Smeg SNL906MFX, SNL916MFN, SNL916MFA, SNL90DA, SNL90DNE User Manual

...
5 (1)

Inhoudsopgave

1VEILIGHEIDSEN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN ______________________________________________4

2INSTALLATIE VAN HET APPARAAT _________________________________________________________6

3REGELING VAN HET GAS________________________________________________________________10

4LAATSTE HANDELINGEN ________________________________________________________________15

5BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSORGANEN OP HET PANEEL AAN DE VOORKANT ____________17

6GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT___________________________________________________________19

7GEBRUIK VAN DE OVEN ________________________________________________________________22

8ELEKTRONISCHE PROGRAMMATOR (ALLEEN OP DE DAARMEE UITGERUSTE MODELLEN)________26

9DIGITALE KOOKWEKKER (UITSLUITEND VOOR DE MODELLEN DIE HIERMEE ZIJN UITGERUST) ____28

10ANALOGE KLOK (ALLEEN OP DE DAARMEE UITGERUSTE MODELLEN) _________________________28

11REINIGING EN ONDERHOUD_____________________________________________________________29

12BUITENGEWOON ONDERHOUD __________________________________________________________31

DEZE INSTRUCTIES ZIJN ALLEEN GELDIG VOOR DE LANDEN VAN BESTEMMING WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN OP DE VOORZIJDE VAN DEZE HANDLEIDING STAAN.

INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR: zijn bestemd voor de gekwalificeerde technicus die de gasinstallatie moet controleren en de installatie, de inbedrijfstelling en de keuring van het apparaat moet uitvoeren.

INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER: geven gebruiksadviezen, beschrijving van de bedieningen en de juiste reinigingsen onderhoudswerkzaamheden voor het apparaat.

3

Presentatie

1 VEILIGHEIDSEN GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN

DEZE HANDLEIDING MAAKT DEEL UIT VAN HET APPARAAT EN MOET DERHALVE IN ZIJN GEHEEL BINNEN HANDBEREIK ERVAN BEWAARD WORDEN GEDURENDE DE HELE LEVENSDUUR VAN HET FORNUIS. WIJ ADVISEREN DEZE HANDLEIDING EN ALLE AANWIJZINGEN ERIN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS DE FORNUIS TE GEBRUIKEN. BEWAAR OOK DE SERIE BIJGELEVERDE MONDSTUKKEN. HET APPARAAT MOET WORDEN GEÏNSTALLEERD DOOR GEKWALIFICEERD PERSONEEL MET INACHTNEMING VAN DE GELDENDE NORMEN. DIT APPARAAT IS BEDOELD VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK EN VOLDOET AAN DE GELDENDE NORMEN DIE OP DIT MOMENT VAN KRACHT ZIJN. HET APPARAAT IS GEBOUWD OM DE VOLGENDE FUNCTIE TE VERVULLEN: BEREIDING EN OPWARMEN VAN VOEDSEL; IEDER ANDERSOORTIGE GEBRUIK DIENT ALS ONEIGENLIJK GEBRUIK TE WORDEN BESCHOUWD.

DE FABRIKANT WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ANDER GEBRUIK DAN IS AANGEGEVEN, AF.

LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS ACHTER. SCHEID DE VERSCHILLENDE AFVALMATERIALEN VAN DE VERPAKKING EN OVERHANDIG HEN AAN HET DICHTSTBIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING.

EEN AARDING IS VERPLICHT VOLGENS DE TOEPASSELIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.

DE STEKKER DIE AAN DE VOEDINGSKABEL EN HET BIJBEHORENDE STOPCONTACT MOETEN WORDEN BEVESTIGD, MOETEN VAN HETZELFDE TYPE ZIJN, EN AAN DE GELDENDE VOORSCHRIFTEN VOLDOEN.

BIJ EEN INGEBOUWD APPARAAT MOET HET STOPCONTACT BEREIKBAAR ZIJN.

TREK DE STEKKER NOOIT AAN DE KABEL UIT HET STOPCONTACT.

KEUR HET FORNUIS ONMIDDELLIJK NA INSTALLATIE AAN DE HAND VAN DE INSTRUCTIES DIE VERDEROP GEGEVEN WORDEN. IN GEVAL VAN SLECHTE WERKING MOET HET APPARAAT WORDEN AFGEKOPPELD VAN HET ELEKTRICITEITSNET EN MOET HET DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE SERVICECENTRUM WORDEN GECONTACTEERD.

PROBEER NOOIT HET APPARAAT TE REPAREREN.

NA ELK GEBRUIK DIENT U ALTIJD TE CONTROLEREN OF DE BEDIENINGSKNOPPEN IN DE STAND (UIT) STAAN.AL.

ZET NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVEN: ALS DEZE ONOPZETTELIJK AANGEZET ZOU WORDEN, ZOU ER BRAND KUNNEN ONTSTAAN.

DE IDENTIFICATIEPLAAT MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET SERIENUMMER EN DE MARKERING IS ZICHTBAAR BINNEN IN DE OPBERGRUIMTE VAN HET FORNUIS GEPLAATST.

DEZE PLAAT MAG NOOIT WORDEN VERWIJDERD.

ZET GEEN PANNEN MET EEN ONREGELMATIGE OF RUWE BODEM OP DE ROOSTERS VAN DE KOOKPLAAT.

4

Presentatie

GEBRUIK GEEN SCHALEN OF (GRILL) PANNEN DIE DE OMTREK VAN DE KOOKPLAAT TE BUITEN GAAN.

KLAP DE GLAZEN AFDEKKING VAN DE KOOKPLAAT NEER EN BEGELEID HEM DAARBIJ MET DE HAND.

LET OP: HET GLAZEN DEKSEL KAN BREKEN ALS HET OVERVERHIT WORDT. ZET ALLE BRANDERS UIT EN WACHT TOT ZE AFGEKOELD ZIJN VOORDAT U HET DEKSEL DICHT DOET.

HET APPARAAT WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET ERVOOR OP DAT U DE VERHITTENDE ELEMENTEN BINNENIN DE OVEN NIET AANRAAKT.

HET APPARAAT IS BESTEMD VOOR GEBRUIK DOOR VOLWASSENEN. STA HET KINDEREN NIET TOE IN DE BUURT VAN HET APPARAAT TE KOMEN OF ERMEE TE SPELEN.

ALS DE GRILL IN WERKING IS KUNNEN DE DELEN DIE AANGERAAKT KUNNEN WORDEN HEEL HEET WORDEN: HOUD KINDEREN UIT DE BUURT.

ALS HET APPARAAT OP EEN VERHOGING WORDT GEPLAATST MOET U ER BIJ DE INSTALLATIE VOOR ZORGEN DAT HIJ ER ONMOGELIJK VANAF KAN GLIJDEN.

DIT APPARAAT IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN IN DE ZIN VAN DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG BETREFFENDE AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR – AEEA (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).•DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN RECYCLEN VAN DE AFGEDANKTE APPARATUUR WELKE GELDEN VOOR HET VOLLEDIGE TERRITORIUM VAN DE EUROPESE UNIE.

VOORDAT U HET APPARAAT IN WERKING STELT MOET U VERPLICHT ALLE OP EN IN HET APPARAAT AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE FOLIES VERWIJDEREN.

De fabrikant wijst elke aansprakelijkheid af voor persoonlijk letsel of materiële schade of die veroorzaakt worden door het veronachtzamen van bovenstaande voorschriften of door het onklaar maken van afzonderlijke onderdelen van het apparaat, of door gebruik van niet-originele vervangingsonderdelen.

5

Smeg SNL906MFX, SNL916MFN, SNL916MFA, SNL90DA, SNL90DNE User Manual

Instructies voor de Installateur

2 INSTALLATIE VAN HET APPARAAT

Het apparaat dient te worden geïnstalleerd door een gekwalificeerd technicus, in overeenstemming met de geldende normen. Afhankelijk van het type installatie behoort het apparaat tot de klasse 1 (Fig.A) of tot de klasse 2 - onderklasse 1 (Fig. B-C).

Dit apparaat behoort tot de klasse Y voor wat betreft brandgevaar. Hij mag aan een kant dichtbij een wand worden gezet die hoger is dan het werkblad, op een afstand van minstens 50 mm tot de zijkant van het apparaat, zoals geïllustreerd wordt op de tekeningen A en B betreffende de installatieomstandigheden. Eventuele hangkastjes of planken moeten worden geïnstalleerd op een hoogte van minstens 750 mm boven het werkblad.

A

B

Inbouwapparaat

Vrijstaand

A

B

Inbouwapparaat

Vrijstaand

C

Apparaten met een ruimte voor een gasfles en elektrische oven mogen uitsluitend worden geïnstalleerd als klasse 1 (zie fig. B).

6

Instructies voor de Installateur

2.1Elektrische aansluiting

Vergewis u ervan dat het voltage en de dimensionering van de voedingslijn corresponderen met de eigenschappen die vermeld worden op de plaat in de opbergruimte voor voedsel.

Deze plaat mag nooit worden verwijderd.

Als het apparaat met een vaste aansluiting op het net wordt aangesloten moet er op de voedingslijn een meerpolig uitschakelmechanisme met een openingsafstand van de contacten van minstens 3 mm worden voorzien die op een gemakkelijk te bereiken positie in de buurt van het apparaat moet worden geplaatst.

Het apparaat kan vast of met een stekker en stopcontact worden aangesloten op het net. In het tweede geval moeten de stekker en het stopcontact geschikt zijn voor de gebruikte kabel en voldoen aan de geldende voorschriften. Voor elk type aansluiting moet het apparaat beslist geaard worden. Alvorens het aan te sluiten dient te worden gecontroleerd of de voedingslijn naar behoren is geaard. Gebruik geen reducties, adapters of omleidingen.

1 - Voor de werking op 220-240V : gebruik een driepolige kabel

H05RR-F of H05V2V2-F met een sectie van 3 x 2,5 mm2 (90 cm brede modellen) of van 3 x 1,5 mm2 (60 cm brede modellen).

2 - Voor de werking op 380-415V2N of 220-240V2N (alleen voor de 90 cm brede modellen): gebruik een vierpolige kabel H05RR-F of H05V2V2-F met een sectie van 4 x 1,5 mm2.

3 - Voor de werking op 380-415V3N of 220-240V3N (alleen voor de 90 cm brede modellen): gebruik een vijfpolige kabel H05RR-F of H05V2V2-F met een sectie van 5 x 1,5 mm2

Het uiteinde van de kabel dat op het apparaat moet worden aangesloten moet een (geel-groene) aardleiding hebben die tenminste 20 mm langer is

Let op: alleen de 90 cm brede modellen kunnen op een tweefasige of een driefasige installatie worden aangesloten

2.2Ventilatie van de ruimten

Het apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd in voortdurend geventileerde vertrekken, zoals voorzien door de geldende normen. In het vertrek waar het apparaat geïnstalleerd is moet zoveel lucht toe kunnen vloeien als nodig is voor een correcte verbranding van het gas en voor de nodige luchtverversing in het vertrek zelf. De luchtinlaten, die beschermd worden door roosters, moeten de juiste afmetingen hebben (zie de geldende normen) en moeten zo worden geplaatst dat ze niet (ook niet gedeeltelijk) afgesloten worden.

De keuken moet voldoende worden geventileerd om de warmte en vochtigheid die door het koken worden veroorzaakt, af te voeren: in het bijzonder is het raadzaam om na langdurig gebruik een raam open te zetten of eventuele ventilatoren op een hogere snelheid te zetten.

7

Instructies voor de Installateur

2.3Afvoer van verbrandingsproducten

De afvoer van verbrandingsproducten moet worden verzekerd via wasemkappen die zijn verbonden met een schouw met natuurlijke trek en de juiste doelmatigheid, door geforceerde afzuiging. Een doelmatig afzuigsysteem vereist een nauwgezet ontwerp door een specialist die daartoe bevoegd is, met inachtneming van de posities en afstanden die door de normen worden opgelegd. Na de werkzaamheden moet de installateur een conformiteitsverklaring afgeven.

2.4Gasaansluiting

Het aansluiten met een rubberen slang, die voldoet aan de geldende voorschriften, moet zodanig worden verricht dat de lengte van de leiding niet groter is dan 1,5 meter; vergewis u ervan dat de slang niet in aanraking komt met beweegbare onderdelen, of klem komt te zitten. De binnendiameter van de slang moet 8 mm zijn voor VLOEIBAAR GAS en 13 mm voor METHAANGAS.

Controleer of aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:

of de leiding bevestigd is aan een slanghouder met veiligheidsklembandje;

of de leiding over de hele lengte (max. 1.5 m) geïnspecteerd kan worden;

of de leiding op geen enkel punt van de route in aanraking komt met hete wanden (max. 50°C);

of hij niet blootstaat aan trekkrachten of spanningen, en geen scherpe bochten maakt of afgekneld wordt;

of hij niet in aanraking komt met snijdende voorwerpen of scherpe hoeken;

als de leiding niet perfect afgedicht is en gaslekkages in de omgeving veroorzaakt, probeer hem dan niet te repareren: vervang hem door een nieuwe slang;

controleer of de houdbaarheidsdatum van de slang niet overschreden is.

DE AANSLUITING MET RUBBEREN SLANGEN DIE MOETEN VOLDOEN AAN DE GELDENDE NORMEN IS ALLEEN TOEGESTAAN ALS DE SLANG OVER DE HELE LENGTE KAN WORDEN GEÏNSPECTEERD.

2.4.1Aansluiting voor methaangas

Verricht de aansluiting op het gasnet met een rubberen slang die voldoet aan de voorschriften van de geldende norm (controleer of de afkorting van de betreffende norm op de slang afgedrukt is).

Schroef de slanghouder A zorgvuldig op het gasverbindingsstuk B van het apparaat en breng er de pakking C tussen aan. Steek de rubberen slang D op de aansluiting A en zet hem vast met het schroefbandje E zoals voorgeschreven wordt door de geldende norm.

2.4.2Aansluiting van de gasfles in de ruimte in het apparaat

Open de ruimte aan de zijkant en zet er een gasfles van max. 15 kg in. Steek een uiteinde van de slang op de aansluiting en zet hem vast met een van de twee bijgeleverde schroefbandjes. Steek de slang in de gasflesruimte door het gat in de achterkant van het apparaat, zoals in het schema hiernaast. Steek het andere uiteinde op de drukregelaar van de gasfles; zet hem vast met het tweede bijgeleverde bandje. Controleer op lekkages met zeepsop, nooit met een vlam.

Gebruik voor de verbinding tussen fornuis en gasfles een stuk slang van 1.4 m (± 0.05 m), dat voldoet aan de geldende norm.

8

Instructies voor de Installateur

2.4.3Aansluiting op vloeibaar gas

Gebruik een drukregelaar die voldoet aan de geldende norm en breng de aansluiting tot stand met de gasfles, volgens de geldende norm. Vergewis u ervan dat de voedingsdruk in overeenstemming is met de waarden die vermeld worden in de tabel in paragraaf “3.3/3.4 Tabellen met eigenschappen van branders en sproeiers ”.

Schroef de kleine slanghouder F op de grote slanghouder A; sluit het zo verkregen blok aan op het gasverbindingsstuk B (of gebruik de slanghouder G die rechtstreeks moet worden aangesloten op het gasverbindingsstuk B) en breng de pakking C ertussen aan. Steek de uiteinden van de rubberen slang H op de slanghouder A+F (of G) en op de uitlaataansluiting van de drukverminderaar op de gasfles. Bevestig het uiteinde van de slang H op de slanghouders A+F (of G) met het klembandje I volgens de geldende voorschriften.

De geïllustreerde slangaansluitingen A-F-G worden niet bij het apparaat geleverd. Gebruik uitsluitend aansluitingen die aan de geldende norm voldoen.

2.4.4Aansluiting met een buigzame stalen slang (voor alle gassoorten)

Dit type aansluiting kan worden gerealiseerd voor allebei de manieren van installatie die worden geïllustreerd op de afb. "A" en "B" in hoofdstuk "2 INSTALLATIE VAN HET APPARAAT ". Gebruik uitsluitend buigzame slangen van staal die voldoen aan de geldende norm, met een maximum lengte van 1.5 meter.

Schroef het uiteinde van de buigzame slang L met de pakking C op de gasaansluiting B met extern schroefdraad ½” gas (ISO 7-1).

Controleer de installatie op eventuele lekkages met zeepsop, nooit met een vlam.

9

Instructies voor de Installateur

3 REGELING VAN HET GAS

Alvorens reiniging of onderhoud uit te voeren moet het apparaat elektrisch uitgeschakeld worden.

3.1Aanpassing aan de verschillende gassoorten

De kookplaat is goedgekeurd voor methaangas G25 (2L 3B/P) met een druk van 25 mbar.

Als hij op andere gassoorten moet werken, moeten de sproeiers op de branders worden vervangen en moet tenslotte de minimum vlam op de gaskranen worden ingesteld. De sproeiers moeten worden vervangen volgens de beschrijving in de volgende paragraaf.

3.2Vervanging van de kookplaat

Bij deze ingreep hoeft de primaire lucht niet te worden geregeld.

1.Haal de roosters weg, verwijder alle kapjes en vlamverdelerkransen;

2.schroef de sproeiers van de branders los met een buissleutel van 7 mm;

3.vervang de sproeiers van de branders al naar gelang het gas dat u wilt gebruiken, op de manier die beschreven wordt in paragraaf “3.3/3.4 Tabellen met eigenschappen van branders en sproeiers”.

4.Plaats de branders weer terug op hun plaats.

10

Instructies voor de Installateur

3.3Tabellen met eigenschappen van branders en sproeiers (Mod. 60 cm.)

Brander

Hulpbrander

Halfsnelle

Snel (3)

Snel (5)

Drievoudige krans

Oven

Grillen

Brander

Hulpbrander

Halfsnelle

Snel (3)

Snel (5)

Drievoudige krans

Oven

Grillen

Nominaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

warmtever

 

 

 

 

 

VLOEIBAAR GAS – G30/G31 28/37 mbar

 

mogen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(kW)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Diameter

 

 

By-pass

 

Beperkt

 

Debiet

 

 

Debiet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

mondstuk

 

 

mm

 

debiet

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

g/h G30

 

 

g/h G31

 

 

 

1/100 mm

 

 

1/100

 

 

(W)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.0

50

 

30

350

73

 

 

71

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.75

65

 

33

450

127

 

 

125

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.0

85

 

45

800

218

 

 

214

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3

75

 

45

800

167

 

 

164

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2

 

94

 

 

65

 

1500

 

233

 

 

229

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2

87

 

48

850

233

 

 

229

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.0

87

 

//

//

218

 

 

214

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nominaal

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

warmteverm

 

 

 

 

 

METHAANGAS – G25 25 mbar

 

ogen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(kW)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Diameter mondstuk

 

 

 

 

 

Beperkt debiet

 

 

 

 

 

1/100 mm

 

 

 

 

 

(W)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.0

 

 

 

72

 

 

 

 

350

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

1.75

 

 

 

94

 

 

 

 

450

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.3

 

 

 

115

 

 

 

 

800

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.0

 

 

 

121

 

 

 

 

800

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.5

 

 

 

138

 

 

 

 

1500

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3.2

 

 

 

140

 

 

 

 

850

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.9

 

 

 

134

 

 

 

 

//

 

 

 

11

Loading...
+ 21 hidden pages