Miele W 2105 User manual

0 (0)
Gebruiksaanwijzing voor de
wasautomaat
W 2105
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw wasautomaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
nl-NL
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
-
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
-
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
-
paraten bevatten meestal nog waarde
-
volle materialen.
Ze bevatten echter ook schadelijke
stoffen die nodig zijn geweest om de
apparaten goed en veilig te laten functi
-
oneren. Wanneer u uw oude apparaat
bij het gewone afval doet of er op een
andere manier niet goed mee omgaat,
kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor
de gezondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elek-
tronische apparatuur.
Vraag uw handelaar indien nodig om
inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
-
den opgeslagen.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
2
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Specifieke kenmerken ..............................................10
Speciale programma's
(Zijde /, Wol /, Miniwas, Automatic, Extra spoelen) .................10
Licht strijken in de programma's Fijne was en Zijde / .................10
Systeem extra water .............................................10
Programma-actualisering (Update) .................................11
Bedieningspaneel .................................................12
Belangrijke bedieningselementen .....................................13
Programmakeuzeschakelaar ......................................13
Toetsen voor de extra functies .....................................13
Toets "Centrifugeren" met lampjes ..................................13
Vóór de eerste wasbeurt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Tips om energie en water te besparen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Energie- en waterverbruik.........................................15
Wasmiddelen ..................................................15
Extra functies (Inweken, Voorwas, Intensief) ..........................15
Tip voor machinaal drogen........................................15
Zo wast u goed. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Korte handleiding .................................................16
Programma-overzicht ............................................17
Textielbehandelingssymbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Voordat u gaat wassen .............................................22
Wanneer u gaat wassen ............................................23
Extra functies ..................................................24
Nadat u heeft gewassen ............................................26
Het bijvullen van de trommel of het voortijdig verwijderen van wasgoed uit de
trommel .........................................................27
Inhoud
3
Het onderbreken van een programma .................................28
Het wijzigen van het gekozen programma ..............................28
Het overslaan van een programmafase ................................28
Het afbreken van een programma / Het wisselen van programma............28
Programmaverloop ................................................29
Wasmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Het kiezen van wasmiddel...........................................31
Het doseren van wasmiddel .........................................31
Wateronthardingsmiddel ............................................31
Wasmiddelen met verschillende componenten ..........................31
Wasverzachters en stijfsels ..........................................32
Automatisch spoelen met wasverzachter of stijfsel .....................32
Apart spoelen met wasverzachter of synthetisch stijfsel .................32
Apart spoelen met stijfsel .........................................32
Het kleuren en ontkleuren ...........................................32
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Het reinigen van de ommanteling, het bedieningspaneel en de trommel.......33
Het reinigen van de wasmiddellade ...................................33
Het reinigen van de wasmiddelladekast ................................34
Het reinigen van de watertoevoerzeefjes ...............................35
Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Het oplossen van problemen . . . .....................................36
Het programma begint niet ..........................................36
Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding ..............37
Het wasprogramma verloopt normaal, maar er volgt een foutmelding .........38
Algemene problemen of een tegenvallend resultaat.......................39
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.....................41
Het openen van de deur bij verstopte afvoer en/of stroomuitval..............42
Technische Dienst .................................................44
Reparaties.....................................................44
Garantietermijn en garantievoorwaarden .............................44
Bij te bestellen onderdelen ........................................44
Inhoud
4
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Het apparaat van voren .............................................45
Het apparaat van achteren ..........................................46
Plaats van opstelling ...............................................47
Het plaatsen van de wasautomaat ..................................47
Het verwijderen van de transportbeveiliging.............................47
Het monteren van de transportbeveiliging ..............................49
Het stellen van de wasautomaat ......................................50
Het naar buiten draaien en vastzetten van de stelvoeten ................50
Was-droogzuil..................................................51
Het Miele waterbeveiligingssysteem ...................................52
Het aansluiten van de watertoevoer ...................................53
Het aansluiten van de waterafvoer ....................................54
Elektrische aansluiting ..............................................55
Verbruiksgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Instructie voor de vergelijkende onderzoeken: ........................56
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Programmeerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Systeem extra water ...............................................60
Behoedzaam wassen ..............................................62
Afkoeling van het sop ..............................................63
Memory .........................................................64
Inweektijd........................................................65
Inhoud
5
Deze wasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalin
-
gen.
Door ondeskundig gebruik kunnen
personen echter letsel oplopen en
kan er materiële schade ontstaan.
Lees de gebruiksaanwijzing daarom
eerst aandachtig door voordat u uw
apparaat voor het eerst gebruikt.
Hierin vindt u belangrijke instructies
betreffende de veiligheid, het ge
-
bruik en het onderhoud van de was
-
automaat. Dat is veiliger voor uzelf
en u voorkomt onnodige schade aan
uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de automaat.
Efficiënt gebruik
~
Deze wasautomaat is uitsluitend be-
stemd voor huishoudelijk gebruik.
~
Deze wasautomaat is uitsluitend be
-
stemd voor het wassen van textiel dat
volgens de aanwijzingen van de fabri
-
kant op het onderhoudsetiket in de
wasautomaat mag worden gewassen.
Gebruik voor andere doeleinden kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet ver
-
antwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan hier aangegeven of door een fou
-
tieve bediening.
~
Personen die op grond van hun
fysieke of psychische gesteldheid, hun
onervarenheid of gebrek aan kennis
van de wasautomaat niet in staat zijn
om het apparaat veilig te bedienen,
mogen deze automaat alleen gebruiken
als ze onder toezicht staan van of wor
-
den geïnstrueerd door een verant
-
woordelijk persoon.
Wanneer er kinderen in huis
zijn
~
Wanneer er kinderen in de buurt van
de wasautomaat zijn, houd ze dan
goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze
niet met het apparaat gaan spelen.
~
Kinderen mogen de wasautomaat
alleen dan zonder toezicht gebruiken,
wanneer ze weten hoe het apparaat
werkt en wat voor gevaar zij lopen wan-
neer ze de automaat fout bedienen.
~
Wanneer u met hoge temperaturen
was, bedenk dan dat het glas van de
deur heet wordt.
Zorg ervoor dat kinderen het glas tij
-
dens een wasprogramma niet aanra
-
ken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Technische veiligheid
~
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar be
-
schadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag
niet worden geplaatst en niet in gebruik
genomen.
~
Vergelijk vóórdat u de wasautomaat
aansluit de aansluitgegevens (zekering,
spanning en frequentie) op het type
-
plaatje met die van het elektriciteitsnet.
Deze moeten beslist overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
~
De elektrische veiligheid van de
wasautomaat is uitsluitend gegaran-
deerd als deze wordt aangesloten op
een aardingssysteem dat volgens de
geldende veiligheidsbepalingen is ge-
ïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een vakman / vakvrouw inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die wordt ver-
oorzaakt door een ontbrekende of be-
schadigde aarddraad.
~
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoor
-
beeld oververhitting.
~
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen wor
-
den vervangen. Alleen van deze Miele-
onderdelen kunnen wij garanderen, dat
zij volledig voldoen aan de veiligheids
-
eisen die wij stellen aan onze appara
-
ten en onderdelen daarvan.
~
Reparaties aan de wasautomaat
mogen alleen door vakmensen van
Miele worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen onvoorziene risico's voor de ge
-
bruiker opleveren, waarvoor de fabri
-
kant niet aansprakelijk kan worden ge
-
steld.
~
Wanneer de aansluitkabel is be
-
schadigd, moet de kabel door erkende
vakmensen worden vervangen.
~
Wanneer er een storing wordt ver
-
holpen en wanneer de wasautomaat
wordt gereinigd en onderhouden mag
er geen elektrische spanning op de
wasautomaat staan.
Dat is het geval, als aan één van de
volgende voorwaarden is voldaan:
als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld,
of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
~
De wasautomaat mag alleen met
een nieuwe slangenset op de waterlei
-
ding worden aangesloten. Een oude
slangenset mag niet opnieuw worden
gebruikt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
~
Wanneer dit apparaat op een niet-
stationaire locatie (bijv. op een boot of
in een camper) moet worden geplaatst,
mag het uitsluitend door een vakman/
vakvrouw worden ingebouwd en aan
-
gesloten. Hierbij moet aan alle voor
-
waarden voor een veilig gebruik wor
-
den voldaan.
Gebruik
~
Plaats uw wasautomaat niet in vorst
-
gevoelige ruimten.
Bevroren slangen kunnen scheuren of
barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door tem-
peraturen onder het vriespunt afnemen.
~
Verwijder voordat u de wasautomaat
in gebruik neemt de transportbeveili-
ging aan de achterzijde van het appa-
raat.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aanslui-
ten van de wasautomaat", paragraaf:
"Het verwijderen van de transportbevei-
liging".
Wanneer u de transportbeveiliging niet
verwijdert, kan dat bij het centrifugeren
schade veroorzaken aan uw wasauto
-
maat en aan de meubels / apparaten
die ernaast staan.
~
Sluit de kraan af als u langere tijd af
-
wezig bent (bijv. tijdens vakanties), ze
-
ker als er zich in de buurt van de was
-
automaat geen afvoer in de vloer zoals
een putje bevindt.
~
Denk eraan dat er water kan over
-
stromen.
Controleer daarom vóórdat u de water
-
afvoerslang in een wastafel of wasbak
hangt, of het water snel genoeg weg
-
stroomt.
Zorg er daarom ook voor dat de afvoer
-
slang niet weg kan glijden. Wanneer de
slang niet goed vastzit kan hij door de
kracht van het wegstromende water uit
de wastafel of wasbak worden gedrukt.
~
Let erop dat u voorwerpen zoals
spijkers, naalden, munten en paper-
clips niet meewast.
Deze kunnen namelijk onderdelen van
de wasautomaat beschadigen (bijv.
kuip, wastrommel).
Beschadigde onderdelen kunnen op
hun beurt weer schade aan het was-
goed veroorzaken.
~
Als u het wasmiddel op de juiste
manier doseert is het niet nodig dat u
de wasautomaat ontkalkt.
Mocht uw apparaat toch zo sterk ver
-
kalkt zijn, dat het beslist moet worden
ontkalkt, gebruik daar dan speciale ont
-
kalkingsmiddelen voor die een anti-cor
-
rosiemiddel bevatten.
Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw
Miele-vakhandelaar of bij de afdeling
Onderdelen van Miele Nederland B.V.
Volg de adviezen voor het gebruik van
de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
~
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
-
dende reinigingsmiddelen is behan
-
deld, moet vóórdat het in de wasauto
-
maat wordt gewassen, grondig in hel
-
der water worden uitgespoeld.
~
Gebruik in deze wasautomaat nooit
reinigingsmiddelen die een oplosmid
-
del bevatten, zoals wasbenzine.
Doet u dat toch, dan kunnen onderde
-
len van het apparaat beschadigen en
kunnen er giftige dampen ontstaan. Het
gevaar bestaat dan dat er brand uit
-
breekt of zich een explosie voordoet.
~
Zorg ervoor dat er nooit oplosmid
-
delhoudende reinigingsmiddelen tegen
deze wasautomaat terechtkomen, zoals
wasbenzine.
Dit is slecht voor kunststof oppervlak-
ken.
~
Wanneer u textielverf in de wasauto-
maat wilt gebruiken, kies dan textielverf
die daar geschikt voor is, gebruik niet
meer verf dan strikt nodig is en neem
de aanwijzingen van de textielverffabri-
kant precies in acht.
~
Ontkleuringsmiddelen kunnen door
hun chemische samenstelling corrosie
veroorzaken.
Deze middelen mogen daarom niet in
de wasautomaat worden gebruikt.
~
Komt er vloeibaar wasmiddel in de
ogen terecht, spoel de ogen dan met
veel water schoon.
Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt,
bel dan direct de dokter op.
Personen die een gevoelige of bescha
-
digde huid hebben, kunnen het vloei
-
baar wasmiddel maar beter niet aanra
-
ken.
Toebehoren
~
Alleen originele Miele-toebehoren
kunnen worden aan- of ingebouwd.
Wanneer er andere toebehoren worden
aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor
de gevolgen instaan en kan er geen
beroep meer worden gedaan op bepa
-
lingen met betrekking tot garantie en
productaansprakelijkheid.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd, kan de fa
-
brikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar even-
tueel het gevolg van is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
Specifieke kenmerken
Speciale programma's (Zijde /,
Wol /, Miniwas, Automatic,
Extra spoelen)
Zijde
/
In dit programma kan met de hand
wasbaar, kreukgevoelig textiel wor
-
den gewassen waar geen wol in zit.
Wol
/
In dit programma kan met de hand
wasbaar textiel van wol of wolmeng
-
weefsels worden gewassen.
Miniwas
In dit programma kan een kleine
hoeveelheid licht vervuild textiel wor-
den gewassen dat anders met de
bonte was meegaat.
Automatic
In dit programma kunnen stukken
wasgoed van verschillende soorten
textiel worden gewassen, als ze
maar wel dezelfde kleur hebben.
Extra spoelen
In dit programma kan wasgoed wor
-
den behandeld dat alleen maar moet
worden gespoeld en gecentrifu
-
geerd.
Licht strijken in de programma's
Fijne was en Zijde /
In deze programma's wordt het was
-
goed bijzonder behoedzaam gewassen
en gecentrifugeerd. Daardoor kreukt
het wasgoed minder en hoeft het min
-
der te worden gestreken.
Systeem extra water
Met dit systeem is het mogelijk om met
een hogere waterstand te spoelen of te
wassen en te spoelen.
Bovendien is het met dit systeem mo
-
gelijk om voor de programma's Witte
was/Bonte was en Kreukherstellend
een extra spoelgang te kiezen.
Algemeen
10
Programma-actualisering (Update)
Wasmiddelen, textiel, wasgewoonten
en wasvoorschriften zullen in de toe
-
komst veranderingen ondergaan.
De was- en spoelprogramma's zullen
daaraan moeten worden aangepast.
De Technische Dienst zal in de toe
-
komst in staat zijn het wasprogramma
te updaten en in het Novotronic-geheu
-
gen van uw wasautomaat op te slaan.
Dit zal gebeuren via het controlelampje
voor de watertoevoer (PC = Programme
Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma's kunnen worden geactuali-
seerd.
Algemeen
11
Bedieningspaneel
a Toets Start
Met deze toets kunt u een waspro
-
gramma starten.
b Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra func-
ties in- of uitschakelen.
Met de bovenste toets kunt u óf In-
tensief óf Voorwas óf Inweken óf
combinaties daarvan kiezen.
Met de onderste toets kunt u Extra
water kiezen.
Wanneer u een extra functie inscha-
kelt gaat het daarbij behorende con
-
trolelampje branden.
Wanneer u een extra functie weer uit
-
schakelt gaat het daarbij behorende
controlelampje uit.
c Controlelampjes voor het gekozen
centrifugetoerental, Spoelstop en
Zonder centrifugeren
d Toets "Centrifugeren"
Met deze toets kunt u een ander
centrifugetoerental, Spoelstop of
Zonder centrifugeren kiezen.
e Programmakeuzeschakelaar
Met deze schakelaar kunt u het ba-
siswasprogramma en een daarbij ho-
rende temperatuur kiezen.
De programmakeuzeschakelaar kan
rechts- of linksom worden gedraaid.
f Controlelampjes voor het program-
maverloop
Deze controlelampjes laten u tijdens
het wasprogramma zien welke fase
in het programmaverloop is bereikt.
g Andere controlelampjes
Deze controlelampjes geven een
probleem aan.
h Toets I-Aan/0-Uit
Met deze toets kunt u de wasauto
-
maat in- en uitschakelen en het pro
-
gramma onderbreken.
i Toets Deur
Met deze toets kunt u de deur van
de wasautomaat openen.
Algemeen
12
Belangrijke bedieningsele
-
menten
Programmakeuzeschakelaar
Met de programmakeuzeschakelaar
kunt u een basisprogramma en een
daarbij behorende temperatuur instel
-
len.
Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra functies
in- en uitschakelen.
De extra functies dienen ter aanvulling
van de basiswasprogramma's.
Met de bovenste toets kunt u óf de ex-
tra functie Intensief óf Voorwas óf Inwe-
ken óf combinaties daarvan kiezen.
Met de onderste toets kunt u de extra
functie Extra water kiezen.
Wanneer het controlelampje van een
functie brandt, is deze functie inge-
schakeld.
Extra functies die binnen het gekozen
basisprogramma niet van toepassing
zijn, kunt u niet inschakelen.
Toets "Centrifugeren" met lampjes
Met deze toets kunt u een centrifuge
-
toerental, Spoelstop of Zonder centrifu
-
geren kiezen. Kiest u een hoger toeren
-
tal dan binnen het gekozen programma
mogelijk is, dan accepteert de auto
-
maat dat niet.
De controlelampjes geven aan wat u
gekozen heeft.
Programma Omw/min
Witte was/Bonte was 1200
Kreukherstellend 900
Fijne was 600
Zijde 400
Wol 1200
Miniwas 1200
Automatic 900
Extra spoelen 1200
Stijven 1200
Pompen/Centrifugeren 1200
Het overslaan van het eindcentrifuge-
ren
^ Druk op de Centrifugeren - toets tot-
dat u Spoelstop heeft bereikt.
Het wasgoed wordt niet gecentrifu-
geerd en blijft na de laatste spoelgang
in het water liggen.
Het wasgoed kreukt dan minder wan-
neer u het niet direct na afloop van het
programma uit de trommel haalt.
Wilt u het programma voortzetten:
^
kies dan een centrifugetoerental.
Wilt u het programma beëindigen:
^
druk dan op de Deur - toets.
Het overslaan van het centrifugeren
tussen de spoelgangen en het eind
-
centrifugeren
^
Druk op de Centrifugeren - toets tot
en met Zonder centrifugeren.
Het wasgoed wordt niet gecentrifu
-
geerd. De wasautomaat schakelt na het
afpompen van het laatste spoelwater
direct over op de kreukbeveiliging.
Algemeen
13
Iedere wasautomaat wordt in de fa
-
briek op zijn werking getest.
Het is mogelijk dat er als gevolg van
deze tests wat water in het apparaat
achterblijft.
Controleer voordat u uw wasauto
-
maat voor het eerst gebruikt of het
apparaat volgens de regels is ge
-
plaatst en aangesloten.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aan
-
sluiten van de wasautomaat".
Om veiligheidsredenen is het niet mo-
gelijk om meteen bij de eerste wasbeurt
te centrifugeren. Ter activering van het
centrifugeren moet u eerst een waspro-
gramma zonder wasgoed
en zonder
wasmiddel draaien.
Wordt er wel wasmiddel gebruikt kan er
overmatige schuimvorming optreden.
Draait u eerst een wasprogramma zon-
der wasgoed en zonder wasmiddel
wordt daarmee tegelijk het kogelventiel
geactiveerd.
Het kogelventiel zorgt ervoor dat vanaf
de eerste wasbeurt steeds al het was
-
middel wordt gebruikt.
^
Draai de kraan open.
^
Druk op de I-Aan/O-Uit - toets.
^
Draai de programmakeuzeschake
-
laar op Witte / Bonte was 40°C.
^
Druk op de Start - toets.
Na afloop van het programma is de
wasautomaat klaar voor de eerste
wasbeurt.
Vóór de eerste wasbeurt
14
Energie- en waterverbruik
Benut bij ieder programma dat u
kiest de maximale beladingscapaci
-
teit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
vergeleken met de totale hoeveel
-
heid wasgoed, het laagst.
Gebruik de programma's Automatic
of Miniwas voor kleinere hoeveelhe
-
den wasgoed.
Bij een geringe belading in het pro
-
gramma Witte was/Bonte was zorgt
de beladingsautomaat voor een ver
-
mindering van het water- en energie-
verbruik en daardoor voor een ver-
korting van de programmaduur.
Gebruik in plaats van het programma
Witte was/Bonte was 95°C het pro-
gramma Witte was/Bonte was 60°C
in combinatie met de extra functie:
Intensief.
Daarmee bespaart u 35 tot 45%
energie.
Het programma duurt dan wel
langer. In de meeste gevallen is dit
genoeg.
Gebruik voor wasgoed met hardnek
-
kige vlekken of vlekken die er al wat
langer in zitten de extra functie Inwe
-
ken.
Wasmiddelen
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
-
del als op de wasmiddelverpakking
aangegeven staat.
Reduceer bij geringere beladings
-
hoeveelheden de hoeveelheid was
-
middel. Bij halve belading kan ca.
1
/
3
minder wasmiddel worden gebruikt.
Extra functies (Inweken, Voorwas,
Intensief)
Kies voor licht vervuild wasgoed
een
wasprogramma zonder extra func
-
ties.
Kies voor normaal tot sterk vervuild
wasgoed met zichtbare vlekken een
wasprogramma met de extra functie
Intensief.
Gebruik de extra functie Inweken in
plaats van de extra functie Voorwas.
Bij het inweken en de hoofdwas die
daar direct op volgt wordt hetzelfde
sop gebruikt.
Tip voor machinaal drogen
Kies wanneer u het wasgoed na af
-
loop in de droogautomaat wilt dro
-
gen het hoogste centrifugetoerental
dat voor dit wasgoed mogelijk is.
Tips om energie en water te besparen
15
Korte handleiding
Tip: Het is belangrijk dat u zich met de
bediening van de automaat vertrouwd
maakt. Lees daarom de uitgebreide pa
-
ragrafen: "Voordat u gaat wassen",
"Wanneer u gaat wassen" en "Nadat u
heeft gewassen" in dit hoofdstuk.
Voordat u gaat wassen
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor.
Wanneer u gaat wassen
B Schakel de wasautomaat in.
C Open de deur.
D Vul de trommel.
E Sluit de deur.
F Kies een programma.
G Kies een centrifugetoerental.
H Kies eventueel (een) extra functie(s).
I Doseer het wasmiddel.
J Start het programma.
Nadat u heeft gewassen
K Open de deur.
L Haal het wasgoed uit de automaat.
M Schakel de wasautomaat uit.
N Draai de programmakeuzeschake
-
laar op Einde.
O Sluit de deur.
Welk textiel in welk programma kan
worden gewassen, kunt u in het volgen
-
de programma-overzicht vinden.
Zo wast u goed
16
Programma-overzicht
Witte was/Bonte was Maximaal 5,0 kg
Textielsoort Wasgoed van katoen en linnen, bijv. beddengoed, tafellakens
en servetten, badstof handdoeken, spijkerbroeken, T-shirts,
ondergoed en babykleertjes
Extra functies Inweken / Voorwas / Intensief / Extra water
Bijzondere tips
Gebruik Witte was/Bonte was 95°C alleen voor geïnfecteerd
of sterk vervuild wasgoed.
Gebruik voor normaal tot sterk vervuild wasgoed de extra
functie Intensief.
Gebruik voor wasgoed met hardnekkige vlekken of met vlek
-
ken die er al wat langer in zitten de extra functies Inweken
en Intensief.
Gebruik voor wasgoed met een grote hoeveelheid vuil (bijv.
stof, zand) de extra functie Voorwas.
Was donkerkleurig wasgoed met een Color-wasmiddel of
vloeibaar wasmiddel.
Wasmiddelen Universele wasmiddelen en Color-wasmiddelen
Tip voor testbureaus:
Voor de test volgens norm EN 60456 moet de toets Intensief worden ingedrukt.
Kreukherstellend Maximaal 2,5 kg
Textielsoort Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of kreukher
-
stellend gemaakt katoen, bijv. overhemden, blouses, werkkle
-
ding, tafellakens en servetten
Extra functies Inweken / Voorwas / Intensief / Extra water
Bijzondere tip
Gebruik voor normaal tot sterk vervuild wasgoed de extra
functie Intensief.
Wasmiddelen Universele wasmiddelen, Color-wasmiddelen en fijnwasmid
-
delen
Tip voor testbureaus:
Voor de test volgens norm EN 60456 moet de toets Intensief worden ingedrukt.
Zo wast u goed
17
Fijne was Maximaal 1,0 kg
Textielsoort Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels, kunstzijde
of kreukherstellend gemaakt katoen, bijv. overhemden of blou
-
ses
Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan wor
-
den gewassen.
Extra functies Inweken / Voorwas / Intensief
Bijzondere tips
Gebruik voor normaal tot sterk vervuild wasgoed de extra
functie Intensief.
In dit programma kreukt het wasgoed minder ("Licht strij
-
ken").
Vitrage trekt veel stof aan en zal daarom vaak in een pro
-
gramma met de extra functie Voorwas moeten worden ge
-
wassen.
Reduceer bij kreukgevoelige vitrage het centrifugetoerental
of centrifugeer helemaal niet.
Wasmiddelen Fijnwasmiddelen
Zijde / Maximaal 1,0 kg
Textielsoort Wasgoed van met de hand wasbaar, kreukgevoelig textiel
waar geen wol in zit
Extra functie Extra water
Bijzondere tips
In dit programma kreukt het wasgoed minder ("Licht strij
-
ken").
Was panty's en bh's in een waszak.
Wasmiddelen Fijnwasmiddelen
Wol / Maximaal 2,0 kg
Textielsoort Wasgoed van wol en wolmengweefsels dat met de hand of in
de wasautomaat mag worden gewassen
Wasmiddelen Wolwasmiddelen
Zo wast u goed
18
Miniwas Maximaal 2,5 kg
Textielsoort Licht vervuild wasgoed dat in het programma voor de bonte
was mag worden gewassen
Extra functie Extra water
Bijzondere tip
Doseer minder waspoeder. Dit programma heeft namelijk
een halve belading.
Wasmiddelen Universele wasmiddelen en Color-wasmiddelen
Automatic Maximaal 3,0kg
Textielsoort Wasgoed van katoenen en kreukherstellend textiel dat naar
kleur is gesorteerd
Extra functies Inweken / Voorwas / Intensief / Extra water
Bijzondere tip Gebruik voor normaal tot sterk vervuild wasgoed de extra
functie Intensief.
Wasmiddelen Universele wasmiddelen en Color-wasmiddelen
Stijven Maximaal 5,0 kg
Textielsoort Tafellakens, servetten, schorten en beroepskleding
Bijzondere tip Het wasgoed moet schoongewassen, maar mag niet met
wasverzachter nabehandeld zijn.
Extra spoelen Maximaal 5,0 kg
Textielsoort Wasgoed dat alleen maar moet worden uitgespoeld en gecen
-
trifugeerd
Pompen/Centrifugeren Maximaal 5,0 kg
Bijzondere tip
Alleen pompen: zet het centrifugetoerental op Zonder centri
-
fugeren.
Zo wast u goed
19
Wassen
Het getal in de wastobbe geeft de
maximale wastemperatuur aan.
9 Normaal programma
4 Mild programma
c Zeer mild programma
/ Handwas
h Niet wassen
Voorbeelden voor de programmakeu
-
ze
Programma Textielbehandelings-
symbolen
Witte / Bonte
was
9ö8E76
Kreukherstel-
lend
54321
Fijne was ac
Wol /
Zijde /
Miniwas 76
Automatic 7621
Trommeldrogen
De punten geven de globale tempera
-
tuur aan.
q Op een normale temperatuur
r Op een lagere temperatuur
s Niet drogen in de automaat
Strijken
De punten verwijzen naar de punten
op de regelaar van het strijkijzer en
geven de temperatuur aan.
I ca. 200°C
H ca. 150°C
G ca. 110°C
J Niet strijken
Chemisch reinigen
f Reiniging met chemische op-
losmiddelen.
De letters verwijzen naar het
reinigingsmiddel.
p
w Nat reinigen
D Niet chemisch reinigen
Bleken
x Elk bleekmiddel toegestaan
{ Alleen zuurstofbleekmiddel
toegestaan
z Niet bleken
Textielbehandelingssymbolen
20
In het wasgoed bevindt zich een etiket
met textielbehandelingssymbolen. Dit
etiket doet aanbevelingen voor de juiste
behandeling van het artikel waarop het
is aangebracht.
Het mag niet worden verward met een
garantie hoe het textiel zich in het ge
-
bruik zal gedragen. Het behandelings
-
etiket waarborgt dat het textielproduct
bij de aanbevolen behandeling geen
schade lijdt.
Een artikel waarop een behandelings
-
etiket met de symbolen is aangebracht
moet voldoen aan bepaalde eisen van
wasechtheid, wrijfechtheid en water-
echtheid van de kleuren.
Het mag niet teveel krimpen of vervor-
men, de lijmen mogen niet loslaten en
bij de eerste vier keer reinigen zijn ont-
leding, smelten, vergelen, pillen en blij-
vende kreukels ontoelaatbaar.
Behandelingen en temperaturen die
milder zijn dan op het etiket aangege-
ven zijn altijd toegestaan.
Textielbehandelingssymbolen
21
Loading...
+ 47 hidden pages