DORO PRIMO 406 User Manual [nl]

0 (0)
DORO PRIMO 406 User Manual

Primo406

Instructies

Nederlands

NL

Specificaties

Netwerk:

GSM 900/1800 MHz

Afmetingen:

102 mm x 50 mm x 20 mm

Gewicht:

115 g

Batterij:

3,7 V/1050 mAh Li-ion-

 

batterij

Omgevingstempe-

Min: 0 °C (32 °F)

ratuur bij werking:

Max: 40 °C (104 °F)

Omgevingstempe-

Min: 0 °C (32 °F)

ratuur bij opladen:

Max: 40 °C (104 °F)

Opslag­

Min: -20 °C (-4 °F)

temperatuur:

Max: 60 °C (140 °F)

1.

Ontvanger/

Telefoneren terwijl u de tele­

 

luidspreker

foon tegen uw oor houdt

2.

Display

 

 

3.

Sneltoetsen

De onder M1, M2 en M3

 

 

opgeslagen nummers met

 

 

één toetsaanslag kiezen

4.

Schermtoets

Druk op deze toets om het

 

links

hoofdmenu te openen

5.

Schermtoets

Druk op deze toets om het

 

rechts

telefoonboek te openen

6.

Oproeptoets

Nummers kiezen en op­

 

 

roepen beantwoorden;

 

 

Druk eenmaal op deze toets

 

 

om het oproeplogboek te

 

 

openen

 

7.

Cameratoets

 

 

8.

Pijltoetsen

Druk op

om snel-

 

 

toetsfuncties te openen;

 

 

druk op

om berichten te

 

 

openen;

 

 

 

druk op en omlaag om te

 

 

bladeren in menu’s en lijsten

De simkaart, de geheugenkaart en de batterij plaatsen

De houders voor de simen geheugenkaarten bevinden zich in het batterijvak.

VOORZICHTIG

Gebruik alleen de batterijen, lader en accessoires die voor dit specifieke model zijn goedgekeurd. Het aansluiten van andere accessoires kan gevaarlijk zijn en de typegoedkeuring en garantie van de telefoon kunnen erdoor komen te vervallen.

Onder voorbehoud van eventuele wijzigingen en fouten.

© IVS GmbH 2015 • Alle rechten voorbehouden QSG_Primo_by_Doro_406_nl_A3(A7)_v1.0 Dutch

Version 1.0

1313

BELANGRIJK!

Gebruik alleen geheugenkaarten die geschikt zijn voor dit toestel. Geschikt kaarttype: microSD, microSDHC.

Bij het gebruik van ongeschikte kaarten kunnen de kaart, het toestel en de gegevens op de kaart beschadigd raken. Afhankelijk van het land is in sommige telefoons al een geheugenkaart geïnstalleerd.

4. De batterij plaatsen (verplicht)

Druk de batterij in het batterijvak,

waarbij u ervoor zorgt dat de drie contacten van de

batterij de drie veercontacten in het batterijvak raken.

5.Plaats het deksel terug en schuif het deksel omhoog om het goed te sluiten.

Als de batterij bijna leeg is en de telefoon nog steeds ingeschakeld is, knippert het lege-batte- rijsymbool en klinkt er een alarmsignaal om de batterijtoestand aan te geven. Om de batterij weer op te laden sluit u de netvoedingsadapter aan op de micro-USB-connector aan de linker zijkant van de telefoon.

Ook kunt u de telefoon in de houder plaatsen die is aangesloten op de netvoedingsadapter via de USB-kabel.

Tijdens het opladen brandt het rode led-lampje. Het batterijlaadpictogram beweegt tijdens het opladen (zichtbaar in de rechterbovenhoek van het display). Het duurt ongeveer 3 uur om de batterij volledig te laden. Als de batterij volledig opgeladen is, houdt het pictogram op met bewegen.

Een oproep beantwoorden

1.

Druk op

of Beantwoorden om de

 

oproep aan te nemen of druk op Verwer. om

 

de oproep te weigeren (bezettoon).

 

U kunt ook op

drukken om de oproep

 

meteen te weigeren.

2.

Druk op

om de oproep te beëindigen.

Een contactpersoon aan het telefoonboek toevoegen

1.Druk op Menu â Telefoonboek â OK.

2.Selecteer Contact toevoegen â OK.

3.Kies of u de contactpersoon op de simkaart of op de telefoon wilt opslaan.

4.Voer een naam in voor de contactpersoon.

5. Druk op

.

6.Voer het telefoonnummer en het netnummer in.

7.Druk vervolgens op Opties â Opslaan â OK.

Tip: Gebruik voor internationale nummers altijd een + vóór het landnummer voor een optimale werking van het telefoonboek, ook als u in het buitenland bent.

Druk tweemaal op de knop * om het inter­ nationale netnummer + in te voeren.

Snelkiezen (M1,M2,M3)

NB De contactpersonen voor de snelkiestoetsen moeten al in het telefoonboek opgeslagen zijn.

M1, M2 en M3 instellen

1.Druk op Menu â Telefoonboek â OK.

2.Selecteer een contactpersoon voor toets M1, M2 of M3.

3.Druk op Opties â Naar sneltoets kopieren â OK.

4.Selecteer lijn M1, M2 of M3 â Opslaan.

5.Bevestig Opslaan? met Ja.

Noodoproepen

Wanneer de telefoon is ingeschakeld, kunt u altijd een oproep naar de hulpdiensten maken door het noodnummer in te voeren, gevolgd door .

Sommige netwerken aanvaarden oproepen naar hulpdiensten zonder geldige simkaart. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie.

NB Beltegoed is NIET nodig, maar de simkaart moet geregistreerd en geactiveerd zijn.

9.Toets Beëindigen

10.Numerieke toetsen

11.*-toets

12.#-toets

Druk op deze toets om een

13.

Headset­

Voor standaard 3,5 mm

oproep te beëindigen;

 

aansluiting

headset

 

druk op deze toets m terug

14.

Zaklamp-

Houd deze toets ingedrukt

te keren naar de stand-by-

 

toets

om het lampje in en uit te

modus;

 

 

 

schakelen

 

houd deze toets ingedrukt

15.

Led

Rood lampje = batterij bezig

om de telefoon in of uit te

 

 

 

 

schakelen

Downloaded

Led

met opladen

 

Druk hierop om cijfers in te

16.

Blauw = batterij volledig

 

 

opgeladen

 

voeren;

 

17.

Ca era-led

 

 

houd toets 1 ingedrukt om

 

 

from

 

 

uw voicemailbox te bellen

 

en -zaklamp

 

 

18.

Cameralens

 

 

(het telefoonnummer moet

 

 

19.

Noodoproepknop

 

opgeslagen zijn);

 

20.

Luidsprekerwww

 

druk hierop om cijfers of

 

tekens in te voeren tijdens

21.

Micro-USB-

.

 

Voor batterijlader

 

het schrijven

 

22.

poort

 

 

Druk hierop om in te voeren:

Toetsen +

Gebruik eze toetsen om

‘*’/ ‘+’ / ‘P’/’W’;

 

en -

het beltoonen luid­spreker­

druk hierop om speciale

 

 

volume aan te passen

tekens in te voeren tijdens

 

 

vandenborre

het schrijven

 

23.

Laderhouder

Houd deze toets ingedrukt

24.

 

Contacten van de laderhouder

.

om te wisselen tussen stille

 

 

 

be

en normale modus

1. Verwijder het deksel van het batterijvak

door uw duim op de achterkant van de telefoonbehuizing te plaatsen en het deksel omlaag te duwen. Als de batterij geplaatst is,

schuift u uw vingernagel in de inkeping naast de batterij om deze op te lichten.

2. De simkaart plaatsen

(verplicht)

Plaats de simkaart door hem voorzichtig onder de metalen

beugel te schuiven. Zorg ervoor dat de contacten van de

simkaart omlaag zijn gericht en dat de afgeknipte hoek samenvalt met de vorm van de beugel. Voorkom dat de contacten van de kaart worden bekrast of gebogen. Probeer de contacten niet met uw vingers aan te raken.

De telefoon inschakelen

Houd de rode knop op de telefoon minimaal 2 seconden ingedrukt om de telefoon in of uit te schakelen.

Als de simkaart geldig is, maar met een pincode

(Persoonlijk Identificatienummer) is beveiligd, wordt PIN invoeren weergegeven.

Voer de pincode van de simkaart in en druk

op OK (

linksboven op het toetsenbord).

Wis met Wissen (

rechtsboven op het

toetsenbord).

 

De taal instellen

De standaardtaal voor het telefoonmenu wordt door de simkaart bepaald. U kunt altijd overschakelen naar een andere door de telefoon ondersteunde talen.

1.Druk op Menu â Instellingen â OK.

2.Selecteer Telefooninstellingen â OK.

3.Selecteer Taal â OK.

4.Selecteer de gewenste taal in de lijst â OK.

Noodnummers zijn uitsluitend bedoeld voor dringende hulp en mogen alleen in geval van nood worden gebeld. Maak geen misbruik van de noodnummers, omdat iemand die echt in nood is hierdoor mogelijk de hulpdiensten niet kan bereiken.

Volumeregeling

Gebruik de zijknoppen +/- om het geluidsvolume tijdens een oproep aan te passen. Het volume wordt op het display aangegeven.

Tip: Sommige functies vereisen extra geheugen; plaats een micro-SD-kaart om de opslagcapaciteit van uw telefoon te vergroten.

3.Micro-SD-kaart

(optioneel)

Druk licht op de kaarthouder en duw de houder voorzichtig in de richting van de hoek

van het batterijvak. De kaarthouder kan nu rechtop worden gezet. Plaats de geheugen­ kaart in de zwarte plastic beugel. Zorg ervoor dat de contacten van de geheugenkaart omlaag zijn gericht en dat de kaart volgens het gemarkeerde gebied wordt geplaatst (zie afbeelding). Voorkom dat de contacten van de kaart worden bekrast of gebogen. Duw de metalen houder naar beneden, druk de houder plat en schuif hem totdat hij op zijn plaats klikt.

De tijd en datum instellen

1.Druk op Menu â Instellingen â OK.

2.Selecteer Tijd en datum â OK.

3.Selecteer Tijd/datum instellen â OK.

4.

Voer de tijd in (UU:MM) â

.

 

5.

Voer de datum in (DD/MM/JJJJ) â

.

6.

Selecteer OK.

 

 

Bellen

1.Voer het telefoonnummer in, inclusief het netnummer. U kunt cijfers wissen met

Wissen.

2.

Druk op

om het nummer te kiezen.

 

Druk op Afbreken om de oproep te

 

annuleren.

 

3.

Druk op

om de oproep te beëindigen.

Tip: Gebruik voor internationale nummers altijd een + vóór het landnummer voor een optimale werking van het telefoonboek, ook als u in het buitenland bent.

Druk tweemaal op de knop * om het interna­ tionale netnummer + in te voeren.

Tekst invoeren

Teken selecteren

Druk herhaaldelijk op een cijfertoets totdat het gewenste teken wordt weergegeven.

Wacht enkele seconden (totdat de blauwe of gele achtergrond van het teken verdwenen is) voordat u het volgende teken invoert.

Speciale tekens

Druk op * om een lijst met speciale tekens weer te geven.

Selecteer het gewenste teken met * of # (om naar links en rechts te bewegen) en druk op OK om in te voeren.

De cursor binnen de tekst verplaatsen

Gebruik de toetsen / om de cursor binnen de tekst te verplaatsen.

Hoofdletters, kleine letters en cijfers

Druk op # om de invoermodus te kiezen. Het pictogram linksboven op het display geeft de invoermodus aan.

Loading...
+ 1 hidden pages