Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
KLANTENDIENST
Neem contact op met de
Klantendienst (zie informatie
hieronder) of neem contact op met
de winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn met dit
product inbegrepen. Plak de stickers op de aangegeven plaatsen over de Engelse waarschuwingen heen.
De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing is/zijn
op de aangegeven plaats(en) geplakt. Raadpleeg de
laatste pagina van deze handleiding wanneer een
sticker ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om
een vervangende sticker. Plak de sticker op de
aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s) worden
niet op ware grootte weergegeven.
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
Android is een handelsmerk van Google Inc. Het gebruik van dit handelsmerk
is onderhevig aan toestemming van Google.
2
Page 3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
loopband voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade
door het gebruik van dit product.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de
eigenaar zich ervan te overtuigen dat alle
gebruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals
voorgeschreven.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond met minstens 2,4 m ruimte rondom,
ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte
aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor
dat de loopband geen luchtopeningen of
luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder
de loopband om uw vloer of de vloerbedekking te beschermen.
10. Draag de juiste kleding bij gebruik van de
loopband. Draag geen losse kleding die
verstrikt kan raken in de loopband. Atletisch
ondersteunende kleding wordt aanbevolen voor zowel mannen als vrouwen. Draag
altijd trainingsschoenen. Gebruik de loopband nooit met blote voeten, sokken of met
sandalen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stopcontact (zie pagina 14). Geen enkel ander
apparaat moet zich op dezelfde groep
bevinden.
12. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik
dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm2 (maat
14) snoer dan niet langer is dan 1,5 meter.
13. Houd de stekker bij hete oppervlaktes
vandaan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de
elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de
loopband niet wanneer het elektrische snoer
of de stekker beschadigd is. Gebruik de
loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie
PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 28 als
de loopband niet goed werkt.)
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen gebruikt worden of waar zuurstof wordt
toegevoegd.
7. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12
jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die 159
kg of minder wegen worden gebruikt.
9. Laat nooit meer dan één persoon de loopband gebruiken.
15. Lees de noodstopprocedure grondig door
en test de procedure voordat u de loopband
gebruikt (raadpleeg HOE HET APPARAAT
AAN TE ZETTEN op pagina 16).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de
loopband staat. Houd u altijd vast aan de
handleuningen wanneer u de loopband
gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk af om schokkende versnellingen te voorkomen.
3
Page 4
18. De hartslagmonitor is geen medisch instrument. Bepaalde factoren zoals bewegingen,
kunnen de juistheid van de metingen aantasten. De hartslagmonitor dient slechts om een
algemene hartslagtrend te meten, als hulpmiddel bij uw oefeningen.
19. Laat de loopband nooit zonder toezicht
ronddraaien. Verwijder altijd de sleutel, trek
de stekker uit het stopcontact, en zet de
schakelaar [OFF] in de uitstand wanneer u de
loopband niet gebruikt. (Zie de tekening op
pagina 5 voor de locatie van de schakelaar.)
20. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 7 en HOE DE
LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
op pagina 27.) U moet op veilige wijze in staat
zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de
loopband te verplaatsen.
22. Steek geen enkel voorwerp in een opening
van de loopband.
23. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
24. GEVAAR: trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcontact. Doe dit ook bij het schoonmaken van
de loopband, voor het plegen van onderhoud
en voor het afstellen zoals staat beschreven
in deze handleiding. Verwijder nooit de
motorkap tenzij een technicus dat aangeeft.
Onderhoud, anders dan de procedures in
deze handleiding, dient uitsluitend te worden
uitgevoerd door een erkende
onderhoudsvertegenwoordiger.
25. Deze loopband is alleen voor gebruik in huis
bedoeld. Gebruik de loopband niet commercieel of voor verhuur.
21. Bij het vouwen of verschuiven van de
loopband dient u erop te letten dat de
opbergvergrendeling het onderstel stevig in
de opslagstand houdt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
26. Te veel oefeningen doen kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of
duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u
onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
4
Page 5
VOORDAT U BEGINT
Dank u dat u hebt gekozen voor de revolutionaire
NORDICTRACK® T22.0 loopband. Deze T22.0 loopband biedt een reeks aan indrukwekkende functies die
zijn ontwikkeld om uw oefeningen effectiever en leuker
te maken. Als u geen oefeningen doet, kunt u deze
unieke loopband opvouwen, waardoor deze minder dan
de helft van de ruimte inneemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
Lengte: 206 cm
Breedte: 94 cm
Handleuning
Staander
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt.
Noteer het productnummer en het serienummer voordat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de
stickers met het productnummer en het serienummer
kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding
aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningspaneel
Lade
Hartslag Monitor
Sleutel/Clip
Loopband
Voetleuning
Afstelschroeven
van de Ruststandrol
Schakelaar
Kussen van het Loopvlak
5
Page 6
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelenmeegeleverd.
5/16"
Stertussenring
(10)–10
3/8" x 1 1/4"
Schroef (8)–4
3/8"
Stertussenring
(12)–4
5/16" x 2" Schroef (4)–43/8" x 2" Bout (3)–1
3/8" Moer (11)–2
5/16" x 1 1/2"
Schroef (5)–4
3/8" x 2 3/4" Schroef (7)–4
#8 x 1/2"
Aardingschroef
(9)–1
3/8" x 1 3/4" Bout (6)–1
#8 x 3/4"
Schroef (1)–4
5/16" x 3 3/4" Schroef (2)–2
6
Page 7
MONTAGE
• Montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
• Plaats de loopband op een open plek en verwijder
het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkingsmateriaal niet weg totdat u de loopband volledig
hebt gemonteerd.
• De onderkant van de loopriem van de loopband is
voor een goede werking bedekt met een smeermiddel. Tijdens het vervoer kan een klein beetje
smeermiddel aan de bovenkant van de loopriem
of de verpakkingsmateriaal terecht zijn gekomen.
Dit is normaal. Als er zich smeermiddel op de
bovenkant van de loopriem bevindt, kunt u deze
eenvoudigweg afvegen met een zachte doek en
een reiniger zonder schuurmiddel.
1. Zorg dat het stroomsnoer niet op het stop-
contact is aangesloten.
Om de vloer of de vloerbedekking tegen schade
te beschermen, kunt u een stuk karton onder de
achterkant van het Onderstel (56) plaatsen.
• Voor het herkennen van de kleine onderdelen,
kijkt u op pagina 6.
• Het volgende gereedschap kan voor de montage
nodig zijn:
de meegeleverde inbusleutels
een instelbare sleutel
een Philips schroevendraaier
Om schade aan onderdelen te vermijden, moet u
geen elektrisch gereedschap bij het monteren
gebruiken.
1
Maak de Linker Wieldop (96) aan de linker-
kant van de Basis (97) vast met twee #8 x 3/4"
Schroeven (1).
Bevestig de Rechter Wieldop (niet afge-
beeld) vast aan de Basis (97) zoals hierboven
beschreven is.
2. Trek de Draad van de Staander (84) en de
Aardingsdraad van de Basis (94) door het aangegeven gat in de Basis (97).
Bevestig de Aardingsdraad van de Basis (94)
vast aan de Basis (97) met een #8 x 1/2"
Aardingsschroef (9).
Plaats de Doorvoerhuls (81) in het vierkante gat
in de Basis (97).
97
1
96
2
81
Gat
84
56
Karton
94
9
97
7
Page 8
3. Zoek de Linker Staander (89) die staat aangegeven met “Left” (L of Left geeft links aan;
R of Right geeft rechts aan). Laat een tweede
persoon de Linker Staander naast de Basis (97)
vasthouden.
3
84
89
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad-
band in de Linker Staander (89) stevig rond
het uiteinde van de Draad van de Staander
(84) vast. Trek dan aan het andere eind van de
draadband totdat de Draad van de Staander
door de Linker Staander is getrokken.
4. Houd de Linker Staander (89) tegen de Basis
(97) vast. Zorg dat u de bedrading niet beklemt. Plaats, indien nodig de Aardingsdraad
van de Basis (94) in het gaat aan de zijkant van
de Linker Staander. Steek dan twee 3/8" x 2 3/4"
Schroeven (7) en twee 3/8" x 1 1/4" Schroeven
(8) met twee 3/8" Stertussenringen (12) in de
Linker Staander.
Bind-
draad
Bind-
draad
89
84
97
4
84
Draai de 3/8" x 2 3/4" Schroeven (7) en de 3/8"
x 1 1/4" Schroeven (8) gedeeltelijk totdat de koppen van de Schroeven de Linker Staander (89)
raken. Draai de Schroeven nog niet te vast.
Aandacht: het kan handig zijn om een Korte
Inbussleutel (113) te gebruiken op de aangegeven Schroef.
Maak de Rechter Staander (niet getoond) op
dezelfde manier vast. Aandacht: er zitten geen
draden aan de rechterkant.
12
8
94
89
12
7
113
97
8
Page 9
5. Zoek de Linker en Rechter Kapjes van het Basis
(92, 93). Schuif de Linkerkap van de Basis op de
Linker Staander (89). Schuif de Rechterkap van
de Basis op de Rechter Staander (90). Druk de
Kapjes van de Basis nog niet op hun plaats.
5
90
6. Houd het bedieningspaneel met de hulp van een
tweede persoon dichtbij de Linker Staander (89).
Verbind de Draad van de Staander (84) met de
draad van het bedieningspaneel. Raadpleeg
de inzet-tekening. De connectoren zouden
makkelijk samen moeten glijden en op hun
plaats moeten klikken. Als dit niet gebeurt,
dient u een van de verbindingsstukken te
draaien en het nog eens te proberen. ALS U
DE VERBINDINGSSTUKKEN NIET GOED
VERBINDT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL
BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM
WORDT AANGEZET. Verwijder de draadband
uit de Draad van de Staander.
89
92
6
Bedieningspaneelmodule
93
84
Bind-
draad
Draad
van het
Bedien-
ings-
paneel
89
9
Page 10
7. Steek de draden in de Linker Staander (89)
terwijl u het Bedieningspaneel op de Linker
en Rechter Staanders (89, 90) plaatst. Zorg
ervoor dat de Draad van de Staander (84) niet
bekneld raakt.
Bevestig het bedieningspaneel vast met vier
5/16" x 1 1/2" Schroeven (5) en vier 5/16"
Stertussenringen (10). Draai alle vier de
schroeven en draai ze vast.
7
Bedienings-
paneelmodule
5
10
5
10
8. Zoek de Linker Handleuning (87) die staat
aangegeven met "Left" (L of Left geeft links aan;
R of Right geeft rechts aan). Schuif de Linker
Handleuning tussen het bedieningspaneel en de
polssensorrmodule.
Bevestig de Linker Handleuning (87) met twee
5/16" x 2" Schroeven (4), een 5/16" x 3 3/4"
Schroef (2), en drie 5/16" Stertussenringen (10)
zoals afgebeeld. Draai alle drie de schroeven
en draai ze vast.
Maak de Rechter Handleuning (niet getoond)
op de hierboven beschreven wijze vast aan
het bedieningspaneel.
84
89
8
Bedienings-
paneelmodule
Polssensormodule
10
4
10
90
87
10
2
4
Page 11
9. Draai de vier 3/8" x 2 3/4" Schroeven (7) stevig vast en draai daarna de vier 3/8" x 1 1/4"
Schroeven (8) (alleen één kant wordt getoond)
goed vast.
Druk de Linker en Rechter Kapjes van de Basis
(92, 93) op de Basis (97) tot ze op hun plaats
klikken.
9
93
92
7
8
97
10. Breng daarna het Onderstel (56) omhoog, tot de
positie die is afgebeeld. Laat een tweede per-
soon het Onderstel vasthouden totdat stap
12 voltooid is.
Richt de Opbergvergrendeling (53) zo dat de
grote loop en de vergrendelingsknop zich in de
afgebeelde posities bevinden.
Bevestig het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (53) aan de Basis (97) met
een 3/8" x 2" Bout (3) en een 3/8" Moer (11).
10
Vergren-
delknop
53
97
56
11
3
Grote
loop
11
Page 12
11. Bevestig het bovenste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (53) aan de Onderstel
(56) met een 3/8" x 1 3/4" Bout (6) en een 3/8"
Moer (11). Aandacht: het kan nodig zijn om
het Onderstel heen en weer te schuiven om
de Opbergvergrendeling uit te lijnen met het
Onderstel.
11
56
12. Verwijder het plastic verpakkingsmateriaal van
de onderkant van het Onderstel (56).
Raadpleeg de inzet-tekening. Zorg dat de
1/2" Moeren van de Achterste Stelvoet (111)
helemaal zijn vastgedraaid op de Achterste
Stelvoeten (60). Draai dan de twee Achterste
Stelvoeten helemaal vast in het Onderstel (56).
Breng het Onderstel (56) naar beneden (zie
LOOPBAND LATEN ZAKKEN VOOR GEBRUIK
op pagina 27).
Indien een van de Achterste Stelvoeten (60) niet
plat op de grond staat, draait u de Stelvoet totdat
deze op de vloer rust en maakt u de 1/2" Moer
van de Achterste Stelvoet (111) vast tegen het
Onderstel (56).
12
56
60
111
60
11
6
53
56
60
13. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er zich lagen plastic op de loop-
bandstickers bevinden, dient u het plastic te verwijderen. Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Aandacht: er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Berg de inbussleutel
goed op; de inbussleutel wordt gebruikt om de loopband mee af te stellen (zie pagina’s 29 en 30).
12
Page 13
DE HARTSLAG MONITOR
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor
heeft een borstkasband en een sensor.
Steekdeapin
ene uiteinde van de
borstkas-band in het
ene uiteinde van de
sensor, zoals afgebeeld in de tekening.
Druk dan het uiteinde van de sensor
onder de gesp van
de borstkas-band.
Deapmoetgelijk
zijn met de voorkant
van de sensor.
De hartslag monitor moet onder uw
kleding gedragen
worden, strak tegen
uw huid. Draag de
hartslag monitor
in de aangegeven
plaats rond uw borstkas. Zorg ervoor dat
de logo naar buiten wijst. Maak dan het andere uiteinde van de borstkas-band op de sensor vast. Stel de
lengte van de borstkas-band bij mocht dat nodig zijn.
beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met een
zachte doek en droog deze goed af. Gebruik nooit
schuurmiddelen, alcohol of chemische producten
om de sensor schoon te maken. U kunt de borstkasband met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wanneer de hartslag monitor niet goed werkt.
moet de gebruiker zich op minder dan een armlengte
van het bedieningspaneel bevinden.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en
zoek naar de twee elektrodes met de kleine randjes.
Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof,
zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen.
Plaats de sensor terug tegen uw huid.
een normale hartslag. Problemen met de hartslagmeting kunnen een medische oorzaak hebben zoals
vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppingen, of aritmie.
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcontact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het
stopcontact van de loopband.
Stopcontact van
de Loopband
Snoer
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard
stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke
regelingen.
Stopcontact
14
Page 15
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
Audio-aansluiting
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedieningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen
in andere talen op het meegeleverde stickervel.
Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het
bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt indrukwekkende mogelijkheden die ontworpen zijn om uw
workouts doeltreffender en prettiger te maken. Het
bedieningspaneel heeft ook een iFit instelling zodat
de loopband op uw draadloos netwerk aangesloten
kan worden. U kunt, met de iFit instelling, oefeningen downloaden, uw eigen oefeningen samenstellen,
resultaten van uw oefening bijhouden, tegen andere
hardlopers racen en vele andere mogelijkheden raadplegen. Ga naar www.iFit.com voor meer
informatie.
Het bedieningspaneel heeft tevens workouts, acht
calorie workouts, acht intensiteit workouts, acht snelheidsworkouts, acht helling workouts en zes iFit demo
workouts. Elke workout regelt automatisch de snelheid
en de helling van de loopband terwijl u door een effectieve oefensessie geleid wordt. U kunt ook nog een na
te streven tijd, afstand, calorie of tempo doel instellen.
U kunt wanneer u de handmatige instelling gebruikt de
snelheid en de hellingstand van de loopband veranderen door een toets aan te raken.
Tijdens de oefening zal het bedieningspaneel directe
feedback over uw oefening geven. U kunt, door gebruik
te maken van de handgreep met hartslagmonitor of
door middel van de borstkas hartslagmonitor, zelfs uw
hartslag meten.
U kunt zelfs tijdens het oefenen, door gebruik te maken
van het stereogeluidssysteem van het bedieningspaneel, op internet kijken of naar uw favoriete workout
muziek of audioboeken luisteren.
Om de elektriciteit in te schakelen, zie bladzijde 16.
Om te leren hoe de touch screen te gebruiken, zie
bladzijde 16. Om het bedieningspaneel in te stellen,
zie bladzijde 17.
Aandacht: het bedieningspaneel kan de snelheid en
de afstand in kilometers of mijlen aangeven. Kijk welke
meeteenheid gekozen is, zie stap 4 op bladzijde 23.
Om het eenvoudig te houden zijn alle instructies in
deze handleiding in kilometers aangegeven.
15
Page 16
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
HOE DE TOUCHSCREEN TE GEBRUIKEN
BELANGRIJK: laat de loopband, wanneer deze aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, tot
kamertemperatuur komen voordat u de elektriciteit
inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u het bedieningspaneel of andere elektrische componenten
beschadigen.
Steek het snoer in het
stopcontact (zie bladzijde
14). Zoek vervolgens naar
de stroomschakelaar bij het
snoer op het onderstel van
de loopband. Druk de stroomschakelaar in de resetstand
[RESET].
BELANGRIJK: het bedieningspaneel biedt een
demo-instelling, die ontwikkeld is voor gebruik als
de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. Als
de displays oplichten zodra het snoer ingestoken
wordt en de stroomschakelaar in de resetstand
gezet is, dan gaat de demo-instelling aan. Raak de
stoptoets enkele seconden lang aan om de demoinstelling uit te schakelen. Raadpleeg stap 5 op
bladzijde 23 om de demo-instelling uit te schakelen
wanneer de displays blijven branden.
Ga vervolgens op
de voetrails van de
loopband staan. Zoek
naar de klip die aan de
sleutel vastzit en schuif
de klip aan de tailleband van uw kleding.
Steek dan de sleutel in
het bedieningspaneel.
Aandacht: Kort daarna
zal het bedieningspaneel klaar zijn voor gebruik. BELANGRIJK: bij een
noodsituatie kunt u aan de sleutel van het bedieningspaneel trekken, zodat de loopband vertraagt
en tot stilstand komt. Test de klip door voorzichtig
een paar stappen achteruit te zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel getrokken wordt. Stel
de lengte van de klip bij, als de sleutel niet uit het
bedieningspaneel komt.
Resetten
Sleutel
Klip
Het bedieningspaneel heeft een tablet met een touch
screen vol kleuren. De volgende informatie zal u
helpen vertrouwd te raken met de geavanceerde technologie van het apparaat:
• Het bedieningspaneel werkt op dezelfde wijze
als andere tablets. U kunt met uw vinger langs
het scherm schuiven of erop tikken om bepaalde
beelden op het scherm, zoals de displays in een
workout (zie stap 5 op bladzijde 18) te bewegen.
U kunt echter niet in- of uitzoomen door met uw
vinger over het scherm te schuiven.
• Het scherm is niet drukgevoelig. U hoeft niet hard
op het scherm te drukken.
• Raak het invulvakje aan om het toetsenbord te
kunnen zien en informatie in een invulvakje te
typen. Raak de toets ?123 aan om nummers of
andere tekens op het toetsenbord te gebruiken.
Raak de Alt-toets aan om meer tekens te zien.
Raak opnieuw de Alt-toets aan om naar het nummertoetsenbord terug te keren. Raak de ABC toets
aan om naar het lettertoetsenbord terug te keren.
Raak de toets met de pijl die naar boven wijst aan
om een hoofdletter te gebruiken. Raak nogmaals
de pijl toets aan om meerdere hoofdletters te
gebruiken. Raak een derde keer de pijl toets aan
om naar het toetsenboord met kleine letters terug
te keren. Raak de toets met de pijl naar beneden
en een X aan om het laatste teken te wissen.
• Gebruik de toets op het bedieningspaneel hieron-
der om het tablet te besturen. Raak de Terug toets
aan om naar het vorige scherm terug te gaan. Druk
de Thuis toets om naar het hoofdscherm terug te
keren. Aandacht: De middelste toets heeft geen
functie.
TerugThuis
16
Page 17
HOE HET BEDIENINGSPANEEL IN TE STELLEN
Voordat u de loopband voor de eerste keer kunt
gebruiken, dient u het bedieningspaneel in te stellen.
1. Maak een verbinding met uw draadloze
netwerk.
Aandacht: u moet eerst op een draadloos netwerk
aangesloten zijn om op internet te kunnen kijken,
iFit workouts te kunnen downloaden, en andere
mogelijkheden van het bedieningspaneel te kunnen gebruiken. Raadpleeg HOE DE DRAADLOOS
NETWERK INSTELLING TE GEBRUIKEN op bladzijde 25 om het bedieningspaneel op uw draadloos
netwerk aan te sluiten.
2. Controleer op firmware updates.
Bekijk stap 1 op bladzijde 23 en stap 2 op bladzijde
24 en kies de onderhoud instelling. Raadpleeg dan
stap 3 op bladzijde 24 en controleer op firmware
updates.
3. IJk het hellingsysteem.
Zie stap 4 op bladzijde 24 en ijk het hellingsysteem
van de loopband.
Voer vervolgens een gebruiksnaam en wachtwoord
en uw email adres in. Vul de activeringscode in uit
de iFit brochure die bij de loopband meegeleverd
werd. Druk op het Plaats van Aankoop dropdown menu voor een lijst met opties. Druk dan
de plaats waar u dit product gekocht heeft. Druk
op de woorden medische disclaimer [MEDICAL
DISCLAIMER], lees deze disclaimer, raak de Ik
Accepteer toets [I ACCEPT] toets aan , en controleer de medische disclaimer checkbox. Raak
dan de Activeringscode Bevestigen [CONFIRM
ACTIVATION CODE] toets aan.
Voer de nodige persoonlijke informatie in. Raak de
Klaar [FINISH] toets aan wanneer u alle informatie
ingevoerd heeft. Raak dan de Thuis toets op het
bedieningspaneel aan om de browser te verlaten.
Het bedieningspaneel is nu klaar om met oefenen te
beginnen. De volgende bladzijdes leggen de verschillende workouts en de andere mogelijkheden van het
bedieningspaneel uit.
Om de handmatige instelling te gebruiken, zie bladzijde 18. Om een workout te gebruiken, zie bladzijde
20. Om een workout met een na te streven doel te
gebruiken, raadpleeg bladzijde 21. Om een iFit workout te gebruiken, zie bladzijde 22.
4. Maak een iFit account aan. Create an iFit
account.
Aandacht: het kan zijn dat www.iFit.com niet in uw
taal beschikbaar is.
Raak het wereldbolletje linksonder in het scherm
en de iFit toets aan.
Aandacht: voor informatie hoe de browser te
gebruiken, zie bladzijde 26. De browser zal met de
iFit.com home page openen. Raak de Registratie
toets [REGISTER] in de rechter bovenhoek van het
scherm aan.
De browser zal de iFit.com registratie bladzijde
openen. Raak een invulvakjeje aan om het toetsenbord te bekijken. Schuif uw vinger naar boven of
naar beneden om de bladzijde naar boven of naar
beneden te scrollen.
Om de apparaat instellingen te gebruiken, zie bladzijde 23. Om de onderhoud instelling te gebruiken,
zie bladzijde 24. Om de draadloze netwerk instel-
ling te gebruiken, zie bladzijde 25. Om het stereo
geluidssysteem te gebruiken, zie bladzijde 26. Om
de internet browser te gebruiken, zie bladzijde 26.
BELANGRIJK: als er velletjes plastic op het bedieningspaneel zitten, verwijder die dan. Draag alleen
schone schoenen wanneer u de loopband gebruikt
om beschadiging aan het loopplatform te voorkomen. De eerste keer dat u de loopband gebruikt,
dient u de uitlijning van de loopband te bekijken en
het midden van de loopband aan te passen indien
dit nodig is (zie bladzijde 30).
17
Page 18
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 16. Aandacht: het kan even duren
voordat het bedieningspaneel klaar is voor
gebruik.
2. Kies het hoofdmenu.
Wanneer u de
stroom inschakelt zal, na
het opstarten
van het bedieningspaneel,
het hoofdmenu
verschijnen.
5. Volg uw voortgang.
Het bedienings-
paneel biedt
verschillende
displayopties.
De gekozen
display instelling zal bepalen
welke informatie aangegeven
wordt. Tik op het scherm of schuif ermee om de
gekozen display instelling te kiezen (zie bladzijde
16). U kunt ook aanvullende informatie zien door
de rode vakjes op het scherm lichtjes aan te raken.
Het scherm kan de volgende workout informatie
aangeven als u op de loopband loopt of rent:
• De hellingstand [INCLINE %] van de loopband
3. Start de loopband en stel de snelheid in.
Raak de Starttoets op het scherm of de Starttoets
[START] op het bedieningspaneel aan om de loopband te starten. U kunt ook de Handmatige toets
[MANUAL] op het bedieningspaneel, en dan de
Hervatten toets [RESUME] op het scherm aanraken. De loopband begint met een snelheid van
2 Km/u te draaien. Tijdens het oefenen kunt u de
snelheid van de loopband naar wens aanpassen
door de Snelheidstoename [SPEED] en -afname
toetsen aan te raken. Steeds als u een van de
toetsen aanraakt, zal de snelheidsinstelling met 0,1
Km/u wijzigen; als u op een toets blijft drukken, dan
verandert de snelheid met stapjes van 0,5 Km/u.
Indien u een van de genummerde 1-stap
Snelheidstoetsen [1 STEP SPEED] aanraakt, dan
zal de snelheid van de loopband geleidelijk aangepast worden tot de gewenste snelheidsinstelling
bereikt is.
Raak de Stoptoets aan om de loopband te stoppen
[STOP]. Raak de Starttoets aan om de loopband
opnieuw te starten.
• De verlopen tijd [TIME ELAPSED]
• De resterende tijd [TIME LEFT] (Opmerking: De
handmatige instelling heeft geen aftelling van de
resterende tijd.)
• Het bij benadering aantal verbrande calorieën
[CALORIES BURNED]
• Het bij benadering aantal verbrande calorieën
per uur [CALORIES PER HOUR].
• De afstand [KILOMETERS] die u gewandeld of
gelopen heeft
• Het aantal verticale geklommen meters
[VERTICAL METERS]
• De snelheid [SPEED] van de loopband
• Een piste van 400 m (1/4 mile)
• Uw snelheid per kilometer in minuten [PACE].
• Uw huidige rondenummer [LAP NO.]
4. Verander desgewenst de hellingstand van de
loopband.
Raak de Hellingtoename of –afname toetsen of
een van de 1-stap Helling/Afdalingtoetsen [1 STEP
INCLINE/DECLINE] aan om de helling van de loopband aan te passen. Elke keer als u een van de
toetsen aanraakt zal de helling geleidelijk veranderen totdat de gekozen hellinginstelling bereikt is.
Aandacht: De eerste keer dat u de helling aanpast,
dient u het hellingsysteem te ijken (zie stap 4 op
bladzijde 24).
• Uw hartslag (zie stap 6)
18
Page 19
De displays bovenin het scherm kunnen twee types
informatie aangeven. Druk lichtjes op elke weergave tot de display de gewenste informatie toont.
Indien gewenst kunt u
ook het volume bijstellen
door de Volume toename of afname toetsen
op het bedieningspaneel
aan te raken.
Verlagen
Raak de menutoetsen of de Stoptoets op het
bedieningspaneel lichtjes aan om de workout te onderbreken. Raak de Starttoets of de
Hervatten toets lichtjes aan om met de workout
verder te gaan. Raak de Einde Workout toets
[END WORKOUT] lichtjes aan om de workout te
beëindigen.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Aandacht: het bedieningspaneel kan uw hart-
slag niet goed aangegeven als u de borstkas
hartslagmonitor draagt en tegelijkertijd de
handgreep met hartslagmonitor gebruikt. Zie
bladzijde 13 voor meer informatie over de borstkas
hartslagmonitor.
Verwijder de
velletjes plastic
van de metalen
contactpunten op
de sensorstang
voordat u de
handgreep met
hartslagmonitor
gebruikt. Zorg er
ook voor dat uw
handen schoon
zijn.
Ga, om uw hartslag te meten, op de voetrails
staan en houd de sensorstang ongeveer tien
seconden lang vast met uw handpalmen op de
metalen contactpunten– beweeg uw handen niet.
Contactpunten
Verhogen
Als uw hartslag waargenomen wordt, zal uw hartslag getoond worden. Voor de meest nauwkeurige
hartslagwaarde, dient u de contactpunten gedurende 15 seconden vast te houden.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft verschillende snelheidsinstel-
lingen en een automatische instelling. Als de
automatische instelling gekozen is, zal de snelheid
van de ventilator automatisch toenemen en afnemen als de snelheid van de loopband toeneemt en
afneemt.
Druk herhaaldelijk op de
Handmatig [MANUAL]
ventilator toets om een
ventilatorsnelheid te
kiezen of om de ventilator uit te zetten. Druk
herhaaldelijk op de Automatisch [AUTO] ventilator
toets om de automatische instelling te kiezen of om
de ventilator uit te zetten.
8. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel als u
klaar bent met oefenen.
Ga op de voetrails staan, raak de Stoptoets [STOP]
aan en stel de hellingstand van de loopband op
nul procent. De helling van de loopband moet
op nul procent staan wanneer u de loopband
in de opbergstand wil inklappen anders kan de
loopband beschadigd worden. Trek vervolgens
de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze
op een veilige plek.
Zet de stroomschakelaar in de uitstand en trek het
snoer uit het stopcontact wanneer [OFF] u klaar
bent met de loopband. BELANGRIJK: als u dit
niet doet, kunnen de elektrische onderdelen
van de loopband voortijdig slijten.
19
Page 20
HOE EEN WORKOUT TE GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 16.
2. Kies een workout.
Raak de Calorie [CALORIE] toets, de Intensiteit
Toets [INTENSITY], de Snelheidstoets [SPEED] of
de Hellingtoets [INCLINE] op het bedieningspaneel
aan om een workout te kiezen.
Kies dan de gewenste workout. Het scherm zal
de naam, de duur [ESTIMATED TIME] en de
afstand [DISTANCE] van de workout aangeven.
Het scherm toont ook het bij benadering aantal
calorieën dat u tijdens de workout zult verbranden
en een profiel van de hellinginstellingen van de
workout [ESTIMATED CALORIES].
3. Begin met de workout.
Raak de Start Workout [START WORKOUT] toets
lichtjes aan om met de workout te beginnen. Kort
nadat u de toets lichtjes aangeraakt heeft, begint
de loopband te draaien. Houd de handleuningen
vast en begin met lopen.
Elke workout is in segmenten verdeeld. Er is één
hellinginstelling en één tempo-instelling voor elk
segment geprogrammeerd. Aandacht: Dezelfde
snelheids- en/of hellinginstelling kan voor opeenvolgende segmenten geprogrammeerd worden.
zal vertragen en tot stilstand komen en er zal een
workout overzicht op het scherm verschijnen. Raak
de Eindigen toets [FINISH] aan om naar het hoofdmenu terug te keren nadat u het workout overzicht
bekeken heeft. U kunt ook uw resultaten opslaan
of bekend maken door een van de opties op het
scherm te gebruiken.
Indien de snelheids- of hellinginstelling tijdens de
workout te hoog of te laag is, dan kunt u de instelling overschrijven door de Snelheids- [SPEED] en
Hellingtoetsen [INCLINE] aan te raken. Echter,
wanneer het volgende segment begint, dan zal
de loopband zich automatisch aanpassen aan
de snelheids- en hellinginstellingen van het
volgende segment.
Raak de terug toets of de thuis toets in de linker
onderhoek van het scherm of de Stoptoets [STOP]
op het bedieningspaneel aan om de workout te
onderbreken. Raak de Hervatten toets [RESUME]
of de Starttoets [START] op het bedieningspaneel
aan om met de workout door te gaan. Raak de
Einde toets [END WORKOUT] lichtjes aan om met
de oefening te stoppen.
Aandacht: het na te streven calorieën doel is
een schatting van het aantal calorieën dat u
tijdens de workout zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt, hangt van
uw stofwisselingswaarde af. Daarnaast heeft
een handmatige wijziging van de snelheid of
de helling van de loopband tijdens de workout
invloed op het aantal calorieën dat u zult
verbranden.
Tijdens de workout, zal uw profiel weergegeven
worden zodat u uw vorderingen kunt volgen. Het
opflikkerende segment van het profiel stelt het
huidige workout segment voor. De hoogte van het
opflikkerende segment geeft de weerstandsinstelling voor het huidige segment weer. Aan het einde
van elk segment, is een serie tonen te horen en zal
het volgende segment van het profiel beginnen op
te flikkeren.
Als een nieuwe snelheidsinstelling en/of hel-
linginstelling voor het volgende segment
geprogrammeerd is, dan zal de nieuwe snelheidsinstelling en/of hellinginstelling een paar seconden
lang in de displays verschijnen en zal de loopband
zich automatisch aan de nieuwe snelheids- en hellinginstelling aanpassen.
De workout zal op deze manier doorgaan tot het
laatste segment van het profiel in de display opflikkert en het laatste segment stopt. De loopband
4. Volg uw voortgang.
Zie stap 5 op bladzijde 18. Het scherm kan ook een
profiel van de snelheids- en hellinginstellingen van
de workout aangeven.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
7. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel als u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 19.
20
Page 21
HOE EEN WORKOUT MET EEN NA TE STREVEN
DOEL TE GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 16.
2. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 18.
3. Kies een workout met een na te sterven doel.
Raak de Een Doel Instellen toets [SET A GOAL]
op het scherm aan om een workout met een na te
streven doel te kiezen.
Raak de
Tijd [TIME],
de Afstand
[DISTANCE],
De Calorieën
[CALORIES]
of De Tempo
[PACE] toets
aan om een na
te sterven tijd, afstand, calorie, of tempo doel in te
stellen. Raak vervolgens de toename en afname
toetsen op het scherm aan om een tijd, afstand of
een calorieën of tempo doel te kiezen en om een
snelheid en helling voor de workout te kiezen. Het
scherm toont de duur en afstand van de workout
en het bij benadering aantal calorieën dat u tijdens
de workout zult verbranden.
De workout werkt op dezelfde wijze als de hand-
matige instelling (zie bladzijden 18 en 19).
De workout duurt zolang tot u uw ingestelde doel
bereikt. De loopband zal dan langzaam tot stilstand
komen en stoppen en er zal een workout overzicht
op het scherm verschijnen. Raak de Eindigen
toets aan [FINISH] om naar het hoofdscherm terug
te keren nadat u het workout overzicht bekeken
heeft. U kunt ook uw resultaten opslaan of bekend
maken door een van de opties op het scherm te
gebruiken.
Aandacht: het na te streven calorieën doel is
een schatting van het aantal calorieën dat u tijdens de oefening zult verbranden. Het feitelijke
aantal calorieën dat u verbrandt, hangt van uw
spijsverteringswaarde af.
5. Volg uw voortgang.
Zie stap 5 op bladzijde 18.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
8. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel als u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 19.
4. Begin met de workout.
Raak de Starttoets [START] aan om met de wor-
kout te beginnen. Kort nadat u de toets aangeraakt
heeft, zal de loopband beginnen te draaien. Houd
de handleuningen vast en begin met lopen.
21
Page 22
HOE EEN IFit WORKOUT TE GEBRUIKEN
Aandacht: Om een iFit workout te gebruiken dient
u toegang tot een draadloos netwerk te hebben
(raadpleeg HOE EEN DRAADLOOS NETWERK
INSTELLING TE GEBRUIKEN op bladzijde 25). Een
iFit account is ook vereist.
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Raak de gebruikers toets in de rechter onderhoek
van het scherm aan om binnen een account van
gebruiker te veranderen.
U moet workouts, voordat ze gedownload worden,
aan uw lijst op iFit.com toevoegen.
Ga, voor meer informatie over de iFit oefenin-
gen, naar www.iFit.com.
Zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
op bladzijde 16.
2. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 18.
3. Log in op uw iFit account.
Raak de Inloggen toets [LOGIN] aan om op uw
iFit account in te loggen als u dit nog niet gedaan
heeft. Het scherm zal om uw iFit.com gebruikersnaam en wachtwoord vragen. Voer deze in en raak
de Inloggen toets aan. Raak de Annuleren toets
[CANCEL] aan om het inlogscherm te verlaten.
4. Kies een iFit workout.
Raak, om de
iFit demo workout te kiezen
of om een workout op uw lijst
te downloaden,
de Kaarten
[MAPS], Train
[TRAIN], Video,
of Gewicht Verliezen [LOSE WEIGHT] toets aan
om de volgende workout van dat type op uw lijst
te downloaden. Aandacht: u kunt door deze opties
toegang tot de demo workouts hebben ook al bent
u niet op een iFit account ingelogd.
Raak de competitie [COMPETE] toets aan om aan
een race deel te nemen die u al eerder gekozen
heeft. Raak de Piste toets [TRACK] aan om uw
workout verleden te bekijken. Raak de Een Doel
Instellen toets [SET A GOAL] aan om een workout met een na te streven doel te gebruiken (zie
bladzijde 21). Aandacht: u kunt ook een van de iFit
toetsen op het bedieningspaneel aanraken.
Het scherm zal, wanneer u een iFit workout kiest,
de tijdsduur, de afstand en de naam van de workout aangeven. Het scherm geeft bij benadering
ook het aantal calorieën aan dat u tijdens de
workout zult verbranden. De display zal, als u een
competitie workout kiest, aftellen totdat de race
begint.
5. Begin met de workout.
Zie stap 3 op bladzijde 20.
Tijdens sommige workouts zal de stem van een
persoonlijke trainer u begeleiden.
6. Volg uw voortgang.
Raadpleeg stap 5 op bladzijden 18 en 19. Het
scherm kan ook een kaart van het pad waarop u
wandelt of loopt aangeven.
Tijdens een competitie workout, toont het scherm
de snelheid van de renners en de afstanden die ze
gerend hebben. Het scherm toont ook het aantal
seconden dat u voor of achter loopt op de andere
renner.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
8. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
9. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel als u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 19.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de
iFit instelling.
22
Page 23
HOE DE APPARAAT INSTELLINGEN TE
GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel heeft apparaat instellingen
waarmee u een taal en de meeteenheid kunt kiezen,
de display demo-instelling aan of uit kunt zetten en de
sleutel in of uit kunt schakelen.
Raak eerst de Demo-instelling toets aan om de
display demo-instelling [DEMO MODE] aan of uit
te zetten. Druk vervolgens op het ON (Aan) of OFF
(Uit) keuzevakje. Raak daarna de terug toets op
het scherm aan.
6. Schakel de sleutel in of uit.
1. Kies het hoofdmenu van de instellingen.
Steek de sleutel in
het bedieningspaneel (zie HOE DE
ELEKTRICITEIT IN
TE SCHAKELEN op
bladzijde 16). Kies vervolgens het hoofdmenu
(zie stap 2 bladzijde 18).
Raak dan de tandwieltoets in de rechter onderhoek
van het scherm aan om het hoofdmenu van de
instellingen te kiezen.
2. Kies de apparaat instellingen.
Raak de apparaat instellingen toets [EQUIPMENT
SETTINGS] aan in het hoofdmenu van de
instellingen.
3. Kies een taal.
Raak de Taal toets [LANGUAGE] aan om de
gewenste taal te kiezen. Raak dan de terug toets
op het scherm aan om naar de apparaat instellingen terug te keren.
4. Kies de meeteenheid.
Raak de VS/Metrisch toets [US/METRIC] aan om
de gekozen meeteenheid te zien. Verander, als u
dat wilt, de meeteenheid. Raak daarna de terug
toets op het scherm aan.
5. Zet de display demo-instelling aan of uit.
Het bedieningspaneel biedt een demo-instelling,
die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband
in een winkel geëtaleerd wordt. Terwijl de demoinstelling aangezet is, kunt u het bedieningspaneel
normaal gebruiken wanneer u het snoer in het
stopcontact steekt, de stroomschakelaar in de
resetstand geplaatst wordt, en de sleutel in het
bedieningspaneel gestoken wordt. Als u echter de sleutel verwijdert, toont het scherm een
demo-presentatie.
Aandacht: het kan zijn dat deze mogelijkheid op uw
loopband niet werkt.
U kunt desgewenst de sleutel uitschakelen zodat
de loopband zonder sleutel gebruikt kan worden. Raak de Veiligheidssleutel toets [SAFETY
KEY] aan. Druk op het keuzevakje Uitschakelen
[DISABLE] om de sleutel uit te schakelen.
OPGELET: lees de veiligheidswaarschuwing
op het scherm voordat u de sleutel uitschakelt.
Druk op het keuzevakje Inschakelen [ENABLE] om
de sleutel opnieuw in te schakelen.
7. Schakel het wachtwoord in of uit.
Het bedieningspaneel heeft een kindveilig wacht-
woord ontworpen zodat onbevoegde gebruikers de
loopband niet kunnen gebruiken.
Raak de Wachtwoord toets [PASSCODE]aan.
Raak het keuzevakje Inschakelen aan om het
wachtwoord in te schakelen. Voer dan een
wachtwoord met 4 getallen van uw keuze in.
Raak Opslaan [SAVE] aan om dit wachtwoord te
gebruiken. Raak Annuleren [CANCEL] aan om
naar de apparaat instellingen terug te keren en
geen wachtwoord te gebruiken. Raak het keuzevakje Uitschakelen aan om het wachtwoord uit te
schakelen.
Aandacht: het bedieningspaneel zal wanneer het
wachtwoord ingeschakeld is regelmatig om uw
wachtwoord vragen. Het bedieningspaneel blijft
op slot totdat het juiste wachtwoord ingevoerd is.
BELANGRIJK: voer het model wachtwoord:
1985 in om het bedieningspaneel van het slot te
halen als u uw wachtwoord bent vergeten.
8. Verlaat de apparaat instellingen.
Raak de terug toets op het scherm aan om de
apparaat instellingen te verlaten.
23
Page 24
HOE DE ONDERHOUD INSTELLING TE
GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel heeft een onderhoud instelling
zodat u de firmware van het bedieningspaneel kunt
updaten, de helling van de loopband en het scherm
kunt ijken, de technische informatie kunt bekijken, en
de sleutelcode van een toets kunt zien.
1. Kies het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 23.
2. Kies de onderhoud instelling.
Raak, in het
hoofdmenu
van de instellingen, de toets
Onderhoud
lichtjes aan
om naar de
onderhoud
instelling te
gaan [MAINTENANCE].
Het hoofdscherm van de onderhoud instelling geeft
informatie over het model en de versie van de loopband aan.
3. Update de firmware van het bedieningspaneel.
weer aan. Druk de stroomschakelaar in de uitstand
als dat niet gebeurt [OFF]. Wacht enkele seconden en zet de stroomschakelaar in de resetstand.
Aandacht: het kan een paar minuutjes duren voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
4. IJk de hellingstand van de loopband.
Raak de Helling IJken toets [CALIBRATE INCLINE]
lichtjes aan. Raak vervolgens de Beginnen toets
[BEGIN] zachtjes aan om het hellingsysteem te
ijken. De loopband stijgt automatisch naar de
maximale hellingstand, daalt naar de minimale
hellingsstand en keert dan terug naar de uitgangsstand. Hierdoor wordt het hellingsysteem geijkt.
Raak de Annuleren toets [CANCEL] aan om terug
te gaan naar de onderhoud instelling. Raak de
Eindigen toets [FINISH] aan wanneer het hellingsysteem geijkt is.
BELANGRIJK: houd huisdieren, voeten en
andere voorwerpen uit de buurt van de loopband als u het hellingsysteem ijkt. Trek de
sleutel uit het bedieningspaneel om het ijken
van de helling in geval van nood te stoppen.
5. IJk het scherm.
Als het scherm niet goed geijkt is, zal het moeilijk
zijn om de juiste toetsen op het scherm lichtjes aan
te raken.
Controleer voor de beste resultaten regelmatig
op firmware updates.
Raak de Firmware Update [FIRMWARE UPDATE]
toets lichtjes aan voor firmware updates door
gebruik van uw draadloze netwerk. De update
begint automatisch.
Zet het apparaat niet uit of schakel de sleutel
niet uit om te voorkomen dat u de loopband
gebruikt voordat de firmware bijgewerkt is.
Aandacht: Als u de firmware van het bedieningspa-
neel niet via uw draadloze netwerk kunt updaten,
dan kunt u deze bijwerken via een USB-station.
Ga naar www.iFit.com en download de nieuwste
firmware update op uw USB-stick. Verwijder de
USB-stick veilig uit uw computer en steek deze
in op de USB-poort aan de zijkant van het bedieningspaneel. Als het bedieningspaneel in de iFit
app is begint de update automatisch.
Het scherm toont de voortgang van de update.
Als de update voltooid is, gaat de loopband uit en
Raak de Scherm IJken toets [CALIBRATE
SCREEN] aan om het scherm te ijken. Er zal een
klein doel op het scherm verschijnen. Raak het
midden van het doel lichtjes aan. Raak de rest van
de doelen lichtjes aan. Na enkele seconden zal het
bedieningspaneel de ijk instelling verlaten.
6. Bekijk de Machine-informatie.
Raak de Machine-informatie toets [MACHINE
INFO] lichtjes aan om informatie over de loopband
te bekijken. Raak de terug toets op het scherm
lichtjes aan als u de informatie gezien heeft.
7. Zoek naar Sleutelcodes.
Deze optie is bedoeld voor servicemonteurs om te
zien of een bepaalde toets goed werkt.
8. Verlaat de onderhoud instelling.
Raak de terug toets op het bedieningspaneel aan
om de onderhoud instelling te verlaten.
24
Page 25
HOE DE DRAADLOZE NETWERK INSTELLING TE
GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel heeft een draadloze netwerk
instelling zodat u een draadloze netwerk verbinding
kunt instellen.
1. Kies het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 23.
2. Kies de draadloze netwerk instelling.
Raak de Draadloze Netwerk toets [WIRELESS
NETWORK] aan om de draadloze netwerk instelling in te schakelen.
3. Schakel Wi-Fi in.
Zorg ervoor dat WiFi aangeduid is met een groen
teken. Raak de Wi-Fi menu optie één keer lichtjes aan als dat niet het geval is, en wacht een
paar seconden. Het bedieningspaneel zoekt naar
beschikbare draadloze netwerken.
4. Stel een draadloze netwerk verbinding in en
beheer deze.
Het scherm zal een lijst van beschikbare netwerken
aangeven wanneer Wi-Fi aan is. Aandacht: Het
kan een paar seconden duren voordat de lijst met
draadloze netwerken verschijnt.
Zorg dat het keuzevakje van de menu optie op de
Netwerkinformatie aangeduid is met een groen
teken zodat het bedieningspaneel aangeeft wanneer een draadloos netwerk binnen bereik is en
beschikbaar is.
Aandacht: u heeft ook een eigen draadloos net-
werk nodig, inclusief een 802.11b/n router met
geactiveerde SSID broadcast (verborgen netwerken worden niet ondersteund).
Raak het gewenste netwerk lichtjes aan als een
lijst met netwerken verschijnt. Aandacht: u dient uw
netwerknaam te kennen (SSID). Als uw netwerk
een wachtwoord heeft, dient u ook het wachtwoord
te kennen.
Een informatievakje vraagt u of u verbinding met
het draadloze netwerk wilt maken. Raak dan
de toets Verbinden [CONNECT] aan om verbinding met het netwerk te maken of raak de toets
Annuleren [CANCEL] lichtjes aan om naar de lijst
met netwerken terug te keren. Raak het invulvakje
voor het wachtwoord lichtjes aan als het netwerk
een wachtwoord heeft. Er zal een toetsenbord
op het scherm verschijnen. Raak het keuzevakje
Toon Wachtwoord lichtjes aan om het wachtwoord
tijdens het typen te zien [SHOW PASSWORD].
Raadpleeg HOE DE TOUCHSCREEN TE
GEBRUIKEN op bladzijde 16 om het toetsenbord
te gebruiken.
Het WiFi menu optie zal aan de bovenkant van
het scherm het woord CONNECTED (verbonden)
aangeven wanneer het bedieningspaneel op een
draadloos netwerk aangesloten is. Raak dan de
terug toets op het bedieningspaneel aan om naar
de draadloze netwerk instelling terug te keren.
Kies het draadloze netwerk en raakt vervolgens de
Verbreken toets [FORGET] aan om het contact met
een draadloos netwerk te verbreken.
Indien u problemen ervaart bij het verbinding
maken met een gecodeerd netwerk, zorg er dan
voor dat uw wachtwoord juist is. Aandacht: wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
Aandacht: de iFit instelling ondersteunt onbe-
veiligde en beveiligde (WEP, WPA en WPA2)
coderingen. Een breedband verbinding wordt
aanbevolen, de werking hangt van de verbindingssnelheid af.
Aandacht: ga naar www.iFit.com/support voor hulp
als u na het volgen van deze instructies vragen
heeft.
5. Verlaat de draadloze netwerk instelling.
Raak de terug toets op het bedieningspaneel aan
om de draadloze netwerk instelling te verlaten.
25
Page 26
HOE HET STEREO GELUIDSSYSTEEM TE
GEBRUIKEN
Steek, om muziek of audioboeken door het geluidssysteem van het bedieningspaneel af te spelen, een
3,5mm mannelijk to 3,5mm mannelijk audiokabel (niet
meegeleverd) in de aansluiting op het bedieningspaneel en in de aansluiting op uw MP3-speler, CD-speler
of andere persoonlijke audio-speler. Zorg ervoor dat
de audiokabel volledig ingestoken is. Aandacht: u
kunt een audiokabel bij uw plaatselijke elektronicawinkel kopen.
Druk dan op de afspeeltoets op uw persoonlijke
audio-speler aan. Pas het
volume niveau op uw persoonlijke audio-speler aan
of raak de toetsen Volume
omhoog en omlaag op het
bedieningspaneel aan.
Verlagen
Verhogen
HOE DE INTERNET BROWSER TE GEBRUIKEN
Aandacht: om de browser te kunnen gebruiken dient u
toegang te hebben tot een draadloos netwerk inclusief
een 802.11b router met geactiveerde SSID broadcast
(verborgen netwerken worden niet ondersteund).
Raak het wereldbolletje naast de linker onderhoek van
het scherm aan om de browser te openen. Kies dan de
gewenste website.
Raak om naar de vorige web bladzijde terug te keren,
de terug toets op het bedieningspaneel of de Browser
Terug toets [BROWSER BACK] op het scherm aan.
Raak de thuis toets op het bedieningspaneel of de
Terug toets [RETURN] op het scherm aan om de browser te verlaten.
Raadpleeg HOE DE TOUCH SCREEN TE
GEBRUIKEN op bladzijde 16 om het toetsenbord te
gebruiken.
Als u een persoonlijke
CD-speler gebruikt en de CD slaat over, plaats de
CD-speler dan op de vloer of een ander vlak oppervlak
in plaats van op het bedieningspaneel.
Aandacht: de USB-poort aan de zijkant van het bedieningspaneel is uitsluitend voor firmware updates.
Schuif eerst uw vinger langs het scherm om indien
nodig de URL-balk te bekijken om een ander webadres
in de URL-balk in te voeren. Raak de URL-balk lichtjes
aan, gebruik het toetsenbord voor het invoeren van
het adres en raak vervolgens de toets Ga [GO] lichtjes
aan.
Aandacht: tijdens het gebruik van de browser, werken
de snelheidstoetsen [SPEED], de hellingtoetsen
[INCLINE], de ventilator en het volume nog steeds,
maar werken de workout toetsen niet.
Aandacht: ga naar www.iFit.com/support voor hulp
als u na het volgen van deze instructies vragen
heeft.
26
Page 27
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Zet de helling op nul procent voordat u de loopband inklapt om schade aan de loopband te
voorkomen. Verwijder dan de sleutel en trek het
stroomsnoer uit het stopcontact. OPGELET: u moet
op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen
optillen, of om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het onderstel stevig vast op de plaats die
door de pijl onder wordt aangegeven. OPGELET:
buig uw knieën en houd uw rug recht.
1
Onderstel
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst
op te klappen zoals aan de linkerkant staat beschreven. OPGELET: zorg dat de vergrendelknop in de
opslagpositie is vergrendeld. Er kunnen twee mensen voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel
vast en zet een voet tegen een van de wielen.
1
Onderstel
Handleuning
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de
opslagpositie vergrendelt. OPGELET: zorg dat de
vergrendelknop vastzit.
2
Onderstel
Vergrendel-
knop
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband
uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een
omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
Wiel
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband
op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan
voorzichtig naar de gewenste locatie. OPGELET:
verplaats de loopband niet zonder deze naar
achter te leunen, trek niet aan het onderstel en
verplaats de loopband niet over een ongelijke
ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de
loopband voorzichtig zakken.
LOOPBAND LATEN ZAKKEN VOOR GEBRUIK
1. Zie tekening 2. Houd de bovenkant van het onder-
stel van de loopband met uw rechterhand vast.
Trek vervolgens de vergrendelknop naar links.
BELANGRIJK: draai niet aan de vergrendelknop. Druk, indien nodig, het onderstel iets naar
voren. Draai het onderstel naar onderen en laat de
Vergrendelknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen onder-
stel stevig met beide handen vast en laat zakken
op de vloer. OPGELET: houd het onderstel niet
vast bij de plastic voetleuningen en laat het
onderstel niet los. Buig uw knieën en houd uw
rug recht.
27
Page 28
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen
met de onderstaande eenvoudige stappen opgelost
worden. Zoek het verschijnsel dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere
hulp nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
SYMPTOOM: het apparaat gaat niet aan
a. Zorg dat het snoer in een goed geaard stopcontact
is gestoken (zie bladzijde 14). Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan alleen een 3-draadig,
1 mm2 (maat 14) snoer dan niet langer is dan
1,5 m.
b. Nadat de stekker goed is ingestoken, zorg er dan
voor dat de sleutel goed in het bedieningspaneel
zit.
c. Controleer de stroomschakelaar op het onderstel
van de loopband bij het snoer. Als de schakelaar
uitsteekt zoals afgebeeld dan is de schakelaar
afgeslagen. Om de stroomschakelaar opnieuw in te
stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
SYMPTOOM: het displays van het bedieningspaneel blijven branden als u de sleutel uit het
bedieningspaneel trekt
a. Het bedieningspaneel kent een demoinsteling die
ontworpen is voor gebruik als de loopband in een
winkel geëtaleerd wordt. Als de displays blijven
branden wanneer u de sleutel uitrekt is de demoinstelling aan. Om de demoinstelling uit te schakelen,
blijft u een paar seconden lang op de Stoptoets
[STOP] drukken. Als de displays nog steeds branden, zie stap 5 op pagina 25 om de demoinstelling
uit te doen.
SYMPTOOM: de displays van het bedieningspaneel
werken niet naar behoren
a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
dan DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN. Plaats de loopband in de opslagstand (zie
DE LOOPBAND INKLAPPEN op pagina 27).
Verwijder vervolgens de twee aangegeven #8 x
3/4" Schroeven (1).
c
Doorgeslagen
SYMPTOOM: de stroom gaat tijdens het gebruik uit
a. Controleer de stroomschakelaar (zie de tekening
hierboven). Als de schakelaar is uitgeschakeld,
wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar
weer in.
b. Zorg dat het snoer goed ingestoken is. Als het
snoer ingestoken is, trekt u het snoer uit, wacht u
vijf minuten en steekt u het snoer weer in.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Raadpleeg de omslag van de gebruikershandle-
iding wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
Resetten
a
1
28
Page 29
Laat de loopband zakken (zie LOOPBAND
LATEN ZAKKEN VOOR GEBRUIK op pagina 27).
Verwijder de drie #8 x 3/4" Schroeven (1). Draai
dan voorzichtig de Motorkap (71) eraf.
1
71
Zoek de Snelheidssensor (52) en de Magneet
(50) aan de linkerkant van de Katrol (49). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3 mm
is. Indien nodig maakt u de #8 x 3/4" Tekschroef
(13) losser, beweegt u de Snelheidssensor lichtjes en maakt u de schroef weer vast. Maak de
Motorkap (niet afgebeeld) vast met de vijf #8 x 3/4"
Schroeven (niet afgebeeld) en laat de loopband
een paar minuten draaien om de snelheidsmeting
na te kijken.
SYMPTOOM: de loopband vertraagt als u erop
loopt
a. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan
alleen een 3-aansluiting, 1 mm2 (maat 14) snoer
dat niet langer is dan 1,5 m.
b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de
werking van de loopband verslechteren en kan de
loopband beschadigd raken. Verwijder de sleutel
en dan DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN. Draai beide afstelschroeven van
de ruststandrol een kwartslag naar links met de
inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet
u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het
loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de
loopband in het midden zit. Haal dan de stekker
uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de
loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de
loopband goed vastzit.
b
5–7 cm
Boven-
aanzicht
3 mm
52
13
SYMPTOOM: de helling van de loopband wijzigt
niet goed
a. Kalibreer het hellingsysteem opnieuw (zie stap 4
op pagina 24).
50
49
Afstelschroeven van de Ruststandrol
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: behandel de band of het loopplatform nooit met siliconenspray of enig
ander middel tenzij dit is opgegeven door een
bevoegde onderhoudsvertegenwoordiger.
Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit van
de loopband verslechteren en leiden tot overmatige slijtage. Als u vermoedt dat de loopband
aanvullende smering nodig heeft, raadpleegt u de
omslag van deze handleiding.
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze
handleiding.
29
Page 30
SYMPTOOM: de loopband zit niet in het midden en
slipt als er op wordt gelopen
a. Als de loopband zich niet in het midden
begeeft, dient u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE
HALEN. Als de loopband naar links is verschoven, kunt u de inbussleutel gebruiken om de linker
bijstelschroef van de ruststandrol een halve slag
naar rechts te draaien; als de loopband naar rechts is verschoven kunt u de linker bijstelschroef van de ruststandrol een halve slag naar
links draaien. Zorg dat u de loopband niet te vast
draait. Haal dan de stekker uit het stopcontact.
Plaats de sleutel en laat de loopband een paar
minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed in het
midden zit.
SYMPTOOM: de iFit modus werkt niet naar behoren
a. Als de iFit modus niet naar behoren werkt, dient
u erop te letten dat de loopband de allernieuwste
firmware heeft (zie stap 3 op pagina 24).
SYMPTOOM: de loopband maakt geen verbinding
met het draadloze netwerk
a. Zorg dat de draadloze instellingen op uw bedie-
ningspaneel juist zijn (zie stap 4 op pagina 25).
b. Zorg dat de instellingen voor uw draadloze netwerk
juist zijn.
c. Als u aanvullende vragen heeft, raadpleegt u de
omslag van deze handleiding.
a
b. Als de loopband slipt als erop wordt gelopen,
dient u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN.
Draai beide bijstelschroeven van de ruststandrol
een kwartslag naar rechts met de inbussleutel. Als
de loopband goed vastzit moet u elke rand van de
loopband 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen
optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden
zit. Steek dan de stekker in het stopcontact. Plaats
de sleutel en laat de loopband een paar minuten
lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
SYMPTOOM: De toetsen op het scherm werken niet
goed
a. Als het scherm niet goed is gekalibreerd, zal het
moeilijk zijn om lichtjex op de juiste toetsen op het
scherm te drukken. Zie stap 4 op pagina 26 op het
bedieningspaneel om het scherm te kalibreren.
b
30
Page 31
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander
oefeningenprogramma, dient u een arts te
consulteren. Dit is vooral belangrijk voor
personen boven de 35 jaar of personen met
bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat.
Diverse factoren kunnen invloed hebben op
nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De
polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel
bij de oefening voor het bepalen van de hartslag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensiteit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en
vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobicoefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote
hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere perioden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit
van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van
het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren
van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel
voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag
gebruiken als gids voor het vinden van het juiste
intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen hartslagen voor het verbranden van vet en
voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstroming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningenprogramma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regelmatig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maximaal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefeningen de sleutel tot uw succes is.
Page 32
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strekken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij
van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achillespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achtervoet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg
uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende
15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespezen en enkels.
1
2
3
4
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5
Page 33
AANTEKENINGEN
33
Page 34
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr. NETL22711.1 R0813A
1 72 #8 x 3/4" Schroef
2 2 5/16" x 3 3/4" Schroef
3 1 3/8" x 2" Bout
4 4 5/16" x 2" Schroef
5 4 5/16" x 1 1/2" Schroef
6 1 3/8" x 1 3/4" Bout
7 4 3/8" x 2 3/4" Schroef
8 4 3/8" x 1 1/4" Schroef
9 13 #8 x 1/2" Aardingschroef
10 10 5/16" Stertussenring
11 2 3/8" Moer
12 4 3/8" Stertussenring
13 29 #8 x 3/4" Tekschroef
14 1 3/8" x 1 1/2" Bout
15 4 #10 x 3/4" Schroef
16 2 Bijstelschroef van de Ruststandrol
17 1 3/8" x 1 1/2" Inbusbout
18 2 3/8" x 2" Wielbout
19 8 Kabeldraad
20 2 #8 x 1 3/4" Schroef
21 9 #8 x 7/16" Schroef
22 2 5/16" Schroef van de Motor
23 2 1/2" x 2 1/2" Bout
24 2 3/8" x 1" Bout
25 2 5/16" x 1 3/4" Schouderbout
26 2 5/16" x 1 1/4" Bout
27 16 5/16" x 3 1/4" Schroef
28 1 1/4" x 1" Schroef
29 1 1/4" Stertussenring
30 4 #10 Stertussenring
31 2 5/16" Platte Tussenring
32 6 5/16" Tussenring
33 2 1/2" Moer
34 6 3/8" Slotmoer
35 10 5/16" Moer
36 3 Kapclip
37 1 Kapje van het Linkeronderstel
38 2 Invoegstuk van de Voetrail
39 1 Linker Voetleuningkussentje
40 1 Linker Voetleuningbasis
41 1 Kapje van het Linkeronderstel
42 8 Beugel van het Loopvlak
43 1 Vergrendelwaarschuwingssticker
44 1 Loopvlak
45 1 Loopband
46 2 Riemgeleider
47 2 Voorste Kussen
48 4 Binddraad
49 1 Aandrijfrol/Katrol
50 1 Magneet
51 1 Klem van de Snelheidssensor
52 1 Snelheidssensor
53 1 Opbergvergrendeling
54 1 Aandrijfmotor
55 1 Riem van de Motor
56 1 Onderstel
57 1 Rechter Framekap
58 6 Kussen van het Loopvlak
59 2 Doorvoerhuls van het Loopvlak
60 2 Achterste Stelvoet
61 1 Ruststandrol
62 1 Rechter Voetleuningkussentje
63 1 Korte Inbussleutel
64 1 Sleutel/Clip
65 1 Achterste Onderstelkap
66 2 Achterste Stelvoetkap
67 4 #8 x 1 1/4" Schroef
68 1 Rechter Voetleuningbasis
69 1 Kapje van het Rechteronderstel
70 2 Kap van de Handleuning
71 1 Motorkap
72 1 Kaphoes
73 2 Tussenstuk van het Hellingonderstel
74 1 Hellingmotor
75 1 Hellingonderstel
76 2 Tussenstuk van het Onderstel
77 1 Controller
78 2 Kappaal
79 1 Elektronische Plaat
80 1 Stroomsnoer
81 1 Doorvoerhuls
82 1 Schakelaar
83 1 Onderpan
84 1 Draad van de Staander
85 1 Linker Bovenste Kap van het
Handleuning
86 1 Rechter Bovenste Kap van het
Handleuning
87 1 Linker Handleuning
88 1 Rechter Handleuning
89 1 Linker Staander
90 1 Rechter Staander
91 3 Waarschuwingssticker
92 1 Linker Kapje van het Basis
93 1 Rechter Kapje van het Basis
94 1 Aardingsdraad van de Basis
95 1 Borstriem
96 1 Linker Wieldop
97 1 Basis
98 4 Kussentje van de Basis
99 1 Sensor
100 1 Rechter Wieldop
34
Page 35
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
101 2 Wiel
102 1 Basis van het
Bedieningspaneel
103 1 Bedieningspaneel
104 1 Achterkant van het
Bedieningspaneel
105 1 Ventilator
106 2 Tussenstuk van de
Handleuning
107 1 Onderstel van het Onderstel
108 1 Bovenkant van de Sensorstang
109 1 Aardingsdraad van de Polssensor
110 1 Onderkant van de Stang voor de
Hartslag
111 2 1/2” Moer van de Achterste Stelvoet
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet getoond.
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden
gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet
worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het verwerken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.