NordicTrack NETL157130 Owner's Manual

Modelnr. NETL15713.0
219lbs
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
KLANTENDIENST
Neem contact op met de Klantendienst (zie informatie hieronder) of neem contact op met de winkel waar u dit product gekocht heeft wanneer u nog vragen heeft of wanneer er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn.
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00 GMT; Zaterdag 09:00-13:00 GMT
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
csuk@iconeurope.com
OPGELET
www.iconeurope.com
252913
252913
256837
Dutch
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
DE HARTSLAG MONITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
GEBRUIK EN BIJSTELLEN ..................................................................16
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
GEDETAILLEERDE TEKENING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn met dit product inbegrepen. Plak de stickers op de aangegeven plaatsen over de Engelse waarschuwingen heen. De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste pagina
van deze handleiding wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een vervangende sticker. Plak de sticker op de aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s) wor-
den niet op ware grootte weergegeven.
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees om het risico op brandwonden, brand, elektrische shok,
of persoonlijkletsel te verminderen, alle belangrijke voorzorgsmatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u de loopband gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar zich ervan te overtuigen dat alle gebruikers van de loopband voldoende op de hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar, of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals beschre­ven is.
4. Deze loopband is alleen voor gebruik in huis bedoeld. Gebruik de loopband niet commer­cieel of voor verhuur.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage, op een overdekt terras of bij water.
6. Plaats de loopband op een vlakke onder­grond met minstens 2,4 m ruimte rondom, ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor dat de loopband geen luchtopeningen of luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder de loopband om uw vloer of de vloerbedek­king te beschermen.
7. Gebruik de loopband niet waar spuitbus­sen gebruikt worden of waar zuurstof wordt toegevoegd.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
10. Laat nooit meer dan één persoon de loop­band gebruiken.
11. Draag de juiste kleding bij gebruik van de loopband. Draag geen losse kleding die verstrikt kan raken in de loopband. Atletisch ondersteunende kleding wordt aanbevolen voor zowel mannen als vrouwen. Draag altijd
trainingschoenen. Gebruik de loopband nooit met blote voeten, sokken of met sandalen.
12. Steek wanneer u het stroomsnoer gebruikt, het stroomsnoer alleen in een geaard stop­contact (zie bladzijde pagina 16).
13. Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een 3-draadige geleider: snoer maat 14 (1 mm2) van 1,5 m of korter.
14. Houd het stroomsnoer bij hete oppervlaktes vandaan.
15. Laat de loopband nooit draaien wanneer de elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband niet wanneer het elektrische snoer of de stekker beschadigd is. Gebruik de loop­band niet wanneer deze niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 26 als de loopband niet goed werkt.)
16. Lees de noodstop procedure grondig door en test deze voordat u de loopband gebruikt (raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN oppagina 18).
17. Start de loopband nooit wanneer u op de loopband staat. Houd u altijd vast aan de handleuningen wanneer u de loopband gebruikt.
9. De loopband kan alleen door mensen die 159 kg of minder wegen worden gebruikt.
18. De loopband kan een hoge snelheid bereiken. Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende versnellingen te voorkomen.
3
19. De hartslagmonitor is geen medisch instru­ment. Verschillende factoren, waaronder bewegingen van de gebruiker, kunnen de nauwkeurigheid van de metingen beïnvloe­den. De hartslagmonitor dient slechts om de hartslag globaal te meten, als hulpmiddel bij uw oefeningen.
20. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond­draaien. Haal altijd de sleutel eruit, druk de aan/uit-toets in de uit-stand (zie de tekening op pagina 5 voor de locatie van de en haal de stekker van de loopband uit het stopcontact wanneer deze niet wordt gebruikt.
21. Voltooi eerst de montage van de loopband voordat u hem verplaatst. (Zie MONTAGE op pagina 7 en DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina 25. U moet op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de loopband te verplaatsen.
22. Overtuig u ervan dat bij het inklappen of het verplaatsen van de loopband de opberg­vergrendeling het onderstel stevig in de opbergstand houdt.
23. Steek geen enkel voorwerp in een opening van de loopband.
24. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
25. GEVAAR: trek de stekker altijd
direct na gebruik van de loopband uit het stopcontact. Doe dit ook bij het schoonma­ken van de loopband, voor het plegen van onderhoud en voor het afstellen zoals staat beschreven in deze handleiding. Verwijder nooit de motorkap tenzij een technicus dat aangeeft. Onderhoud, anders dan de proce­dures in deze handleiding, dient uitsluitend te worden uitgevoerd door een erkende onderhoudsvertegenwoordiger.
26. Te veel oefeningen doen, kan leiden tot ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
4
VOORDAT U BEGINT
Dank u dat u heeft gekozen voor de revolutionaire NORDICTRACK® T 16.0 loopband. De T 16.0 loop­band biedt een reeks indrukwekkende mogelijkheden ontwikkeld om het oefenen doeltreffender en prettiger te maken. Als u geen oefeningen doet, kunt u deze unieke loopband opvouwen, waardoor deze min­der dan de helft van de ruimte inneemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
Lengte: 206 cm Breedte: 94 cm Gewicht: 99 kg
Handleuning
Staander
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt. Noteer het productnummer en het serienummer voor­dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de stickers met het productnummer en het serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningspaneel
Lade
Hartslagmonitor
Sleutel/Clip
Loopband
Voetleuning
Ruststandrol Afstelschroeven
Schakelaar
Kussen van het Loopvlak
5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus­sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
#10 Sterring
(5)–4
#8 x 1/2" Zilver Schroef (10)–1
3/8" x 1 1/4" Schroef
(8)–4
5/16" Sterring
(11)–8
#8 x 1/2" Schroef
(1)–16
5/16" x 2 3/4" Schroef
3/8" Sterring
(13)–4
#8 x 3/4" Schroef
(2)–2
3/8" x 2 1/4" Schroef
(7)–6
(28)–4
3/8" Moer
(12)–2
#10 x 3/4" Schroef
(9)–4
6
MONTAGE
• De montage moet door twee personen worden uitgevoerd.
• Plaats alle onderdelen op een open plek en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar bent met de montage.
• Er kan zich een vettige substantie op de buiten­kand van de loopband bevinden na verzending. Dit is normaal. Mocht er wat vet op de bovenkant van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap en wat niet schurend reinigingsmiddel weg.
• De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of “Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven met “R” of “Right”.
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw compu-
ter en registreer uw product.
•activeertuwgarantie
•bespaartutijdalsuooitcontactmoetopnemen
met de Klantendienst
•hiermeekunnenwijuopdehoogtestellenvan
upgrades en aanbiedingen
• Voor het vaststellen van de kleine onderdelen, kijkt u op pagina 6.
• Voor montage heeft u het volgende gereedschap nodig:
de meegeleverde inbussleutel
een instelbare sleutel
een Philips schroevendraaier
Om schade aan de onderdelen te vermijden,
dient u geen gebruik te maken van elektrisch gereedschap.
1
Aandacht: indien u geen internettoegang heeft,
belt u met de Klantenservice (zie de voor­kant van deze handleiding) om uw product te registreren.
2. Trek de Draad van de Staander (81) en de aar­dingsdraad (A) door het aangegeven gat in de Basis (94).
Bevestig de aardingsdraad (A) aan de Basis (94)
met een #8 x 1/2" Zilveren Schroef (10).
Plaats de Doorvoerhuls (77) in het vierkante gat
in de Basis (94).
Raadpleeg de inzet-tekening. Snij de plastic
draadband van de Draad van de Staander (81) los.
2
81
Gat
Vierkant
10
Gat
A
77
94
Snijden
81
7
3. Zoek de Linker Staander (89) die staat aange­geven met “Left”. Laat een tweede persoon de Linker Staander naast de Basis (94) vasthouden.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad-
band in de Linker Staander (89) stevig rond het uiteinde van de Draad van de Staander (81) vast. Trek dan aan het andere eind van de draadband totdat de Draad van de Staander door de Linker Staander is getrokken.
3
81
89
94
Bind-
draad
81
89
81
Bind-
draad
4. Houd de Linker Staander (89) tegen de Basis (94) vast. Zorg ervoor dat de draden niet bekneld raken. Steek dan twee 3/8" x 2 1/4" Schroeven (7) en twee 3/8" x 1 1/4" Schroeven (8) met twee 3/8" Sterringen (13) in de Linker Staander.
Draai de 3/8" x 2 1/4" Schroeven (7) en de 3/8"
x 1 1/4" Schroeven (8) gedeeltelijk tot de kop­pen van de Schroeven de Linker Staander (89) raken; maak de schroeven nog niet volledig
vast.
Maak de Rechter Staander (niet getoond) op
dezelfde manier vast. Aandacht: er zitten geen
draden aan de rechterkant.
4
89
7
13
8
13
94
8
5. Zoek naar de Linker Basiskap (82) en de Rechter Basiskap (83). Schuif de Linker Basiskap op de Linker Staander (89). Schuif de Rechter van de Basiskap op de Rechter Staander (90). Druk de Basis kapjes nog niet
op hun plaats.
5
90
83
89
82
6. Zoek naar de Linker Handleuning (B).
Houd de linker handleuning (B) bij de Linker
Staander (89) vast. Steek het binddraad op de Draad van de Staander (81) door de onderkant en uit de bovenkant van de Linker Handleuning zoals afgebeeld. Steek dan het Draad van de Staander door de Linker Handleuning.
Bevestig de linker handleuning (B) op de Linker
Staander (89) met twee 5/16" x 2 3/4" Schroeven (28) en twee 5/16" Sterringen (11). Zorg ervoor
dat de Draad van de Staander (81) niet bekneld raakt. Draai alle zes de Schroeven aan, maar niet vast.
Verwijder de twee aangegeven schroeven (C) uit
de linker handleuning (B) en gooi ze weg.
6
Draad
Bandje
28
81
11
C
B
89
9
7. Bevestig de Rechter Handleuning (D) op de Rechter Staander (90) met twee 5/16" x 2 3/4" Schroeven (28) en twee 5/16" Sterringen (11).
Draai alle zes de Schroeven aan, maar niet vast.
7
28
Verwijder de twee aangegeven schroeven (C) uit
de rechter handleuning (D) en gooi ze weg.
8. Plaats de Basis van het Bedieningspaneel (64) naar beneden gericht op een zacht ondervlak om krassen op de Basis van het Bedieningspaneel te voorkomen.
Verwijder de twee Schroeven (E) uit de
Hartslagdwarsstang (93). Verwijder de Hartslagdwarsstang en gooi de schroeven weg.
11
C
D
90
8
4
4
104
64
E
Verwijder de vier 5/16" x 3/4" Schroeven (4) uit
het Onderstel van het Bedieningspaneel (104).
De Schroeven worden opnieuw in stap 12 gebruikt.
4
93
10
9. Zoek de Linker en Rechter Houders (36, 27).
9
Maak de Houders (36, 27) vast aan de Basis van
het Bedieningspaneel (64) met acht #8 x 1/2" Schroeven (1). Aandacht: het is misschien
handiger om de twee binnenste Schroeven vast te draaien, de Houders dan op hun plaats te schuiven voordat u de andere zes Schroeven vastdraait.
Aandacht: het kan nodig zijn om het
Onderstel van het Bedieningspaneel (104) omhoog te draaien bij het bevestigen van de Houders (36, 27).
10. BELANGRIJK: gebruik geen groot gereed­schap en draai de #10 x 3/4" Schroeven (9) niet te vast, om de Hartslagdwarsstang (93) niet te beschadigen.
10
1
104
64
36
1
86
1
9
5
27
1
1
Draai de Hartslagdwarsstang (93) zoals afge-
beeld. Maak de Hartslagdwarsstang vast aan de Handleuningen (86) met vier #10 x 3/4" Schroeven (9) en vier #10 Sterringen (5). Draai
alle vier de schroeven aan. Schuif vervolgens de Dwarsstang zover mogelijk in de richting die wordt aangegeven door de pijl. Maak dan de Schroeven vast.
Zorg ervoor dat de Draad van de Staander
(81) niet beklemd is. Draai de vier 5/16" x 2 3/4"
Schroeven (28) goed vast.
81
93
28
9
5
86
28
11
11. Houd, met hulp van een tweede persoon, het bedieningspaneel bij de linker Handleuning (86) en de rechter Handleuning (niet getoond) vast.
Verbind de aardingsdraad van het bedienings-
paneel met de Aardingsdraad (105) op de Hartslagdwarsstang (93).
Verbind de Draad van de Staander (81) met de
draad van het bedieningspaneel. Raadpleeg de
inzet-tekening. De connectoren zouden mak­kelijk samen moeten glijden en op hun plaats moeten klikken. Als dit niet gebeurt, dient u
een van de verbindingsstukken nog eens aan te draaien en het nog eens te proberen. ALS
U DE VERBINDINGSSTUKKEN NIET GOED VERBINDT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM WORDT AANGEZET. Verwijder het binddraad
uit de Draad van de Staander.
11
Aardings-
draad
105
Draad
van het
Bedienings-
paneel
81
Bedienings-
paneelmodule
Draad
van het
Bedienings-
paneel
81
86
93
Binddraad
12. Zet het bedieningspaneel op de beugels op de Handleuningen (86). Zorg ervoor dat de dra- den niet gekneld raken. Steek het overschot aan Draad van de Staander (81) achter het Onderstel van het Bedieningspaneel (104).
Bevestig het bedieningspaneel op de beugels op
de Handleuningen (86) met de vier 5/16" x 3/4" Schroeven (4) die u heeft verwijderd in stap 8 en vier 5/16" Sterringen (11). Draai alle vier de
Schroeven aan, maar niet vast.
12
11
Bedieningspaneelmodule
104
81
86
4
86
11
4
12
13. Maak de Hartslagdwarsstang (93) vast aan het Bedieningspaneel met zes #8 x 1/2" Schroeven (1). Draai alle zes de Schroeven en draai ze
vast.
Draai de vier 5/16" x 3/4" Schroeven (4) goed
vast.
13
Bedieningspaneelmodule
14. Controleer de gaten tussen de handleuningmo­dules (B, D) en de bedieningspaneelmodule (F).
Maak indien nodig de #8 x 3/4" Schroeven
(2) los onder de handleuningen en schuif de handleuningen naar voren tegen de bedienings­paneelmodule. Maak de Schroeven weer vast.
Bevestig de Kap van de Linker Buitenste
Staander (87) en de Kap van de Rechter Buitenste Staander (96) aan de Linker en Rechter Staanders (89, 90) met twee #8 x 1/2" Schroeven (1). Aandacht: draai de kappen in
een hoek zoals u ze tegen de Staanders heeft geplaatst. Zorg dat u de schroeven niet te vast draait.
14
4
87
1
89
93
2
4
1
F
1
B
1
90
1
96
D
2
15. Draai een #8 x 3/4" Schroef (2) in de Kap van de Linker Buitenste Staander (87) en in de onder­kant van de linker handleuningmodule (B). Zorg
dat u de Schroeven niet te vast draait.
Druk de Kap van de Linker Binnenste Staander
(88) tegen de Kap van de Buitenste Linker Staander (87) tot ze in elkaar vastklikken.
Herhaal bovenstaande stappen aan de
andere kant van de loopband met de Kap van de Rechter Binnenste Staander (95) en de Kap van de Rechter Buitenste Staander (96).
13
15
87
96
B
88
2
95
2
16. Draai de vier 3/8" x 2 1/4" Bouten (7) stevig vast. Draai vervolgens de vier 3/8" x 1 1/4" Schroeven (8) vast (slechts één kant is afgebeeld).
Druk de Linker en Rechter Basis Kapjes (82, 83)
op de Basis (94) tot ze op hun plaats klikken.
16
83
82
7
8
94
17. Breng daarna het Onderstel (56) omhoog, tot de positie die is afgebeeld. Zorg dat een tweede
persoon het Onderstel vasthoudt tot deze stap is voltooid.
Richt de Opbergvergrendeling (53) zo dat de
grote loop en de vergrendelingsknop zich in de afgebeelde posities bevinden.
Bevestig het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (53) aan de Basis (94) met een 3/8" x 2 1/4" Schroef (7) en een 3/8" Moer (12).
Bevestig het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (53) aan de Basis (56) met een 3/8" x 2" Bout (3) en een 3/8" Moer (12).
Breng het Onderstel (56) naar beneden (zie
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK op pagina 25).
17
Vergrendel-
knop
12
56
7
53
Groot
Loop
94
12
7
18. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er zich lagen plastic op de loopbandstickers bevinden, dient u het plastic te verwijderen. Plaats een mat onder de loopband om de vloer of het vloerkleed te beschermen. Aandacht: er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Berg de meegele­verde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om de loopband mee af te stellen (zie pagina’s 27 en 28).
14
DE HARTSLAG MONITOR
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor heeft een borstkas­band en een sensor.
Steekdeapin
ene uiteinde van de borstkas-band in het ene uiteinde van de sensor, zoals afge­beeld in de tekening. Druk dan het uit­einde van de sensor onder de gesp van de borstkas-band.
Deapmoetgelijk
zijn met de voorkant van de sensor.
De hartslag moni­tor moet onder uw kleding gedragen worden, strak tegen uw huid. Draag de hartslag monitor in de aangegeven plaats rond uw borst­kas. Zorg ervoor dat de logo naar buiten wijst. Maak dan het andere uit­einde van de borstkas-band op de sensor vast. Stel de lengte van de borstkas-band bij mocht dat nodig zijn.
Flaps
Borstkas-
Sensor
band
Sensor
Flap
Gesp
•Buigenrekdesensortijdenshetgebruikofhet
opbergen van de hartslag monitor niet te veel.
•Maakdesensorschoonmeteenzachtedoekeneen
beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met een zachte doek en droog deze goed af. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of chemische producten om de sensor schoon te maken. U kunt de borstkas­band met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wan­neer de hartslag monitor niet goed werkt.
•Zorgervoordatudehartslagmonitorgoeddraagt
zoals hier links is beschreven. Verplaats de hartslag monitor wat naar boven of naar beneden wanneer u de borstkas-hartslag monitor niet goed werkt.
•Maakdeelektrodesopnieuwwatnatwanneerde
hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te transpireren.
•Voordegoedeweergavevandehartslagmetingen
moet de gebruiker zich op minder dan een armlengte van het bedieningspaneel bevinden.
•Alserzicheenbatterijdekseltjeaandeactherkant
van de sensor bevindt, vervang dan de batterij met een batterij van hetzelfde type.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en zoek naar de twee elektrodes met de kleine randjes. Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof, zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
•Droogdesensorgoedafnaiedergebruik.Door
vocht blijft de sensor langer dan nodig branden en zodoende zullen de batterijen sneller leeg lopen.
•Bewaardehartslagmonitoropeenwarmeendroge
plaats. Bewaar de harslag monitor niet in een plastic zak of andere verpakking die vocht kan vasthouden.
•Steldehartslagmonitornietlangdurigblootaan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
•Dehartslagmonitorisontwikkeldvoormensenmet
een normale hartslag. Problemen met de hartslag­meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin­gen, of aritmie.
•Dewerkingvandehartslagmonitorkanbeïnvloed
worden door magnetische storingen die door hoog­spanningsdraden en andere elektromagnetische bronnen veroorzaakt kunnen worden. Verplaats het
tness-apparaatalsuvermoedtdatditdeoorzaakis.
15
UK
UK
DU GR RU HU CZ
AUS
TYPE F
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische schok te verminderen. Een snoer en een geaarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door de fabrikant aanbevolen snoer.
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische schok leiden. Laat een elektriciën de aarding nakijken als u niet zeker weet of het stopcon­tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen aan de stekker van het apparaat aan. Laat een elektriciën een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het stopcontact van de loopband.
Stopcontact van
de Loopband
Snoer
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen.
Stopcontact
16
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie­ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere talen op het meegeleverde stickervel. Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een indrukwekkende keuze uit features die zijn ontwikkeld om uw oefeningen effectiever en leuker te maken. U kunt wanneer u de handmatige instelling gebruikt de snelheid en de hellingstand van de loopband verande­ren door een druk op een toets. Tijdens de oefening zal het bedieningspaneel directe feedback over uw oefe­ning geven. U kunt zelfs uw hartslag meten wanneer u de handgreep van de hartslagmonitor gebruikt.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel een grote keuze aan vooraf ingestelde oefeningen. Elke oefening regelt automatisch de snelheid en de helling van de loopband wanneer het u door een effectieve oefeningsessie begeleidt.
Het bedieningspaneel heeft een iFit-modus zodat de loopband op uw draadloze netwerk aangesloten kan worden door middel van een optionele iFit-module. U kunt, met de iFit-modus, persoonlijke oefeningen downloaden, uw eigen oefeningen samenstel­len, resultaten van uw oefening bijhouden, tegen andere iFit-hardlopers racen en vele andere keuzes
raadplegen. Voor aankoop van de iFit module gaat
u naar www.iFit.com of belt u met het telefoonnum­mer op de voorkant van deze handleiding.
U kunt tevens naar uw favoriete muziek of audioboek luisteren door gebruik van het geluidssysteem van het bedieningspaneel terwijl u oefeningen doet.
Om het apparaat aan te zetten, kijkt u op pagina 18. Hoe de handmatige instelling te gebruiken, kijkt u op pagina 18. Voor gebruik van een vooraf ingstelde oefening, kijkt u op pagina 21. Voor gebruik van een oefening met een vooraf ingesteld doel, zie pagina
22. Voor gebruik van een iFit-oefening, zie pagina
22. Voor gebruik van een het stereogeluidsysteem
kijkt u op pagina 23. Voor gebruik van de onder- houdsmodus kijkt u op pagina 24.
Aandacht: het bedieningspaneel kan de snelheid en de afstand in kilometers of mijlen weergeven. Om te zien welk meetsysteem is gekozen, zie DE INFORMATIE MODUS op pagina 24. Om het eenvou­dig te houden verwijzen alle instructies in dit hoofdstuk naarkilometers.
BELANGRIJK: als er een stuk plastic op het bedie­ningspaneel ligt, verwijder dan het plastic. Draag alleen schone schoenen wanneer u de loopband gebruikt om beschadiging aan het loopvlak te voor­komen. De eerste keer dat u de loopband gebruikt, dient u de uitlijning van de loopband te bestude­ren en het midden van de loopband aan te passen indien dit nodig is (zie pagina 28).
17
HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan koude temperaturen blootgesteld is geweest, de loopband tot kamertemperatuur komen voordat u de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u de displays van het bedieningspaneel of andere elektrische componenten beschadigen.
Steek het stroomsnoer in (zie bladzijde 16). Zoek vervolgens naar de stroom­schakelaar op het onderstel van de loopband bij het stroomsnoer. Druk de scha­kelaar in de reset stand.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel toont een demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband wordt geëtaleerd in een winkel. Als de displays oplichten als het stroomsnoer wordt inge­stoken en de schakelaar in de resetstand is gezet, gaat de demostand aan. Om de demostand uit te schakelen, houdt u de Stop-knop enkele seconden ingedrukt. Raadpleeg DE INFORMATIE MODUS op pagina 24 om de demostand uit te schakelen wan­neer de displays blijven branden.
Ga op de voetleuning van de loopband staan. Zoek naar de clip die aan de sleutel vastzit en schuif de clip aan de tailleband van uw kleding. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel. Kort daarna zal de display oplichten. BELANGRIJK: Bij een noodsituatie kunt
u aan de sleutel van het bedieningspaneel trekken, zodat de loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de clip door voorzichtig een paar stappen achteruit te zetten totdat de sleutel uit het bedie­ningspaneel wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedieningspaneel komt, stel dan de lengte van de clip bij.
Resetten
Clip
Sleutel
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan
de linkerkant.
2. Selecteer de handmatige modus.
Indien de handmatige modus niet is geselecteerd,
drukt u op de toets Manual Control (handmatige regeling) op het bedieningspaneel.
3. Start de loopband.
Om de loopband te starten drukt u op de toets
Start, de toets Speed (Snelheid verhogen), of op een van de toetsen speed (snelheid) genummerd #2 tot 22.
Als de toets Start of Speed (Snelheid verhogen)
wordt ingedrukt dan zal de loopband beginnen te bewegen met een snelheid van 2 Km/H. U kunt tijdens de oefening de snelheid van de loopband naar wens veranderen door te drukken op de toetsen Snelheid verhogen en Verlagen. Steeds als u een van de toetsen indrukt zal de snelheids­instelling met 0,1 Km/H aanpassen; als u een toets ingedrukt houdt verandert de snelheid met stapjes van 0,5 Km/H. Aandacht: Na het drukken op de toets kan het even duren voordat de loopband de geselecteerde snelheidsinstelling bereikt.
Indien u drukt op een van de genummerde
sneltoetsen, zal de snelheid van de loopband geleidelijk aangepast worden tot het de gewenste snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets.
De tijd zal op de display knipperen. Om de loop­band opnieuw te starten, drukt u op de toets Start of op de toets Snelheid verhogen.
18
4. De hellingstand van de loopband veranderen zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te veranderen,
op de toets Incline (Helling verhogen of verlagen) of een van de genummerde Incline (hellings-toet­sen). Elke keer als u op een van de toetsen drukt, zal de helling geleidelijk veranderen tot de geselec­teerde hellinginstelling is bereikt.
5. Volg uw voortgang op de displays.
De display zal de volgende oefeninginformatie
tonen als u op de loopband loopt of rent:
•Deverstrekentijd
•Deafstanddieuhebtgewandeldofhardgelopen
•Deintensiteitsbalkvandeoefening
•Hetgeschatteaantalcalorieëndatuheeft
verbrand
Het tabblad My Trail toont een route die 400 m (1/4
mijl vertegenwoordigt). De knipperende rechthoek geeft uw vordering aan tijdens uw oefening. Het My Trail-tabblad zal het aantal rondjes aangeven dat u voltooit.
Het tabblad Calorie zal het bij benadering aan-
talcalorieëndatuverbrandheeftaangeven.De
hoogte van ieder segment geeft het aantal ver-
brandecalorieënaandattijdensdatsegment
verbrand is. De calorie display zal bij benadering
hetaantalverbrandecalorieëenperuuraangeven wanneerdeCalorieënkeuzegekozenis.
Als u oefeningen doet, zal de oefeningintensiteits-
niveaubalk het geschatte intensiteitsniveau van uw oefening aangeven.
•Dehellingstandvandeloopband
•Hetaanalverticaaldoorugeklommenmeters
•Desnelheidvandeloopband
•Uwhartslag(ziestap6oppagina20)
•Dematrix
Dmatrix biedt verschillende weergavetabbladen.
Druk op de toets verhogen en verlagen naast de Enter-toets totdat het gewenste tabblad wordt weergegeven.
Het tabblad Incline (Helling) zal een profiel van de
hellingsinstellingen van de oefening aangeven. Een nieuw segment zal aan het einde van ieder minuut verschijnen. Het tabblad Speed (Snelheid) zal een profiel van de snelheidsinstellingen van de oefe­ning aangeven.
Druk op de Home-toets om naar het standaard-
menu terug te keren (zie DE INFORMATIE MODUS op pagina 24 voor het instellen van het standaardmenu). Druk, indien nodig, nogmaals op de toets Home.
Het symbool “draadloos” aan
de bovenkant van de display zal, wanneer een iFit-module aangesloten is, de sterkte van het draadloze signaal weer­geven. Vier staafjes geven volle sterkte aan.
Om de displays te resetten drukt u op de toets
Stop, haalt u de sleutel eruit en steekt u de sleutel er weer in.
19
6. Meet desgewenst uw hartslag.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Aandacht: als u de borstkas hartslagmonitor
draagt en tegelijkertijd de hartslagsensor van de handgreep gebruikt, geeft het bedienings­paneel uw hartslag niet nauwkeurig weer. Zie pagina 15 voor meer informatie over de borst­kas hartslagmonitor.
Voordat u de handgreep hartslagmonitor gebruikt,
verwijdert u het plastic laagje van de metalen con­tactpunten op de sensorstang. Zorg er ook voor dat uw handen schoon zijn.
Om uw hartslag
te meten, gaat
u op de voet­leuning staan
en houdt u de sensorstang met de metalen contactpunten op uw handpalmen ongeveer tien seconden vast – beweeg uw handen niet. Het hartsymbooltje in hetcalorieënschermzalmetelkehartslagknip­peren, een of twee streepjes zullen verschijnen en uw hartslag wordt aangegeven. Voor de meest
nauwkeurige hartslagwaarde, dient u de con­tactpunten gedurende 15 seconden vast te houden.
Contactpunten
De ventilator toont meerdere snelheidsinstellingen
en een stand automatisch. Als de stand auto­matisch is geselecteerd, zal de snelheid van de ventilator automatisch verhogen en verlagen als de snelheid van de loopband verhoogt en verlaagt.
Druk herhaaldelijk op
de kleine ventilatortoets om een ventilatorsnel­heid te kiezen of om de ventilator uit te zetten. Druk herhaaldelijk op de grote toets Auto (Ventilator automatisch) om de automatische stand te kiezen of om de ventilator uit te zetten.
8. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Ga op de voetleuning staan, druk op de Stop-toets
en pas de helling van de loopband aan op nul.
De helling van de loopband moet op nul pro­cent staan wanneer u de loopband opvouwt in de opbergstand anders kan de loopband beschadigd worden. Haal vervolgens de sleutel
uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek.
Wanneer u klaar bent met de loopband te
gebruiken, zet u de schakelaar in de off (uit)­stand en neemt u het snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: als u dit niet doet, kunnen de elektrische onderdelen van de loopband voortij­dig slijten.
20
EEN INGESTELDE OEFENING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
display knipperen en zal de loopband zich auto­matisch aanpassen aan de nieuwe tempo- en/of hellinginstelling.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 18.
2. Kies een ingestelde oefening.
Om een vooraf ingestelde oefening te selecte-
ren drukt u herhaaldelijk op de toets Calorie, de Intensity (Intensiteit), de Incline (Helling), of Speed (Snelheid) totdat de gewenste oefening op het scherm verschijnt.
De display zal, wanneer u een oefening kiest, de
tijdsduur van de oefening en de naam van de oefe­ning aangeven. Bovendien zal er een profiel van de snelheidsinstellingen van de oefening op het scherm verschijnen. Wanneer u voor een calorie­enoefening kiest, dan zal bij benadering het aantal
calorieëndatuzultverbrandenindenaamvande
oefening verschijnen.
3. Begin met de oefening.
Druk op de toets Start of de toets Speed (Snelheid
verhogen) om met de oefening te beginnen. Kort nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de eerste snel­heid en hellingsinstelling van de oefening. Houd de handleuningen vast en begin met wandelen.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Er is één
hellinginstelling en één tempo-instelling gepro­grammeerd voor elk segment. Aandacht: dezelfde snelheid en/of hellingsinstelling kan worden gepro­grammeerd voor opeenvolgende segmenten.
Tijdens de
oefening wordt uw profiel op de snelheid en de helling keuze aange­geven zodat u uw vordering kunt volgen. De knipperende balk van het profiel stelt het huidige oefeningsegment voor. De hoogte van het knipperende segment geeft de weerstandsinstellingen van het huidige segment aan. Aan het einde van elk segment, is een serie geluiden te horen en begint het volgende segment van het profiel te knipperen. Als een andere tempo-instelling en/of hellinginstelling is geprogrammeerd voor het volgende segment, dan zal de nieuwe tempo- en/of hellinginstelling in het
Huidig segment
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel knippert in de display en het laatste onderdeel stopt. De loopband zal vertra­gen tot deze halt houdt.
Aandacht: het na te streven caloriedoel is
een schatting van het aantal calorieën dat u tijdens de oefening verbranden zult. Het feite­lijke aantal calorieën dat u verbrandt hangt af van verschillende factoren zoals uw gewicht. Daarnaast heeft een handmatige wijziging van de snelheid of de helling van de loopband tij­dens de oefening effect op het aantal calorieën dat u zult verbranden.
Indien de snelheids- of hellingsinstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de instelling handmatig overschrijven door te druk­ken op de toetsen Speed (Snelheid) en Incline (Helling), als het volgende segment van de
oefening begint, dan zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheid en hel­linginstellingen voor het volgende segment.
Druk op de Stop toets om de workout wanneer u
dat wilt te stoppen. De tijd zal op de display knip­peren. Druk op de toets Start of Speed (Snelheid verhogen) om de oefening te hervatten. De loop­band zal met een snelheid van 2 km/u beginnen te draaien. Echter, als het volgende onderdeel van de oefening begint, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheid en hellinginstellingen voor het volgende onderdeel.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 19. De display zal, wanneer u
een vooraf ingestelde oefening kiest, de resterende tijd in plaats van de verlopen tijd aangeven.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 20.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 20.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 20.
21
EEN VOORAF INGESTELDE DOELOEFENING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOW HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 18.
2. Stel calorieën, afstand of tijdsdoel in.
Druk herhaaldelijk op de toets Set a Goal (een doel
instellen) tot het nummer van de gewenste doel­oefening verschijnt in de display.
HET GEBRUIK VAN EEN IFIT OEFENING
Aandacht: Voor gebruik van een iFit-oefening heeft u een optionele iFit-module nodig. Voor aankoop van
de iFit module gaat u naar www.iFit.com of belt u met het telefoonnummer op de voorkant van deze handleiding. U dient toegang te hebben tot een com-
puter met een internetverbinding en een USB-poort. Daarnaast dient u ook toegang te hebben tot een draadloos netwerk inclusief een 802.11b/g/n router met geactiveerde SSID broadcast (verborgen netwerken worden niet ondersteund). Een iFit.com-lidmaatschap is ook vereist.
Druk op de toetsen verhogen en verlagen naast de
Enter-toets om het gewenst doel in te stellen.
3. Begin met de oefening.
Druk op de Starttoets om het programma te laten
beginnen. Kort nadat u op de toets heeft gedrukt, begint de loopband te bewegen. Houd de handleu­ningen vast en begin met wandelen.
De oefening werkt op dezelfde wijze als de hand-
matige modus (zie pagina's 18 tot 20).
De oefening duurt zolang tot u uw instelde doel
bereikt. De loopband zal vertragen tot deze halt houdt.
Aandacht: Het na te streven caloriedoel is een
schatting van het aantal calorieën dat u tijdens de oefening verbranden zult. Het feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt hangt af van verschillende factoren zoals uw gewicht.
4. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 19.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 20.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 20.
7. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 20.
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 18.
2. Plaats de iFit module in het bedieningspaneel.
Voor het plaatsen van de iFit module, raadpleegt u
de instructies die bij de iFit module zijn geleverd.
BELANGRIJK: om te voldoen aan de blootstel-
lingsvereisten, dienen de antenne en de zender in de iFit-module minstens 20 cm afstand te hebben van alle personen en mogen ze niet vlakbij of aangesloten zijn op een andere antenne of zender.
3. Kies een gebruiker.
U kunt, als er meer dan één gebruiker geregis-
treerd is, vanuit het iFit-hoofdscherm van gebruiker wisselen. Druk op de toetsen verhogen en verlagen naast de Enter-toets om een gebruiker te kiezen.
4. Kies een iFit-oefening.
Voor het downloaden van een iFit-oefening in uw
schema, drukt u lichtjes op de toets Map (Kaart), Train, Video of Lose Wt. (Afvallen) om de vol­gende oefening van dat type in uw schema te downloaden.
Druk op de toets Compete (Competitie) om aan
een race deel te nemen die u al eerder gekozen heeft.
Om een recente iFit-oefening uit uw schema
opnieuw te rennen drukt u eerst op de toets Track (Route). Gebruik vervolgens de toetsen verhogen en verlagen om de gewenste oefening te selecte­ren. Druk op de toets Enter om de oefening te laten beginnen.
22
Voor meer informatie over de iFit oefeningen,
kijkt u op www.iFit.com.
Wanneer u een iFit-oefening selecteert toont de
display de naam, duur, maximale snelheid en afstand van de oefening. Het display toont ook
hetgeschatteaantalcalorieëndatutijdensde
oefening zal verbranden en een profiel van de snel­heidsinstellingen van de oefening.
De display zal, als u een competitie oefening kiest,
aftellen totdat de race begint.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op pagina 20.
8. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 20.
9. Als u klaar bent met de oefening dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te halen.
Zie stap 8 op pagina 20.
Aandacht: elke iFit -toets kan ook twee demo-oefe-
ningen uitvoeren. Om de demo-oefeningen te ge­bruiken, haalt u de iFit-module van het bedienings­paneel af en drukt u op een van de iFit-toetsen.
5. Begin met de oefening.
Zie stap 3 op pagina 21.
Tijdens sommige oefeningen zal de stem van
een persoonlijke trainer u begeleiden. U kunt een audio-instelling voor uw persoonlijke trainer kiezen (zie DE INFORMATIE MODUS op pagina 24).
Druk op de Stop toets om de workout wanneer u
dat wilt te stoppen. De tijd zal op de display knippe­ren. Druk op de toets Start of Speed (Snelheid ver­hogen) om de oefening te hervatten. De loopband begint te bewegen op de snelheidsinstelling voor het eerste segment van de oefening. Echter, als het volgende onderdeel van de oefening begint, zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheid en hellinginstellingen voor het volgende onderdeel.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de iFit-modus.
DE GELUIDSINSTALLATIE GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin­stallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel en uw MP3-speler of CD-speler of andere persoonlijke audiospeler; zorg ervoor dat de audiokabel goed
aangesloten is. Zie uw plaatselijke elektrazaak voor het aanschaffen van een audiokabel.
Druk vervolgens op de toets afspelen op uw persoonlijke audiospe­ler. Pas het volume aan met de toetsen Volume verhogen en verlagen op het bedieningspaneel of de volumeregelknop op uw persoonlijke audiospeler.
Audio-
aansluiting
6. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op pagina 19.
Het tabblad My Trail (Mijn route) zal een kaart
van het pad waarop u loopt of rent weergeven, of het toont een route met het aantal rondes dat u voltooit.
Tijdens een competitieoefening zal het Competition
(competitietabblad) de vordering tijdens de race aangeven. De bovenste lijn in de matrix zal laten zien hoeveel u van de race voltooid heeft tijdens de race. De andere lijnen zullen uw top vier concur­renten aangeven. Het einde van de matrix geeft het einde van de race aan.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de CD slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer of een ander vlak oppervlak in plaats van op het bedienings­paneel.
23
DE INFORMATIEMODUS
Het bedieningspaneel heeft een informatie-instelling die de informatie van de loopband bijhoudt en u uw eigen bedieningspaneel-instellingen laat invoeren.
1. Selecteer de informatiemodus.
de resetpositie geplaatst wordt, en de sleutel in het bedieningspaneel gestoken wordt. Als u de sleutel eruit haalt, dan blijven de displays verlicht hoewel de toetsen niet werken. Het woord ON (aan) zal op het scherm verschijnen wanneer de demostand aan is. Om de demostand aan of uit te zetten, kunt u op de Enter-toets drukken.
Om de informatiemodus te selecteren, houdt u
de toets Stop ingedrukt terwijl u de sleutel terug­plaatst in het bedieningspaneel en daarna de toets Stop weer loslaat. Als de informatiemodus is geselecteerd, zal de volgende informatie worden afgebeeld:
De Time (tijd) display zal het totaal aantal uren dat
de loopband gebruikt is aangeven.
De Distance (afstand) display zal het totaal aantal
kilometers (of mijlen) dat de loopband gedraaid heeft aangeven.
Het onderste gedeelte van de display zal de
status van de iFit module aangeven. Als een iFit module wordt aangesloten, toont de display de woorden WIFI MODULE. De display zal, als een USB-module aangesloten is, de woorden USB/ SD MODULE aangeven. Als er geen module is aangesloten, toont de display de woorden NO IFIT MODULE.
2. Selecteer de optionele schermen.
Als de informatiemodus is geselecteerd, zal
het scherm verschillende optionele schermen weergeven. Druk op de toets verlagen naast de Enter-toets om elk van de volgende schermen te selecteren:
UNITS: druk op de Enter-toets om de meeteenheid
te wijzigen. Om de afstand in mijlen te bekijken, selecteert u ENGLISH. Om de afstand in kilome­ters te bekijken, selecteert u METRIC.
CONTRAST LVL: druk op de toetsen Incline
(Helling verhogen en verlagen) om het contrastni­veau van de display aan te passen.
Als een iFit module is aangesloten, kunt u ook
de volgende schermen selecteren:
TRAINER VOICE (trainerstem): druk op de Enter-
toets om de stem van de persoonlijke trainer aan of uit te zetten.
DEFAULT MENU (standaard menu): het stan-
daardmenu zal verschijnen wanneer u de sleutel in het bedieningspaneel steekt, of wanneer u de Home toets indrukt. Druk herhaaldelijk op de Enter­toets om het handmatige hoofdscherm of het iFit scherm als het standaard menu.
CHECK WIFI STATUS: druk op de Enter-toets
om de status van uw iFit module te bekijken. Het onderste scherm toont het softwareversienummer, de netwerk-SSID, het netwerkcoderingstype, de verbindingsstatus, de draadloze signaalsterkte, het IP-adres van de module, het aantal geregistreerde gebruikers en hun namen, de resultaten van de DNS zoekopdracht en de status van de iFit server.
SEND/RECEIVE DATA (gegevens versturen/
ontvangen): druk om oefeningen, de oefe­ninglogboeken en de updates te verzenden en te ontvangen op de Enter-toets. Wanneer het proces voltooid is, zullen de woorden TRANSFERS DONE (Transfers Uitgevoerd) op het scherm verschijnen.
3. Verlaat de informatiemodus.
DEMO: het bedieningspaneel toont een demo-
stand, die ontwikkeld is voor gebruik als de
loopbandwordtgeëtaleerdineenwinkel.Terwijl
de demostand is aangezet, kunt u het bedienings­paneel normaal gebruiken wanneer u het snoer in het stopcontact steekt, de stroomonderbreker in
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel om de
informatie instelling te verlaten.
24
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
Zet de helling op nul voordat u de loopband inklapt om schade aan de loopband te voorkomen. Verwijder dan de sleutel en trek het stroomsnoer uit het stopcontact. OPGELET: u moet op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats die door de pijl onder wordt aangegeven.
OPGELET: houd het onderstel niet vast bij de plastic voetleuningen. Buig uw knieën en houd uw rug recht.
1
Onderstel
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst in te klappen zoals aan de linkerkant staat beschreven.
LET OP: zorg dat de vergrendelknop in de opslag­positie is vergrendeld. Er kunnen twee mensen voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel vast en zet een voet tegen een wiel.
1
Onderstel
Handleuning
Wiel
2. Til het onderstel omhoog tot de vergrendelknop in
de opslagpositie vergrendelt. OPGELET: zorg dat
de vergrendelknop vastzit.
2
Onderstel
Vergrendel-
knop
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan voorzichtig naar de gewenste locatie. OPGELET:
verplaats de loopband niet zonder deze naar achter te leunen, trek niet aan het onderstel en verplaats de loopband niet over een ongelijke ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de loopband voorzichtig zakken.
DE LOOPBAND OMLAAG BRENGEN VOOR GEBRUIK
1. Zie tekening 2. Houd het bovenste uiteinde van het loopbandonderstel vast met uw rechterhand. Trek vervolgens de vergrendelknop naar links.
BELANGRIJK: draai niet aan de vergrendel­knop. Druk, indien nodig, het onderstel iets naar
voren. Draai het onderstel naar onderen en laat de vergrendelknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen onder- stel stevig met beide handen vast en laat zakken op de vloer. OPGELET: houd het onderstel niet
vast bij de plastic voetleuningen en laat het onderstel niet los. Buig uw knieën en houd uw rug recht.
25
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande eenvoudige stappen worden opgelost. Vind het symptoom dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
SYMPTOOM: het apparaat gaat niet aan
a. Zorg ervoor dat het stroomsnoer goed in een
geaard stopcontact ingestoken is (zie pagina 16). Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm 2) snoer van 1,5 m of korter.
b. Steek de sleutel in het bedieningspaneel nadat u het
snoer in het stopcontact heeft gestoken.
c. Controleer de schakelaar bij het stroomsnoer op
het onderstel van de loopband. De schakelaar is doorgeslagen als de schakelaar uitsteekt zoals afgebeeld. Om de schakelaar opnieuw in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de schake­laar weer in.
d. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wan-
neer de loopband nog steeds niet werkt.
SYMPTOOM: het scherm van het bedieningspaneel blijft verlicht als u de sleutel uit het bedieningspa­neel haalt
a. Het bedieningspaneel beschikt over een demo-
modus. Deze modus wordt gebruikt als de loopband in een winkel wordt tentoongesteld. Als het scherm verlicht blijft als u de sleutel verwijdert, is de demo­stand ingeschakeld. Om de demostand uit te schakelen, houdt u de Stop-knop enkele seconden ingedrukt. Als de schermen nog steeds verlicht zijn, raadpleegt u de INFORMATIE-MODUS op pagina 2 4 om de demostand uit te zetten.
SYMPTOOM: de displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
a. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK
HET STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT.
Verwijder de vijf #8 x 3/4" Schroeven (2). Draai dan voorzichtig de Motorkap (65) eraf.
c
Doorgeslagen
SYMPTOOM: stroomuitval tijdens gebruik
a. Controleer de schakelaar (zie de tekening hierbo-
ven). Als de schakelaar is uitgeschakeld, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg dat het snoer is aangesloten op het stopcon-
tact.Als het is aangesloten op het stopcontact, haal het snoer er dan uit, wacht vijf minuten en steek het weer in het stopcontact.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
plaats hem weer terug.
Resetten
a
65
2
2
2
26
Zoek de Snelheidssensor (52) en de Magneet
(50) aan de linkerkant van de Katrol (49). Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3 mm is. Indien nodig maakt u de #8 x 3/4" Tekschroef
(14) losser, beweegt u de Snelheidssensor licht­jes en maakt u de schroef weer vast. Maak de Motorkap (niet afgebeeld) vast met de vijf #8 x 3/4" Schroeven (niet afgebeeld) en laat de loopband een paar minuten draaien om de snelheidsmeting na te kijken.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden. Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide afstelschroeven van de ruststandrol een kwartslag naar links met de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loop­band in het midden zit. Haal dan de stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
Boven
Weergave
52
14
3 mm
SYMPTOOM: de helling van de loopband wijzigt niet goed
a. Druk de toetsen Stop en Speed (Snelheid verho-
gen) in, plaats de sleutel in het bedieningspaneel en laat de toetsen Stop en Speed (Snelheid ver­hogen) dan los. Druk op de toets Stop en druk dan op de toets Incline (Helling verhogen of verlagen). De loopband stijgt automatisch naar het maximale hellingsniveau en keert dan terug naar het mini­mumniveau. Hierdoor wordt het hellingsysteem opnieuw gekalibreerd. Als de helling niet kalibreert, druk dan op de toets Stop en druk opnieuw op de toets Helling vergroten of verkleinen. Als de helling is gekalibreerd, dient u de sleutel uit het bedie­ningspaneel te halen.
SYMPTOOM: de loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
49
50
b
5–7 cm
Schroeven van de Ruststandrol
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: behandel de band of het loop­platform nooit met siliconenspray of enig ander middel tenzij dit is opgegeven door een bevoegde onderhoudsvertegenwoordiger. Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit van de loopband verslechteren en leiden tot over­matige slijtage. Als u vermoedt dat de loopband
aanvullende smering nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
a. Zorg ervoor dat het stroomsnoer goed in een
geaard stopcontact ingestoken is (zie pagina 16). Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een 3 conductor, maat 14 (1 mm 2) snoer van 1,5 m of korter.
27
SYMPTOOM: de loopband bevindt zich niet in het midden tussen de voetleuningen.
SYMPTOOM: de loopband slipt wanneer er op gelopen wordt
BELANGRIJK: als de loopband tegen de voetleuningen schuurt, kan de loopband beschadigd raken.
a. Als eerste verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Als de loopband naar links is verschoven, kunt u de
inbussleutel gebruiken om de linker Schroef van de ruststandrol een halve slag naar rechts te draaien; als de loopband naar rechts is verschoven kunt u de linker schroef van de ruststandrol een halve slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband niet te vast draait. Haal dan de stekker uit het stopcon­tact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed in het midden zit.
a
a. Als eerste verwijder de sleutel en TREK DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai beide afstelschroeven van de ruststandrol een kwartslag naar rechts met de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopvlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden zit. Steek dan de stekker in het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
a
SYMPTOOM: er lopen lijnen over de display van het bedieningspaneel
a. Als er lijnen verschijnen in het scherm van het
bedieningspaneel, raadpleegt u DE INFORMATIE MODUS op pagina 24 en past u het contrastniveau van het scherm aan.
28
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander oefeningenprogramma, dient u een arts te consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel bij de oefening voor het bepalen van de hart­slag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit­eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic­oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri­oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan­bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get­allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro­ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone. (Gedurende de eerste weken van uw oefeningen­programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel­matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken. Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi­maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin­gen de sleutel tot uw succes is.
29
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr. NETL15713.0 R0813A
1 16 #8 x 1/2" Schroef 2 34 #8 x 3/4" Schroef 3 1 Waarschuwingssticker 4 4 5/16" x 3/4" Schroef 5 4 10" Sterring 6 2 1/2" Moer 7 4 3/8" x 2 1/4" Schroef 8 4 3/8" x 1 1/4" Schroef 9 4 #10 x 3/4" Schroef 10 7 #8 x 1/2" Zilver schroef 11 8 5/16" Sterring 12 2 3/8" Moer 13 4 3/8" Sterring 14 9 #8 x 3/4" Tekschroef 15 2 1/4" x 2 1/2" Schroef 16 1 3/8" x 1 1/2" Bout 17 2 3/8" x 1 1/4" Wielbout 18 2 #8 x 1 3/4" Schroef 19 4 #8 x 7/16" Schroef 20 2 5/16" x Motorschroef 21 2 3/8" Pen 22 2 3/8" x 1" Bout 23 4 5/16" x 1 3/4" Schouderbout 24 1 1/4" x 1 3/4" Schroef 25 4 #8 x 1" Schroef 26 6 #10 x 1/2" Schroef 27 1 Rechterhouder 28 4 5/16" x 2 3/4" Schroef 29 1 3/8" x 2" Inbusbout 30 4 5/16" Platte tussenring 31 5 #8 x 3/4" Schroef met Trusskop 32 2 Inzetstuk van de Hellingmotor 33 6 3/8" Slotmoer 34 4 5/16" Moer 35 1 1/4" Sterring 36 1 Linkerhouder 37 6 #8 x 5/8" Schroef 38 8 Bovenkant van de Isolator 39 8 Isolator 40 8 Onderkant van de Isolator 41 8 Veer van de Isolator 42 1 Linker Voetleuning 43 1 Waarschuwingssticker 44 1 Loopoppervlak 45 1 Loopband 46 2 Loopbandgeleider 47 1 Rechter Achter Poot 48 4 Kabelband 49 1 Aandrijfrol/katrol 50 1 Magneet
51 1 Clip van de Snelheidsensor 52 1 Snelheidsensor 53 1 Opbergvergrendeling 54 1 Aandrijfmotor 55 1 Motorriem 56 1 Onderstel 57 1 Linker Achter Poot 58 1 Kap van Onderstel Sluitdop 59 4 Rubberkussen 60 1 Rechter Voetleuning 61 1 Ruststandrol 62 1 Onderstel Sluitdop 63 2 #8 x 1/2" Machineschroef 64 1 Basis van het Bedieningspaneel 65 1 Motorkap 66 1 Kapaccent 67 2 Inzetstuk van het Hellingonderstel 68 3 Kapklem 69 1 Hellingmotor 70 1 Hellingonderstel 71 2 Tussenring van het Onderstel 72 1 Controller 73 1 Controllerplaat 74 2 Kapstang 75 1 Schakelaar 76 1 Stroomsnoer 77 2 Doorvoerhuls 78 1 Onderpan 79 1 Greep van de Linker Handleuning 80 20 #8 x 3/4" Pankop Tek Schroef 81 1 Draad van de Staander 82 1 Linkerbasis Kap 83 1 Rechterbasis Kap 84 1 Kap van de Rechter Binnenste
Handleuning
85 1 Kap van de Linker Binnenste
Handleuning 86 2 Handleuning 87 1 Kap van de Linker Buitenste
Staander 88 1 Kap van de Linker Binnenste
Staander 89 1 Linker Staander 90 1 Rechter Staander 91 2 Waarschuwingssticker 92 4 Kussen van de Basis 93 1 Hartslagdwarsstang 94 1 Basis 95 1 Kap van de Rechter Binnenste
Staander
30
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
96 1 Kap van de Rechter Buitenste
Staander 97 2 Wiel 98 1 Sleutel/klem 99 2 Kabelband 100 2 1/4" x 1 1/2" Schroef 101 1 Stopbeugel van de Helling 102 2 Klem van het Bedieningspaneel 103 1 Bedieningspaneel 104 1 Onderstel van het Bedieningspaneel 105 1 Aardingsdraad van het
Bedieningspaneel 106 1 Greep van de Rechter Handleuning
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden niet getoond.
107 1 Borstriem 108 1 Borstsensor 109 1 Aardingsbeugel 110 4 #8 Sterringen 111 1 Contactpunt 112 2 Motorbus 113 1 #8 Moer 114 1 #8 x 3/4" Machinebout 115 1 Beugel van de elektronica 116 1 Filter 117 1 Motorisolator * – Gebruikershandleiding
31
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. NETL15713.0 R0813A
110
10
112
115
20
18
31
114
63
14
41
38
12
23
80
7
117
54
53
40
55
7
12
80
40
80
39
37
41
38
38
80
39
41
40
56
39
80
59
41
30
40
34
63
18
45
21
59
30
34
37
48
46
19
38
39
37
116
34
37
31
23
19
46
113
52
51
41
10
112
50
49
100
23
21
59
30
24
100
35
37
38
38
39
80
39
38
41
40
80
39
38
41
40
39
80
41
40
80
40
37
43
44
42
32
23
60
61
15
59
30
34
57
47
15
80
GEDETAILLEERDE TEKENING B
31
66
Modelnr. NETL15713.0 R0813A
31
31
65
80
26
26
58
71
2
101
33
67
76
111
75
68
29
67
3
69
10
22
6
68
16
32
33
6
2
73
2
2
2
68
22
74
70
74
71
62
2
2
26
26
80
80
10
72
109
10
110
80
2
26
2
78
80
33
GEDETAILLEERDE TEKENING C
28
Modelnr. NETL15713.0 R0813A
87
85
88
86
81
11
89
11
4
1
91
8
13
9
5
93
1
82
7
7
10
2
10
1
106
2
84
105
79
2
1
1
1
2
95
11
86
9
5
28
11
4
1
96
97
33
17
94
14
92
83
33
91
97
92
14
17
33
77
14
81
92
2
90
7
33
7
92
14
13
8
34
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnr. NETL15713.0 R0813A
1
36
1
1
99
2
103
2
2
64
2
2
2
2
2
2
1
2
1
27
1
107
108
102
98
104
25
25
102
35
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol­gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
•hetmodelnummerenhetserienummervanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•denaamvanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•hetnummervanhetonderdeelendebeschrijving(zieLIJSTMETONDERDELENenGEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver­werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Onderdeel Nr. 344260 R0813A Gedrukt in de VS © 2013 ICON IP, Inc.
Loading...