NordicTrack NETL128073, NETL128072 Owner's Manual

Modelnr. NETL12807.2 Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
VRAGEN?
Als u nog vragen hebt of er zijn onderdelen die ontbreken of be­schadigd zijn, neem dan contact op met de winkel waar u dit pro­duct hebt gekocht.
GEBRUIKSAANWIJZING
Bezoek onze website: www.iconsupport.eu
OPGELET
Lees alle instructies en voor­zorgsmaatregelen in deze hand­leiding door voordat u dit appa­raat gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
INHOUD
E STICKERS MET WAARSCHUWING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
D
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
HOE DE BORSTKAS-POLSSENSOR TE GEBRUIKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11
EBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12
G
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste pagina
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
De stickers met waarschuwing hier getoond zijn op de aangegeven plaatsen geplakt. Bel, wanneer een sticker ont-
breekt of niet leesbaar is, het nummer op de kaft van deze handleiding en vraag voor een vervangsticker. Plak de sticker op de aangegeven plaats.
Opmerking: de stickers worden niet op ware groote weergegeven.
NordicTrack is een merk van ICON IP, Inc.
IPod is een merk van Apple Computer, Inc., geregistreerd
in de VS en in andere landen. iPod®is niet inbegrepen.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
eze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt om het risico van
d ernstig letsel te verminderen. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is bij­zonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige­naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge­bruikers van de loopband voldoende op de hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals voorgeschreven.
4. Plaats de loopband op een vlakke onder­grond met minstens 2,4 m ruimte rondom, ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor dat de loopband geen luchtopeningen, luchtroosters blokkeert. Leg een kleed onder de loopband om de vloer te beschermen.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage, op een overdekt terras of bij water.
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen gebruikt worden of waar zuurstof wordt toegevoegd.
7. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die minder dan 136 kg wegen worden gebruikt.
Sportkleding voor mannen en vrouwen aan­bevolen. Gebruik de loopband nooit op blote
voeten, op sokken of op sandalen. Draag al­tijd sportschoenen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop­contact (zie pagina 12). Geen elk ander appa­raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
12. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, ge­bruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
13. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes van­daan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elec-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loop­band niet wanneer het electrische snoer of stekker beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 22 als de loopband niet goed werkt.)
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge­bruikt (raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op pagina 14).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houdt u altijd vast aan de handle­uningen wanneer u de loopband gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om schokkende versnellingen te voorkomen.
9. Laat nooit meer dan een persoon op de loop­band.
10. Draag geschikte kleding wanneer u de loop­band gebruikt. Draag geen losse kleding die in de loopband verstrikt kan raken.
18. De polssensor is geen medisch instrument. Verschillende factoren zoals beweging van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de metingen beïnvloeden. De polssensor is alleen als hulpmiddel bedoeld voor algemene hartslag meting.
3
9. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
1
draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de stekker uit het stopcontact, en zet de Reset/off Stroomonderbreker Reset-positie wanneer u de loopband niet gebruikt. (Zie de tekening op pagina 5 om de Reset/off
troomonderbreker.)
S
20. Voltooi eerst de montage van de loopband voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst. (Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP­BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina 20). U moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te kunnen uitklappen, inklappen of verplaatsen.
21. Zorg ervoor dat de sluitknop volledig ges­loten is voordat u de loopband inklapt of ver­plaatst.
22. Steek geen enkel onderwerp in welke open­ing dan ook van de loopband.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
3. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
2
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
24.
GEVAAR:trek de stekker altijd direct na
gebruik van de loopband uit het stopcontact. Eveneens de stekker uit het stopcontact
rekken vóór het schoonmaken van de loop-
t band, voor het plegen van onderhoud en voor het bijregelen zoals beschreven is in deze han­dleiding. Verwijder nooit de motorkap tenzij een technicus dat aangeeft. Ander onderhoud dan datgene wat vermeld staat in deze handleiding moet door een technicus uitgevoerd worden.
25. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge­bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet commercieel of voor verhuur.
26. Te veel oefenen kan tot blessures of zelf de dood leiden. Als u zich duizelig voelt of pijn voelt, stop dan meteen met het oefenen en begin met een afkoeling.
4
VOORDAT U BEGINT
Dank u dat u hebt gekozen voor de revolutionaire
ordicTrack
N biedt een reeks aan indrukwekkende functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen effectiever en leuker te maken. Als u geen oefeningen doet, kunt u deze unieke
2000 loopband opvouwen, waardoor deze minder dan
C de helft van de ruimte inneemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig door voordat u de loopband begint te gebruiken.
®
2000 loopband. Deze C2000 loopband
C
Speakers
Accessoire Houder
Handleuning
Staander
Raadpleeg de kaft van deze handleiding mocht u nog
ragen hebben nadat u de handleiding hebt
v doorgelezen. Voordat u met ons contact opneemt, schrijf het productnummer en serienummer even op. De plaats waar u beide stickers kunt vinden wordt op
e kaft van de handleiding aangegeven.
d
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen.
Bedienings
-paneel
Polssensor
Sleutel/Klip
Loopband
Voetkussentje
Bijstelbouten voor de Achterroller
Reset/off
Stroomonderbreker
Platformkussen
5
MONTAGE
1” Screw (99)–2
De montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren. Plaats de loopband op een open plek en verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft. Opmerking: de onderkant van de loopband is met een hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens het vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking bevindt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de
ovenkant van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg.
b
Tijdens de montage zult u de meegeleverde inbussleutels , uw eigen kruiskopschroevendraaier
, en engelse sleutels nodig hebben , en rubber hamer .
Bekijk de tekeningen hieronder om u te helpen met het zoeken naar onderdelen. Het nummer tussen haakjes onder iedere tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN aan het eind van deze handleiding. Het getal na de haakjes geeft het aantal onderdeeltjes aan wat nodig is voor de montage.
Opmerking: sommige kleine onderdelen kunnen al gemonteerd zijn. Wanneer een onderdeel zich niet in de zak met onderdelen bevindt, kijk dan om te zien of het al gemonteerd is. Om schade aan de plastic on­derdelen te vermijden, gebruik nooit elektrisch gereedschap voor de montage.
1. Zorg ervoor dat het stroomsnoer niet aangesloten is.
Verwijder de 3/8" moer (8), de 3/8" x 2" bout (4), de beugelbouten (B), en de twee transport­beugels (A, C) van de Basis (83). Herhaal deze
stap aan de andere kant van de loopband.
Gooi de transportbeugels en de beugelbouten weg.
1
83
B
C
A
4
8
6
. Leg, met hulp van een tweede persoon, de loop-
2
band voorzichtig op zijn linkerkant. Vouw het
nderstel (56) wat in zodat de loopband sta-
O bieler is. Vouw het Onderstel niet helemaal in.
2
83
Snij de banden die de Draad van de Staander
38) aan de Basis (83) bevestigen door. Zoek
( naar de band in het aangegeven gat in de Basis en gebruik het koord om de Draad van de Staander uit het gat te trekken.
Maak een Kussentje voor de Basis (81) op de getoonde plaats vast aan de Basis (83) met een Tussenstuk voor het Kussentje voor de Basis (13) en een #8 x 1" Tekschroef (2). Maak vervol­gens het andere Kussentje voor de Basis (81) vast met alleen maar een #8 x 1" Tekschroef (2).
3. Maak een Wiel (84) vast met de 3/8" x 2" Bout (4) en de 3/8" Moer (8) die u heeft verwijderd in montagestap 1. Draai de Moer niet te strak
vast. Het wiel moet vrij kunnen draaien.
Gat
38
13
56
3
4
81
2
1
8
2
4. Zoek naar de Rechter Staander (78) en naar het Tussenstuk van de Rechter Staander (79), die aangegeven zijn met stickers. Steek de Draad van de Staander (38) door de Rechter Staander zoals aangegeven.
Bekijk de inzet-tekening. Maak de lange band in de Rechter Staander (78) stevig vast rond het eind van de Draad van de Staander (38). Houdt, met hulp van een tweede persoon, de Rechter Staander bij de Basis vast. Trek dan aan het an­dere eind van de lange band totdat de Draad van de Staander helemaal door de Rechter Staander is getrokken.
4
38
38
8
78
Lange
Band
84
78
Lange Band
79
38
83
7
5. Plaats het Tussenstuk van de Rechter Staander (79) op de Basis (83). Zorg ervoor dat de
Draad van de Staander (38) niet bekneld raakt. Steek, met hulp van een tweede persoon,
wee 3/8" x 5" Bouten (6) met twee 3/8"
t Sterringen (9) in de Rechter Staander (78) en plaats de Rechter Staander op het Tussenstuk van de Rechter Staander. Gebruik, mocht dat
odig zijn, een rubberen hamer voor de kop van
n de Rechter Staander om ervoor te zorgen dat de Staander helemaal in het Tussenstuk zit.
Draai de 3/8" x 5" Bouten (6). Draai de Bouten
nog niet te vast.
Druk vervolgens een Basiskapje (77) in de Basis (83).
6. Met de hulp van een tweede persoon, leg de loopband voorzichtig op de rechterkant. Vouw het Onderstel (56) gedeeltelijk zodat de loop­band stabieler is; vouw het Onderstel nog niet
helemaal.
Maak een Kussen van de Basis (81) aan de Basis (83) op de aangegeven plaats vast met een #8 x 1" Tekschroef (2) en een Tussenstuk voor het Kussen van de Basis (13). Maak dan een ander Kussen van de Basis (81) met slechts een #8 x 1" Tekschroef (2) vast.
5
6
78
9
7
83
6
81
2
9
38
83
77
56
4
Maak een Wiel (84) vast met de 3/8" x 2" Bout (4) en de 3/8" Moer (8) die u heeft verwijderd in montagestap 1. Draai de Moer niet te strak vast.
Het wiel moet vrij kunnen draaien. Gooi de­transportbeugel weg.
7. Plaats het Tussenstuk van de Linker Staander (76) op de Basis (83). Steek, met hulp van een tweede persoon, twee 3/8" x 5" Bouten (6) met twee 3/8" Sterringen (9) in de Linker Staander (74) en plaats de Linker Staander op het Tussenstuk van de Linker Staander. Gebruik, mocht dat nodig zijn, een rubberen hamer voor de kop van de Linker Staander om ervoor te zorgen dat de Staander helemaal in het Tussenstuk zit.
Draai de 3/8" x 5" Bouten (6). Draai de Bouten
nog niet te vast.
Druk vervolgens een Basiskapje (77) in de Basis (83).
13
84
81
2
7
77
6
9
76
8
74
83
Leg met de hulp van een tweede persoon de loopband neer zodat de Basis (83) plat op de vloer ligt.
8
8. Leg het onderstel van het bedieningspaneel on­dersteboven op een zacht oppervlak om schrammen te vermijden. Houdt de Rechter Handleuning (95) bij het bedieningspaneel.
teek vervolgens de draad van het bedien-
S ingspaneel in het grote gat in de Rechter Handleuning en haal deze uit de bovenkant zoals getoond. Gebruik, mocht dat nodig zijn,
en tang om de draad van het bedieningspaneel
e uit te kunnen trekken.
Maak de Rechter Handleuning (95) en de Linker Handleuning (niet getoond) vast met vier #8 x 3/4" Schroeven (1) (twee zijn getoond). Zorg er-
voor dat de draden niet bekneld raken. Start eerst alle Schroeven voordat u ze vastdraait. Draai de Schroeven niet te vast.
8
Draad van het
Bedieningspaneel
at
5
9
1
G
1
Bedieningspaneel-
onderstel
9. Draai een 1/4" x 1 1/4" Bout (5) met een 1/4" Sterring (33) vast in de houder en in de Dwarsstang van de Handleuning (94) aan beide kanten van het bedieningspaneel (alleen een kant is getoond).
Maak de draadverbinding vast aan de Draad van het Bedieningspaneel.
10. Verwijder de lange band van de Draad van de Staander (38).
Plaats het bedieningspaneel, met hulp van een tweede persoon, naast de rechter Staander (78). Verbind de Draad van de Staander (38) met de draad van het bedieningspaneel.
Raadpleeg de inzet-tekening. De connectors moeten gemakkelijk naast elkaar schuiven en op hun plaats klikken. Als dit niet gebeurt,
draai dan een van de aansluitingen en probeer het opnieuw. ALS DE CONNECTORS NIET
GOED ZIJN AANGESLOTEN, KAN HET BEDI­ENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN WANNEER DE STROOM WORDT IN­GESCHAKELD.
Maak het bedieningspaneel vast aan de Rechter Staander (78) en aan de Linker Staander (niet getoond) met vier 5/16" x 3 1/4" Bouten (7) en vier 5/16" Sterringen (10) (twee zijn aangegeven). Zorg ervoor dat de draden
niet beklemd raken.
9
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel-
onderstel
10
Bedieningspaneel-
Draad van het
Bedieningspaneel
78
7
Draad van het
33
onderstel
38
10
5
Lange
Band
Opbinddraad voor
de Bedrading
94
Draad
van het
Bedie-
nings-
paneel
38
Zie stap 5 en 7. Draai de vier 3/8" x 5" Bouten (6) vast.
9
11. Identificeer de Sluitknop (53). Verwijder de band van het eind van de buis. Zorg ervoor dat de mouw over het aangegeven gat zit en dat de Veerslotknop (54) in het aangegeven gat vast
it. Trek aan de mouw om er zeker van te zijn
z
dat deze in de goede stand vast zit.
1
1
54
12. Til het Onderstel (56) in de getoonde stand.
Laat een tweede persoon het Onderstel tij­dens deze stap vasthouden.
Sluitknop (53) zodanig dat de grote buis en het Veerslotknop (54) in de getoonde stand zitten.
Maak de Veerslotbeugel (14) en het Sluitknop (53) vast aan de Basis (83) met twee 3/8" x 2" Bouten (4) en twee 3/8" Moeren (8).
Maak het boveneind van het Sluitknop (53) vast aan de houder op het Onderstel (56) met een 3/8" x 2" Bout (4) en een 3/8" Moeren (8). Opmerking: het kan nodig zijn het onderstel naar voren en naar achter te bewegen om het boveneind van het Slot aan de houder vast te maken.
Laat het Onderstel (56) (raadpleeg DE LOOP­BAND OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK op pagina 21).
12
Buis
Grendelhuls
56
8
54
8
4
53
Grote
Buis
14
Gat
53
83
4
13. Druk het Linker Accessoirehouder (99) en het Rechter Accessoirehouder (106) in de Basis van het Bedieningspaneel (91).
14. Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid voordat u de loopband gebruikt. Verwijder, indien aanwezig, de dunne plastic velletjes over de stickers op de loopband. Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedekking te beschermen. Bewaar de meegeleverde sleutel op een veilige plaats. Bewaar de meegeleverde (zeshoekige) sleutels op een veilige plaats. U zult de sleutel nog nodig hebben om de loop­band bij te stellen (zie pagina 23–24).
13
91
99
106
10
HOE DE BORSTKAS-POLSSENSOR TE GEBRUIKEN
DE BORSTKAS-POLSSENSOR DRAGEN
e borstkas-polssensor bestaat uit twee delen: de
D borstkas-band en de sensor. Steek de flap van de
orstkas-band in het ene uiteinde van de sensor, zoals
b afgebeeld in de tekening. Druk het uiteinde van de sensor onder de gesp van de borstkas-band. De flap moet gelijk zijn met de voorkant van de sensor.
Borstkas-band
Flappen
Flap
Sensor
Sensor
Doe vervolgens de borstkas-polssensor om uw borstkas en maak het andere eind van de borstkas-band vast aan de sensor. Mocht het nodig zijn, stel dan de lengte van de band bij. De borst­kas-polssensor moet onder uw kleding gedragen wor­den, strak tegen uw huid en hoog onder uw borstspie­ren of borsten. Zorg ervoor dat het logo van de sensor naar voren wijst en rechtop staat.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en zoek naar de twee elektrodes aan de binnenkant (de elektrodes hebben kleine randjes). Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof, zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug tegen uw huid.
Gesp
een plastic zak of andere verpakking die vocht kan vasthouden.
• Stel de borstkas-polssensor niet langdurig bloot aan irect zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
d
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
• Buig en rek de sensor tijdens het gebruik of het op-
bergen van de borstkas-polssensor niet te veel.
• Maak de borstkas-polssensor schoon met een
zachte doek en een beetje niet agressief schoon­maakmiddel. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of chemische producten. U kunt de borstkas-band met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
De instructies op de volgende paginaʼs leggen uit hoe u de borstkas-polssensor met het bediening­spaneel kunt gebruiken. Loop de hieronder gen­oemde procedures door wanneer de borstkas­polssensor niet goed werkt.
• Zorg ervoor dat u de borstkas-polssensor goed
draagt zoals hier links is beschreven. Opmerking: verplaats de sensor wat naar boven of naar bene­den wanneer de borstkas-polssensor niet goed werkt.
• Gebruik wat zoute vloeistof zoals speeksel of vloei-
stof voor contact lenzen om de elektrodes van de sensor nat te maken. Maak de elektrodes opnieuw wat nat wanneer de hartslag metingen pas verschij­nen nadat u begint te transpireren.
• Loop of ren zo goed mogelijk op het midden van de
loopband. Voor de goede weergave van de hart-
slag metingen moet de gebruiker zich op minder dan een armlengte van het bedieningspaneel be­vinden.
VERZORGING EN ONDERHOUD
• Droog de borstkas-polssensor goed af na ieder ge­bruik. De borstkas-polssensor wordt ingeschakeld wanneer u de elektrodes nat maakt en de borstkas­polssensor draagt. De borstkas-polssensor gaat uit wanneer deze wordt afgedaan en de elektrodes ge­droogd worden. De sensor blijft langer dan nodig branden en zodoende zullen de batterijen leeg lopen als de borstkas-polssensor elektrodes niet goed ge­droogd worden.
• Bewaar de borstkas-polssensor op een warme en droge plaats. Bewaar de borstkas-polssensor niet in
• De borstkas-polssensor is ontwikkeld voor mensen met een normale hartslag. Problemen met de hart­slagmeting kunnen een medische oorzaak hebben zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hart­kloppingen, of aritmie.
• De werking van de borstkas-polssensor kan beïn­vloed worden door magnetische storingen die ver­oorzaakt worden door hoogspanningsdraden en an­dere elektromagnetische bronnen. Verplaats de loopband als u vermoedt dat dit de oorzaak is.
• De CR2032 batterij kan vervangen moeten worden (zie pagina 24).
11
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
DE AL INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK:
ehandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult
b u de loopband beschadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fa­brikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het
stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen.
1
2
Stopcontact van de
Loopband
Stopcontact
GEVAAR: een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden.
Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is. Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past.
12
BEDIENINGSPANEEL
Besturings Toetsen
DE STICKER MET WAARSCHUWING PLAKKEN
De waarschuwing op het bedieningspaneel is in het engels. Deze waarschuwing bestaat ook in diverse talen op het inbegrepen vel. Plak de sticker met uw taal op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband is voorzien van verschillende functies om het meest doeltreffend te oe­fenen. U kunt wanneer u de handmatige instelling kiest de snelheid en de hellingstand van de loopband veran­deren door een druk op een toets. Het bedieningspa­neel zal U tijdens uw oefening voortdurend feedback geven. U kunt zelfs uw hartslag meten met de inge­bouwde polssensor of borstkas-polssensor.
Tevens bevat het bedieningspaneel vijftien vooraf in­gestelde oefeningen: vijf afslank, vijf prestatie, en vijf aerobic oefeningen. Iedere oefening zal automatisch de snelheid en de helling van de loopband bijstellen om u zo door een effectieve oefening te leiden.
Op het bedieningspaneel kunt u ook het nieuwe iFit in­teractief oefensysteem kiezen. Bij het iFit-systeem kunt u de Interactieve Oefenkaarten van iFit in het be­dieningspaneel gebruiken. Op deze kaarten worden oefenprogrammaʼs opgeslagen zodat u specifiek voorop—gezette doelwaarden kunt bereiken bij uw oe­fensessie. Bijvoorbeeld: u kunt ongewenste kiloʼs ver­liezen met het afvalprogramma van 8 weken of u kunt trainen voor een langeafstandsloop met het Marathon­programma. De iFit-programmaʼs zullen de loopband
automatisch aansturen terwijl de stem van een per­soonlijke trainer u helpt om u te motiveren bij elk on­derdeel van het oefenprogramma. iFit-kaarten zijn af­zonderlijk verkrijgbaar. Om iFit-kaarten te kopen, ga
naar www.iFit.com. De iFit-kaarten zijn ook in bepaalde winkels verkrijgbaar.
U kunt tijdens je oefensessie zelfs luisteren naar je lievelingsmuziek of naar ingesproken boeken dankzij de stereo-geluidsinstallatie van het bedieningspaneel en tegelijkertijd uw conditie op peil houden.
Om het controlepaneel handmatig te bedienen,
volg de stappen beginnende op bladzijde 14. Raadpleeg pagina 17 om een voorafingestelde
workout te gebruiken. Om een iFit-kaart te ge­bruiken, zie pagina 18. Raadpleeg bladzijde 19, om het stereo geluidssysteem te gebruiken.
BELANGRIJKE: als er een doorzichtig stuk plastic op het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag alleen schone schoenen wanneer u de loopband gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te voorkomen. Inspecteer af en toe de ligging van de band wanneer u de loopband voor het eerst gebruikt. Centreer deze mocht het nodig zijn (zie pagina 24).
Opmerking: het bedieningspaneel kan de snelheid en afstand in mijlen of kilometers aangeven. Om te zien welke eenheid is gekozen of om van eenheid te veran­deren, zie INFORMATIE-MODUS op bladzijde 19. Opmerking: voor de eenvoud verwijzen alle instructies naar kilometers.
13
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
oude temperaturen bloodgesteld is gewesst, de
k loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
e elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
d het bedieningspaneel of andere elektrische com­ponenten beschadigen.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN
. De sleutel volledig in het bedieningspaneel
1
steken.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN in het midden ligt.
De stekker in het stopcon­tact steken (zie pagina 12). Zoek naar de Reset/off Stroomonderbreker bij het snoer van de loopband. Plaamts de Reset/off Stroomonderbreker in de Reset positie.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel bevat een demo instelling ontworpen om de loopband in de winkel te kunnen gebruiken. De demo instelling is gekozen wanneer de displays gaan branden zodra het snoer in het stopcontact gestoken wordt en de stroomonderbreker zich in de reset positie vindt. Druk, om de demo instelling uit te schakkelen, een paar seconden op de Stop-toets [STOP]. Raadpleeg DE INFORMATIE-MODUS op pagina 19 om de demo instelling uit te schakkelen wanneer de displays blijven branden.
Ga vervolgens op de voet­balken van de loopband staan. Zoek naar de klip dat aan de sleutel vastzit (bekijk tekening rechts) en schuif de klip in de band van uw kleding. Steek dan de sleutel in het bedieningspaneel. De display zullen gaan branden. BELANGRIJK: in
geval van nood kan de sleutel uit het bedien­ingspaneel getrokken worden zodat de loopband tot stilstand komt. Test de klip door een paar stap­jes naar achteren te nemen. Stel de klip wat bij wanneer de sleutel niet uit het bedieningspaneel getrokken wordt.
Reset
Positie
Sleutel
Klip
2. Kies de handmatige instelling.
De handmatige instelling wordt gekozen bij het insteken van de sleutel. U kunt, wanneer een oe­fening gekozen is, de handmatige instelling op­nieuw kiezen door de sleutel uit te trekken en weer in te steken.
3. Start de loopband.
Om de loopband te starten, druk op de Starttoets [START], de Snelheidstoename [SPEED] toets of op een van de snelheidstoetsen genummerd van 2 tot 20.
Als de Starttoets of de Snelheidstoenametoets wordt ingedrukt dan zal de loopband beginnen te bewegen met een snelheid van 2 Km/u [Km/H]. Als u een oefening doet, kunt u de snelheid van de loopband wijzigen door op de Snelheidstoename­of Snelheidsafname-toetsen te drukken. Telkens als u op een toets drukt, zal de snelheid worden gewijzigd met 0,1 Km/u; als u de toets ingedrukt houdt, dan zal de snelheid met 0,5 Km/u verhogen. Opmerking: als u de toetsen hebt ingedrukt, kan het enkele seconden duren voordat de gewenste snelheid wordt bereikt.
De loopband zal, wanneer een van de 2 tot en met 20 genummerde snelheidstoetsen ingedrukt wordt, geleidelijk in snelheid toenemen totdat de gekozen snelheid is bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets [STOP]. Om de loopband opnieuw te starten, druk op de Starttoets, de Snelheidstoenametoets of een van de genummerde snelheidstoetsen voor de snelheid.
14
4. De hellingstand van de loopband veranderen zoals gewenst.
ruk, om de
D helling van de
oopband te ve-
l randeren, op de Helling [IN­CLINE] toe­name of afname toetsen. De helling zal met iedere druk op de toets met 0,5% toenemen of afnemen. Om de helling stand sneller te veranderen, druk dan op een van de 1 tot en met 12 genummerde toetsen. Opmerking: het kan even duren, nadat u op de toetsen heeft gedrukt, voordat de loopband de gewenste hellingsinstelling bereikt.
5. Kies een displayweergave en volg uw vorderin­gen op de display.
De display zal de volgende informatie tonen als u op de loopband loopt of rent:
• De snelheid [SPEED] van de loopband.
• Uw wandel- of looptempo [PACE], in minuten per
mijl of minuten per kilometer.
• Het aantal calorieën [CALS] dat u bij benadering
hebt verbrand.
• Uw hartslag [HEART RATE]. Opmerking: uw hartslag kan slechts worden weergegeven als u de handgreep met polssensor vasthoudt of de
orstkas-polssensor gebruikt.
b
De display [DISPLAY] kan ook een opwindend-
• heid van een weg aangeven.
Het bedieningspaneel biedt, wanneer de hand­matige instelling gekozen wordt, drie display modes aan. Naargelang van de displayweergave zal er verschillende informatie over de oefensessie worden weergegeven. Druk herhaaldelijk op de [DISPLAY]-toets om de gewenste displayweergave te kiezen.
Onafhankelijk van de gekozen displayweergave, zal het snelheids- of hellingsniveau enkele secon­den op de display verschijnen telkens als u de in­stellingen wijzigt.
U kunt het geluidsniveau bijstellen door op de Volume toename of afname toetsen te drukken.
Als u oefent, dan zal op de intensiteitniveaubalk het intensiteitniveau van uw oefening bij benader­ing worden weergegeven. Bijvoorbeeld: als acht in­dicatoren van de balk oplichten, dan is uw inten­siteitniveau ideaal voor een conditietraining aero­bic.
• De verlopen tijd [TIME].
• De afstand [DIST] die u hebt gewandeld of gelopen.
• Het aantal voltooide rondjes [LAPS].
• De hellingstand [INCLINE] van de loopband ve­randert telkens wanneer de hellinginstelling ve­randert.
Intensiteitniveaubalk van de Oefening
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wanneer u uw oefening hebt voltooid.
15
6. Meet uw hartslag als u dat wilt.
.
7
Zet de ventilator aan als u dat wilt.
Opmerking: het bedieningspaneel zal uw hart-
lag niet goed kunnen aangeven wanneer u de
s borstkas-polsensor en de handgreep met
oslssensor gelijktijdig gebruikt. Raadpleeg dan
p
de oplossingen voor problemen met de borstkas­polssensor op pagina 11.
Voordat u de handsensoren gebruikt, verwi­jder het plastic laagje van de metalen contact­punten. Zorg er­voor dat uw han­den proper zijn.
Om uw hartslag te meten, ga op de voetrails
staan en houd de metalen contactpunten vast – beweeg uw handen niet. Uw hartslag wordt
weergegeven wanneer uw hartslag gemeten wordt.
Voor een juiste hartslagmeting houd de con­tactpunten ongeveer 15 seconden vast.
Contactpunt
De ventilator bevat een lage, hoge, en auto snel-
eidsinstellingen. Druk meerdere keren op de
h Ventilator [FAN] toets om een snelheid te kiezen of
m de ventilator uit te doen. De snelheid van de
o ventilator zal met deze instelling automatisch bi­jgesteld worden wanneer de snelheid van de loop­band toeneemt of afneemt. Opmerking: de ventila­tor zal een paar minuten nadat de loopband tot stil­stand is gekomen automatisch uitgaan.
8.
Trek de sleutel uit het bedieningspaneel wan­neer u klaar bent met uw oefening.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stop­toets en stel de hellingstand in de laagste posi-
tie. De helling van de loopband moet zich in de laagste stand bevinden wanneer u de loopband wilt opbergen anders kan de loopband beschadigd worden. Haal vervolgens de sleutel
uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te ge­bruiken, plaats de stroomonderbreker in de “off” positie en neem het snoer uit het stopcontact. BE-
LANGRIJK: als u dit niet doet kunnen de elek­trische onderdelen te snel slijten.
16
HOE EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING TE GEBRUIKEN
. Steek de sleutel volledig in het bedienings-
1
paneel.
Raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op pagina 14.
Een profiel van de snelheidsin­stellingen van de
efening zullen
o op de display
erschijnen. Een
v pijltje onder het profiel zal uw vorderingen aangeven.
2. Kies een van de vooraf ingestelde oefeningen.
Druk op de Afslank Oefeningen [WEIGHT LOSS WORKOUTS] toets of her­haaldelijk op de Prestatie Oefeningen [PERFORMANCE WORKOUTS] toets om een afs­lank of prestatie oefening te kiezen. Profielen van de snelheidsinstellingen zullen op de display ver­schijnen. Om een aerobic oefenen te kiezen, druk dan op de Afslank Oefeningen toets en dan op de Besturing afname toets totdat de aerobic profielen op de display verschijnen. Gebruik de Besturingstoetsen om het gewenste profiel te kiezen. De maximum snelheidsinstelling en de maximum hellinginstelling van de oefening zullen weergegeven worden. Druk op [ENTER] toets om de oefening te kiezen.
De maximum snelheidsin­stelling van de oefening en de maximum hellin­ginstelling van de oefening zullen voor elk gekozen vooraf in­gestelde oefening een paar seconden lang op de display worden weergegeven. De oefentijd en een profiel van de snelheidsinstellingen van de oefen­ing zullen op de display verschijnen.
U zult een reeks tonen horen aan het eind van het eerste segment van 1 minuut van de oefening. Als u een nieuwe snelheids- en/of hellinginstelling voor het tweede segment hebt geprogrammeerd, dan zal de nieuwe snelheids- en/of hellinginstelling even in de display opflikkeren om u te waarschuwen. De loopband zal dan automatisch de snelheids- of de hellinginstelling voor het tweede segment bijstellen.
De oefening zal zo door gaan totdat de kleine pijl het rechter eind van het profiel bereikt. De loop­band zal dan vertragen en tot stilstand komen.
Als de snelheids- of hellinginstelling te hoog of te laag is, kunt u deze met de Snelheid en Helling [INCLINE] toetsen bijstellen. Hoe dan ook, de
loopband zal automatisch de snelheids- en de hellinginstelling voor het volgende segment in­stellen, wanneer het volgende segment van de oefening begint.
Druk op de Stoptoets [STOP] om de oefening te stoppen wanneer u maar wilt. Om de oefening te hervatten, druk op de Starttoets. De loopband zal met een snelheid van 2 kph beginnen te draaien. De loopband zal wanneer het volgende segment van de oefening begint automatisch de snelheids­en de hellingintelling van het volgende segment in­stellen.
4. Kies een displayweergave en volg uw vorderin­gen op de display.
3. Druk op de Starttoets [START] of de Snelheidstoename toets [SPEED] om met de oefening te beginnen.
Even nadat u op de toets drukt zal de loopband au­tomatisch de eerste snelheids- en hellinginstelling van de oefening instellen. Houdt u vast aan de handleuningen en begin te oefenen.
Ledere oefening is onderverdeeld in segmenten van één minuut. Ieder segment heeft één snel­heids- en hellinginstelling. Opmerking: dezelfde snelheids- en/of hellinginstelling kan voor twee of meerdere opeenvolgende segmenten worden ge­programmeerd.
Zie stap 5 op pagina 15.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 16.
6. Zet de ventilator aan als u dat wilt.
Zie stap 7 op pagina 16.
7. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel wan­neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 8 op pagina 16.
17
HOE EEN IFIT KAART TE GEBRUIKEN
1. De sleutel volledig in het bedieningspaneel teken.
s
aadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE
R ZETTEN op pagina 14.
2. Steek een iFit-kaart in het bedieningspaneel en electeer een
s
Om een iFit-programma te gebruiken, steek een iFit-kaart in het iFit-slot; zorg ervoor dat de iFit­kaart goed georiënteerd is zodat de metalen con­tacten naar beneden zijn gericht en de kaart cor­rect in het iFit-slot wordt gestoken.
iFit-kaart
Selecteer dan een display - oefening door op de display- en omlaagtoetsen te drukken. Als u een iFit-programma hebt geselecteerd, dan zullen de naam van het programma, het maximale hellingsniveau, de maximale snelheid van het pro­gramma en de programmaduur op de display ver­schijnen. Daarnaast zal een profiel van de snelhei­dsinstellingen van het programma op de display verschijnen.
Elke iFit-oefening is verdeeld in diverse 1-minuut segmenten. Leder segment heeft één instelling voor de helling en voor de snelheid. Opmerking: dezelfde snelheid en/of helling instelling(en) kan/kunnen voor twee of meerdere opeenvolgende segmenten worden geprogrammeerd.
oefening.
iFit-slot
. Op de Start-toets [START] of de
3
Snelheidstoename toets drukken om het pro-
ramma te starten.
g
Even nadat u op de toets drukt, zal de loopband
utomatisch de eerste snelheid en hellingstand
a van het programma instellen. Houd u vast aan de handleuningen en begin te oefenen.
Een persoonlijke trainer zal u tijdens uw oefening begeleiden. U kunt een audio instelling voor uw per­soonlijke trainer kiezen (zie DE INFORMATIE­MODUS op bladzijde 19).
U kunt wanneer de snelheids- of de hellingsin­stelling op enig moment tijdens het programma te hoog of te laag is deze handmatig bijstellen door op de Snelheids of Hellingstoetsen [INCLINE] te drukken. Hoe dan ook, de loopband zal automa-
tisch de snelheid en de helling voor het vol­gende segment instellen, wanneer het vol­gende segment van het programma start.
Druk op de Stop toets om de oefening te stoppen wanneer u maar wilt. Om de oefening te hervatten, druk op de Start toets of op de Snelheid toename toets. De loopband zal met een snelheid van 2 Km/u beginnen te draaien. De loopband zal wan­neer het volgend segment van het workout start automatisch de snelheid en de helling van het vol­gende segment instellen.
4.
Kies een displayweergave en volg uw vorderin­gen op de display.
Zie stap 5 op pagina 15.
5.
Zet de ventilator aan als u dat wilt.
Zie stap 7 op pagina 16.
6.
Trek de sleutel uit het bedieningspaneel wan­neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 8 op pagina 16.
OPGELET: verwijder de iFit-kaarten altijd uit het iFit-slot als u ze niet gebruikt.
18
HOE DE STEREO GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
it product is speciaal ontworpen om met de iPod te
D werken en is door een (project)ontwikkelaar gecerti-
iceerd als te voldoen aan de Apple prestatie stan-
f daards. Om muziek of audioboeken via de speakers van het bedieningspaneel te kunnen afspelen, moet u uw iPod, MP3-speler, CD-speler, of andere eigen au­diospeler op het bedieningspaneel aansluiten door het gebruik van het audiocontactpunt of door de compati­bele muziek poort voor de iPod. De muziek poort zal ook uw iPod opladen wanneer u deze gebruikt.
Om de geluidskabel te gebruiken, zoek dan naar de geluidskabel en steek deze in het audio contactpunt bij de speakers. Steek dan de geluidskabel in het contact­punt van uw MP3-speler, CD-speler, of andere per­soonlijke geluidsspeler. Zorg ervoor dat de geluidsk-
abel volledig is ingestoken.
U zult, om de compatibele muziek poort voor de iPod te kunnen gebruiken, een iFit universele iPod connec­tor nodig hebben. Steek het ene einde in de muziek poort bij de speakers en het ander einde in uw iPod.
Zorg ervoor dat de iFit universele iPod connector volledig is ingestoken. Om een iFit universele iPod connector te kopen, bel dan het nummer op de kaft van deze handleiding.
Houdt de Stop-toets [STOP] ingedrukt om de informatie instelling te kiezen terwijl u de sleutel in het bedien­ingspaneel steekt, u de Stop-toets ingedrukt houdt. De
olgende informatie wordt op de display aangegeven:
v
U kunt een audio-instelling kiezen, als u dat wilt [IN­STRUCTION]. Als u een iFit-kaart gebruikt, kan een persoonlijke trainer u raad geven bij de oefensessies. Wanneer de ON (aan) instelling gekozen is dan zal de persoonlijke trainer u gedetailleerde instructies geven. Wanneer u OFF (uit) kiest, dan zal de persoonlijke trainer u gewoon door uw iFit oefeningen begeleiden. Druk op de Helling [INCLINE] afname toets om de geluidsinstelling te veranderen.
De display zal het totaal aantal [TOTAL TIME] uren aangeven dat de loopband in gebruik is geweest.
Op de display wordt het totaal aantal kilometer (of mijl) [TOTAL DISTANCE] dat u hebt gelopen of gewandeld, weergegeven
Druk vervolgens op de [PLAY] toets van uw MP3­speler, CD-speler, of andere persoonlijke gelu­idsspeler. Stel het geluidsniveau van uw persoonlijke geluidsspeler bij of druk op de Volume toename of af­name toetsen op het bedieningspaneel.
Plaats de CD-speler op de vloer of op een vlakke on­dergrond in plaats van op het bedieningspaneel wan­neer de CD-speler overslaat.
DE INFORMATIE-MODUS
Het bedieningspaneel bevat een gebruikersinstelling die het totaal aantal mijlen dat de loopband gedraaid heeft en het totaal aantal uren dat de loopband in ge­bruik is geweest bijhoudt. De gebruikersinstelling laat u ook kiezen tussen de mijlen of kilometers als eenheid, en de demo instelling aan te schakelen en uit te schakelen. U kunt ook een audioinstelling voor uw iFit oefeningen kiezen.
Een English (voor Engelse mijlen) of een Metric (voor metrieke kilometers) zal op het display rechts onderaan verschijnen. Druk op de Snelheidstoename-toets om de meeteenheid te veranderen [UNITS], als u dat wilt.
Opmerking: het bedieningspaneel bevat een demo in­stelling [DEMO MODE] ontworpen om de loopband in de winkel te kunnen gebruiken. Terwijl de demo in­stelling gekozen is kunt u het bedieningspaneel nor­maal gebruiken wanneer het snoer in het stopcontact zit, de stroomonderbreker in de reset positie geplaatst wordt, en de sleutel in het bedieningspaneel gestoken wordt. Wanneer u de sleutel uit het bedieningspaneel trekt zullen de display blijven branden alhoewel de toesten niet meer zullen werken. Het word ON zal wan­neer de demo instelling aan is op de display verschij­nen wanneer de informatie mode gekozen is. Druk op de Snelheid afname toets om de demo instelling in of uit te schakkelen.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel om de infor­matie instelling te verlaten.
19
HOE HET KUSSEN (SCHOK)-SYSTEEM BIJ TE STELLEN
aal de sleutel uit het bedieningspaneel en trek
H de stekker uit het stopcontact. De loopband bevat
en regelbaar kussen (schok)-systeem die het schok-
e effect vermindert als u op de loopband loopt of rent. Om de vastheid van de loopband te verhogen, stap van de loopband af en schuif de platformkussens naar de voorkant van de loopband. Om de vastheid te verlagen, schuif de platformkussens naar de achterkant van de loopband. Opmerking: zorg er-
voor dat beide kussens voor hetzelfde vastheid­sniveau ingesteld zijn. Als u snel loopt of als u veel weegt, moet de loopband vaster worden in­gesteld.
Platform-
kussen
Verhogen
Verlagen
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
Platform-
kussen
Loopplatform
HOE DE LOOPBAND OPKLAPPEN VOOR OPSLAG
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de loop­band opbergt. U kunt, als u dit niet doet, de loopband permanent beschadigen. Haal de sleutel uit het bedien­ingspaneel en trek de stekker uit het stopcontact. OPEGELET: u moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te kunnen uitklappen, inklappen of verplaat­sen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats
die door de pijl rechts wordt aangegeven. OPGELET: om letsels te vermijden, til het onderstel nooit op aan de plastic voetsteunen. Buig door uw knieën en houd uw rug recht. Til de loopband half omhoog.
2. Til het onderstel op totdat de vergrendelingsknop in de
opbergpositie vastklikt. Zorg ervoor dat de vergrendel-
ingsknop goed vastzit in de opbergpositie.
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbe­dekking te beschermen. Houdt de loopband uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de temperatuur hoger dan 30° C.
Onderstel
Onderstel
20
Veerslotknop
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst, klap de loopband op in de
pbergstand zoals beschreven hierboven. Zorg ervoor dat
o
de vergrendelingsknop goed vastzit in de opbergposi-
ie.
t
1. Houdt een handleuning en het onderstel vast en plaats
een voet tegen een van de wieltjes.
2. Til de loopband naar achteren totdat de wieltjes vrij kunnen
draaien. Verplaats de loopband voorzichtig naar de gewen­ste plaats. Verplaats de loopband nooit zonder dat u
deze naar achteren kantelt. Wees heel voorzichtig tij­dens het verplaatsen van de loopband zodat u het risico op persoonlijk letsel voorkomt. Verplaats de loopband niet over een oneffen ondergrond.
3. Plaats weer een voet op het wiel en kantel de loopband
tot deze weer rechtop staat.
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK
1. Houdt het uiteinde van de loopband vast zoals
aangegeven. Trek de sluitknop naar buiten en houdt deze vast. Het kan zijn dat het onderstel naar voren gedrukt moet worden terwijl u de knop naar links trekt. Draai het frame naar beneden en laat de vergrendel­ingsknop los.
nderstel
O
Handleuning
Voorwiels
Basis
2. Houdt de loopband met beide handen goed vast en
laat de loopband op de vloer zakken. OPGELET: grijp niet alleen de plastic voetbalken vast of laat het on­derstel niet tegen de vloer vallen. Buig uw benen en houdt uw rug recht.
Veerslotknop
Onderstel
21
PROBLEMEN OPLOSSEN
U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen. Zoek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben,
eem dan contact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht.
n
ROBLEEM: de stroom is niet ingeschakeld
P
OPLOSSING: a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten in een geaard stopcontact. (Zie pagina 12.) Mocht
een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 mof korter.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bedien-
ingspaneel zit.
c. Controleer de reset/off stroomonderbreker bij het
snoer op het onderstel van de loopband. Als de knop uitsteekt zoals aangegeven is de stroomon­derbreker doorgeslagen. Wacht 5 minuten en druk de schakelaar opnieuw in om de stroomonder­breker opnieuw in werking te stellen (te resetten).
PROBLEEM: stroomuitval tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de reset/off stroomonderbreker bij het snoer op het onderstel van de loopband (zie
tekening boven). Als de stroomonderbreker is doorgeslagen, wacht dan 5 minuten en druk dan de schakelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt, haal
hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspaneel.
d. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
PROBLEEM: de display van het bedieningspaneel blijft branden als de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt verwijderd
OPLOSSING: a. Het bedieningspaneel beschikt over een demo-modus. Deze modus wordt gebruikt als de loop-
band in een winkel wordt tentoongesteld. Als de displays blijven branden als u de sleutel uit het bedieningspaneel haalt, dan is de demo-modus geactiveerd. Om de demo-modus uit te schake­len, houd de Stop-knop enkele seconden ingedrukt. Als de displays nog steeds branden, raad­pleeg DE INFORMATIE-MODUS op pagina 19 om de demo-modus uit te schakelen.
c
Doorge-
slagen
Reset
Positie
PROBLEEM: de displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING: a. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Leg
met hulp van een tweede persoon, de Staander (74, 78) voorzichtig neer. Het kan zijn dat er twee #8 x 2" Schroeven (105) in de onderkant van de Onderkap (73) zitten. Mocht dat zo zijn, verwijder deze dan. Til de Staanders weer rechtop. Opmerking: u zult een kruiskopschroevendraaier nodig hebben met minstens een schacht van 13 cm.
a
78
22
74
105
73
105
Verwijder de drie #8 x 3/4" Schroeven (1) en til de Kap (61) er voorzichtig af.
1
6
Zoek de Snelheidsensor (71) en de Magneet (50) aan de linkerkant van de Katrol (51). Draai de Katrol zodanig dat de Magneet gelijk staat met de Bladveerschakelaar. Zorg ervoor dat de
afstand tussen de Magneet en de Bladveerschakelaar ongeveer 3 mm is.
Wanneer nodig, draai de 3/4" Schroef van de Snelheidssensor (15) los, beweeg de sensor wat en draai de Schroeven weer vast. Maak de Kap (niet getoond) weer vast. Wanneer nodig, duw de Staanders (niet getoond) wat naar beneden, maak de #8 x 2" Schroeven (niet getoond) weer vast, en til de Staanders rechtop. Laat de loop­band een paar minuten draaien en controleer de juiste snelheidsmeting.
3 mm
15
71
Zicht
van
Boven
1
50
51
PROBLEEM: de helling van de loopband verandert niet correct
OPLOSSING: a. Druk terwijl de sleutel in het bedieningspaneel is geschoven op een van de Helling [INCLINE]
toetsen. Haal de sleutel er uit terwijl de helling van de loopband zich aanpast. Steek de sleutel na een paar seconden weer in het bedieningspaneel. De loopband zal dan automatisch de helling tot de maximale helling aanpassen om vervolgens naar de laagste stand terug te keren. Hierdoor wordt het hellingssysteem opnieuw gekalibreerd.
PROBLEEM: de loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met de meegeleverde sleutel beide bouten van de achterroller een 1/4 slag tegen de klok in. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 5–7 cm van het loopplatform kun­nen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b
5–7 cm
Bouten van de Achterroller
c. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband vertraagt wanneer u euro-
ploopt.
23
PROBLEEM: de loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel
n DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
e
wanneer de loopband niet goed in het mid-
en ligt. Als de loopband naar links is ver-
d schoven, draai met de meegeleverde sleutel de
linker bout van de achterroller een 1/2 slag met de klok mee. Als de loopband naar rechts is verschoven, draai dan de bout van de achter­roller een 1/2 slag tegen de klok in. Zorg ervoor dat u de band niet te strak aandraait. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loop­band een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel
en HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCON- TACT wanneer de loopband slipt. Draai met de meegeleverde sleutel beide bouten van de achterroller een 1/4 slag met de klok mee. Wanneer de loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 5–7 cm van het loopplatform kun­nen tillen. Zorg ervoor dat de band goed in het midden ligt. Steek de stekker en de sleutel weer in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loop­band goed ligt.
a
b
PROBLEEM: de Borstkas-polssensor werken niet correct
OPLOSSING: a. Als de Borstkas-polssensor en niet correct werken, raadpleeg dan de PROBLEMEN OPLOS-
SEN op pagina 11.
b. Wanneer de borstkas-polssensor nog steeds niet goed werken,
vervang dan de batterij. Zoek om de batterij te vervangen naar de deksel aan de achterkant van de sensor. Steek een muntje in de gleuf van de deksel en draai de deksel tegen de klok in tot aan de open positie. Verwijder de deksel. Haal vervolgens de batterij uit de sensor.
Plaats er een nieuwe CR 2032 batterij in met het opschrift naar boven. Zorg er ook voor dat de rubber band goed in de sensor zit. Maak de deksel weer vast en draai de deksel in de gesloten positie.
Deksel van de
b
Batterij
Deksel van de
Batterij
Batterij
Rubber
Band
24
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING: voor-
at u begint met dit of een ander oefeningen-
d programma, dient u een arts te consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande ge­zondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel bij de oefening voor het bepalen van de hart­slag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefe­ningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefening­informatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resul­taten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebrui­ken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitni­veau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hart­slagen voor het verbranden van vet en voor een aero­bic oefening.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende pe­riode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw li­chaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi­teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw training­zone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic-oe­fening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoe­veelheden zuurstof vereist gedurende langere perio­den. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingzone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro­ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone. (Gedurende de eerste weken van uw oefeningenpro­gramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minu­ten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd uw adem niet in.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden af­gerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getal­len boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken. Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi­maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin­gen de sleutel tot uw succes is.
25
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. NETL12807.2 R0110A
Om de onderdelen hieronder te kunnen vinden, bekijk de GEDETAILLEERDE TEKENING aan het eind van deze
andleiding.
h
r. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
N
1 25 #8 x 3/4" Schroef 24#8 x 1" Tekschroef 31Inbussleutel 463/8" x 2" Bout 521/4" x 1 1/4" Bout 643/8" x 5" Bout 745/16" x 3 1/4" Bout 883/8" Moer
943/8" Sterring 10 4 5/16" Sterring 11 5 #8 x 3/4" Tekschroef 12 12 #8 x 1/2" Schroef 13 2 Tussenstuk voor het Kussentje voor
het Basis 14 1 Veerslotbeugel 15 1 3/4" Schroef van de Snelheidsensor 16 10 #8 x 3/4" Schroef 17 2 1/4" x 1 1/4" Bout 18 2 5/16" x 4 1/4" Bout 19 2 3/8" x 1" Bout met Nylon/Metalen 20 2 Bout van de Achterroller 21 1 3/8" x 1 3/4" Bout 22 1 3/8" x 1 1/2" Bout 23 2 3/8" x 1" Bout 24 2 #8 x 1/2" Aardingsschroef 25 10 #12 x 1 1/4" Schroef 26 2 Bout van Motorhouder 27 2 Kussenstop 28 1 Reset/off Stroomonderbreker 29 4 Schroef van Loopband Geleider 30 2 1/4" Platte Tussenring 31 2 1/4" Tussenring 32 1 #8 Aardingsmoer 33 2 1/4" Sterring 34 4 #8 x 1 3/4" Schroef 35 1 Audio Snoer 36 2 5/16" Kraagmoer 37 3 Klip van de Kap 38 1 Draad van de Staander 39 1 Aarde-kabel van Lift Onderstel 40 2 Voorste Isolator 41 1 Linker Voetkussentje 42 1 Waarschuwingsticker 43 2 Platformkussen 44 1 Loopplatform 45 1 Loopband 46 2 Loopband Geleider 47 2 Kussengeleider 48 2 Tussenstuk van het Onderstel
49 2 1/4" x 1" Bout 50 1 Magneet 51 1 Wieltje/Katrol 52 2 15 1/2" Opbinddraad voor de
bedrading 53 1 Sluitknop 54 1 Veerslotknop 55 1 Kap rechter Voetkussentje 56 1 Onderstel 57 2 Houder voor de Achterste Rol 58 1 Achterste Rol 59 1 Linker Achterste Voet 60 1 Rechter Achterste Voet 61 1 Kap 62 1 Drijfriem 63 1 Motorisolatie 64 1 Motor 65 1 Liftonderstel 66 2 Opbinddraad voor de bedrading 67 1 Controller Gaatje 68 1 Electrische Snoer 69 1 Elektriciteitssnoer Adapter 70 1 Controller 71 1 Snelheidsensor 72 1 Snelheidsensorclip 73 1 Onderkap 74 1 Linker Staander 75 1 Hellingmotor 76 1 Tussenstuk van de Linker Staander 77 2 Basiskapje 78 1 Rechter Staander 79 1 Tussenstuk van de Rechter
Staander 80 2 3/8" Slotmoer 81 4 Kussentje van de Basis 82 2 Gevaar Sticker 83 1 Basis 84 2 Wieltje 85 2 Verbinding 86 9 8" Opbinddraad 87 1 Deurtje 88 4 U-vormige beugel 89 1 Bedieningspaneel 90 2 Beschermkapje voor de Staander 91 1 Basis van het Bedieningspaneel 92 1 Plasticverbinding 93 1 Draad van Helling 94 1 Dwarsstang van de Handleuning 95 1 Rechter Handleuning
26
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
6 1 Linker Handleuning
9 97 0 Niet Gebruikt 98 4 Beschermkapje voor de
Handleuning
9 1 Linker Accessoirehouder
9
100 1 Sleutel/Klip
01 1 Aardingsdraad van het
1
Bedieningspaneel 102 1 5/32" Inbussleutel 103 1 Contactdoos 104 1 Tussenstuk van de Lift Motor 105 2 #8 x 2" Schroef 106 1 Rechter Accessoirehouder 107 1 Onderstel/Geaarde Draad van Roller 108 1 Beugel voor Elektronica 109 1 Borstkasband 110 1 Borstkas-polssensor
Opmerking: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden niet getoond.
11 1 Eindkapje van de Vergrendeling
1 112 1 Ontvanger van de
Borstkaspolssensor met Band
113 1 Filter
14 2 Motorbus
1 115 2 #8 Sterring
16 1 3/4" Aardingsbout
1
*–10" Blauwe Draad, M/F *–8" Blauwe Draad, 2F *–4" Zwarte Draad, 2F *–4" Zwarte Draad, M/F *–8" Groene/Gele Draad, F/R *–4" Groene/Gele Draad, mit sticker *–8" Witte Draad, 2F *–4" Rode Draad, M/F *–Gebruiksaanwijzing
27
4
4
54
53
8
8
17
17
18
18
20
20
31
30
31
30
60
59
12
29
29
46
46
25
25
25
25
25
41
36
36
50
48
43
44
42
45
51
55
58
43
56
57
57
48
3
25
25
25
47
16
16
16
47
16
16
16
34
34
24
40
24
40
27
27
107
102
12
12
49
111
GEDETAILLEERDE TEKENING A—Modelnr. NETL12807.2 R0110A
28
11
11
11
11
72
15
71
37
37
37
1
1
1
12
28
61
73
39
12
67
66
19
19
26
64
63
62
65
105
105
68
69
103
108
70
12
12
12
113
114
12
115
115
116
32
GEDETAILLEERDE TEKENING B—Modelnr. NETL12807.2 R0110A
29
81
2
81 2
81
2
4
84
8
8
84
4
6
9
6
9
21
22
80
80
75
23
23
8
8
77
77
74
83
82
76
79
82
13
81
2
13
104
86
85
52
38
4
8
14
38
78
7
10
7
10
90
8
8
88
90
93
GEDETAILLEERDE TEKENING C—Modelnr. NETL12807.2 R0110A
30
1
92
12
101
91
8
9
99
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
5
33
5
33
106
98
98
96
95
94
100
35
112
109
110
98
98
1
87
GEDETAILLEERDE TEKENING D—Modelnr. NETL12807.2 R0110A
31
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
m vervang onderdelen te bestellen, bekijk dan de kaft van deze handleiding. Zorg ervoor dat u de volgende infor-
O matie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en serienummer van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de kaft van deze handleiding)
• het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE TE­KENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere­cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Onderdeel Nr. 295565 R0110A Gedrukt in China © 2010 ICON IP, Inc.
Loading...