Aprilia DORSODURO 750 User Manual

APRILIA WOULD LIKE TO THANK YOU
for choosing one of its products. We have compiled this booklet to provide a comprehensive overview of your vehicle's quality features. Please, read it carefully before riding the vehicle for the first time. It contains information, tips and precautions for using your vehicle. It also describes features, details and devices to assure you that you have made the right choice. We believe that if you follow our suggestions, you will soon get to know your new vehicle well and that it will continue to give you satisfactory service for many years to come. This booklet is an integral part of the vehicle and must be handed over to the new owner in the event of sale.
APRILIA WIL U BEDANKEN
omdat u één van haar producten heeft gekozen. Wij hebben deze handleiding opgesteld opdat u de kwaliteiten ervan ten volle kan waarderen. Wij raden aan om deze handleiding geheel door te lezen, voordat u met het voertuig gaat rijden. Het bevat informatie, raadgevingen en waarschuwingen in verband met het gebruik van uw voertuig; daarnaast zal u eigenschappen, bijzonderheden en handigheidjes ontdekken die u ervan zullen overtuigen dat u een juiste keuze heeft gemaakt. Wij zijn er zeker van dat indien u hier rekening mee zal houden, u makkelijk zal wennen aan uw nieuw voertuig, waar u lang naar volle tevredenheid gebruik van zal kunnen maken. Deze uitgave is een integrerend deel van het voertuig, en bij verkoop van dit laatste moet het worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar.
DORSODURO
Ed. 09 2008
The instructions in this booklet have been compiled primarily to offer a simple and clear guide to using the vehicle; This booklet also details routine maintenance procedures and regular checks that should be carried out on the vehicle at an authorised aprilia Dealer or Workshop. This booklet also contains instructions for simple repairs. Any operations not specifically described in this booklet require the use of special tools and/or particular technical knowledge: for these operations, please take your vehicle to an authorised aprilia Dealer or Workshop.
De instructies in deze handleiding zijn voorbereid om vooral een eenvoudige en duidelijke leidraad te zijn voor het gebruik; men vindt eveneens de handelingen van het klein onderhoud en van de periodieke controles die uitgevoerd moeten worden op het voertuig, bij een Dealer of Erkende aprilia Garage. De handleiding bevat tevens instructies voor een aantal eenvoudige herstellingen. De herstellingen die niet uitgebreid in deze uitgave zijn beschreven, vereisen dat men over speciale gereedschappen en/of specifieke technische kennis beschikt; voor het uitvoeren van deze herstellingen raadt men aan om zich te wenden tot een Dealer of Erkende aprilia Garage.
2
Personal safety
Persoonlijke veiligheid
Failure to completely observe these instructions will
result in serious risk of personal injury.
Safeguarding the environment
Sections marked with this symbol indicate the correct
use of the vehicle to prevent damaging the environ-
ment.
Vehicle intactness
The incomplete or non-observance of these regula-
tions leads to the risk of serious damage to the vehicle
and sometimes even the invalidity of the guarantee.
The symbols shown above are very important. They are used to highlight those parts of the booklet that should be read with particular care. As you can see, each sign consists of a different graphic symbol, mak­ing it quick and easy to locate the various topics. Before starting the engine, read this booklet thorough­ly and the "SAFE RIDING" section in particular. Your safety as well as other's does not only depend on the quickness of your reflexes and agility, but also on how well you know your vehicle, the state of maintenance of the vehicle itself and your knowledge of the rules for SAFE RIDING. For your safety, get to know your vehicle well so as to safely ride and master it in road traffic IMPORTANT This booklet is an integral part of the vehicle, and must be handed to the new owner in the event of sale.
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden opgevolgd, kan dit ernstig letsel aan personen tot ge-
volg hebben.
Bescherming van
Geeft het juiste gedrag aan dat u aan moet houden
zodat het gebruik van het voertuig geen schade aan-
richt aan de natuur.
Staat van het voertuig
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd kan dit ernstige schade aan het voertuig, en eventueel het vervallen van deze garantie tot ge-
volg hebben.
Bovengenoemde signalen zijn erg belangrijk. Ze heb­ben namelijk tot doel om de delen van het boekje aan te geven die u aandachtig door moet lezen. Zoals u ziet, bestaat ieder teken uit een ander grafisch sym­bool, zodat de bijbehorende onderwerpen meteen duidelijk kunnen worden gevonden in de verschillen­de delen. Vooraleer men de motor start, leest men aandachtig deze handleiding, en vooral de paragraaf "VEILIG RIJDEN". Uw veiligheid en die van anderen hangt niet enkel af van uw reflexen en vlugheid, maar ook van de kennis en de efficiëntie van het voertuig, en van de kennis van de fundamentele regels voor het VEILIG RIJDEN. We raden daarom aan om vertrouwd te raken met het voertuig, zodat u zich veilig en be­heersd kan bewegen in het verkeer. BELANGRIJK Deze handleiding moet beschouwd worden als inte­grerend deel van het voertuig, en moet worden over­handigd bij de verkoop ervan.
3
4
INDEX INDEX
GENERAL RULES.......................................................................... 9
Foreword.................................................................................. 10
Carbon monoxide..................................................................... 10
Fuel.......................................................................................... 11
Hot components....................................................................... 12
Coolant..................................................................................... 12
Used engine oil and gearbox oil............................................... 13
Brake and clutch fluid............................................................... 14
Battery hydrogen gas and electrolyte....................................... 15
Stand........................................................................................ 17
Reporting of defects that affect safety...................................... 17
VEHICLE......................................................................................... 19
Arrangement of the main components......................................... 21
Dashboard................................................................................... 23
Instrument panel.......................................................................... 25
Light unit...................................................................................... 26
Digital lcd display......................................................................... 27
Alarms...................................................................................... 30
Mapping selection.................................................................... 33
Control buttons......................................................................... 36
Advanced functions.................................................................. 39
Ignition switch........................................................................... 47
Locking the steering wheel....................................................... 48
Horn button.................................................................................. 49
Switch direction indicators........................................................... 49
Passing button............................................................................. 50
Flasher button.............................................................................. 50
Start-up button............................................................................. 51
Engine stop switch....................................................................... 51
Immobilizer system operation.................................................. 52
Opening the saddle.................................................................. 53
ALGEMENE NORMEN..................................................................... 9
Vooronderstelling....................................................................... 10
Koolmonoxide............................................................................. 10
Brandstof.................................................................................... 11
Warme onderdelen..................................................................... 12
Koelvloeistof............................................................................... 12
Gebruikte motorolie en koppelingsolie....................................... 13
Rem- en koppelingsvloeistof...................................................... 14
Elektrolyt en waterstofgas van de accu...................................... 15
Standaard................................................................................... 17
Communicatie van de defecten die invloed hebben op de vei-
ligheid......................................................................................... 17
VOERTUING..................................................................................... 19
Plaats van de hoofdcomponenten................................................. 21
Legenda......................................................................................... 23
Instrumenten.................................................................................. 25
Groep controlelampjes................................................................... 26
Digitaal display............................................................................... 27
Alarmen...................................................................................... 30
Selectie lokalisaties.................................................................... 33
Commandoknoppen................................................................... 36
Geavanceerde functies.............................................................. 39
Startschakelaar.......................................................................... 47
Stuurslot vergrendelen............................................................... 48
Drukknop claxon............................................................................ 49
Schakelaar richtingaanwijzers....................................................... 49
Knop die knippert voor groot licht.................................................. 50
Inschakelknop alarmlichten............................................................ 50
Startknop........................................................................................ 51
Stopschakelaar motor.................................................................... 51
De werking van het immobilizersysteem.................................... 52
5
Glove/tool kit compartment...................................................... 55
Identification................................................................................. 55
Luggage anchor point.................................................................. 57
USE................................................................................................. 59
Checks......................................................................................... 60
Refuelling..................................................................................... 63
Rear shock absorbers adjustment............................................... 65
Front fork adjustment................................................................... 69
Justering af greb til forbremse..................................................... 72
Clutch lever adjustment............................................................... 73
Running in.................................................................................... 73
Starting up the engine.................................................................. 75
Ride by wire................................................................................. 80
Moving off / riding........................................................................ 81
Stopping the engine..................................................................... 89
Parking......................................................................................... 90
Catalytic silencer.......................................................................... 91
Stand........................................................................................... 93
Suggestion to prevent theft.......................................................... 94
Basic safety rules......................................................................... 96
MAINTENANCE.............................................................................. 103
Engine oil level check............................................................... 104
Engine oil top-up...................................................................... 106
Engine oil change..................................................................... 107
Tyres............................................................................................ 109
Spark plug dismantlement........................................................... 112
Removing the air filter.................................................................. 112
Cooling fluid level......................................................................... 113
Checking the brake oil level......................................................... 116
Braking system fluid top up...................................................... 117
Checking clutch fluid.................................................................... 118
Topping up clutch fluid............................................................. 118
Battery removal........................................................................ 119
Checking the electrolyte level.................................................. 120
Charging the battery................................................................. 121
Long periods of inactivity............................................................. 122
Fuses........................................................................................... 123
Lamps.......................................................................................... 126
Headlight adjustment............................................................... 127
Zadel openen............................................................................. 53
Documentenvakje/gereedschapskit........................................... 55
Identificatie..................................................................................... 55
Vastmaken van bagage................................................................. 57
GEBRUIK.......................................................................................... 59
Controles........................................................................................ 60
Tanken........................................................................................... 63
Regulering achterdempers............................................................. 65
Regulering voorvorken................................................................... 69
Regulering voorremhendel............................................................. 72
Regulering schakelhendel.............................................................. 73
Inrijden........................................................................................... 73
Starten des motors......................................................................... 75
Ride by wire................................................................................... 80
Start / besturing.............................................................................. 81
Stoppen van de motor.................................................................... 89
Parkeren........................................................................................ 90
Katalysator..................................................................................... 91
Standaard...................................................................................... 93
Tips tegen diefstal.......................................................................... 94
Basis veiligheidsnormen................................................................ 96
ONDERHOUD................................................................................... 103
Controle van het peil van de motorolie....................................... 104
Het bijvullen van motorolie......................................................... 106
Vervanging van de motorolie...................................................... 107
Banden........................................................................................... 109
Demonteren van de bougie............................................................ 112
Demonteren van het luchtfilter....................................................... 112
Peil koelvloeistof............................................................................ 113
Controle van het oliepeil van de remmen...................................... 116
Bijvullen van de remvloeistof...................................................... 117
Controle koppelingsvloeistof.......................................................... 118
Bijvullen koppelingsvloeistof....................................................... 118
Verwijdering van de accu........................................................... 119
Controle van het elektrolytpeil.................................................... 120
Opladen van de accu................................................................. 121
Länger stillegen.............................................................................. 122
Zekeringen..................................................................................... 123
Lampjes......................................................................................... 126
6
Front direction indicators............................................................. 130
Rear optical unit........................................................................... 131
Rear turn indicators..................................................................... 132
Number plate light........................................................................ 133
Rear-view mirrors........................................................................ 133
Front and rear disc brake............................................................. 135
Periods of inactivity...................................................................... 137
Cleaning the vehicle.................................................................... 139
Transport..................................................................................... 143
Chain backlash check.............................................................. 144
Chain backlash adjustment...................................................... 145
Checking wear of chain, front and rear sprockets.................... 146
Chain lubrication and cleaning................................................. 147
TECHNICAL DATA......................................................................... 149
Kit equipment............................................................................... 158
PROGRAMMED MAINTENANCE.................................................. 159
Scheduled maintenance table..................................................... 160
Afstellen van de koplamp........................................................... 127
Richtingaanwijzers voor................................................................. 130
Lampenset achter.......................................................................... 131
Richtingaanwijzers achter.............................................................. 132
Kentekenverlichting........................................................................ 133
Achteruitkijkspiegels...................................................................... 133
Schijfrem voor en achter................................................................ 135
Stilstand van het voertuig............................................................... 137
Reinigen van het voertuig.............................................................. 139
Vervoer.......................................................................................... 143
Controle van de speling van de ketting...................................... 144
Regeling van de speling van de ketting...................................... 145
Controle van het gebruik van de ketting, het tandrad en kroon
................................................................................................... 146
Smering en reiniging van de ketting........................................... 147
TECHNISCHE GEGEVENS.............................................................. 149
Bijgeleverd gereedschap............................................................... 158
GEPLAND ONDERHOUD................................................................ 159
Tabel gepland onderhoud.............................................................. 160
7
8
DORSODURO
Chap. 01
General rules
Hst. 01
Algemene normen
9
Foreword
Vooronderstelling
NOTE CARRY OUT THE MAINTENANCE OP-
ERATIONS AT HALF THE INTERVALS SHOWN IF THE VEHICLE IS USED IN WET OR DUSTY AREAS, OFF ROAD OR FOR SPORTS APPLICATIONS.
Carbon monoxide
If you need to keep the engine running in order to perform a procedure, please en­sure that you do so in an open or very well ventilated area. Never let the engine run in an enclosed area. If you do work in an enclosed area, make sure to use a smoke-extraction system.
CAUTION
EXHAUST EMISSIONS CONTAIN CARBON MONOXIDE, A POISONOUS GAS WHICH CAN CAUSE LOSS OF CONSCIOUSNESS AND EVEN DEATH.
N.B. WANNEER HET VOERTUIG WORDT
GEBRUIKT IN REGENACHTIGE OF STOFFIGE ZONES, OP SLECHTE WE­GEN, OF WANNEER MEN SPORTIEF RIJDT, MOETEN DE ONDERHOUDS­HANDELINGEN AAN DE HELFT VAN HET AANGEDUIDE TIJDSINTERVAL UITGEVOERD WORDEN.
Koolmonoxide
Wanneer het nodig is om de motor te doen werken om een handeling uit te voeren, controleert men of dit in een open ruimte of in een goed geventileerd lokaal gebeurt. Laat de motor nooit werken in een gesloten ruimte. Wanneer men in een gesloten ruimte werkt, gebruikt men een evacuatiesysteem voor de uitlaat­gassen.
LET OP
DE UITLAATGASSEN BEVATTEN KOOLMONOXIDE, EEN GIFTIG GAS DAT BEWUSTELOOSHEID EN OOK DE DOOD KAN VEROORZAKEN.
10
Fuel
1 General rules / 1 Algemene normen
Brandstof
CAUTION
FUEL USED TO POWER INTERNAL COMBUSTION ENGINES IS HIGHLY FLAMMABLE AND CAN BECOME EX­PLOSIVE UNDER SPECIFIC CONDI­TIONS. IT IS THEREFORE RECOM­MENDED TO CARRY OUT REFUEL­LING AND MAINTENANCE PROCE­DURES IN A VENTILATED AREA WITH THE ENGINE SHUT OFF. DO NOT SMOKE DURING REFUELLING AND NEAR FUEL VAPOURS, AVOID ANY CONTACT WITH NAKED FLAMES, SPARKS OR OTHER SOURCES WHICH MAY CAUSE THEM TO IGNITE OR EXPLODE.
DO NOT DISPOSE OF FUEL INTO THE ENVIRONMENT.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL­DREN
LET OP
DE BRANDSTOF DIE WORDT GE­BRUIKT VOOR DE AANDRIJVING VAN DE ONTPLOFFINGSMOTOR IS UI­TERST BRANDBAAR EN KAN EXPLO­SIEF WORDEN IN BEPAALDE OM­STANDIGHEDEN. VOER HET TANKEN EN DE ONDERHOUDSHANDELINGEN UIT IN EEN GEVENTILEERDE ZONE EN MET DE MOTOR UIT. ROOK NIET TIJDENS HET TANKEN EN IN DE NA­BIJHEID VAN BRANDSTOFDAMPEN, EN VERMIJDT ABSOLUUT CONTACT MET VRIJE VLAMMEN, VONKEN EN EENDER WELKE ANDER BRON DIE HET VLAM VATTEN OF EXPLODEREN ERVAN KAN VEROORZAKEN.
LOOS DE BRANDSTOF NIET IN HET MILIEU.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN
VEHICLE FALL OR EXCESSIVE INCLI­NATION CAN CAUSE FUEL TO SPILL OUT.
11
HET VALLEN OF DE EXCESSIEVE IN­CLINATIE VAN HET VOERTUIG KUN-
NEN HET UITSTROMEN VAN BRAND­STOF VEROORZAKEN.
Hot components
The engine and the exhaust system com­ponents get very hot and remain in this condition for a certain time interval after the engine has been shut off. Before han­dling these components, make sure that you are wearing insulating gloves or wait until the engine and the exhaust system have cooled down.
Coolant
The coolant contains ethylene glycol which, under certain conditions, can be­come flammable. When ethylene glycol burns, it produces an invisible flame which can nevertheless cause burns.
CAUTION
TAKE CARE NOT TO POUR COOLANT ONTO HOT ENGINE OR EXHAUST SYSTEM COMPONENTS; THE FLUID MAY CATCH FIRE AND BURN WITH INVISIBLE FLAMES. WHEN CARRY­ING OUT MAINTENANCE OPERA­TIONS, IT IS ADVISABLE TO WEAR LATEX GLOVES. EVEN THOUGH IT IS
Warme onderdelen
De motor en de onderelen van de uitlaat­installatie worden zeer warm en blijven warm voor een zekere periode, ook nadat de motor wordt uitgezet. Vooraleer men deze onderdelen hanteert, draagt men isolerende handschoenen, of wacht men tot de motor en de uitlaatinstallatie zijn afgekoeld.
Koelvloeistof
De koelvloeistof bevat ethyleenglycol, wat in sommige omstandigheden ont­vlambaar is. Wanneer het brandt, produ­ceert ethylglycol onzichtbare vlammen, die toch brandwonden veroorzaken.
LET OP
LET OP OM GEEN KOELVLOEISTOF TE MORSEN OP DE HETE DELEN VAN DE MOTOR EN DE UITLAATINSTAL­LATIE; DEZE ZOU BRAND KUNNEN VATTEN MET ONZICHTBARE VLAM­MEN. BIJ ONDERHOUDSHANDELIN­GEN RAADT MEN AAN OM LATEX HANDSCHOENEN TE GEBRUIKEN.
12
1 General rules / 1 Algemene normen
TOXIC, COOLANT HAS A SWEET FLA­VOUR WHICH MAKES IT VERY AT­TRACTIVE TO ANIMALS. NEVER LEAVE THE COOLANT IN OPEN CON­TAINERS IN AREAS ACCESSIBLE TO ANIMALS AS THEY MAY DRINK IT.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL­DREN
DO NOT REMOVE THE RADIATOR CAP WHEN THE ENGINE IS STILL HOT. THE COOLANT IS UNDER PRES­SURE AND MAY CAUSE BURNS.
DE KOELVLOEISTOF IS GIFTIG, MAAR HEEFT TOCH EEN ZOETE SMAAK, WAT HEM UITERST AAN­TREKKELIJK MAAKT VOOR DIEREN. LAAT DE KOELVLOEISTOF NOOIT IN GEOPENDE VERPAKKINGEN OF IN POSITIES DIE BEREIKBAAR ZIJN VOOR DIEREN, DIE ER ZOUDEN VAN KUNNEN DRINKEN.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN
VERWIJDER DE RADIATORDOP NIET WANNEER DE MOTOR NOG WARM STAAT. DE KOELVLOEISTOF STAAT ONDER DRUK, EN ZOU BRANDWON­DEN KUNNEN VEROORZAKEN.
Used engine oil and gearbox oil
CAUTION
IT IS ADVISABLE TO WEAR LATEX GLOVES WHEN SERVICING THE VE­HICLE.
ENGINE OR TRANSMISSION OIL MAY CAUSE SERIOUS INJURIES TO THE SKIN IF HANDLED FOR PROLONGED PERIODS OF TIME AND ON A REGU­LAR BASIS.
13
Gebruikte motorolie en koppelingsolie
LET OP
BIJ ONDERHOUDSHANDELINGEN RAADT MEN AAN OM LATEX HAND­SCHOENEN TE GEBRUIKEN.
DE OLIE VAN DE MOTOR OF DE VER­SNELLINGSBAK KAN ERNSTIGE SCHADE VEROORZAKEN AAN DE HUID, WANNEER HIJET LANG EN DA­GELIJKS WORDT GEBRUIKT.
WASH YOUR HANDS CAREFULLY AFTER HANDLING OIL.
HAND THE OIL OVER TO OR HAVE IT COLLECTED BY THE NEAREST USED OIL RECYCLING COMPANY OR THE SUPPLIER.
DO NOT DISPOSE OF OIL INTO THE ENVIRONMENT
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL­DREN
MEN RAADT AAN OM DE HANDEN ZORGVULDIG TE WASSEN NA HET HANTEREN VAN OLIE.
BEZORG HEM AAN OF LAAT HEM OP­HALEN DOOR HET DICHTSTBIJZIJN­DE RECYCLEBEDRIJF VAN GE­BRUIKTE OLIES OF DOOR DE LEVERANCIER.
LOOS DE OLIE NIET IN HET MILIEU. BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN
Brake and clutch fluid
Brake and clutch fluid
BRAKE AND CLUTCH FLUIDS CAN DAMAGE PLASTIC OR RUBBER PAINTED SURFACES. WHEN SERVIC­ING THE BRAKING OR THE CLUTCH SYSTEM PROTECT THESE COMPO­NENTS WITH A CLEAN CLOTH. AL­WAYS WEAR PROTECTIVE GOG­GLES WHEN SERVICING THE SYS­TEMS. BRAKE AND CLUTCH FLUIDS ARE EXTREMELY HARMFUL FOR YOUR EYES. IN THE EVENT OF ACCI­DENTAL CONTACT WITH THE EYES, RINSE THEM IMMEDIATELY WITH ABUNDANT COLD, CLEAN WATER
14
Rem- en koppelingsvloeistof
Rem- en koppelingsvloeistof
DE REM- EN KOPPELINGSVLOEI­STOFFEN KUNNEN DE GELAKTE, PLASTIC OF RUBBEREN OPPER­VLAKKEN BESCHADIGEN. WAN­NEER MEN HET ONDERHOUD VAN DE REM- OF KOPPELINGSINSTALLA­TIE UITVOERT, BESCHERMT MEN DE­ZE ONDERDELEN MET EEN REIN DOEK. DRAAG STEEDS EEN BE­SCHERMENDE BRIL WANNEER MEN HET ONDERHOUD VAN DE INSTAL­LATIES UITVOERT. DE REM- EN KOP­PELINGSVLOEISTOFFEN ZIJN UI­TERST SCHADELIJK VOOR DE OGEN. IN GEVAL VAN TOEVALLIG
1 General rules / 1 Algemene normen
AND SEEK MEDICAL ADVICE IMME­DIATELY.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL­DREN
CONTACT MET DE OGEN, SPOELT MEN ONMIDDELLIJK MET OVER­VLOEDIG KOUD EN REIN WATER, EN RAADPLEEGT MEN ONMIDDELLIJK EEN ARTS.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN
Battery hydrogen gas and electrolyte
CAUTION
BATTERY ELECTROLYTE IS TOXIC, CORROSIVE AND AS IT CONTAINS SULPHURIC ACID, IT CAN CAUSE BURNS WHEN IN CONTACT WITH THE SKIN. WHEN HANDLING BAT­TERY ELECTROLYTE, WEAR TIGHT­FITTING GLOVES AND PROTECTIVE APPAREL. IF THE ELECTROLYTIC FLUID COMES INTO CONTACT WITH THE SKIN, RINSE WELL WITH ABUN­DANT FRESH WATER. IT IS PARTIC­ULARLY IMPORTANT TO PROTECT YOUR EYES AS EVEN TINY AMOUNTS OF BATTERY ACID MAY CAUSE BLINDNESS. IF THE FLUID GETS INTO CONTACT WITH YOUR EYES, WASH WITH ABUNDANT WATER FOR FIF­TEEN MINUTES AND CONSULT AN EYE SPECIALIST IMMEDIATELY. IF
15
Elektrolyt en waterstofgas van de accu
LET OP
DE ELEKTROLYT VAN DE ACCU IS GIFTIG EN BIJTEND, EN IN CONTACT MET DE HUID KAN HET BRANDWON­DEN VOORZAKEN OMDAT HET ZWA­VELZUUR BEVAT. DRAAG NAUW­SLUITENDE HANDSCHOENEN EN BESCHERMENDE KLEDING WAN­NEER MEN HET ELEKTROLYT VAN DE ACCU HANTEERT. WANNEER DE ELEKTROLYTVLOEISTOF IN CON­TACT ZOU KOMEN MET DE HUID, MOET MEN OVERVLOEDIG WASSEN MET KOUD WATER. HET IS ZEER BE­LANGRIJK OM DE OGEN TE BE­SCHERMEN, OMDAT OOK EEN ZEER KLEINE HOEVEELHEID ZUUR VAN DE ACCU BLINDHEID KAN VEROORZA­KEN. WANNEER HET IN CONTACT ZOU KOMEN MET DE OGEN, MOET
THE FLUID IS ACCIDENTALLY SWAL­LOWED, DRINK LARGE QUANTITIES OF WATER OR MILK, FOLLOWED BY MILK OF MAGNESIA OR VEGETABLE OIL AND SEEK MEDICAL ADVICE IM­MEDIATELY. THE BATTERY RELEA­SES EXPLOSIVE GASES; KEEP IT AWAY FROM FLAMES, SPARKS, CIG­ARETTES OR ANY OTHER HEAT SOURCE. ENSURE ADEQUATE VEN­TILATION WHEN SERVICING OR RE­CHARGING THE BATTERY.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL­DREN
BATTERY LIQUID IS CORROSIVE. DO NOT POUR OR SPILL IT, PARTICU­LARLY ON PLASTIC COMPONENTS. ENSURE THAT THE ELECTROLYTIC ACID IS COMPATIBLE WITH THE BAT­TERY TO BE ACTIVATED.
MEN OVERVLOEDIG WASSEN MET WATER VOOR ONGEVEER VIJFTIEN MINUTEN, EN ONMIDDELLIJK EEN OOGARTS RAADPLEGEN. WANNEER HET TOEVALLIG ZOU WORDEN INGE­SLIKT, MOET MEN VEEL WATER OF MELK DRINKEN, DAARNA MAGNE­SIUMMELK OF VEGETALE OLIE DRINKEN, EN ONMIDDELLIJK EEN ARTS RAADPLEGEN. DE ACCU VER­SPREIDT EXPLOSIEVE GASSEN EN MOET DUS UIT DE BUURT WORDEN GEHOUDEN VAN VLAMMEN, VON­KEN, SIGARETTEN EN ELKE ANDERE WARMTEBRON. VOORZIE EEN GE­PASTE VERLUCHTING WANNEER MEN ONDERHOUD OF HET OPLADEN VAN DE ACCU UITVOERT.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN
DE VLOEISTOF VAN DE ACCU IS CORROSIEF. GIET ZE NIET UIT EN VERSPREIDT ZE NIET, VOORAL NIET OP DE PLASTIC DELEN. CONTRO­LEER OF HET ELEKTROLYTZUUR SPECIFIEK VOOR DE TE ACTIVEREN ACCU IS.
16
1 General rules / 1 Algemene normen
Stand
Standaard
BEFORE SETTING OFF, MAKE SURE THE STAND HAS BEEN COMPLETELY RETRACTED TO ITS POSITION.
DO NOT REST THE RIDER'S OR PAS­SENGER'S WEIGHT ON THE SIDE STAND.
Reporting of defects that affect safety
Unless otherwise specified in this Use and Maintenance Booklet, do not remove any mechanical or electrical component.
CAUTION SOME CONNECTORS IN THE VEHI-
CLE MAY BE ACCIDENTALLY SWAP­PED AND MAY COMPROMISE NOR­MAL VEHICLE OPERATION IF INCOR­RECTLY INSTALLED.
VÓÓR HET VERTREK CONTROLEERT MEN OF DE STANDAARD VOLLEDIG INGEKLAPT IS.
BELAST DE LATERALE STANDAARD NIET MET UW GEWICHT OF DAT VAN DE PASSAGIER.
Communicatie van de defecten die invloed hebben op de veiligheid
Behalve waar gespecificeerd wordt in dit Gebruiks- en onderhoudsboekje, mag geen enkel mechanisch of elektrisch on­derdeel gedemonteerd worden.
LET OP SOMMIGE CONNECTOREN VAN HET
VOERTUIG KUNNEN VERWISSELD WORDEN, EN WANNEER ZE FOUT GEMONTEERD WORDEN, KUNNEN ZE DE NORMALE WERKING VAN HET VOERTUIG SCHADEN.
17
18
DORSODURO
Chap. 02
Vehicle
Hst. 02
Voertuing
19
20
02_01
2 Vehicle / 2 Voertuing
02_02
Arrangement of the main components (02_02)
Key:
1. Left side fairing
2. Front left turn indicator
3. Clutch fluid reservoir
4. Left rear-view mirror
5. Battery
6. Glove-box / toolkit
7. Saddle
8. Rear grab handles
9. Rear light
10. Left rear turn indicator
21
Plaats van de hoofdcomponenten (02_02)
Legende:
1. Linker zijplaatje
2. Linker richtingaanwijzer voor­aan
3. Vloeistoftank van de koppeling
4. Linker achteruitkijkspiegeltje
5. Accu
6. Documentenruimte / gereed­schapskit
7. Zadel
8. Achterhandvaten
11. Seat lock
12. Fork
13. Drive chain
14. Side stand
15. Left hand passenger footrest
16. Gear lever
17. Control unit
18. Horn
19. Auxiliary fuses
20. Main fuses
21. Fuel tank
22. Fuel tank cap
23. Right rear-view mirror
24. Front brake system fluid reser­voir
25. Right front turn indicator
26. Front headlamp
27. Expansion tank cap
28. Expansion tank
29. Air filter box / air filter
30. Oil filter
31. Engine oil plug
32. Engine oil level
33. Rear brake control lever
34. Right hand rider footrest
35. Rear brake system fluid reser­voir
36. Rear shock absorber
37. Right hand passenger footrest
38. License plate light
39. Right rear turn indicator
9. Achterlicht
10. Linker richtingaanwijzer achter­aan
11. Zadelslot
12. Vork
13. Transmissieketting
14. Laterale standaard
15. Linkersteun van de passagier
16. Versnellingshendel
17. Centrale
18. Akoestische melder
19. Secundaire zekeringen
20. Hoofdzekeringen
21. Brandstoftank
22. Dop van de brandstoftank
23. Rechter achteruitkijkspiegeltje
24. Vloeistoftank van de voorremin­stallatie
25. Rechter richtingaanwijzer voor­aan
26. Voorlicht
27. Dop van het expansievat
28. Expansievat
29. Luchtfilterhuis / luchtfilter
30. Oliefilter
31. Dop van de motorolie
32. Peil van de motorolie
33. Commandohendel van de ach­terrem
34. Rechtersteun van de bestuurder
35. Vloeistoftank van de achterrem­installatie
36. Achterste schokdemper
37. Rechtersteun van de passagier
38. Nummerplaatlicht
39. Rechter richtingaanwijzer ach­teraan
22
2 Vehicle / 2 Voertuing
02_03
Dashboard (02_03)
Instrument panel / controls location key
1. Clutch control lever
2. Ignition switch /steering lock
3. Instrument panel
4. Front brake lever
5. Throttle grip
6. High-beam flashing switch
7. MODE Control
8. Turn indicator control
9. Horn button
23
Legenda (02_03)
Legende en plaats van de comman­do's / instrumenten
1. Commandohendel van de kop­peling
2. Schakelaar van de ontsteking / stuurslot
3. Dashboard
4. Hendel van de voorrem
5. Gashandvat
6. Drukknop voor het knipperen van het groot licht
10. Hazard
11. Starter / engine stop / mapping selection button
7. Commando MODE
8. Commando van de richtingaan­wijzers
9. Drukknop van de akoestische melder
10. Hazard
11. Startknop / stop motor / selectie lokalisaties
24
02_04
Instrument panel (02_04)
2 Vehicle / 2 Voertuing
Instrumenten (02_04)
Key:
1. Rpm indicator
2. Multifunctional digital display
3. Warning lights
The instrument panel has an immobilizer which prevents start-up in case the sys­tem does not identify a key which has been programmed before.
The vehicle is supplied with two keys al­ready programmed. The instrument pan­el accepts a maximum of four keys at the same time: contact an Official aprilia Dealer to enable these keys or to disable a key that has been lost. When the vehi­cle is delivered and approximately ten seconds after the key is set to ON, the instrument panel requests a personal five-digit code to be entered. This request is no longer displayed once the personal code is entered. For code entering pro­cedure, see the CODE MODIFICATION section
It is important to remember the per­sonal code because:
the vehicle can be started if the immobilizer system is faulty
the instrument panel need not be replaced should the igni­tion switch be changed
new keys can be programmed
Legende:
1. Toerenteller
2. Digitaal multifunctioneel display
3. Controlelampen
Het dashboard heeft een immobilizer die de start belet wanneer het systeem de sleutel die eerder werd opgeslagen niet herkent.
Bij het voertuig worden twee reeds opge­slagen sleutels geleverd. Het dashboard aanvaardt tegelijkertijd maximum vier sleutels: voor hun activering of voor het desactiveren van een verloren sleutel, moet men zich wenden tot een Officiële aprilia Dealer. Wanneer het voertuig wordt overhandigd, zal ongeveer 10 se­conden lang na het draaien van de sleutel in positie ON het dashboard vragen om een persoonlijke code van vijf cijfers in te voeren. Deze vraag zal niet meer worden weergegeven nadat de persoonlijke code werd ingevoerd. Voor de procedure van het invoeren van de code moet de para­graaf WIJZIGING VAN DE CODE ge­raadpleegd worden
Het is belangrijk om de persoonlijke code te herinneren, omdat deze dient voor het volgende:
het starten van het voertuig wanneer de werking van het immobilizersysteem defect is
25
het vermijdt de vervanging van het dashboard wanneer de ontstekingsschakelaar moet vervangen worden
het opslaan van nieuwe sleu­tels
02_05
Light unit (02_05)
Key:
1. High-beam warning light, blue
2. Left turn indicator warning light, green
3. General warning light, red
4. Gear in neutral warning light, green
5. Side stand lowered warning light, amber yellow
6. Abs warning light, red (where available)
7. Right turn indicator warning light, green
8. Low fuel warning light, amber yellow
Groep controlelampjes (02_05)
Legende:
1. Controlelamp van het groot licht, blauw
2. Controlelamp van de linker rich­tingaanwijzer, groen
3. Controlelamp algemene War­ning, rood
4. Controlelamp van de versnelling in vrij, groen
5. Controlelamp van de laterale standaard uitgeklapt, amber­geel
6. Controlelamp abs, rood (waar beschikbaar)
7. Controlelamp van de rechter richtingaanwijzer, groen
8. Controlelamp van de brandstof­reserve, ambergeel
26
2 Vehicle / 2 Voertuing
02_06
02_07
Digital lcd display (02_06, 02_07, 02_08, 02_09, 02_10, 02_11)
By turning the ignition key to 'KEY ON', the following indica­tors on the instrument panel are lit for two seconds:
- The logo
- All warning lights
The rpm indicator pointer moves to then go back to its initial po­sition.
Digitaal display (02_06, 02_07, 02_08, 02_09, 02_10, 02_11)
Door de ontstekingssleutel in positie 'KEY ON' te draaien, wordt op het dashboard het vol­gende twee seconden lang weergegeven:
- het logo
- Alle controlelampen
De wijzer van de toerenteller verplaatst zich en keert daarna terug naar de beginpositie.
02_08
The general layout of the screen dis­played for the user is the following:
- clock;
- Selected mapping;
- speedometer;
- odometer, trip journal or additional func­tions.
The following functions are dis­played at the top of the instru­ment panel:
27
De algemene schikking van het beeld­scherm dat verschijnt is de volgende:
- klok;
- geselecteerde lokalisatie;
- snelheidsmeter;
- hodometer, boordjournaal of accessoi­refuncties.
Bovenaan het dashboard wor­den de volgende functies weer­gegeven:
02_09
MODE 1
- clock (displayed in 24 or 12 hours mode without AM / PM indication)
MODE 2
- revolution and time per revolution
The following functions are dis­played in the central area:
- speed (speedometer)
- engine temperature bar
The following functions are dis­played at the bottom:
- total odometer
- trip computer data
- possible alarms
MODALITEIT 1
- klok (bruikbaar in de modaliteit H24, en in de modaliteit H12 zonder aanduiding AM / PM)
MODALITEIT 2
- ronde en tijd per ronde
Op het centrale deel worden de volgende functies getoond:
- snelheid (snelheidsmeter)
- balk van de motortemperatuur
Op het onderste deel worden de volgende functies getoond:
- hodometer totaal
- gegevens van de boordcomputer
- eventuele alarmen
02_10
2 Km (1.24 mi) after the low fuel warning light illuminates, the distance travelled in reserve is shown on the digital display.
28
Na 2 km (1.24 mi) nadat de controlelamp van de brandstofreserve gaat branden, verschijnt op het digitale display de aan­duiding van de afstand afgelegd met de reserve.
2 Vehicle / 2 Voertuing
When active, it is no longer displayed af­ter pressing one of the joystick controls and is displayed again after 60 seconds.
Wanneer deze actief is, verdwijnt ze bij het drukken op één van de commando's van de joystick en verschijnt ze weer na 60 seconden.
02_11
If the vehicle is using the fuel reserve, the warning light turns on 60 seconds after "KEY ON".
When a maintenance interval threshold is exceeded, an icon with a spanner is shown. Scheduled maintenance opera­tions carried out only by an authorised aprilia dealer or workshop can deactivate this indication.
The "spanner" icon flashes for five sec­onds when the key is turned to "KEY ON" when there is less than 300 Km (186 mi) remaining before the next scheduled maintenance interval.
With the key set to "KEY OFF" the gen­eral alarm warning light flashes to indi­cate the activation of the locking system. To minimise battery consumption the light stops flashing after 48 hours.
Wanneer het voertuig zich in reserve be­vindt, licht de controlelamp 60 seconden na "KEY ON" op.
Wanneer de limieten van de onderhouds­intervals worden overschreden, ver­schijnt een icoon met het symbool van de Engelse sleutel. Wanneer de geprogram­meerde onderhoudshandelingen bij de dealers en geautoriseerde aprilia gara­ges worden uitgevoerd, kan deze aan­duiding geëlimineerd worden.
Wanneer de sleutel in de positie "KEY ON" wordt gedraaid en er ontbreken min­der dan 300 km (186 mi) tot het uitvoeren van het geprogrammeerd onderhoud, knippert de icoon "Engelse sleutel" vijf seconden lang.
Met de sleutel in positie "KEY OFF" knip­pert de controlelamp van het algemeen alarm om de activering van het immobili­zersysteem te melden. Om het verbruik van de accu te veminderen houdt het knipperen op na 48 uren.
29
Alarms (02_12, 02_13, 02_14, 02_15, 02_16, 02_17)
Alarmen (02_12, 02_13, 02_14, 02_15, 02_16, 02_17)
02_12
02_13
In case of failure, a different icon is dis­played according to the cause at the bot­tom of the display.
Take your vehicle as soon as possible to an Official aprilia Dealer.
SERVICE ALARM
In case of failure found in the instrument panel or in the electronic control unit, the instrument panel signals the failure by displaying the SERVICE icon and the red general warning light comes on.
If there is an immobilizer failure at igni­tion, the instrument panel requests you to enter a user code. If the code is entered correctly, the instrument panel signals the failure by displaying the SERVICE icon and the red general warning light comes on.
URGENT SERVICE ALARM
A serious failure is signalled by a fast flashing (two flashes per second) of the general warning light and by the UR­GENT and SERVICE words alternately being shown on the digital display. Take your vehicle as soon as possible to an Official aprilia Dealer. In these cases, the control unit activates a safety procedure
Wanneer een onregelmatigheid gedetec­teerd wordt, wordt op het onderste deel van het display een icoon weergegeven die verschilt afhankelijk van de oorzaak.
Men moet zich onmiddellijk tot een Offi­ciële aprilia Dealer wenden.
ALARM SERVICE
Wanneer een onregelmatigheid gedetec­teerd wordt door het dashboard of de elektronische centrale, meldt het dash­board de onregelmatigheid door de icoon SERVICE weer te geven en door het op­lichten van de rode controlelamp van het algemeen alarm
Wanneer bij de ontsteking een onregel­matigheid van de immobilizer wordt ge­detecteerd, vraagt het dashboard om de code van de gebruiker in te voeren Wan­neer de code correct wordt ingevoerd, meldt het dashboard de onregelmatig­heid door het symbool SERVICE weer te geven en door het oplichten van de rode controlelamp van het algemeen alarm.
ALARM URGENT SERVICE
Een ernstige onregelmatigheid wordt ge­meld door het snel knipperen (twee knip­peringen per seconde) van de controle­lamp van het algemeen alarm, en door de afwisselende weergave van de opschrif­ten URGENT en SERVICE op het digitaal
30
Loading...
+ 141 hidden pages