Miele KM 6388, KM 6389 Operating instructions [nl]

0 (0)
Miele KM 6388, KM 6389 Operating instructions

Gebruiksen montagehandleiding

Keramische inductiekookplaat

Lees beslist de gebruiksen montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel.

nl-BE

M.-Nr. 09 976 580

Inhoud

 

Opmerkingen omtrent uw veiligheid ...................................................................

4

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................

15

Overzicht ..............................................................................................................

16

Kookplaat ..............................................................................................................

16

Bedieningselementen/displays..............................................................................

17

Kookzones.............................................................................................................

19

Het toestel voor het eerst in gebruik nemen ....................................................

20

Kookplaat voor de eerste keer reinigen.................................................................

20

Kookplaat voor de eerste keer in gebruik nemen..................................................

20

Inductie.................................................................................................................

21

Principe .................................................................................................................

21

Geluiden ................................................................................................................

22

De juiste pannen....................................................................................................

23

Tips om energie te besparen .............................................................................

24

Vermogensstand..................................................................................................

25

Bediening .............................................................................................................

26

Bedieningsprincipe................................................................................................

26

Inschakelen ...........................................................................................................

27

Vermogensstand instellen/wijzigen .......................................................................

27

Uitschakelen..........................................................................................................

27

Restwarmte-indicator............................................................................................

27

Vermogensstand instellen - uitgebreid instelbereik...............................................

28

PowerFlex-kookvlak ..............................................................................................

28

Aankookautomaat .................................................................................................

29

Booster..................................................................................................................

30

Warmhouden.........................................................................................................

32

Timer.....................................................................................................................

33

Kookwekker...........................................................................................................

33

Kookzone automatisch uitschakelen.....................................................................

35

Timerfuncties tegelijk gebruiken............................................................................

36

Extra functies.......................................................................................................

37

Stop&Go................................................................................................................

37

Beveiligingen........................................................................................................

38

Inschakelblokkering / vergrendeling......................................................................

38

Automatische uitschakeling ..................................................................................

39

Oververhittingsbeveiliging .....................................................................................

40

2

 

Inhoud

Reiniging en onderhoud......................................................................................

41

Programmering....................................................................................................

43

Nuttige tips...........................................................................................................

46

Bij te bestellen accessoires................................................................................

50

Miele@home / Con@ctivity................................................................................

51

Veiligheidsinstructies voor het inbouwen .........................................................

53

Veiligheidsafstanden ...........................................................................................

54

Kookplaten met randlijst / facetrand.................................................................

58

Aanwijzingen voor het inbouwen...........................................................................

58

Inbouwmaten.........................................................................................................

59

KM 6388 ...........................................................................................................

59

Inbouwen...............................................................................................................

60

Kookplaten zonder randlijst ...............................................................................

61

Aanwijzingen voor het inbouwen...........................................................................

61

Inbouwmaten.........................................................................................................

62

KM 6389 ...........................................................................................................

62

Inbouwen...............................................................................................................

63

Elektrische aansluiting........................................................................................

65

Klantendienst.......................................................................................................

68

Contact bij storingen .............................................................................................

68

Typeplaatje: ...........................................................................................................

68

Garantie .................................................................................................................

68

Productgegevensbladen.....................................................................................

69

3

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Deze kookplaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben.

Lees de gebruiksen montagehandleiding daarom aandachtig door, voordat u het toestel in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud.

Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan doordat de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet in acht zijn genomen.

Bewaar de gebruiksen montagehandleiding en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar.

4

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Juist gebruik

Deze kookplaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in gelijkaardige omgevingen.

Deze kookplaat mag niet buiten worden gebruikt.

Gebruik deze kookplaat uitsluitend in huishoudelijke context voor het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.

Personen die op grond van hun fysieke, zintuiglijke of psychische problemen, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van de kookplaat niet in staat zijn om deze veilig te bedienen, moeten bij de bediening onder toezicht staan. Deze personen mogen het toestel alleen zonder toezicht bedienen als zij een eerst zijn geïnstrueerd. Zij dienen eventuele gevaren van een onjuiste bediening te herkennen en begrijpen.

5

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Kinderen in het huishouden

Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdurend toezicht houdt.

Kinderen vanaf acht jaar mogen de kookplaat alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het toestel veilig moeten bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening.

Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht reinigen.

Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van de kookplaat bevinden. Laat ze nooit met de kookplaat spelen.

De kookplaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog enige tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd kinderen op een afstand, totdat de kookplaat voldoende is afgekoeld en er geen verbrandingsgevaar meer bestaat.

Verbrandingsgevaar!

Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn, boven of achter de kookplaat. Dat kan kinderen ertoe brengen op het toestel te klimmen.

Verbrandingsgevaar!

Draai de grepen van de pannen zo dat ze zich boven het werkblad bevinden, zodat kinderen de pannen niet van de kookplaat kunnen trekken.

Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kinderen.

Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen de kookplaat niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen.

6

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker. Installatie-, onderhoudsof herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zijn.

Beschadigingen aan de kookplaat kunnen uw veiligheid in gevaar brengen. Controleer de kookplaat op zichtbare beschadigingen. Een beschadigde kookplaat mag niet in gebruik worden genomen.

De kookplaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als hij op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.

De elektrische veiligheid van de kookplaat is uitsluitend gegarandeerd, als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.

De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeenkomen, om beschadiging van de kookplaat te voorkomen. Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.

Stekkerdozen of verlengsnoeren bieden niet voldoende veiligheid (brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aansluiten van de kookplaat op het elektriciteitsnet.

Gebruik de kookplaat alleen als deze is ingebouwd, zodat de veiligheid gewaarborgd is.

Deze kookplaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een boot) worden gebruikt.

7

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elektrische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de kookplaat leiden.

Open nooit de behuizing van de kookplaat.

Het recht op garantie vervalt wanneer de kookplaat door een technicus wordt gerepareerd die niet door Miele is geautoriseerd.

Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.

De kookplaat mag niet worden gebruikt met een externe schakelklok of een systeem voor besturing op afstand.

De kookplaat moet door een elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten (zie hoofdstuk "Elektrische aansluiting").

Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een elektricien worden vervangen door een speciale aansluitkabel van het type H 05 VV-F (pvc-geïsoleerd). Zie hoofdstuk "Elektrische aansluiting".

Bij installatie-, onderhoudsen reparatiewerkzaamheden moet de kookplaat volledig van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Ga daarvoor als volgt te werk:

schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of

draai de zekeringen in uw zekeringkast er helemaal uit of

als de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos is getrokken. Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.

Als de kookplaat is voorzien van een communicatiemodule, dan moet bij installatie-, onderhoudsen reparatiewerkzaamheden aan de kookplaat ook de communicatiemodule spanningsvrij worden gemaakt.

8

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Gevaar voor elektrische schok!

Als de kookplaat defect is of als de keramische glasplaat barsten of spleten vertoont, mag u de kookplaat niet in gebruik nemen en dient u deze direct uit te schakelen. Ontkoppel hem van het elektriciteitsnet. Neem dan contact op met Miele-Service.

Als de kookplaat achter een meubelfront (bijv. een deur) is geplaatst, sluit deze nooit terwijl de kookplaat in werking is. Achter een gesloten meubeldeur verzamelt zich warmte en vocht. Daardoor kunnen kookplaat, inbouwnis en vloer worden beschadigd. Sluit een meubeldeur pas als de restwarmte-indicaties gedoofd zijn.

9

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Efficiënt gebruik

De kookplaat wordt heet als deze in gebruik is en dat blijft hij ook nog enige tijd na het uitschakelen. Pas zodra het lampje voor de resterende warmte is uitgegaan, is het verbrandingsgevaar geweken.

Olie en vet kunnen bij oververhitting gaan branden. Laat de kookplaat bij werkzaamheden met olie en vet niet zonder toezicht achter. Blus branden met olie en vet nooit met water. Schakel de kookplaat uit en verstik de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusdeken.

Vlammen kunnen de vetfilters van een dampkap in brand doen vliegen. Flambeer nooit onder een dampkap.

Als spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen of brandbaar materiaal warm worden, kunnen ze gaan branden. Bewaar daarom makkelijk ontvlambare voorwerpen nooit in laden direct onder de kookplaat. Eventueel aanwezige bestekbakken moeten van hittebestendig materiaal zijn.

Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.

In gesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en opwarmen een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik de kookplaat niet voor het inmaken en verwarmen van conservenblikken.

Wanneer de kookplaat wordt afgedekt, bestaat het risico dat het materiaal van de afdekking in brand vliegt, barst of smelt als u de kookplaat per ongeluk inschakelt of als deze nog warm is van een bereiding. Dek de kookplaat nooit af met bijv. afdekplaten, een doek of een beschermfolie.

10

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Als de kookplaat ingeschakeld is, als u deze per ongeluk inschakelt of als hij nog warm is van het koken, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op de kookplaat liggen warm worden. Ander materiaal kan smelten of vlam vatten. Vochtige pannendeksels kunnen zich vastzuigen. Gebruik de kookplaat niet als legplank. Schakel de kookzones na gebruikt uit!

U kunt zich aan de hete kookplaat branden. Gebruik daarom altijd ovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete toestel werkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat of vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoom verbrandingen veroorzaken.

Als u een elektrisch toestel (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt van de kookplaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in contact komen met de hete kookplaat. De isolatie van de kabel zou beschadigd kunnen raken.

Zout, suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van groente) kunnen krassen veroorzaken, als ze onder de pan komen. Zorg dat de keramische glasplaat en de panbodem schoon zijn, voordat u het kookgerei op de kookplaat plaatst.

Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een licht voorwerp zoals een zoutvaatje kan scheuren of barsten veroorzaken.

Hete voorwerpen op de sensortoetsen en de displays kunnen de elektronica eronder beschadigen. Zet nooit hete pannen op de sensortoetsen en de displays.

Wanneer suiker, suikerhoudende gerechten, kunststof of aluminiumfolie op de hete kookplaat komen en smelten, beschadigen deze bij het afkoelen de keramische glasplaat. Schakel het toestel meteen uit en krab deze stoffen onmiddellijk met een schraper eraf. Trek hiervoor ovenhandschoenen aan. Maak de kookzones zodra ze afgekoeld zijn schoon met een reinigingsmiddel voor keramisch glas.

11

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Door drooggekookte pannen kan de keramische plaat beschadigd raken. Houd daarom altijd toezicht op de kookplaat!

Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe bodem kan krassen op de keramische plaat veroorzaken.

Til pannen op als u ze wilt verplaatsen. U voorkomt zo vlekken door wrijving en krassen.

Doordat inductiekookzones heel snel heet worden, kan de temperatuur in de panbodem in een mum van tijd de zelfontbrandingstemperatuur van olie of vet bereiken. houd daarom altijd toezicht op het toestel!

Verhit vetten en olie hooguit gedurende een minuut en gebruik daarvoor nooit de booster.

Alleen voor personen met een pacemaker: In de directe omgeving van de ingeschakelde kookplaat ontstaat een elektromagnetisch veld. Het is niet waarschijnlijk dat dit veld de werking van de pacemaker nadelig beïnvloedt. Neem bij twijfel contact op met de fabrikant van de pacemaker of met uw arts.

Het elektromagnetische veld van het ingeschakelde kookvlak kan de werking van magnetiseerbare voorwerpen beïnvloeden. Er mogen zich geen kredietkaarten, opslagmedia, zakrekenmachines enz. in de onmiddellijke omgeving van het ingeschakelde kookvlak bevinden.

Metalen voorwerpen die in een lade onder de kookplaat worden bewaard, kunnen heet worden als u het toestel lang en intensief gebruikt. Bewaar daarom geen metalen voorwerpen in een lade die zich meteen onder de kookplaat bevindt.

12

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

De kookplaat is voorzien van een ventilator. Als zich onder het ingebouwde toestel een lade bevindt, moet de afstand tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het toestel voldoende zijn zodat voldoende ventilatie van de kookplaat is gewaarborgd. Bewaar geen spitse en kleine voorwerpen of papier in de lade. Deze voorwerpen kunnen via de ventilatieopeningen in de behuizing terechtkomen of aangezogen worden en zo de ventilator beschadigen of de koeling beïnvloeden.

Plaats nooit twee pannen tegelijk op een kook-/braadzone of Po- werFlex-kookvlak.

Als de pan slechts gedeeltelijk op de kookof braadzone staat, kunnen de handgrepen eventueel heel heet worden.

Plaats de pan altijd in het midden van de kookof braadzone.

13

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Reiniging en onderhoud

De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.

Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreiniger.

Schakel de kookplaat niet in als deze boven een pyrolyse-oven of -fornuis is ingebouwd en de pyrolysefunctie actief is, omdat de oververhittingsbeveiliging van de kookplaat zou kunnen reageren (zie de betreffende hoofdstuk).

14

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen.

Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook stoffen, mengsels en onderdelen die nodig zijn geweest om de toestellen goed en veilig te laten functioneren. Wanneer u uw oude toestel bij het gewone afval doet of er op een andere manier niet goed mee omgaat, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude toestel daarom nooit bij het gewone huisafval.

Lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te danken toestel.

Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.

Als u vragen heeft omtrent het afdanken van uw oud toestel, neem dan contact op met

de handelaar bij wie u het kocht of

de firma Recupel, telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be of

uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.

Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.

15

Overzicht

Kookplaat

a PowerFlex-kookzone met TwinBooster b PowerFlex-kookzone met TwinBooster

ab te combineren tot een groot PowerFlex-kookvlak c Kookzone met WaterBoost

d PowerFlex-kookzone met TwinBooster e PowerFlex-kookzone met TwinBooster

de te combineren tot een groot PowerFlex-kookvlak f Bedieningselementen/displays

16

Overzicht

Bedieningselementen/displays

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

 

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8 8

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

 

 

 

 

h

 

 

 

 

 

 

 

 

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sensortoetsen

a Kookplaat in-/uitschakelen

b Inschakelblokkering/vergrendeling activeren/deactiveren

c Timer omschakelen op uren

dTimer

-In-/uitschakelen

-Wisselen tussen de timerfuncties

-Selectie van een kookzone (zie hoofdstuk "Kookzone automatisch uitschakelen")

eStop and Go activeren/deactiveren

fGetallenschaal vermogensstand instellen

gBooster/TwinBooster/WaterBoost (afhankelijk van het model) in-/uitschakelen

hPowerFlex-kookzone in-/uitschakelen

iGetallenschaal

-Kookwekkertijd/uitschakeltijd instellen

-Vermogensstand instellen voor kookzone achteraan midden (afhankelijk van het model)

jWarmhoudstand in-/uitschakelen

Controlelampjes

kRestwarmte

lHalve uren bij een kookwekkertijd van meer dan 99 minuten

mInschakelblokkering/vergrendeling geactiveerd

17

Overzicht

n Kookzonetoewijzing, bijvoorbeeld kookzone rechts achter

o TwinBooster/WaterBoost (afhankelijk van het model) ingeschakeld

Stand 1

Stand 2

p Timerdisplay

tot Tijd in minuten

. tot

Tijd in uren

.

 

 

Inschakelblokkering/vergrendeling geactiveerd

 

Demomodus geactiveerd

18

 

 

 

Overzicht

Kookzones

 

 

 

 

 

 

 

Kookzone

Ø in cm*

Vermogen in Watt bij 230 V**

 

15–23

Normaal

2100

 

 

 

TwinBooster, stand 1

3000

 

 

 

TwinBooster, stand 2

3650

 

 

 

 

 

15–23

Normaal

2100

 

 

 

TwinBooster, stand 1

3000

 

 

 

TwinBooster, stand 2

3650

 

14–28

Normaal

2600

 

 

 

WaterBoost, stand 1

3300

 

 

 

WaterBoost, stand 2

5500

 

15–23

Normaal

2100

 

 

 

TwinBooster, stand 1

3000

 

 

 

TwinBooster, stand 2

3650

 

15–23

Normaal

2100

 

 

 

TwinBooster, stand 1

3000

 

+

 

TwinBooster, stand 2

3650

 

22–23 /

Normaal

3400

 

+

15x23–23x39

TwinBooster, stand 1

4800

 

 

 

TwinBooster, stand 2

7300

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

11000

 

 

 

 

 

 

*Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdiameter gebruiken.

**Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het materiaal van de gebruikte pannen.

19

Het toestel voor het eerst in gebruik nemen

Plak het typeplaatje dat bij de documentatie gevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in het hoofdstuk "Service".

Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers.

Kookplaat voor de eerste keer

reinigen

Wis uw kookplaat voor het eerste gebruik af met een vochtige doek en droog het dan af.

Kookplaat voor de eerste keer

in gebruik nemen

De onderdelen van metaal worden met een onderhoudsmiddel beschermd. Als het toestel voor het eerst in gebruik wordt genomen, ontstaan daardoor geuren en eventueel ook damp. Ook door de verwarming van de inductiespoelen wordt tijdens de eerste gebruiksuren een geur afgegeven. Bij ieder verder gebruik wordt de geur minder en ze verdwijnt uiteindelijk volledig.

De geur en de eventueel optredende damp wijzen niet op een verkeerde aansluiting of een defect en zijn ook niet schadelijk voor de gezondheid.

Denk eraan dat de opwarmtijd bij inductiekookplaten veel korter is dan bij de gebruikelijke kookplaten.

20

Inductie

Principe

Onder de keramische plaat bevinden zich inductiespoelen. Als u een kookzone inschakelt, genereren deze spoelen een magneetveld waardoor de bodem van de pan heet wordt. De kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stralingswarmte van de pan.

Een inductiekookzone reageert alleen op pannen met een magnetiseerbare bodem (zie "De juiste pannen"). Het systeem houdt automatisch rekening met de grootte van de gebruikte pan.

Op de getallenschaal van de kookzone knipperen de vermogensstanden 1-9 als

als u een kookzone zonder pan of met een ongeschikte pan (met niet magnetiseerbare bodem) inschakelt.

als de bodemdiameter van de pan te klein is.

als u de pan van een ingeschakelde kookzone haalt.

Als u binnen 3 minuten een geschikte pan op de kookzone zet, kunt u gewoon doorgaan.

Als u geen (geschikte) pan gebruikt, wordt de kookzone na 3 minuten automatisch uitgeschakeld.

Als het toestel ingeschakeld is, als u het toestel per ongeluk inschakelt of als het nog warm is van het koken, bestaat het risico dat metalen voorwerpen die op de kookplaat liggen verhitten.

Pas op dat u zich niet verbrandt! Gebruik het kookvlak niet als legplank. Schakel de kookzones na gebruik uit met de betreffende sensortoetsen.

21

Inductie

Geluiden

Bij gebruik van een inductiekookplaat kunnen in het kookgerei allerlei geluiden ontstaan. De geluiden zijn afhankelijk van het materiaal en de constructie van de bodem van het kookgerei.

Op een hoge vermogensstand kan het toestel een bromgeluid veroorzaken. Dit geluid neemt af of verdwijnt als u een lagere vermogensstand instelt.

Bij pannen met een bodem die uit verschillende materialen bestaat (bijvoorbeeld een sandwichbodem) kan een knetterend geluid optreden.

Er kan een fluitend geluid ontstaan als de met elkaar verbonden kookzones (zie "Booster") tegelijk zijn ingeschakeld en op de kookzones pannen staan met een bodem die uit verschillende materialen bestaat (bijvoorbeeld een sandwichbodem).

Vooral bij lage vermogensstanden kunnen bij elektronische schakelingen klikgeluiden optreden.

Er kan een zoemend geluid ontstaan als de ventilator wordt ingeschakeld. De ventilator koelt de elektronica als u de kookplaat intensief gebruikt. Ook nadat u het toestel heeft uitgeschakeld, kan de ventilator doorlopen.

22

Loading...
+ 50 hidden pages