Wij danken u voor de aanschaf van een bizhub C10. U heeft een zeer goede
keus gemaakt. In dit handboek worden de bediening en de veiligheidsinstructies beschreven, zodat u goed met de fax om kunt gaan. Lees daarom beslist
dit handboek, voor u met dit apparaat aan de slag gaat.
Neem het gebruikershandboek goed door, zodat u de faxfuncties op een
juiste manier gebruikt en bewaar het zodanig, dat u het altijd bij de hand hebt.
Handelsmerken
KONICA MINOLTA en het KONICA MINOLTA logo zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van KONICA MINOLTA HOLDINGS, INC.
bizhub en PageScope zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken
van KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC.
Alle handelsmerken en geregistreerde handelsmerken zijn eigendom van de
betreffende eigenaars.
KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC. behoudt zich het
recht voor, de inhoud van dit handboek en ook het daarin beschreven apparaat zonder vooraankondiging te wijzigen. Onnauwkeurigheden en fouten
werden zoveel mogelijk vermeden. KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC. aanvaardt echter voor dit handboek geen aansprakelijkheid, met inbegrip van, echter niet beperkt tot stilzwijgende garanties
betreffende verkoopbaarheid of de geschiktheid voor een bepaald doel.
KONICA MINOLTA BUSINESS TECHNOLOGIES, INC. aanvaardt verder
geen verantwoording resp. aansprakelijkheid voor in dit handboek aanwezige
fouten resp. voor bijkomstig ontstane, concrete of gevolgschade, die voortvloeien uit de beschikbaarstelling van dit handboek resp. het gebruik van dit
handboek bij de werking van het systeem resp. samen met de systeemuitvoering bij werking van het systeem volgens het handboek.
Algemene procedure voor het aanbrengen van instellingen in het
configuratiemenu 27
Geheugenontvangst 28
Geheugenontvangstmodus instellen 28
Geheugenontvangstmodus deactiveren 29
Faxdocumenten vanuit de ADI verzenden 32
Verzenden van een fax met behulp van de glasplaat 34
Optimaliseren van de resolutie 36
Ontvanger specificeren 37
Faxnummer direct invoeren 37
Verkorte kiestoets gebruiken 38
Snelkiesfunctie gebruiken 38
De lijstfunctie van de telefoon gebruiken 39
De zoekfunctie van het telefoonboek gebruiken 39
Kiesherhalingsfunctie gebruiken 40
Meer ontvangers specificeren 41
Een fax naar meer ontvangers zenden (rondzenden) 41
Faxdocumenten op vastgestelde tijd verzenden 43
Faxdocumenten manueel verzenden 44
Faxdocumenten na een telefoongesprek manueel verzenden 44
Faxdocumenten verzenden met gebruik van de toets On Hook 45
Wissen van document dat klaar staat voor transmissie (in geheugen) 45
De fax-kopregel 46
7 Opheffen van storingen .................................................................................. 77
Problemen bij het versturen van faxen 78
Problemen bij de ontvangst van faxen 80
Foutmeldingen in de display 81
A Appendix .......................................................................................................... 83
Technische specificaties 84
Tekst invoeren 85
Toetsfuncties 85
Faxnummers invoeren 85
Invoeren van namen 86
E-Mail-adressen invoeren 86
Invoermodus wijzigen 87
Voorbeeld 87
Tekst corrigeren en tips voer de invoer 88
Inhoud iii
Inhoudiv
Introductie
Onderdelen van de machine
De onderstaande afbeeldingen geven de belangrijkste onderdelen van uw
apparaat aan. De hier gebruikte aanduidingen worden in het gehele handboek gebruikt. Zorg dat u ermee vertrouwd raakt.
Vooraanzicht
1–Automatische documentinvoer
(ADI)
1a–Documentgeleiding
1b–Documentsteun
1c–Documentuitvoervak
2–Bedieningspaneel
3–Uitvoervak
4–Cassette 1 (multifunctionele cassette)
5–Cassette 2
6–Glasplaat
" In enkele status- en fout-
meldingen verschijnt de ADI
soms als “document cover” .
1b1a
1c
2
3
54
6
Onderdelen van de machine2
Achteraanzicht
1–TEL (telefoon) aansluiting
2–LINE (telefoonlijn)aansluiting
3–10Base-T/100Base-TX (IEEE
802.3) Ethernet interface aansluiting
1
2
3
Onderdelen van de machine 3
Onderdelen van de machine4
Bedienings-
paneel en
configuratiemenu
Het bedieningspaneel
124
35 6 781011 12 13
Nr.OnderdeelBeschrijving
1Toets Redial/
Pause
2Auto RX indicatie Is verlicht wanneer automatische ontvangst is
3Toets Resolution Stelt de beeldkwaliteit van de faxdocumenten in.
4Toets Speed Dial Roept een snelkiesnummer op.
5Toets On hook Maakt het verzenden en ontvangen van fax-docu-
9
161720
Herhaalt het laatst gekozen nummer.
Voegt bij de keuze van een nummer een pauze in.
Zie voor details “Kiesherhalingsfunctie gebruiken”
op pagina 40.
geselecteerd.
Zie voor details “Faxdocumenten automatisch ontvangen” op pagina 48.
Zie voor details “Optimaliseren van de resolutie”
op pagina 36.
Zie voor details “Snelkiesfunctie gebruiken” op
pagina 38.
menten mogelijk terwijl de haak erop ligt.
Zie voor details “Faxdocumenten verzenden met
gebruik van de toets On Hook” op pagina 45 of
“Faxdocumenten manueel ontvangen” op pagina
48.
15181921222324
14
Het bedieningspaneel6
6Toets Function Voor het specificeren van cassette, duplex,
kopiëren met ID-kaart en fax-instellingen.
Zie voor details “Een fax naar meer ontvangers
zenden (rondzenden)” op pagina 41, “Faxdocumenten op vastgestelde tijd verzenden” op pagina
43, of “Wissen van document dat klaar staat voor
transmissie (in geheugen)” op pagina 45.
7Error indicatieGeeft een foutmelding aan.
Zie voor details “Foutmeldingen in de display” op
pagina 81.
8Toets DisplayControleert de status van het apparaat en de
instellingen.
Zie voor details “Tellers, lijsten en rapporten” op
pagina 71.
9DisplayHier verschijnen instellingen, menu’s en meldin-
gen.
Zie voor details “Faxmodus-scherm” op pagina 10.
10KeypadVoor de invoer van het aantal kopieën.
Voor de invoer van faxnummers, E-mail adressen
en namen van ontvangers.
Zie voor details betreffende het kiezen van een
bestemming “Ontvanger specificeren” op pagina
37. Zie voor details betreffende het invoeren van
tekst “Tekst invoeren” op pagina 85.
11Toets FaxActiveert de faxmode.
Is groen verlicht, wanneer zich het apparaat in de
faxmodus bevindt.
Zie voor details “Faxmodus-scherm” op pagina 10.
12Toets ScanActiveert de scanmodus (Scan naar E-mail of
Scan naar PC).
Is groen verlicht om aan te geven dat het apparaat
zich in de scanmodus bevindt.
Zie voor details het Printer/Kopiër/Scanner
Gebruikershandboek.
Het bedieningspaneel 7
13Toets Copy Activeert de kopieermodus.
Is groen verlicht om aan te geven dat de machine
in de kopieermodus is.
Zie voor details het Printer/Kopiër/Scanner
Gebruikershandboek.
14Toets Stop/Reset Stop altijd de handeling.
Verlaat het menu.
Breekt het scannen, de transmissie, de ontvangst
en het printen af en keert naar de standaardinstellingen terug.
Zie voor details “Basisstappen betreffende de
bediening” op pagina 32
15Toets Start Start een kleurkopie.
Start een zwartwit kopie resp. een zwartwitfax.
Zie voor details “Basisstappen betreffende de
bediening” op pagina 32 of “Faxdocumenten
manueel ontvangen” op pagina 48.
16Toets TC
Change
17Toets Cancel/C Wist het aantal aangegeven kopieën.
Druk hierop, wanneer toner moet worden vervangen. Zie voor details het Printer/Kopieer/Scanner Gebruikershandboek.
De eerste aanduiding van een menu-optie of de
hoofdaanduiding wordt opgeroepen.
Zie voor details “Instellingen in het configuratiemenu” op pagina 27 of “Tekst invoeren” op pagina
85.
18)Doorloopt de beschikbare menu-opties naar rechts
Bevestigt het actueel ingevoerde teken en
beweegt de cursor naar rechts.
Zie voor details “Instellingen in het configuratiemenu” op pagina 27.
19+Gaat omhoog in de menustructuur.
Doorloopt de beschikbare menu-opties in
opwaartse richting.
Zie voor details “Instellingen in het configuratiemenu” op pagina 27.
Het bedieningspaneel8
20,Gaat naar beneden in de menustructuur.
Doorloopt de beschikbare menu-opties in neerwaartse richting.
Zie voor details “Instellingen in het configuratiemenu” op pagina 27.
21Toets Menu
Select
22*Doorloopt de beschikbare menu-opties naar links.
23Toets Copy ope-
rations
Roept de menustructuur op.
Gaat omlaag in de menustructuur.
Kiest de aangegeven menu-optie.
Zie voor details “Instellingen in het configuratiemenu” op pagina 27.
Bevestigt het actueel ingevoerde karakter en
beweegt de cursor naar links.
Zie voor details “Instellingen in het configuratiemenu” op pagina 27.
Dient voor de instelling van kopieerfuncties.
Zie voor details het Printer/Kopieer/Scanner
Gebruikershandboek.
" Als op één van deze toetsen in de faxmodus
wordt gedrukt, gaat het apparaat in de
kopieermodus. Zie voor details het Printer/
Kopieer/Scanner Gebruikersboek.
24Verkorte kiestoet-
sen
Dient voor het opslaan en oproepen van verkorte
kiestoetsnummer.
Zie voor details “Verkorte kiestoets gebruiken” op
pagina 38 of “Verkort kiezen” op pagina 62.
Het bedieningspaneel 9
Faxmodus-scherm
Het faxmodus-scherm
Druk op de toets Fax om het faxmodus-scherm op te roepen.
Daar wordt het volgende weergegeven.
PositieNaam onderdeel Beschrijving
BovenModus- of func-
tienaam
Beneden MeldingenGeeft meldingen zoals bijv. informatie m.b.t. bedie-
Geeft de actueel geselecteerde modus- of functie-
instellingen aan.
Geeft het actuele menu, de actuele functie resp
de actuele instellingen aan.
Foutmeldingen worden aangegeven, wanneer
een fout wordt herkend.
Gedurende de standby-stand worden actuele tijd
en geheugengrootte weergegeven.
ning van het apparaat aan.
Faxmodus-scherm10
Het functiemode scherm
Druk op de toets Function om het functiemode scherm op te roepen.
Daar wordt het volgende opgeroepen.
PositieNaam
onderdeel
BovenFunctienaam1.BROADCAST
Beneden MeldingenGeeft meldingen zoals bijv. informatie m.b.t. bediening
Beschrijving
Een fax kan gedurende één verzendprocedure naar
meer ontvangers gelijk worden verzonden. Zie voor
details “Een fax naar meer ontvangers zenden (rondzenden)” op pagina 41.
2.TIMER TX
Een document kan worden gescand en in het geheugen worden opgeslagen, om op een geprogrammeerd
tijdstip te worden verzonden. Zie voor details“Faxdocumenten op vastgestelde tijd verzenden” op pagina
43.
3. CANCEL RESERV.
Van de documenten die in het geheugen zijn opgeslagen en die op verzenden wachten kan een bepaald
document worden geselecteerd en worden gewist. Zie
voor details “Wissen van document dat klaar staat
voor transmissie (in geheugen)” op pagina 45.
van het apparaat aan.
Faxmodus-scherm 11
Faxmodus oproepen
Controleer voordat u gebruik maakt van de faxfunctie of de toets Fax groen is
verlicht. Is dit niet het geval, druk dan op de toets om naar de faxmodus te
gaan.
Door op de toets Speed Dial, Redial/Pause of één van de verkorte kiestoetsen te drukken, schakelt het apparaat automatisch naar de faxmodus.
Symboollijst
SymboolBeschrijving
KiezenEen faxnummer wordt gekozen.
BeltoonHet apparaat wordt gebeld.
ZendenHet document wordt verzonden.
OntvangenEen document wordt ontvangen.
Aantal gescande
pagina’s
ToonAls pulskiezen is geselecteerd druk dan op de
PauzeEen pauze wordt ingevoegd.
Timer verzending Een document wordt in de wachtrij gezet om via de
Geheugenontvangst
Behalve dit symbool wordt het aantal gescande
documenten aangegeven.
toets om tijdelijk naar toonkiezen te schakelen.
timer te worden verzonden.
Een document wordt in de wachtrij gezet voor
geheugenontvangst.
Faxmodus-scherm12
Overzicht Configuratiemenu
Het configuratiemenu van de bizhub C10 wordt via het bedieningspaneel
opgeroepen en is zoals hieronder weergegeven gestructureerd.
" Druk op de toets Menu Select om het configuratiemenu op te roepen.
Menu
Select
MACHINE SETTING
1.AUTO PANEL
RESET
2.ENERGY
SAVE MODE
3.LCD CONTRAST
4.LANGUAGE
5.LAMP OFF
TIME
6.BUZZER
VOLUME
7.INITIAL
MODE
8.TONER
EMPTY STOP
9.TONER NEAR
EMPTY
10.AUTO CONTINUE
11.CALIBRATION
12.REMOTE
MONITOR
PAPER SOURCE
SETUP
1.TRAY1
PAPER
PLAIN
PAPER
TRANSPARENCY
LABELS
Overzicht Configuratiemenu 13
LETTERHEAD
ENVELOPE
POSTCARD
THICK
STOCK
GLOSSY
2.TRAY2
PAPER
COPY SETTING1.MODE
2.DENSITY
LEVEL (A)
3.DENSITY
LEVEL (M)
4.COLLATE
5.QUALITY
6.PAPER PRIORITY
FAX REGISTRATION
1.ONE-TOUCH
DIAL
2.SPEED DIAL
A4
LETTER
3.GROUP DIAL
TX SETTING1.SCAN DEN-
SITY
Overzicht Configuratiemenu14
2.RESOLUTION
3.HEADER
RX SETTING1.MEMORY RX
COMM. SETTING
MODE
2.NO. of
RINGS
3.REDUCTION
RX
4.RX PRINT
5.RX MODE
6.FOOTER
7.SELECT
TRAY
1.TEL LINE
TYPE
2.LINE MONITOR
3.PSTN/PBX
REPORTING1.ACTIVITY
USER SETTING1.FAX PTT
REPORT
2.TX RESULT
REPORT
3.RX RESULT
REPORT
SETTING
2.DATE&TIMESET HOUR
Overzicht Configuratiemenu 15
3.DATE FORMAT
4.PRESET
ZOOM
5.USER FAX
NO.
6.USER NAME
SET
MINUTE
SET YEAR
SET MONTH
SET DAY
DIRECT PRINT1.IMAGE
QUALITY
2.PAPER SIZETRAY1PLAIN
3.N-UP LAYOUT
PAPER
LABELS
POSTCARD
THICK
STOCK
GLOSSY
TRAY2A4
LETTER
Overzicht Configuratiemenu16
NETWORK SETTING
1.IP ADDRESS
2.SUBNET
MASK
3.GATEWAY
4.DNS CONFIG.
5.DDNS CONFIG.
E-MAIL SETTING
SCANNER SETTING
1.SENDER
NAME
2.E-MAIL
ADDRESS
3.SMTP
SERVER
4.SMTP PORT
NO.
5.SMTP TIMEOUT
6.TEXT
INSERT
7.DEFAULT
SUBJECT
1.RESOLUTION
2.IMAGE FORMAT
3.CODING
METHOD
Overzicht Configuratiemenu 17
Configuratiemenu
De configuratie-instellingen van het apparaat kunnen aan de eisen van de
gebruikers worden aangepast.
" Alle door de fabriek ingestelde standaardwaarden worden in vet weer-
gegeven.
" Zie voor details betreffende de instellingen in het configuratiemenu
“Instellingen in het configuratiemenu” op pagina 27.
" Zie voor details betreffende de instellingen in de menu’s PAPER
SOURCE SETUP, COPY SETTING, DIRECT PRINT, E-MAIL SETTING en SCANNER SETTING en ook enige opties in het menu
MACHINE SETTING en USER SETTING het Printer/Kopieer/Scanner
Gebruikershandboek.
" Zie voor details betreffende instellingen in het menu NETWORK SET-
TING, het Referentiehandboek.
Configuratiemenu18
APPARAATINSTELLING
1.AUTO PANEL
RESET
2.ENERGY SAVE
MODE
3.LCD CONTRAST
4.LANGUAGE
5.LAMP OFF
TIME
6.BUZZER VOLUME
7.INITIAL
MODE
8.TONER EMPTY
STOP
Gedetailleerde informaties betreffende de aan te brengen instellingen bevat het Printer/Kopieer/Scanner
Gebruikershandboek.
Instellingen
Dient voor de instellingen van de geluidssterkte van
alarmsignalen en akoestische toetssignalen.
Instellingen
Dient voor de instelling van de modus, die bij
inschakelen resp. automatisch terugzetten van het
apparaat wordt geactiveerd.
instellingen
Bepaalt of de printfunctie wordt onderbroken als de
tonervoorraad leeg is.
Wanneer bij onderbreking van het printen een faxdocument wordt ontvangen, wordt dit document in het geheugen geplaatst en automatisch geprint, zodra de oorzaak
van de storing is verholpen.
HIGH / LOW / OFF
COPY / FAX
ON / ON(FAX) / OFF
ON: Het printen wordt geheel onderbroken, wan-
neer de tonervoorraad leeg is.
ON (FAX): Alleen het printen van faxdocumenten
wordt onderbroken, wanneer de tonervoorraad
leeg is, en in de display verschijnt een melding.
OFF: Het printen wordt niet onderbroken, wanneer
de tonervoorraad leeg is, en in de display verschijnt een melding.
9.TONER NEAR
EMPTY
Gedetailleerde informaties betreffende de aan te
brengen instellingen staan in het Printer/Kopieer/Scanner Gebruikershandboek.
Configuratiemenu 19
10.AUTO CONTINUE
11.CALIBRATION
12.REMOTE
MONITOR
INSTELLING FAX
Instellingen
Bepaalt of de beeldstabilisering wordt uitgevoerd. Bij
keuze van de optie ON wordt de beeldstabilisatie gestart.
Zie voor details betreffende de aan te brengen instellingen het Printer/Kopieer/Scanner Gebruikershandboek.
Zie voor details betreffende de aan te brengen instellingen in het Printer/Kopieer/Scanner Gebruikershandboek.
ON / OFF
1.ONE-TOUCH
DIAL
2.SPEED DIALDient voor het programmeren van faxnummers via snel-
3.GROUP DIALDient voor het programmeren van tot 50 verschillende
Dient voor het programmeren van faxnummers d.m.v.
verkorte kiestoetsen, zodat een ontvanger zonder invoer
van het nummer via het cijfertoetsenbord kan worden
gekozen. Maximaal negen verkorte kiestoetsen kunnen
worden geprogrammeerd.
Zie voor details betreffende de programmering van de
verkorte kiestoetsen “Verkort kiezen” op pagina 62.
kiestoetsen, zodat een ontvanger zonder invoer van het
nummer via het cijfertoetsenbord kan worden geselecteerd. Maximaal 100 faxnummers kunnen worden
geprogrammeerd.
Zie voor details betreffende het programmeren van snelkiesnummers “Snelkiezen” op pagina 65.
faxnummers als een groep via een verkorte kiestoets.
Deze programmering is vooral geschikt, wanneer documenten vaak naar een bepaalde groep ontvangers
worden gezonden.
Zie voor details betreffende het programmeren van het
groepskiezen “Groepskiezen” op pagina 68.
Configuratiemenu20
TX-INSTELLING
1.SCAN DENSITY
2.RESOLUTIONInstel-
3.HEADERInstel-
Instellingen
Bepaalt het contrast voor het inscannen van een faxdocument.
lingen
Bepaalt de standaard-scanresolutie (beeldkwaliteit).
STD: Voor documenten met normale tekst (bijv. van
FINE: Voor documenten met klein geschreven
S/F: Voor kranten, tijdschriften of documenten met
H/T: Voor documenten met verschillende kleurnu-
Druk op de toets Resolution om voor het verzenden van
een fax om de standaardresolutie te wijzigen.
lingen
Bepaalt of de kopregel met informaties betreffende de
transmissieprocedure (zenddatum, naam en faxnummer
van de zender etc.) bij de ontvanger op ontvangstkopieën wordt geprint.
LIGHTDARK
STD / FINE / S/F / H/T
met de hand geschreven documenten) (standaard)
tekst
gedetailleerde afbeeldingen (superfijn)
ances, bijv. foto’s (tussentinten)
Bij de selectie van H/T verschijnt een indicatie,
waarin u een gedetailleerde instelling kunt aanbrengen (STD, FINE of S/F).
ON / OFF
" Bij modellen voor de USA, Canada en Korea, kan
de instelling OFF niet worden gebruikt.
Configuratiemenu 21
RX-INSTELLING
1.MEMORY RX
MODE
2.NO. of
RINGS
3.REDUCTION RXInstel-
Instellingen
Bepaalt of geheugenontvangst geactiveerd (ON) of gedeactiveerd (OFF) is. Wanneer vertrouwelijke faxdocumenten worden ontvangen, kan de ontvangstkopie in het
geheugen worden opgeslagen en daarna op een
bepaald tijdstip of bij deactivering van geheugenontvangst (instelling OFF) worden geprint.
Het instellen van de tijd voor het begin resp. het einde
van geheugenontvangst en ook de deactivering van
deze functie kunnen door het instellen van een wachtwoord worden beveiligd. De ingevoerde start- en eindtijd
geldt voor elke dag, tot geheugenontvangst wordt gedeactiveerd.
Voor details betreffende de aan te brengen instellingen
zie “Geheugenontvangstmodus instellen” op pagina 28.
Instellingen
Wanneer een externe telefoon is aangesloten, moet op
deze plaats een getal tussen 1 en 16 worden ingevoerd,
dat aangeeft hoe vaak de telefoon overgaat, voordat het
apparaat de fax ontvangt.
lingen
Bepaalt of ontvangstkopieën die langer zijn dan het
ingevoerde papierformaat bij het printen verkleind op
meer pagina’s verdeeld of onvolledig worden geprint.
ON: De ontvangstkopie wordt verkleind.
ON / OFF
1-16 (standaard : afhankelijk van het verkoopgebied)
ON / OFF / CUT
OFF: De ontvangstkopie wordt in de originele
lengte geprint en daarbij op meer pagina’s verdeeld.
CUT: De ontvangstkopie wordt weliswaar geprint,
maar over de gehele lengte van het ingevoerde
papier. Informatie die niet op de pagina past, gaat
verloren. Voor details betreffende de verhouding
tussen de lengte van de ontvangstkopie en het
eigenlijk gedrukte document zie “Ontvangen documenten printen” op pagina 49.
Configuratiemenu22
4.RX PRINTInstellingen
Bepaalt of met het printen van een ontvangstkopie pas
wordt begonnen, wanneer alle pagina’s zijn ontvangen
of zodra de eerste pagina werd ontvangen.
MEMORY RX: Het printen begint, wanneer alle
PRINT RX: Het printen begint, zodra de eerst
5.RX MODEInstellingen
Stelt het apparaat op automatische of manuele ontvangst in.
AUTO RX: Na een bepaald aantal keren overgaan
MANUAL RX: Ontvangt de fax niet automatisch. De
Zie voor details betreffende manuele ontvangst “Faxdocumenten manueel ontvangen” op pagina 48.
6.FOOTERInstellingen
Bepaalt of de ontvangstinformatie (ontvangstdatum,
aantal pagina’s enz.) onder of boven aan elk ontvangen
document wordt geprint.
7.SELECT TRAY Instellingen
Bepaalt uit welke cassette papier wordt genomen, als
ontvangen of verzonden documenten worden geprint.
Bovendien kan een cassette worden gedeactiveerd,
zodat hij voor de papiervoorziening niet meer ter
beschikking staat.
MEMORY RX / PRINT RX
pagina’s zijn ontvangen.
pagina is ontvangen.
AUTO RX / MANUAL RX
van de bel van de fax begint de ontvangst van de
fax.
ontvangst begint, zodra er verbinding wordt
gemaakt door het opnemen van de hoorn of door
op de toets On hook te drukken en daarna te drukken op de toets Start.
ON / OFF
TRAY1: DISABLE / ENABLE
TRAY2: DISABLE / ENABLE
" Als cassette2 niet geïnstalleerd is, wordt TRAY2
niet aangegeven.
Configuratiemenu 23
COMM. INSTELLING
1.TEL LINE
TYPE
Instellingen
Dient voor de selectie van het kiessysteem. Indien deze
functie niet correct is ingesteld, kunnen geen faxdocumenten worden verzonden en ontvangen.
Controleer op welk kiessysteem uw telefooninstallatie is
ingesteld, en kies de juiste instelling.
" Als in het menu USER SETTING de FAX PTT
2.LINE MONITOR
Instellingen
Dient voor de instelling van de geluidssterkte voor de
lijncontrole en ook voor de geluidssterkte van het zendsignaal.
" Zelfs wanneer deze positie op OFF is gezet, kan
3.PSTN/PBXInstellingen
Op deze plaats wordt aangegeven, of het apparaat op
het openbare telefoonnet (PSTN) of op een privé-installatie (PBX) is aangesloten.
Voor een PBX systeem, kan het extra nummer behalve
het toegangsnummer voor de buitenlijn (of uitgebreide
nummer) worden aangegeven.
TONE / PULSE
SETTING
is gezet, kan het kiessysteem niet worden
gewijzigd.
het signaalgeluid worden gehoord, wanneer op de
toets On hook wordt gedrukt.
op USA, CANADA of NEW ZEALAND
HIGH / LOW / OFF
PSTN / PBX
Configuratiemenu24
Loading...
+ 68 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.