informatie zoeken in de handleiding. . . . . . . . . . . . .8

Markeringen en symbolen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10

Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding. . . . . . 10

Referenties voor besturingssystemen. . . . . . . . . . . . 10

Belangrijke instructies

Veiligheidsinstructies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11

Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 12

Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de printer. . . . . . . . . . . . . 12 Adviezen en waarschuwingen voor gebruik

van de printer met een draadloze verbinding. . . . 13 Adviezen en waarschuwingen voor gebruik

van geheugenkaarten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Adviezen en waarschuwingen voor gebruik

van het display. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13

Uw persoonlijke gegevens beschermen. . . . . . . . . . 14

Basisprincipes van printer

Namen en functies van onderdelen. . . . . . . . . . . . . 15

Bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17

Knoppen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Uitleg bij het LCD-scherm. . . . . . . . . . . . . . . . . 17

Netwerkinstellingen

Typen netwerkverbindingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

Wi-Fi-verbinding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

Een computer verbinden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23

Een smart device verbinden. . . . . . . . . . . . . . . . . . 24

Wi-Fi-instellingen configureren op de printer. . . . . 24

Handmatig Wi-Fi-instellingen configureren. . . . .25 Wi-Fi-instellingen configureren via de drukknopinstelling. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 Wi-Fi-instellingen configureren via de PIN code-instelling (WPS). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27

Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) configureren. . . . . . . 27

De status van de netwerkverbinding controleren. . . 28

De netwerkstatus controleren met het netwerkpictogram. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . . 29 Een netwerkstatusvel afdrukken. . . . . . . . . . . . . 35

Toegangspunten vervangen of toevoegen. . . . . . . . .35

De verbindingsmethode met een computer

wijzigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35

Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel. . . . . . .36

Een Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) verbreken vanaf het

conf iguratiescherm. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37

De netwerkinstellingen herstellen op het bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37

Papier laden

Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking. . . . .38

Beschikbaar papier en capaciteiten. . . . . . . . . . . . . 39

Lijst met papiertypes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40

Papier in de Papiertoevoer achter laden. . . . . . . . . .40

Originelen plaatsen

Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen. . . . . . . 45

Verschillende originelen plaatsen. . . . . . . . . . . . . . 46

Originelen plaatsen voor lay-out 2-op-1. . . . . . . 46 Een dubbele pagina plaatsen voor lay-out 2-

op-1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te scannen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47

Een geheugenkaart plaatsen

Ondersteunde geheugenkaarten. . . . . . . . . . . . . . . 48

Een geheugenkaart plaatsen en verwijderen. . . . . . .48

Afdrukken

Afdrukken via het bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . 50

Foto's afdrukken door ze te selecteren op een geheugenkaart. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 Gelinieerd papier, kalenders en origineel briefpapier afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 Afdrukken met DPOF. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52 Menuopties voor de modus Foto's afdrukken. . . .52

4

Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . . . . . . . . .53

Basisprincipes van printer — Windows. . . . . . . . 53 Basisprincipes voor afdrukken — Mac OS. . . . . . 54 Dubbelzijdig afdrukken (alleen voor Windows). . 57 Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 58 Afdruk aanpassen aan papierformaat. . . . . . . . . 59 Meerdere bestanden samen afdrukken (alleen

voor Windows). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61 Eén afbeelding afdrukken op meerdere vellen

om een poster te maken (alleen voor Windows). . 62 Geavanceerde functies gebruiken voor

afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 Foto's afdrukken met Epson Easy Photo Print. . . 70

Afdrukken met Smart Devices. . . . . . . . . . . . . . . . 71

Epson iPrint gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .71 AirPrint gebruiken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73

Afdrukken annuleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73

Afdrukken annuleren — Printertoets. . . . . . . . . 73 Afdrukken annuleren - Windows. . . . . . . . . . . . 74 Afdrukken annuleren — Mac OS. . . . . . . . . . . . 74

Kopiëren

Menuopties voor de modus Kopiëren. . . . . . . . . . . 75

Scannen

Scannen via het bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . 78

Scannen naar een computer. . . . . . . . . . . . . . . . 78 Scannen naar een computer (WSD). . . . . . . . . . 79

Scannen vanaf een computer. . . . . . . . . . . . . . . . . 81

Scannen met Epson Scan 2. . . . . . . . . . . . . . . . . 81

Scannen met smart-apparaten. . . . . . . . . . . . . . . . 88

Epson iPrint installeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88 Scannen met Epson iPrint. . . . . . . . . . . . . . . . . 88

Inktpatronen vervangen

Het inktpeil controleren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90

Het inktpeil controleren — Bedieningspaneel. . . 90 Het inktpeil controleren - Windows. . . . . . . . . . .90 Het inktniveau controleren — Mac OS. . . . . . . . 90

Codes van de cartridges. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90

Voorzorgsmaatregelen voor inktpatronen. . . . . . . . 91

Cartridges vervangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94

Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken. . . . . . . . . . . . .96

Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken - Windows. . 98 Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS. . 99

Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op

is (uitsluitend voor Windows). . . . . . . . . . . . . . . . 100

De printer onderhouden

De printkop controleren en reinigen. . . . . . . . . . . 101

De printkop controleren en schoonmaken — bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 101 De printkop controleren en schoonmaken - Windows. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 De printkop controleren en reinigen — Mac OS 102

De printkop uitlijnen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103

De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel. . . . .103 De printkop uitlijnen — Windows. . . . . . . . . . .104 De printkop uitlijnen — Mac OS. . . . . . . . . . . .104

Het papiertraject reinigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104

De Scannerglasplaat reinigen. . . . . . . . . . . . . . . . 105

Het doorschijnende folie reinigen. . . . . . . . . . . . . 106

Stroom besparen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108

Stroom besparen - Bedieningspaneel. . . . . . . . . 108 Stroom besparen - Windows. . . . . . . . . . . . . . . 108 Stroom besparen — Mac OS. . . . . . . . . . . . . . . 109

Menuopties voor de modus

Instellingen

Menuopties voor Inktniveaus. . . . . . . . . . . . . . . . 110

Menuopties voor Onderhoud. . . . . . . . . . . . . . . . 110

Menuopties voor Printerinstallatie. . . . . . . . . . . . 111

Papierbroninst.:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 Stille modus:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111 Uitschakelingstimer:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .111 Taal/Language:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .111 Slaaptimer:. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111

Menuopties voor Netwerkinstellingen. . . . . . . . . . 112

Menuopties voor Epson Connectservices. . . . . . .112

Menuopties voor Google Cloud Print-services. . . . 113

Menuopties voor Bestanden delen. . . . . . . . . . . . .113

Menuopties voor Firmware-update. . . . . . . . . . . . 114

Menuopties voor Herstel standaard instellingen. . . 114

Netwerkservice en softwareinformatie

De service van Epson Connect. . . . . . . . . . . . . . . 115

Web Conf ig. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115

Web Conf ig uitvoeren op een browser. . . . . . . . 116 Web Conf ig uitvoeren op Windows. . . . . . . . . . 116 Web Config uitvoeren op Mac OS. . . . . . . . . . . 117

Windows-printerdriver. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117

Uitleg bij de printerdriver voor Windows. . . . . . 118

5

Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Bedieningsinstellingen voor Windowsprinterdriver configureren. . . . . . . . . . . . . . . . 120

Mac OS-printerstuurprogramma. . . . . . . . . . . . . .120

Uitleg bij het printerstuurprogramma voor

Mac OS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121 Bedieningsinstellingen voor Mac OS-

printerdriver conf igureren. . . . . . . . . . . . . . . . 123

Epson Scan 2 (scannerstuurprogramma). . . . . . . . 123

Epson Event Manager. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .124

Epson Easy Photo Print. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124

E-Web Print (alleen voor Windows). . . . . . . . . . . 125

Easy Photo Scan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .125

EPSON Sof tware Updater. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126

Toepassingen verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . .126

Toepassingen verwijderen - Windows. . . . . . . . 126 Toepassingen verwijderen — Mac OS. . . . . . . . 127

Toepassingen installeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 128

Toepassingen en f irmware bijwerken. . . . . . . . . . . 128

De printerfirmware bijwerken via het bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 129

Problemen oplossen

De printerstatus controleren. . . . . . . . . . . . . . . . . 130

Foutcodes op het display bekijken. . . . . . . . . . . 130 De printerstatus controleren - Windows. . . . . . .131 De printerstatus controleren — Mac OS. . . . . . 132

Vastgelopen papier verwijderen. . . . . . . . . . . . . . .132

Vastgelopen papier verwijderen uit de Papiertoevoer achter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .132 Vastgelopen papier uit de uitvoerlade

verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133 Vastgelopen papier binnen in de printer verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133

Papier wordt niet goed ingevoerd. . . . . . . . . . . . . 134

Papier loopt vast. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .135 Papier wordt schuin ingevoerd. . . . . . . . . . . . . 135 Er worden meerdere vellen papier tegelijk uitgevoerd. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135 Foutmelding papier op verschijnt. . . . . . . . . . . 135

Problemen met stroomtoevoer en

bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136

De stroom wordt niet ingeschakeld. . . . . . . . . . 136 De stroom wordt niet uitgeschakeld. . . . . . . . . 136 Het display wordt donker. . . . . . . . . . . . . . . . . 136

Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 136

De verbinding controleren (USB). . . . . . . . . . . 136 De verbinding controleren (netwerk). . . . . . . . .137 De sof tware en gegevens controleren. . . . . . . . . 138

De printerstatus controleren vanaf de

computer (Windows). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140 De printerstatus controleren vanaf de

computer (Mac OS). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141

Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt configureren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141

Kan geen verbinding maken vanaf apparaten terwijl de netwerkinstellingen correct zijn. . . . . 141 De SSID controleren waarmee de printer is verbonden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143 De SSID voor de computer controleren. . . . . . . 143

Kan niet afdrukken vanaf een iPhone of iPad. . . . . 144

Het afdrukken is gepauzeerd. . . . . . . . . . . . . . . . .144

Afdrukproblemen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144

De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren. . . 144 Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren. .145 Gekleurde streepvorming zichtbaar met een tussenafstand van ongeveer 2.5 cm. . . . . . . . . . 145 Onscherpe afdrukken, verticale strepen of verkeerde uitlijning. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146 Afdrukkwaliteit is slecht. . . . . . . . . . . . . . . . . . 146 Papier vertoont vlekken of is bekrast. . . . . . . . . 147 Afgedrukte foto's zijn plakkerig. . . . . . . . . . . . .148 Afbeeldingen of foto's worden afgedrukt met

de verkeerde kleuren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148 De kleuren verschillen van wat u op het

scherm ziet. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148 Kan niet afdrukken zonder marges. . . . . . . . . . 148 Randen van de afbeelding vallen weg bij het randloos afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149 Positie, formaat of marges van de afdruk zijn

niet juist. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149 Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 149 De afgedrukte afbeelding is omgekeerd. . . . . . . 150 Mozaïekachtige patronen op de afdrukken. . . . .150 Op de gekopieerde afdruk verschijnen

ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte

lijnen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .150 Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel "moiré" genoemd) op de gekopieerde

af beelding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150 De achterkant van het origineel is te zien op

de gekopieerde af beelding. . . . . . . . . . . . . . . . .150 Het probleem kon niet worden opgelost. . . . . . .151

Overige afdrukproblemen. . . . . . . . . . . . . . . . . . .151

Afdrukken verloopt te traag. . . . . . . . . . . . . . . 151 Afdrukken vertraagt aanzienlijk tijdens het continu afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151 Kan het afdrukken niet annuleren vanaf een computer met Mac OS X 10.6.8. . . . . . . . . . . . . 152

Kan niet beginnen met scannen. . . . . . . . . . . . . . 152

6

Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Kan scannen niet starten via bedieningspaneel. .153

Problemen met gescande afbeeldingen. . . . . . . . . 153

Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort worden weergegeven bij scannen vanaf de

glasplaat van de scanner. . . . . . . . . . . . . . . . . . 153 De afbeeldingskwaliteit is ruw. . . . . . . . . . . . . .153 De offset schijnt door in de achtergrond van

af beeldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 153 De tekst is onscherp. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154 Moiré-patronen (webachtige schaduwen) verschijnen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154 Kan het juiste gebied niet scannen op de

glasplaat. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155 Kan geen voorbeeld weergeven in Thumbnail. . 155 Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik

opsla als een Searchable PDF. . . . . . . . . . . . . . .155 Problemen in gescande afbeelding kunnen

niet worden opgelost. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 156

Andere scanproblemen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .156

Scannen verloopt te traag. . . . . . . . . . . . . . . . . 156 Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/ Multi-TIFF. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157

Overige problemen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .157

Lichte elektrische schok wanneer u de printer aanraakt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157 Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 157 Kan gegevens niet opslaan op een

geheugenkaart. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 157 Software wordt geblokkeerd door een firewall (alleen Windows). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158 '?' wordt weergegeven in het fotoselectiescherm 158

Bijlage

Technische specif icaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159

Printer specif icaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159 Scannerspecif icaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160 Interface-specif icaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 160 Lijst met netwerkfuncties. . . . . . . . . . . . . . . . . 161 Wi-Fi-specif icaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 161 Beveiligingsprotocol. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162 Ondersteunde services van derden. . . . . . . . . . 162 Specificaties externe opslagapparaten. . . . . . . . 162 Dimensies. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163 Elektrische specif icaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . 163 Omgevingsspecif icaties. . . . . . . . . . . . . . . . . . .164 Systeemvereisten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 164

Regelgevingsinformatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165

Normen en goedkeuringen voor Europees

model. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 165 Beperkingen op het kopiëren. . . . . . . . . . . . . . 165

De printer vervoeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 166

Een geheugenkaart benaderen vanaf een computer 167

Hulp vragen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .168

Technische ondersteuning (website). . . . . . . . . 168 Contact opnemen met de klantenservice van Epson. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169

7

Gebruikershandleiding

Over deze handleiding

Over deze handleiding

Introductie tot de handleidingen

De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Raadpleeg naast de handleidingen, ook de Help in de verschillende Epson-softwaretoepassingen.

Hier beginnen (gedrukte handleiding)

Bevat informatie over het instellen van de printer, het installeren van de software, het gebruik van de printer, het oplossen van problemen enzovoort.

Gebruikershandleiding (digitale handleiding)

Deze handleiding. Biedt algehele informatie en instructies voor het gebruik van de printer, voor netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt en voor het oplossen van problemen.

U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.

Gedrukte handleiding

Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).

Digitale handleiding

Start EPSON Software Updater op uw computer. EPSON Software Updater controleert of er updates beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie downloaden.

Gerelateerde informatie

& “EPSON Software Updater” op pagina 126

Informatie zoeken in de handleiding

In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan met behulp van de bladwijzers.U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt.Dit gedeelte bevat uitleg over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe Reader X is geopend op de computer.

8

Gebruikershandleiding

Over deze handleiding

Zoeken met een zoekwoord

Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken.Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die u zoekt en klik vervolgens op Zoeken.Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst.Klik op een van de weergegeven zoekresultaten om naar de betreffende pagina te gaan.

Direct naar informatie gaan via bladwijzers

Klik op een titel om naar de betreffende pagina te gaan.Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat gedeelte.Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.

Windows: houd de Alt-toets ingedrukt en druk op .

Mac OS: houd de command-toets ingedrukt en druk op .

Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt

U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken.Klik op Afdrukken in het menu Bestand en geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.

Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begineindpagina een afbreekstreepje in. Voorbeeld: 20-25

Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's. Voorbeeld: 5, 10, 15

9

Gebruikershandleiding

Over deze handleiding

Markeringen en symbolen

!Let op:

Instructies die zorgvuldig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.

cBelangrijk:

Instructies die moeten worden gevolgd om schade aan het apparaat te voorkomen.

Opmerking:

Biedt aanvullende informatie en referentiegegevens.

& Gerelateerde informatie

Koppelingen naar de verwante paragrafen.

Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding

Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of macOS High Sierra. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is afhankelijk van het model en de situatie.

Afbeeldingen van de printer gebruikt in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine verschillen tussen elk model, maar de gebruiksmethode blijft hetzelfde.

Sommige menu-items op de display variëren naargelang het model en de instellingen.

Referenties voor besturingssystemen

Windows

In deze handleiding verwijzen termen zoals "Windows 10", "Windows 8.1", "Windows 8", "Windows 7", "Windows Vista", en "Windows XP" naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt "Windows" gebruikt om alle versies ervan aan te duiden.

Microsoft® Windows® 10 besturingssysteem

Microsoft® Windows® 8.1 besturingssysteem

Microsoft® Windows® 8 besturingssysteem

Microsoft® Windows® 7 besturingssysteem

Microsoft® Windows Vista® besturingssysteem

Microsoft® Windows® XP besturingssysteem

Microsoft® Windows® XP Professional x64 Edition besturingssysteem

Mac OS

In deze handleiding wordt "Mac OS" gebruikt om te verwijzen naar macOS High Sierra, macOS Sierra, OS X El Capitan, OS X Yosemite, OS X Mavericks, OS X Mountain Lion, Mac OS X v10.7.x en Mac OS X v10.6.8.

10

Gebruikershandleiding

Belangrijke instructies

Belangrijke instructies

Veiligheidsinstructies

Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken. Bewaar deze handleiding voor latere raadplegingen. Let ook op alle waarschuwingen en instructies die op de printer staan.

Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.

http://support.epson.net/symbols

Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur. Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur kan leiden tot brand of elektrische schokken.

Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.

Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen van het apparaat.

Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus over:

Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden gegeven.

Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.

Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of luchtvochtigheid.

Zorg ervoor dat u geen vloeistoffen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.

Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.

Neem contact op met uw leverancier als het lcd-scherm beschadigd is. Als u vloeistof uit het scherm op uw handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het scherm in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.

Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.

Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.

Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.

Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.

Haal de cartridge niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.

Schud de cartridges niet te hard en laat ze niet vallen. Wees ook voorzichtig dat u ze niet ineendrukt of hun etiket scheurt. Omdat hierdoor inkt kan lekken.

Houd cartridges buiten het bereik van kinderen.

11

Gebruikershandleiding

Belangrijke instructies

Printeradviezen en waarschuwingen

Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze handleiding voor toekomstig gebruik.

Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de printer

Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.

Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het etiket van de printer.

Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die regelmatig worden inen uitgeschakeld.

Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden inen uitgeschakeld.

Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.

Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator inen uitgaan.

Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.

Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en stroompieken.

Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden beschadigd raken.

Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed als deze scheef staat.

Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt gehouden, anders kan er inkt lekken.

Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.

Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.

Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.

Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.

Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.

Raak de witte, platte kabel binnen in de printer niet aan.

Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoffen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.

Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.

12

Gebruikershandleiding

Belangrijke instructies

Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.

Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.

Zet de printer altijd uit met de knop P. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het stopcontact niet af zolang het lampje P nog knippert.

Controleer voordat u de printer vervoert of de printkop zich in de uitgangspositie bevindt (uiterst rechts) en of de cartridges aanwezig zijn.

Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een draadloze verbinding

Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken.Wanneer u deze printer gebruikt in een medische instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.

Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de buurt van automatisch aangestuurde apparaten.

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van geheugenkaarten

Verwijder een geheugenkaart niet en schakel de printer niet uit wanneer het lampje van de geheugenkaart knippert.

Het gebruik van geheugenkaarten verschilt per type kaart. Raadpleeg de documentatie die bij de geheugenkaart is geleverd voor meer informatie.

Gebruik alleen geheugenkaarten die compatibel zijn met het apparaat.

Gerelateerde informatie

& “Ondersteunde geheugenkaartspecificaties” op pagina 162

Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het display

Het display kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder. Dit is normaal en wil geenszins zeggen dat het display beschadigd is.

Maak het display alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische reinigingsmiddelen.

De buitenkant van de display kan breken als deze een grote weerslag krijgt. Neem contact op met uw wederverkoper als het oppervlak van het scherm barst of splintert. Raak de gebroken stukken nooit aan en verwijder ze niet.

13

Gebruikershandleiding

Belangrijke instructies

Uw persoonlijke gegevens beschermen

Als u de printer aan iemand anders geeft of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer

Instellingen > Herstel standaard instellingen > Alle instellingen op het bedieningspaneel.

14

EPSON XP-352 User Manual

Gebruikershandleiding

Basisprincipes van printer

Basisprincipes van printer

Namen en functies van onderdelen

A

Zijgeleider

Zorgen ervoor dat het papier recht in de printer wordt ingevoerd. Schuif ze

 

 

naar de randen van het papier.

 

 

 

B

Papiertoevoer achter

Laadt papier.

 

 

 

C

Papiersteun

Ondersteuning voor geladen papier.

 

 

 

D

Invoerbescherming

Voorkomt dat ongewenste zaken in de printer terechtkomen. Laat deze

 

 

bescherming over het algemeen dicht.

 

 

 

E

Uitvoerlade

Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt. Zet vóór het afdrukken de

 

 

stop omhoog om te voorkomen dat het uitgeworpen papier van de lade valt.

 

 

 

F

Bedieningspaneel

Voor bediening van de printer.

 

 

 

B

A

15

Gebruikershandleiding

 

 

Basisprincipes van printer

 

 

 

A

Geheugenkaartsleuf

Plaats een geheugenkaart in het apparaat.

 

 

 

B

Cartridgehouder

Installeer de cartridges. Aan de onderkant komt inkt uit de spuitkanaaltjes van

 

 

de printkop.

 

 

 

A

Documentdeksel

Houdt het licht van buitenaf tegen tijdens het scannen.

 

 

 

B

Scannerglasplaat

Plaats de originelen.

 

 

 

C

Scannereenheid

Scant de originelen die u hebt geplaatst. Open dit om cartridges te vervangen

 

 

of papier dat in de printer is vastgelopen, te verwijderen.

 

 

 

A

B

A

Netaansluiting

Voor aansluiting van het netsnoer.

 

 

 

B

USB-poort

Aansluiting voor een USB-kabel.

 

 

 

16

Gebruikershandleiding

Basisprincipes van printer

Bedieningspaneel

U kunt het bedieningspaneel in een andere hoek zetten.

Als u het bedieningspaneel lager wilt zetten, moet u de hendel aan de achterkant van het paneel induwen, zoals hieronder getoond.

Knoppen

A

 

Hiermee schakelt u de printer in of uit.

 

 

Niet uitschakelen zolang het aan-uitlampje knippert (wanneer de printer bezig is of gegevens

 

 

verwerkt).

 

 

Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan-uitlampje gedoofd is.

 

 

 

B

 

Hiermee opent u het startscherm.

 

 

 

C

u d l r OK

Met de knoppen u d l r selecteert u een menu en met een druk op de knop OK opent u het

 

 

geselecteerde menu.

 

 

 

D

 

Hiermee stopt u de huidige taak of keert u terug naar het vorige scherm.

 

 

 

E

 

Hiermee start u een taak, zoals afdrukken of kopiëren.

 

 

 

Uitleg bij het LCD-scherm

Op het LCD-scherm worden menu's en berichten weergegeven. Selecteer een menu of instelling door te drukken op de knoppen u d l r.

17

Gebruikershandleiding

Basisprincipes van printer

Uitleg bij het startscherm

De volgende pictogrammen en menu's worden weergegeven op het startscherm.

A Hier staan pictogrammen die de netwerkstatus aangeven.

Duidt op een probleem met de draadloze netwerkverbinding (Wi-Fi) van de printer of geeft aan dat de printer zoekt naar een draadloze netwerkverbinding (Wi-Fi).

Geeft aan dat de printer verbonden is met een draadloos netwerk (Wi-Fi).

Het aantal balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer. Hoe meer balkjes, des te sterker de verbinding is.

Geeft aan dat een draadloos netwerk (Wi-Fi) is uitgeschakeld of dat de printer bezig is met het tot stand brengen van een draadloze netwerkverbinding.

Geeft aan dat Wi-Fi Direct is ingeschakeld.

Geeft aan dat Wi-Fi Direct is uitgeschakeld.

B

Wanneer l en r worden weergegeven, kunt u naar rechts of links bladeren door te drukken op de knop l of r.

18

Gebruikershandleiding

 

 

Basisprincipes van printer

 

 

 

C

Functiepictogrammen en namen worden weergegeven als moduspictogrammen.

 

 

 

 

Kopiëren

Hiermee activeert u de modus Kopiëren, waarmee u een document kunt kopiëren.

 

 

 

 

Foto's afdrukken

Hiermee activeert u de modus Foto's afdrukken, waarmee u foto's kunt afdrukken die op een

 

 

geheugenkaart staan.

 

 

 

 

Scannen

Hiermee activeert u de modus Scannen, waarmee u een document of foto kunt scannen.

 

 

 

 

Mijn briefpapier

Hiermee activeert u de modus Mijn briefpapier, waarmee u allerlei originele dingen kunt

 

 

afdrukken, zoals lijntjespapier en kalenders, op basis van foto's op uw geheugenkaart.

 

 

 

 

Stille modus

Hiermee geeft u de instelling Stille modus weer, waarmee u ervoor zorgt dat de printer

 

 

minder geluid maakt. Als u deze optie inschakelt, kan de afdruksnelheid minder zijn.

 

 

Afhankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit,

 

 

merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.

 

 

Dit is een snelkoppeling naar het volgende menu.

 

 

Instellingen > Printerinstallatie > Stille modus

 

 

 

 

Instellingen

Hiermee activeert u de modus Instellingen, waarmee u onderhoud kunt uitvoeren en printer-

 

 

en netwerkinstellingen kunt opgeven.

 

 

 

 

Wi-Fi instellen

Hiermee geeft u menu's weer voor het instellen van de printer voor gebruik in een draadloos

 

 

netwerk. Dit is een snelkoppeling naar het volgende menu.

 

 

Instellingen > Netwerkinstellingen > Instellingen Wi-Fi

 

 

 

D

Hier staan de knoppen die u kunt gebruiken. In dit voorbeeld kunt u naar het geselecteerde menu gaan door op OK

 

te drukken.

 

 

 

 

Tekens invoeren

Als u via het bedieningspaneel tekens en symbolen wilt invoeren voor de netwerkinstellingen, gebruik dan de knoppen u, d, l en r. Druk op de knop u of d om het gewenste teken te selecteren en druk vervolgens op de

knop r om de cursor te verplaatsen naar de volgende invoerpositie. Druk na afloop van het tekens invoeren op de knop OK.

Hoe het weergegeven scherm eruitziet, hangt af van de gekozen instellingen. Dit is het scherm voor het invoeren van het wachtwoord voor het Wi-Fi-netwerk.

19

Gebruikershandleiding

Basisprincipes van printer

Pictogrammen

Beschrijving

 

 

 

Hiermee schakelt u tussen tekentypes.

 

ABC: hoofdletters

 

abc: kleine letters

 

123: cijfers en symbolen

 

 

u d

Hiermee selecteert u het teken dat u wilt invoeren.

rHiermee verplaatst u de cursor naar rechts.

lHiermee wist u het teken links van de cursor (Backspace).

OK

Hiermee voert u de geselecteerde tekens in.

 

 

 

Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.

De tekenreeks "13By" invoeren als oefening

1.Druk tweemaal op de knop om het tekentype om te schakelen naar 123.

2.Druk tweemaal op de knop u om "1" te selecteren.

3.Druk eenmaal op de knop r om de cursor te verplaatsen en druk vervolgens viermaal op de knop u om "3" te selecteren.

20

Gebruikershandleiding

Basisprincipes van printer

4.Druk eenmaal op de knop r om de cursor te verplaatsen en druk vervolgens op de knop om het tekentype te veranderen in ABC. Druk tweemaal op de knop u om "B" te selecteren.

5.Druk eenmaal op de knop r om de cursor te verplaatsen en druk vervolgens op de knop om het tekentype te veranderen in abc. Druk tweemaal op de knop d om "y" te selecteren.

6.Druk op de knop OK.

21

Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Netwerkinstellingen

Typen netwerkverbindingen

U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.

Wi-Fi-verbinding

Sluit de printer en de computer of het smart device aan op het toegangspunt. Dit is de meest gebruikelijke manier van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een toegangspunt.

Gerelateerde informatie

&“Een computer verbinden” op pagina 23

&“Een smart device verbinden” op pagina 24

&“Wi-Fi-instellingen configureren op de printer” op pagina 24

Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)

Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als toegangspunt en kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een apart toegangspunt nodig hebt. Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de printer.

22

Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Opmerking:

Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) is een verbindingsmodus die is ontwikkeld als vervanging voor de adhocmodus.

De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding heeft via Wi-Fi, wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.

Gerelateerde informatie

& “Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) configureren” op pagina 27

Een computer verbinden

Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer.U kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.

Instellen vanaf de website

Open de volgende website en voer de productnaam in.Ga naar Instellen en configureer de instellingen. http://epson.sn

Instellen met de software-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een software-cd en gebruikers die beschikken over een computer met een schijfstation.)

Plaats de software-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.

De verbindingsmethoden selecteren

Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.

23

Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Volgende.

Volg de instructies op het scherm.

Een smart device verbinden

U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.

http://epson.sn > Instellen

Opmerking:

Als u tegelijkertijd een computer en een smart device met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de computer te verbinden.

Wi-Fi-instellingen configureren op de printer

Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen configureren.Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.

Als u beschikt over de informatie voor het toegangspunt, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de instellingen handmatig configureren.

Als het toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de instellingen configureren met drukknopinstellingen.

Nadat de printer verbinding heeft gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.)

Configureer geavanceerde netwerkinstellingen om een statisch IP-adres te gebruiken.

24

Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Gerelateerde informatie

&“Handmatig Wi-Fi-instellingen configureren” op pagina 25

&“Wi-Fi-instellingen configureren via de drukknopinstelling” op pagina 26

&“Wi-Fi-instellingen configureren via de PIN code-instelling (WPS)” op pagina 27

&“Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) configureren” op pagina 27

Handmatig Wi-Fi-instellingen configureren

U kunt de gegevens die voor de verbinding met een toegangspunt nodig zijn handmatig opgeven op het bedieningspaneel van de printer. Voor het handmatig instellen hebt u de SSID en het wachtwoord van een toegangspunt nodig.

Opmerking:

Als u een toegangspunt met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID die en het wachtwoord dat op het label vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neem dan contact op met de persoon die het toegangspunt heeft ingesteld of raadpleeg de documentatie van het toegangspunt.

1.Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.

2.Selecteer Wi-Fi (aanbevolen) en druk vervolgens op de knop OK.

3.Druk op de knop OK.

4.Selecteer Wi-Fi instelwizard en druk vervolgens op de knop OK.

5.Selecteer de SSID voor het toegangspunt op het bedieningspaneel van de printer en druk op de knop OK.

Opmerking:

Als de SSID waarmee u wilt verbinden, niet wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer, selecteert u Nogm. zoeken om de lijst te vernieuwen. Als deze nog steeds niet wordt weergegeven, selecteert u Andere SSID's en voert u de SSID rechtstreeks in.

Als u de SSID niet kent, controleer dan of deze vermeld staat op het label van het toegangspunt. Als u het toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u de SSID die op het label staat.

6.Voer het wachtwoord in en druk op de knop OK.

Selecteer of u al dan niet een netwerkverbindingsrapport wilt afdrukken na het voltooien van de instellingen.

25

Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Opmerking:

Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.

Als u het wachtwoord niet kent, controleer dan of het vermeld staat op het label van het toegangspunt. Als u het toegangspunt gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u het wachtwoord dat op het label staat. Het wachtwoord kan ook een sleutel of wachtwoordzin worden genoemd.

Als u het wachtwoord voor het toegangspunt niet kent, raadpleegt u de documentatie die bij het toegangspunt is geleverd of neemt u contact op met de persoon die dit heeft ingesteld.

Als u geen verbinding kunt maken, laadt u papier en drukt u vervolgens op de knop om een netwerkverbindingsrapport af te drukken.

Gerelateerde informatie

&“Tekens invoeren” op pagina 19

&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 28

&“Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt configureren” op pagina 141

Wi-Fi-instellingen configureren via de drukknopinstelling

U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op het toegangspunt te drukken. Als aan de volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.

Het toegangspunt is compatibel met WPS (Wi-Fi Protected Setup).

De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op het toegangspunt te drukken.

Opmerking:

Als u de knop niet kunt vinden of als u instelt met behulp van de software, raadpleeg dan de documentatie van het toegangspunt.

1.Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.

2.Selecteer Wi-Fi (aanbevolen) en druk vervolgens op de knop OK.

3.Druk op de knop OK.

4.Selecteer Drukknopinstelling (WPS) en druk vervolgens op de knop OK.

5.Houd de knop [WPS] op het toegangspunt ingedrukt tot het beveiligingslampje knippert.

26

Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Als u niet weet waar de [WPS]-knop zit, of als het toegangspunt geen knoppen heeft, raadpleeg dan de documentatie van het toegangspunt voor meer informatie.

6.Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer. Volg de instructies op het scherm die worden weergegeven.

Opmerking:

Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.

Gerelateerde informatie

&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 28

&“Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt configureren” op pagina 141

Wi-Fi-instellingen configureren via de PIN code-instelling (WPS)

U kunt verbinding maken met een toegangspunt door gebruik te maken van een pincode. U kunt deze methode gebruiken als uw toegangspunt WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. Gebruik een computer om een pincode in te voeren in het toegangspunt.

1.Selecteer Instellingen op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.

2.Selecteer Netwerkinstellingen en druk vervolgens op de knop OK.

3.Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.

4.Selecteer PIN-code (WPS) en druk vervolgens op de knop OK.

5.Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven in te voeren in het toegangspunt. U hebt hier twee minuten de tijd voor.

Opmerking:

Raadpleeg de documentatie van het toegangspunt voor meer informatie over het invoeren van een pincode.

6.Druk op de knop OK.

Het instellen is voltooid wanneer dit wordt gemeld in een bericht.

Opmerking:

Als de verbinding mislukt, start dan het toegangspunt opnieuw, zet het dichter bij de printer en probeer het nog een keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een verbindingsrapport af en controleer de oplossing.

Gerelateerde informatie

&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 28

&“Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt configureren” op pagina 141

Instellingen voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) configureren

Deze methode maakt het mogelijk om de printer rechtstreeks, dus zonder toegangspunt, te verbinden met een computer of smart device. De printer fungeert zelf als toegangspunt.

27

Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

cBelangrijk:

Wanneer u een computer of smart device verbindt met de printer met de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt), is de printer verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk (SSID) als de computer of het smart device en vindt communicatie tussen de beide apparaten plaats. Omdat de computer of het smart device automatisch wordt verbonden met het andere verbindbare Wi-Fi-netwerk als de printer wordt uitgeschakeld, wordt niet opnieuw verbinding gemaakt met het vorige Wi-Fi-netwerk als de printer wordt ingeschakeld. Maak vanuit de computer of het smart device opnieuw verbinding met de SSID van de printer voor Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt). Als u niet steeds opnieuw verbinding wilt maken wanneer u de printer inof uitschakelt, wordt aangeraden een Wi-Fi-netwerk te gebruiken door de printer te verbinden met een toegangspunt.

1.Selecteer Instellingen Wi-Fi op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.

2.Selecteer Wi-Fi Direct en druk vervolgens op de knop OK.

3.Druk op de knop OK.

4.Druk op de knop OK om de installatie te starten.

5.Druk op de knop OK.

6.Kijk op het bedieningspaneel van de printer welke SSID en welk wachtwoord worden weergegeven. Selecteer in het scherm Netwerkverbinding van de computer of het smart device de SSID die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer om verbinding te maken.

7.Voer op de computer of het smart device het wachtwoord in dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.

8.Nadat de verbinding is gemaakt, drukt u op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.

9.Druk op de knop OK.

Gerelateerde informatie

&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 28

&“Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt configureren” op pagina 141

De status van de netwerkverbinding controleren

U kunt de netwerkstatus als volgt controleren.

De netwerkstatus controleren met het netwerkpictogram

U kunt de status van de netwerkverbinding controleren aan de hand van het netwerkpictogram op het startscherm van de printer. Het pictogram verandert volgens verbindingstype en signaalsterkte.

Gerelateerde informatie

& “Uitleg bij het startscherm” op pagina 18

28

Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

Een netwerkverbindingsrapport afdrukken

U kunt een netwerkverbindingsrapport afdrukken om de status tussen de printer en het toegangspunt te controleren.

1.Papier laden.

2.Selecteer Instellingen op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.

3.Selecteer Netwerkinstellingen > Verbindingscontrole. De verbindingscontrole wordt gestart.

4.Druk op de knop x om het netwerkverbindingsrapport af te drukken.

Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en volg de afgedrukte oplossingen.

Gerelateerde informatie

& “Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport” op pagina 29

Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport

Controleer de berichten en foutcodes op het netwerkverbindingsrapport en volg dan de oplossingen.

a. Foutcode

29

Gebruikershandleiding

Netwerkinstellingen

b. Berichten over de netwerkomgeving

Gerelateerde informatie

&“E-1” op pagina 30

&“E-2, E-3, E-7” op pagina 30

&“E-5” op pagina 31

&“E-6” op pagina 32

&“E-8” op pagina 32

&“E-9” op pagina 32

&“E-10” op pagina 33

&“E-11” op pagina 33

&“E-12” op pagina 33

&“E-13” op pagina 34

&“Bericht over de netwerkomgeving” op pagina 35

E-1

Bericht:

Controleer of de netwerkkabel is aangesloten en of uw netwerkapparaten (een hub, router of toegangspunt bijvoorbeeld) aanstaan.

Oplossingen:

Controleer of de ethernetkabel op de printer en op een hub of een ander netwerkapparaat is aangesloten.

Controleer of de hub of het andere netwerkapparaat is ingeschakeld.

Als u de printer via Wi-Fi wilt aansluiten, configureert u de Wi-Fi-instellingen voor de printer opnieuw, aangezien deze zijn uitgeschakeld.

E-2, E-3, E-7

Bericht:

Geen namen van draadloze netwerken (SSID) gevonden. Controleer of de router of het toegangspunt aanstaat en of het draadloze netwerk (SSID) goed is ingesteld. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.

Geen namen van draadloze netwerken (SSID) gevonden. Controleer of de naam van het draadloze netwerk (SSID) goed is ingesteld op de computer die u wilt gebruiken. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.

De ingevoerde beveiligingssleutel of het wachtwoord stemt niet overeen met de sleutel of het wachtwoord van de router of het toegangspunt. Controleer sleutel of wachtwoord. Informeer voor hulp bij uw netwerkbeheerder.

Oplossingen:

Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.

Controleer of de computer of het apparaat correct is verbonden met het toegangspunt.

Schakel het toegangspunt uit. Wacht circa 10 seconden en schakel het toegangspunt weer in.

Plaats de printer dichter bij het toegangspunt en verwijder eventuele obstakels ertussen.

30

Loading...
+ 139 hidden pages