Aprilia ETV 1000 CAPONORD User Manual

APRILIA WOULD LIKE TO THANK YOU
for choosing one of its products. We have drawn up this booklet to provide a comprehensive overview of your vehicle's quality features. Please, read it carefully before riding the vehicle for the first time. It contains information, tips and precautions for using your vehicle. It also describes features, details and devices to assure you that you have made the right choice. We believe that if you follow our suggestions, you will soon get to know your new vehicle well and will use it for a long time at full satisfaction. This booklet is an integral part of the vehicle, and should the vehicle be sold, it must be transferred to the new owner.
APRILIA WIL U BEDANKEN
omdat u één van haar producten heeft gekozen. Wij hebben deze handleiding opgesteld opdat u de kwaliteiten ervan ten volle kan waarderen. Wij raden aan om deze handleiding geheel door te lezen, voordat u met het voertuig gaat rijden. Het bevat informatie, raadgevingen en waarschuwingen in verband met het gebruik van uw voertuig; daarnaast zal u eigenschappen, bijzonderheden en handigheidjes ontdekken die u ervan zullen overtuigen dat u een juiste keuze heeft gemaakt. Wij zijn er zeker van dat indien u hier rekening mee zal houden, u makkelijk zal wennen aan uw nieuw voertuig, waar u lang naar volle tevredenheid gebruik van zal kunnen maken. Deze uitgave is een integrerend deel van het voertuig, en bij verkoop van dit laatste moet het worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar.
ETV 1000 Caponord
The instructions in this manual have been prepared to offer mainly a simple and clear guide to its use; this booklet also details routine maintenance procedures and regular checks that should be carried out on the vehicle at an authorised Aprilia Dealer or Workshop. The booklet also contains instructions for simple repairs. Any operations not specifically described in this booklet require the use of special tools and/or particular technical knowledge: for these operations, please take your vehicle to an authorised Aprilia Dealer or Workshop.
De instructies in deze handleiding zijn voorbereid om vooral een eenvoudige en duidelijke leidraad te zijn voor het gebruik; men vindt eveneens de handelingen van het klein onderhoud en van de periodieke controles die uitgevoerd moeten worden op het voertuig, bij een Dealer of Erkende aprilia Garage. De handleiding bevat tevens instructies voor een aantal eenvoudige herstellingen. De herstellingen die niet uitgebreid in deze uitgave zijn beschreven, vereisen dat men over speciale gereedschappen en/of specifieke technische kennis beschikt; voor het uitvoeren van deze herstellingen raadt men aan om zich te wenden tot een Dealer of Erkende aprilia Garage.
2
Personal safety
Persoonlijke veiligheid
Failure to completely observe these instructions will
result in serious risk of personal injury.
Safeguarding the environment
Sections marked with this symbol indicate the correct
use of the vehicle to prevent damaging the environ-
ment.
Vehicle intactness
The incomplete or non-observance of these regula-
tions leads to the risk of serious damage to the vehicle
and sometimes even the invalidity of the guarantee.
The sings above are very important. They are used to highlight those parts of the booklet that should be read with particular care. As you can see, each sign con­sists of a different graphic symbol, making it quick and easy to locate the various topics. Before starting the engine, read this booklet carefully, particularly the "SAFE RIDING" section. Your safety as well as other's does not only depend on the quickness of your reflex­es and agility, but also on how well you know your vehicle, its efficiency and your knowledge of the rules for SAFE RIDING. For your safety, get to know your vehicle well so as to safely ride and master it in road traffic IMPORTANT This booklet is an integral part of the vehicle, and should the vehicle be sold, it must be transferred to the new owner.
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden opgevolgd, kan dit ernstig letsel aan personen tot ge-
volg hebben.
Bescherming van
Geeft het juiste gedrag aan dat u aan moet houden
zodat het gebruik van het voertuig geen schade aan-
richt aan de natuur.
Staat van het voertuig
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd kan dit ernstige schade aan het voertuig, en eventueel het vervallen van deze garantie tot ge-
volg hebben.
Bovengenoemde signalen zijn erg belangrijk. Ze heb­ben namelijk tot doel om de delen van het boekje aan te geven die u aandachtig door moet lezen. Zoals u ziet, bestaat ieder teken uit een ander grafisch sym­bool, zodat de bijbehorende onderwerpen meteen duidelijk kunnen worden gevonden in de verschillen­de delen. Vooraleer men de motor start, leest men aandachtig deze handleiding, en vooral de paragraaf "VEILIG RIJDEN". Uw veiligheid en die van anderen hangt niet enkel af van uw reflexen en vlugheid, maar ook van de kennis en de efficiëntie van het voertuig, en van de kennis van de fundamentele regels voor het VEILIG RIJDEN. We raden daarom aan om vertrouwd te raken met het voertuig, zodat u zich veilig en be­heersd kan bewegen in het verkeer. BELANGRIJK Deze handleiding moet beschouwd worden als inte­grerend deel van het voertuig, en moet worden over­handigd bij de verkoop ervan.
3
4
INDEX INDEX
GENERAL RULES.......................................................................... 9
Foreword.................................................................................. 10
Carbon monoxide..................................................................... 10
Fuel.......................................................................................... 11
Hot components....................................................................... 12
Start off and Riding.................................................................. 12
Warning lights.......................................................................... 12
Coolant..................................................................................... 14
Used engine oil and gearbox oil............................................... 15
Brake and clutch fluid............................................................... 16
Battery hydrogen gas and electrolyte....................................... 17
Stand........................................................................................ 18
Reporting of defects that affect safety...................................... 18
VEHICLE......................................................................................... 25
Arrangement of the main components......................................... 27
Dashboard................................................................................... 30
Analog instrument panel.............................................................. 30
Light unit...................................................................................... 31
Setting the total and trip odometers......................................... 31
Setting the hour/minutes function............................................. 32
Control buttons......................................................................... 34
Advanced functions.................................................................. 35
Ignition switch........................................................................... 36
Locking the steering wheel....................................................... 37
Parking lights............................................................................ 37
Horn button.................................................................................. 39
Switch direction indicators........................................................... 39
Throttle control............................................................................. 40
High/low beam selector............................................................... 41
Passing button............................................................................. 41
Start-up button............................................................................. 41
ALGEMENE NORMEN..................................................................... 9
Vooronderstelling....................................................................... 10
Koolmonoxide............................................................................. 10
Brandstof.................................................................................... 11
Warme onderdelen..................................................................... 12
Vertrekken en Rijden.................................................................. 12
Controlelampen.......................................................................... 12
Koelvloeistof............................................................................... 14
Gebruikte motorolie en koppelingsolie....................................... 15
Rem- en koppelingsvloeistof...................................................... 16
Elektrolyt en waterstofgas van de accu...................................... 17
Standaard................................................................................... 18
Communicatie van de defecten die invloed hebben op de vei-
ligheid......................................................................................... 18
VOERTUING..................................................................................... 25
Plaats van de hoofdcomponenten................................................. 27
Legenda......................................................................................... 30
Analoog instrumentenpaneel......................................................... 30
Groep controlelampjes................................................................... 31
Istellen van de kilometerteller en dagteller................................. 31
Instellen van de functie uren/minuten......................................... 32
Commandoknoppen................................................................... 34
Geavanceerde functies.............................................................. 35
Startschakelaar.......................................................................... 36
Stuurslot vergrendelen............................................................... 37
Parkeerlichten............................................................................ 37
Drukknop claxon............................................................................ 39
Schakelaar richtingaanwijzers....................................................... 39
Gashendel...................................................................................... 40
Lichtschakelaar.............................................................................. 41
Knop die knippert voor groot licht.................................................. 41
5
Engine stop switch....................................................................... 42
System ABS................................................................................. 42
Fuel tank...................................................................................... 46
Power supply socket.................................................................... 49
The saddle................................................................................... 50
Opening the saddle.................................................................. 51
Glove/tool kit compartment...................................................... 52
Identification................................................................................. 52
Luggage anchor point.................................................................. 53
USE................................................................................................. 55
Checks......................................................................................... 56
Refuelling..................................................................................... 60
Rear shock absorbers adjustment............................................... 61
Front fork adjustment................................................................... 64
Justering af greb til forbremse..................................................... 65
Rear brake pedal adjustment....................................................... 66
Clutch lever adjustment............................................................... 68
Running in.................................................................................... 68
Precautions.............................................................................. 71
Difficult start up............................................................................ 76
Moving off / riding........................................................................ 77
Stopping the engine..................................................................... 85
Parking......................................................................................... 86
Catalytic silencer.......................................................................... 88
Stand........................................................................................... 90
Suggestion to prevent theft.......................................................... 93
Basic safety rules......................................................................... 95
MAINTENANCE.............................................................................. 101
Foreword...................................................................................... 102
Engine oil level check............................................................... 104
Engine oil top-up...................................................................... 106
Engine oil change..................................................................... 107
Tyres............................................................................................ 111
Spark plug dismantlement........................................................... 114
Removing the sides..................................................................... 120
Removing the air filter.................................................................. 121
Air filter cleaning.......................................................................... 123
Cooling fluid level......................................................................... 125
Checking the brake oil level......................................................... 129
Startknop........................................................................................ 41
Stopschakelaar motor.................................................................... 42
Antiblokkeersysteem ABS.............................................................. 42
Benzinetank................................................................................... 46
Stroomaansluiting.......................................................................... 49
Die sitzbank................................................................................... 50
Zadel openen............................................................................. 51
Documentenvakje/gereedschapskit........................................... 52
Identificatie..................................................................................... 52
Vastmaken van bagage................................................................. 53
GEBRUIK.......................................................................................... 55
Controles........................................................................................ 56
Tanken........................................................................................... 60
Regulering achterdempers............................................................. 61
Regulering voorvorken................................................................... 64
Regulering voorremhendel............................................................. 65
Regulering achterrempedaal.......................................................... 66
Regulering schakelhendel.............................................................. 68
Inrijden........................................................................................... 68
Voorzorgsmaatregelen............................................................... 71
Moeilijke start................................................................................. 76
Start / besturing.............................................................................. 77
Stoppen van de motor.................................................................... 85
Parkeren........................................................................................ 86
Katalysator..................................................................................... 88
Standaard...................................................................................... 90
Tips tegen diefstal.......................................................................... 93
Basis veiligheidsnormen................................................................ 95
ONDERHOUD................................................................................... 101
Premisse........................................................................................ 102
Controle van het peil van de motorolie....................................... 104
Het bijvullen van motorolie......................................................... 106
Vervanging van de motorolie...................................................... 107
Banden........................................................................................... 111
Demonteren van de bougie............................................................ 114
Demonteren van de zijschermen................................................... 120
Demonteren van het luchtfilter....................................................... 121
Reinigen van het luchtfilter............................................................. 123
Peil koelvloeistof............................................................................ 125
6
Braking system fluid top up...................................................... 130
Checking clutch fluid.................................................................... 134
Topping up clutch fluid............................................................. 135
Battery......................................................................................... 138
Use of a new battery................................................................ 141
Checking the electrolyte level.................................................. 142
Charging the battery................................................................. 142
Long periods of inactivity............................................................. 144
Fuses........................................................................................... 145
Lamps.......................................................................................... 148
Headlight adjustment............................................................... 151
Front direction indicators............................................................. 155
Rear optical unit........................................................................... 157
Rear turn indicators..................................................................... 158
Number plate light........................................................................ 160
Rear-view mirrors........................................................................ 161
Idle adjustment............................................................................ 163
Front and rear disc brake............................................................. 163
Periods of inactivity...................................................................... 166
Cleaning the vehicle.................................................................... 168
Transport..................................................................................... 173
Transmission chain...................................................................... 173
Chain backlash check.............................................................. 174
Chain backlash adjustment...................................................... 175
Checking wear of chain, front and rear sprockets.................... 176
Chain lubrication and cleaning................................................. 177
TECHNICAL DATA......................................................................... 179
Kit equipment............................................................................... 188
PROGRAMMED MAINTENANCE.................................................. 189
Scheduled maintenance table..................................................... 190
Table of recommended products................................................. 196
SPECIAL FITTINGS....................................................................... 199
Accessories index........................................................................ 200
Centre stand................................................................................ 200
Fairings........................................................................................ 203
Controle van het oliepeil van de remmen...................................... 129
Bijvullen van de remvloeistof...................................................... 130
Controle koppelingsvloeistof.......................................................... 134
Bijvullen koppelingsvloeistof....................................................... 135
Accu............................................................................................... 138
Inwerkingstelling van een nieuwe accu...................................... 141
Controle van het elektrolytpeil.................................................... 142
Opladen van de accu................................................................. 142
Länger stillegen.............................................................................. 144
Zekeringen..................................................................................... 145
Lampjes......................................................................................... 148
Afstellen van de koplamp........................................................... 151
Richtingaanwijzers voor................................................................. 155
Lampenset achter.......................................................................... 157
Richtingaanwijzers achter.............................................................. 158
Kentekenverlichting........................................................................ 160
Achteruitkijkspiegels...................................................................... 161
Afstellen van het stationair toerental.............................................. 163
Schijfrem voor en achter................................................................ 163
Stilstand van het voertuig............................................................... 166
Reinigen van het voertuig.............................................................. 168
Vervoer.......................................................................................... 173
Transmissieketting......................................................................... 173
Controle van de speling van de ketting...................................... 174
Regeling van de speling van de ketting...................................... 175
Controle van het gebruik van de ketting, het tandrad en kroon
................................................................................................... 176
Smering en reiniging van de ketting........................................... 177
TECHNISCHE GEGEVENS.............................................................. 179
Bijgeleverd gereedschap............................................................... 188
GEPLAND ONDERHOUD................................................................ 189
Tabel gepland onderhoud.............................................................. 190
Tabel aanbevolen producten......................................................... 196
SPECIALE UITRUSTINGEN............................................................. 199
index accessoires.......................................................................... 200
Hoofdstandaard............................................................................. 200
Ombouw......................................................................................... 203
7
8
ETV 1000
Caponord
Chap. 01
General rules
Hst. 01
Algemene normen
9
Foreword
Vooronderstelling
NOTE CARRY OUT MAINTENANCE OPERA-
TIONS AT HALF THE INTERVALS SPECIFIED IF THE VEHICLE IS USED IN WET OR DUSTY AREAS, OFF ROAD OR FOR SPORTING APPLICA­TIONS.
Carbon monoxide
If you need to keep the engine running in order to perform a procedure, please en­sure that you do so in an open or very well ventilated area. Never let the engine run in an enclosed area. If you do work in an enclosed area, make sure to use a smoke-extraction system.
CAUTION
EXHAUST EMISSIONS CONTAIN CARBON MONOXIDE, A POISONOUS GAS WHICH CAN CAUSE LOSS OF CONSCIOUSNESS AND EVEN DEATH.
N.B. WANNEER HET VOERTUIG WORDT
GEBRUIKT IN REGENACHTIGE OF STOFFIGE ZONES, OP SLECHTE WE­GEN, OF WANNEER MEN SPORTIEF RIJDT, MOETEN DE ONDERHOUDS­HANDELINGEN AAN DE HELFT VAN HET AANGEDUIDE TIJDSINTERVAL UITGEVOERD WORDEN.
Koolmonoxide
Wanneer het nodig is om de motor te doen werken om een handeling uit te voeren, controleert men of dit in een open ruimte of in een goed geventileerd lokaal gebeurt. Laat de motor nooit werken in een gesloten ruimte. Wanneer men in een gesloten ruimte werkt, gebruikt men een evacuatiesysteem voor de uitlaat­gassen.
LET OP
DE UITLAATGASSEN BEVATTEN KOOLMONOXIDE, EEN GIFTIG GAS DAT BEWUSTELOOSHEID EN OOK DE DOOD KAN VEROORZAKEN.
10
Fuel
1 General rules / 1 Algemene normen
Brandstof
CAUTION
FUEL USED TO POWER INTERNAL COMBUSTION ENGINES IS HIGHLY FLAMMABLE AND CAN BECOME EX­PLOSIVE UNDER SPECIFIC CONDI­TIONS. IT IS THEREFORE RECOM­MENDED TO CARRY OUT REFUEL­LING AND MAINTENANCE PROCE­DURES IN A VENTILATED AREA WITH THE ENGINE SWITCHED OFF. DO NOT SMOKE DURING REFUELLING AND NEAR FUEL VAPOURS, AVOID ANY CONTACT WITH NAKED FLAMES, SPARKS OR OTHER SOUR­CES WHICH MAY CAUSE THEM TO IGNITE OR EXPLODE.
DO NOT DISPOSE OF FUEL INTO THE ENVIRONMENT.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL­DREN.
LET OP
DE BRANDSTOF DIE WORDT GE­BRUIKT VOOR DE AANDRIJVING VAN DE ONTPLOFFINGSMOTOR IS UI­TERST BRANDBAAR EN KAN EXPLO­SIEF WORDEN IN BEPAALDE OM­STANDIGHEDEN. VOER HET TANKEN EN DE ONDERHOUDSHANDELINGEN UIT IN EEN GEVENTILEERDE ZONE EN MET DE MOTOR UIT. ROOK NIET TIJDENS HET TANKEN EN IN DE NA­BIJHEID VAN BRANDSTOFDAMPEN, EN VERMIJD ABSOLUUT CONTACT MET VRIJE VLAMMEN, VONKEN EN ELKE ANDERE BRON DIE HET VLAM VATTEN OF EXPLODEREN ERVAN KAN VEROORZAKEN.
LOOS DE BRANDSTOF NIET IN HET MILIEU.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN
VEHICLE FALL OR EXCESSIVE INCLI­NATION CAN CAUSE FUEL OUT­FLOW.
11
HET VALLEN OF DE EXCESSIEVE IN­CLINATIE VAN HET VOERTUIG KUN­NEN HET UITSTROMEN VAN BRAND­STOF VEROORZAKEN.
Hot components
Warme onderdelen
The engine and the exhaust system com­ponents get very hot and remain in this condition for a certain time interval after the engine has been switched off. Before handling these components, make sure that you are wearing insulating gloves or wait until the engine and the exhaust sys­tem have cooled down.
Start off and Riding
CAUTION IF THE LOW FUEL WARNING LIGHT
ON THE INSTRUMENT PANEL TURNS ON WHILE RIDING, THIS MEANS THE RESERVE IS BEING USED.
REFUEL AS SOON AS POSSIBLE.
Warning lights
IF THE ALARM LED WARNING LIGHT AND THE " SERVICE" DIAGNOSIS ICON TURN ON DURING REGULAR ENGINE OPERATION, IT MEANS THAT THE ELECTRONIC CONTROL UNIT HAS DETECTED SOME FAIL­URE.
IN MANY CASES THE ENGINE CON­TINUES TO WORK WITH LIMITED
De motor en de onderdelen van de uit­laatinstallatie worden zeer warm en blij­ven lang warm, ook nadat de motor wordt uitgezet. Vooraleer men deze onderde­len hanteert, draagt men isolerende handschoenen, of wacht men tot de mo­tor en de uitlaatinstallatie zijn afgekoeld.
Vertrekken en Rijden
LET OP WANNEER TIJDENS HET RIJDEN DE
CONTROLELAMP VAN DE BRAND­STOFRESERVE OP HET DASH­BOARD OPLICHT, HEEFT MEN DE ZONE VAN DE RESERVE BEREIKT.
TANK ZO VLUG MOGELIJK BRAND­STOF.
Controlelampen
WANNEER DE LED CONTROLELAMP ALARM EN DE ICOON VAN DE DIA­GNOSTIEK " SERVICE" OPLICHTEN TIJDENS DE NORMALE WERKING VAN DE MOTOR, HEEFT DE ELEK­TRONISCHE CENTRALE EEN ONRE­GELMATIGHEID OPGEMERKT.
IN VEEL GEVALLEN BLIJFT DE MO­TOR WERKEN, MAAR MET BEPERK-
12
1 General rules / 1 Algemene normen
PERFORMANCE; IMMEDIATELY CONTACT AN OFFICIAL aprilia DEAL­ER.
,AFTER THE FIRST 1000 km (625 mi) AND THEN AFTER EVERY 10000 km (6250 mi), THE "SERVICE" ICON IS SHOWN ON THE RIGHT DISPLAY.
IF THIS OCCURS TAKE YOUR VEHI­CLE TO AN OFFICIAL aprilia DEALER TO CARRY OUT THE MAINTENANCE OPERATIONS SPECIFIED IN THE PE­RIODIC MAINTENANCE CHART.
IF THE ALARM WARNING LIGHT AND THE ICON ON THE ENGINE OIL PRES­SURE DISPLAY REMAINS ON, OR IF IT TURNS ON DURING ENGINE REGU­LAR OPERATION, IT MEANS THAT THE OIL PRESSURE IN THE CIRCUIT IS TOO LOW.
IN THIS CASE, CHECK THE ENGINE OIL LEVEL AND IF IT IS NOT COR­RECT, STOP THE ENGINE IMMEDI­ATELY AND TOP UP.
CONTACT AN OFFICIAL aprilia DEAL­ER TO HAVE THE CIRCUIT CHECKED.
TE PRESTATIES; WENDT ZICH ON­MIDDELLIJK TOT EEN OFFICIËLE aprilia DEALER.
NA DE EERSTE 1000 km (625 mijl) EN VERVOLGENS ELKE 10000 km (6250 mijl), VERSCHIJNT OP HET RECHTER DISPLAY DE ICOON "SERVICE".
IN DIT GEVAL WENDT MEN ZICH TOT EEN OFFICIËLE aprilia DEALER, VOOR HET UITVOEREN VAN DE HAN­DELINGEN DIE WORDEN VOORZIEN IN DE KAART VAN HET PERIODIEK ONDERHOUD.
WANNEER DE CONTROLELAMP VAN HET ALARM EN DE ICOON VAN DE DRUK VAN DE MOTOROLIE AANBLIJ­VEN OP HET DISPLAY, OF ZE LICH­TEN OP TIJDENS DE NORMALE WERKING VAN DE MOTOR, IS DE DRUK VAN DE OLIE IN HET CIRCUIT ONVOLDOENDE.
IN DIT GEVAL CONTROLEERT MEN HET PEIL VAN DE MOTOROLIE, EN WANNEER DIT NIET CORRECT BLIJKT LEGT MEN DE MOTOR ON­MIDDELLIJK STIL, EN VULT MEN BIJ.
13
WENDT ZICH TOT EEN OFFICIËLE aprilia DEALER VOOR DE CONTROLE VAN DE INSTALLATIE.
Coolant
The coolant contains ethylene glycol which, under certain conditions, can be­come flammable. When ethylene glycol burns, it produces an invisible flame which can nevertheless cause burns.
CAUTION
MAKE SURE NOT TO POUR THE COOLANT ON HOT ENGINE OR EX­HAUST SYSTEM COMPONENTS; IT MAY CATCH FIRE PRODUCING INVIS­IBLE FLAMES. IT IS ADVISABLE TO WEAR LATEX GLOVES WHEN SERV­ICING THE VEHICLE. EVEN IF IT IS TOXIC, THE COOLANT HAS A SWEET FLAVOUR WHICH MAKES IT VERY ATTRACTIVE TO ANIMALS. NEVER LEAVE THE COOLANT IN OPEN CON­TAINERS IN AREAS ACCESSIBLE TO ANIMALS AS THEY MAY DRINK IT.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL­DREN.
DO NOT REMOVE THE RADIATOR CAP WHEN THE ENGINE IS STILL HOT. THE COOLANT IS UNDER PRES­SURE AND MAY CAUSE BURNS.
Koelvloeistof
De koelvloeistof bevat ethyleenglycol, wat in sommige omstandigheden ont­vlambaar is. Wanneer het brandt, produ­ceert ethylglycol onzichtbare vlammen, die toch brandwonden veroorzaken.
LET OP
LET OP OM GEEN KOELVLOEISTOF TE MORSEN OP DE HETE DELEN VAN DE MOTOR EN DE UITLAATINSTAL­LATIE; DEZE ZOU BRAND KUNNEN VATTEN MET ONZICHTBARE VLAM­MEN. BIJ ONDERHOUDSHANDELIN­GEN RAADT MEN AAN OM LATEX HANDSCHOENEN TE GEBRUIKEN. DE KOELVLOEISTOF IS GIFTIG MAAR HEEFT TOCH EEN ZOETE SMAAK, WAT HEM UITERST AANTREKKELIJK MAAKT VOOR DIEREN. LAAT DE KOELVLOEISTOF NOOIT IN GEOPEN­DE VERPAKKINGEN OF IN POSITIES DIE BEREIKBAAR ZIJN VOOR DIE­REN, DIE ERVAN ZOUDEN KUNNEN DRINKEN.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN
14
1 General rules / 1 Algemene normen
VERWIJDER DE RADIATORDOP NIET WANNEER DE MOTOR NOG WARM STAAT. DE KOELVLOEISTOF STAAT ONDER DRUK, EN ZOU BRANDWON­DEN KUNNEN VEROORZAKEN.
Used engine oil and gearbox oil
CAUTION
IT IS ADVISABLE TO WEAR LATEX GLOVES WHEN SERVICING THE VE­HICLE.
ENGINE OR GEARBOX OIL MAY CAUSE SERIOUS INJURIES TO SKIN IF HANDLED FOR PROLONGED PERI­ODS AND ON A REGULAR BASIS.
WASH YOUR HANDS CAREFULLY AFTER HANDLING OIL.
HAND THE OIL OVER TO OR HAVE IT COLLECTED BY THE NEAREST USED OIL RECYCLING COMPANY OR THE SUPPLIER.
DO NOT DISPOSE OF OIL INTO THE ENVIRONMENT
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL­DREN.
Gebruikte motorolie en koppelingsolie
LET OP
BIJ ONDERHOUDSHANDELINGEN RAADT MEN AAN OM LATEX HAND­SCHOENEN TE GEBRUIKEN.
DE OLIE VAN DE MOTOR OF DE VER­SNELLINGSBAK KAN ERNSTIGE SCHADE VEROORZAKEN AAN DE HUID, WANNEER HET LANG EN DA­GELIJKS WORDT GEBRUIKT.
MEN RAADT AAN OM DE HANDEN ZORGVULDIG TE WASSEN NA HET HANTEREN VAN OLIE.
BEZORG HEM AAN OF LAAT HEM OP­HALEN DOOR HET DICHTSTBIJZIJN­DE RECYCLEBEDRIJF VAN GE­BRUIKTE OLIES OF DOOR DE LEVERANCIER.
LOOS DE OLIE NIET IN HET MILIEU. BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN
15
Brake and clutch fluid
Rem- en koppelingsvloeistof
Brake and clutch fluid
BRAKE AND CLUTCH FLUIDS CAN DAMAGE THE PLASTIC OR RUBBER PAINTED SURFACES. WHEN SERVIC­ING THE BRAKING SYSTEM OR THE CLUTCH SYSTEM, PROTECT THESE COMPONENTS WITH A CLEAN CLOTH. ALWAYS WEAR PROTEC­TIVE GOGGLES WHEN SERVICING THE SYSTEMS. BRAKE AND CLUTCH FLUIDS ARE EXTREMELY HARMFUL FOR YOUR EYES. IN THE EVENT OF ACCIDENTAL CONTACT WITH YOUR EYES, RINSE THEM IMMEDIATELY WITH ABUNDANT COLD, CLEAN WA­TER AND SEEK MEDICAL ADVICE.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL­DREN.
Rem- en koppelingsvloeistof
DE REM- EN KOPPELINGSVLOEI­STOFFEN KUNNEN DE GELAKTE, PLASTIC OF RUBBEREN OPPER­VLAKKEN BESCHADIGEN. WAN­NEER MEN HET ONDERHOUD VAN DE REM- OF KOPPELINGSINSTALLA­TIE UITVOERT, BESCHERMT MEN DE­ZE ONDERDELEN MET EEN SCHONE DOEK. DRAAG STEEDS EEN BE­SCHERMENDE BRIL WANNEER MEN HET ONDERHOUD VAN DE INSTAL­LATIES UITVOERT. DE REM- EN KOP­PELINGSVLOEISTOFFEN ZIJN UI­TERST SCHADELIJK VOOR DE OGEN. IN GEVAL VAN TOEVALLIG CONTACT MET DE OGEN, SPOELT MEN ONMIDDELLIJK MET OVER­VLOEDIG KOUD EN REIN WATER, EN RAADPLEEGT MEN ONMIDDELLIJK EEN ARTS.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN
16
Battery hydrogen gas and
1 General rules / 1 Algemene normen
electrolyte
Elektrolyt en waterstofgas van de accu
CAUTION
THE BATTERY ELECTROLYTE IS TOXIC, CORROSIVE AND AS IT CON­TAINS SULPHURIC ACID, IT CAN CAUSE BURNS WHEN IN CONTACT WITH THE SKIN. WHEN HANDLING BATTERY ELECTROLYTE, WEAR TIGHT-FITTING GLOVES AND PRO­TECTIVE APPAREL. IF ELECTROLYT­IC FLUID COMES INTO CONTACT WITH THE SKIN, RINSE WELL WITH ABUNDANT FRESH WATER. IT IS PARTICULARLY IMPORTANT TO PROTECT YOUR EYES BECAUSE EVEN TINY AMOUNTS OF BATTERY ACID MAY CAUSE BLINDNESS. IF THE FLUID GETS IN CONTACT WITH YOUR EYES, WASH WITH ABUNDANT WATER FOR FIFTEEN MINUTES AND CONSULT AN EYE SPECIALIST IMME­DIATELY. IF FLUID IS ACCIDENTALLY SWALLOWED, DRINK LARGE QUAN­TITIES OF WATER OR MILK, FOL­LOWED BY MILK OF MAGNESIA OR VEGETABLE OIL AND SEEK MEDI­CAL ADVICE IMMEDIATELY. THE BATTERY RELEASES EXPLOSIVE GASES; KEEP IT AWAY FROM FLAMES, SPARKS, CIGARETTES OR ANY OTHER HEAT SOURCES. EN­SURE ADEQUATE VENTILATION
LET OP
DE ELEKTROLYT VAN DE ACCU IS GIFTIG EN BIJTEND, EN IN CONTACT MET DE HUID KAN HET BRANDWON­DEN VEROORZAKEN OMDAT HET ZWAVELZUUR BEVAT. DRAAG NAUWSLUITENDE HANDSCHOENEN EN BESCHERMENDE KLEDING WAN­NEER MEN HET ELEKTROLYT VAN DE ACCU HANTEERT. WANNEER DE ELEKTROLYTVLOEISTOF IN CON­TACT ZOU KOMEN MET DE HUID, MOET MEN OVERVLOEDIG WASSEN MET KOUD WATER. HET IS ZEER BE­LANGRIJK OM DE OGEN TE BE­SCHERMEN, OMDAT OOK EEN ZEER KLEINE HOEVEELHEID ZUUR VAN DE ACCU BLINDHEID KAN VEROORZA­KEN. WANNEER HET IN CONTACT ZOU KOMEN MET DE OGEN, MOET MEN VIJFTIEN MINUTEN LANG OVER­VLOEDIG WASSEN MET WATER EN ONMIDDELLIJK EEN OOGARTS RAADPLEGEN. WANNEER HET TOE­VALLIG WORDT INGESLIKT, MOET MEN VEEL WATER OF MELK DRIN­KEN, DAARNA MAGNESIUMMELK OF VEGETALE OLIE DRINKEN, EN ON­MIDDELLIJK EEN ARTS RAADPLE­GEN. DE ACCU VERSPREIDT EXPLO­SIEVE GASSEN EN MOET DUS UIT DE BUURT WORDEN GEHOUDEN VAN
17
WHEN SERVICING OR RECHARGING THE BATTERY.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL­DREN.
BATTERY LIQUID IS CORROSIVE. DO NOT POUR OR SPILL IT, PARTICU­LARLY ON PLASTIC COMPONENTS. ENSURE THAT THE ELECTROLYTIC ACID IS COMPATIBLE WITH THE BAT­TERY TO BE ACTIVATED.
VLAMMEN, VONKEN, SIGARETTEN EN ELKE ANDERE WARMTEBRON. VOORZIE EEN GEPASTE VERLUCH­TING WANNEER MEN ONDERHOUD OF HET OPLADEN VAN DE ACCU UIT­VOERT.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN
DE VLOEISTOF VAN DE ACCU IS CORROSIEF. GIET ZE NIET UIT EN VERSPREIDT ZE NIET, VOORAL NIET OP DE PLASTIC DELEN. CONTRO­LEER OF HET ELEKTROLYTZUUR SPECIFIEK VOOR DE TE ACTIVEREN ACCU IS.
Stand
BEFORE SETTING OFF, MAKE SURE THE STAND HAS BEEN COMPLETELY RETRACTED TO ITS POSITION.
DO NOT REST THE RIDER OR PAS­SENGER WEIGHT ON THE SIDE STAND.
Reporting of defects that affect safety
GENERAL PRECAUTIONS AND IN­FORMATION
18
Standaard
VÓÓR HET VERTREK CONTROLEERT MEN OF DE STANDAARD VOLLEDIG INGEKLAPT IS.
BELAST DE LATERALE STANDAARD NIET MET UW GEWICHT OF DAT VAN DE PASSAGIER.
Communicatie van de defecten die invloed hebben op de veiligheid
ALGEMENE VOORZORGSMAATRE­GELEN EN INFORMATIE
1 General rules / 1 Algemene normen
When repairing, dismantling and reas­sembling the vehicle follow the recom­mendations reported below carefully.
Wanneer men de herstelling, de demon­tage en hermontage van het voertuig uit­voert, moet men zich nauwgezet aan het volgende advies houden.
BEFORE REMOVING COMPONENTS
Before dismantling compo­nents, remove dirt, mud, dust and foreign bodies from the ve­hicle. Use the special tools de­signed for this bike, as required.
COMPONENTS REMOVAL
Do not loosen and/or tighten screws and nuts using pliers or other tools than the especially designed wrench.
Mark positions on all connection joints (pipes, cables etc.) before separating them, and identify them with distinctive symbols.
Each component needs to be clearly marked in order to be identified during reassembly.
Clean and wash the dismantled components carefully using a low-flammability detergent.
Keep coupled parts together since they have "adjusted" to each other due to normal wear and tear.
Some components must be used together or replaced alto­gether.
Keep away from heat sources.
VÓÓR DE DEMONTAGE VAN DE ON­DERDELEN
Verwijder vuil, modder, stof en vreemde voorwerpen van het voertuig, voordat men de de­montage van de onderdelen uit­voert. Gebruik, waar voorzien, de speciale gereedschappen die voor dit voertuig ontworpen werden.
DEMONTAGE VAN DE ONDERDELEN
Los en/of sluit de bouten en de moeren niet met tangen of an­dere gereedschappen, maar ge­bruik steeds de speciale sleutel.
Merk de posities op alle verbin­dingskoppelingen (buizen, ka­bels, enz.) vooraleer men ze scheidt, en identificeer ze met verschillende onderscheidende tekens.
Elk stuk moet duidelijk gemerkt worden, zodat het tijdens de fa­se van de installatie geïdentifi­ceerd kan worden.
Reinig en was de gedemonteer­de onderdelen zorgvuldig met een reinigingsmiddel met lage ontvlambaarheidsgraad.
Houd de onderling gekoppelde delen bij elkaar, omdat het ene
19
bij het andere "past" als gevolg van de normale slijtage.
Sommige onderdelen moeten samen gebruikt worden of volle­dig vervangen worden.
Houd ze ver van warmtebron­nen.
REASSEMBLY OF COMPONENTS CAUTION BEARINGS MUST BE ABLE TO RO-
TATE FREELY, WITHOUT JAMMING AND/OR NOISE: OTHERWISE, THEY NEED TO BE REPLACED.
Only use ORIGINAL APRILIA SPARE PARTS.
Comply with lubricant and con­sumables use guidelines.
Lubricate parts (whenever pos­sible) before reassembling them.
When tightening nuts and screws, start from the ones with the largest section or from the internal ones, moving diagonal­ly. Tighten nuts and screws in successive steps before apply­ing the tightening torque.
Always replace self-locking nuts, washers, sealing rings, cir­clips, O-rings (OR), split pins and screws with new ones if their tread is damaged.
HERMONTAGE VAN DE ONDERDE­LEN
LET OP DE KUSSENTJES MOETEN VRIJ
DRAAIEN, ZONDER WRIJVINGEN EN/ OF LAWAAI, ANDERS MOETEN ZE VERVANGEN WORDEN.
Gebruik enkel ORIGINELE RE­SERVEONDERDELEN van aprilia.
Gebruik de aanbevolen smeer­middelen en verbruiksmateria­len.
Smeer de delen (wanneer mo­gelijk) vooraleer men ze mon­teert.
Bij het sluiten van de bouten en de moeren, begint men met die­gene met de grootste diameter of met de interne, en men werkt diagonaal. Voer het sluiten uit met opeenvolgende passages, vooraleer men het sluitingskop­pel toepast.
Vervang steeds de zelfborgen­de moeren, de pakkingen, de dichtingsringen, de elastische
20
1 General rules / 1 Algemene normen
When assembling the bearings, make sure to lubricate them well.
Check that each component is assembled correctly.
After a repair or routine mainte­nance procedure, carry out pre­ride checks and test the vehicle on private grounds or in an area with low traffic density.
Clean all coupling surfaces, oil guard rims and gaskets before refitting them. Smear a light lay­er of lithium-based grease on the oil guard rims. Reassemble oil guards and bearings with the brand or lot number facing out­ward (visible side).
ringen, de O-ringen (OR), de splitpennen en de bouten door nieuwe, wanneer ze schade aan de schroefdraad vertonen.
Wanneer men de kussentjes monteert, smeert men ze over­vloedig.
Controleer of elk onderdeel cor­rect gemonteerd is.
Na een herstellingshandeling of periodiek onderhoud, voert men de voorafgaande controles uit en test men het voertuig in een privé-zone of in een zone met weinig verkeer.
Reinig alle koppelingsvlakken, de randen van de oliekeerringen en de pakkingen vóór de her­montage. Breng een laagje vet op basis van lithium aan op de randen van de oliekeerringen. Hermonteer de oliekeerringen en de kussentjes met het merk of het fabricatienummer naar de buitenkant gericht (zichtbare kant).
ELECTRIC CONNECTORS
Electric connectors must be disconnec­ted as described below; failure to comply with this procedure causes irreparable damage to both the connector and the cable harness:
Press the relevant safety hooks, if any.
21
ELEKTRISCHE CONNECTORS
De elektrische connectors moeten als volgt worden losgemaakt, het niet res­pecteren van deze procedure leidt tot on­herstelbare schade aan de connector en aan de bekabeling:
Indien aanwezig, drukt men op de speci­ale veiligheidskoppelingen.
Grip the two connectors and dis­connect them by pulling them in opposite directions.
If there are signs of dirt, rust, hu­midity, etc., clean the connector internal parts carefully using a pressurised air jet.
Make sure that the cables are correctly cramped to the con­nector internal terminal ends.
Then insert the two connectors making sure that they couple correctly (if the relevant hooks are provided, you will hear them "click" into place).
CAUTION TO DISCONNECT THE TWO CONNEC-
TORS, DO NOT PULL THE CABLES. NOTE THE TWO CONNECTORS CONNECT
ONLY FROM ONE SIDE: CONNECT THEM THE RIGHT WAY ROUND.
Grijp de twee connectors vast en verwijder ze, door ze in de tegenovergestelde richting uit elkaar te trekken.
In aanwezigheid van vuil, roest, vochtigheid, enz., reinigt men zorgvuldig de binnenkant van de connector met gebruik van een persluchtstraal.
Controleer of de kabels correct vastgeklemd zijn aan de interne terminals van de connectors.
Plaats vervolgens de twee con­nectors, en controleer de cor­recte koppeling (wanneer te­genovergestelde koppelingen aanwezig zijn, hoort men een ty­pische "klik").
LET OP TREK NIET AAN DE KABELS OM DE
TWEE CONNECTORS LOS TE MA­KEN.
N.B. DE TWEE CONNECTORS KUNNEN
MAAR OP EEN WIJZE INGEBRACHT WORDEN, PLAATS ZE IN DE JUISTE RICHTING OP DE KOPPELING.
TIGHTENING TORQUES CAUTION DO NOT FORGET THAT THE TIGHT-
ENING TORQUES OF ALL FASTEN­ING ELEMENTS ON WHEELS, BRAKES, WHEEL BOLTS AND ANY
22
SLUITINGSKOPPELS LET OP VERGEET NIET DAT DE SLUITINGS-
KOPPELS VAN ALLE BEVESTIGINGS­ELEMENTEN OP WIELEN, REMMEN, WIELPINNEN EN ANDERE ONDERDE-
1 General rules / 1 Algemene normen
OTHER SUSPENSION COMPONENTS PLAY A KEY ROLE IN ENSURING VE­HICLE SAFETY AND MUST COMPLY WITH SPECIFIED VALUES. CHECK THE TIGHTENING TORQUES OF FAS­TENING PARTS ON A REGULAR BA­SIS AND ALWAYS USE A TORQUE WRENCH TO REASSEMBLE THESE COMPONENTS. FAILURE TO COM­PLY WITH THESE RECOMMENDA­TIONS MAY CAUSE ONE OF THESE COMPONENTS TO GET LOOSE AND EVEN DETACHED, THUS BLOCKING A WHEEL, OR OTHERWISE COMPRO­MISE VEHICLE HANDLING. THIS CAN LEAD TO FALLS, WITH THE RISK OF SERIOUS INJURY OR DEATH.
LEN VAN DE OPHANGINGEN EEN FUNDAMENTELE ROL SPELEN VOOR HET GARANDEREN VAN DE VEILIG­HEID VAN HET VOERTUIG, EN DAT ZE AAN DE VOORGESCHREVEN WAAR­DEN MOETEN GEHOUDEN WORDEN. CONTROLEER REGELMATIG DE SLUITINGSKOPPELS VAN DE BEVES­TIGINGSELEMENTEN, EN GEBRUIK STEEDS EEN DYNAMOMETRISCHE SLEUTEL WANNEER MEN ZE HER­MONTEERT. WANNEER MEN DEZE WAARSCHUWINGEN NIET RESPEC­TEERT, ZOU ÉÉN VAN DEZE ELEMEN­TEN KUNNEN LOSSEN EN LOSKO­MEN EN EEN WIEL BLOKKEREN OF ANDERE PROBLEMEN VEROORZA­KEN DIE DE MANOEUVREERBAAR­HEID NEGATIEF KUNNEN BEÏNVLOE­DEN ZODAT MEN KAN VALLEN MET HET RISICO OP ERNSTIGE LETSELS OF DE DOOD.
23
24
ETV 1000
Caponord
Chap. 02
Vehicle
Hst. 02
Voertuing
25
26
02_01
2 Vehicle / 2 Voertuing
02_02
Arrangement of the main components (02_01, 02_02)
Key:
1. Front headlamp
2. Left rear-view mirror
3. Clutch control fluid reservoir
4. Parking light / steering lock / igni­tion switch
5. Engine oil reservoir cap
6. Saddle lock
7. Driver left footrest
8. Driver saddle
9. Battery
27
Plaats van de hoofdcomponenten (02_01, 02_02)
Legende:
1. Voorlicht
2. Linker achteruitkijkspiegeltje
3. Vloeistoftank van het commando van de koppeling
4. Schakelaar van de ontsteking / stuurslot / parkeerlicht
5. Dop van de olietank van de motor
6. Zadelslot
10. Passenger saddle
11. Electronic control unit
12. Rear fork
13. Gearing chain
14. Passenger left footrest (Snap-On, closed / open)
15. Centre stand OPT
16. Side stand
17. Gear shift lever
18. Engine oil filter
19. Engine oil reservoir
20. Engine oil level
21. Horn
22. Left side fairing
23. Rear light
24. Glove-box / toolkit compartment
25. Main fuse box (30A)
26. Rear shock absorber
27. Fuel tank
28. Air filter
29. Fuel tank cap
30. Front brake fluid reservoir
31. Right rear-view mirror
32. Secondary fuse box (15A)
33. Air temperature sensor
34. Front tone wheel
35. Coolant expansion tank cap
36. Coolant expansion tank
37. Rear brake control lever
38. Driver right footrest
39. Rear break pump
40. Rear break fluid reservoir
41. Passenger right footrest (Snap­On, closed / open)
42. Rear tone wheel
43. ABS control unit
44. ABS fuses
7. Linker voetensteun van de be­stuurder
8. Zadel van de bestuurder
9. Accu
10. Zadeltje van de passagier
11. Elektronische centrale
12. Achtervork
13. Transmissieketting
14. Linker voetensteun van de passa­gier (met kliksysteem, gesloten / open)
15. Centrale standaardOPT
16. Laterale standaard
17. Commandohendel van de ver­snellingsbak
18. Oliefilter van de motor
19. Tank van de motorolie
20. Peil van de motorolie
21. Akoestische melder
22. Linker zijbekleding
23. Achterlicht
24. Documentenruimte / gereed­schapskit
25. Hoofdzakelijke zekeringenhou­ders (30A)
26. Achterste schokdemper
27. Brandstoftank
28. Luchtfilter
29. Dop van de brandstoftank
30. Vloeistoftank van de voorrem
31. Rechter achteruitkijkspiegeltje
32. Secundaire zekeringenhouders (15A)
33. Sensor van de temperatuur van de lucht
34. Voorste geluidswiel
35. Dop van het expansievat van de koelvloeistof
28
2 Vehicle / 2 Voertuing
36. Expansievat van de koelvloeistof
37. Commandohendel van de achter­rem
38. Rechter voetensteun van de be­stuurder
39. Pomp van de achterrem
40. Vloeistoftank van de achterrem
41. Rechter voetensteun van de pas­sagier (met kliksysteem, geslo­ten / open)
42. Achterste geluidswiel
43. ABS-centrale
44. Zekeringen van het ABS
29
02_03
Dashboard (02_03)
Legenda (02_03)
02_04
Key:
1. Parking light / steering lock / igni­tion switch
2. Turn indicator switch
3. Horn button
4. Light switch
5. High-beam light flashing / LAP (multifunction) button
6. Clutch control lever
7. Instruments and indicators
8. Front brake lever
9. Throttle grip
10. Engine stop switch
11. Starter button
12. ABS switch
Analog instrument panel (02_04)
Key:
1. Speedometer
2. Rpm indicator
3. Right multifunction digital dis­play (fuel level-air temperature ­coolant temperature - clock/in­jection system error codes )
Legende:
1. Schakelaar van de ontsteking / stuurslot / parkeerlicht
2. Schakelaar van de richtingaanwij­zers
3. Drukknop van de akoestische melder
4. Omleider van de lichten
5. Drukknop voor het knipperen van het groot licht / LAP (multifunctio­neel)
6. Commandohendel van de koppe­ling
7. Instrumenten en indicatoren
8. Hendel van de voorrem
9. Gashandvat
10. Schakelaar voor het stilleggen van de motor
11. Startknop
12. Schakelaar van het ABS
Analoog instrumentenpaneel (02_04)
Legende:
1. Snelheidsmeter
2. Toerenteller
3. Multifunctioneel digitaal display rechts (brandstofpeil - tempera­tuur van de lucht - temperatuur van de koelvloeistof - klok/fout­codes van het injectiesysteem)
30
Loading...
+ 179 hidden pages