NordicTrack NETL178120 Owner's Manual

Modelnr. NETL17812.0 Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
Als u nog vragen hebt of er zijn onderdelen die ontbreken of besch­adigd zijn, neem dan contact op met de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Bezoek onze website: www.iconsupport.eu
GEBRUIKERSHANDLEIDING
OPGELET
Lees voor gebruik van dit apparaat alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding. Bewaar deze hand­leiding voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
252913
256837
Dutch
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
BEFORE YOU BEGIN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
DE HARTSLAG MONITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
GEBRUIK EN BIJSTELLEN ..................................................................16
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN ............................................24
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn met dit product inbegrepen. Plak de stickers op de aangegeven plaatsen over de Engelse waarschuwingen heen. De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Raadpleeg de
laatste pagina van deze handleiding wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een vervangende sticker. Plak de sticker op de aangegeven plaats. Aandacht:
de sticker(s) worden niet op ware grootte weergegeven.
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees voordat u de loopband gebruikt, alle instructies in deze
handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband, om het risico op brandwonden, brand, elek­trische schok, of letsel aan personen te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige­naar om zich ervan te overtuigen dat alle gebruikers van de loopband voldoende op de hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is vooral belangrijk voor personen voor per­sonen ouder dan 35, of voor personen met al reeds bestaande gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals in deze handleiding beschreven.
4. Deze loopband is alleen voor gebruik thuis bedoeld. Gebruik de loopband niet commer­cieel of voor verhuur, of in een instelling.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage, op een overdekt terras of bij water.
6. Plaats de loopband op een vlakke onder­grond met minstens 2,4 m ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor dat de loop­band geen luchtopeningen of luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder de loop­band om uw vloer of de vloerbedekking te beschermen.
7. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen gebruikt worden of waar zuurstof beheerd wordt.
loopband verstrikt kan raken. Suspensoirs worden voor zowel mannen als vrouwen aangeraden. Draag altijd sportschoenen.
Gebruik de loopband nooit op blote voeten, op sokken of op sandalen.
12. Steek de stekker alleen in een geaard stop­contact (zie bladzijde 16). Geen enkel ander apparaat mag op dezelfde groep aangesloten zijn.
13. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan alleen een 3 draadige-aansluiting, 1 mm2 (maat 14) snoer die niet langer is dan 1,5 meter.
14. Houd de stekker bij hete oppervlaktes vandaan.
15. Loop nooit op de loopband wanneer de elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband niet wanneer het elektrische snoer of de stekker beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOSSEN op bladzijde 25 als de loopband niet goed werkt.)
16. Lees de noodstopprocedure grondig door en test de procedure voordat u de loopband gebruikt (raadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN op bladzijde 18).
17. Start de loopband nooit wanneer u op de loopband staat. Houd u altijd aan de han­dleuningen vast wanneer u de loopband gebruikt.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
9. De loopband mag alleen door mensen die 159 kilo of minder wegen gebruikt worden.
10. Laat nooit meer dan één persoon tegelijk de loopband gebruiken.
11. Draag bij gebruik van de loopband de juiste kleding. Draag geen losse kleding die in de
18. De loopband kan een hoge snelheid bereiken. Stel de snelheid geleidelijk bij om schokk­ende versnellingen te voorkomen.
19. De hartslagmonitor is geen medisch instru­ment. Verschillende factoren, waaronder bewegingen van de gebruiker, kunnen de nauwkeurigheid van de metingen beïnvloe­den. De hartslagmonitor dient slechts om de hartslag globaal te meten, als hulpmiddel bij uw oefeningen.
3
20. Laat de loopband nooit zonder toezicht draaien. Haal altijd de sleutel eruit, druk de stroomschakelaar in de off (uit-stand) (zie de tekening op bladzijde 5 voor de plaats van de stroomschakelaar) en haal de stekker van de loopband uit het stopcontact wanneer deze niet gebruikt wordt.
21. Voltooi eerst de montage van de loopband voordat u hem optilt, laat zakken of ver­plaatst. (Zie MONTAGE op bladzijde 7 en HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN op bladzijde 24). U moet 20 kg veilig kunnen tillen, om de loopband op te kunnen tillen, neer te kunnen laten of te kun­nen verplaatsen.
22. Bij het inklappen of verplaatsen van de loopband moet u ervoor zorgen dat de opbergvergrendeling het onderstel stevig in de opbergstand houdt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
23. Steek geen enkel voorwerp in welke opening van de loopband dan ook.
24. Controleer alle onderdelen regelmatig en draai ze goed vast.
25. GEVAAR: Trek de stekker, na gebruik,
altijd direct uit het stopcontact. Doe dit ook bij het schoonmaken van de loopband, voor het plegen van onderhoud en voor het bijstellen zoals beschreven in deze handleiding. Verwijder nooit de motorkap tenzij een erkende onderhoudsmonteur dat opdraagt. Onderhoud, anders dan de proce­dures in deze handleiding, dient uitsluitend uitgevoerd te worden door een erkende onderhoudsmonteur.
26. Te veel oefenen, kan tot ernstig letsel of tot de dood leiden. Als u tijdens het oefenen pijn voelt of duizelig wordt, dient u onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
4
BEFORE YOU BEGIN
Fijn u dat u voor de revolutionaire NORDICTRACK® T14.2 loopband gekozen heeft. De T14.2 loopband biedt een indrukwekkende waaier aan functies die ontwikkeld zijn om uw workouts thuis effectiever en leuker te maken.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
Lengte: 203 cm Breedte: 97 cm Gewicht: 102 kg
Handleuning
Noteer het productnummer en het serienummer voor­dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de stickers met het productnummer en het serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningspaneel
Accessoireshouder
Hartslagmonitor
Sleutel/Klip
Loopband
Voetrail
Bijstelschroeven van de Ruststandrol
Motorkap
Stroomschakelaar
Wiel
Kussen van het Loopvlak
5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus­sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
#10 Sterring
(5)–4
#8 x 1/2"
Aardschroef
(6)–1
3/8" x 2" Bout (2)–2
5/16" Sterring
(8)–4
#8 x 1/2" Schroef
(1)–14
5/16" x 2 3/4" Schroef (12)–4
Tek Schroef (13)–8
3/8" Sterring
#8 x 3/4"
(10)–8
#8 x 3/4" Schroef
(14)–4
3/8" x 1 1/4" Schroef
3/8" x 2 3/4" Schroef (22)–4
3/8" Moer (9)–2
#10 x 3/4"
Schroef
(4)–4
(3)–4
6
MONTAGE
• De montage moet door twee personen gebeuren.
• Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal pas weg als u volledig met de montage klaar bent.
• Er kan, na verzending, een olieachtige substantie op de buitenkant van de loopband zitten. Dit is normaal. Mocht er wat olieachtige substantie op de loopband zitten, veeg dit dan met een zachte lap en een zacht, niet-schurend schoonmaakmid­del weg.
• Linker onderdelen zijn met een “L” of “Left” aangegeven en rechter onderdelen zijn met een “R” of “Right” aangegeven.
1. Zorg ervoor dat het stroomsnoer niet in het
stopcontact zit.
Kantel de loopband, met hulp van een tweede
persoon, voorzichtig op zijn rechterkant.
Trek de Draad van de Staander (91) en de aard-
draad van de basis (A) door het aangegeven gat in de Basis (29).
• Zie bladzijde 6, voor het herkennen van kleine onderdelen.
• Voor montage heeft u het volgende gereedschap nodig:
de meegeleverde inbusleutels
een engelse sleutel
een kruiskopschroevendraaier
schaar
punttang
Gebruik nooit elektrisch gereedschap om schade aan onderdelen te vermijden.
1
Gat
29
A
90
6
91
Maak de aarddraad van de basis (A) aan de
Basis (29) vast met een #8 x 1/2" Aardschroef (6).
Zorg ervoor dat de Borgring (90) in het vierkante
gat in de Basis gedrukt wordt.
Raadpleeg de inzet-tekening. Snij de plastic
draadband bij de Draad van de Staander (91) los.
Zorg ervoor dat de Draad van de Staander niet bekneld raakt.
2. Maak de Linker Wieldop (113) aan de Basis (29) vast met twee #8 x 3/4" Schroeven (14).
Maak vier Kussens van de Basis (37) aan
de Basis (29) vast met acht #8 x 3/4" Tek Schroeven (13) (slechts een kant is afgebeeld).
Draai de schroeven nog niet te vast.
Leg de loopband, met hulp van een tweede per-
soon, zodanig neer dat de Basis (29) plat op de vloer ligt.
Maak de Rechter Handleuning (niet afge-
beeld) op dezelfde manier vast.
Draadband
Snijden
91
2
37
13
29
13
14
37
113
7
3. Zoek naar de Linker Staander (84). Laat een tweede persoon de Linker Staander bij de Basis vasthouden (29).
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad-
band in de Linker Staander (84) stevig rond het uiteinde van de Draad van de Staander (91) vast. Trek dan aan het andere eind van de draadband totdat de Draad van de Staander door de Linker Staander geleid is.
3
91
84
84
Draadband
91
29
Draadband
91
4. Houd de Linker Staander (84) tegen de Basis (29) vast. Zorg ervoor dat de draden niet bekneld raken. Plaats, indien nodig, de aard­draad van de basis (A) in het gat aan de zijkant van de Linker Staander. Steek dan twee 3/8" x 2 3/4" Schroeven (22) met twee 3/8" Sterringen (10) en twee 3/8" x 1 1/4" Schroeven (3) met twee 3/8" Sterringen in de Linker Staander.
Draai de 3/8" x 2 3/4" Schroeven (22) en de
3/8" x 1 1/4" Schroeven (3) gedeeltelijk vast totdat de koppen van de Schroeven de Linker Staander (84) raken. Draai de Schroeven nog niet helemaal vast. Let op: Het kan handig zijn om een korte inbussleutel (B) te gebruiken op de afgebeelde Schroef.
Maak de Rechter Staander (niet afgebeeld)
op dezelfde manier vast. Let op: Er zitten geen draden aan de rechterkant.
4
84
22
B
10
3
10
A
10
29
8
5. Zoek naar de Linker en de Rechter Kap van de Basis (88, 89). Schuif de Linker kap van de Basis (80) op de Linker Staander (84). Schuif de Rechter kap van de Basis op de Rechter Staander (85). Druk de Kappen van de Bases
nog niet op hun plaats.
5
85
6. Zoek naar de linker Handleuning (79). Als er een draad in de linker Handleuning zit, haal hem eruit en gooi hem weg.
Houd de linker Handleuning (79) bij de Linker
Staander (84). Steek de draadband op de Draad van de Staander (91) in de onderkant en uit het uiteinde van de linker Handleuning zoals afge­beeld. Trek dan de Draad van de Staander door de linker Handleuning.
Maak de linker Handleuning (79) op de Linker
Staander (84) vast met twee 5/16" x 2 3/4" Schroeven (12) en twee 5/16" Sterringen (8).
Zorg ervoor dat de Draad van de Staander (91) niet bekneld raakt. Draai de Schroeven nog niet vast.
6
88
91
Draad-
band
79
84
89
12
8
C
84
Maak de twee aangegeven schroeven (C) uit de
linker Handleuning (79) los en gooi ze weg.
9
7. Maak de rechter Handleuning (79) aan de Rechter Staander (85) vast met twee 5/16" x 2 3/4" Schroeven (12) en twee 5/16" Sterringen (8). Draai de Schroeven nog niet vast.
7
12
Maak de twee aangegeven schroeven (C) uit de
Rechter Handleuning (79) los en gooi ze weg.
8. Plaats de Basis van het Bedieningspaneel (98) naar beneden toe gericht op een zachte oppervlak om krassen op de Basis van het Bedieningspaneel te voorkomen.
Maak de twee schroeven (D) en twee draadban-
den van de Dwarsstang voor de Hartslag (81) los. Verwijder de Dwarsstang voor de Hartslag en gooi de schroeven weg.
8
C
83
79
85
4
8
11
101
98
D
Maak de vier 5/16" x 5/8" Schroeven (11) uit het
Onderstel van het Bedieningspaneel (101) los.
De Schroeven zullen later gebruikt worden.
11
Tie
81
Tie
10
9. Zoek naar de Linker en de Rechter Lade (95, 96).
9
Maak de Linker en de Rechter Lade (95, 96) aan
de Basis van het Bedieningspaneel (98) vast met acht #8 x 1/2" Schroeven (1). Tip: Het kan
makkelijker zijn om met de twee Schroeven aan de binnenkant te beginnen en dan de Laden op hun plaats te schuiven voordat u de andere zes Schroeven vastdraait.
Let op: Het kan nodig zijn dat het Onderstel van
het Bedieningspaneel (101) naar boven gedraaid moet worden wanneer u de Linker en de Rechter Lade (95, 96) vastmaakt.
10. IMPORTANT: Gebruik geen groot gereedsc-
hap en draai de #10 x 3/4" Schroeven (4) niet te vast, om de Dwarsstang voor de Hartslag (81) niet te beschadigen.
10
1
101
98
95
1
79
1
4
5
96
1
1
Draai de Dwarsstang voor de Hartslag (81)
zoals afgebeeld. Maak de Dwarsstang voor de Hartslag op de Handleuningen (79) vast met vier #10 x 3/4" Schroeven (4) en vier #10 Sterringen (5). Draai alle vier de Schroeven eerst aan en
draai ze daarna vast.
Zorg ervoor dat de Draad van de Staander
(91) niet bekneld raakt. Draai de vier 5/16" x 2
3/4" Schroeven (12) stevig vast.
91
12
81
4
5
79
12
11
11. Houd, met de hulp van een tweede persoon, het bedieningspaneel bij de Handleuningen (79) (slechts een is afgebeeld).
Sluit de aarddraad van het bedieningspaneel
aan op de Aarddraad (80) op de Dwarsstang voor de Hartslag (81).
11
Bedieningspaneel
Sluit de Draad van de Staander (91) aan op de
draad van het bedieningspaneel. Raadpleeg
de inzet-tekening. De verbindingsstukken zouden makkelijk samen moeten glijden en op hun plaats moeten klikken. Draai een van
de verbindingsstukken, als dit niet gebeurt, en probeer het nog eens. ALS U DE VERBIND-
INGSSTUKKEN NIET GOED AANSLUIT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN WANNEER DE STROOM INGE­SCHAKELD WORDT. Verwijder het draadband
uit de Draad van de Staander.
12. Zet het bedieningspaneel op de Handleuningen (79). Zorg dat bedrading niet beklemd raakt. Steek het overschot aan Draad van de Staander (91) achter het Onderstel van het Bedieningspaneel (101).
12
Aarddraad
80
Draad
van het
Bedie-
nings-
paneel
91
Draad
van het
Bedienings-
paneel
91
79
81
Draadband
Bedieningspaneel
101
Maak het bedieningspaneel aan de beugels op
de Handleuningen (79) vast met de vier 5/16" x 5/8" Schroeven (11) die u eerder verwijderd heeft. Draai de schroeven nog niet vast.
91
79
79
11
11
12
13. Maak de Dwarsstang voor de Hartslag (81) aan het bedieningspaneel vast met zes #8 x 1/2" Schroeven (1). Draai alle zes de schroeven
eerst wat aan en draai ze daarna vast.
Maak de vier 5/16" x 5/8" Schroeven (11) stevig
vast.
13
Bedieningspaneel
14. Draai de vier 3/8" x 2 3/4" Schroeven (22) stevig vast en draai daarna de vier 3/8" x 1 1/4" Schroeven (3) vast (slechts één kant is afgebeeld).
Druk de Linker Kap van de Basis (88) en de
Rechter Kap van de Basis (niet afgebeeld) op de Basis (29) totdat deze vastklikken.
11
14
11
81
1
88
22
3
1
1
3
29
13
15. Til daarna het Onderstel (57) omhoog, tot de stand die afgebeeld is. Laat een tweede per-
soon het Onderstel vasthouden totdat stap 16 voltooid is.
15
Draai de Opbergvergrendeling (54) zodanig dat
de grote stang en de vergrendelknop in de afge­beelde standen geplaatst zijn.
Verwijder welke draadband dan ook van
het uiteinde van de Opbergvergrendeling (54). Maak het onderste uiteinde van de Opbergvergrendeling aan de Basis (29) vast met een 3/8" x 2" Bout (2) en een 3/8" Moer (9).
16. Maak het bovenste uiteinde van de Opbergvergrendeling (54) aan de Onderstel (57) vast met een 3/8" x 2" Bout (2) en een 3/8" Moer (9).
57
29
9
2
54
Knop
Grote
Loop
16
Laat het Onderstel (57) zakken (zie HOE DE
LOOPBAND TE LATEN ZAKKEN VOOR GEBRUIK op bladzijde 24).
17. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er velletjes plastic op de loopbandstickers zitten, verwijder dan het plastic. Plaats een matje onder de loopband om de vloer of de vloerbedekking te beschermen. Let op: Het kan zijn dat er extra onderdelen meegeleverd zijn. Berg de inbussleutel goed op; de inbussleutel is nodig om de loopband mee bij te stellen (zie bladzijde 26 en 27).
9
57
2
54
14
DE HARTSLAG MONITOR
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor heeft een borstkas­band en een sensor.
Steekdeapin
ene uiteinde van de borstkas-band in het ene uiteinde van de sensor, zoals afge­beeld in de tekening. Druk dan het uit­einde van de sensor onder de gesp van de borstkas-band.
Deapmoetgelijk
zijn met de voorkant van de sensor.
De hartslag moni­tor moet onder uw kleding gedragen worden, strak tegen uw huid. Draag de hartslag monitor in de aangegeven plaats rond uw borst­kas. Zorg ervoor dat de logo naar buiten wijst. Maak dan het andere uit­einde van de borstkas-band op de sensor vast. Stel de lengte van de borstkas-band bij mocht dat nodig zijn.
Flaps
Borstkas-
Sensor
band
Sensor
Flap
Gesp
•Buigenrekdesensortijdenshetgebruikofhet
opbergen van de hartslag monitor niet te veel.
•Maakdesensorschoonmeteenzachtedoekeneen
beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met een zachte doek en droog deze goed af. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of chemische producten om de sensor schoon te maken. U kunt de borstkas­band met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wan­neer de hartslag monitor niet goed werkt.
•Zorgervoordatudehartslagmonitorgoeddraagt
zoals hier links is beschreven. Verplaats de hartslag monitor wat naar boven of naar beneden wanneer u de borstkas-hartslag monitor niet goed werkt.
•Maakdeelektrodesopnieuwwatnatwanneerde
hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te transpireren.
•Voordegoedeweergavevandehartslagmetingen
moet de gebruiker zich op minder dan een armlengte van het bedieningspaneel bevinden.
•Alserzicheenbatterijdekseltjeaandeactherkant
van de sensor bevindt, vervang dan de batterij met een batterij van hetzelfde type.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en zoek naar de twee elektrodes met de kleine randjes. Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof, zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
•Droogdesensorgoedafnaiedergebruik.Door
vocht blijft de sensor langer dan nodig branden en zodoende zullen de batterijen sneller leeg lopen.
•Bewaardehartslagmonitoropeenwarmeendroge
plaats. Bewaar de harslag monitor niet in een plastic zak of andere verpakking die vocht kan vasthouden.
•Steldehartslagmonitornietlangdurigblootaan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
•Dehartslagmonitorisontwikkeldvoormensenmet
een normale hartslag. Problemen met de hartslag­meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin­gen, of aritmie.
•Dewerkingvandehartslagmonitorkanbeïnvloed
worden door magnetische storingen die door hoog­spanningsdraden en andere elektromagnetische bronnen veroorzaakt kunnen worden. Verplaats het
tness-apparaatalsuvermoedtdatditdeoorzaakis.
15
UK
UK
DU GR RU HU
AUS
TYPE F
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische schok te verminderen. Een snoer en een geaarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door de fabrikant aanbevolen snoer.
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische schok leiden. Laat een elektriciën de aarding nakijken als u niet zeker weet of het stopcon­tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen aan de stekker van het apparaat aan. Laat een elektriciën een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het stopcontact van de loopband.
Stopcontact van
de Loopband
Snoer
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen.
Stopcontact
16
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie­ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere talen op het meegeleverde stickervel. Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een indrukwekkende waaier aan functies die ontwikkeld zijn om uw workouts effectiever en prettiger te maken. U kunt, wanneer u de handmatige instelling gebruikt, de snelheid en de helling van de loopband veranderen door een druk op een toets. Tijdens het oefenen zal het bedieningspaneel direct feedback over uw workout geven. U kunt zelfs uw hartslag meten door gebruik te maken van de hartslagmonitor met handgreep of van de borstkas hartslagmonitor.
Het bedieningspaneel heeft tevens 30 ingestelde work­outs—zeven calorie workouts, negen helling workouts, zeven intensiteit workouts, en zeven snelheid work­outs. Elke workout regelt automatisch de snelheid en de helling van de loopband terwijl u door een effectieve oefensessie geleid wordt. U kunt ook een na te streven calorie, tijd of afstand doel instellen.
Het bedieningspaneel heeft ook een iFit instelling zodat de loopband door de meegeleverde iFit module met uw draadloos netwerk kan communiceren. U kunt, met de iFit instelling, workouts downloaden, uw eigen
workouts samenstellen, resultaten van uw workout bijhouden, tegen andere hardlopers racen en vele andere functies raadplegen.
U kunt zelfs tijdens het oefenen, via het stereogeluids­systeem van het bedieningspaneel, naar uw favoriete muziek of audioboeken luisteren.
Zie bladzijde 18 om de stroom in te schakelen. Zie bladzijde 18 om de handmatige instelling te gebrui- ken. Zie bladzijde 20 om een workout te gebruiken. Zie bladzijde 21 om een iFit workout te gebruiken. Zie bladzijde 22 om een workout met een na te
streven doel te gebruiken. Zie bladzijde 22 om de stereo geluidssysteem te gebruiken. Zie bladzijde
23 om de informatie-instelling te gebruiken.
Let op: Het bedieningspaneel kan de snelheid en de afstand of in kilometers of in mijlen weergeven. Zie DE INFORMATIE-INSTELLING op bladzijde 23 om uit te zoeken welke meeteenheid gekozen is. Om het eenvoudig te houden zijn alle instructies in deze handleiding in kilometers aangegeven.
BELANGRIJK: Als er velletjes plastic op het bedi­eningspaneel zitten, verwijder het plastic dan. Draag schone sportschoenen wanneer u de loop­band gebruikt om beschadiging aan het loopvlak te voorkomen. Bestudeer de uitlijning van de loop­band wanneer u de loopband voor de eerste keer gebruikt, en leg, indien nodig, de loopband in het midden (zie bladzijde 27).
17
HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan koude temperaturen blootgesteld is geweest, de loopband tot kamertemperatuur komen voordat u de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u het bedieningspaneel of andere elektrische compo­nenten beschadigen.
Steek het strooms­noer in het stopcontact (zie bladzijde 16). Zoek vervolgens naar de stroomschakelaar op het onderstel van de loopband bij het stroomsnoer. Druk de stroomschakelaar in de resetstand.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel kent een demo-instelling, die ontwikkeld is voor als de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. Zodra de displays oplichten als het stroomsnoer inges­token is en de stroomschakelaar in de resetstand gezet is, gaat de demo-instelling aan. Houd, om de demo-instelling uit te schakelen, de Stoptoets enkele seconden lang ingedrukt. Raadpleeg DE INFORMATIE-INSTELLING op bladzijde 23 om de demo-instelling uit te schakelen wanneer de dis­plays blijven branden.
Ga vervolgens op de voetrails van de loopband staan. Zoek naar de klip die aan de sleutel vastzit en schuif de klip aan de tailleband van uw kleding. Steek de sleutel in het bedi­eningspaneel. Kort daarna zullen de displays oplichten.
BELANGRIJK: Bij een noodsituatie kunt u aan de sleutel uit het bedien­ingspaneel trekken, zodat de loopband langzaam tot stilstand komt. Test de klip door voorzichtig een paar stappen achteruit te zetten. Als de sleutel niet uit het bedieningspaneel getrokken wordt, stel dan de lengte van de klip bij.
Resetten
Sleutel
Klip
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
aan de linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Druk, wanneer de handmatige instelling nog niet
gekozen is, op de Manual (handmatige) toets om de handmatige instelling te kiezen.
3. Start de loopband.
Druk, om de loopband te starten, op de Starttoets,
op de Speed (snelheid) toename toets of op een van de acht Speed toetsen met de nummers 2–22.
Als u op de Starttoets of op de Speed toename
toetsdrukt, dan zal de loopband beginnen te draaien met een snelheid van 2 Km/u. Tijdens het oefenen kunt u de snelheid van de loopband naar wens aanpassen door op de Speed toename en decrease -afname toetsen te drukken. Steeds als u op een van de toetsen drukt, dan zal de snel­heidsinstelling met 0,1 Km/u veranderen; als u op een toets blijft drukken, dan zal de snelheid met stapjes van 0,5 Km/u veranderen. Let op: Na het drukken op de toets kan het even duren voordat de loopband de gekozen snelheidsinstelling bereikt.
Indien u op een van de Speed toetsen, met de
nummers 2–22, drukt, dan zal de snelheid van de loopband geleidelijk veranderd worden totdat de gewenste snelheidsinstelling bereikt wordt.
Druk op de Stoptoets om de loopband tot stilstand
te brengen, De tijd zal op de display beginnen op de flikkeren. Druk op de Starttoets of op de Speed toename toetsom de loopband opnieuw te starten.
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Druk, om de helling van de loopband te verand-
eren, op de Incline (helling) toename of –afname toets of op een van de Incline (helling) toetsen, met de nummers 0–15. Met iedere druk op een van de toetsen zal de loopband zich geleidelijk tot de gekozen hellingstand aanpassen.
18
5. Volg uw voortgang op de displays.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
De matrix—Indien u
de handmatige instel­ling kiest, dan zal de matrix een piste van 400 meter aangeven. Tijdens het oefenen zullen de indicatoren rond de piste na elkaar verschijnen tot de hele piste verschijnt. De piste zal dan verdwijnen en de indicatoren zullen weer opnieuw na elkaar verschijnen.
De Cals/Incline
(calorieën/helling) display—Deze display
geeft bij benadering het aantal verbranden calo­rieën aan. De display zal, telkens wanneer de helling van de loopband veranderd wordt, ook de helling van de loopband een paar seconden lang aangeven.
De Time (tijd) dis-
play—De display zal
de verlopen tijd aan­geven. Let op: Indien u een workout kiest, zal de display de rester­ende tijd van de workout in plaats van de verlopen tijd aangeven.
De Distance (afstand)
display—Deze dis-
play zal de gelopen of gerende afstand aangeven.
De Speed/Pulse
(snelheid/hartslag) display—De display
geeft de snelheid van de loopband aan. De display zal ook uw hart­slag aangeven wanneer u de hartslag monitor met handgreep of de borst­kas hartslag monitor gebruikt (zie stap 6).
De middelste display—Deze display zal de work-
out instructies aangeven.
Het iFit-symbool zal in
de middelste display oplichten, wanneer de iFit module met iFit verbonden is.
Druk op de Stoptoets, trek de sleutel uit en steek
de sleutel er weer in om de displays te resetten.
Let op: Als u tegelijkertijd de hartslagmonitor
met handgreep en de borstkas hartslagmonitor draagt en gebruikt, dan zal het bedieningspa­neel uw hartslag niet nauwkeurig weergeven.
Zie bladzijde 15 voor informatie over de borstkas hartslagmonitor.
Verwijder
de velletjes plastic van de metalen contactpunten op de sen­sorstang voordat u de hartslag­monitor met handgreep gebruikt. Zorg er ook voor dat uw handen schoon zijn.
Ga, om uw hartslag te meten, op de voetrails
staan en houd de sensorstang vast met uw hand­palmen op de metalen contactpunten—beweeg uw handen niet. Wanneer uw hartslag gemeten kan worden, verschijnen er verschillende streepjes en daarna wordt uw hartslag getoond. Houd, voor de
meest nauwkeurige hartslagwaarde, de contact­punten gedurende ongeveer 15 seconden vast.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft
meerdere snelheids­instellingen. Druk herhaaldelijk op de Coolaire ventilatortoe­name en de -afname toetsen om een ven­tilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator uit te zetten.
8. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel, wan-
neer u met oefenen klaar bent.
Ga op de voetrails staan, druk op de Stoptoets en
stel de helling van de loopband in de laagste stand. De helling van de loopband moet in de laagste stand staan wanneer u de loopband wilt opbergen anders kan de loopband beschadigd worden. Trek vervolgens de sleutel uit het bedien-
ingspaneel en bewaar deze op een veilige plek.
Zet u de stroomschakelaar in de off (uitstand) en
trek het snoer uit het stopcontact als u met de loopband klaar bent. BELANGRIJK: Als u dit niet
doet, kunnen de elektrische onderdelen van de loopband voortijdig slijten.
Metalen
Contactpunten
Toename
Afname
19
HOE EEN INGESTELDE WORKOUT TE GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
De workout gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel op de display opflikkert en het laatste segment eindigt. De loopband zal dan langzaam tot stilstand komen.
Zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
op baldzijde 18.
2. Kies een ingestelde wokout.
Druk om een workout te kiezen herhaaldelijk op
de Calorie (calorie), op de Incline (helling), op de Intensity (intensiteit) of op de Speed (snelheid) toets totdat de gewenste workout op de display verschijnt.
De displays zullen wanneer u een workout kiest
de maximum helling, de duur, de afstand, de maximum snelheid, en de naam van de workout aangeven. Bovendien zal er een profiel van de snelheidsinstellingen van de workout op de matrix verschijnen. Wanneer u voor een calorie workout kiest, dan zal bij het geschatte aantal calorieën dat u zult verbranden in de naam van de workout verschijnen.
3. Begin met de workout.
Druk op de Starttoets of op de Speed toename
toets om met de workout te beginnen. Kort nadat u op de toets gedrukt heeft, zal de loopband zich automatisch aan de eerste snelheids- en hellin­ginstelling van de wokout aanpassen. Houd de handleuningen vast en begin te lopen.
Elke workout is in segmenten verdeeld. Er is één
snelheidsinstelling en één hellinginstelling voor elk segment geprogrammeerd. Let op: Dezelfde snelheids- en/of hellinginstelling kan voor opeen­volgende segmenten geprogrammeerd worden.
Tijdens de workout, zal
het profiel uw vorder­ing aangegeven. Het opflikkerende segment van het profiel stelt het huidige segment van de workout voor. De hoogte van het opflikkerende segment geeft de snelheidsinstellingen voor het huidige segment weer. Aan het einde van elk seg­ment, is een serie geluiden te horen en begint het volgende segment van het profiel op te flikkeren. Als een nieuwe snelheids- en/of hellinginstell­ing voor het volgende segment geprogrammeerd is, dan zal de nieuwe snelheids- en/of hellingin­stelling een paar seconden lang op de displays verschijnen en zal de loopband zich automatisch aan de nieuwe snelheids- en/of hellinginstelling aanpassen.
Huidig Segment
Let op: Het na te streven caloriedoel is een
schatting van het aantal calorieën dat u tijdens de workout zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt hangt van verschil­lende factoren, zoals uw gewicht, af. Daarnaast heeft een handmatige wijziging van de snel­heid of de helling van de loopband tijdens de workout effect op het aantal calorieën dat u zult verbranden.
Indien de snelheids- of de hellinginstelling wan-
neer dan ook tijdens de workout te hoog of te laag staat, dan kunt u de instelling handmatig over­schrijven door op de Speed of de Incline toetsen te drukken. Echter als het volgende segment van
de workout begint, dan zal de loopband zich automatisch aan de snelheids- en hellinginstel­lingen voor het volgende segment aanpassen.
Druk op de Stoptoets om op welk ogenblik dan
ook met de workout te stoppen. De tijd zal op de display opflikkeren. Druk op de Starttoets of op de Speed toename toets om de workout te hervatten. De loopband begint bij ongeveer 2 Km/u te bewe­gen, Als het volgende segment van de workout begint, dan zal de loopband zich automatisch aan de snelheids- en hellinginstelling voor dat volgende segment aanpassen.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 19
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
7. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u met oefenen klaar bent.
Zie stap 8 op bladzijde 19.
20
HOE EEN IFIT-WORKOUT TE GEBRUIKEN
Let op: Voor gebruik van een iFit workout dient u toegang te hebben tot een computer met een USB­poort en een internetverbinding. Daarnaast dient u ook toegang te hebben tot een draadloos netwerk inclusief een 802.11b router met geactiveerde SSID broadcast (verborgen netwerken worden niet ondersteund). Een iFit.com-lidmaatschap is ook vereist.
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
op bladzijde 18.
2. Steek de iFit module in het bedieningspaneel.
Raadpleeg de instructies die met de iFit module
meegeleverd zijn om de iFit module in te steken.
Zie www.iFit.com voor meer informatie over de
iFIt workouts.
De display zal, wanneer u een iFit workout kiest,
de tijdsduur van de workout, de afstand die u zult lopen of rennen, het geschatte aantal caloriëen dat u zult verbranden, de naam van de workout, en de maximum snelheids- en hellinginstellingen aan­geven. De display zal, als u een competitie workout kiest, aftellen totdat de race begint.
Let op: Sommige iFit toetsen kunnen ook twee
demo workouts uitvoeren. Haal de iFit module van het bedieningspaneel af en druk op een van de iFit toetsen om de demo-workouts te gebruiken.
5. Begin met de workout.
Zie stap 3 op bladzijde 20.
BELANGRIJK: Om aan de blootstellingsver-
eisten te voldoen, dienen de antenne en de zender in de iFit module op minstens 20 cm afstand van personen te staan en mogen ze niet vlakbij een andere antenne of zender geplaatst zijn of er op aangesloten zijn op.
3. Kies een gebruiker.
Als er meer dan één gebruiker geregistreerd is,
kunt u vanuit het iFit hoofdscherm van gebruiker wisselen. Druk op de toename- en afnametoetsen naast de Enter-toets om een gebruiker te kiezen.
4. Kies een iFit workout.
Druk op één van de iFit toetsen om een iFit work-
out te kiezen. U moet enkele workouts aan uw lijst op www.iFit.com toevoegen, voordat u ze kunt downloaden.
Druk op de Map (kaart) toets, de Train (trein) toets
of op de Lose Wt. (gewicht verliezen) toets om de volgende workout van dat type op uw lijst te down­loaden. Druk op de Compete (competitie) toets om aan een race deel te nemen die u al eerder gekozen heeft.
Tijdens sommige workouts zal de stem van een
audio coach u door uw workout leiden. U kunt een instelling voor uw audiocoach kiezen (raadpleeg DE INFORMATIE-INSTELLING op bladzijde 23).
Druk op de Stoptoets om op welk moment dan
ook met de workout te stoppen. De tijd zal op de display opflikkeren. Druk op de Starttoets of op de Speed toename toets om de workout te hervatten. De loopband zal met de snelheidsinstelling van het eerste segment van de workout beginnen te draaien. Als het volgende segment van de work­out begint, dan zal de loopband zich automatisch aan de snelheids- en hellinginstellingen voor het volgende segment aanpassen.
6. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 19
8. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
Druk eerst op de Track (piste) toets om een recente
iFit workout uit uw lijst opnieuw uit te voeren. Druk vervolgens op de toename en afnametoetsen om de gewenste workout te kiezen. Druk dan op de Enter-toets om de workout te beginnen.
Let op: Indien er geen workouts van het gekozen
type in uw lijst staan, dan zal de volgende workout in uw lijst gedownload worden.
9. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel als u
met oefenen klaar bent.
Zie stap 8 op bladzijde 19.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de iFit instelling.
21
HOE EEN WORKOUT MET INGESTELD DOEL TE GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
op bladzijde 18.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
2. Kies een workout met een ingesteld doel.
Druk op de Set A Goal (ingesteld doel) toets op
het bedieningspaneel om een workout met een ingesteld doel te kiezen.
Gebruik de toename- of afnametoetsen naast
de Enter-toets om een na te streven calorie, tijd, of afstand doel in te stellen en druk dan op de Enter-toets. Druk vervolgens op de toename- of afnametoetsen naast de Enter-toets om een doel te kiezen. Druk op de Speed (snelheid) en Incline (helling) toetsen om de snelheid en helling voor de workout te kiezen. Het scherm zal de duur en afstand van de workout en het geschatte aantal calorieën dat u tijdens de workout zult verbranden laten zien.
3. Begin met de workout.
Druk op de Go (ga) toets om met de workout te
starten. Kort nadat u op de toets gedrukt heeft, zal de loopband gaan draaien. Houd de handleunin­gen vast en begin te lopen.
De workout zal op dezelfde wijze als de hand-
matige instelling werken (zie bladzijde 18 en 19).
De workout zal zolang duren tot u uw ingestelde
doel bereikt. De loopband zal dan langzaam tot stilstand komen.
Let op: Het calorie doel is een schatting van het
aantal calorieën dat u tijdens de workout zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt zal van verschillende factoren zoals uw gewicht afhangen.
7. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u met oefenen klaar bent.
Zie stap 8 op bladzijde 19.
HOE DE GELUIDSINSTALLATIE TE GEBRUIKEN
U moet uw MP3-speler, CD-speler, of andere eigen audio-speler, via de audio-aansluiting, op het bedien­ingspaneel aansluiten om muziek of audioboeken, via de stereoluidsprekers van het bedieningspaneel, af te spelen
Steek uw audiokabel in de audioaansluiting onder de Manual (handmatige) toets, om de audioaansluiting te gebruiken. Steek dan uw audiosnoer in een aansluiting op uw MP3-speler, CD-speler of andere eigen audio­speler. Zorg dat het audiosnoer volledig ingestoken
is.
Druk dan op de afspeel­toets op uw MP3-speler, CD-speler of andere eigen audio-speler. Pas het volume op uw eigen audio­speler aan, of druk op de toename- of afnametoetsen op het bedieningspaneel.
Als u een eigen CD-speler gebruikt en de CD slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer of een ander vlak oppervlak en niet op het bedieningspaneel.
Toename
Afname
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
22
DE INFORMATIE-INSTELLING
Het bedieningspaneel heeft een informatie-instelling die de informatie van de loopband bijhoudt en u uw eigen bedieningspaneel-instellingen laat invoeren.
blijven de displays verlicht hoewel de toetsen niet werken. Het woord ON (aan) zal op de middelste display verschijnen wanneer de demo-instelling aan is. Druk op de Enter-toets om de demo-instell­ing aan of uit te zetten.
1. Kies de informatie-instelling.
Houd de Stoptoets ingedrukt terwijl u de sleutel
in het bedieningspaneel steekt en laat daarna de Stoptoets weer los om de informatie-instelling te kiezen. Als de informatie-instelling gekozen wordt, zal de volgende informatie getoond worden:
De Time (tijd) display
zal het totaal aantal uren aangeven dat de loopband in gebruik is.
De Distance (afstand)
displayzal het totaal aantal kilometers of mijlen aangeven die de loopband afgelegd heeft.
2. Kies de optionele schermen.
Druk, terwijl de informatie-instelling gekozen wordt,
op de Incline Workouts (helling) toets om ieder van de volgende schermen in de middelste display te kiezen:
UNITS (een-
heden)—Druk op de
afnametoets naast de Enter-toets, om van meeteenheid te veran­deren. Kies ENGLISH (engels) om de afstand in mijlen te bekijken. Kies METRIC (metrisch) om de afstand in kilometers te bekijken.
DEMO MODE (demo-instelling)—Het bediening-
spaneel heeft een demo-instelling, die ontwikkeld is voor als de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. Terwijl de demo-instelling aangezet is, kunt u het bedieningspaneel normaal gebruiken wan­neer u het snoer in het stopcontact steekt, de stroomschakelaar in de resetstand geplaatst wordt, en de sleutel in het bedieningspaneel gestoken wordt. Echter, als u de sleutel eruit haalt, dan
CONTRAST LVL (contrastniveau)—Druk op de
toename- of afname toetsen om het contrastniveau van de displays aan te passen.
Als een module aangesloten is, kunt u ook een
van de volgende schermen kiezen:
MODULE—Als een iFit module aangesloten wordt,
zal de display de woorden WIFI laten zien. De dis­play zal, als een USB module aangesloten wordt, de woorden USB/SD laten zien.
AUDIO COACH—Druk op de Enter-toets om de
audiocoach aan of uit te zetten.
Als een iFit module aangesloten is, kunt u ook
de volgende schermen kiezen:
START MODE (start intstelling)—De start instel-
ling zal verschijnen wanneer u de sleutel in het bedieningspaneel steekt. Druk op de Enter-toets om de handmatige instelling of de iFit instelling als start instelling te kiezen.
CHECK WIFI (wifi checken)—Druk op de Enter-
toets. De middelste display zal het versienummer van de software, de netwerk SSID, het coder­ingstype van het netwerk, de sterkte van het draadloos signaal, het IP-adres van de module, het aantal registreerde gebruikers en hun namen, en de resultaten van de DNS raadpleging laten zien. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel en herhaal de instructies aan het begin van deze bladzijde om naar de informatie-instelling terug te keren.
SEND/OBTAIN DATA (versturen/ontvangen
van data)—Druk op de Enter-toets om de work-
outs, workout logs en updates te versturen en te ontvangen. Wanneer het proces voltooid is zullen de woorden TRANSFERS DONE (klaar met ver­sturen) op de display verschijnen.
3. Verlaat de informatie-instelling.
Trek de sleutel uit het bedieningspaneel om de
informatie-instelling te verlaten.
23
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de loopband inklapt om schade aan de loopband te voorkomen. Haal dan de sleutel er uit en trek het stroomsnoer uit het stopcontact. LET OP: U moet 20 kg veilig kunnen tillen, om de loopband op te kunnen tillen, neer te kunnen laten of te kunnen verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats zoals onder door de pijl aangegeven is.
LET OP: Houd het onderstel niet bij de plastic voetrails vast. Buig uw knieën en houd uw rug recht.
1
Onderstel
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Klap de loopband eerst in zoals links beschreven voordat u deze verplaatst. LET OP: Zorg dat de vergrendelknop in de opslagstand vergrendeld is. Voor het verplaatsen van de loopband kunnen twee personen nodig zijn.
1. Houd het onderstel en een van de handleuningen vast en zet een voet tegen een wiel.
1
Onderstel
Handleuning
Wiel
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de
opslagstand vergrendelt. LET OP: Zorg dat de
vergrendelknop vastzit.
2
Onderstel
Vergrendelknop
Plaats een mat onder de loopband om de vloer
of de vloerbedekking te beschermen. Houd de loopband weg uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de temperatuur meer dan 30° C is.
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan voorzichtig naar de gewenste plaats. LET OP:
Verplaats de loopband niet zonder deze naar achter te kantelen, trek niet aan het onderstel en verplaats de loopband niet over een oneffen oppervlak.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de loopband voorzichtig zakken.
HOE DE LOOPBAND VOOR GEBRUIK TE LATEN ZAKKEN
1. Zie tekening 2. Houd de bovenkant van de loopband met uw rechterhand vast. Trek de Vergrendelknop naar links en houd deze vast.
BELANGRIJK: Draai niet aan de vergren­delknop. Duw, indien nodig, het onderstel iets naar
voren. Draai het onderstel iets naar onderen en laat de vergrendelknop los.
2. Zie tekening 1, links. Houd het metalen onderstel stevig met beide handen vast en laat het onderstel op de vloer zakken. LET OP: Houd het onder-
stel niet bij de plastic voetrails vast en laat het onderstel niet los. Buig uw knieën en houd uw rug recht.
24
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande eenvoudige stappen worden opgelost. Zoek het symptoom dat van toepass­ing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
SYMPTOOM: Het apparaat gaat niet aan
a. Zorg dat het stroomsnoer in een goed geaard
stopcontact is gestoken (zie pagina 16). Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm2 (maat 14) snoer dan niet langer is dan 1,5 meter.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan
voor dat de sleutel zich goed in het bedieningspa­neel zit.
c. Controleer de aan/uit-schakelaar op het onder-
stel van de loopband bij het stroomsnoer. Als de schakelaar zoals afgebeeld, uitsteekt, dan is de schakelaar afgeslagen. Om de stroomschakelaar opnieuw in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wan-
neer de loopband nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: De displays van het bedieningspaneel blijven branden als u de sleutel uit het bediening­spaneel haalt
a. Het bedieningspaneel heeft een demo-instel-
ling, die ontwikkeld is voor als de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. Als de displays blijven branden als u de sleutel verwijdert, is de demo-instelling ingeschakeld. Houd de Stoptoets enkele seconden lang ingedrukt om de demo-instelling uit te schakelen. Raadpleeg de INFORMATIE-INSTELLING op bladzijde 23 om de demo- instelling uit te zetten als de displays nog steeds branden.
SYMPTOOM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
a. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT.
c
Doorgeslagen
SYMPTOOM: De stroom gaat uit tijdens gebruik
a. Controleer de stroomschakelaar (zie de tekening
hierboven). Als de schakelaar is uitgeschakeld, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg dat het snoer is aangesloten op het stopcon-
tact. Als het is aangesloten op het stopcontact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het weer in het stopcontact.
Resetten
Verwijder de vijf #8 x 3/4" Motorkap Schroeven
(15). Schuif de Motorkap (65) er dan voorzichtig af.
65
15
15
15
15
25
Zoek naar de Bladveerschakelaar (52) en de
Magneet (51) aan de linkerkant van de Katrol (50). Draai de Katrol tot de Magneet op geli­jke lijn komt met de Bladveerschakelaar. Zorg
ervoor dat het gat tussen de Magneet en de Bladveerschakelaar ongeveer 3 mm is. Maak
indien nodig de #8 x 3/4" Tek Schroef (13) los, beweeg de Bladveerschakelaar lichtjes en maak de schroef weer vast. Maak de Motorkap (niet afge­beeld) weer vast met de vijf #8 x 3/4" Schroeven (niet afgebeeld) en laat de loopband een paar minuten draaien om te controleren of de snelheid correct te lezen is.
b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de
werking van de loopband verslechteren en kan de loopband beschadigd raken. Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide afstelschroeven van de ruststandrol met de inbussleutel een kwartslag tegen met de klok in. Als de loopband goed vast ligt moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopvlak op kunnen tillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden blijft liggen. Steek dan de stekker in het stopcontact. Steek de sleutel in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze procedure tot de loopband goed vast ligt.
Bovenaanzicht
50
52
13
SYMPTOOM: De helling van de loopband verandert niet goed
a. Houd de Stoptoets en de Speed (snelheid) toe-
name toets ingedrukt, steek de sleutel in het bedieningspaneel en laat dan de Stoptoets en de Speed toename weer los. Druk op Stoptoets en dan op de Incline (helling) toename en –afname toets. De loopband zal automatisch naar het maximale hellingniveau stijgen en dan naar het minimumniveau terugzakken. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw geijkt. Druk weer op de Stoptoets en druk dan op de Incline toename en – afname toets, als het ijken van de helling niet start. Haal de sleutel uit het bedieningsapparaat als de helling geijkt is.
SYMPTOOM: De loopband vertraagt als u erop loopt
51
3 mm
b
5–7 cm
Schroeven van de Ruststandrol
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel behandeld is.
BELANGRIJK: Behandel de band of het loopv­lak nooit met siliconenspray of enig ander middel tenzij dit is door een erkende onder­houdsmonteur opgedragen wordt. Dergelijke middelen kunnen de kwaliteit van de loopband verslechteren en tot overmatige slijtage leiden.
Raadpleeg de kaft van deze handleiding als u ver­moedt dat de loopband aanvullende smering nodig heeft.
d. Raadpleeg de kaft van deze handleiding als de
loopband nog steeds vertraagt als er op gelopen wordt.
a. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan
alleen een 3 draadige-aansluiting, 1 mm2 (maat 14) snoer die niet langer is dan 1,5 meter.
26
SYMPTOOM: De loopband ligt niet in het midden van de voetrails. BELANGRIJK: Als de loopband tegen de voetrails schuurt, dan kan de loopband beschadigd raken.
a. Verwijder eerst de sleutel en TREK DE STEKKER
UIT HET STOPCONTACT. Als de loopband naar links verschoven is, kunt u de inbussleutel
gebruiken om de linker Schroef van de ruststandrol een halve slag met de klok mee te draaien; als de loopband naar rechts verschoven is kunt u de linker schroef van de ruststandrol een halve slag tegen de klok in draaien. Zorg dat u de loopband niet te vast draait. Haal dan de stekker uit het stop­contact. Steek de sleutel in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze procedure tot de loopband goed in het midden ligt.
a
Voetrails
SYMPTOOM: De loopband slipt als u er op loopt
a. Verwijder eerst de sleutel en TREK DE STEKKER
UIT HET STOPCONTACT. Draai beide bijstel-
schroeven van de ruststandrol met de inbussleutel een kwartslag met de klok mee. Als de loopband goed vast ligt moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopvlak op kunnen tillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden ligt. Steek dan de stekker in het stopcontact. Steek de sleutel in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze tot de loopband goed vast ligt.
a
27
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander oefeningenprogramma, dient u een arts te consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel bij de oefening voor het bepalen van de hart­slag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit­eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic­oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri­oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan­bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get­allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro­ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone. (Gedurende de eerste weken van uw oefeningen­programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel­matig en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken. Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi­maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin­gen de sleutel tot uw succes is.
28
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek­ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achil­lespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter­voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespezen en enkels.
1
2
3
4
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5
29
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr. NETL17812.0 R0912A
1 14 #8 x 1/2" Schroef 2 2 3/8" x 2" Bout 3 4 3/8" x 1 1/4" Schroef 4 4 #10 x 3/4" Schroef 5 4 #10 Sterring 6 12 #8 x 1/2" Aardschroef 7 2 3/8" x 1 3/4" Bout 8 4 5/16" Sterring 9 8 3/8" Moer 10 8 3/8" Sterring 11 4 5/16" x 5/8" Schroef 12 4 5/16" x 2 3/4" Schroef 13 13 #8 x 3/4" Tek Schroef 14 35 #8 x 3/4" Schroef 15 5 #8 x 3/4" Motorkap Schroef 16 2 1/4" Schroef van de Roller 17 1 Sleutel/Klip 18 2 #8 x 1 3/4" Schroef 19 4 #8 x 7/16" Schroef 20 2 5/16" Motorschroef 21 1 Borstriem 22 4 3/8" x 2 3/4" Schroef 23 4 5/16" x 1 3/4" Schouderbout 24 1 1/4" x 1 1/4" Schroef 25 4 #8 x 1" Schroef 26 12 #8 x 3/4" Tek Schroef 27 1 3/8" x 1 1/2" Inbusbout 28 1 3/8" x 2" Inbusbout 29 1 Basis 30 1 1/4" Sterring 31 4 5/16" Platte Tussenring 32 2 Tussenring van het Onderstel van
de Helling 33 4 5/16" Moer 34 3 Klip van de Kap 35 4 Borgring van het Loopvlak 36 2 3/8" Klemmoer 37 4 Kussen van de Basis 38 4 Bovenkant van de Isolator 39 4 Isolator 40 4 Veer 41 4 Onderkant van de Isolator 42 1 Linker Voetrail 43 1 Waarschuwingssticker 44 1 Loopvlak 45 1 Loopband 46 1 Rechter Voetrail 47 2 Riemgeleider 48 2 Pen van het Onderstel van de
Helling 49 1 Klip van de Bladveerschakelaar 50 1 Aandrijfrol/Katrol
51 1 Magneet 52 1 Bladveerschakelaar 53 4 Draadband 54 1 Opbergvergrendeling 55 1 Aandrijfmotor 56 1 Motorriem 57 1 Onderstel 58 1 Rechter Achterpoot 59 1 Linker Achterpoot 60 6 #8 Sterring 61 2 3/8" x 1" Bout 62 1 Ruststandrol 63 6 #8 x 5/8" Schroef 64 5 Houder van de Helling Stop 65 1 Motorkap 66 1 Accent van de Kap 67 1 Motor voor de Helling/Hellingmotor 68 2 Invoegstuk van het Ondertel van de
Helling 69 1 Onderstel voor de Helling 70 1 Regulateur 71 1 Beugel voor de Elektronica 72 2 Stut van de Motorkap 73 1 Stroomschakelaar 74 1 Stroomsnoer 75 1 Sensor 76 1 Onderste Motorkap 77 1 Kap van de Linkerhandleuning 78 1 Invoegstuk van de Linker
Handleuning 79 2 Handleuning 80 1 Aarddraad 81 1 Dwarsstang voor de Hartslag 82 1 Invoegstuk van de Rechter
Handleuning 83 1 Kap van de Rechterhandleuning 84 1 Linker Staander 85 1 Rechter Staander 86 2 Klem van het Bedieningspaneel 87 6 #10 x 1/2" Schroef 88 1 Linker Kap van de Basis 89 1 Rechter Kap van de Basis 90 1 Borgring 91 1 Draad van de Staander 92 2 Rechter Wieldop 93 2 Wiel 94 2 Waarschuwingssticker 95 1 Linker Lade 96 1 Rechter Lade 97 1 #8 x 1/2" Aardschroef van het
Bedieningspaneel 98 1 Basis van het Bedieningspaneel
30
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
99 1 Draadband 100 1 Bedieningspaneel 101 1 Onderstel van het Bedieningspaneel 102 2 Huls van de Motor 103 1 #8 Aardbout 104 1 #8 Moer 105 1 Beugel van het Filter 106 1 Filter
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden niet getoond.
107 1 Motorisolator 108 1 Kap van het Onderstel 109 1 Onderstelkapje 110 1 Engels Stroomsnoer 111 1 Contactpunt 112 1 Aardbeugel 113 1 Linker Wieldop * Gebruikershandleiding
31
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. NETL17812.0 R0912A
60
6
102
52
105
20
13
15
103
6
18
106
104
51
49
102
50
48
60
6
23
60
6
35
31
18
63
33
15
23
24
30
48
63
35
31
33
63
53
47
38
19
39
2
9
54
26
41
39
57
40
38
63
40
55
35
26
31
107
33
41
56
2
9
38
39
42
40
26
38
41
47
39
19
40
63
44
26
41
43
45
63
46
23
62
16
23
35
31
33
59
16
26
58
26
32
GEDETAILLEERDE TEKENING B
15
66
Modelnr. NETL17812.0 R0912A
15
15
65
87
87
13
109
14
87
87
108
26
87
26
14
14
87
68
6
70
13
28
32
9
14
14
67
9
72
14
111
34
61
69
9
60
14
6
112
72
14
34
6
27
14
71
34
64
9
61
32
68
73
74
110
76
26
33
GEDETAILLEERDE TEKENING C
12
78
8
Modelnr. NETL17812.0 R0912A
77
11
79
4
1
80
82
81
14
91
4
12
5
1
1
79
14
89
8
11
85
94
5
97
1
84
3
10
22
10
83
22
10
90
9
6
36
113
93
14
37
94
37
13
7
88
7
93
92
29
13
36
14
13
37
9
22
10
37
13
22
10
10
3
34
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnr. NETL17812.0 R0912A
14
1
95
1
1
99
14
14
100
14
98
14
14
14
14
14
14
1
96
1
1
17
21
75
86
25
101
86
25
35
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol­gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• hetmodelnummerenhetserienummervanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
• denaamvanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
• hetnummervanhetonderdeelendebeschrijving(zieLIJSTMETONDERDELENenGEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver­werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Onderdeel Nr. 331878 R0912A Gedrukt in China © 2012 ICON IP, Inc.
Loading...