Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
VRAGEN?
Mocht u nog vragen hebben,
mochten sommige onderdelen
ontbreken of beschadigd zijn
neem dan contact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht.
GEBRUIKSAANWIJZING
Onze website:
www.iconsupport.eu
OPGELET
Lees alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding door voordat u dit apparaat gaat gebruiken. Bewaar
deze handleiding voor verdere
raadpleging.
De stickers met waarschuwing hier getoond
zijn op de aangegeven plaatsen geplakt.
Bel, wanneer een sticker ontbreekt of
niet leesbaar is, het nummer op de kaft
van deze handleiding en vraag voor een
vervangsticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Opmerking: De stick-
ers worden niet op ware groote
weergegeven.
NordicTrack is een merk van ICON IP, Inc.
IPod is een merk van Apple Computer, Inc., geregistreerd in de VS en in andere landen.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
eze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt om het risico van
d
ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het
gebruik van dit produkt.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
enig ander oefenprogramma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35
of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar zich te ervan te overtuigen dat alle gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals
voorgeschreven.
4. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen,
luchtroosters blokkeert. Leg een kleed onder
de loopband om de vloer te beschermen.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt
toegevoegd.
7. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die
minder dan 147 kg wegen worden gebruikt.
Sportkleding voor mannen en vrouwen aanbevolen. Gebruik de loopband nooit op blote
voeten, op sokken of op sandalen. Draag altijd sportschoenen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stopcontact (zie pagina 13). Geen elk ander apparaat moet zich op dezelfde groep bevinden.
12. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of
korter.
13. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes vandaan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elec-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband niet wanneer het electrische snoer of
stekker beschadigd is. Gebruik de loopband
niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN
OPLOSSEN op pagina 26 als de loopband
niet goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband gebruikt (raadpleeg HOE DE STROOM IN TE
SHAKELEN op pagina 15.)
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houdt u altijd vast aan de handleuningen wanneer u de loopband gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid
bereiken.Stel de snelheid geleidelijk bij om
schokkende versnellingen te voorkomen.
9. Laat nooit meer dan een persoon op de loopband.
10. Draag geschikte kleding wanneer u de loopband gebruikt. Draag geen losse kleding die
in de loopband verstrikt kan raken.
18. De polssensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren zoals beweging van
de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van
de metingen beïnvloeden. De pols-sensor is
alleen als hulpmiddel bedoeld voor algemene
hartslag meting.
3
9. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
1
draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de
stekker uit het stopcontact, en zet de
Reset/off Stroomonderbreker Reset-positie
wanneer u de loopband niet gebruikt. (Zie de
tekening op pagina 5 om de Reset/off
troomonderbreker.)
S
20. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op
pagina 24). U moet zeker 20 kg kunnen tillen
om de loopband te kunnen uitklappen,
inklappen of verplaatsen.
21. Zorg ervoor dat de sluitknop volledig gesloten is voordat u de loopband inklapt of verplaatst.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
2. Steek geen enkel onderwerp in welke open-
2
ing dan ook van de loopband.
23. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
24.
GEVAAR:Trek de stekker altijd direct na
ebruik van de loopband uit het stopcontact.
g
Eveneens de stekker uit het stopcontact
trekken vóór het schoonmaken van de loopband, voor het plegen van onderhoud en voor
het bijregelen zoals beschreven is in deze handleiding. Verwijder nooit de motorkap tenzij een
technicus dat aangeeft. Ander onderhoud dan
datgene wat vermeld staat in deze handleiding
moet door een technicus uitgevoerd worden.
25. Deze loopband is alleen voor huiselijk gebruik bedoeld. Gebruik de loopband niet
commercieel of voor verhuur.
4
VOORDAT U BEGINT
Fijn dat u de totaal nieuwe NordicTrack®C 2500 loop-
and met Universele iPod
b
2500 heeft een uitgebreid scala aan functies waarmee
u uw training plezieriger en effectiever kunt maken. En
wanneer u de loopband niet gebruikt, kunt u de C 2500
oopband inklappen zodat hij minder ruimte in beslag
l
neemt dan andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voordat u de loopband begint te gebruiken.
Luidsprekers
Accessoire Houder
Handleuning
Staander
®
dock heeft gekozen. De C
-
Raadpleeg de kaft van deze handleiding mocht u nog
ragen hebben nadat u de handleiding hebt
v
doorgelezen. Voordat u met ons contact opneemt,
schrijf het productnummer en serienummer even op.
De plaats waar u beide stickers kunt vinden wordt op
e kaft van de handleiding aangegeven.
d
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de
tekening hieronder en de verschillende onderdelen.
Bediening
-spaneel
Pols-sensor
Sleutel/Klip
Loopband
Voetkussentje
Bijstelbouten voor
de Achterroller
Reset/off
Stroomonderbreker
Loopplatform met Kussent
5
MONTAGE
#8 x 3/4" Schroef (1)–4
3/8" Moer (8)–3
#8 x 1" Schroef van de
Voetkussentje (2)–4
Tussenstuk voor het
Kussentje voor het Basis
(13)–2
3/8" Sterring
(9)–4
5/16" Sterring
(10)–6
1/4" Sterring
(33)–2
3/8" x 4 1/2" Bout (6)–4
1/4" x 1 1/4" Bout (5)–2
3/8" x 2" Bout (4)–3
5/16" x 1 1/4" Bout (7)–6
De montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren. Plaats de loopband op een open plek en
verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft.
Opmerking: De onderkant van de loopband is met een hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens
het vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking
bevindt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de
ovenkant van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg.
b
Tijdens de montage zult u de meegeleverde inbussleutels, uw eigen kruiskopschroevendraaier
, en engelse sleutels nodig hebben, naaldbektang, en rubber hamer.
Bekijk de tekeningen hieronder om u te helpen met het zoeken naar onderdelen. Het nummer tussen haakjes
onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN aan het eind van
deze handleiding. Het getal na de haakjes geeft het aantal onderdeeltjes aan wat nodig is voor de montage.
Opmerking: Sommige kleine onderdelen kunnen al gemonteerd zijn. Wanneer een onderdeel zich niet in
de zak met onderdelen bevindt, kijk dan om te zien of het al gemonteerd is. Om schade aan de plastic onderdelen te vermijden, gebruik nooit elektrisch gereedschap voor de montage.
1. Zorg ervoor dat het stroomsnoer niet
aangesloten is.
Verwijder de 3/8" Moer (8), de 3/8" x 2" Bout (4)
en de transportbeugel (A) van de Basis (83).
Herhaal deze stap aan de andere kant van de
loopband. Gooi de transportbeugels weg. De
Bouten en Moeren zullen worden gebruikt in de
stappen 3 en 6
1
6
8
83
A
4
. Leg, met hulp van een tweede persoon, de loop-
2
band voorzichtig op zijn linkerkant. Vouw het
nderstel (56) wat in zodat de loopband sta-
O
bieler is. Vouw het Onderstel niet helemaal in.
Verwijder en gooi de twee aangegeven bouten
A) en de verzendingsbeugel (B) weg.
(
nij de banden die de Draad van de Staander
S
(38) aan de Basis (83) bevestigen door. Zoek
naar de band in het aangegeven gat in de Basis
en gebruik het koord om de Draad van de
Staander uit het gat te trekken.
Maak een Kussentje voor de Basis (81) op de
getoonde plaats vast aan de Basis (83) met een
Tussenstuk voor het Kussentje voor de Basis
(13) en een #8 x 1" Schroef van de Voetkussentje
(2). Maak vervolgens het andere Kussentje voor
de Basis (81) vast met alleen maar een #8 x 1"
Schroef van de Voetkussentje(2).
3. Bekijk de inzet-tekening. Snij de plastic
verbingdingsband bij de Draad van de Staander
(38) los.
Maak een Wiel (84) vast met de 3/8" x 2" Bout
(4) en de 3/8" Moer (8) die u heeft verwijderd in
montagestap 1. Draai de Moer niet te strak
vast. Het wiel moet vrij kunnen draaien.
2
13
56
3
Plastic Verbindingsband
81
2
4
8
84
B
8
3
Lossnijden
A
Gat
81
2
83
4. Zoek naar de Rechter Staander (78) en naar het
Tussenstuk van de Rechter Staander (79), die
aangegeven zijn met stickers. Steek de Draad
van de Staander (38) door de Rechter Staander
zoals aangegeven.
Bekijk de inzet-tekening. Maak de lange band in
de Rechter Staander (78) stevig vast rond het
eind van de Draad van de Staander (38). Houdt,
met hulp van een tweede persoon, de Rechter
Staander bij de Basis (83) vast. Trek dan aan het
andere eind van de lange band totdat de Draad
van de Staander helemaal door de Rechter
Staander is getrokken.
4
38
Lange Opbinddraad
38
7
38
78
38
79
83
78
Lange
Opbind
-draad
5. Plaats het Tussenstuk van de Rechter Staander
(79) op de Basis (83). Zorg ervoor dat de
Draad van de Staander (38) niet bekneld
raakt. Met de hulp van een tweede persoon,
oudt u een bouttussenstuk (80) in het laagste
h
eind van de Rechter staander(78). Plaats een
3/8" x 5" Bout (6) met een 3/8" Sterring (9) in de
Rechter staander en het bouttussenstuk.
erhaal deze stap met een tweede bout-
H
tussenstuk (80), 3/8" x 4 1/2" Bout (6), en
3/8" Sterring (9). Zet dan de Rechter staander
in het Rechter staandertussenstuk.
Draai de 3/8" x 4 1/4" Bouten (6). Draai de
Bouten nog niet te vast.\
6. Met de hulp van een tweede persoon, leg de
loopband voorzichtig op de rechterkant. Vouw
het Onderstel (56) gedeeltelijk zodat de loopband stabieler is; vouw het Onderstel nog niet
helemaal.
5
78
79
83
6
A
B
6
9
38
80
Verwijder en gooi de twee aangegeven bouten
(A) en de verzendingsbeugel (B) weg.
Maak een Kussentje van de Basis (81) aan de
Basis (83) op de aangegeven plaats vast met
een #8 x 1" Schroef van de Voetkussentje (2)
en een Tussenstuk voor het Kussen van de
Basis (13). Maak dan een ander Kussentje van
de Basis (81) met slechts één #8 x 1" Schroef
van de Voetkussentje (2) vast.
Maak een Wiel (84) vast met de 3/8" x 2" Bout
(4) en de 3/8" Moer (8) die u heeft verwijderd in
montagestap 1. Draai de Moer niet te strak vast.
Het wiel moet vrij kunnen draaien. Gooi de
transportbeugel weg.
7. Plaats het Tussenstuk van de Linker Staander
(76) op de Basis (83). Met de hulp van een
tweede persoon, houdt u een bouttussenstuk
(80) in het laagste eind van de Linker staander(74). Plaats een 3/8" x 4 1/2" Bout (6) met
een 3/8" sterring (9) in de Linker staander en
het bouttussenstuk. Herhaal deze stap met
een tweede bouttussenstuk (80), 3/8" x 4 1/2"
Bolt (6), en 3/8" Sterring (9). Zet dan de Linker
staander in het Linker staandertussenstuk.
Draai de 3/8" x 4 1/4" Bouten (6). Draai de
Bouten nog niet te vast.
83
81
81
56
4
84
8
74
83
2
13
2
7
6
9
76
80
Leg met de hulp van een tweede persoon de
loopband neer zodat de Basis (83) plat op de
vloer ligt.
8
8. Leg het onderstel van het bedieningspaneel ondersteboven op een zacht oppervlak om
schrammen te vermijden. Houdt de Rechter
Handleuning (95) bij het bedieningspaneel.
teek vervolgens de draad van het bedien-
S
ingspaneel in het grote gat in de Rechter
Handleuning en haal deze uit de bovenkant
zoals getoond. Gebruik, mocht dat nodig zijn,
en tang om de draad van het bedieningspaneel
e
uit te kunnen trekken.
Maak de Rechter Handleuning (95) en de Linker
Handleuning (niet getoond) vast met vier #8 x
3/4" Schroeven (1) (twee zijn getoond). Zorg er-
voor dat de draden niet bekneld raken. Start
eerst alle Schroeven voordat u ze vastdraait.
Draai de Schroeven niet te vast.
8
Draad van het
Bedieningspaneel
95
Bediening
spaneel-
onderstel
1
1
9. Draai een 1/4" x 1 1/4" Bout (5) met een 1/4"
Sterring (33) vast in de houder en in de
Dwarsstang van de Handleuning (94) aan beide
kanten van het bedieningspaneel (alleen een
kant is getoond).
Maak de draadverbinding vast aan de Draad van
het Bedieningspaneel.
10. Verwijder de lange band van de Draad van de
Staander (38).
Plaats het bedieningspaneel, met hulp van een
tweede persoon, naast de rechter Staander (78).
Verbind de Draad van de Staander (38) met de
draad van het bedieningspaneel. Raadpleeg de
inzet-tekening. De connectors moeten
gemakkelijk naast elkaar schuiven en op hun
plaats klikken. Als dit niet gebeurt, draai dan een
van de aansluitingen en probeer het opnieuw.
ALS DE CONNECTORS NIET GOED ZIJN
AANGESLOTEN, KAN HET BEDIENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN WANNEER DE
STROOM WORDT INGESCHAKELD.
Plaats de consolemontage op de Rechter staander (78) en Linker staander (niet afgebeeld).
Zorg dat u de bedrading niet beklemd.
9
Draad van het
Bedieningspaneel
Bediening
spaneel-
onderstel
10
Bediening
spaneel-
onderstel
Draad van het
Bediening-
spaneel
78
38
Draadverbinding
5
33
94
Lange
Opbind
-draad
Beugel
Draad
van het
Bedienin
gspaneel
38
9
11. Bevestig de consolemontage met zes 5/16" x 1
1/4" Bouten (7) en zes 5/16" Sterringen (10) (er
zijn er slechts drie afgebeeld).
11
Zie stappen 5 en 7. Draai de 3/8" x 4 1/2"
outen (6) vast.
B
12. Identificeer de sluitknop (53). Verwijder de band
van het eind van de buis. Zorg ervoor dat de
mouw over het aangegeven gat zit en dat de
Veerslotknop (54) in het aangegeven gat vast
zit. Trek aan de mouw om er zeker van te zijn
dat deze in de goede stand vast zit.
Bedieningspaneel-
onderstel
12
Buis
10
7
10
10
7
54
Gat
Grendelhuls
13. Til het Onderstel (56) in de getoonde stand.
Laat een tweede persoon het Onderstel tijdens deze stap vasthouden.
Oriënteer de Sluitknop (53) zodanig dat de grote
buis en het Veerslotknop (54) in de getoonde
stand zitten.
Maak de Veerslotbeugel (14) en het Sluiutknop
(53) vast aan de Basis met twee 3/8" x 2"
Bouten (4) en twee 3/8" Moeren (8).
Maak het boveneind van het Sluitknop (53) vast
aan de houder op het Onderstel (56) met een
3/8" x 2" Bout (4) en een 3/8" Moeren (8).
Opmerking: Het kan nodig zijn het onderstel
naar voren en naar achter te bewegen om het
boveneind van het Slot aan de houder vast te
maken.
Laat het Onderstel (56) (raadpleeg HOE DE
LOOPBAND UIT TE KLAPPEN op pagina 25).
13
54
53
56
8
4
53
Grote
Buis
14
83
8
4
10
14. Druk het Linker Accessoirehouder (99) en het
Rechter Accessoirehouder (106) in de Basis van
het Bedieningspaneel (91).
15. Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid voordat u de loopband gebruikt. Verwijder, indien
aanwezig, de dunne plastic velletjes over de stickers op de loopband. Leg een matje onder de loopband om
uw vloerbedekking te beschermen. Bewaar de meegeleverde sleutel op een veilige plaats. Bewaar de
meegeleverde (zeshoekige) sleutels op een veilige plaats. U zult de sleutel nog nodig hebben om de loopband bij te stellen (zie pagina 27-28).
4
1
99
106
1
9
11
HOE DE BORSTKAS-SENSOREN TE GEBRUIKEN
HOE DE BORSTKAS-SENSOR TE GEBRUIKEN
De borstkas-sensor bestaat uit twee delen: de
borstkas-band en de sensor (zie de tekening hieronder). Steek de gesp van de borstbeugel in het gat aan
én uiteinde van de sensor zoals op de tekening wordt
é
aangegeven. Druk het uiteinde van de sensor onder
de gesp van de borstkas-band. De flap moet gelijk zijn
met de voorkant van de sensor.
Borstkas-band
Flappen
Flap
Sensor
Sensor
Doe vervolgens de
borstkas-sensor om
uw borstkas en maak
het andere eind van
de borstkas-band
vast aan de sensor.
Mocht het nodig zijn,
stel dan de lengte
van de band bij. De
borstkas-sensor moet onder uw kleding gedragen worden, strak tegen uw huid en hoog onder uw
borstspieren of borsten. Zorg ervoor dat het logo van
de sensor naar voren wijst en rechtop staat.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam
en zoek naar de twee electrodes aan de binnenkant
(de electrodes hebben kleine randjes). Maak beide
electrodes nat met een zoute vloeistof zoals wat spug
of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug
tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD VAN DE
BORSTKAS-SENSOR
Gesp
• Bewaar de borstkas-sensor op een warme en droge
plaats.
• Stel de borstkas-sensor niet lang bloot aan direct
onlicht, niet aan een temperatuur lager dan -10° C
z
of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
• Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het opbergen van de borstkas-sensor niet te veel.
• Maak de borstkas-sensor schoon met een zachte
doek en een beetje niet agressief schoonmaakmiddel. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of
chemische producten. U kunt de borstkas-band met
de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN MET DE BORSTKAS-SENSOR
OPLOSSEN
De instructies op de volgende paginaʼs leggen uit
hoe u de borstkas-sensor met het bedieningspaneel kunt gebruiken. Loop de hieronder genoemde
procedures door wanneer de borstkas-sensor niet
goed werkt.
• Zorg ervoor dat u de borstkas-sensor goed draagt
zoals hier links is beschreven. Opgelet: Verplaats de
sensor wat naar boven of naar beneden wanneer de
borstkas-sensor niet goed werkt.
• Gebruik wat zoute vloeistof zoals spug of vloeistof
voor contact lenzen om de electrodes van de sensor
nat te maken. Maak de electrodes opnieuw wat nat
wanneer de hartslag metingen pas verschijnen
nadat u begint te transpireren.
• Loop of ren zo goed mogelijk op het midden van de
loopband. Voor de goede weergave van de hart-
slag metingen moet de gebruiker zich op minder
dan een armslengte van het bedieningspaneel
bevinden.
• De borstkas-sensor is ontwikkeld voor mensen met
een normale hartslag. Problemen met de hartslagmeting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppingen, of aritmie.
• Droog de borstkas-sensor goed na ieder gebruik. De
borstkas-sensor wordt ingeschakeld wanneer u de
electrodes nat maakt en de pols-sensor draagt. De
borstkas-sensor gaat uit wanneer het wordt
afgedaan en de electrodes gedroogd worden. De
sensor blijft langer dan nodig branden en zodoende
zullen de batterijen leeg lopen als de borstkas-sensor electrodes niet goed gedroogd worden.
• De werking van de borstkas-sensor kan beïnvloed
worden door magnetische storingen veroorzaakt
door hoogspanningsdraden en andere electromagnetische bronnen. Verplaats de loopband als u vermoedt dat dit de oorzaak is.
• De CR2032 batterij kan vervangen moeten worden
(zie pagina 24).
1211
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
DE AL INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK:
Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult
u de loopband beschadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om
zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een
snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: Als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fabrikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het
stopcontact van de loopband.
Bekijk tekening 2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen.
BELANGRIJK: De loopband kan niet op een stopcontact met
onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden.
1
2
Stopcontact van de
Loopband
Stopcontact
GEVAAR: Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden.
Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is.
Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de
stekker niet in het stopcontact past.
13
COMPETITION
T
RAINING
FITNESS
JOURNAL
BEDIENINGSPANEEL
Navigatietoetsen
Sleutel
DE STICKER MET WAARSCHUWING PLAKKEN
De waarschuwing op het bedieningspaneel is in het engels. Deze waarschuwing bestaat ook in diverse talen op
het inbegrepen vel. Plak de sticker met uw taal op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Deze revolutionaire loopbandconsole biedt een reeks
aan functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen effectiever en leuker te maken. U kunt wanneer u de handmatige instelling kiest de snelheid en de hellingstand van
de loopband veranderen door een druk op een toets. Het
bedieningspaneel zal U tijdens uw oefening voortdurend
feedback geven. U kunt zelfs uw hartslag meten met de
borstkas-sensoren (zie bladzijde 22 voor meer informatie
over de borstkas-sensoren).
Aanvullend biedt de console zestien vooraf ingestelde
oefeningen–acht afvaloefeningen en acht prestatieoefeningen. Elke oefening beheert automatisch de snelheid
en de helling van de loopband als het u door een effectieve oefening begeleidt. U kunt zelfs een wedstrijd aangaan tegen andere hardlopers met gebruik van de iFIT
Wedstrijdtraining-oefening.
De console biedt een iFIT Fitnessoverzicht, dat automatisch uw oefeninginformatie registreert en opslaat zodat
u de geschiedenis van uw oefeningen en de vooruitgang
ervan kunt bekijken.
Op het bedieningspaneel kunt u ook het nieuwe iFIT
Interactief Oefensysteem kiezen. Bij het iFIT-systeem
kunt u de Interactieve Oefenkaarten van iFIT in het be-
Klip
dieningspaneel gebruiken. Op deze kaarten worden
oefenprogrammaʼs opgeslagen zodat u specifiek
vooraf ingestelde doelwaarden kunt bereiken bij uw
oefensessie. Bijvoorbeeld: u kunt ongewenste kiloʼs
verliezen met het afvalprogramma van 8 weken of u
kunt trainen voor een langeafstandsloop met het
Marathon-programma. De iFIT-programmaʼs zullen de
loopband automatisch aansturen terwijl de stem van
een persoonlijke trainer u helpt om u te motiveren bij
elk onderdeel van het oefenprogramma. iFIT-kaarten
zijn afzonderlijk verkrijgbaar. De iFIT-kaarten zijn ook
in bepaalde winkels verkrijgbaar.
U kunt tijdens je oefensessie zelfs luisteren naar je lievelingsmuziek of naar ingesproken boeken dankzij de
stereo-geluidsinstallatie van het bedieningspaneel en
tegelijkertijd uw conditie op peil houden. Dit product is
speciaal ontworpen om met de iPod te werken en is
door een (project)ontwikkelaar gecertificeerd als te voldoen aan de Apple prestatie standaards.
Om de Elektriciteit in te schakelen, volg de stappen
op pagina 15. Om de instellingen van het bedien-
ingspaneel te personaliseren, raadpleeg pagina 15.
Om het controlepaneel handmatig instellen te gebruiken, zie bladzijde 16. Om een afval- of prestatieoefening te doen, kijkt u op pagina 18. Voor het
uitvoeren van de iFIT Wedstrijdtraining-oefening,
kijkt u op pagina 19. Voor het gebruik van een iFITkaart, kijkt u op pagina 21. Voor het bekijken van het
fitnessoverzicht, zie pagina 22. Voor gebruik van de
informatiemodus, zie pagina 23. Voor het gebruik
van het stereogeluidsysteem, zie pagina 23.
14
HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen bloodgesteld is gewesst, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische com-
onenten beschadigen.
p
Steek het snoer in (zie
pagina 13). Zoek vervolgens naar de reset/off
stroomonderbreker
[RESET/OFF] op het onderstel van de loopband bij
het snoer. Plaats de
stroomonderbreker in de reset positie.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel bevat een
demo instelling ontworpen om de loopband in de
winkel te kunnen gebruiken. De demo instelling is
gekozen wanneer de displays gaan branden zodra
het snoer in het stopcontact gestoken wordt en de
stroomonderbreker zich in de reset positie vindt.
Druk, om de demo instelling uit te schakkelen, een
paar seconden op de Stop toets. Raadpleeg DE INFORMATIE INSTELLING op pagina 23 om de demo
instelling uit te schakkelen wanneer de displays
blijven branden.
Ga vervolgens op de voetbalken van de loopband
staan. Zoek naar de klip dat aan de sleutel vastzit
(raadpleeg tekening op pagina 14) en schuif de klip in
de band van uw kleding. Steek dan de sleutel in het bedieningspaneel. De display zullen gaan branden. BE-
LANGRIJK: In geval van nood kan de sleutel uit het
bedieningspaneel getrokken worden zodat de loopband tot stilstand komt. Test de klip door een paar
stapjes naar achteren te nemen. Stel de klip wat bij
wanneer de sleutel niet uit het bedieningspaneel
getrokken wordt.
Opmerking: Als er een doorzichtig stuk plastic op
het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Om schade aan de loopband te vermijden, gebruik altijd propere schoenen op de loopband. Als
u de loopband voor het eerst gebruikt, controleer
dan regelmatig of de loopband gecentreerd loopt
en centreer de loopband, als dat nodig is (raadpleeg pagina 28).
Opgelet: Het bedieningspaneel kan de snelheid en afstand in mijlen of kilometers aangeven. Om te zien
welke metingeenheid is geselecteerd, of om de meeteenheid te wijzigen, kijkt u op de INFORMATIEMODUS op pagina 23. Om het eenvoudig te
houden, worden alle aanwijzingen in dit deel in kilometers gegeven.
Reset
Positie
HOE DE INSTELLING VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE PERSONALISEREN
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
hierboven.
2. Selecteer de instellingenmodus
Voor het selecteren van de instellingenmodus, drukt
u op de iFIT-Wedstrijdtrainingstoets [IFIT COMPETITION TRAINING]. Verlicht de optie Instellingen
[SETTINGS] en druk op de toets Enter.
Opmerking: voor het op elk moment verlaten van
de modus Instellingen, drukt u herhaaldelijk op de
toets Terug [BACK] tot de handmatige modus is
geselecteerd (zie stap 3 op pagina 16).
3. Voer de gegevens van de gebruiker in.
Druk op de Navigatietoetsen tot de volgende pijl
verschijnt naast de gewenste optie. Druk dan op
de toets Enter. Er zal een knipperende cursor verschijnen in een veld in het display. Om een nummer of letter boven de cursor in te voeren drukt u
op de Navigatietoetsen. Om de cursor te bewegen
drukt u op de toets Enter. Indien u klaar bent met
het invoeren van de gewenste nummers of letters
in het veld, drukt u op de toets Enter. Herhaal deze
handeling om alle gewenste gebruikersinformatie
in te voeren.
4. Stel de datum en de tijd in.
Met het instellen van de datum en de tijd kan de
console uw oefeninggeschiedenis nauwkeurig registreren in het fitnessoverzicht.
Om de datum en tijd in te stellen gaat u eerst met
de pijl naar de optie Datum/Tijd [DATE/TIME] en
drukt u op de toets Enter. De datum- en tijdinstellingen verschijnen dan in het display.
Druk op de Navigatietoetsen om de cursor naar het
veld te verschuiven waar u de wijziging wenst en
druk op de toets Enter. Om een nummer of letter
boven de cursor in te voeren drukt u op de
Navigatietoetsen. Indien u klaar bent met het invoeren van de gewenste nummers of letters in het
veld, drukt u op de toets Enter. Herhaal deze handeling om alle gewenste gebruikersinformatie in te
voeren. Druk op de toets Terug om terug te gaan
naar de instellingenmodus.
Als u klaar bent met het wijzigen van de instellingen,
dient u de optie Instellingen Verlaten [EXIT SETTINGS]
op te laten lichten en te drukken op de toets Enter.
15
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN
. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
1
steken.
Raadpleeg HOE DE STROOM IN TE SHAKELEN
op pagina 15.
. U kunt de instellingen van het bedieningspa-
2
neel bijstellen als u dat wilt.
Raadpleeg HOE DE INSTELLING VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE PERSONALISEREN op pagina 15.
3. Kies de handmatige instelling.
Elke keer als u de sleutel invoert, wordt de handmatige modus geselecteerd. Als u een oefening
heeft geselecteerd, drukt u herhaaldelijk op een
van de oefeningtoetsen tot alleen een nul verschijnt in het display.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets.
Om de loopband opnieuw te starten, druk op de
Starttoets, de Snelheidomhoogtoets of een van de
enummerde Sneltoetsen voor de snelheid.
g
.
5
e hellingstand van de loopband veranderen
D
zoals gewenst.
Om de helling van de loopband te veranderen,
drukt u op de toetsen Helling [INCLINE] toenemen
of afnemen, of op de hellingtoetsen die 0 tot 12 zijn
genummerd. Elke keer dat u op een toets drukt, zal
de helling geleidelijk aangepast worden tot het de
geselecteerde hellinginstelling bereikt.
6. Volg uw vorderingen op de display.
Het console bidet verschillende displayopties. De
displayoptie die u selecteert zal bepalen welke oefeninginformatie wordt weergegeven. Druk herhaaldelijk op de DISPLAY-toets om de gewenste
displayweergave te kiezen.
De display zal de volgende informatie tonen als u
op de loopband loopt of rent:
Start de loopband en stel de snelheid bij.
4.
Druk op de Start toets, de Snelheidstoename
[SPEED] toets, of op een van de Snelheidstoet-sen
genummerd van 2 tot 20. Opmerking: Als u de
toetsen hebt ingedrukt, kan het enkele seconden
duren voordat de gewenste snelheid wordt bereikt.
Als de Starttoets of de Versnellingstoets wordt
ingedrukt dan zal de loopband beginnen te bewegen met een snelheid van 2 Km/u [KM/H]. Als u
een oefening doet, kunt u de snelheid van de loopband wijzigen door op de Versnellings- of
Vertragings-toetsen [SPEED] te drukken. Telkens
als u op een toets drukt, zal de snelheid worden
gewijzigd met 0,1 Km/u; als u de toets ingedrukt
houdt, dan zal de snelheid met 0,5 Km/u verhogen.
Indien u drukt op een van de twaalf genummerde
sneltoetsen, zal de snelheid van de loopband
geleidelijk aangepast worden tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
• De verlopen tijd [TIME].
• De afstand [DISTANCE] die u hebt gewandeld of
gelopen.
• Het aantal calorieën [CALORIES] dat u bij benadering hebt verbrand.
• De snelheid [SPEED] van de loopband.
• De hellingsgraad [INCLINE] van de loopband.
• Uw snelheid [PACE] in minuten per mijl of
minuten per kilometer.
• Uw hartslag.
Opmerking:
Uw hartslag
[PULSE]
kan slechts
worden weergegeven als u de handsensoren
vasthoudt of de borstkassensoren gebruikt. Indien
u uw hartslag langer dan 40 seconden wilt zien,
selecteert u de displayoptie zoals hierboven wordt
weergegeven.
16
Opmerking: Onafhankelijk van de gekozen displayweergave, zal het snelheids- of hellingsniveau
enkele seconden op de display verschijnen telkens
ls u de instellingen wijzigt. Aanvullend zal uw hart-
a
slag in het display verschijnen als u de Handgreep
olssensor of de optionele Borstkas-pulssensor
p
(zie stap 7) gebruikt.
Als u oefent, dan zal op de intensiteitniveaubalk
het intensiteitniveau van uw oefening bij benadering worden weergegeven. Bijvoorbeeld: als acht indicatoren van de balk oplichten, dan is uw intensiteitniveau ideaal voor een conditietraining.
Intensiteitniveaubalk van de Oefening
7. Meet uw hartslag als u dat wilt.
wordt
opgevangen
zal uw hartslag
orden
w
getoond. Voor
en juiste
e
hartslagmeting houd de
contactpunten ongeveer 15 seconden vast.
8. Zet desgewenst de ventilator aan.
De ventilator toont de hoge en lage snelheidsinstellingen. Druk herhaaldelijk op de Ventilatortoets
[FAN] om een ventilatorsnelheid te selecteren of
zet de ventilator uit. Aandacht: De ventilator zal
een paar minuten nadat de loopband tot stilstand is
gekomen automatisch uitgaan.
9. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u klaar bent met uw oefening.
Contact-punten
U kunt de handgreep met polssensor of de
Borstkas-polssensor gebruiken om uw hartslag te
meten (zie pagina 112 voor informatie over de
Borstkas-polssensor). Opmerking: Indien u de
Handgreep polssensor vasthoudt en de Borstkaspolssensor tegelijkertijd draagt, zal het console uw
hartslag niet nauwkeurig weergeven.
Voordat u de handsensoren gebruikt, verwijder het
plastic laagje van de metalen contactpunten. Zorg
ervoor dat uw handen proper zijn.
Om uw hartslag te meten, Stap vervolgens op devoetbalken en houdt de metalen contactpunten
vast—beweeg uw handen niet. Als uw hartslag
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stoptoets en stel de hellingstand in de laagste positie.
De helling van de loopband moet zich in de laagste stand bevinden wanneer u de loopband wilt
opbergen anders kan de loopband beschadigd
worden. Haal vervolgens de sleutel uit het bedien-
ingspaneel en bewaar deze op een veilige plek.
Als u klaar bent met het gebruiken van de loopband, schakelt de reset/uit stroomonderbreker naar
de stand ʻuitʼ en kunt u de stekker uit het stopcontact halen. BELANGRIJK: Als u dit niet doet,
kunnen de elektrische onderdelen van de loopband voortijdig slijten.
17
HET GEBRUIK VAN EEN AFVALOEFENING OF
EEN PRESTATIEOEFENING
. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
1
steken.
Raadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE
SHAKELEN op pagina 15.
. U kunt de instellingen van het bedieningspa-
2
neel bijstellen als u dat wilt.
Raadpleeg HOE DE INSTELLING VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE PERSONALISEREN op pagina 15.
3. Selecteer een afvaloefening of een prestatieoefening.
Om een van de acht afvaloefeningen te selecteren
of een van de acht prestatieoefeningen, drukt u op
de toets Afvaloefeningen [WEIGHT LOSS WORKOUTS] of de toets Prestatieoefeningen [PERFORMANCE WORKOUTS] tot de naam van de gewenste vooraf ingestelde oefening in het display verschijnt. Let op: Om terug te keren naar een vorige
display, drukt u op de toets Terug [BACK].
de helling en voor de snelheid. Opmerking:
dezelfde snelheid en/of helling instelling(en)
kan/kunnen voor twee of meerdere opeenvolgende
egmenten worden geprogrammeerd.
s
4. Druk op de Starttoets om het oefening te laten
eginnen.
b
Even nadat u op de toets drukt [START] zal de
loopband automatisch de eerste snelheid en
hellingstand van het workout instellen. Houdt u
vast aan de handleuningen en begin te oefenen.
Tijdens het programma, zal het profiel uw vooruitgang laten zien. Het knipperende onderdeel van het
profiel geeft het huidige onderdeel van de oefening
aan. De hoogte van het knipperende onderdeel
geeft de weerstand van het huidige onderdeel aan.
Aan het einde van elk onderdeel zal een reeks
tonen te horen zijn en zal het volgende onderdeel
van het profiel beginnen met knipperen en zal de
snelheid of de hellinginstelling in het display verschijnen om u te alarmeren.
Het programma blijft doorgaan totdat het laatste
segment eindigt. De loopband komt dan langzaam
tot stilstand.
As u een afvaloefening of en prestatieoefening selecteert, zal de display de naam, de totale tijd, de
maximale hellinginstelling en de maximale snelheidsinstelling van de oefening weergeven. Daarnaast
zal een profiel van de snelheidsinstellingen van het
programma op de display verschijnen.
Alle workout zijn onderverdeeld in segmenten van
één minuut. Ieder segment heeft één instelling voor
U kunt wanneer de snelheids- of de hellingsinstelling op enig moment tijdens het programma te
hoog of te laag is deze handmatig bijstellen door op
de Snelheids [SPEED] of Hellingstoetsen [INCLINE]
te drukken. Echter wanneer het huidige segment
van het programma eindigt zal de loopband automatisch de snelheid en de helling behorende
bij de volgende segment instelling aannemen.
18
Druk op de Stop-toets om het programma tijdelijk
te stoppen. Om het programma opnieuw te starten,
druk op de Start-toets of de Versnellings-toets. De
oopband zal met een snelheid van 2 km/h begin-
l
nen te draaien. De loopband zal wanneer het vol-
end segment van het programma begint automa-
g
tisch de snelheid en de helling van het volgende
segment instellen.
HET GEBRUIKEN VAN EEN IFIT WEDSTRIJD-
RAININGOEFENING
T
. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
1
steken.
Raadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE
SHAKELEN op pagina 15.
5. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 6 op pagina 16 en 17.
In plaats van het weergeven van de snelheid zal de
display uw oefeningintensiteit in Mets weergeven.
Een Met is de hoeveelheid energie die u gebruikt
als u zit.
6. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 7 op pagina 17.
7. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 8 op pagina 17.
8. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 9 op pagina 17.
. U kunt de instellingen van het bedieningspa-
2
neel bijstellen als u dat wilt.
Raadpleeg HOE DE INSTELLING VAN HET BEDIENINGSPANEEL TE PERSONALISEREN op pagina 15.
3. Selecteer de iFIT Wedstrijdtrainingoefening.
Om een iFIT-Wedstrijdtrainingoefening te selecteren, drukt u op de iFIT Wedstrijdtrainingtoets
[IFIT COMPETITION TRAINING]. Gebruik de
Navigatietoetsen om een tegenstander of een
groep van vier tegenstanders te selecteren.
Indien u besluit om te strijden tegen een groep,
dient u de optie RACE AGAINST A PACK
(Wedstrijd Tegen Een Groep ) te selecteren en
daarna te drukken op de toets Enter. Druk op de
Navigatietoetsen om een zwaartegraad te selecteren en de duur van de wedstrijd. Druk op de
toets Enter na elke selectie.
Indien u besluit om te strijden tegen een tegenstander, dient u de optie RACE A SINGLE OPPWEDSTRIJD TEGEN EEN TEGENSTANDER te
selecteren en daarna te drukken op de toets Enter.
Druk op de Navigatietoetsen omhoog, omlaag,
links en rechts om een tegenstander en de duur
van de wedstrijd te selecteren. Druk op de toets
Enter na elke selectie.
19
Kort nadat u de duur van de wedstrijd heeft geselecteerd, zal de wedstrijd beginnen. Houd de handleuningen vast en begin te stappen. Stel de snelheid en de helling van de loopband naar wens aan.
De oefening gaat door totdat de wedstrijd is
beëindigd.
. Volg uw vorderingen op de display.
4
• De verlopen tijd [TIME]
Het console bidet verschillende displayopties. De
isplayoptie die u selecteert zal bepalen welke oe-
d
feninginformatie wordt weergegeven. Druk her-
aaldelijk op de DISPLAY-toets om de gewenste
h
displayweergave te kiezen.
De display zal de volgende informatie tonen als u
op de loopband loopt of rent:
• Een filmpje van een hardloper met het etiket ʻUʼ.
Naarmate u de snelheid van de loopband verhoogt of verlaagt, zal de hardloper zijn snelheid
opvoeren of vertragen. Het display zal ook andere tegenstanders weergeven.
• Het parcours dat u aflegt.
• Uw aantal seconden dat u op de andere renners
voor bent of achter de renner aan kop loopt. Als u
achter loopt, zal de display een negatief aantal
seconden weergeven.
• Uw plaats in de wedstrijd.
• De snelheid SPD van de loopband. Opmerking:
Druk op de toets Enter om uw snelheid in minuten
per kilometer [PACE], of uw snelheid in minuten
per mijl te zien. Druk opnieuw op de toets Enter
om de snelheid van de loopband te zien.
• De hellingsgraad [INC] van de loopband.
• Het aantal verbrande calorieën [CALS] bij be-
nadering getoond.
• De gewandelde [DIST] of gelopen afstand
getoond.
• Een profiel van de hellingsinstellingen van de
ace.
r
De snelheid waarmee uw tegenstanders hun en-
•
ergie (REC) herwinnen. Opmerking: Uw rij in de
Registratiekolom geeft het geschatte aantal calorieën weer dat u hebt verbrand.
• Het energiepaneel dat uw tegenstanders hebben
achtergelaten [BANK].
• De tactieken [TACTIC] die uw tegenstanders ge-
bruiken.
• Een statusbalk toont de voortgang van de race.
• Uw gemiddelde [AVG] snelheid
• Uw hartslag [PULSE]. Opmerking: Uw hartslag
kan slechts worden weergegeven als u de handsensoren vasthoudt of de borstkassensoren gebruikt.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 7 op pagina 17.
6. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 8 op pagina 17.
7. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 9 op pagina 17.
20
HOE DE GEBRUIK VAN EEN IFIT-KAART
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
teken.
s
aadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE
R
SHAKELEN op pagina 15.
. Druk op de Starttoets om het oefeningpro-
3
gramma te laten beginnen.
ven nadat u op de Start-toets drukt zal de loop-
E
band automatisch de eerste snelheid en helling-
tand van het workout instellen. Houdt u vast aan
s
de handleuningen en begin te oefenen.
2. Steek een iFIT-kaart in het bedieningspaneel en
electeer een oefening.
s
Om een iFIT-programma te gebruiken, steek een
iFIT-kaart in het iFIT-slot; zorg ervoor dat de iFITkaart goed georiënteerd is zodat de metalen contacten naar beneden zijn gericht en de kaart correct in het iFIT-slot wordt gestoken.
iFIT-slot
iFIT-kaarten
Vervolgens selecteert u een iFIT-oefening door te
drukken op de iFIT omhoog en omlaagtoetsen
naast de iFIT-gleuf. Als een iFIT-oefening is geselecteerd zal de display de naam van de oefening,
de duur, de maximale hellingsinstelling [MAX INCLINE] en de maximale snelheidsinstelling [MAX
SPD] van de oefening weergeven. Daarnaast zal
een profiel van de snelheidsinstellingen van het
programma op de display verschijnen.
Elke iFIT-oefening is verdeeld in diverse 1-minuut
segmenten. Ieder segment heeft één instelling voor
de helling en voor de snelheid. Opmerking: U kunt
dezelfde snelheid instellen voor opeenvolgende tijdsegmenten.
Tijdens het programma, uw persoonlijke trainer u
door de oefening leiden.
U kunt wanneer de snelheids- of de hellingsinstelling op enig moment tijdens het programma te
hoog of te laag is deze handmatig bijstellen door
op de Snelheids [SPEED] of Hellingstoetsen [INCLINE] te drukken. Hoe dan ook, de loopband
zal automatisch de snelheid en de helling voor
het volgende segment instellen, wanneer het
volgende segment van het programma start.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de toets Stop. Om het workout
opnieuw te starten, druk op de Start-toets of de
Versnellingstoets. De loopband zal met een snelheid van 2Km/u beginnen te draaien. De loopband
zal wanneer het volgend segment van het workout
start automatisch de snelheid en de helling van het
volgende segment instellen.
4. Volg uw vorderingen op de display.
Zie stap 6 op pagina 16 en 17.
5. Zet desgewenst de ventilator aan.
Zie stap 8 op pagina 17.
6. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 9 op pagina 17.
OPGELET: Verwijder de iFIT-kaarten altijd uit
het iFIT-slot als u ze niet gebruikt.
21
HOE HET BEKIJKEN FITNESSOVERZICHT
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
teken.
s
aadpleeg HOE DE STROOM IN TE SHAKELEN
R
op pagina 15.
2. Selecteer het fitnessoverzicht.
Voor het selecteren van het fitnessoverzicht,
drukt u op de iFIT-Fitnessoverzichttoets IFIT FITNESS JOURNAL]. Het console zal dan de opgeslagen overzichtinformatie laden.
Opmerking: U kunt, als u het fitnessoverzicht bekijkt, te allen tijde op de toets Terug [BACK] drukken
om terug te keren naar het vorige menu of de display.
Het fitnessoverzicht kan de volgende oefeninginformatie weergeven:
Tijd [TIME]—het totaal aantal uren dat u heeft
gelopen of heeft gerend op de loopband.
Afstand [DISTANCE]—de totale afstand die u
gelopen hebt op de loopband.
Calorieën [CALORIES]—het totale geschatte
aantal calorieën dat u heeft verbrand.
Gemiddelde snelheid [AVG SPEED]—Uw gemiddelde wandel- of rensnelheid.
Gemiddelde tred [AVG PACE]—Uw gemiddelde
wandel- of rentred in minuten per mijl of minuten per
kilometer.
3. Bekijk de oefeninginformatie per jaar.
Als u het fitnessoverzicht selecteert, zullen de jaartotalen [TOTALS] in de display verschijnen.
om van jaar te veranderen. Omerking: Het fitnessoverzicht kan informatie opslaan van 7 verschillende jaren.
4. Bekijk de oefeninginformatie per maand.
Na een paar seconden zal het menu Bekijk maand
[VIEW MONTH] verschijnen in het display.
Om de oefeninginformatie per maand te bekijken,
drukt u op de Navigatietoetsen omhoog en omlaag
om de gewenste maand op te lichten aan de
rechterkant van het display. Druk dan op de toets
Enter. De oefeninginformatie voor de geselecteerde maand zal in het display verschijnen.
5. Bekijk de oefeninginformatie per week.
Na een paar seconden zal het menu Bekijk week
[VIEW WEEK] verschijnen in het display.
Om de oefeninginformatie per week te bekijken,
drukt u op de Navigatietoetsen omhoog en omlaag
om de gewenste week op te lichten aan de
rechterkant van het display. Druk dan op de toets
Enter. De oefeninginformatie voor de geselecteerde week zal in het display verschijnen.
6. Bekijk de oefeninginformatie per dag.
Na een paar seconden zal het menu Bekijk dag
[VIEW DAY] verschijnen in het display.
Om de oefeninginformatie per dag te bekijken,
drukt u op de Navigatietoetsen links en rechts tot
een pijl verschijnt boven de gewenste dag aan de
rechterkant van het display. Druk dan op de toets
Enter. De oefeninginformatie voor de geselecteerde week zal in het display verschijnen.
7. Ga verder met het bekijken van het fitnessoverzicht zoals gewenst.
Herhaal stappen 3 tot 6 om de oefeninginformatie
voor het gewenste jaar, maand, week of dag te zien.
Om oefeninginformatie te zien van een ander jaar,
drukt u op de Navigatietoetsen omhoog en omlaag
8. Verlaat het fitnessoverzicht.
Druk op de toets iFIT-Fitnessoverzicht om het fitnessoverzicht op elk gewenst moment te verlaten.
22
DE INFORMATIE MODUS
Het console bidet een informatiemodus waarmee u de
eeteenheid voor het console kunt selecteren en de
m
displaydemomodus kunt aan- of uitzetten. U kunt ook
e datum en de tijd instellen.
d
Om de audio-stekker te gebruiken zoekt u het audiosnoer en steekt deze in de audio-aansluiting in de buurt
van de luidsprekers. Steek dan het audiosnoer in een
ansluiting op uw MP3-speler, CD-speler of andere
a
persoonlijke audio-speler. Zorg dat het audiosnoer
olledig is aangesloten.
v
Om de informatie-weergave te kiezen, steek de sleutel
in het bedieningspaneel terwijl u de Stop-toets ingedrukt houdt. De volgende informatie wordt op de display aangegeven:
Het display zal de geselecteerde meeteenheid
weergeven. Om de meeteenheid te veranderen, druk
op de Snelheidomhoogtoets [SPEED]. Aan meningsafstand in kilometers, selecteer metrisch [METRIC]. Aan
meningsafstand in mijlen, selecteer Engelse [ENGLISH].
Opmerking: Het bedieningspaneel bevat een demo instelling ontworpen om de loopband in de winkel te kunnen gebruiken. Terwijl de demo instelling gekozen is
kunt u het bedieningspaneel normaal gebruiken wanneer het snoer in het stopcontact zit, de stroomonderbreker in de reset positie geplaatst wordt, en de sleutel
in het bedieningspaneel gestoken wordt. Wanneer u de
sleutel uit het bedieningspaneel trekt zullen de displays
blijven branden alhoewel de toesten niet meer zullen
werken. Indien de demomodus is aangezet, dan zal
het woord AAN [ON] op het display verschijnen terwijl
de informatiemodus is geselecteerd. Om de demo instelling te kiezen of uit te schakkelen druk dan op de
Snelheid [SPEED] afnamentoets.
Om gebruik te kunnen maken van de geïntegreerde
universele dock voor iPod, heeft u een iFIT universele
iPod-aansluiting nodig. Steek het ene deel van de
geïntegreerde universele Dock voor iPod bij de luidsprekers en het andere deel in uw iPod. Zorg dat de
iFIT Universele iPod-aansluiting volledig is ingestoken. Om een iFIT Universele iPod-aansluiting
te kopen, kunt u bellen naar het telefoonnummer
op de omslag van deze handleiding.
Druk dan op de Play-toets van uw MP3-speler, CDspeler of persoonlijke geluidsinstallatie. Pas het volume aan op uw persoonlijke audio-speler of druk op de
toetsen Volume omhoog en omlaag op het console
Plaats de CD-speler op de vloer of op een vlakke ondergrond in plaats van op het bedieningspaneel wanneer de CD-speler overslaat.
HOE HET KUSSEN (SCHOK)-SYSTEEM BIJ TE
STELLEN
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en Trek de
Stekker Uit het Stopcontact. Om de vastheid van de
loopband te verhogen, stap van de loopband af en
schuif de kussenverstellers naar de voorkant van de
loopband. Om de vastheid te verlagen, schuif de
kussenverstellers naar de achterkant van de loopband.
Opmerking: Zorg ervoor dat beide verstellers voor
hetzelfde vastheidsniveau ingesteld zijn. Als u snel
loopt of als u veel weegt, moet de loopband vaster
worden ingesteld.
U kunt ook de datum en de tijd instellen. Om de datum
en de tijd in te stellen, kijkt u naar stap 4 op pagina 13.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel om de informatie instelling te verlaten.
HET GEBRUIK VAN HET STEREOGELUIDSYSTEEM
Dit product is speciaal ontwikkeld voor gebruik met de
iPod en is door de ontwikkelaar gecertificeerd om de
voldoen aan de Apple prestatienormen. Om muziek of
audioboeken af te spelen via de stereoluidsprekers
van het console, moet u uw iPod, MP3-speler, CDspeler, of andere persoonlijke audio-speler via een
audio-stekker of via een geïntegreerde Universele
Dock voor iPod op het console aansluiten.
Platform
-kussen
Verhogen
Verlagen
Platformkussen
Loopoppervlak
23
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de loop-
and opbergt. Als u dit niet doet kunt u de loopband
b
beschadigen als u deze uitvouwt. Verwijder de sleutel en
trek het stroomsnoer uit het stopcontact. OPEGELET: U
moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te kunnen uitklappen, inklappen of verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats
die door de pijl rechts wordt aangegeven. OPGELET:
Om letsels te vermijden, til het onderstel nooit op aan
de plastic voetsteunen. Buig door uw knieën en houd
uw rug recht. Zorg dat u uw benen buigt en houd uw
rug recht als u het onderstel omhoog houdt. Til het on-
derstel tot ongeveer halverwege de verticale positie.
2. Til het onderstel op totdat de veerslotknop in de opberg-
positie vastklikt. Zorg ervoor dat de veerslotknop goed
vastzit in de opbergpositie.
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedekking te beschermen. Houdt de loopband uit direct
zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving
waar de temperatuur hoger dan 30° C.
Onderstel
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst, klap de loopband op in de
opbergstand zoals beschreven hierboven. Zorg ervoor dat
de vergrendelingsknop goed vastzit in de opbergpositie.
1. Houd een handgreep en het onderstel vast en zet een voet
tegen een van de wielen.
2. Til de loopband naar achteren totdat de wieltjes vrij kunnen draaien. Verplaats de loopband voorzichtig naar de
gewenste plaats. Verplaats de loopband nooit zonder
dat u deze naar achteren kantelt. Wees heel
voorzichtig tijdens het verplaatsen van de loopband
zodat u het risico op persoonlijk letsel voorkomt.
Verplaats de loopband niet over een oneffen ondergrond.
3. Plaats weer een voet op het wiel en kantel de loopband tot
deze weer rechtop staat.
Veerslotknop
Onderstel
Handleuning
Wiels
Basis
24
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals
1
aangegeven. Trek de veerslotknop naar buiten en houdt
deze vast. Moet u het onderstel naar voren duwen en de
veerslotknop naar links trekken. Draai het frame naar
beneden en laat de veerslotknop los.
2. Houdt de loopband met beide handen goed vast en
laat de loopband op de vloer zakken. OPGELET: Houd
niet alleen de plastic grijprails vast en laat het onderstel niet op de grond vallen. Buig uw knieën en houd
uw rug recht.
Veerslotknop
25
PROBLEMEN OPLOSSEN
U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen.
Zoek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben,
eem dan contact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht.
n
ROBLEEM:De stroom is niet ingeschakeld
P
OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten in een geaard stopcontact (zie pagina 13 ).
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 mof korter. BELANGRIJK: De loopband kan niet op een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bedien-
ingspaneel zit.
c. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op
het onderstel van de loopband. Als de knop uitsteekt zoals aangegeven is de stroomonderbreker
doorgeslagen. Wacht 5 minuten en druk de
schakelaar opnieuw in om de stroomonderbreker
opnieuw in werking te stellen (te resetten).
PROBLEEM:Stroomuitval tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op het onderstel van de loopband (zie tekening
boven). Als de stroomonderbreker is doorgeslagen, wacht dan 5 minuten en druk dan de
schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt,
haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspaneel.
d. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
PROBLEEM:De display van het bedieningspaneel blijft branden als de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt verwijderd.
OPLOSSING: a. Het bedieningspaneel beschikt over een demo-modus. Deze modus wordt gebruikt als de
loopband in een winkel wordt tentoongesteld. Als de displays blijven branden als u de sleutel
uit het bedieningspaneel haalt, dan is de demo-modus geactiveerd. Om de demo-modus uit te
schakelen, houd de Stop-knop enkele seconden ingedrukt. Als de displays nog steeds branden, raadpleeg DE INFORMATIEMODUS op pagina 23 om de demo-modus uit te schakelen.
c
Doorge
slagen
Reset
Positie
PROBLEEM:De displays van het bedieningspaneel werken
niet naar behoren
OPLOSSING: a. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en trek
SNOER UIT HET STOPCONTACT. Houd de
Staanders (74, 78) met de hulp van een tweede
persoon voorzichtig scheef. Er kunnen twee #8
x 2" Schroeven (34) zitten in de onderkant van
de Onderpan (73). Als dat zo is dient u deze te
verwijderen. Opmerking: Een kruiskopschroevendraaier met een schacht van minstens
13cm is vereist. Til de Staanders naar een verticale positie. (p. 26)
26
a
78
74
34
73
34
Verwijder dan de drie #8 x 3/4" Schroeven (3)
los en verwijder de kap (61).
61
Zoek de Bladveerschakelaar (71) en de Magneet
(50) aan de linkerkant van de Katrol (51). Draai
de Katrol zodanig dat de Magneet gelijk staat
met de Bladveerschakelaar. Zorg ervoor dat de
afstand tussen de Magneet en de
Bladveerschakelaar ongeveer 3 mm is. Indien
nodig maakt u de 3/4" Snelheidsensorschroef
(15) losser, beweegt u de snelheidsschakelaar
lichtjes en maakt u de schroef weer vast. Maak
de kap weer vast (niet afgebeeld). Indien nodig,
kantel de Staanders (niet afgebeeld) maak de #8
x 2" Schroeven weer vast (niet afgebeeld) en zet
de Staanders weer rechtop. Laat de loopband
een paar minuten draaien om te controleren of de snelheid juist wordt afgelezen.
3 mm
15
71
Zicht
van
Boven
1
50
51
PROBLEEM:De Helling van de Loopband verandert niet correct
OPLOSSING: a. Houd de Stop- en de Snelheidsknop ingedrukt. Steek de sleutel in het bedieningspaneel en
laat de Stop- en Snelheidsknop los. Druk op de Hellingomhoog- en omlaagknop. De loopband
zal automatisch naar het hoogste hellingsniveau gaan en dan naar het minimumniveau terugkeren. Zo kunt u het hellingssysteem kalibreren. Als het hellingssysteem niet wordt gekalibreerd, druk op de Stopknop en druk dan opnieuw op de Hellingomhoog- en omlaagknop. Als
de helling gekalibreerd is, verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel.
PROBLEEM:De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en DESTEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai
met de meegeleverde sleutel beide bouten van
de achterroller een 1/4 slag tegen de klok in.
Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u
de loopband 5 à 7 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het
midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer
in en laat de loopband een paar minuten
draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b
5–7 cm
Bouten van de
Achterroller
c. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband vertraagt wanneer u euro-
ploopt.
27
PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel
n DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
e
wanneer de loopband niet goed in het mid-
en ligt. Als de loopband naar links is ver-
d
schoven, draai met de meegeleverde sleutel de
linker bout van de achterroller een 1/2 slag met
de klok mee. Als de loopband naar rechts isverschoven, draai dan de bout van de achterroller een 1/2 slag tegen de klok in. Zorg ervoor
dat u de band niet te strak aandraait. Steek de
stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel
en HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCON-TACT wanneer de loopband slipt. Draai met
de meegeleverde sleutel beide bouten van de
achterroller een 1/4 slag met de klok mee.
Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u
de loopband 5 à 7 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het
midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer
in en laat de loopband een paar minuten
draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
a
b
PROBLEEM:De Borstkassensoren werken niet correct
OPLOSSING: a. Als de Hartslagsensoren niet correct werken, raadpleeg dan de OPLOSSINGEN VOOR
PROBLEMEN MET DE BORSTKASSENSOREN op pagina 12.
b. Wanneer de hartslagsensoren nog steeds niet goed werken, ver-
vang dan de batterij. Zoek om de batterij te vervangen naar de
deksel aan de achterkant van de sensor. Steek een muntje in de
gleuf van de deksel en draai de deksel tegen de klok in tot aan de
open positie. Verwijder de deksel. Haal vervolgens de batterij uit
de sensor.
Plaats er een nieuwe CR 2032 batterij in met het opschrift naar
boven. Zorg er ook voor dat de rubber band goed in de sensorzit. Maak de deksel weer vast en draai de deksel in de gesloten
positie.
b
Deksel van de
Batterij
Rubber
Deksel
van de
Batterij
Batterij
Band
28
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
hydraten. Pas na de eerste paar minuten begint uw li-
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig
ander oefenprogramma begint. Dit is bijzon-
er belangrijk voor mensen ouder dan 35 of
d
mensen met gezondheidsproblemen.
De pols-sensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren zoals beweging van de
gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de
hartslag metingen beïnvloeden. De polssensor is alleen als hulpmiddel bedoeld.
De volgende richtlijnen zullen u helpen met het uitvoeren van uw oefenprogramma. Voor meer informatie
raadpleeg een goed boek of raadpleeg uw huisarts.
INTENSITEIT VAN UW OEFENING
chaam vet als energie te verbruiken. Stel de snelheid
en de helling van de loopband bij todat uw hartslag
rond het laagste getal van uw trainingszone ligt als u
vet wilt verbranden. Stel voor maximale vet verbranding, de snelheid en helling van de loopband bij totdat
uw hartslag rond het middelste getal van uw trainingszone ligt.
Aerobic oefening—Uw oefening moet aerobic zijn als
het uw doel is uw cardiovasculair systeem te verbeteren. Een aerobic oefening is een activiteit met een hogere zuurstof toevoer voor een langere tijd. Deze hogere intensiteit vraagt een grotere prestatie van uw
hart om bloed naar uw spieren te pompen. Het vereist
ook een grotere prestatie van uw longen om het bloed
van zuurstof te voorzien. Stel de snelheid en de helling
van de loopband bij totdat uw hartslag rond het hoogste getal van uw trainingszone ligt als u een aerobic
oefening wilt uitvoeren.
Als uw doel is om vet te verbranden of uw cardivasculair systeem te verbeteren dan is de juiste intensiteit
het middel. U kunt het juiste intensiteitsniveau bepalen
door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram
hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor verbranding en voor een aerobic oefening.
Om de juiste harstlag meting te berekenen moet u
eerst onder de diagram uw leeftijd opzoeken (leeftijden
zijn per 10 jaar afgerond). Zoek vervolgens de drie getallen boven uw leeftijd. Deze drie getallen geven uw
trainingszone aan. De twee laagste getallen zijn voor
vet verbranding aanbevolen. Het hoogste getal is voor
aerobic oefeningen aanbevolen.
Vet verbruiken—Om effectief vet te verbranden moet
U voor een langere tijd op een betrekkelijke lage intensiteit oefenen. Tijdens de eerste minuten van uw oefening gebruikt uw lichaam makkelijke bereikbare kool-
RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING
Opwarming—Begin iedere oefening met een opwarm-
fase door 5 à 10 minuten de spieren te strekken en wat
lichte oefeningen te doen. Een juiste opwarmoefening
verhoogt uw lichaamstemperatuur, uw hartslag en bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw oefening.
Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensiteit
van uw oefening na het opwarmen zodat uw hartslag
binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 30 minuten
vol. (Beperk tijdens de eerste paar weken van uw oefenprogramma uw oefening tot 20 minuten). Haal diep en
regelmatig adem. Houdt nooit uw adem in.
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 minuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw
spieren bevorderen en problemen helpen voorkomen
na de oefening.
OEFENFREQUENTIE
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet
u 3 keer per week oefenen met minstens een dag rust
tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u
als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te
hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te
oefenen.
29
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. NETL14807.1R0909A
Om de onderdelen hieronder te kunnen vinden, bekijk de GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze
andleiding.
h
r.Aant.BeschrijvingNr.Aant.Beschrijving
N
125#8 x 3/4" Schroef
2
31Inbussleutel
463/8" x 2" Bout
521/4" x 1 1/4" Bout
643/8" x 5" Bout
765/16" x 3 1/4" Bout
883/8" Moer
943/8" Sterring
1065/16" Sterring
115#8 x 3/4" Schroef van de
128#8 x 1/2" Schroef
132Tussenstuk voor het Kussentje voor
141Veerslotbeugel
1513/4" Schroef van de Snelheidsensor
1614#8 x 3/4" Schroef
1721/4" x 1" Bout
1825/16" x 4 1/4" Bout
1923/8" x 1" Bout
202Bout van de Achterroller
2113/8" x 1 3/4" Bout
2213/8" x 1 1/2" Bout
2323/8" x 1" Bout
24141/2" Ground Screw
2510#12 x 1 1/4" Schroef
262Bout van Motorhouder
272Kussenstop
281Reset/off Stroomonderbreker
294#8 x .44 Schroef
3021/4" Platte Tussenring
3121/4" Tussenring
321Filter
3321/4" Sterring
346#8 x 2" Schroef
351Audio Snoer
3625/16" Kraagmoer
373Klip van de Kap
381Draad van de Staander
391Aarde-kabel van Lift Onderstel
402Voorste Isolator
411Linker Voetkussentje
421Waarschuwingsticker
432Platformkussen
441Loopoppervlak
451Loopband
462Loopband Geleider
472Kussengeleider
482Tussenstuk van het Onderstel
4#8 x 1" Schroef van de
Voetkussentje
Voetkussentje
het Basis
492Tussenstuk van het Voorste Roller
01Magneet
5
511Wieltje/Katrol
52115 1/2" Opbinddraad voor de
bedrading
531Sluitknop
541Veerslotknop
551Kap rechter Voetkussentje
561Onderstel
572Houder voor de Achterroller
581Achteroller
591Linker Achterste Voet
601Rechter Achterste Voet
611Kap
621Drijfriem
631Motorisolatie
641Motor
651Liftonderstel
662Opbinddraad voor de bedrading
671Controller Gaatje
681Electrische Snoer
691Elektriciteitssnoer Adapter
701Controller
711Snelheidsensor
721Snelheidsensorclip
731Onderkap
741Linker Staander
751Hellingmotor
761Tussenstuk van de Linker Staander
771Ferrietklem
781Rechter Staander
791Tussenstuk van de Rechter
Staander
804Bouttussenstuk
814Kussentje van de Basis
822Gevaar Sticker
831Basis
842Wieltje
851Verbinding
8698" Opbinddraad
871Deurtje
882Kooibeugel
891Bedieningspaneel
901Kelkkap
911Basis van het Bedieningspaneel
921Plasticverbinding
931Draad van Helling
941Dwarsstang van de Handleuning
951Rechter Handleuning
961Linker Handleuning
30
Nr.Aant.BeschrijvingNr.Aant.Beschrijving
71Niet Gebruikt
9
984Beschermkapje voor de
Handleuning
991Linker Accessoirehouder
001Sleutel/Klip
1
1011Aardingsdraad van het
edieningspanee
B
1021Transformator
10215/32" Inbussleutel
1041Tussenstuk van de Lift Motor
1052Eindkapje van de Vergrendeling
1061Rechter Accessoirehouder
1071Onderstel /Geaarde Draad van
Om vervang onderdelen te bestellen, bekijk dan de kaft van deze handleiding. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en serienummer van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronisch product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gerecycled aan het einde van de levenscyclus.
Gebruik recycling installaties die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort
afval in uw streek. Zo zult u het milieu helpen beschermen en de Europese normen voor milieubescherming helpen verbeteren. Als u meer informatie nodig
hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem contact op met uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.