Toyota Rav4 2016 Owner's Manual [nl]

4 (1)

1

 

BASISHANDELINGEN

11

 

 

 

 

 

 

 

 

2

 

AUDIOSYSTEEM

21

 

 

 

 

 

 

 

 

3

 

Bluetooth® HANDSFREE-SYSTEEM

79

 

(Toyota Touch 2)

 

 

 

 

 

 

 

4

 

Bluetooth® HANDSFREE-SYSTEEM

111

 

(Toyota Touch 2 with Go)

 

 

 

 

 

 

 

5

 

SPRAAKCOMMANDOSYSTEEM

147

 

 

 

 

 

 

 

 

6

 

INSTELLEN

153

 

 

 

 

 

 

 

 

7

 

PERIPHERAL MONITORING-SYSTEEM

203

 

 

 

 

 

 

 

 

8

 

NAVIGATIESYSTEEM

271

 

 

 

 

 

 

 

 

9

 

APPLICATIES

323

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

INDEX

345

Raadpleeg de handleiding voor meer informatie over de volgende items.

Brandstofverbruik

Energiemonitor

Persoonlijke voorkeursinstellingen auto

Toyota Parking Assist-sensor

PZ49X-42B16-NL

1

Inleiding

HANDLEIDING VOOR HET NAVIGATIEEN MULTIMEDIASYSTEEM

In deze handleiding wordt de werking van het navigatie-/multimediasysteem uitgelegd. Lees deze handleiding zorgvuldig door, zodat u de mogelijkheden op de juiste wijze kunt benutten. Bewaar deze handleiding altijd in uw auto.

De afbeeldingen in dit document wijken mogelijk af van de daadwerkelijke afbeeldingen op het navigatie-/multimediasysteem, afhankelijk van het bestaan van de functies en/of een contract en de beschikbaarheid van kaartgegevens op het moment van productie van dit document.

De inhoud van deze handleiding verschilt in sommige gevallen mogelijk van het navigatie-/multimediasysteem, bijvoorbeeld wanneer de systeemsoftware is bijgewerkt.

NAVIGATIESYSTEEM

Het navigatiesysteem is één van de technologisch meest geavanceerde accessoires die ooit voor de auto ontwikkeld zijn. Het systeem ontvangt satellietsignalen van het Global Positioning System (GPS) van het ministerie van Defensie van de Verenigde Staten van Amerika. Met behulp van deze signalen en sensoren in de auto kan het systeem de positie van uw auto berekenen en u helpen bij het vinden van uw bestemming.

Het navigatiesysteem is ontworpen om een efficiënte route te bepalen van uw vertrekpunt naar uw bestemming. Daarnaast is het systeem ontworpen om u op een efficiënte manier naar een voor u onbekende bestemming te brengen. Het systeem is ontwikkeld door “Harman International” met behulp van kaarten van HERE. De berekende routes zijn niet altijd de kortste routes of routes zonder verkeersopstoppingen. Met uw persoonlijke kennis van de situatie ter plaatse of door een stuk van de berekende route “af te snijden” kunt u soms sneller uw bestemming bereiken.

Het navigatiesysteem beschikt over categorieën POI's (nuttige adressen), zoals hotels en restaurants, met behulp waarvan u snel en gemakkelijk uw bestemming kunt selecteren. Als uw bestemming niet in de database is opgenomen, kunt u de straatnaam of een belangrijk kruispunt in de nabijheid van uw bestemming selecteren, waar het systeem u naartoe kan leiden.

2

Het systeem geeft zowel visuele aanwijzingen met behulp van een op het display getoonde kaart als gesproken aanwijzingen. De gesproken aanwijzingen geven bij het naderen van een verkeersknooppunt de nog af te leggen afstand en de richting die u moet volgen aan. Dankzij deze gesproken aanwijzingen kunt u uw volle aandacht bij het verkeer houden en hebt u genoeg tijd om van richting te veranderen, van rijbaan te wisselen of snelheid te minderen.

Houd er rekening mee dat alle actuele navigatiesystemen hun beperkingen hebben en niet onder alle omstandigheden feilloos zullen functioneren. De nauwkeurigheid waarmee de actuele locatie van de auto wordt weergegeven, is afhankelijk van de conditie van de satellieten, de ligging van de wegen, de conditie van de auto en andere omstandigheden. Zie voor meer informatie over de beperkingen van het systeem bladzijde 319.

3

BELANGRIJKE INFORMATIE OVER DEZE HANDLEIDING

Deze handleiding geeft onderwerpen die uit veiligheidsoverwegingen bijzondere aandacht vragen, op de volgende wijze aan.

WAARSCHUWING

Dit is een waarschuwing tegen iets wat mensen letsel kan toebrengen als de waarschuwing wordt genegeerd. U wordt geïnformeerd over wat u moet doen of niet moet doen, om het risico op letsel voor uzelf en voor anderen te verminderen.

OPMERKING

Dit is een waarschuwing tegen iets wat schade aan de auto of uitrusting ervan kan veroorzaken als de waarschuwing wordt genegeerd. U wordt geïnformeerd over wat u moet doen of niet moet doen om schade aan uw auto en de uitrusting ervan te vermijden of het risico hierop te verminderen.

SYMBOLEN DIE IN DE AFBEELDINGEN WORDEN GEBRUIKT

Waarschuwingssymbool

Het symbool van een cirkel met een schuine streep erdoor betekent dat er iets niet mag worden gedaan of mag gebeuren.

Pijlen die handelingen aangeven

Geeft de handeling aan voor het bedienen van schakelaars en dergelijke (drukken, draaien, enz.).

4

GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING

2. BEDIENING TELEFOON

1. BELLEN MET EEN Bluetooth®-TELEFOON

U kunt bellen met behulp van de telefoonboekgegevens van de aange- sloten mobiele telefoon. Het telefoonboek wijzigt afhankelijk van welke tele-

foon is aangesloten.

1 Geef het menuscherm “Telefoon” weer en selecteer Contacten. ( Blz. 60)

Selecteer om de informatie over de vermelding weer te geven en te bewerken.

INFORMATIE

Wanneer een telefoon voor de eerste keer wordt verbonden, moet het telefoonboek worden gedownload. Indien het telefoonboek niet kan worden gedownload, wordt er een pop-upven- ster weergegeven.

Indien er voor het contact geen telefoonnummer is opgeslagen, wordt die vermelding gedimd weergegeven.

Het telefoonboekoverzicht kan worden bijgewerkt.

Nr.

Naam

Beschrijving

 

 

 

 

 

 

 

 

Beschrijving

Er wordt een beschrijving gegeven van de bediening.

 

 

 

 

 

 

bediening

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Belangrijkste

De stappen van een handeling worden uitgelegd.

 

 

 

 

 

 

handelingen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verwante

Er wordt uitleg gegeven over de aanvullende handelingen op

 

 

 

 

 

 

handelingen

de belangrijkste handelingen.

 

 

 

 

 

 

Informatie

Er wordt voor de gebruiker nuttige informatie gegeven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5

VEILIGHEIDSINSTRUCTIE (Toyota Touch 2 with Go)

Houd u aan de volgende instructies om dit systeem zo veilig mogelijk te gebruiken.

Het systeem is bedoeld om u te assisteren bij het bereiken van uw bestemming en zal dit, mits goed gebruikt, ook doen. U bent als bestuurder verantwoordelijk voor het veilig functioneren van uw auto en voor de veiligheid van uw passagiers.

Gebruik de functies van dit systeem zodanig dat ze geen afleiding vormen en een veilige rit niet beletten. De veiligheid tijdens het rijden moet altijd als eerste prioriteit gezien worden. Neem tijdens het rijden altijd de verkeersregels in acht.

Voordat u het systeem gaat gebruiken, moet u eerst de werking en mogelijkheden goed leren kennen. Lees eerst de volledige handleiding door om er zeker van te zijn dat u het systeem begrijpt. Laat anderen geen gebruikmaken van het systeem tot ze de aanwijzingen in deze handleiding gelezen en begrepen hebben.

Uit veiligheidsoverwegingen zijn sommige mogelijkheden niet beschikbaar als de auto rijdt. De schermtoetsen die niet beschikbaar zijn, worden gedimd weergegeven.

Luister tijdens het rijden zo veel mogelijk naar de stembegeleiding en werp alleen een blik op het scherm als de wegsituatie dit toelaat. Vertrouw echter nooit volledig op de informatie van de stembegeleiding. Gebruik deze alleen als referentie. Het is mogelijk dat u onjuiste, verlate of geen stembegeleiding hoort als het systeem de actuele positie niet kan vaststellen.

De gegevens in het systeem zijn soms niet volledig. De wegsituatie, inclusief beperkingen (niet links afslaan, straten afgesloten, enz.) wijzigt regelmatig. Kijk daarom, voordat u een instructie van het systeem gaat opvolgen, of deze handeling veilig en legitiem kan worden uitgevoerd.

Het systeem kan u niet waarschuwen voor zaken als de veiligheid van een gebied, de toestand van het wegdek en de beschikbaarheid van hulpdiensten. Als u niet overtuigd bent van de veiligheid van een bepaald gebied, rijd dit gebied dan niet in. Het systeem ondersteunt de bestuurder, maar vervangt nooit diens persoonlijke beoordeling.

Gebruik dit systeem alleen waar dit wettelijk toegestaan is.

6

WAARSCHUWING

Wees extra voorzichtig wanneer u het navigatiesysteem tijdens het rijden bedient.

Onvoldoende aandacht voor de weg, het verkeer of de weersomstandigheden kan leiden tot een ongeval.

Houd u tijdens het rijden aan de verkeersregels en let op de toestand van de weg. Als een verkeerssituatie recentelijk gewijzigd is, kan het routebegeleidingssysteem u van verkeerde informatie voorzien, zoals het advies om een eenrichtingsweg in te rijden.

VEILIGHEIDSINSTRUCTIE

(Toyota Touch 2)

Houd u aan de volgende instructies om dit systeem zo veilig mogelijk te gebruiken.

Gebruik de functies van dit systeem zodanig dat ze geen afleiding vormen en een veilige rit niet beletten. De veiligheid tijdens het rijden moet altijd als eerste prioriteit gezien worden. Neem tijdens het rijden altijd de verkeersregels in acht.

Voordat u het systeem gaat gebruiken, moet u eerst de werking en mogelijkheden goed leren kennen. Lees eerst de volledige handleiding door om er zeker van te zijn dat u het systeem begrijpt. Laat anderen geen gebruikmaken van het systeem tot ze de aanwijzingen in deze handleiding gelezen en begrepen hebben.

Uit veiligheidsoverwegingen zijn sommige mogelijkheden niet beschikbaar als de auto rijdt. De schermtoetsen die niet beschikbaar zijn, worden gedimd weergegeven.

WAARSCHUWING

Wees extra voorzichtig wanneer u het multimediasysteem tijdens het rijden bedient. Onvoldoende aandacht voor de weg, het verkeer of de weersomstandigheden kan leiden tot een ongeval.

7

 

INHOUDSOPGAVE

 

1

BASISHANDELINGEN

 

1. BEDIENING EN KENMERKEN........

12

 

OVERZICHT BEDIENING......................

12

 

TOUCHSCREEN-BEDIENING...............

14

 

MULTI-INFORMATIEDISPLAY

 

 

EN NAVIGATIESYSTEEM

 

 

KOPPELEN .........................................

19

2

AUDIOSYSTEEM

 

1. BASISHANDELINGEN.....................

22

 

BASISHANDELINGEN...........................

22

2. BEDIENING RADIO..........................

26

 

AM/FM/DAB-RADIO...............................

26

3. BEDIENING MEDIA..........................

35

 

CD ..........................................................

35

 

USB-GEHEUGEN ..................................

41

 

iPod ........................................................

48

 

AUX........................................................

55

 

Bluetooth®-AUDIO .................................

59

4.AFSTANDSBEDIENING AUDIOSYSTEEM............................66

STUURWIELTOETSEN .........................

66

5. TIPS VOOR BEDIENING

 

VAN HET AUDIOSYSTEEM...........

68

BEDIENINGSINFORMATIE...................

68

3Bluetooth® HANDSFREESYSTEEM (Toyota Touch 2)

1. BASISINFORMATIE ........................

80

KORTE UITLEG .....................................

80

BASISHANDELINGEN ...........................

82

VERMELDING REGISTREREN.............

87

2. BEDIENING TELEFOON.................

90

BELLEN MET EEN

 

Bluetooth®-TELEFOON .......................

90

GESPREK AANNEMEN MET

 

EEN Bluetooth®-TELEFOON...............

94

PRATEN VIA EEN

 

Bluetooth®-TELEFOON .......................

95

3. SMS-FUNCTIE.................................

99

SMS-FUNCTIE .......................................

99

4. WAT MOET U DOEN ALS.............

104

PROBLEMEN OPLOSSEN ..................

104

Bluetooth® HANDSFREE-

4SYSTEEM (Toyota Touch 2 with Go)

1. BASISINFORMATIE ......................

112

KORTE UITLEG ...................................

112

BASISHANDELINGEN .........................

114

VERMELDING REGISTREREN...........

119

2. BEDIENING TELEFOON...............

122

BELLEN MET EEN

 

Bluetooth®-TELEFOON .....................

122

GESPREK AANNEMEN MET EEN

 

Bluetooth®-TELEFOON .....................

128

PRATEN VIA EEN

 

Bluetooth®-TELEFOON .....................

129

8

3. SMS-FUNCTIE...............................

133

SMS-FUNCTIE .....................................

133

4. BEDIENING Siri/Google Now.......

138

Siri/Google Now....................................

138

5. WAT MOET U DOEN ALS.............

140

PROBLEMEN OPLOSSEN...................

140

5 SPRAAKCOMMANDOSYSTEEM -

1.BEDIENING SPRAAKCOMMANDO-

SYSTEEM..................................... 148

SPRAAKCOMMANDOSYSTEEM ........

148

6 INSTELLEN

 

1. INSTELLEN ...................................

154

KORTE UITLEG....................................

154

ALGEMENE INSTELLINGEN...............

156

DISPLAY-INSTELLINGEN....................

159

AUDIO-INSTELLINGEN .......................

161

Bluetooth®-INSTELLINGEN1................

164

CONNECTIVITEITS-

 

INSTELLINGEN .................................

170

KAARTINSTELLINGEN........................

185

NAVIGATIE-INSTELLINGEN................

189

INSTELLINGEN VOOR

 

VERKEERSMELDINGEN ..................

192

TOYOTA ONLINE-INSTELLINGEN......

195

TELEFOONINSTELLINGEN.................

199

VOERTUIGINSTELLINGEN .................

200

AAN DE SLAG......................................

201

7 PERIPHERALMONITORING-SYSTEEM

1.REAR VIEW

MONITOR-SYSTEEM...................

204

REAR VIEW MONITOR-SYSTEEM.....

204

VOORZORGSMAATREGELEN

 

REAR VIEW MONITOR-SYSTEEM ..

208

ZAKEN DIE U DIENT TE WETEN .......

213

2. TOYOTA PARKING ASSIST

 

MONITOR .....................................

215

TOYOTA PARKING ASSIST

 

MONITOR..........................................

215

WEERGAVEMODUS GESCHATTE

 

KOERSLIJN.......................................

220

WEERGAVEMODUS PARKING

 

ASSIST-HULPRIJLIJN ......................

222

VOORZORGSMAATREGELEN

 

TOYOTA PARKING ASSIST

 

MONITOR..........................................

224

ZAKEN DIE U DIENT TE WETEN .......

229

3. PANORAMIC VIEW MONITOR......

232

PANORAMIC VIEW MONITOR ...........

232

CONTROLEREN VAN DE

 

OMGEVING VAN DE AUTO..............

240

CONTROLEREN VAN DE

 

VOORZIJDE EN DE OMGEVING

 

VAN DE AUTO ..................................

241

CONTROLEREN VAN DE

 

ZIJKANTEN VAN DE AUTO..............

244

CONTROLEREN VAN DE

 

ACHTERZIJDE EN DE

 

OMGEVING VAN DE AUTO..............

247

ALS DE BUITENSPIEGELS

 

WORDEN INGEKLAPT .....................

254

VOORZORGSMAATREGELEN

 

PANORAMIC VIEW MONITOR.........

256

ZAKEN DIE U DIENT TE WETEN .......

266

1

2

3

4

5

6

7

8

9

9

INHOUDSOPGAVE

 

8 NAVIGATIESYSTEEM

 

1. BASISHANDELINGEN...................

272

KORTE UITLEG...................................

272

BEDIENING KAARTSCHERM.............

278

INFORMATIE KAARTSCHERM...........

283

VERKEERSMELDINGEN ....................

288

2. ZOEKEN VAN BESTEMMING .......

291

ZOEKEN...............................................

291

3. ROUTEBEGELEIDING...................

300

STARTEN VAN

 

ROUTEBEGELEIDING......................

300

ROUTEBEGELEIDING ........................

303

ROUTE BEWERKEN ...........................

306

4. FAVORIETE BESTEMMINGEN .....

314

VERMELDING REGISTREREN...........

314

INFORMATIE OVER DE

 

VERMELDING WIJZIGEN.................

317

5. INFORMATIE

 

NAVIGATIESYSTEEM..................

319

BEPERKINGEN VAN HET

 

NAVIGATIESYSTEEM ......................

319

DATABASE-UPDATES

 

NAVIGATIESYSTEEM ......................

321

9 APPLICATIES

 

1. VÓÓR GEBRUIK VAN

 

APPLICATIES..............................

324

KORTE UITLEG ...................................

324

VEREISTE INSTELLINGEN VOOR

 

GEBRUIK VAN DE ONLINE

 

DIENSTEN.........................................

327

APPLICATIES

 

INSTALLEREN/BIJWERKEN.............

330

2. BEDIENING APPLICATIES...........

331

DIAVOORSTELLING

 

AFBEELDINGEN ...............................

331

E-MAIL..................................................

333

KALENDER ..........................................

335

Street View ...........................................

336

INFORMATIE TANKSTATION .............

338

WEERSINFORMATIE ..........................

339

PARKEERINFORMATIE ......................

341

MirrorLink™ ..........................................

342

TOYOTA ASSISTANCE .......................

343

INDEX

 

ALFABETISCHE INDEX....................

346

Database-informatie kaart ....................

352

Verklaring..............................................

353

Toyota Motor Europe NV/SA, Avenue du Bourget 60 - 1140 Brussel, België www.toyota-europe.com

10

1

1

BASISHANDELINGEN

2

1

BEDIENING EN KENMERKEN

3

1.

OVERZICHT BEDIENING ..............

12

2.

TOUCHSCREEN-BEDIENING .......

14

 

HANDELINGEN TOUCHSCREEN........

15

 

BEDIENING INVOERSCHERM ............

16

 

SCROLLEN...........................................

17

3.

MULTI-INFORMATIEDISPLAY

 

 

EN NAVIGATIESYSTEEM

 

 

KOPPELEN..................................

19

4

5

6

7

8

9

11

Toyota Rav4 2016 Owner's Manual

1. BEDIENING EN KENMERKEN

1.OVERZICHT BEDIENING

Met CD-speler

Zonder CD-speler

12

1. BEDIENING EN KENMERKEN

Nr.

Functie

Bladzijde

 

 

 

 

 

 

 

 

Druk op deze toets om een disc uit te werpen.

24

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bedien de geselecteerde functies met behulp van de schermtoetsen.

14

 

 

 

 

 

 

Plaats een disc in deze opening. De CD-speler wordt onmiddellijk inge-

24

 

 

 

 

 

 

schakeld.

 

 

 

 

 

 

 

Druk op deze toets om de functie-instellingen aan te passen aan uw per-

153

 

 

 

 

 

 

soonlijke voorkeur.

 

 

 

 

Draaien om een radiozender of een muziekstuk te selecteren.

Druk hierop om een keuze in te voeren. 21, 280

Draaien om de schaal van de kaart te wijzigen*.

Druk op deze toets om toegang te krijgen tot het Bluetooth® handsfree-

systeem en de applicaties. 79, 111, 323 Elke keer dat op de toets wordt gedrukt, wijzigt het scherm tussen de menuschermen “Telefoon” en “Toyota online”.

 

 

 

Druk op deze toets om toegang te krijgen tot het voertuiginformatiesys-

Handleiding

 

 

 

 

 

 

teem.

 

 

 

 

 

 

 

Druk op deze toets om toegang te krijgen tot het navigatiesysteem.

 

 

 

 

* Telkens als op de toets wordt gedrukt, wijzigt het scherm tussen het

271

 

 

 

 

 

 

kaartscherm en het menuscherm “Navigatie”.

26, 41, 48,

 

 

 

 

 

 

Druk hierop om een radiozender of een muziekstuk te selecteren.

 

 

 

 

 

 

59

 

 

 

Druk op deze toets om toegang te krijgen tot het audiosysteem. Het au-

 

 

 

22, 23

 

 

 

 

 

 

diosysteem zal de laatst ingestelde functie activeren.

 

 

 

 

Draaien om het volume te regelen.

Druk op deze knop om het audiosysteem in of uit te schakelen. 22

Houd de toets ingedrukt om het systeem opnieuw in te schakelen.

 

 

Druk hierop om af te spelen/te onderbreken.

26, 41, 48,

 

 

 

 

55, 59

 

 

 

*: Alleen Toyota Touch 2 with Go

 

INFORMATIE

Deze afbeelding is voor auto's met linkse besturing.

De positie en vorm van toetsen kunnen iets afwijken bij auto's met rechtse besturing.

1 BASISHANDELINGEN

13

1.BEDIENING EN KENMERKEN

2.TOUCHSCREEN-BEDIENING

Dit systeem wordt hoofdzakelijk bediend met behulp van de schermtoetsen.

Als een schermtoets wordt aangeraakt, klinkt er een piepsignaal. (Voor het instellen van een piepsignaal, →Blz.156.)

OPMERKING

Raak, om beschadiging van het scherm te voorkomen, de schermtoetsen licht aan met uw vinger.

Raak het scherm niet met iets anders dan uw vinger aan.

Verwijder vingerafdrukken op het scherm met een brillendoekje. Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen om het scherm te reinigen aangezien deze het touchscreen kunnen beschadigen.

Laat, om te voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt, het systeem niet langer ingeschakeld dan nodig is wanneer de motor niet draait <het hybridesysteem niet is ingeschakeld>.

INFORMATIE

Als het systeem niet reageert op de aanraking van uw vinger, neem uw vinger dan van het scherm en probeer het nogmaals.

Schermtoetsen die gedimd worden weergegeven, kunnen niet worden bediend.

Het beeld kan donker zijn en de bewegende beelden kunnen iets vervormd zijn als het display nog koud is.

Bij extreem lage temperaturen kan het scherm wellicht niet worden weergegeven en kunnen gegevens die door de gebruiker worden ingevoerd, gewist worden. Ook reageren de schermtoetsen mogelijk langzamer dan gebruikelijk wanneer deze worden geselecteerd.

Wanneer u naar het scherm kijkt door gepolariseerd materiaal zoals een gepolariseerde zonnebril, wordt het scherm mogelijk donker en moeilijk te zien. Kijk in dat geval vanuit een andere hoek

naar het scherm, en wijzig de scherminstellingen (→Blz.159) of zet uw zonnebril af.

Selecteer om terug te keren naar het vorige scherm.

14

1. BEDIENING EN KENMERKEN

HANDELINGEN TOUCHSCREEN

U kunt het systeem bedienen door het touchscreen direct met uw vinger aan te raken.

Bediening

Beschrijving

Belangrijkste gebruik

 

Tikken

Selecteren van een onderwerp op

 

Raak het scherm kort aan.

het scherm

 

Slepen*

 

 

Raak het scherm aan met

Scrollen door lijsten

 

uw vinger en beweeg het

Bewegen van het kaartscherm

 

scherm naar de gewenste

 

 

positie.

 

 

Swipen*

Naar het volgende/vorige scherm

 

Beweeg het scherm snel

 

door met uw vinger te swi-

gaan

 

pen.

 

*: Bovenstaande handelingen kunnen mogelijk niet op alle schermen worden uitgevoerd.

1 BASISHANDELINGEN

15

1. BEDIENING EN KENMERKEN

BEDIENING INVOERSCHERM

Als u zoekt naar een naam, kunt u de letters, cijfers, enz. invoeren via het scherm.

INVOEREN VAN LETTERS EN CIJFERS

1Selecteer de toetsen om letters of cijfers in te voeren.

Nr. Functie

Hiermee kunt u één letter verwijderen.

Houd uw vinger op deze toets om meerdere letters te verwijderen.

Hiermee kunt u symbolen invoeren.

Hiermee kunt u kleine letters en hoofdletters invoeren.

Hiermee kunt u van type toetsenbord wisselen.

2 Kies OK.

INFORMATIE

Wanneer een karakter wordt ingevoerd, verschijnt er een suggestie met een mogelijke overeenkomst voor het woord dat wordt gezocht.

Schermtoetsen die op dat moment niet beschikbaar zijn, worden gedimd weergegeven.

Wanneer een vermelding te lang is om in het tekstveld weer te geven, wordt het laatste deel van de ingevoerde tekst weergegeven en wordt het eerste deel weergegeven als “...”.

In de volgende gevallen wordt de invoerfunctie automatisch gewijzigd tussen hoofdletters en kleine letters.

Wanneer de lay-out van het toetsenbord wordt gewijzigd naar invoer van hoofdletters, wijzigt de lay-out automatisch terug naar invoer van kleine letters nadat er één letter is ingevoerd.

Wanneer /, &, . of ( wordt ingevoerd, wijzigt de lay-out van het toetsenbord automatisch naar invoer van hoofdletters.

Wanneer alle karakters worden gewist, wijzigt de lay-out van het toetsenbord automatisch naar invoer van hoofdletters.

16

1. BEDIENING EN KENMERKEN

INVOEREN VANUIT DE LIJST MET OVEREENKOMSTIGE VERMELDINGEN

Op bepaalde schermen wordt een mogelijke invoertekst of een automatische aanvulling weergegeven op basis van de ingevoerde letters. Het gewenste item kan worden geselecteerd en ingevoerd.

1 Voer letters in.

SCROLLEN

Selecteer, wanneer een lijst wordt weergegeven, de juiste schermtoets om door de lijst te scrollen.

1 BASISHANDELINGEN

Als er een mogelijke invoertekst wordt weergegeven in het invoerveld en dit de door u gezochte tekst is, selecteer dan OK of de mogelijke invoertekst.

Selecteer om de lijst met mogelijke invoerteksten weer te geven. Het aantal overeenkomstige items wordt weergegeven.

De lijst wordt automatisch weergegeven wanneer er 5 of minder overeenkomstige vermeldingen zijn.

2 Kies het gewenste onderwerp.

Nr. Functie

Hiermee kunt u omhoog/omlaag door de schermen bladeren.

Dit geeft de positie van het weergegeven scherm weer. Door dit te verslepen, kunt u omhoog/omlaag door de schermen bladeren.

U kunt ook de pagina wijzigen door het gewenste punt op de scrollbar te selecteren.

17

1. BEDIENING EN KENMERKEN

SCHAKELTOETSEN

KARAKTERS IN LIJSTEN

Sommige lijsten bevatten karakterschermtoetsen, A-C, D-F, enz., waarmee u direct naar lijstvermeldingen die met dezelfde letter als de karakterschermtoets beginnen, kunt springen.

1Selecteer één van de karakterschermtoetsen.

Telkens als dezelfde karakterschermtoets wordt gekozen, wordt de lijst die met het volgende karakter begint weergegeven.

18

1. BEDIENING EN KENMERKEN

3. MULTI-INFORMATIEDISPLAY EN NAVIGATIESYSTEEM KOPPELEN

De volgende functies van het navigatiesysteem worden gekoppeld met het multiinformatiedisplay in het instrumentenpaneel:

Navigatie

Audio Enz.

Deze functies kunnen worden bediend met de bedieningstoetsen voor het multi-in- formatiedisplay op het stuurwiel. Zie de handleiding voor meer informatie.

1 BASISHANDELINGEN

19

1

BASISHANDELINGEN

 

1.

BASISHANDELINGEN...................

22

 

INEN UITSCHAKELEN VAN

 

 

HET AUDIOSYSTEEM .......................

22

 

SELECTEREN VAN EEN

 

 

AUDIOBRON ......................................

23

 

PLAATSEN OF UITWERPEN

 

 

VAN EEN DISC...................................

24

 

USB/AUX-AANSLUITING......................

25

2

BEDIENING RADIO

 

1.

AM/FM/DAB-RADIO.......................

26

 

OVERZICHT..........................................

26

 

VASTLEGGEN VAN EEN

 

 

RADIOZENDER IN HET

 

 

GEHEUGEN........................................

30

 

HANDMATIG AFSTEMMEN..................

30

 

RDS (RADIO DATA

 

 

SYSTEEM)..........................................

31

 

TIME SHIFT-BEDIENING (DAB)...........

32

 

RADIO-OPTIES.....................................

33

20

2

AUDIOSYSTEEM

3BEDIENING MEDIA

1.

CD...................................................

35

 

OVERZICHT ..........................................

35

 

AFSPELEN VAN EEN

 

 

AUDIO-CD...........................................

38

 

AFSPELEN VAN EEN

 

 

MP3/WMA/AAC-DISC.........................

38

 

OPTIES AUDIO-CD OF

 

 

MP3/WMA/AAC-DISC.........................

39

2.

USB-GEHEUGEN ..........................

41

 

OVERZICHT ..........................................

41

 

AFSPELEN VAN BESTANDEN

 

 

OP EEN USB-GEHEUGEN.................

46

 

OPTIES USB-GEHEUGEN....................

47

3.

iPod................................................

48

 

OVERZICHT ..........................................

48

 

iPod-AUDIO ...........................................

53

 

AUDIO-OPTIES iPod.............................

54

4.

AUX ................................................

55

 

OVERZICHT ..........................................

55

5. Bluetooth®-AUDIO........................

59

 

OVERZICHT ..........................................

59

 

AANSLUITEN VAN EEN

 

 

Bluetooth®-AUDIOSPELER ................

64

 

LUISTEREN NAAR

 

 

Bluetooth®-AUDIO...............................

64

 

AUDIO-OPTIES Bluetooth®...................

65

4AFSTANDSBEDIENINGAUDIOSYSTEEM

1. STUURWIELTOETSEN..................

66

5TIPS VOOR BEDIENING VAN HET AUDIOSYSTEEM

1.BEDIENINGSINFORMATIE ...........68

RADIO-ONTVANGST ...........................

68

iPod .......................................................

70

GEBRUIK EN ONDERHOUD

 

VAN CD-SPELER EN DISCS.............

71

BESTANDSINFORMATIE.....................

73

CD-R'S EN CD-RW'S............................

75

BEGRIPPEN .........................................

76

Sommige functies kunnen niet worden bediend tijdens het rijden.

1

2

3

4

5

6

7

8

9

21

1. BASISHANDELINGEN

1. BASISHANDELINGEN

In dit deel worden een aantal basishandelingen uitgelegd die betrekking hebben op uw audiosysteem. Mogelijk is niet alle informatie op uw systeem van toepassing.

Het audiosysteem werkt wanneer het systeem is ingeschakeld.

WAARSCHUWING

WAARSCHUWING:

DIT PRODUCT IS EEN KLASSE 1 LASERPRODUCT. HET BEDIENEN OF AFSTELLEN VAN DIT APPARAAT EN HET UITVOEREN VAN PROCEDURES OP EEN WIJZE DIE NIET IN DEZE HANDLEIDING ZIJN BESCHREVEN, KAN TOT GEVOLG HEBBEN DAT U AAN GEVAARLIJKE STRALING WORDT BLOOTGESTELD. OPEN NOOIT APPARATUUR EN VOER ZELF GEEN REPARATIES UIT. LAAT REPARATIES UITVOEREN DOOR DESKUNDIG PERSONEEL.

INEN UITSCHAKELEN VAN HET AUDIOSYSTEEM

Met CD-speler

Zonder CD-speler

OPMERKING

Laat, om te voorkomen dat de 12V-accu ontladen raakt, het audiosysteem niet langer ingeschakeld dan nodig is wanneer de motor niet draait <het hybridesysteem niet is ingeschakeld>.

De AAN/UIT/volumeknop: Druk op deze knop om het audiosysteem in en uit te schakelen. Draai deze knop om het volume te regelen.

Toets MEDIA: Druk op deze toets om de schermtoetsen van het audiosysteem weer te geven.

INFORMATIE

Als het volume wordt ingesteld terwijl de muziek tijdelijk onderbroken of onderdrukt is, zal het onderbreken of onderdrukken worden beëindigd.

22

1. BASISHANDELINGEN

SELECTEREN VAN EEN AUDIOBRON

1 Druk op de toets MEDIA. Met CD-speler

Zonder CD-speler

3 Selecteer de gewenste audiobron. Toyota Touch 2

Toyota Touch 2 with Go

2 AUDIOSYSTEEM

INFORMATIE

Schermtoetsen die gedimd worden weergegeven, kunnen niet worden bediend.

Het audiosysteem zal de laatst ingestelde functie activeren.

2Selecteer of druk nogmaals op de toets MEDIA.

23

1. BASISHANDELINGEN

PLAATSEN OF UITWERPEN VAN EEN DISC*

PLAATSEN VAN EEN DISC

1Plaats de disc met het label aan de bovenzijde.

Als de disc goed in de opening is geplaatst, zal de CD-speler automatisch beginnen met het afspelen van het eerste muziekstuk of het eerste muziekstuk van de eerste map op de disc.

INFORMATIE

Als de disc is geplaatst met het label aan de onderzijde, verschijnt op het scherm de melding “Disc error occurred” (fout disc gevonden).

OPMERKING

Probeer nooit de CD-speler te demonteren of onderdelen te smeren. Plaats alleen discs in de invoeropening.

UITWERPEN VAN EEN DISC

1 Druk op de toets .

De disc wordt uitgeworpen.

*: Met CD-speler

24

USB/AUX-AANSLUITING

1Open het klepje van de USB/AUX-aan- sluiting.

2 Sluit een apparaat aan.

Wanneer een USB-hub wordt gebruikt, kunnen er tegelijkertijd twee apparaten worden aangesloten.

Zelfs wanneer een USB-hub wordt gebruikt om meer dan twee USB-appara- ten aan te sluiten, worden alleen de twee apparaten herkend die als eerste werden aangesloten.

1. BASISHANDELINGEN

2 AUDIOSYSTEEM

25

2. BEDIENING RADIO

1. AM/FM/DAB*-RADIO

OVERZICHT

Selecteer AM, FM of DAB op het selectiescherm voor de audiobron (→Blz.23)

BEDIENINGSPANEEL

Met CD-speler

*: indien aanwezig

26

2. BEDIENING RADIO

Zonder CD-speler

2

AUDIOSYSTEEM

27

2. BEDIENING RADIO

BEDIENINGSSCHERM

Toyota Touch 2

FM

DAB

Toyota Touch 2 with Go

FM

DAB

28

2. BEDIENING RADIO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nr.

Functie

 

 

 

 

 

Kies deze toets om de geluidsinstellingen in te stellen. (→Blz.161)

 

 

 

 

• Scherm voor afstemmen op voorkeuzezenders: Draaien om een voorkeuzezender te

2

 

 

 

 

selecteren.

 

 

 

 

 

• Scherm voor zenders: Draaien om verder/terug te gaan in de zenderlijst.

 

AUDIOSYSTEEM

 

 

 

 

 

 

 

 

• Scherm voor handmatig afstemmen: Draaien om naar een hogere/lagere frequentie te

 

 

 

 

gaan.

 

 

 

 

• Scherm “DAB Time Shift”: Draaien om naar voren/achteren te springen.

 

 

 

 

 

• Scherm afstemmen op voorkeuzezenders: Druk hierop om verder/terug te gaan in de

 

 

 

 

 

voorkeuzezenders.

 

 

 

 

 

• Scherm voor zenders: Druk hierop om verder/terug te gaan in de zenderlijst.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

• Scherm Handmatig afstemmen: Druk hierop om verder/terug te zoeken naar een

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

radiozender.

 

 

 

 

 

Hiermee kunt u het selectiescherm voor de audiobron selecteren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

• Draaien om het volume te regelen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

• Druk op deze knop om het audiosysteem in of uit te schakelen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

* Druk hierop om dempen in of uit te schakelen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hiermee kunt u op voorkeuzezenders afstemmen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hiermee kunt u het optiescherm voor de radio weergeven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hiermee kunt u het scherm voor handmatig afstemmen weergeven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hiermee kunt u de zenderlijst weergeven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hiermee kunt u de voorkeuzezender weergeven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hiermee kunt u het selectiescherm voor de audiobron weergeven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hiermee kunt u het bedieningsscherm voor time shift weergeven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

*: Zonder CD-speler

 

INFORMATIE

De radio zal automatisch overgaan op stereo-ontvangst als een stereo-uitzending wordt ontvangen.

29

2. BEDIENING RADIO

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VASTLEGGEN VAN EEN

 

HANDMATIG AFSTEMMEN

 

 

RADIOZENDER IN HET

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SCHERM AM/FM

 

GEHEUGEN

 

 

1

Selecteer Favorieten.

 

1 Selecteer Manueel.

 

2 Stem af op de gewenste radiozender.

2

Stem af op de gewenste radiozender.

 

3

Selecteer één van de voorkeuzetoet-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

sen (1-6) en houd deze ingedrukt tot-

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

dat een piepsignaal is te horen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toyota Touch 2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toyota Touch 2 with Go

De frequentie (AM/FM) of naam (FM/DAB) van de radiozender wordt weergegeven in de schermtoets.

Het wijzigen van vastgelegde gegevens gaat op dezelfde wijze.

Nr. Functie

Hiermee kunt u verder/terug zoeken naar een radiozender.

Houd deze geselecteerd om onafgebroken zenders te zoeken.

Hiermee kunt u naar hogere/ lagere frequenties gaan.

Houd deze geselecteerd om onafgebroken frequenties te zoeken.

Het is mogelijk om het merkteken te verslepen door uw vinger over het scherm te schuiven (in het gebied waar het merkteken wordt weergegeven). U kunt het merkteken ook een andere plaats geven door een positie op de frequentieband te selecteren.

30

Loading...
+ 328 hidden pages