Lees altijd eerst de Belangrijke informatie voor de
gebruiker!
Belangrijke informatie voor de gebruiker bevat
belangrijke informatie die u moet weten en begrijpen
voordat u het navigatiesysteem gebruikt.
Nederlands
Inhoudsopgave
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Pioneer-product.
Lees de instructies goed door zodat u het toestel op de juiste manier leert te bedienen. Nadat u de instructies hebt gelezen, bergt u het boekje op een handige plaats op
zodat u het altijd snel bij de hand hebt.
Belangrijk
De schermafbeeldingen die in de voorbeelden
worden getoond kunnen verschillen van de feitelijke schermafbeeldingen.
De feitelijke schermafbeeldingen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd om verbeteringen in de prestaties en de
functies te bewerkstelligen.
Inleiding
Overzicht handleiding 10
– Gebruik van deze handleiding 10
– Conventies die in deze handleiding
worden gebruikt 10
– Terminologie die in deze handleiding
wordt gebruikt 10
Opmerking over het bekijken van video’s 11
Opmerking over het bekijken van DVD-
Video’s 11
Opmerking over het gebruik van MP3-
bestanden 11
iPod compatibiliteit 11
Kaartgebied 12
Bescherming van het LCD-paneel en het
scherm 12
Opmerkingen over het interne geheugen 12
– Voordat u de accu van het voertuig
loskoppelt 12
– Gegevens die gewist kunnen
worden 12
Basisbediening
De namen en functies van de onderdelen
controleren 14
Een disc inbrengen en uitwerpen 15
– Een disc inbrengen 15
– Een disc uitwerpen 15
Een SD-geheugenkaart inbrengen en
uitwerpen 15
– Een SD-geheugenkaart inbrengen 15
– Een SD-geheugenkaart uitwerpen 16
Een USB-geheugenapparaat aansluiten en
losmaken 17
– Een USB-geheugenapparaat
aansluiten 17
– Een USB-geheugenapparaat
losmaken 17
Een iPod aansluiten en losmaken 17
– Uw iPod aansluiten 17
– Uw iPod losmaken 17
Opstarten en afsluiten 18
De eerste maal inschakelen 18
Inschakelen bij normaal gebruik 18
– Een bericht over de kaart-database 19
Demonstratiebeelden 19
Gebruik van de navigatiemenuschermen
Overzicht van de schermen 20
Wat u in elk menu kunt doen 21
Snelkoppelingenmenu 21
– Een snelkoppeling selecteren 21
– Een snelkoppeling verwijderen 22
Bedieningslijstschermen (bijv. POI-lijst) 22
Gebruik van het toetsenbord op het
scherm 22
Het gebruik van de kaart
Het kaartscherm aflezen 24
– Vergrote kaart van de kruising 26
– Weergave tijdens het rijden op een
snelweg 26
Typen wegen die in de kaartdatabase zijn
opgeslagen 26
Bediening op het kaartscherm 27
– De schaal van de kaart wijzigen 27
– Omschakelen van de oriëntatie van de
kaart 27
2
Nl
Inhoudsopgave
– De kaart naar de plaats verschuiven die
u wilt zien 28
– Informatie over een opgegeven locatie
bekijken 28
– Gebruik van de snelkoppelingenmenu’s
op de kaart 29
Omschakelen van de weergave 29
Eco-vriendelijke rijfuncties
De eco-vriendelijke rijstatus controleren 31
Het niveau voor de eco-rijstijl weergeven 32
Attentiemelding bij zeer snelle start 32
Een locatie zoeken en selecteren
De basisinstructies voor het uitstippelen van
uw route 33
Een locatie aan de hand van het adres
zoeken 34
– Opzoeken aan de hand van de
straatnaam 34
– Opzoeken aan de hand van de naam
van de stad 35
– Opzoeken van uw bestemming aan de
hand van de postcode 36
– Opzoeken aan de hand van de
geschiedenis van de geselecteerde
steden 37
Koers uitzetten naar uw huis 38
Nuttige plaatsen (POI) zoeken 38
– POI’s zoeken via de
voorgeprogrammeerde
categorieën 38
– Rechtstreeks een POI zoeken op basis
van de naam van de faciliteiten 38
– Een dichtbijzijnde POI zoeken 39
– POI’s in de buurt van de bestemming
zoeken 39
– POI’s zoeken in een bepaalde stad 40
Een bestemming selecteren via
“Favorieten” 41
POI’s zoeken met behulp van de gegevens op
de SD-geheugenkaart 41
Een locatie selecteren die u recentelijk hebt
opgezocht 41
Een locatie aan de hand van de coördinaten
zoeken 42
Nadat de locatie is bepaald
Een route uitzetten naar uw bestemming 43
– Meerdere routes tonen 43
De huidige route controleren en wijzigen
Het route-overzicht weergeven 44
De voorwaarden voor de routeberekening
wijzigen 44
– Onderdelen die door de gebruikers
bewerkt kunnen worden 44
De details van de huidige route
controleren 46
Tussenpunten bewerken 46
– Een tussenpunt toevoegen 46
– Een tussenpunt verwijderen 47
– Tussenpunten sorteren 47
De routebegeleiding annuleren 47
Locaties registreren en bewerken
Favoriete locaties opslaan 49
– Een locatie registreren via
“Favorieten” 49
– Een locatie registreren via de scroll-
stand 49
Geregistreerde locaties bewerken 49
– Een favoriete locatie in de lijst
bewerken 49
– Uw thuislocatie bewerken 50
– De favoriete locaties in de lijst
sorteren 50
– Een favoriete locatie uit de lijst
verwijderen 51
3
Nl
Inhoudsopgave
De favoriete locaties exporteren en
importeren 51
– De favoriete locaties exporteren 51
– De favoriete locaties importeren 52
De bestemming-geschiedenis van de lijst
verwijderen 52
Verkeersinformatie gebruiken
Alle verkeersinformatie controleren 54
Verkeersinformatie op de route
controleren 55
De verkeersinformatie op de kaart
aflezen 55
Een alternatieve route instellen om files te
vermijden 56
– Automatisch file-informatie
controleren 56
– De verkeersinformatie handmatig
controleren 56
De verkeersinformatie selecteren die wordt
weergegeven 57
Uw voorkeur voor een RDS-TMC
dienstverlener handmatig selecteren 58
Een Bluetooth apparaat registreren en er
verbinding mee maken
Communicatie-apparaten voorbereiden 59
Uw Bluetooth apparaten registreren 59
– Zoeken van Bluetooth apparaten in de
buurt 59
– Paren van uw Bluetooth apparaten 60
– Zoeken van een bepaald Bluetooth
apparaat 61
– Een geregistreerd apparaat
verwijderen 62
Een geregistreerd Bluetooth apparaat
handmatig aansluiten 63
– Instelling voor prioriteitsverbinding 64
4
Nl
Gebruik van handsfree telefoneren
Het telefoonmenu weergeven 65
Zelf telefoneren 65
– Rechtstreeks bellen 65
– Gemakkelijk naar huis bellen 66
– Een telefoonnummer uit het
telefoonboek bellen 66
– Iemand bellen via de
geschiedenislijst 67
– Een favoriete locatie bellen 67
– Het telefoonnummer van een
voorziening bellen 68
– Bellen via de kaart 68
Een oproep ontvangen 69
– Een inkomende oproep
beantwoorden 69
Het telefoonboek overbrengen 70
– De volgorde van de namen in het
telefoonboek veranderen 71
– Geregistreerde contactgegevens
wissen 71
De telefooninstellingen wijzigen 71
– De apparaatnaam bewerken 71
– Het wachtwoord bewerken 72
– De Bluetooth golftransmissie
stoppen 72
– Echovermindering en
ruisonderdrukking 72
– De telefoon automatisch opnemen 73
– De automatische weigeringsfunctie
instellen 73
– Geheugen wissen 73
– De software voor de Bluetooth
draadloze technologie updaten 74
Opmerkingen met betrekking tot het
handsfree telefoneren 75
Basisbediening van de AV-bron
Het AV-bedieningsscherm weergeven 77
– Een bron selecteren 77
Inhoudsopgave
Bedieningslijstschermen (bijv. iPod-
lijstscherm) 77
– Omschakelen tussen het AV-
bedieningsscherm en het
lijstscherm 77
– Een item selecteren 78
– Naar het vorige scherm terugkeren 78
Gebruik van de radio (FM)
Startprocedure 79
Het scherm aflezen 79
Gebruik van de aanraaktoetsen 80
– Zenders opslaan en oproepen 81
– Gebruik van radiotekst 81
Bediening via de toetsen op het toestel
zelf 82
Gebruik van de geavanceerde functies 82
– De frequenties van de sterkste zenders
opslaan 82
– Op sterke zenders afstemmen 83
– Alleen zenders met regionale
programma’s zoeken 83
– Een RDS-zender via PTY-informatie
zoeken 83
– Verkeersberichten ontvangen 84
– Op alternatieve frequenties
afstemmen 84
– Gebruik van de functie voor
onderbreking door
nieuwsberichten 85
– Status van
onderbrekingspictogram 85
– PTY-lijst 86
Gebruik van de radio (AM)
Startprocedure 87
Het scherm aflezen 87
Gebruik van de aanraaktoetsen 88
– Zenders opslaan en oproepen 88
Bediening via de toetsen op het toestel
zelf 89
Gebruik van de geavanceerde functies 89
– De frequenties van de sterkste zenders
opslaan 89
– Op sterke zenders afstemmen 90
Audio-CD’s afspelen
Startprocedure 91
Het scherm aflezen 91
Gebruik van de aanraaktoetsen 93
Bediening via de toetsen op het toestel
zelf 94
Gebruik van de geavanceerde functies 94
Muziekbestanden op een ROM afspelen
Startprocedure 95
Het scherm aflezen 95
Gebruik van de aanraaktoetsen 97
Bediening via de toetsen op het toestel
zelf 98
Gebruik van de geavanceerde functies 98
Een DVD-Video afspelen
Startprocedure 100
Het scherm aflezen 100
Gebruik van de aanraaktoetsen 101
– Het afspelen hervatten
(Bladwijzer) 103
– Een bepaalde scène opzoeken en
afspelen vanaf een bepaald tijdstip op
de disc 103
– Rechtstreeks een nummer
zoeken 103
– Gebruik van het DVD-menu 104
– Gebruik van het DVD-menu met behulp
– De versie-informatie controleren 167
– Het display voor de status van de
klimaatregeling omkeren 167
Gebruik van de
achteruitkijkcamerafuncties 167
– Instelling voor de
achteruitkijkcamera 167
– Richtlijnen instellen op het beeld van
de achteruitkijkcamera 168
Het beeld instellen 170
Het scherm voor de AV-systeeminstellingen
weergeven 171
– Video-ingang instellen (AV) 171
– De breedbeeldmodus veranderen 171
– De achter-uitgang instellen 172
– De preout-instelling omschakelen 172
– Instellen wanneer het uitschakelen/
dempen van het geluid moet
plaatsvinden 173
– Instellen van het niveau voor het
uitschakelen/dempen van het
geluid 173
– Omschakelen van automatisch PI-
zoeken 174
– De FM-afstemstap instellen 174
8
Nl
– Uw DivX VOD registratiecode
weergeven 174
– Uw DivX VOD deregistratiecode
weergeven 174
– De verbindingsmethode voor de
smartphone selecteren 175
Het scherm voor de AV-geluidsinstellingen
weergeven 175
– Gebruik van de balansinstelling 175
– Gebruik van de equalizer 176
– De equalizercurve automatisch
aanpassen (Automatische EQ) 178
– Gebruik van de sonische
middenregeling 180
– Loudness-functie aanpassen 181
– Gebruik van de subwooferuitgang 181
– Gebruik van het
hoogdoorlaatfilter 181
– Niveau van de signaalbron
aanpassen 182
– De lage tonen versterken (Bass
Booster) 182
Kopiëren van instellingen 182
De veiligmodus instellen 183
Het scherm uitschakelen 183
Andere functies
De antidiefstalfunctie instellen 184
– Het wachtwoord instellen 184
– Het wachtwoord invoeren 184
– Het wachtwoord verwijderen 184
– Als u het wachtwoord vergeet 185
Het navigatiesysteem terugzetten op de
standaard- of fabrieksinstellingen 185
– De fabrieksinstellingen herstellen 185
– Het navigatiesysteem terugzetten op de
oorspronkelijke instellingen 185
– De instellingen terugzetten naar die op
het moment van aanschaf 186
– Instellingen die gewist worden 187
Inhoudsopgave
Aanhangsel
Verhelpen van storingen 189
Berichten voor de navigatiefuncties 194
Berichten voor de audiofuncties 196
Plaatsbepaling technologie 198
– Plaatsbepaling via GPS 198
– Gebruik van geschatte
plaatsbepaling 198
– Hoe werken GPS en de geschatte
plaatsbepaling samen? 198
Wanneer er ernstige fouten optreden 199
– Wanneer plaatsbepaling via GPS
onmogelijk is 199
– Omstandigheden die fouten in de
plaatsbepaling kunnen
veroorzaken 200
Informatie over de routebepaling 202
– Regels voor de routekeuze 202
Omgaan met en verzorging van de
discs 203
– Gebruik en verzorging van het
ingebouwde station 203
– Omgevingsvoorwaarden bij het
afspelen van een disc 204
Afspeelbare discs 204
– DVD-Video en CD 204
– AVCHD-opgenomen discs 205
– DualDiscs afspelen 205
– Dolby Digital 205
Gedetailleerde informatie voor afspeelbare
media 205
– Compatibiliteit 205
– Tabel voor mediacompatibiliteit 208
Bluetooth 212
microSD en microSDHC-logo 212
WMA/WMV 212
DivX 213
AAC 213
Android™ 213
Gedetailleerde informatie over de
aangesloten iPod apparaten 213
– iPod en iPhone 214
– iTunes 214
Gebruik van App-gebaseerde verbonden
content 214
– Aha Radio 214
Correct gebruik van het LCD-scherm 215
– Omgaan met het LCD-scherm 215
– LCD-scherm (Liquid Crystal
Display) 215
– Onderhoud van het LCD-scherm 215
– LED (lichtgevende diode)
verlichting 215
Display-informatie 216
– Menu bestemming 216
– Telefoonmenu 216
– Menu-instellingen 217
– Instellingen navig. menu 217
– Systeeminstellingen menu 218
– Kaartinstellingen menu 218
– Instellingen Bluetooth menu 219
– Instellingen AV-systeem menu 219
– Instellingen AV-geluid menu 220
Verklarende woordenlijst 221
Specificaties 224
9
Nl
Hoofdstuk
01
Inleiding
Overzicht handleiding
Voordat u dit product gebruikt, moet u de Belangrijke informatie voor de gebruiker (een
afzonderlijke handleiding) lezen die waarschuwingen en andere belangrijke informatie bevat.
Gebruik van deze handleiding
Opzoeken van de bedieningsprocedure
voor wat u wilt doen
Wanneer u besloten hebt wat u wilt doen, kunt
u de pagina die u nodig hebt vinden in de In-houdsopgave.
Opzoeken van de bedieningsprocedure
op basis van een menunaam
Als u de betekenis wilt weten van een onderdeel dat op het scherm wordt aangegeven,
kunt u de gewenste pagina vinden met behulp
van de Display-informatie aan het einde van de
handleiding.
Verklarende woordenlijst
Gebruik de verklarende woordenlijst om de betekenis van onbekende termen op te zoeken.
Conventies die in deze
handleiding worden gebruikt
Neem voordat u verder gaat een paar minuten
om de volgende informatie te lezen over de
conventies die in deze handleiding worden gebruikt. Neem dit even goed in u op, want dit
maakt de handleiding direct meer overzichtelijk en vergemakkelijkt het leerproces.
! De toetsen van uw navigatiesysteem wor-
den in HOOFDLETTERS en VETGE-DRUKT weergegeven:
bijv.)
HOME toets, MODE toets.
! Menu-items, schermtitels en functionele
componenten zijn vetgedrukt met dubbele aanhalingstekens “”:
bijv.)
“Menu bestemming” scherm of “AVbron” scherm
! De aanraaktoetsen die beschikbaar zijn op
het scherm worden vetgedrukt weergegeven tussen rechte haken [ ]:
bijv.)
[Bestemming], [Instellingen].
! Extra informatie, alternatieven en andere
opmerkingen worden als volgt weergegeven:
bijv.)
p Als de thuislocatie nog niet is opgesla-
gen, moet u eerst deze locatie instellen.
! De functies van de andere toetsen op het-
zelfde scherm zijn aangegeven met # aan
het begin van de beschrijving:
bijv.)
# Als u [OK] aantipt, wordt het item gewist.
! De referenties worden als volgt aangeduid:
bijv.)
= Voor details omtrent de bediening ver-
wijzen wij u naar Overzicht van de scher-men op bladzijde 20.
Terminologie die in deze
handleiding wordt gebruikt
“Voordisplay” en “Achterdisplay”
In deze handleiding wordt het scherm dat aan
de behuizing van deze navigatie-eenheid is bevestigd, aangeduid als het “Voordisplay”. Een
eventueel extra scherm, dat los verkrijgbaar is
en op deze navigatie-eenheid kan worden aangesloten, wordt aangeduid als het “Achterdis-
play”.
“Videobeeld”
“Videobeeld” in deze handleiding wijst op de
bewegende beelden van een DVD-Video,
®
DivX
, iPod en andere apparatuur die op dit
systeem is aangesloten, zoals AV-apparatuur
voor algemeen gebruik.
10
Nl
Inleiding
Hoofdstuk
01
“Extern geheugenapparaat (USB, SD)”
Een SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart, microSD-kaart, microSDHC-kaart en
USB-geheugenapparaat worden samen aangeduid als “extern geheugenapparaat (USB,
SD)”. Indien het enkel om een USB-geheugenapparaat gaat, wordt de term “USB-geheugenapparaat” gebruikt.
“SD-geheugenkaart”
De microSD-kaart en de microSDHC-kaart
worden samen aangeduid als de “SD-geheugenkaart”.
Opmerking over het
bekijken van video’s
Houd er rekening mee dat het gebruik van dit
systeem voor commerciële of openbare doeleinden een inbreuk kan inhouden op de auteursrechten die door de wet worden
beschermd.
Opmerking over het
bekijken van DVD-Video’s
Dit item maakt gebruik van auteursrechtbeschermende technologie die op haar beurt beschermd wordt door octrooien in de V.S. en
andere intellectuele eigendomsrechten van
Rovi Corporation. “Reverse engineering” en
disassemblage zijn verboden.
Opmerking over het gebruik
van MP3-bestanden
Levering van dit product impliceert alleen toestemming voor privaat, niet-commercieel gebruik en niet, impliciet noch expliciet, een
toestemming of enig recht dit product te gebruiken in een commerciële omgeving (waarbij geld wordt verdiend), via uitzendingen (via
de ether, satelliet, kabels en/of andere media),
via uitzendingen/signaalstromen via internet,
via een intranet en/of andere netwerken of in
andere elektronische systemen, zoals betaalradio of geluid-op-aanvraag. Hiervoor is een
aparte licentie nodig. Zie voor nadere informatie
http://www.mp3licensing.com.
iPod compatibiliteit
Dit product ondersteunt alleen de volgende
iPod-modellen en iPod-softwareversies. Andere modellen en versies zullen mogelijk niet
correct werken.
Gemaakt voor
met een Pioneer USB-interfacekabel voor
de iPod (CD-IU51V) (los verkrijgbaar), kunt
u een iPod bedienen die compatibel is met
dit navigatiesysteem.
p De bedieningsmethoden kunnen variëren
afhankelijk van de iPod-modellen en de
softwareversie van de iPod.
p Afhankelijk van de softwareversie van de
iPod is het mogelijk dat deze niet met deze
apparatuur kan worden gebruikt.
Inleiding
11
Nl
Hoofdstuk
01
Inleiding
Voor details over de compatibiliteit van de
iPod’s met dit navigatiesysteem wordt u
verwezen naar de informatie op onze
website.
Kaartgebied
Voor details over het kaartgebied van dit navigatiesysteem wordt u verwezen naar de informatie op onze website.
Bescherming van het LCDpaneel en het scherm
p Laat geen direct zonlicht op het LCD-
scherm vallen wanneer dit product niet
wordt gebruikt. Langdurige blootstelling
aan direct zonlicht kan de temperatuur in
het LCD-scherm doen oplopen en storingen veroorzaken.
p Als u een mobiele telefoon gebruikt, moet
u de antenne van deze telefoon uit de buurt
houden van het LCD-scherm om te voorkomen dat de video wordt verstoord door het
verschijnen van vlekken, gekleurde strepen
enz.
p Om het LCD-scherm tegen beschadigingen
te beschermen, mag u de aanraaktoetsen
alleen met uw vingers aantippen waarbij u
het scherm voorzichtig aantipt.
Gegevens die gewist kunnen
worden
De informatie wordt gewist door de gele kabel
van de accu los te maken (of de accu zelf te
verwijderen).
p Sommige gegevens blijven bewaard. Lees
altijd eerst Instellingen die gewist worden.
= Zie Instellingen die gewist worden op
bladzijde 187 voor details.
Opmerkingen over het
interne geheugen
Voordat u de accu van het
voertuig loskoppelt
Als de accu losgekoppeld wordt of leeg raakt,
zal het geheugen worden gewist en zult u het
toestel opnieuw moeten programmeren.
p Sommige gegevens blijven bewaard. Lees
altijd eerst Instellingen die gewist worden.
= Zie Instellingen die gewist worden op
bladzijde 187 voor details.
12
Nl
Inleiding
Hoofdstuk
01
Inleiding
13
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
De namen en functies van de onderdelen controleren
Dit hoofdstuk geeft informatie over de namen van de onderdelen en de hoofdfuncties die bediend worden met behulp van de toetsen.
789
1
2
3
4
5
6
1 h toets
2 VOL (+/–) toets
Druk hierop om het volume van de AV
(audio en video) bron in te stellen.
3 HOME toets
! Druk op de HOME toets om het “Top
Menu” scherm weer te geven.
! Druk hierop om heen en weer te schake-
len tussen het Klassieke menu en het
Snelkoppelingenmenu terwijl het “TopMenu” wordt weergegeven.= Zie Wat u in elk menu kunt doen op
bladzijde 21 voor details.
! Houd de toets ingedrukt om de scherm-
weergave uit te schakelen.
4 MODE toets
! Druk hierop om heen en weer te schake-
len tussen het kaartscherm en het AV-bedieningsscherm.
! Druk hierop om het kaartscherm te ope-
nen terwijl het navigatiescherm wordt
weergegeven.
14
Nl
! Houd de toets ingedrukt om het “Aan-
passen afbeelding” scherm weer te
geven.
= Zie Het beeld instellen op bladzijde
170 voor details.
5 TRK (o/p) toets
Druk hierop voor handmatige zoekafstemming, snel vooruit- en achteruitspoelen, en
zoeken van fragmenten.
toets
6
! Druk op de
ding te horen.
! Houd de
bron te dempen.
Om de demping te annuleren, houdt u
de toets nogmaals ingedrukt.
7 Disc-laadsleuf
Plaats hier de disc die u wilt afspelen.
= Zie Een disc inbrengen en uitwerpen op
de volgende bladzijde voor details.
8 LCD-scherm
toets om de routebegelei-
toets ingedrukt om de AV-
Basisbediening
Hoofdstuk
02
9 SD-kaartsleuf
= Zie Een SD-geheugenkaart inbrengen en
uitwerpen op deze bladzijde voor
details.
Een disc inbrengen en
uitwerpen
Een disc inbrengen
BELANGRIJK
Doe geen andere dingen dan een daarvoor bedoelde disc in de disc-laadsleuf.
% Steek de disc in de disc-laadsleuf.
Een disc uitwerpen
1 Druk op de h toets.
De aanraaktoetsen voor het uitwerpen van de
media verschijnen.
2 Tip [Schijf uitwerpen] aan.
Een SD-geheugenkaart
inbrengen en uitwerpen
BELANGRIJK
! Wanneer een SD-geheugenkaart tijdens het
overbrengen van gegevens wordt verwijderd,
kan de SD-geheugenkaart worden beschadigd. Verwijder de SD-geheugenkaart door de
aanwijzingen in deze handleiding op te volgen.
! Als er gegevens verloren gaan of verminkt
worden op het geheugenapparaat, kunnen
deze gegevens gewoonlijk niet meer worden
hersteld. Pioneer kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade, kosten of uitgaven
als gevolg van verlies of onbruikbaar worden
van gegevens.
! Plaats niets anders dan SD-geheugenkaarten.
p Dit systeem is niet compatibel met Multi
Media Card (MMC).
p Wij kunnen geen compatibiliteit met alle
SD-geheugenkaarten garanderen.
p Het is mogelijk dat geen optimale presta-
ties worden verkregen met sommige SD-geheugenkaarten.
Een SD-geheugenkaart inbrengen
% Steek de SD-geheugenkaart in de SDkaartsleuf.
Steek de SD-geheugenkaart met de contacten
naar beneden gekeerd naar binnen en druk
tegen de kaart totdat deze stevig vastklikt.
Basisbediening
De disc wordt uitgeworpen.
p Als er gegevens die verband houden met
kaartgegevens, zoals aangepaste POI-gegevens, op de SD-geheugenkaart zijn opgeslagen, zal het navigatiesysteem opnieuw
opstarten.
15
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
Een SD-geheugenkaart uitwerpen
1 Druk op de h toets.
De aanraaktoetsen voor het uitwerpen van de
media verschijnen.
2 Tip [SD uitwerpen] aan.
Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd om de SD-geheugenkaart te verwijderen.
3 Druk voorzichtig tegen het midden van
de SD-geheugenkaart totdat u een klik
hoort.
Wanneer er gegevens die verband
houden met de kaartgegevens zijn
opgeslagen
Als er gegevens die verband houden met de
kaartgegevens, zoals aangepaste POI-gegevens, op de SD-geheugenkaart zijn opgeslagen, zijn de bedieningsaanwijzingen wat
anders.
1 Druk op de h toets en tip daarna [SD
uitwerpen] aan.
2 Tip [Ja] aan.
Het navigatiesysteem wordt opnieuw opgestart en er verschijnt een bericht waarin u
wordt gevraagd om de SD-geheugenkaart te
verwijderen.
4 Trek de SD-geheugenkaart recht naar
buiten.
16
Nl
3 Laat de SD-geheugenkaart naar buiten
komen terwijl het bericht wordt weergegeven.
Werp de SD-geheugenkaart uit voordat u [OK]
aantipt.
4 Tip [OK] aan.
Het navigatiesysteem start opnieuw op.
Basisbediening
Hoofdstuk
02
Een USB-geheugenapparaat
aansluiten en losmaken
BELANGRIJK
! Om verlies van gegevens en beschadiging van
het geheugenapparaat te voorkomen, mag u
dit nooit van het navigatiesysteem losmaken
terwijl er gegevens worden overgebracht.
! Pioneer kan geen compatibiliteit garanderen
met alle USB-massageheugenapparaten en
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor verlies
van gegevens op mediaspelers, smartphones
of andere apparaten bij gebruik van dit product.
p Het is mogelijk dat geen optimale presta-
ties worden verkregen met sommige USBgeheugenapparaten.
p Aansluiten via een USB-hub is niet moge-
lijk.
Een USB-geheugenapparaat
aansluiten
% Steek het USB-geheugenapparaat in de
USB-stekker van het voertuig.
Een USB-geheugenapparaat
losmaken
% Maak het USB-geheugenapparaat los
nadat u gecontroleerd hebt of er geen gegevens worden overgebracht.
Een iPod aansluiten en
losmaken
BELANGRIJK
! Om verlies van gegevens en beschadiging van
het geheugenapparaat te voorkomen, mag u
dit nooit van het navigatiesysteem losmaken
terwijl er gegevens worden overgebracht.
! Pioneer kan geen compatibiliteit garanderen
met alle USB-massageheugenapparaten en
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor verlies
van gegevens op mediaspelers, smartphones
of andere apparaten bij gebruik van dit product.
Basisbediening
Uw iPod aansluiten
Met een USB-interfacekabel voor de iPod kunt
u uw iPod op het navigatiesysteem aansluiten.
p U hebt een USB-interfacekabel voor de
iPod (CD-IU51V) (los verkrijgbaar) nodig om
de verbinding te maken.
p Voor details over de compatibiliteit van de
iPod’s met dit navigatiesysteem wordt u
verwezen naar de informatie op onze website.
p Aansluiten via een USB-hub is niet moge-
lijk.
1 Controleer of er geen USB-geheugenapparaat is aangesloten.
2 Sluit uw iPod aan.
Naar de USB-stekker
van het voertuig.
Naar de ministekkeraansluiting van het
voertuig.
USB-interfacekabel voor de iPod
Uw iPod losmaken
% Maak de USB-interfacekabel voor de
iPod los nadat u gecontroleerd hebt of er
geen gegevens worden overgebracht.
17
Nl
Hoofdstuk
02
Basisbediening
Opstarten en afsluiten
1 Start de motor om het systeem op te
starten.
Na een korte pauze wordt het startscherm een
paar seconden lang weergegeven.
p Om het LCD-scherm tegen beschadigingen
te beschermen, mag u de aanraaktoetsen
alleen met uw vingers aantippen waarbij u
het scherm voorzichtig aantipt.
2 Schakel de motor van het voertuig uit
om het systeem af te sluiten.
Het navigatiesysteem wordt ook uitgeschakeld.
De eerste maal inschakelen
Wanneer u het navigatiesysteem de eerste
maal gebruikt, moet u de taal selecteren die u
wilt gebruiken.
1 Start de motor om het systeem op te
starten.
Na een korte pauze wordt het startscherm een
paar seconden lang weergegeven.
2 Tip op het scherm de taal aan die u wilt
gebruiken.
3 Tip de taal aan die u wilt gebruiken
voor de stembegeleiding.
4 Lees de disclaimer zorgvuldig, controleer de details en tip dan [OK] aan als u
met de voorwaarden akkoord gaat.
Het kaartscherm verschijnt.
Inschakelen bij normaal
gebruik
% Start de motor om het systeem op te
starten.
Na een korte pauze wordt het startscherm een
paar seconden lang weergegeven.
p Het scherm dat getoond wordt hangt af van
de vorige omstandigheden.
p Wanneer er geen route is om weer te geven,
zal na het opnieuw opstarten van het navigatiesysteem de disclaimer verschijnen.
Lees de disclaimer zorgvuldig, controleer
de details en tip dan [OK] aan als u met de
voorwaarden akkoord gaat.
p Als de antidiefstalfunctie is geactiveerd,
moet u uw wachtwoord invoeren.
Lees de disclaimer zorgvuldig, controleer
de details en tip dan [OK] aan als u met de
voorwaarden akkoord gaat.
Het navigatiesysteem zal nu opnieuw starten.
18
Nl
Basisbediening
Een bericht over de kaart-database
Wanneer u het navigatiesysteem in gebruik
neemt, kan er een bericht over de kaartgegevens worden weergegeven.
p Dit bericht wordt weergegeven de eerste
keer dat u het navigatiesysteem elke
maand inschakelt.
p Tip het bericht aan om dit te sluiten of
wacht acht seconden waarna het bericht
automatisch verdwijnt.
Demonstratiebeelden
Als u het navigatiesysteem langer dan twee
minuten niet bedient, worden de demonstratiebeelden weergegeven.
p De demonstratiebeelden worden niet weer-
gegeven als u rijdt nadat u het navigatiesysteem hebt aangebracht.
Hoofdstuk
02
Basisbediening
19
Nl
Hoofdstuk
03
Gebruik van de navigatiemenuschermen
Overzicht van de schermen
2
1
5
34
1
6
20
Nl
Gebruik van de navigatiemenuschermen
Hoofdstuk
03
Wat u in elk menu kunt doen
1 Top Menu
Druk op de HOME toets om het “Top Menu”
scherm weer te geven.
Dit is het startmenu voor toegang tot de gewenste schermen en voor het bedienen van
de diverse functies.
Er zijn twee weergavemogelijkheden voor het
“Top Menu” scherm.
Klassieke menu
Snelkoppelingenmenu
p In deze handleiding wordt het Klassieke
menu als het “Top Menu” aangeduid.
2 Menu bestemming
U kunt uw bestemming in dit menu zoeken.
Ook kunt u via dit menu de ingestelde route
controleren of annuleren.
3 Telefoonmenu
Toegang tot het scherm dat verband houdt
met handsfree telefoneren.
4 AV-bedieningsscherm
Dit is het scherm dat gewoonlijk verschijnt
wanneer u een AV-bron afspeelt.
5 Menu-instellingen
Toegang tot het scherm voor het aanpassen
van de instellingen aan uw eigen voorkeuren.
6 Kaartscherm
U kunt dit scherm gebruiken om de huidige
voertuigpositie-informatie en de route naar de
bestemming te controleren.
Gebruik van de navigatiemenuschermen
Snelkoppelingenmenu
Door uw favoriete menu-items in snelkoppelingen te registreren kunt u snel naar een geregistreerd menuscherm springen door even op
het Snelkoppelingenmenu scherm te tippen.
Een snelkoppeling selecteren
p In totaal kunnen er 15 menu-items in snel-
koppelingen worden geregistreerd.
1 Druk enkele malen op de HOME toets
om het Snelkoppelingenmenu scherm
weer te geven.
p Wanneer u het navigatiesysteem de eerste
maal gebruikt of als er geen items als snelkoppelingen zijn ingesteld, verschijnt er een
bericht. Tip [Ja] aan om door te gaan naar
de volgende stap.
2 Tip [Snelkopp.] aan.
Het Snelkoppelingen selectiescherm verschijnt.
21
Nl
Hoofdstuk
03
Gebruik van de navigatiemenuschermen
3 Tip het tabblad aan de rechterrand aan
of verschuif de balk om het pictogram
weer te geven dat u als snelkoppeling wilt
instellen.
Schuifbalk
4 Tip het pictogram aan dat u aan de
snelkoppelingen wilt toevoegen en houd
het vast.
5 Verplaats het pictogram naar de linkerkant van het scherm en laat het los.
Het geselecteerde pictogram is aan de snelkoppelingen toegevoegd.
Een snelkoppeling verwijderen
1 Tip het pictogram van de snelkoppeling
die u wilt verwijderen aan en houd het pictogram vast.
2 Verplaats het pictogram naar de rechterkant van het scherm en laat het los.
Bedieningslijstschermen
(bijv. POI-lijst)
54
6
1
2
3
1 Schermtitel
2
Door de of op de schuifbalk aan te tippen,
schuift u door de lijst en kunt u de resterende
items zien.
3
Er wordt teruggekeerd naar het vorige
scherm.
4 Items in de lijst
Bij het aantippen van een item in de lijst kunt
u de opties beperken en doorgaan naar de volgende bedieningsstap.
5 Aantal mogelijke keuzes
p Als er 10 000 of meer mogelijke keuzes
zijn, wordt “****” aangegeven.
6
Als niet alle tekens in het daarvoor bestemde
venster passen, kunt u de toets rechts van het
item aanraken om de rest te kunnen zien.
Gebruik van het
toetsenbord op het scherm
1
2
3
8
22
4
576
1 Schermtitel
De schermtitel verschijnt.
Nl
Gebruik van de navigatiemenuschermen
2 Tekstvakje
Toont de tekens die zijn ingevoerd. Als er geen
tekst in het vakje is, wordt er informatieve
tekst getoond.
3 Toetsenbord
Tip de toetsen aan om de letters en cijfers in
te voeren.
4
Er wordt teruggekeerd naar het vorige
scherm.
5 Toetsen
Hiermee kiest u een andere indeling van het
toetsenbord.
6 Symb., Overige, 0-9
U kunt andere tekens dan letters van het alfabet invoeren. U kunt tekst invoeren met markeringen zoals [&] of [+], of cijfers.
Tip aan om heen en weer te schakelen tussen
de mogelijkheden.
p Wanneer u “A”, “Ä”, “Å”, “Æ” gebruikt,
zal het weergegeven resultaat hetzelfde
zijn.
7 OK
Hiermee bevestigt u de invoer en gaat u door
naar de volgende stap.
8
Hiermee wist u de ingevoerde tekst letter voor
letter, beginnend bij het einde van de tekst.
Door de toets te blijven aantippen wordt de
hele tekst gewist.
Hoofdstuk
03
Gebruik van de navigatiemenuschermen
23
Nl
Hoofdstuk
04
Het gebruik van de kaart
De meeste informatie die door uw navigatiesysteem wordt gegeven, kan op de kaart worden gezien. U
moet vertrouwd raken met de manier waarop de informatie op de kaart wordt getoond.
Het kaartscherm aflezen
Dit voorbeeld toont een 2D kaartscherm.
1
2
3
4
5
6
7
8
p De informatie met een sterretje (*) wordt al-
leen weergegeven wanneer de route bepaald is.
p Afhankelijk van de voorwaarden en basisin-
stellingen worden bepaalde onderdelen
niet weergegeven.
1 De naam van de te gebruiken straat (of
het volgende begeleidingspunt)*
2 Volgende rijrichting*
Naarmate u dichter bij het begeleidingspunt
komt, verandert de kleur van het item naar
groen.
p Door dit item aan te tippen kunt u de
volgende begeleidingsinformatie opnieuw beluisteren.
p U kunt kiezen tussen weergave of geen
weergave van deze aanduiding.
= Zie Richtingswijzigingen weergeven
op bladzijde 156 voor details.
3 Afstand tot het begeleidingspunt*
g
f
e
d
c
b
9a
Toont de afstand tot het volgende begeleidingspunt.
p Door dit item aan te tippen kunt u de
volgende begeleidingsinformatie opnieuw beluisteren.
4 Tweede manoeuvre pijl*
Toont de afslagrichting na het volgende begeleidingspunt en de afstand erna toe.
= Zie Richtingswijzigingen weergeven op
bladzijde 156 voor details.
5 Kaartbesturing
Door
raaktoetsen voor het veranderen van de schaal
en de oriëntatie van de kaart.
6 Huidige positie
Toont de huidige locatie van uw voertuig. De
punt van het driehoeksteken geeft aan in
welke richting u rijdt en het teken beweegt automatisch met het rijden mee.
aan te tippen verschijnen er aan-
p De punt van het driehoeksteken is de
huidige positie van het voertuig.
24
Nl
Het gebruik van de kaart
Hoofdstuk
04
7 Eco-meter
Deze meter toont een grafiek waarin het vroegere gemiddelde brandstofverbruik wordt vergeleken met het gemiddelde
brandstofverbruik sinds het navigatiesysteem
het laatst werd opgestart.
= Zie De brandstofverbruikinformatie weer-
geven op bladzijde 156 voor details.
8 Straatnaam (of naam van de stad) waar
uw voertuig langs of door rijdt
= Zie De weergave van de huidige straat-
naam instellen op bladzijde 155 voor de-
tails.
9 Verlengtabblad voor de AV-informatiebalk
Door dit tabblad aan te tippen wordt de AV-informatiebalk geopend en kunt u snel de huidige status van de AV-bron controleren. Tip nog
een keer op het tabblad om dit weer in te
schuiven.
a Snelkoppeling naar het AV-bedienings-
scherm
Hier wordt de AV-bron getoond die nu is geselecteerd. Door de indicator aan te tippen
wordt het AV-bedieningsscherm voor de huidige bron rechtstreeks opgeroepen.
p Afhankelijk van de bron die op het mo-
ment is gekozen, wordt er een beeld
weergegeven.
b Snelle toegang-pictogram
Hiermee wordt het “Snelle toegang” menu
weergegeven.
= Zie Gebruik van de snelkoppelingenme-
nu’s op de kaart op bladzijde 29 voor de-
tails.
c Indicator voor de oriëntatie van de kaart
! Wanneer “Noorden boven” is geselec-
teerd, wordt
aangegeven.
! Wanneer “In de rijrichting” is geselec-
teerd, wordt
aangegeven.
p De rode pijl geeft het noorden aan.
= Zie Omschakelen van de oriëntatie van
de kaart op bladzijde 27 voor details.
d Huidige route*
De route die nu is ingesteld wordt in kleur op
de kaart aangegeven. Als er een tussenpunt
op de route is ingesteld, wordt de route na dit
tussenpunt in een andere kleur aangegeven.
e Richtingslijn*
De richting naar uw bestemming (volgende
tussenpunt, of de positie van een cursor)
wordt door een rechte lijn aangegeven.
f Multi-informatievenster
Tip het multi-informatievenster enkele malen
aan om de display-informatie als volgt te veranderen.
! Afstand tot de bestemming (of af-
stand tot het tussenpunt)*
! Geschatte aankomsttijd op uw be-
stemming of tussenpunt*
De geschatte aankomsttijd is een ideale
waarde berekend aan de hand van de
waarde ingesteld voor “Snelh.” en de
werkelijke rijsnelheid. De geschatte aankomsttijd is enkel een referentiewaarde
en biedt geen garantie van aankomst op
dat tijdstip.
! Reistijd naar uw bestemming of tus-
senpunt*
g Huidige tijd
Betekenis van de begeleidingsvlaggen
Bestemming
De geblokte vlag geeft uw bestemming aan.
Tussenpunt
De blauwe vlaggen tonen uw tussenpunten.
Begeleidingspunt
Het volgende begeleidingspunt
(volgende afslagpunt, enz.) wordt
aangegeven door een gele vlag.
Het gebruik van de kaart
25
Nl
Hoofdstuk
04
Het gebruik van de kaart
Vergrote kaart van de kruising
Wanneer “Inzoomen” op het “Kaartinstellin-
gen” scherm is ingesteld op “Aan”, zal er een
uitvergroting van de kaart van de kruising verschijnen.
= Zie De automatische zoomweergave instel-
len op bladzijde 154 voor details.
Weergave tijdens het rijden op
een snelweg
Op sommige plaatsen van de snelweg is rijbaaninformatie beschikbaar. De kaart geeft
dan de aanbevolen rijbaan aan om gemakkelijk naar het volgende begeleidingspunt te kunnen gaan.
1
Tijdens het rijden op de snelweg kunnen er afritnummers en afritborden verschijnen in de
buurt van knooppunten en afritten.
23
1 Informatie over rijstroken
2 Informatie over snelwegafritten
Geeft de afrit van de snelweg aan.
3 Borden van de snelweg
Deze geven het wegnummer aan en geven informatie over de richting.
p Als deze gegevens niet voorhanden zijn in
het ingebouwde geheugen, is deze informatie niet beschikbaar, ook al ziet u de betreffende aanduidingen op of aan de
weg.
Typen wegen die in de
kaartdatabase zijn opgeslagen
Wegen die in de routebegeleiding zijn
opgenomen
Bocht per bocht routes bevatten volledige gegevens over de attributen en kunnen gebruikt
worden voor een alomvattende routebegeleiding. Pioneer Navigation geeft de volledige
routebeschrijving weer, inclusief de bocht-perbocht stembegeleiding en pijlpictogrammen.
Wegen zonder bocht-per-bocht
instructies
Beperkt navigeerbare wegen (de route wordt
weergegeven en aangeduid in violet) hebben
alleen basisgegevens en kunnen alleen gebruikt worden om een navigeerbare route uit
te zetten. Pioneer Navigation zal alleen een navigeerbare route op de kaart aangeven (alleen
de aankomstbegeleiding voor de bestemming
of een tussenpunt is beschikbaar). Neem voor
uw veiligheid tijdens het rijden over de aangegeven route alle plaatselijke verkeersregels
nauwkeurig in acht.
Op deze wegen worden geen bocht-per-bocht
richtingaanwijzingen weergegeven.
26
Nl
Het gebruik van de kaart
Hoofdstuk
04
Wegen waarover geen route kan
worden uitgezet (wegen met roze
kleur)
Deze wegen kunnen op de kaart worden weergegeven maar kunnen niet worden gebruikt
voor een routeberekening. Let langs dergelijke
routes goed op alle lokale verkeersregels en
volg ze op. (Voor uw eigen veiligheid.)
Bediening op het kaartscherm
De schaal van de kaart wijzigen
U kunt de schaal van de kaart instellen tussen
25 meter en 2 000 kilometer (25 yard en 1 000
mijl).
1 Geef het kaartscherm weer.
= Voor details omtrent de bediening verwijzen
wij u naar Overzicht van de schermen op
bladzijde 20.
2 Tipop het kaartscherm aan.
enen de instellingen voor de schaal
van de kaart verschijnen.
Omschakelen van de oriëntatie
van de kaart
U kunt de richting waarin uw voertuig op de
kaart wijst instellen op “In de rijrichting” of
“Noorden boven”.
! In de rijrichting:
De kaart geeft de richting van het voertuig
altijd zo weer dat het voertuig zich naar de
bovenkant van het scherm beweegt.
! Noorden boven:
De kaart toont het noorden altijd bovenaan
het scherm.
p De oriëntatie van de kaart is vast ingesteld
op “Noorden boven” wanneer de schaal
van de kaart 50 kilometer (25 mijl) of meer
is.
p De oriëntatie van de kaart is vast ingesteld
op “In de rijrichting” wanneer het 3D kaartscherm wordt weergegeven.
1 Geef het kaartscherm weer.
= Voor details omtrent de bediening verwijzen
wij u naar Overzicht van de schermen op
bladzijde 20.
2 Tipop het kaartscherm aan.
ofverschijnt.
Het gebruik van de kaart
3 Tipofaan om de schaal van de
kaart te wijzigen.
p Als u de functie een paar seconden niet ge-
bruikt, zullen de aanraaktoetsen voor de
kaartbesturing verdwijnen.
# Als u de directe schaaltoets aantipt, verandert
de kaart direct naar de geselecteerde schaal.
3 Tipofaan om de richting van
uw voertuig op de kaart te veranderen.
Elke keer dat u de toets aantipt, verandert de
instelling.
p Als u de functie een paar seconden niet ge-
bruikt, zullen de aanraaktoetsen voor de
kaartbesturing verdwijnen.
27
Nl
Hoofdstuk
04
Het gebruik van de kaart
De kaart naar de plaats
verschuiven die u wilt zien
1 Geef het kaartscherm weer.
= Voor details omtrent de bediening verwijzen
wij u naar Overzicht van de schermen op
bladzijde 20.
2 Tip de kaart aan en sleep deze in de gewenste richting om hem te verschuiven.
1
2
1 Cursor
2 Afstand vanaf de huidige locatie
Wanneer de cursor op de gewenste locatie
wordt geplaatst, wordt er onderaan op het
scherm een kort informatie-overzicht voor de
locatie getoond, waaronder de straatnaam en
andere informatie voor de locatie. (De getoonde informatie verschilt afhankelijk van de
positie.)
p De grootte van de schuifstappen hangt af
van de sleepafstand.
# Als u
de huidige positie.
p Druk op de MODE toets om de kaart naar
de huidige positie te laten terugkeren.
aantipt, keert de kaart terug naar
Informatie over een opgegeven
locatie bekijken
Een pictogram verschijnt op geregistreerde
plaatsen (thuislocatie, specifieke plaatsen,
plaatsen die voorkomen in het Favorieten)en
op plaatsen waar een POI-pictogram is of
waar verkeersinformatie over is. Plaats de
scroll-cursor op het pictogram om de gedetailleerde informatie te bekijken.
1 Verschuif de kaart en beweeg de scrollcursor naar het pictogram dat u wilt bekijken.
2 Tip
aan.
Het “Informatielijst” scherm verschijnt.
3 Tip het item aan waarvan u de gedetailleerde informatie wilt zien.
Er verschijnt informatie over een bepaalde locatie.
De informatie varieert al naar gelang de locatie. (Het is mogelijk dat er geen informatie is
over de betreffende locatie.)
= Zie De weergave van de pictogrammen voor
de favoriete locaties instellen op bladzijde
156 voor details.
= Zie POI’s op de k aart weergeven op bladzijde
157 voor details.
= Zie De verkeersinformatie op de kaart aflezen
op bladzijde 55 voor details.
p Tip [Bel] aan om de locatie te bellen als er
een telefoonnummer beschikbaar is. (Hiervoor is paren met een mobiele telefoon uitgerust met Bluetooth draadloze
technologie vereist.)
= Zie Bellen via de kaart op bladzijde 68
voor details.
28
Nl
Het gebruik van de kaart
Hoofdstuk
04
Gebruik van de snelkoppelingenmenu’s op de kaart
“Snelle toegang” menu stelt u in staat om diverse taken, zoals de routeberekening voor de
locatie die wordt aangegeven door de cursor
of het registreren van een locatie in “Favorie-ten”, sneller uit te voeren dan met behulp van
het navigatiemenu.
U kunt de “Snelle toegang” die op het scherm
wordt aangegeven naar eigen voorkeur aanpassen. De “Snelle toegang” die hier wordt
beschreven toont de standaardinstelling voor
deze functie.
= Zie Het “Snelle toegang” menu selecteren
op bladzijde 159 voor details.
p De items die voorzien zijn van een sterretje
(*) kunnen niet uit het “Snelle toegang”
menu worden verwijderd.
% Wanneer de kaart weergegeven wordt,
tipt u
aan.
Registreren van de informatie over de locatie
aangegeven door de cursor in “Favorieten”.
= Zie Een locatie registreren via de scroll-stand
op bladzijde 49 voor details.
: Zoek in de omgeving
POI’s (nuttige plaatsen) vinden in de buurt van
de cursor.
= Zie Een dichtbijzijnde POI zoeken op blad-
zijde 39 voor details.
: POI’s op de kaart
Geeft pictogrammen op de kaart weer voor de
voorzieningen (POI’s) in de omgeving.
= Zie POI’s op de k aart weergeven op bladzijde
157 voor details.
: Volume
Geeft het “Volume-instellingen” scherm
weer.
= Zie Het volume voor de begeleiding en de te-
lefoon instellen op bladzijde 163 voor de-
tails.
: Contactgeg.
Geeft het “Contactenlijsten” scherm weer.
= Zie Een telefoonnummer uit het telefoonboek
bellen op bladzijde 66 voor details.
Sluiten
Hiermee wordt het “Snelle toegang” menu
verborgen.
Het gebruik van de kaart
Snelle toegang menu
: Routeopties*
Wordt weergegeven wanneer de kaart niet verschoven wordt. Dit item kan alleen tijdens de
routebegeleiding worden geselecteerd.
U kunt de voorwaarden voor de routeberekening wijzigen en de huidige route laten herberekenen.
= Zie De voorwaarden voor de routeberekening
wijzigen op bladzijde 44 voor details.
: Bestemming*
Wordt weergegeven wanneer de kaart wordt
verschoven. De route uitzetten naar de plaats
die wordt aangegeven met de cursor.
: Registratie
Omschakelen van de weergave
Voor de navigatiebegeleiding kunnen verschillende typen schermweergaven worden geselecteerd.
1 Geef het “Kaartinstellingen” scherm
weer.
= Zie Het scherm voor de kaartinstellingen
weergeven op bladzijde 154 voor details.
2 Tip [Weergave] aan.
Het “Weergave” scherm verschijnt.
3 Tip het type aan dat u wilt instellen.
U kunt de volgende typen selecteren:
! 2D-aanzicht (standaardinstelling):
Nl
29
Hoofdstuk
04
Het gebruik van de kaart
Er wordt een normale kaart (2D kaart) weergegeven.
! 3D-beeld:
Er wordt een kaart met een aanzicht vanuit
de lucht (3D kaart) weergegeven.
! Beeld straat:
De informatie voor de volgende vier begeleidingspunten die het dichtst bij de huidige
locatie zijn, verschijnt van boven naar beneden op de linkerkant van het scherm.
Toont het beeld van de achteruitkijkcamera
op de linkerkant van het scherm en de kaart
op de rechterkant van het scherm.
p Deze functie is beschikbaar wanneer de
instelling voor de achteruitkijkcamera
op “Aan” staat.
= Zie Instelling voor de achteruitkijkcamera
op bladzijde 167 voor details.
! Eco-grafiek:
Toont een grafiek voor eco-rijden op de linkerkant van het scherm en de kaart op de
rechterkant van het scherm.
De volgende informatie wordt weergegeven.
— De naam van de volgende weg die door
— Een pijl die de richting van het voertuig
— De afstand tot het begeleidingspunt
p Deze modus is alleen beschikbaar wan-
! Achteraanzicht:
30
Nl
= Zie De eco-vriendelijke rijstatus controle-
ren op de volgende bladzijde voor
details.
het voertuig moet worden genomen
aangeeft
neer de route reeds is uitgestippeld.
Loading...
+ 198 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.