Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie
hieronder) of neem contact op met
de winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn
met dit product inbegrepen. Plak de stickers
op de aangegeven plaatsen over de Engelse
waarschuwingen heen. De hier getoonde sticker(s)
met waarschuwing is/zijn op de aangegeven
plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste pagina
van deze handleiding wanneer een sticker
ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een
vervangende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s) wor-
den niet op ware grootte weergegeven.
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees om het risico op brandwonden, brand, elektrische shok,
of persoonlijkletsel te verminderen, alle belangrijke voorzorgsmatregelen en instructies in deze
handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u de loopband gebruikt. ICON is niet
verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar zich ervan te overtuigen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven is.
4. Deze loopband is alleen voor gebruik in huis
bedoeld. Gebruik de loopband niet commercieel of voor verhuur.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
6. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen of
luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder
de loopband om uw vloer of de vloerbedekking te beschermen.
7. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen gebruikt worden of waar zuurstof wordt
toegevoegd.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
10. Laat nooit meer dan één persoon de loopband gebruiken.
11. Draag de juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die
verstrikt kan raken in de loopband. Atletisch
ondersteunende kleding wordt aanbevolen
voor zowel mannen als vrouwen. Draag altijd
trainingschoenen. Gebruik de loopband nooit
met blote voeten, sokken of met sandalen.
12. Steek wanneer u het stroomsnoer gebruikt,
het stroomsnoer alleen in een geaard stopcontact (zie bladzijde pagina 16).
13. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik
dan alleen een 3-draadige geleider: snoer
maat 14 (1 mm2) van 1,5 m of korter.
14. Houd het stroomsnoer bij hete oppervlaktes
vandaan.
15. Laat de loopband nooit draaien wanneer
de elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de
loopband niet wanneer het elektrische snoer
of de stekker beschadigd is. Gebruik de loopband niet wanneer deze niet goed werkt. (Zie
PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 26 als
de loopband niet goed werkt.)
16. Lees de noodstop procedure grondig door
en test deze voordat u de loopband gebruikt
(raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE
ZETTEN oppagina 18).
17. Start de loopband nooit wanneer u op de
loopband staat. Houd u altijd vast aan de
handleuningen wanneer u de loopband
gebruikt.
9. De loopband kan alleen door mensen die 159
kg of minder wegen worden gebruikt.
18. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende
versnellingen te voorkomen.
3
19. De hartslagmonitor is geen medisch instrument. Verschillende factoren, waaronder
bewegingen van de gebruiker, kunnen de
nauwkeurigheid van de metingen beïnvloeden. De hartslagmonitor dient slechts om de
hartslag globaal te meten, als hulpmiddel bij
uw oefeningen.
20. Laat de loopband nooit zonder toezicht ronddraaien. Haal altijd de sleutel eruit, druk de
aan/uit-toets in de uit-stand (zie de tekening
op pagina 5 voor de locatie van de en haal de
stekker van de loopband uit het stopcontact
wanneer deze niet wordt gebruikt.
21. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem verplaatst. (Zie MONTAGE
op pagina 7 en DE LOOPBAND INKLAPPEN
EN VERPLAATSEN op pagina 25. U moet op
veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen
optillen, of om de loopband te verplaatsen.
22. Overtuig u ervan dat bij het inklappen of het
verplaatsen van de loopband de opbergvergrendeling het onderstel stevig in de
opbergstand houdt.
23. Steek geen enkel voorwerp in een opening
van de loopband.
24. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
25. GEVAAR: trek de stekker altijd
direct na gebruik van de loopband uit het
stopcontact. Doe dit ook bij het schoonmaken van de loopband, voor het plegen van
onderhoud en voor het afstellen zoals staat
beschreven in deze handleiding. Verwijder
nooit de motorkap tenzij een technicus dat
aangeeft. Onderhoud, anders dan de procedures in deze handleiding, dient uitsluitend
te worden uitgevoerd door een erkende
onderhoudsvertegenwoordiger.
26. Te veel oefeningen doen, kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u
onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
4
VOORDAT U BEGINT
Dank u dat u heeft gekozen voor de revolutionaire
NORDICTRACK® T 16.0 loopband. De T 16.0 loopband biedt een reeks indrukwekkende mogelijkheden
ontwikkeld om het oefenen doeltreffender en prettiger
te maken. Als u geen oefeningen doet, kunt u deze
unieke loopband opvouwen, waardoor deze minder dan de helft van de ruimte inneemt van andere
loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
Lengte: 206 cm
Breedte: 94 cm
Gewicht: 99 kg
Handleuning
Staander
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
Noteer het productnummer en het serienummer voordat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningspaneel
Lade
Hartslagmonitor
Sleutel/Clip
Loopband
Voetleuning
Ruststandrol
Afstelschroeven
Schakelaar
Kussen van het Loopvlak
5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelenmeegeleverd.
#10 Sterring
(5)–4
#8 x 1/2" Zilver
Schroef (10)–1
3/8" x 1 1/4" Schroef
(8)–4
5/16" Sterring
(11)–8
#8 x 1/2" Schroef
(1)–16
5/16" x 2 3/4" Schroef
3/8" Sterring
(13)–4
#8 x 3/4" Schroef
(2)–2
3/8" x 2 1/4" Schroef
(7)–6
(28)–4
3/8" Moer
(12)–2
#10 x 3/4" Schroef
(9)–4
6
MONTAGE
• De montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
• Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
• Er kan zich een vettige substantie op de buitenkand van de loopband bevinden na verzending.
Dit is normaal. Mocht er wat vet op de bovenkant
van de loopband bevinden, veeg dit dan met een
zachte lap en wat niet schurend reinigingsmiddel
weg.
• De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of
“Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven
met “R” of “Right”.
• Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op pagina 6.
• Voor montage heeft u het volgende gereedschap
nodig:
de meegeleverde inbussleutel
een instelbare sleutel
een Philips schroevendraaier
Om schade aan de onderdelen te vermijden,
dient u geen gebruik te maken van elektrisch
gereedschap.
1
Aandacht: indien u geen internettoegang heeft,
belt u met de Klantenservice (zie de voorkant van deze handleiding) om uw product te
registreren.
2. Trek de Draad van de Staander (81) en de aardingsdraad (A) door het aangegeven gat in de
Basis (94).
Bevestig de aardingsdraad (A) aan de Basis (94)
met een #8 x 1/2" Zilveren Schroef (10).
Plaats de Doorvoerhuls (77) in het vierkante gat
in de Basis (94).
Raadpleeg de inzet-tekening. Snij de plastic
draadband van de Draad van de Staander (81)
los.
2
81
Gat
Vierkant
10
Gat
A
77
94
Snijden
81
7
3. Zoek de Linker Staander (89) die staat aangegeven met “Left”. Laat een tweede persoon de
Linker Staander naast de Basis (94) vasthouden.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad-
band in de Linker Staander (89) stevig rond
het uiteinde van de Draad van de Staander
(81) vast. Trek dan aan het andere eind van de
draadband totdat de Draad van de Staander
door de Linker Staander is getrokken.
3
81
89
94
Bind-
draad
81
89
81
Bind-
draad
4. Houd de Linker Staander (89) tegen de Basis
(94) vast. Zorg ervoor dat de draden niet bekneld raken. Steek dan twee 3/8" x 2 1/4"
Schroeven (7) en twee 3/8" x 1 1/4" Schroeven
(8) met twee 3/8" Sterringen (13) in de Linker
Staander.
Draai de 3/8" x 2 1/4" Schroeven (7) en de 3/8"
x 1 1/4" Schroeven (8) gedeeltelijk tot de koppen van de Schroeven de Linker Staander (89)
raken; maak de schroeven nog niet volledig
vast.
Maak de Rechter Staander (niet getoond) op
dezelfde manier vast. Aandacht: er zitten geen
draden aan de rechterkant.
4
89
7
13
8
13
94
8
5. Zoek naar de Linker Basiskap (82) en de
Rechter Basiskap (83). Schuif de Linker
Basiskap op de Linker Staander (89). Schuif
de Rechter van de Basiskap op de Rechter
Staander (90). Druk de Basis kapjes nog niet
op hun plaats.
5
90
83
89
82
6. Zoek naar de Linker Handleuning (B).
Houd de linker handleuning (B) bij de Linker
Staander (89) vast. Steek het binddraad op de
Draad van de Staander (81) door de onderkant
en uit de bovenkant van de Linker Handleuning
zoals afgebeeld. Steek dan het Draad van de
Staander door de Linker Handleuning.
Bevestig de linker handleuning (B) op de Linker
Staander (89) met twee 5/16" x 2 3/4" Schroeven
(28) en twee 5/16" Sterringen (11). Zorg ervoor
dat de Draad van de Staander (81) niet
bekneld raakt. Draai alle zes de Schroeven
aan, maar niet vast.
Verwijder de twee aangegeven schroeven (C) uit
de linker handleuning (B) en gooi ze weg.
6
Draad
Bandje
28
81
11
C
B
89
9
7. Bevestig de Rechter Handleuning (D) op de
Rechter Staander (90) met twee 5/16" x 2 3/4"
Schroeven (28) en twee 5/16" Sterringen (11).
Draai alle zes de Schroeven aan, maar niet
vast.
7
28
Verwijder de twee aangegeven schroeven (C) uit
de rechter handleuning (D) en gooi ze weg.
8. Plaats de Basis van het Bedieningspaneel (64)
naar beneden gericht op een zacht ondervlak om
krassen op de Basis van het Bedieningspaneel
te voorkomen.
Verwijder de twee Schroeven (E) uit de
Hartslagdwarsstang (93). Verwijder de
Hartslagdwarsstang en gooi de schroeven weg.
11
C
D
90
8
4
4
104
64
E
Verwijder de vier 5/16" x 3/4" Schroeven (4) uit
het Onderstel van het Bedieningspaneel (104).
De Schroeven worden opnieuw in stap 12
gebruikt.
4
93
10
9. Zoek de Linker en Rechter Houders (36, 27).
9
Maak de Houders (36, 27) vast aan de Basis van
het Bedieningspaneel (64) met acht #8 x 1/2"
Schroeven (1). Aandacht: het is misschien
handiger om de twee binnenste Schroeven
vast te draaien, de Houders dan op hun
plaats te schuiven voordat u de andere zes
Schroeven vastdraait.
Aandacht: het kan nodig zijn om het
Onderstel van het Bedieningspaneel (104)
omhoog te draaien bij het bevestigen van de
Houders (36, 27).
10. BELANGRIJK: gebruik geen groot gereedschap en draai de #10 x 3/4" Schroeven (9)
niet te vast, om de Hartslagdwarsstang (93)
niet te beschadigen.
10
1
104
64
36
1
86
1
9
5
27
1
1
Draai de Hartslagdwarsstang (93) zoals afge-
beeld. Maak de Hartslagdwarsstang vast aan
de Handleuningen (86) met vier #10 x 3/4"
Schroeven (9) en vier #10 Sterringen (5). Draai
alle vier de schroeven aan. Schuif vervolgens
de Dwarsstang zover mogelijk in de richting
die wordt aangegeven door de pijl. Maak dan
de Schroeven vast.
Zorg ervoor dat de Draad van de Staander
(81) niet beklemd is. Draai de vier 5/16" x 2 3/4"
Schroeven (28) goed vast.
81
93
28
9
5
86
28
11
11. Houd, met hulp van een tweede persoon, het
bedieningspaneel bij de linker Handleuning (86)
en de rechter Handleuning (niet getoond) vast.
Verbind de aardingsdraad van het bedienings-
paneel met de Aardingsdraad (105) op de
Hartslagdwarsstang (93).
Verbind de Draad van de Staander (81) met de
draad van het bedieningspaneel. Raadpleeg de
inzet-tekening. De connectoren zouden makkelijk samen moeten glijden en op hun plaats
moeten klikken. Als dit niet gebeurt, dient u
een van de verbindingsstukken nog eens aan
te draaien en het nog eens te proberen. ALS
U DE VERBINDINGSSTUKKEN NIET GOED
VERBINDT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL
BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM
WORDT AANGEZET. Verwijder het binddraad
uit de Draad van de Staander.
11
Aardings-
draad
105
Draad
van het
Bedienings-
paneel
81
Bedienings-
paneelmodule
Draad
van het
Bedienings-
paneel
81
86
93
Binddraad
12. Zet het bedieningspaneel op de beugels op de
Handleuningen (86). Zorg ervoor dat de dra-den niet gekneld raken. Steek het overschot
aan Draad van de Staander (81) achter het
Onderstel van het Bedieningspaneel (104).
Bevestig het bedieningspaneel op de beugels op
de Handleuningen (86) met de vier 5/16" x 3/4"
Schroeven (4) die u heeft verwijderd in stap 8
en vier 5/16" Sterringen (11). Draai alle vier de
Schroeven aan, maar niet vast.
12
11
Bedieningspaneelmodule
104
81
86
4
86
11
4
12
13. Maak de Hartslagdwarsstang (93) vast aan het
Bedieningspaneel met zes #8 x 1/2" Schroeven
(1). Draai alle zes de Schroeven en draai ze
vast.
Draai de vier 5/16" x 3/4" Schroeven (4) goed
vast.
13
Bedieningspaneelmodule
14. Controleer de gaten tussen de handleuningmodules (B, D) en de bedieningspaneelmodule (F).
Maak indien nodig de #8 x 3/4" Schroeven
(2) los onder de handleuningen en schuif de
handleuningen naar voren tegen de bedieningspaneelmodule. Maak de Schroeven weer vast.
Bevestig de Kap van de Linker Buitenste
Staander (87) en de Kap van de Rechter
Buitenste Staander (96) aan de Linker en
Rechter Staanders (89, 90) met twee #8 x 1/2"
Schroeven (1). Aandacht: draai de kappen in
een hoek zoals u ze tegen de Staanders heeft
geplaatst. Zorg dat u de schroeven niet te
vast draait.
14
4
87
1
89
93
2
4
1
F
1
B
1
90
1
96
D
2
15. Draai een #8 x 3/4" Schroef (2) in de Kap van de
Linker Buitenste Staander (87) en in de onderkant van de linker handleuningmodule (B). Zorg
dat u de Schroeven niet te vast draait.
Druk de Kap van de Linker Binnenste Staander
(88) tegen de Kap van de Buitenste Linker
Staander (87) tot ze in elkaar vastklikken.
Herhaal bovenstaande stappen aan de
andere kant van de loopband met de Kap van
de Rechter Binnenste Staander (95) en de
Kap van de Rechter Buitenste Staander (96).
13
15
87
96
B
88
2
95
2
16. Draai de vier 3/8" x 2 1/4" Bouten (7) stevig vast.
Draai vervolgens de vier 3/8" x 1 1/4" Schroeven
(8) vast (slechts één kant is afgebeeld).
Druk de Linker en Rechter Basis Kapjes (82, 83)
op de Basis (94) tot ze op hun plaats klikken.
16
83
82
7
8
94
17. Breng daarna het Onderstel (56) omhoog, tot de
positie die is afgebeeld. Zorg dat een tweede
persoon het Onderstel vasthoudt tot deze
stap is voltooid.
Richt de Opbergvergrendeling (53) zo dat de
grote loop en de vergrendelingsknop zich in de
afgebeelde posities bevinden.
Bevestig het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (53) aan de Basis (94) met
een 3/8" x 2 1/4" Schroef (7) en een 3/8" Moer
(12).
Bevestig het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (53) aan de Basis (56) met
een 3/8" x 2" Bout (3) en een 3/8" Moer (12).
Breng het Onderstel (56) naar beneden (zie
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR
GEBRUIK op pagina 25).
17
Vergrendel-
knop
12
56
7
53
Groot
Loop
94
12
7
18. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er zich lagen plastic op de
loopbandstickers bevinden, dient u het plastic te verwijderen. Plaats een mat onder de loopband om de vloer
of het vloerkleed te beschermen. Aandacht: er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Berg de meegeleverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om de loopband mee af te stellen (zie
pagina’s 27 en 28).
14
DE HARTSLAG MONITOR
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor
heeft een borstkasband en een sensor.
Steekdeapin
ene uiteinde van de
borstkas-band in het
ene uiteinde van de
sensor, zoals afgebeeld in de tekening.
Druk dan het uiteinde van de sensor
onder de gesp van
de borstkas-band.
Deapmoetgelijk
zijn met de voorkant
van de sensor.
De hartslag monitor moet onder uw
kleding gedragen
worden, strak tegen
uw huid. Draag de
hartslag monitor
in de aangegeven
plaats rond uw borstkas. Zorg ervoor dat
de logo naar buiten wijst. Maak dan het andere uiteinde van de borstkas-band op de sensor vast. Stel de
lengte van de borstkas-band bij mocht dat nodig zijn.
beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met een
zachte doek en droog deze goed af. Gebruik nooit
schuurmiddelen, alcohol of chemische producten
om de sensor schoon te maken. U kunt de borstkasband met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wanneer de hartslag monitor niet goed werkt.
van de sensor bevindt, vervang dan de batterij met
een batterij van hetzelfde type.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en
zoek naar de twee elektrodes met de kleine randjes.
Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof,
zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen.
Plaats de sensor terug tegen uw huid.
een normale hartslag. Problemen met de hartslagmeting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppingen, of aritmie.
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
GEVAAR:een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcontact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het
stopcontact van de loopband.
Stopcontact van
de Loopband
Snoer
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard
stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke
regelingen.
Stopcontact
16
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedieningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen
in andere talen op het meegeleverde stickervel.
Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een
indrukwekkende keuze uit features die zijn ontwikkeld
om uw oefeningen effectiever en leuker te maken. U
kunt wanneer u de handmatige instelling gebruikt de
snelheid en de hellingstand van de loopband veranderen door een druk op een toets. Tijdens de oefening zal
het bedieningspaneel directe feedback over uw oefening geven. U kunt zelfs uw hartslag meten wanneer u
de handgreep van de hartslagmonitor gebruikt.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel een grote keuze
aan vooraf ingestelde oefeningen. Elke oefening regelt
automatisch de snelheid en de helling van de loopband
wanneer het u door een effectieve oefeningsessie
begeleidt.
Het bedieningspaneel heeft een iFit-modus zodat de
loopband op uw draadloze netwerk aangesloten kan
worden door middel van een optionele iFit-module.
U kunt, met de iFit-modus, persoonlijke oefeningen
downloaden, uw eigen oefeningen samenstellen, resultaten van uw oefening bijhouden, tegen
andere iFit-hardlopers racen en vele andere keuzes
raadplegen. Voor aankoop van de iFit module gaat
u naar www.iFit.com of belt u met het telefoonnummer op de voorkant van deze handleiding.
U kunt tevens naar uw favoriete muziek of audioboek
luisteren door gebruik van het geluidssysteem van het
bedieningspaneel terwijl u oefeningen doet.
Om het apparaat aan te zetten, kijkt u op pagina 18.
Hoe de handmatige instelling te gebruiken, kijkt u op pagina 18. Voor gebruik van een vooraf ingstelde
oefening, kijkt u op pagina 21. Voor gebruik van een
oefening met een vooraf ingesteld doel, zie pagina
22. Voor gebruik van een iFit-oefening, zie pagina
22. Voor gebruik van een het stereogeluidsysteem
kijkt u op pagina 23. Voor gebruik van de onder-houdsmodus kijkt u op pagina 24.
Aandacht: het bedieningspaneel kan de snelheid
en de afstand in kilometers of mijlen weergeven.
Om te zien welk meetsysteem is gekozen, zie DE
INFORMATIE MODUS op pagina 24. Om het eenvoudig te houden verwijzen alle instructies in dit hoofdstuk
naarkilometers.
BELANGRIJK: als er een stuk plastic op het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag
alleen schone schoenen wanneer u de loopband
gebruikt om beschadiging aan het loopvlak te voorkomen. De eerste keer dat u de loopband gebruikt,
dient u de uitlijning van de loopband te bestuderen en het midden van de loopband aan te passen
indien dit nodig is (zie pagina 28).
17
HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet, kunt
u de displays van het bedieningspaneel of andere
elektrische componenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
(zie bladzijde 16). Zoek
vervolgens naar de stroomschakelaar op het onderstel
van de loopband bij het
stroomsnoer. Druk de schakelaar in de reset
stand.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel toont een
demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de
loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Als de
displays oplichten als het stroomsnoer wordt ingestoken en de schakelaar in de resetstand is gezet,
gaat de demostand aan. Om de demostand uit te
schakelen, houdt u de Stop-knop enkele seconden
ingedrukt. Raadpleeg DE INFORMATIE MODUS op
pagina 24 om de demostand uit te schakelen wanneer de displays blijven branden.
Ga op de voetleuning van
de loopband staan. Zoek
naar de clip die aan de
sleutel vastzit en schuif de
clip aan de tailleband van
uw kleding. Plaats de sleutel
in het bedieningspaneel.
Kort daarna zal de display
oplichten. BELANGRIJK: Bij een noodsituatie kunt
u aan de sleutel van het bedieningspaneel trekken,
zodat de loopband vertraagt en tot stilstand komt.
Test de clip door voorzichtig een paar stappen
achteruit te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt getrokken. Als de sleutel niet uit
het bedieningspaneel komt, stel dan de lengte van
de clip bij.
Resetten
Clip
Sleutel
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan
de linkerkant.
2. Selecteer de handmatige modus.
Indien de handmatige modus niet is geselecteerd,
drukt u op de toets Manual Control (handmatige
regeling) op het bedieningspaneel.
3. Start de loopband.
Om de loopband te starten drukt u op de toets
Start, de toets Speed (Snelheid verhogen), of op
een van de toetsen speed (snelheid) genummerd
#2 tot 22.
Als de toets Start of Speed (Snelheid verhogen)
wordt ingedrukt dan zal de loopband beginnen te
bewegen met een snelheid van 2 Km/H. U kunt
tijdens de oefening de snelheid van de loopband
naar wens veranderen door te drukken op de
toetsen Snelheid verhogen en Verlagen. Steeds
als u een van de toetsen indrukt zal de snelheidsinstelling met 0,1 Km/H aanpassen; als u een toets
ingedrukt houdt verandert de snelheid met stapjes
van 0,5 Km/H. Aandacht: Na het drukken op de
toets kan het even duren voordat de loopband de
geselecteerde snelheidsinstelling bereikt.
Indien u drukt op een van de genummerde
sneltoetsen, zal de snelheid van de loopband
geleidelijk aangepast worden tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets.
De tijd zal op de display knipperen. Om de loopband opnieuw te starten, drukt u op de toets Start
of op de toets Snelheid verhogen.
18
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te veranderen,
op de toets Incline (Helling verhogen of verlagen)
of een van de genummerde Incline (hellings-toetsen). Elke keer als u op een van de toetsen drukt,
zal de helling geleidelijk veranderen tot de geselecteerde hellinginstelling is bereikt.
Het tabblad My Trail toont een route die 400 m (1/4
mijl vertegenwoordigt). De knipperende rechthoek
geeft uw vordering aan tijdens uw oefening. Het My
Trail-tabblad zal het aantal rondjes aangeven dat u
voltooit.
Het tabblad Calorie zal het bij benadering aan-
talcalorieëndatuverbrandheeftaangeven.De
hoogte van ieder segment geeft het aantal ver-
brandecalorieënaandattijdensdatsegment
verbrand is. De calorie display zal bij benadering
Als u oefeningen doet, zal de oefeningintensiteits-
niveaubalk het geschatte intensiteitsniveau van uw
oefening aangeven.
•Dehellingstandvandeloopband
•Hetaanalverticaaldoorugeklommenmeters
•Desnelheidvandeloopband
•Uwhartslag(ziestap6oppagina20)
•Dematrix
Dmatrix biedt verschillende weergavetabbladen.
Druk op de toets verhogen en verlagen naast de
Enter-toets totdat het gewenste tabblad wordt
weergegeven.
Het tabblad Incline (Helling) zal een profiel van de
hellingsinstellingen van de oefening aangeven. Een
nieuw segment zal aan het einde van ieder minuut
verschijnen. Het tabblad Speed (Snelheid) zal een
profiel van de snelheidsinstellingen van de oefening aangeven.
Druk op de Home-toets om naar het standaard-
menu terug te keren (zie DE INFORMATIE
MODUS op pagina 24 voor het instellen van het
standaardmenu). Druk, indien nodig, nogmaals op
de toets Home.
Het symbool “draadloos” aan
de bovenkant van de display
zal, wanneer een iFit-module
aangesloten is, de sterkte van
het draadloze signaal weergeven. Vier staafjes geven
volle sterkte aan.
Om de displays te resetten drukt u op de toets
Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel
er weer in.
19
6. Meet desgewenst uw hartslag.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Aandacht: als u de borstkas hartslagmonitor
draagt en tegelijkertijd de hartslagsensor van
de handgreep gebruikt, geeft het bedieningspaneel uw hartslag niet nauwkeurig weer. Zie
pagina 15 voor meer informatie over de borstkas hartslagmonitor.
Voordat u de handgreep hartslagmonitor gebruikt,
verwijdert u het plastic laagje van de metalen contactpunten op de sensorstang. Zorg er ook voor dat
uw handen schoon zijn.
Om uw hartslag
te meten, gaat
u op de voetleuning staan
en houdt u de
sensorstang
met de metalen
contactpunten op
uw handpalmen
ongeveer tien
seconden vast
– beweeg uw handen niet. Het hartsymbooltje in
hetcalorieënschermzalmetelkehartslagknipperen, een of twee streepjes zullen verschijnen en
uw hartslag wordt aangegeven. Voor de meest
nauwkeurige hartslagwaarde, dient u de contactpunten gedurende 15 seconden vast te
houden.
Contactpunten
De ventilator toont meerdere snelheidsinstellingen
en een stand automatisch. Als de stand automatisch is geselecteerd, zal de snelheid van de
ventilator automatisch verhogen en verlagen als de
snelheid van de loopband verhoogt en verlaagt.
Druk herhaaldelijk op
de kleine ventilatortoets
om een ventilatorsnelheid te kiezen of om de
ventilator uit te zetten.
Druk herhaaldelijk op
de grote toets Auto (Ventilator automatisch) om de
automatische stand te kiezen of om de ventilator uit
te zetten.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetleuning staan, druk op de Stop-toets
en pas de helling van de loopband aan op nul.
De helling van de loopband moet op nul procent staan wanneer u de loopband opvouwt
in de opbergstand anders kan de loopband
beschadigd worden. Haal vervolgens de sleutel
uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een
veilige plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te
gebruiken, zet u de schakelaar in de off (uit)stand en neemt u het snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortijdig slijten.
20
EEN INGESTELDE OEFENING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
display knipperen en zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de nieuwe tempo- en/of
hellinginstelling.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 18.
2. Kies een ingestelde oefening.
Om een vooraf ingestelde oefening te selecte-
ren drukt u herhaaldelijk op de toets Calorie, de
Intensity (Intensiteit), de Incline (Helling), of Speed
(Snelheid) totdat de gewenste oefening op het
scherm verschijnt.
De display zal, wanneer u een oefening kiest, de
tijdsduur van de oefening en de naam van de oefening aangeven. Bovendien zal er een profiel van
de snelheidsinstellingen van de oefening op het
scherm verschijnen. Wanneer u voor een calorieenoefening kiest, dan zal bij benadering het aantal
Druk op de toets Start of de toets Speed (Snelheid
verhogen) om met de oefening te beginnen. Kort
nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de eerste snelheid en hellingsinstelling van de oefening. Houd de
handleuningen vast en begin met wandelen.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Er is één
hellinginstelling en één tempo-instelling geprogrammeerd voor elk segment. Aandacht: dezelfde
snelheid en/of hellingsinstelling kan worden geprogrammeerd voor opeenvolgende segmenten.
Tijdens de
oefening
wordt uw
profiel op de
snelheid en
de helling
keuze aangegeven zodat
u uw vordering kunt volgen. De knipperende balk
van het profiel stelt het huidige oefeningsegment
voor. De hoogte van het knipperende segment
geeft de weerstandsinstellingen van het huidige
segment aan. Aan het einde van elk segment, is
een serie geluiden te horen en begint het volgende
segment van het profiel te knipperen. Als een
andere tempo-instelling en/of hellinginstelling is
geprogrammeerd voor het volgende segment, dan
zal de nieuwe tempo- en/of hellinginstelling in het
Huidig segment
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel knippert in de display en
het laatste onderdeel stopt. De loopband zal vertragen tot deze halt houdt.
Aandacht: het na te streven caloriedoel is
een schatting van het aantal calorieën dat u
tijdens de oefening verbranden zult. Het feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt hangt af
van verschillende factoren zoals uw gewicht.
Daarnaast heeft een handmatige wijziging van
de snelheid of de helling van de loopband tijdens de oefening effect op het aantal calorieën
dat u zult verbranden.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de
instelling handmatig overschrijven door te drukken op de toetsen Speed (Snelheid) en Incline
(Helling), als het volgende segment van de
oefening begint, dan zal de loopband zich
automatisch aanpassen aan de snelheid en hellinginstellingen voor het volgende segment.
Druk op de Stop toets om de workout wanneer u
dat wilt te stoppen. De tijd zal op de display knipperen. Druk op de toets Start of Speed (Snelheid
verhogen) om de oefening te hervatten. De loopband zal met een snelheid van 2 km/u beginnen te
draaien. Echter, als het volgende onderdeel van de
oefening begint, zal de loopband zich automatisch
aanpassen aan de snelheid en hellinginstellingen
voor het volgende onderdeel.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 19. De display zal, wanneer u
een vooraf ingestelde oefening kiest, de resterende
tijd in plaats van de verlopen tijd aangeven.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 20.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 20.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 20.
21
EEN VOORAF INGESTELDE DOELOEFENING
GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOW HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 18.
2. Stel calorieën, afstand of tijdsdoel in.
Druk herhaaldelijk op de toets Set a Goal (een doel
instellen) tot het nummer van de gewenste doeloefening verschijnt in de display.
HET GEBRUIK VAN EEN IFITOEFENING
Aandacht: Voor gebruik van een iFit-oefening heeft u
een optionele iFit-module nodig. Voor aankoop van
de iFit module gaat u naar www.iFit.com of belt u
met het telefoonnummer op de voorkant van deze
handleiding. U dient toegang te hebben tot een com-
puter met een internetverbinding en een USB-poort.
Daarnaast dient u ook toegang te hebben tot een
draadloos netwerk inclusief een 802.11b/g/n router met
geactiveerde SSID broadcast (verborgen netwerken
worden niet ondersteund). Een iFit.com-lidmaatschap
is ook vereist.
Druk op de toetsen verhogen en verlagen naast de
Enter-toets om het gewenst doel in te stellen.
3. Begin met de oefening.
Druk op de Starttoets om het programma te laten
beginnen. Kort nadat u op de toets heeft gedrukt,
begint de loopband te bewegen. Houd de handleuningen vast en begin met wandelen.
De oefening werkt op dezelfde wijze als de hand-
matige modus (zie pagina's 18 tot 20).
De oefening duurt zolang tot u uw instelde doel
bereikt. De loopband zal vertragen tot deze halt
houdt.
Aandacht: Het na te streven caloriedoel is een
schatting van het aantal calorieën dat u tijdens
de oefening verbranden zult. Het feitelijke
aantal calorieën dat u verbrandt hangt af van
verschillende factoren zoals uw gewicht.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 19.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 20.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 20.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 20.
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 18.
2. Plaats de iFit module in het bedieningspaneel.
Voor het plaatsen van de iFit module, raadpleegt u
de instructies die bij de iFit module zijn geleverd.
BELANGRIJK: om te voldoen aan de blootstel-
lingsvereisten, dienen de antenne en de zender
in de iFit-module minstens 20 cm afstand te
hebben van alle personen en mogen ze niet
vlakbij of aangesloten zijn op een andere
antenne of zender.
3. Kies een gebruiker.
U kunt, als er meer dan één gebruiker geregis-
treerd is, vanuit het iFit-hoofdscherm van gebruiker
wisselen. Druk op de toetsen verhogen en verlagen
naast de Enter-toets om een gebruiker te kiezen.
4. Kies een iFit-oefening.
Voor het downloaden van een iFit-oefening in uw
schema, drukt u lichtjes op de toets Map (Kaart),
Train, Video of Lose Wt. (Afvallen) om de volgende oefening van dat type in uw schema te
downloaden.
Druk op de toets Compete (Competitie) om aan
een race deel te nemen die u al eerder gekozen
heeft.
Om een recente iFit-oefening uit uw schema
opnieuw te rennen drukt u eerst op de toets Track
(Route). Gebruik vervolgens de toetsen verhogen
en verlagen om de gewenste oefening te selecteren. Druk op de toets Enter om de oefening te laten
beginnen.
22
Voor meer informatie over de iFit oefeningen,
kijkt u op www.iFit.com.
Wanneer u een iFit-oefening selecteert toont de
display de naam, duur, maximale snelheid en
afstand van de oefening. Het display toont ook
hetgeschatteaantalcalorieëndatutijdensde
oefening zal verbranden en een profiel van de snelheidsinstellingen van de oefening.
De display zal, als u een competitie oefening kiest,
aftellen totdat de race begint.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 20.
8. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 20.
9. Als u klaar bent met de oefening dient u de
sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 20.
Aandacht: elke iFit -toets kan ook twee demo-oefe-
ningen uitvoeren. Om de demo-oefeningen te gebruiken, haalt u de iFit-module van het bedieningspaneel af en drukt u op een van de iFit-toetsen.
5. Begin met de oefening.
Zie stap 3 op pagina 21.
Tijdens sommige oefeningen zal de stem van
een persoonlijke trainer u begeleiden. U kunt een
audio-instelling voor uw persoonlijke trainer kiezen
(zie DE INFORMATIE MODUS op pagina 24).
Druk op de Stop toets om de workout wanneer u
dat wilt te stoppen. De tijd zal op de display knipperen. Druk op de toets Start of Speed (Snelheid verhogen) om de oefening te hervatten. De loopband
begint te bewegen op de snelheidsinstelling voor
het eerste segment van de oefening. Echter, als
het volgende onderdeel van de oefening begint, zal
de loopband zich automatisch aanpassen aan de
snelheid en hellinginstellingen voor het volgende
onderdeel.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit-modus.
DE GELUIDSINSTALLATIE GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsinstallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit
u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet
inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel
en uw MP3-speler of CD-speler of andere persoonlijke
audiospeler; zorg ervoor dat de audiokabel goed
aangesloten is. Zie uw plaatselijke elektrazaak voor
het aanschaffen van een audiokabel.
Druk vervolgens op de
toets afspelen op uw
persoonlijke audiospeler. Pas het volume aan
met de toetsen Volume
verhogen en verlagen
op het bedieningspaneel
of de volumeregelknop
op uw persoonlijke audiospeler.
Audio-
aansluiting
6. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 19.
Het tabblad My Trail (Mijn route) zal een kaart
van het pad waarop u loopt of rent weergeven, of
het toont een route met het aantal rondes dat u
voltooit.
Tijdens een competitieoefening zal het Competition
(competitietabblad) de vordering tijdens de race
aangeven. De bovenste lijn in de matrix zal laten
zien hoeveel u van de race voltooid heeft tijdens de
race. De andere lijnen zullen uw top vier concurrenten aangeven. Het einde van de matrix geeft het
einde van de race aan.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de CD
slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer of een
ander vlak oppervlak in plaats van op het bedieningspaneel.
23
DE INFORMATIEMODUS
Het bedieningspaneel heeft een informatie-instelling
die de informatie van de loopband bijhoudt en u uw
eigen bedieningspaneel-instellingen laat invoeren.
1. Selecteer de informatiemodus.
de resetpositie geplaatst wordt, en de sleutel in het
bedieningspaneel gestoken wordt. Als u de sleutel
eruit haalt, dan blijven de displays verlicht hoewel
de toetsen niet werken. Het woord ON (aan) zal
op het scherm verschijnen wanneer de demostand
aan is. Om de demostand aan of uit te zetten, kunt
u op de Enter-toets drukken.
Om de informatiemodus te selecteren, houdt u
de toets Stop ingedrukt terwijl u de sleutel terugplaatst in het bedieningspaneel en daarna de
toets Stop weer loslaat. Als de informatiemodus is
geselecteerd, zal de volgende informatie worden
afgebeeld:
De Time (tijd) display zal het totaal aantal uren dat
de loopband gebruikt is aangeven.
De Distance (afstand) display zal het totaal aantal
kilometers (of mijlen) dat de loopband gedraaid
heeft aangeven.
Het onderste gedeelte van de display zal de
status van de iFit module aangeven. Als een iFit
module wordt aangesloten, toont de display de
woorden WIFI MODULE. De display zal, als een
USB-module aangesloten is, de woorden USB/
SD MODULE aangeven. Als er geen module is
aangesloten, toont de display de woorden NO IFIT
MODULE.
2. Selecteer de optionele schermen.
Als de informatiemodus is geselecteerd, zal
het scherm verschillende optionele schermen
weergeven. Druk op de toets verlagen naast de
Enter-toets om elk van de volgende schermen te
selecteren:
UNITS: druk op de Enter-toets om de meeteenheid
te wijzigen. Om de afstand in mijlen te bekijken,
selecteert u ENGLISH. Om de afstand in kilometers te bekijken, selecteert u METRIC.
CONTRAST LVL: druk op de toetsen Incline
(Helling verhogen en verlagen) om het contrastniveau van de display aan te passen.
Als een iFit module is aangesloten, kunt u ook
de volgende schermen selecteren:
TRAINER VOICE (trainerstem): druk op de Enter-
toets om de stem van de persoonlijke trainer aan of
uit te zetten.
DEFAULT MENU (standaard menu): het stan-
daardmenu zal verschijnen wanneer u de sleutel
in het bedieningspaneel steekt, of wanneer u de
Home toets indrukt. Druk herhaaldelijk op de Entertoets om het handmatige hoofdscherm of het iFit
scherm als het standaard menu.
CHECK WIFI STATUS: druk op de Enter-toets
om de status van uw iFit module te bekijken. Het
onderste scherm toont het softwareversienummer,
de netwerk-SSID, het netwerkcoderingstype, de
verbindingsstatus, de draadloze signaalsterkte, het
IP-adres van de module, het aantal geregistreerde
gebruikers en hun namen, de resultaten van de
DNS zoekopdracht en de status van de iFit server.
SEND/RECEIVE DATA (gegevens versturen/
ontvangen): druk om oefeningen, de oefeninglogboeken en de updates te verzenden en te
ontvangen op de Enter-toets. Wanneer het proces
voltooid is, zullen de woorden TRANSFERS DONE
(Transfers Uitgevoerd) op het scherm verschijnen.
3. Verlaat de informatiemodus.
DEMO: het bedieningspaneel toont een demo-
stand, die ontwikkeld is voor gebruik als de
loopbandwordtgeëtaleerdineenwinkel.Terwijl
de demostand is aangezet, kunt u het bedieningspaneel normaal gebruiken wanneer u het snoer in
het stopcontact steekt, de stroomonderbreker in
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel om de
informatie instelling te verlaten.
24
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
Zet de helling op nul voordat u de loopband
inklapt om schade aan de loopband te voorkomen.
Verwijder dan de sleutel en trek het stroomsnoer
uit het stopcontact. OPGELET: u moet op veilige
wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen optillen, of
om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl onder wordt aangegeven.
OPGELET: houd het onderstel niet vast bij de
plastic voetleuningen. Buig uw knieën en houd
uw rug recht.
1
Onderstel
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst
in te klappen zoals aan de linkerkant staat beschreven.
LET OP: zorg dat de vergrendelknop in de opslagpositie is vergrendeld. Er kunnen twee mensen
voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel
vast en zet een voet tegen een wiel.
1
Onderstel
Handleuning
Wiel
2. Til het onderstel omhoog tot de vergrendelknop in
de opslagpositie vergrendelt. OPGELET: zorg dat
de vergrendelknop vastzit.
2
Onderstel
Vergrendel-
knop
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband
uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een
omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband
op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan
voorzichtig naar de gewenste locatie. OPGELET:
verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te leunen, trek niet aan het onderstel en
verplaats de loopband niet over een ongelijke
ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR
GEBRUIK
1. Zie tekening 2. Houd het bovenste uiteinde van
het loopbandonderstel vast met uw rechterhand.
Trek vervolgens de vergrendelknop naar links.
BELANGRIJK: draai niet aan de vergrendelknop. Druk, indien nodig, het onderstel iets naar
voren. Draai het onderstel naar onderen en laat de
vergrendelknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen onder-
stel stevig met beide handen vast en laat zakken
op de vloer. OPGELET: houd het onderstel niet
vast bij de plastic voetleuningen en laat het
onderstel niet los. Buig uw knieën en houd uw
rug recht.
25
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen worden
opgelost. Vind het symptoom dat van toepassing
is en volg de vermelde stappen. Als u verdere
hulp nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
SYMPTOOM: het apparaat gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat het stroomsnoer goed in een
geaard stopcontact ingestoken is (zie pagina 16).
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm 2) snoer
van 1,5 m of korter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u het
snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de schakelaar bij het stroomsnoer op
het onderstel van de loopband. De schakelaar is
doorgeslagen als de schakelaar uitsteekt zoals
afgebeeld. Om de schakelaar opnieuw in te
stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
d. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wan-
neer de loopband nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: het scherm van het bedieningspaneel
blijft verlicht als u de sleutel uit het bedieningspaneel haalt
a. Het bedieningspaneel beschikt over een demo-
modus. Deze modus wordt gebruikt als de loopband
in een winkel wordt tentoongesteld. Als het scherm
verlicht blijft als u de sleutel verwijdert, is de demostand ingeschakeld. Om de demostand uit te
schakelen, houdt u de Stop-knop enkele seconden
ingedrukt. Als de schermen nog steeds verlicht zijn,
raadpleegt u de INFORMATIE-MODUS op pagina 2
4 om de demostand uit te zetten.
SYMPTOOM: de displays van het bedieningspaneel
werken niet naar behoren
a. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK
HET STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT.
Verwijder de vijf #8 x 3/4" Schroeven (2). Draai dan
voorzichtig de Motorkap (65) eraf.
c
Doorgeslagen
SYMPTOOM: stroomuitval tijdens gebruik
a. Controleer de schakelaar (zie de tekening hierbo-
ven). Als de schakelaar is uitgeschakeld, wacht u vijf
minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg dat het snoer is aangesloten op het stopcon-
tact.Als het is aangesloten op het stopcontact, haal
het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het
weer in het stopcontact.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
plaats hem weer terug.
Resetten
a
65
2
2
2
26
Zoek de Snelheidssensor (52) en de Magneet
(50) aan de linkerkant van de Katrol (49). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3 mm
is. Indien nodig maakt u de #8 x 3/4" Tekschroef
(14) losser, beweegt u de Snelheidssensor lichtjes en maakt u de schroef weer vast. Maak de
Motorkap (niet afgebeeld) vast met de vijf #8 x 3/4"
Schroeven (niet afgebeeld) en laat de loopband
een paar minuten draaien om de snelheidsmeting
na te kijken.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden.
Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide afstelschroeven
van de ruststandrol een kwartslag naar links met
de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet
u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopvlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden zit. Haal dan de stekker uit het
stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband
een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband
goed vastzit.
Boven
Weergave
52
14
3 mm
SYMPTOOM: de helling van de loopband wijzigt
niet goed
a. Druk de toetsen Stop en Speed (Snelheid verho-
gen) in, plaats de sleutel in het bedieningspaneel
en laat de toetsen Stop en Speed (Snelheid verhogen) dan los. Druk op de toets Stop en druk dan
op de toets Incline (Helling verhogen of verlagen).
De loopband stijgt automatisch naar het maximale
hellingsniveau en keert dan terug naar het minimumniveau. Hierdoor wordt het hellingsysteem
opnieuw gekalibreerd. Als de helling niet kalibreert,
druk dan op de toets Stop en druk opnieuw op de
toets Helling vergroten of verkleinen. Als de helling
is gekalibreerd, dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
SYMPTOOM: de loopband vertraagt wanneer er op
gelopen wordt
49
50
b
5–7 cm
Schroeven van de Ruststandrol
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: behandel de band of het loopplatform nooit met siliconenspray of enig
ander middel tenzij dit is opgegeven door een
bevoegde onderhoudsvertegenwoordiger.
Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit van
de loopband verslechteren en leiden tot overmatige slijtage. Als u vermoedt dat de loopband
aanvullende smering nodig heeft, raadpleegt u de
omslag van deze handleiding.
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
a. Zorg ervoor dat het stroomsnoer goed in een
geaard stopcontact ingestoken is (zie pagina 16).
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan
alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm 2) snoer
van 1,5 m of korter.
27
SYMPTOOM: de loopband bevindt zich niet in het
midden tussen de voetleuningen.
SYMPTOOM: de loopband slipt wanneer er op
gelopen wordt
BELANGRIJK: als de loopband tegen de
voetleuningen schuurt, kan de loopband
beschadigd raken.
a. Als eerste verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Als de
loopband naar links is verschoven, kunt u de
inbussleutel gebruiken om de linker Schroef van de
ruststandrol een halve slag naar rechts te draaien;
als de loopband naar rechts is verschoven kunt
u de linker schroef van de ruststandrol een halve
slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband niet
te vast draait. Haal dan de stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar
minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed in het
midden zit.
a
a. Als eerste verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide
afstelschroeven van de ruststandrol een kwartslag
naar rechts met de inbussleutel. Als de loopband
goed vastzit moet u elke rand van de loopband
5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg
ervoor dat de loopband in het midden zit. Steek
dan de stekker in het stopcontact. Plaats de sleutel
en laat de loopband een paar minuten lopen.
Herhaal tot de loopband goed vastzit.
a
SYMPTOOM: er lopen lijnen over de display van
het bedieningspaneel
a. Als er lijnen verschijnen in het scherm van het
bedieningspaneel, raadpleegt u DE INFORMATIE
MODUS op pagina 24 en past u het contrastniveau
van het scherm aan.
28
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hartslag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobicoefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenprogramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maximaal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefeningen de sleutel tot uw succes is.
29
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr. NETL15713.0 R0813A
1 16 #8 x 1/2" Schroef
2 34 #8 x 3/4" Schroef
3 1 Waarschuwingssticker
4 4 5/16" x 3/4" Schroef
5 4 10" Sterring
6 2 1/2" Moer
7 4 3/8" x 2 1/4" Schroef
8 4 3/8" x 1 1/4" Schroef
9 4 #10 x 3/4" Schroef
10 7 #8 x 1/2" Zilver schroef
11 8 5/16" Sterring
12 2 3/8" Moer
13 4 3/8" Sterring
14 9 #8 x 3/4" Tekschroef
15 2 1/4" x 2 1/2" Schroef
16 1 3/8" x 1 1/2" Bout
17 2 3/8" x 1 1/4" Wielbout
18 2 #8 x 1 3/4" Schroef
19 4 #8 x 7/16" Schroef
20 2 5/16" x Motorschroef
21 2 3/8" Pen
22 2 3/8" x 1" Bout
23 4 5/16" x 1 3/4" Schouderbout
24 1 1/4" x 1 3/4" Schroef
25 4 #8 x 1" Schroef
26 6 #10 x 1/2" Schroef
27 1 Rechterhouder
28 4 5/16" x 2 3/4" Schroef
29 1 3/8" x 2" Inbusbout
30 4 5/16" Platte tussenring
31 5 #8 x 3/4" Schroef met Trusskop
32 2 Inzetstuk van de Hellingmotor
33 6 3/8" Slotmoer
34 4 5/16" Moer
35 1 1/4" Sterring
36 1 Linkerhouder
37 6 #8 x 5/8" Schroef
38 8 Bovenkant van de Isolator
39 8 Isolator
40 8 Onderkant van de Isolator
41 8 Veer van de Isolator
42 1 Linker Voetleuning
43 1 Waarschuwingssticker
44 1 Loopoppervlak
45 1 Loopband
46 2 Loopbandgeleider
47 1 Rechter Achter Poot
48 4 Kabelband
49 1 Aandrijfrol/katrol
50 1 Magneet
51 1 Clip van de Snelheidsensor
52 1 Snelheidsensor
53 1 Opbergvergrendeling
54 1 Aandrijfmotor
55 1 Motorriem
56 1 Onderstel
57 1 Linker Achter Poot
58 1 Kap van Onderstel Sluitdop
59 4 Rubberkussen
60 1 Rechter Voetleuning
61 1 Ruststandrol
62 1 Onderstel Sluitdop
63 2 #8 x 1/2" Machineschroef
64 1 Basis van het Bedieningspaneel
65 1 Motorkap
66 1 Kapaccent
67 2 Inzetstuk van het Hellingonderstel
68 3 Kapklem
69 1 Hellingmotor
70 1 Hellingonderstel
71 2 Tussenring van het Onderstel
72 1 Controller
73 1 Controllerplaat
74 2 Kapstang
75 1 Schakelaar
76 1 Stroomsnoer
77 2 Doorvoerhuls
78 1 Onderpan
79 1 Greep van de Linker Handleuning
80 20 #8 x 3/4" Pankop Tek Schroef
81 1 Draad van de Staander
82 1 Linkerbasis Kap
83 1 Rechterbasis Kap
84 1 Kap van de Rechter Binnenste
Handleuning
85 1 Kap van de Linker Binnenste
Handleuning
86 2 Handleuning
87 1 Kap van de Linker Buitenste
Staander
88 1 Kap van de Linker Binnenste
Staander
89 1 Linker Staander
90 1 Rechter Staander
91 2 Waarschuwingssticker
92 4 Kussen van de Basis
93 1 Hartslagdwarsstang
94 1 Basis
95 1 Kap van de Rechter Binnenste
Staander
30
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
96 1 Kap van de Rechter Buitenste
Staander
97 2 Wiel
98 1 Sleutel/klem
99 2 Kabelband
100 2 1/4" x 1 1/2" Schroef
101 1 Stopbeugel van de Helling
102 2 Klem van het Bedieningspaneel
103 1 Bedieningspaneel
104 1 Onderstel van het Bedieningspaneel
105 1 Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel
106 1 Greep van de Rechter Handleuning
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden
gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet
worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.