BOSCH PVS775FC5E User Manual [nl]

0 (0)

3FHJTUFS \RXU QHZGHYLFHRQ 0\%RVFKQRZDQG JHWIUHHEHQHILWV CPTDI IPNF DPN XFMDPNF

Hob

PVS...F...

[nl]

Gebruiksaanwijzing

Kookplaat

3

[it]

Istruzioni per l’uso

Piano di cottura

30

 

 

: :

 

[

:

 

 

 

: :

 

 

: :

 

,(&

 

2

Ø = cm

Inhoudsopgave

8Gebruik volgens de voorschriften . . . . . . . . . . . 4

(Belangrijke veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . 5

]Oorzaken van schade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6

Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6

7Milieubescherming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Milieuvriendelijk afvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

fKoken met inductie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

Voordelen bij koken met inductie. . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Pannen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7

*Het apparaat leren kennen . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

Het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 De kookzones . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Restwarmte-indicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10

1Apparaat bedienen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10

Kookplaat inen uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Kookzone instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Kookadvies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11

wCombiZone . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

Aanwijzingen voor het kookgerei . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

OTijdfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14

Programmering van de bereidingstijd . . . . . . . . . . . . 14 De kookwekker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

vPowerBoost-functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

Activeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Deactiveren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

cBraadsensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16

Voordelen bij het bakken en braden . . . . . . . . . . . . . 16 Pannen voor de braadsensor. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Temperatuurstanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Tabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Zo stelt u in . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19

AKinderslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19

Het kinderslot activeren en deactiveren . . . . . . . . . . . 19 Automatisch kinderslot. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19

nl

kWrijfbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20

bAutomatische veiligheidsuitschakeling. . . . . . 20

QBasisinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21

Zo komt u bij de basisinstellingen: . . . . . . . . . . . . . . .22

[Weergave van het energieverbruik. . . . . . . . . . 23

tKookgerei-test . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23

hPower-Manager . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24

DReinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24

Kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24 Omlijsting van de kookplaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24

{Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ). . . 25

3Wat te doen bij storingen? . . . . . . . . . . . . . . . . 26

4Servicedienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27

E-nummer en FD-nummer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27

ETestgerechten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28

Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en diensten vindt u op het internet: www.bosch-home.com en in de online-shop:

www.bosch-eshop.com

3

nl Gebruik volgens de voorschriften

8Gebruik volgens de voorschriften

Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Berg de gebruiksaanwijzing, het installatievoorschrift en de apparaatpas goed op voor later gebruik of om ze door te geven aan volgende eigenaren.

Controleer het apparaat na het uitpakken. Indien het apparaat schade heeft opgelopen tijdens het transport, schakel het dan niet in, maar neem contact op met de technische dienst en leg de veroorzaakte schade schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan gaat elk recht op een schadevergoeding verloren.

Alleen een daartoe bevoegd vakman mag apparaten zonder stekker aansluiten. Bij schade door een verkeerde aansluiting maakt u geen aanspraak op garantie.

Dit apparaat moet worden geïnstalleerd volgens het meegeleverde installatievoorschrift.

Dit apparaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik en de huiselijke omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend voor het bereiden van gerechten en dranken. Het kookproces moet regelmatig worden gecontroleerd. Een kort kookproces moet continu in de gaten worden gehouden. Gebruik het apparaat alleen in gesloten ruimtes.

Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op hoogten van maximaal 4.000 meter boven zeeniveau.

Dek de kookplaat niet af. Dit kan leiden tot ongevallen, bijv. door oververhitting, ontbranding of ontploffend materiaal.

Gebruik uitsluitend beveiligingsvoorzieningen of kindertralies die door ons zijn goedgekeurd. Ongeschikte beveiligingsvoorzieningen of kindertralies kunnen tot ongevallen leiden.

Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met een externe tijdschakelklok of een afstandbediening.

Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke vermogens of personen die gebrek aan kennis of ervaring hebben, wanneer zij onder toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of geleerd hebben het op een veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn van de risico's die het gebruik van het toestel met zich meebrengt.

Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud van het toestel mogen niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij zij 15 aar of ouder zijn en onder toezicht staan.

Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de aansluitkabel.

Draagt u een actief geïmplanteerd medisch apparaat (bijv. een pacemaker of defibrillator), ga dan na of uw arts voldoet aan de richtlijn 90/385/EWG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 juni 1990 evenals DIN EN 45502-2-1 en DIN EN 45502-2-2 en dat het apparaat conform VDE-AR-E 2750-10 gekozen, geïmplanteerd en geprogrammeerd is. Is aan deze voorwaarden voldaan en worden bovendien non-ferro pannen met nonferro handgrepen gebruikt, dan kan deze inductiekookplaat - als het op de juiste manier gebeurt - zonder bezwaar worden gebruikt.

4

(Belangrijke veiligheidsvoorschriften

:Waarschuwing – Risico van brand!

Hete olie en heet vet vatten snel vlam. Hete olie en heet vet nooit gebruiken zonder toezicht. Vuur nooit blussen met water. Schakel de kookzone uit. Vlammen voorzichtig met een deksel, smoordeksel of iets dergelijks verstikken.

De kookzones worden erg heet. Nooit brandbare voorwerpen op de kookplaat leggen. Geen voorwerpen op de kookplaat leggen.

Het apparaat wordt heet. Nooit brandbare voorwerpen of spuitbussen bewaren in laden direct onder de kookplaat.

De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan niet meer worden bediend. Hij kan later per ongeluk worden ingeschakeld. Zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice.

Kookplaten mogen niet worden afgedekt.Dit kan leiden tot ongevallen, bijv. door oververhitting, ontbranding of ontploffend materiaal.

:Waarschuwing – Risico van verbranding!

De kookzones en met name een eventueel aanwezige kookplaatomlijsting worden zeer heet. Raak de hete oppervlakken nooit aan. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.

De kookzone warmt op, maar de indicatie functioneert niet Zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice.

Voorwerpen van metaal worden zeer snel heet op de kookplaat. Leg nooit voorwerpen van metaal, zoals messen, vorken, lepels of deksels, op de kookplaat.

Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot de kookplaat automatisch uitschakelt doordat er geen pan op staat.

Belangrijke veiligheidsvoorschriften

nl

:Waarschuwing – Kans op een elektrische schok!

Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties en de vervanging van beschadigde aansluitleidingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn geïnstrueerd door de klantenservice. Is het apparaat defect, haal dan de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de meterkast uit. Contact opnemen met de klantenservice.

Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of stoomreiniger gebruiken.

Een defect toestel kan een schok veroorzaken. Een defect toestel nooit inschakelen. De netstekker uit het stopcontact halen of de zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice.

Scheuren of barsten in het glaskeramiek kunnen schokken veroorzaken. Zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice.

:Waarschuwing – Storingsgevaar!

Deze kookplaat beschikt aan de onderkant over een ventilator. Bevindt zich onder de kookplaat een lade, bewaar daar dan geen kleine of scherpe voorwerpen, geen papier en geen theedoeken. Deze kunnen aangezogen worden en de ventilator beschadigen of de koeling belemmeren.

Tussen de inhoud van de lade en de ventilator-ingang moet een minimale afstand van 2 cm worden aangehouden.

:Waarschuwing – Risico van letsel!

Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de kookplaat en kookvorm barsten door oververhitting. De au-bain-marie kookvorm mag niet in direct contact komen met de bodem van de pan die met water is gevuld. Gebruik alleen hittebestendige vormen.

Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem van de pan en de kookzone kunnen kookpannen plotseling in de hoogte springen. Zorg ervoor dat de kookzone en de bodem van de pan altijd droog zijn.

5

nl Oorzaken van schade

]Oorzaken van schade

Attentie!

Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de kookplaat veroorzaken.

Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan schade veroorzaken.

Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel, de indicatorzones of op de omlijsting van de kookplaat. Dit kan schade veroorzaken.

Als er harde of scherpe voorwerpen op de kookplaat vallen, kan dit de plaat beschadigen.

Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op een hete kookzone gelegd worden. Het gebruik van beschermplaten op de kookplaat wordt afgeraden.

Overzicht

In de volgende tabellen ziet u welke schade het meest voorkomt:

Schade

Oorzaak

Maatregel

Vlekken

Overgelopen etenswaar.

Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.

 

Ongeschikte reinigingsmiddelen.

Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit soort kookplaten.

Krassen

Zout, suiker en zand.

Gebruik de kookplaat niet als plaats om iets neer te zetten of als werkvlak.

 

Ruwe bodems van vormen geven krassen

Controleer het kookgerei.

 

op de kookplaat.

 

Verkleuringen

Ongeschikte reinigingsmiddelen.

Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor dit soort kookplaten.

 

Slijtage van de pannen.

Til de pannen op wanneer u ze verplaatst.

Schelpvormige

Suiker, sterk suikerhoudende gerechten

Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.

beschadiging van

 

 

het oppervlak

 

 

 

 

 

6

7Milieubescherming

In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de besparing van energie en de afvoer van het apparaat.

Tips om energie te besparen

Gebruik altijd het deksel dat overeenstemt met elke kookpan. Wanneer zonder deksel gekookt wordt, is aanzienlijk meer energie nodig. Gebruik een glasdeksel om een goede zichtbaarheid te hebben zonder dat u het deksel van de pan hoeft te nemen.

Gebruik pannen met een vlakke bodem. Bij een niet vlakke bodem wordt meer energie verbruikt.

De diameter van de bodem van de pan moet overeenkomen met de afmeting van de kookzone. Opgelet: pannenfabrikanten duiden gewoonlijk de bovenste diameter van de pan aan, die meestal groter is dan de diameter van de bodem van de pan.

Gebruik een kleine pan voor kleine hoeveelheden. Een grote, weinig gevulde pan vereist veel energie.

Gebruik weinig water voor het koken. Op deze wijze wordt energie bespaard en blijven alle vitaminen en mineralen van de groenten behouden.

Selecteer de laagste vermogensstand die het kookpunt behoudt. Met een te hoge stand wordt energie verspild.

Milieuvriendelijk afvoeren

Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.

Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment - WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten.

Milieubescherming nl

fKoken met inductie

Voordelen bij koken met inductie

Koken met inductie is radicaal anders dan gebruikelijk, de warmte ontstaat direct in het kookgerei. Dit biedt vele voordelen:

Tijdsbesparing bij het koken en bakken.

Besparing van energie.

Gemakkelijker te reinigen en te onderhouden. Overgelopen etenswaar brandt niet zo snel in.

Warmteregeling en veiligheid: de kookplaat verhoogt of verlaagt de toevoer van warmte altijd direct na de bediening. Neemt u het kookgerei van de kookzone, dan wordt de warmtetoevoer direct onderbroken door de kookzone met inductie, zonder dat deze eerst is uitgeschakeld.

Pannen

Gebruik alleen ferromagnetische vormen voor inductiekoken, bijv.:

kookgerei van geëmailleerd staal

kookgerei van gietijzer

speciaal kookgerei van roestvrij staal dat geschikt is voor inductie.

In het hoofdstuk ~ "Kookgerei-test" kunt u lezen of het kookgerei geschikt is voor inductie.

Voor een goed bereidingsresultaat dient het ferromagnetische gebied van de bodem van de pan overeen te komen met de grootte van de kookzone. Wordt het kookgerei niet herkend op een kookzone, probeer er dan een met een kleinere diameter.

FP

FP

FP

Er zijn ook inductievormen waarvan de bodem niet volledig ferromagnetisch is:

Is de bodem van het kookgerei slechts gedeeltelijk ferromagnetisch, dan wordt alleen het ferromagnetische oppervlak heet. Hierdoor wordt de warmte mogelijk niet gelijkmatig verdeeld. De temperatuur van het niet-ferromagnetische gebied kan dan te laag zijn om te koken.

7

nl Koken met inductie

Bestaat het materiaal van de bodem van het kookgerei deels uit aluminium, dan is het ferromagnetische oppervlak ook kleiner. Mogelijk worden dit niet warm genoeg of zelfs helemaal niet herkend.

Niet geschikte pannen

Gebruik nooit straalplaten of pannen van:

dun normaal staal

glas

aardewerk

koper

aluminium

Eigenschappen van de bodem van het kookgerei

Het bereidingsresultaat kan worden beïnvloed door de kwaliteit van pannenbodem. Gebruik pannen waarvan het materiaal de warmte gelijkmatig in de pan verdeelt, bijv. pannen met "sandwich-bodems" van roestvrij staal. Daarmee wordt tijd en energie bespaard.

Gebruik kookgerei met vlakke bodems. Ongelijke bodems hebben invloed op de warmtetoevoer.

Geen pan of ongeschikte afmeting

Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt geplaatst of als deze niet van het geschikte materiaal is of geen geschikte afmeting heeft, knippert de kookstand op de indicator van de kookzone. Plaats een geschikte pan, zodat het knipperen stopt. Als er meer dan 90 seconden wordt gewacht gaat de kookzone automatisch uit.

Lege pannen of pannen met een dunne bodem

Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen met dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een intern veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo snel heet worden dat de functie “automatisch uitschakelen" geen tijd heeft om te reageren, waardoor de temperatuur erg kan oplopen. De bodem van de pan kan smelten en het glas van de kookplaat beschadigen. Raak in dat geval de pan niet aan en schakel de kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet werkt, neem dan contact op met de technische dienst.

Herkenning van de pan

Elke kookzone heeft een ondergrens voor de herkenning van de pan. Deze is afhankelijk van de ferromagnetische diameter en het materiaal van de bodem. Daarom dient u altijd de kookzone te gebruiken die het beste past bij de diameter van de pannenbodem.

8

BOSCH PVS775FC5E User Manual

Het apparaat leren kennen

nl

*Het apparaat leren kennen

Informatie over afmetingen en vermogens van de kookzones vindt u in~ Blz. 2

Aanwijzing: . Afhankelijk van het apparaattype zijn kleuren detailafwijkingen mogelijk.

Het bedieningspaneel

Bedieningsvlakken

 

#

Hoofdschakelaar

 

 

ø

Kookzone kiezen

 

 

0 1Ç2Ç...8Ç9

Instelgebied

 

 

>

Bedieningspaneel blokkeren voor reinigings-

 

doeleinden

 

 

D

Kinderslot

 

 

ú

Functie CombiZone

 

 

á

PowerBoost-functies

 

 

0

Timer-functie

 

 

é

BraadSensor

˜,,š,Temperatuurstanden

Bedieningsvlakken

Raakt u een symbool aan, dan wordt de betreffende functie geactiveerd.

Aanwijzingen

Zorg ervoor dat het bedieningspaneel altijd schoon en droog is. Vocht heeft een nadelige invloed op de werking.

Zorg ervoor dat er geen pannen in de buurt van indicaties en sensoren komen. De elektronica kan dan oververhit raken.

Indicaties

 

Gebruikstoestand

 

 

-Š

Kookstanden

 

 

‹‹

Timer-functie

 

 

/œ

Restwarmte

 

 

PowerBoost-functie

 

 

x

Instelling van de bereidingstijd

 

 

V

Kookwekker

 

 

ö

Tijd-indicatie

 

 

BraadSensor

 

 

K

Temperatuur braadSensor

˜,,š,Temperatuurstanden

De kookzones

Kookzones

 

$/" Kookzone met één ring

Gebruik pannen met de juiste afmetingen

 

 

 

¯

Gecombineerde kookzone

Zie het hoofdstuk ~ "CombiZone"

Alleen pannen gebruiken die geschikt zijn voor inductiekoken, zie paragraaf ~ "Koken met inductie"

9

nl Apparaat bedienen

Restwarmte-indicatie

De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmteindicatie. Hiermee wordt aangegeven dat een kookzone nog heet is. Raak de kookzone niet aan zolang de restwarmte-indicatie verlicht is.

Afhankelijk van de hoogte van de restwarmte wordt het volgende weergegeven:

Indicatie : hoge temperatuur

Indicatie œ: lage temperatuur

Wanneer u de pan tijdens het koken van de kookzone neemt, knipperen afwisselen de restwarmte-indicatie en de gekozen kookstand.

Is de kookzone uitgschakeld, dan is restwarmteindicatie verlicht. Ook wanneer de kookplaat al uitgeschakeld is, blijft de restwarmte-indicatie verlicht zolang de kookzone nog warm is.

1Apparaat bedienen

In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u een kookzone instelt. In de tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden voor verschillende gerechten.

Kookplaat inen uitschakelen

U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en uit.

Inschakelen: raak het symbool # aan. Er klinkt een signaal. De indicaties van de hoofdschakelaar en de kookzone-indicaties zijn verlicht.De kookplaat is bedrijfsklaar.

Uitschakelen: het symbool # aanraken tot de indicatie

verdwijnt. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De restwarmte-indicatie blijft verlicht tot de kookzones voldoende zijn afgekoeld.

Aanwijzingen

De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle kookzones langer dan 20 seconden uitgeschakeld zijn.

De gekozen instellingen blijven gedurende de eerste 4 seconden na uitschakeling van de kookplaat bewaard. Wanneer u in deze tijd de kookplaat opnieuw inschakelt, treedt deze in werking met de vorige instellingen.

Kookzone instellen

De gewenste kookstand instellen met de symbolen ò tot

ê.

Kookstand ò = laagste stand Kookstand ê = hoogste stand

Elke kookstand heeft een tussenstand.De tussenstand is in het instelgebied weergegeven met het symbool Ø.

Aanwijzingen

Om de gevoelige onderdelen van het apparaat te beschermen tegen oververhitting of elektrische overbelasting, kan het vermogen van de kookplaat voor korte tijd worden teruggebracht.

Om geluidshinder van het apparaat te voorkomen kan het vermogen van de kookplaat voor korte tijd worden teruggebracht.

10

Kookzone en kookstand kiezen

De kookplaat moet ingeschakeld zijn.

1.Het symbool ø van de gewenste kookzone aanraken.

Het symbool is verlicht en daaronder het symbool ¬.

2.Kies vervolgens in het instelgebied de gewenste kookstand.

 

De kookstand is ingesteld.

Kookstand wijzigen

 

Kies de kookzone en stel vervolgens in het instelbereik de gewenste kookstand in.

De kookzone uitschakelen

Selecteer de kookzone en stel af op in de

programmeerzone. De kookzone wordt uitgeschakeld en de restwarmte-indicator verschijnt.

Aanwijzingen

Als er geen pan op de inductiekookzone wordt geplaatst, gaat de geselecteerde vermogensstand knipperen. Na een tijdje wordt de kookzone uitgeschakeld.

Als er een pan op de kookzone staat voordat de plaat wordt ingeschakeld, zal deze worden gedetecteerd binnen 20 seconden na het indrukken van de hoofdschakelaar en zal de kookzone automatisch worden geselecteerd. Selecteer, zodra deze is gedetecteerd, de vermogensstand binnen 20 seconden, anders wordt de kookzone uitgeschakeld.

Ook al worden er meerdere pannen geplaatst, bij het inschakelen van de kookplaat wordt er maar één gedetecteerd.

Apparaat bedienen

nl

Kookadvies

Advies

Bij het warm maken van puree, crèmesoepen en dikvloeibare sauzen regelmatig roeren.

Voor het voorverwarmen kookstand 8 - 9 instellen.

Bij de bereiding met deksel de kookstand terugschakelen, zodra er tussen deksel en kookgerei stoom vrijkomt. Voor een goed bereidingsresultaat is geen stoom nodig.

Na de bereiding het kookgerei tot het opdienen gesloten houden.

Voor het koken met de snelkookpan de aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.

De gerechten niet te lang laten koken of bakken, om de voedingswaarde te behouden. Met de kookwekker kan de optimale bereidingstijd worden ingesteld.

Voor een gezonder bereidingsresultaat dient rokende olie te worden voorkomen.

Voor een bruine kleur van de gerechten deze na elkaar klaarmaken in kleine porties.

Kookgerei kan tijdens de bereiding hoge temperaturen bereiken. Het gebruik van pannenlappen is aan te bevelen.

Adviezen voor energie-efficiënt koken vindt u in het hoofdstuk ~ "Milieubescherming"

11

nl

Apparaat bedienen

 

 

 

 

Bereidingstabel

 

 

 

 

In de tabel wordt voor alle gerechten weergegeven

 

 

 

 

welke kookstand geschikt is. De bereidingstijd kan

 

 

 

 

afhankelijk van de soort, het gewicht, de dikte en de

 

 

 

 

kwaliteit van de gerechten variëren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kookstand

Bereidingstijd

 

 

 

 

 

(min.)

 

Smelten

 

 

 

 

 

Chocolade, couverture

1

- 1.

-

 

 

Boter, honing, gelatine

1

- 2

-

 

 

Opwarmen en warmhouden

 

 

 

 

 

Eenpansgerecht, bijv. linzenschotel

1. - 2

-

 

 

Melk*

 

1. - 2.

-

 

 

Worstjes in water verwarmen*

3

- 4

-

 

 

Ontdooien en opwarmen

 

 

 

 

 

Spinazie, diepvries

3

- 4

15

- 25

 

Goulash, diepvries

3

- 4

35

- 55

 

Gaarstoven, zachtjes laten koken

 

 

 

 

 

Aardappelballetjes*

4. - 5.

20

- 30

 

Vis*

 

4

- 5

10

- 15

 

Witte sauzen, bijv. bechamelsaus

1

- 2

3 - 6

 

Geklopte sauzen, bijv. bearnaisesaus, hollandaisesaus

3

- 4

8 - 12

 

Koken, stomen, stoven

 

 

 

 

 

Rijst (met dubbele hoeveelheid water)

2. - 3.

15

- 30

 

Rijstepap***

2

- 3

30

- 40

 

Aardappels in de schil

4. - 5.

25

- 35

 

Gekookte aardappels

4. - 5.

15

- 30

 

Deegwaren, pasta*

6

- 7

6 - 10

 

Eenpansgerecht

3. - 4.

120 - 180

 

Soepen

3. - 4.

15

- 60

 

Groente

2. - 3.

10

- 20

 

Groente, diepvries

3. - 4.

7 - 20

 

Garen in de snelkookpan

4. - 5.

-

 

 

Stoven

 

 

 

 

 

Rollades

4

- 5

50

- 65

 

Stoofvlees

4

- 5

60

- 100

 

Goulash***

3

- 4

50

- 60

 

* Zonder deksel

 

 

 

 

 

** Herhaaldelijk keren

 

 

 

 

 

***Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12

 

 

Apparaat bedienen

nl

 

 

 

 

 

 

Kookstand

Bereidingstijd

 

 

 

(min.)

 

 

Stoven / braden met weinig olie*

 

 

 

 

 

Schnitzel, on/gepaneerd

6 - 7

6

- 10

 

 

Schnitzel, diepvries

6 - 7

6

- 12

 

 

Kotelet, on/gepaneerd**

6 - 7

8

- 12

 

 

Steak (3 cm dik)

7 - 8

8

- 12

 

 

Borst van gevogelte (2 cm dik)**

5 - 6

10 - 20

 

 

Borst van gevogelte, diepvries***

5 - 6

10 - 30

 

 

Gehaktballen (3 cm dik)**

4. - 5.

20 - 30

 

 

Hamburger (2 cm dik)**

6 - 7

10 - 20

 

 

Vis en visfilet, ongepaneerd

5 - 6

8

- 20

 

 

Vis en visfilet, gepaneerd

6 - 7

8

- 20

 

 

Vis en visfilet, gepaneerd en diepvries, bijv. vissticks

6 - 7

8

- 15

 

 

Scampi, garnalen

7 - 8

4

- 10

 

 

Sauteren van groente en paddenstoelen, vers

7 - 8

10 - 20

 

 

Pangerechten, groente, vlees in reepjes op Aziatische wijze

7 - 8

15 - 20

 

 

Diepvriesgerechtem, bijv. pangerechten

6 - 7

6

- 10

 

 

Pannenkoeken (na elkaar gaar bakken)

6. - 7.

-

 

 

 

Omelet (na elkaar bakken)

3. - 4.

3

- 10

 

 

Spiegelei

5 - 6

3

- 6

 

 

Frituren* (150-200 g per portie in 1-2 l olie, per portie frituren)

 

 

 

 

 

Diepvriesproducten, bijv. frites, chicken nuggets

8 - 9

-

 

 

 

Kroketten, diepvries

7 - 8

-

 

 

 

Vlees, bijv. stukken kip

6 - 7

-

 

 

 

Vis, gepaneerd of in bierdeeg

6 - 7

-

 

 

 

Groente, paddenstoelen gepaneerd of in bierdeeg, tempura

6 - 7

-

 

 

 

Klein gebak, bijv. beignets, Berliner bollen, fruit in bierdeeg

4 - 5

-

 

 

 

* Zonder deksel

 

 

 

 

 

** Herhaaldelijk keren

 

 

 

 

 

***Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

13

nl CombiZone

wCombiZone

Met deze functie kunnen de beide kookzones aan de linkerkant, die even groot zijn, samengeschakeld worden. Hierbij wordt voor beide kookzones dezelfde kookstand ingesteld.Deze is bijzonder geschikt voor de bereiding met langwerpig kookgerei.

Aanwijzingen voor het kookgerei

Gebruik voor een optimaal resultaat een pan die afgestemd is op het gebied van de beide kookzones. Zet de pan in het midden van de kookzone.

Wanneer u op een van beide kookzones slechts één pan gebruikt, kunt u hem verplaatsen naar de tweede kookzone. In dit geval worden de vermogensstand en de gekozen instellingen overgenomen.

Activeren

De kookplaat moet ingeschakeld zijn.

1.Een van de kookzones kiezen die horen bij de CombiZone en de kookstand instellen.

2.Raak het symbool ú aan. De indicatie Ú is verlicht.

De kookstand verschijnt in de indicatie van de onderste kookzone.

De functie is geactiveerd.

Kookstand wijzigen

Een van de twee kookzones van de CombiZone kiezen en de kookstand in het instelgebied veranderen.

Deactiveren

Kies een van beide kookzones die bij deze functie horen en raak het symbool ú aan.

De functie is gedeactiveerd. De beide kookzones functioneren verder elk als onafhankelijke kookzone.

OTijdfuncties

Uw kookplaat beschikt over twee timer-functies:

Programmering van de bereidingstijd

Kookwekker

Programmering van de bereidingstijd

De kookzone schakelt na afloop van de ingestelde tijd automatisch uit.

Zo stelt u in:

1.De kookzone en de gewenste kookstand kiezen.

2.Raak het symbool 0 aan. In de indicatie van de

kookzone is x verlicht.In de timer-indicatie is ‹‹ verlicht.

3.Binnen de volgende 10 seconden in het instelgebied de gewenste bereidingstijd instellen.

 

 

Na enkele seconden begint de tijd af te lopen.

Aanwijzingen

Voor alle kookzones kan automatisch dezelfde bereidingstijd worden ingesteld. De ingestelde tijd loopt voor elk van beide kookzones onafhankelijk af. In de paragraaf ~ "Basisinstellingen" vindt u informatie over de manier waarop de bereidingstijd automatisch kan worden geprogrammeerd.

Wordt bij de gecombineerde kookzone de functie CombiZone gekozen, dan is de ingestelde tijd voor beide kookzones hetzelfde.

BraadSensor

Wordt er een bereidingstijd geprogrammeerd voor een kookzone en is de braadSensor geactiveerd, dan begint de bereidingstijd pas af te lopen wanneer de gekozen temperatuurstand bereikt is.

De tijd wijzigen of annuleren

Selecteer de kookzone en druk vervolgens op het symbool 0.

Wijzig de kooktijd in de programmeerzone of stel af op ‹‹om de tijd te annuleren.

14

Na het verstrijken van de tijd

De kookzone wordt uitgeschakeld. Er klinkt een waarschuwingssignaal. Op de visuele indicator van de

timerfunctie licht ‹‹ 10 seconden lang op.

Als op het symbool 0 wordt gedrukt, gaan de indicators uit en stopt het akoestische signaal.

Aanwijzingen

Om een bereidingstijd van minder dan 10 minuten in te stellen, dient u altijd 0 aan te raken voordat u de gewenste waarde kiest.

Is er een bereidingstijd voor meerdere kookzones geprogrammeerd, dan verschijnt altijd de tijdsopgave van de gekozen kookzone in de timerindicatie.

Voor het opvragen van de resterende bereidingstijd de betreffende kookzone kiezen.

U kunt een bereidingstijd tot ŠŠ minuten instellen.

De kookwekker

Met de kookwekker kunt u een tijd tot 99 minuten instellen.

Hij functioneert onafhankelijk van de kookzones en andere instellingen. Deze functie schakelt een kookzone niet automatisch uit.

Instellen

1.Raak meerdere keren het symbool 0 aan tot de

indicatie V oplicht. In de timer-indicatie is ‹‹ verlicht.

2.Stel in het instelbereik de gewenste tijd in.

Na enkele seconden begint de tijd af te lopen.

Tijd veranderen of wissen

Raak meerdere keren het symbool 0 aan tot de indicatie V oplicht.

Wijzig de tijd in het instelgebied of stel ‹‹ in om de geprogrammeerde tijd te wissen.

Aan het einde van de ingestelde tijd

Er klinkt een signaal. In de timer-indicatie verschijnt ‹‹

en de indicatie V licht op.Na 10 seconden verdwijnen de indicaties.

Bij aanraking van het symbool 0 verdwijnen de indicaties en het geluidssignaal.

PowerBoost-functie nl

vPowerBoost-functie

Met de PowerBoost-functie kunnen grote hoeveelheden water sneller worden verwarmd dan met de betreffende

kookstand Š.

Deze functie kan alleen worden geactiveerd voor een kookzone wanneer de andere kookzone van dezelfde

groep niet in gebruik is (zie Afb.). Anders knipperen en Š in de indicatie van de gekozen kookzone;

vervolgens wordt automatisch de kookstand Š ingesteld zonder de functie te activeren.

Aanwijzing: In het gebied van de combi-zone kan de powerboost-functie alleen worden geactiveerd wanneer de twee kookzones onafhankelijk van elkaar worden gebruikt.

Activeren

1.Een kookzone kiezen.

2.Symbool á aanraken.

Op het display is verlicht.

De functie is geactiveerd.

Deactiveren

1.De kookzone kiezen.

2.Symbool á aanraken.

De indicatie verdwijnt en de kookzone schakelt

terug naar de kookstand Š. De functie is gedeactiveerd.

Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat de PowerBoost-functie automatisch uitgaat, ter bescherming van de elektronische componenten binnenin de kookplaat.

15

nl Braadsensor

cBraadsensor

Met deze functie is het mogelijk te bakken met behoud van de geschikte pantemperatuur.

Deze kookzones zijn voorzien van het symbool van de bakfunctie.

Voordelen bij het bakken en braden

De kookzone warmt alleen op wanneer dit nodig is om de temperatuur te handhaven. Zo wordt energie bespaard en de olie of het vet niet oververhit.

De braadfunctie meldt wanneer de lege pan de optimale temperatuur voor toevoeging van de olie en vervolgens het toevoegen van de gerechten heeft bereikt.

Aanwijzingen

Geen deksel op de pan leggen. Anders wordt de functie niet juist geactiveerd. Er kan een spatbescherming worden gebruikt, om vetspetters te voorkomen.

Gebruik olie of vet die geschikt zijn om te bakken en te braden. Worden boter, margarine, pure olijfolie extra of reuzel gebruikt, stel dan temperatuurstand ˜ in.

Nooit een pan met of zonder inhoud verwarmen zonder dat er toezicht bij is.

Heeft de kookzone een hogere temperatuur dan de pan of omgekeerd, dan wordt de braadsensor niet op de juiste manier geactiveerd.

Pannen voor de braadsensor

Voor de braadsensor zijn speciale pannen verkrijgbaar. Deze optionele accessoires kunt u achteraf aanschaffen in de vakhandel of via onze technische servicedienst.

Geef steeds het corresponderende referentienummer op.

HEZ390210 pan met een diameter van 15 cm.

HEZ390220 pan met een diameter van 19 cm.

HEZ390230 pan met een diameter van 21 cm.

De pannen zijn voorzien van een antiaanbaklaag, zodat u met weinig olie kunt bakken en braden.

Aanwijzingen

De bakfunctie is speciaal ingesteld voor deze soort pannen.

Andere pannen kunnen oververhit raken. De temperatuur kan hoger of lager worden ingesteld. Probeer het eerst met de laagste temperatuurstand en verander deze zo nodig.

Zorg ervoor dat de diameter van de pannenbodem overeenkomt met de grootte van de kookzone. Zet de pan in het midden van de kookzone.

16

Braadsensor nl

Temperatuurstanden

Temperatuurstand

Geschikt voor

min.

laag

Het bereiden van gerechten met pure olijfolie extra, boter of margarine, bijv. omeletten.

low

gemiddeld - laag

Bakken van vis en gerechten als gehaktballetjes en worstjes.

med

gemiddeld - hoog

Bakken van steaks, medium of doorbakken, diepvries-, gepaneerde en fijne gerechten, bijv. schnitzels, ragout en groente.

max.

hoog

Het bakken van gerechten bij hoge temperaturen, bijv. steaks, saignant, aardappelkoekjes en gebakken aardappels.

Tabel

In de tabel wordt voor alle gerechten weergegeven welke temperatuurstand geschikt is. De baktijd kan afhankelijk van de soort, het gewicht, de grootte en kwaliteit van de gerechten variëren.

De ingestelde temperatuurstand varieert afhankelijk van de gebruikte pan.

Lege pan voorverwarmen, na het geluidssignaal de olie en het gerecht toevoegen.

 

 

Tempera-

Totale bereidingstijd vanaf het

 

 

tuurstand

geluidssignaal (min.)

 

Vlees

 

 

 

 

Schnitzel, on/gepaneerd

med

6

- 10

 

Filet

med

6

- 10

 

Koteletten*

low

10 - 15

 

Cordon bleu, Wiener Schnitzel*

med

10 - 15

 

Steak, saignant (3 cm dik)

max

6

- 8

 

Steak, medium of doorbakken (3 cm dik)

med

8

- 12

 

Borst van gevogelte (2 cm dik)

low

10 - 20

 

Worstjes, gekookt of rauw*

low

8

- 20

 

Hamburgers, gehaktballetjes, gevulde vleesballetjes*

low

6

- 30

 

Ragout, Gyros

med

7

- 12

 

Gehakt

med

6

- 10

 

Spek

min

5

- 8

 

Vis

 

 

 

 

Vis, gebakken, heel, bijv. forel

low

10 - 20

 

Visfilet, on/gepaneerd

low - med

10 - 20

 

Garnalen, krabben

med

4

- 8

 

Eiergerechten

 

 

 

 

Pannenkoeken**

max

-

 

 

Omelet**

min

3

- 6

 

Spiegelei

min - med

2

- 6

 

Roerei

min

4

- 9

 

Kaiserschwarrn (Zuid-Duitse pannenkoeken)

low

10 - 15

 

French toast**

low

4

- 8

 

* Regelmatig keren.

 

 

 

 

** Totale tijdsduur per portie. Na elkaar bakken.

 

 

 

 

 

 

 

 

17

nl

Braadsensor

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tempera-

Totale bereidingstijd vanaf het

 

 

tuurstand

geluidssignaal (min.)

Aardappels

 

 

 

Gebakken aardappels (van gekookte aardappels)

max

6

- 12

Frites (van ongekookte aardappels)

med

15 - 25

Aardappelkoekjes**

max

2,5 - 3,5

Geglaceerde aardappels

low

15 - 20

 

 

 

 

Groente

 

 

 

Knoflook, uien

min

2

- 10

Courgettes, aubergines

low

4

- 12

Paprika, groene asperges

low

4

- 15

Paddestoelen

med

10 - 15

Geglaceerde groente

low

6

- 10

 

 

 

 

Diepvriesproducten

 

 

 

Schnitzels

med

15 - 20

Cordon bleu*

med

10 - 30

Borst van gevogelte*

med

10 - 30

Kip-nuggets

med

10 - 15

Gyros, kebab

low

5

- 10

Visfilet, on/gepaneerd

low

10 - 20

Vissticks

med

8

- 12

Frites

 

max

4

- 6

Pangerechten, bijv. groentepannetje met kip

low

6

- 10

Loempia's

med

10 - 30

Camembert/Kaas

low

10 - 15

 

 

 

 

Diversen

 

 

 

Camembert/Kaas

low

7

- 10

Voorgegaarde, droge producten met toevoeging van water, bijv. pasta.

min

5

- 10

Croutons

low

6

- 10

Amandelen/walnoten/pijnboompitten

med

3

- 15

*Regelmatig keren.

**Totale tijdsduur per portie. Na elkaar bakken.

18

Loading...
+ 42 hidden pages