NordicTrack NETL227111 Owner's Manual

Page 1
Modelnr. NETL22711.1 Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven voor verdere raadpleging.
serienummer
KLANTENDIENST
Neem contact op met de Klantendienst (zie informatie hieronder) of neem contact op met de winkel waar u dit product gekocht heeft wanneer u nog vragen heeft of wanneer er onderdelen ontbreken of beschadigd zijn.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
4021 529 7186
Maandag-Vrijdag 08:00-20:00 GMT; Zaterdag 09:00-13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
csuk@iconeurope.com
OPGELET
Lees voor gebruik van dit apparaat alle instructies en voorzorgsmaatregelen in deze handleiding. Bewaar deze hand­leiding voor verdere raadpleging.
www.iconeurope.com
Page 2
252913
256837
Dutch
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA ...........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
DE HARTSLAG MONITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
GEBRUIK EN BIJSTELLEN ..................................................................14
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn met dit product inbegrepen. Plak de stickers op de aangege­ven plaatsen over de Engelse waarschuwingen heen. De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Raadpleeg de
laatste pagina van deze handleiding wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een vervangende sticker. Plak de sticker op de aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s) worden
niet op ware grootte weergegeven.
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
Android is een handelsmerk van Google Inc. Het gebruik van dit handelsmerk
is onderhevig aan toestemming van Google.
2
Page 3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees, om het risico tot ernstig letsel te verminderen, alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u deze gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar, of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar zich ervan te overtuigen dat alle gebruikers van de loopband voldoende op de hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals voorgeschreven.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage, op een overdekt terras of bij water.
5. Plaats de loopband op een vlakke onder­grond met minstens 2,4 m ruimte rondom, ruimte achter de loopband en 0,6 m ruimte aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor dat de loopband geen luchtopeningen of luchtroosters blokkeert. Leg een matje onder de loopband om uw vloer of de vloerbe­dekking te beschermen.
10. Draag de juiste kleding bij gebruik van de loopband. Draag geen losse kleding die verstrikt kan raken in de loopband. Atletisch ondersteunende kleding wordt aanbevo­len voor zowel mannen als vrouwen. Draag altijd trainingsschoenen. Gebruik de loop­band nooit met blote voeten, sokken of met sandalen.
11. Steek de stekker alleen in een geaard stop­contact (zie pagina 14). Geen enkel ander apparaat moet zich op dezelfde groep bevinden.
12. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan alleen een 3-aansluiting, 1 mm2 (maat
14) snoer dan niet langer is dan 1,5 meter.
13. Houd de stekker bij hete oppervlaktes vandaan.
14. Loop nooit op de loopband wanneer de elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband niet wanneer het elektrische snoer of de stekker beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOSSEN op pagina 28 als de loopband niet goed werkt.)
6. Gebruik de loopband niet waar spuitbus­sen gebruikt worden of waar zuurstof wordt toegevoegd.
7. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
8. De loopband kan alleen door mensen die 159 kg of minder wegen worden gebruikt.
9. Laat nooit meer dan één persoon de loop­band gebruiken.
15. Lees de noodstopprocedure grondig door en test de procedure voordat u de loopband gebruikt (raadpleeg HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op pagina 16).
16. Start de loopband nooit wanneer u op de loopband staat. Houd u altijd vast aan de handleuningen wanneer u de loopband gebruikt.
17. De loopband kan een hoge snelheid bereiken. Stel de snelheid geleidelijk af om schokk­ende versnellingen te voorkomen.
3
Page 4
18. De hartslagmonitor is geen medisch instru­ment. Bepaalde factoren zoals bewegingen, kunnen de juistheid van de metingen aantas­ten. De hartslagmonitor dient slechts om een algemene hartslagtrend te meten, als hulp­middel bij uw oefeningen.
19. Laat de loopband nooit zonder toezicht ronddraaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de stekker uit het stopcontact, en zet de schakelaar [OFF] in de uitstand wanneer u de loopband niet gebruikt. (Zie de tekening op pagina 5 voor de locatie van de schakelaar.)
20. Voltooi eerst de montage van de loopband voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst. (Zie MONTAGE op pagina 7 en HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pagina 27.) U moet op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de loopband te verplaatsen.
22. Steek geen enkel voorwerp in een opening van de loopband.
23. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
24. GEVAAR: trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon­tact. Doe dit ook bij het schoonmaken van de loopband, voor het plegen van onderhoud en voor het afstellen zoals staat beschreven in deze handleiding. Verwijder nooit de motorkap tenzij een technicus dat aangeeft. Onderhoud, anders dan de procedures in deze handleiding, dient uitsluitend te worden uitgevoerd door een erkende onderhoudsvertegenwoordiger.
25. Deze loopband is alleen voor gebruik in huis bedoeld. Gebruik de loopband niet commer­cieel of voor verhuur.
21. Bij het vouwen of verschuiven van de loopband dient u erop te letten dat de opbergvergrendeling het onderstel stevig in de opslagstand houdt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
26. Te veel oefeningen doen kan leiden tot ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt of duizelig wordt tijdens het oefenen, dient u onmiddellijk te stoppen en af te koelen.
4
Page 5
VOORDAT U BEGINT
Dank u dat u hebt gekozen voor de revolutionaire NORDICTRACK® T22.0 loopband. Deze T22.0 loop­band biedt een reeks aan indrukwekkende functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen effectiever en leuker te maken. Als u geen oefeningen doet, kunt u deze unieke loopband opvouwen, waardoor deze minder dan de helft van de ruimte inneemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
Lengte: 206 cm Breedte: 94 cm
Handleuning
Staander
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt. Noteer het productnummer en het serienummer voor­dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de stickers met het productnummer en het serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningspaneel
Lade
Hartslag Monitor
Sleutel/Clip
Loopband
Voetleuning
Afstelschroeven van de Ruststandrol
Schakelaar
Kussen van het Loopvlak
5
Page 6
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus­sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
5/16"
Stertussenring
(10)–10
3/8" x 1 1/4"
Schroef (8)–4
3/8"
Stertussenring
(12)–4
5/16" x 2" Schroef (4)–4 3/8" x 2" Bout (3)–1
3/8" Moer (11)–2
5/16" x 1 1/2"
Schroef (5)–4
3/8" x 2 3/4" Schroef (7)–4
#8 x 1/2"
Aardingschroef
(9)–1
3/8" x 1 3/4" Bout (6)–1
#8 x 3/4"
Schroef (1)–4
5/16" x 3 3/4" Schroef (2)–2
6
Page 7
MONTAGE
• Montage moet door twee personen worden uitgevoerd.
• Plaats de loopband op een open plek en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het verpakkings­materiaal niet weg totdat u de loopband volledig hebt gemonteerd.
• De onderkant van de loopriem van de loopband is voor een goede werking bedekt met een smeer­middel. Tijdens het vervoer kan een klein beetje smeermiddel aan de bovenkant van de loopriem of de verpakkingsmateriaal terecht zijn gekomen. Dit is normaal. Als er zich smeermiddel op de bovenkant van de loopriem bevindt, kunt u deze eenvoudigweg afvegen met een zachte doek en een reiniger zonder schuurmiddel.
1. Zorg dat het stroomsnoer niet op het stop-
contact is aangesloten.
Om de vloer of de vloerbedekking tegen schade
te beschermen, kunt u een stuk karton onder de achterkant van het Onderstel (56) plaatsen.
• Voor het herkennen van de kleine onderdelen, kijkt u op pagina 6.
• Het volgende gereedschap kan voor de montage nodig zijn:
de meegeleverde inbusleutels
een instelbare sleutel
een Philips schroevendraaier
Om schade aan onderdelen te vermijden, moet u geen elektrisch gereedschap bij het monteren gebruiken.
1
Maak de Linker Wieldop (96) aan de linker-
kant van de Basis (97) vast met twee #8 x 3/4" Schroeven (1).
Bevestig de Rechter Wieldop (niet afge-
beeld) vast aan de Basis (97) zoals hierboven beschreven is.
2. Trek de Draad van de Staander (84) en de Aardingsdraad van de Basis (94) door het aan­gegeven gat in de Basis (97).
Bevestig de Aardingsdraad van de Basis (94)
vast aan de Basis (97) met een #8 x 1/2" Aardingsschroef (9).
Plaats de Doorvoerhuls (81) in het vierkante gat
in de Basis (97).
97
1
96
2
81
Gat
84
56
Karton
94
9
97
7
Page 8
3. Zoek de Linker Staander (89) die staat aan­gegeven met “Left” (L of Left geeft links aan; R of Right geeft rechts aan). Laat een tweede persoon de Linker Staander naast de Basis (97) vasthouden.
3
84
89
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad-
band in de Linker Staander (89) stevig rond het uiteinde van de Draad van de Staander (84) vast. Trek dan aan het andere eind van de draadband totdat de Draad van de Staander door de Linker Staander is getrokken.
4. Houd de Linker Staander (89) tegen de Basis (97) vast. Zorg dat u de bedrading niet beklemt. Plaats, indien nodig de Aardingsdraad van de Basis (94) in het gaat aan de zijkant van de Linker Staander. Steek dan twee 3/8" x 2 3/4" Schroeven (7) en twee 3/8" x 1 1/4" Schroeven (8) met twee 3/8" Stertussenringen (12) in de Linker Staander.
Bind-
draad
Bind-
draad
89
84
97
4
84
Draai de 3/8" x 2 3/4" Schroeven (7) en de 3/8"
x 1 1/4" Schroeven (8) gedeeltelijk totdat de kop­pen van de Schroeven de Linker Staander (89) raken. Draai de Schroeven nog niet te vast. Aandacht: het kan handig zijn om een Korte Inbussleutel (113) te gebruiken op de aangege­ven Schroef.
Maak de Rechter Staander (niet getoond) op
dezelfde manier vast. Aandacht: er zitten geen draden aan de rechterkant.
12
8
94
89
12
7
113
97
8
Page 9
5. Zoek de Linker en Rechter Kapjes van het Basis (92, 93). Schuif de Linkerkap van de Basis op de Linker Staander (89). Schuif de Rechterkap van de Basis op de Rechter Staander (90). Druk de
Kapjes van de Basis nog niet op hun plaats.
5
90
6. Houd het bedieningspaneel met de hulp van een tweede persoon dichtbij de Linker Staander (89).
Verbind de Draad van de Staander (84) met de
draad van het bedieningspaneel. Raadpleeg
de inzet-tekening. De connectoren zouden makkelijk samen moeten glijden en op hun plaats moeten klikken. Als dit niet gebeurt,
dient u een van de verbindingsstukken te draaien en het nog eens te proberen. ALS U
DE VERBINDINGSSTUKKEN NIET GOED VERBINDT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM WORDT AANGEZET. Verwijder de draadband
uit de Draad van de Staander.
89
92
6
Bedieningspaneelmodule
93
84
Bind-
draad
Draad
van het
Bedien-
ings-
paneel
89
9
Page 10
7. Steek de draden in de Linker Staander (89) terwijl u het Bedieningspaneel op de Linker en Rechter Staanders (89, 90) plaatst. Zorg
ervoor dat de Draad van de Staander (84) niet bekneld raakt.
Bevestig het bedieningspaneel vast met vier
5/16" x 1 1/2" Schroeven (5) en vier 5/16" Stertussenringen (10). Draai alle vier de
schroeven en draai ze vast.
7
Bedienings-
paneelmodule
5
10
5
10
8. Zoek de Linker Handleuning (87) die staat aangegeven met "Left" (L of Left geeft links aan; R of Right geeft rechts aan). Schuif de Linker Handleuning tussen het bedieningspaneel en de polssensorrmodule.
Bevestig de Linker Handleuning (87) met twee
5/16" x 2" Schroeven (4), een 5/16" x 3 3/4" Schroef (2), en drie 5/16" Stertussenringen (10) zoals afgebeeld. Draai alle drie de schroeven
en draai ze vast.
Maak de Rechter Handleuning (niet getoond)
op de hierboven beschreven wijze vast aan het bedieningspaneel.
84
89
8
Bedienings-
paneelmodule
Polssensormodule
10
4
10
90
87
10
2
4
Page 11
9. Draai de vier 3/8" x 2 3/4" Schroeven (7) ste­vig vast en draai daarna de vier 3/8" x 1 1/4" Schroeven (8) (alleen één kant wordt getoond) goed vast.
Druk de Linker en Rechter Kapjes van de Basis
(92, 93) op de Basis (97) tot ze op hun plaats klikken.
9
93
92
7
8
97
10. Breng daarna het Onderstel (56) omhoog, tot de positie die is afgebeeld. Laat een tweede per-
soon het Onderstel vasthouden totdat stap 12 voltooid is.
Richt de Opbergvergrendeling (53) zo dat de
grote loop en de vergrendelingsknop zich in de afgebeelde posities bevinden.
Bevestig het onderste uiteinde van de
Opbergvergrendeling (53) aan de Basis (97) met een 3/8" x 2" Bout (3) en een 3/8" Moer (11).
10
Vergren-
delknop
53
97
56
11
3
Grote
loop
11
Page 12
11. Bevestig het bovenste uiteinde van de Opbergvergrendeling (53) aan de Onderstel (56) met een 3/8" x 1 3/4" Bout (6) en een 3/8" Moer (11). Aandacht: het kan nodig zijn om het Onderstel heen en weer te schuiven om de Opbergvergrendeling uit te lijnen met het Onderstel.
11
56
12. Verwijder het plastic verpakkingsmateriaal van de onderkant van het Onderstel (56).
Raadpleeg de inzet-tekening. Zorg dat de
1/2" Moeren van de Achterste Stelvoet (111) helemaal zijn vastgedraaid op de Achterste Stelvoeten (60). Draai dan de twee Achterste Stelvoeten helemaal vast in het Onderstel (56).
Breng het Onderstel (56) naar beneden (zie
LOOPBAND LATEN ZAKKEN VOOR GEBRUIK op pagina 27).
Indien een van de Achterste Stelvoeten (60) niet
plat op de grond staat, draait u de Stelvoet totdat deze op de vloer rust en maakt u de 1/2" Moer van de Achterste Stelvoet (111) vast tegen het Onderstel (56).
12
56
60
111
60
11
6
53
56
60
13. Zorg dat alle delen goed vastzitten voordat u de loopband gebruikt. Als er zich lagen plastic op de loop- bandstickers bevinden, dient u het plastic te verwijderen. Plaats een mat onder de loopband om de vloer of het vloerkleed te beschermen. Aandacht: er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Berg de inbussleutel goed op; de inbussleutel wordt gebruikt om de loopband mee af te stellen (zie pagina’s 29 en 30).
12
Page 13
DE HARTSLAG MONITOR
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor heeft een borstkas­band en een sensor.
Steekdeapin
ene uiteinde van de borstkas-band in het ene uiteinde van de sensor, zoals afge­beeld in de tekening. Druk dan het uit­einde van de sensor onder de gesp van de borstkas-band.
Deapmoetgelijk
zijn met de voorkant van de sensor.
De hartslag moni­tor moet onder uw kleding gedragen worden, strak tegen uw huid. Draag de hartslag monitor in de aangegeven plaats rond uw borst­kas. Zorg ervoor dat de logo naar buiten wijst. Maak dan het andere uit­einde van de borstkas-band op de sensor vast. Stel de lengte van de borstkas-band bij mocht dat nodig zijn.
Flaps
Borstkas-
Sensor
band
Sensor
Flap
Gesp
•Steldehartslagmonitornietlangdurigblootaan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
•Buigenrekdesensortijdenshetgebruikofhet
opbergen van de hartslag monitor niet te veel.
•Maakdesensorschoonmeteenzachtedoekeneen
beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met een zachte doek en droog deze goed af. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of chemische producten om de sensor schoon te maken. U kunt de borstkas­band met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wan­neer de hartslag monitor niet goed werkt.
•Zorgervoordatudehartslagmonitorgoeddraagt
zoals hier links is beschreven. Verplaats de hartslag monitor wat naar boven of naar beneden wanneer u de borstkas-hartslag monitor niet goed werkt.
•Maakdeelektrodesopnieuwwatnatwanneerde
hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te transpireren.
•Voordegoedeweergavevandehartslagmetingen
moet de gebruiker zich op minder dan een armlengte van het bedieningspaneel bevinden.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en zoek naar de twee elektrodes met de kleine randjes. Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof, zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
•Droogdesensorgoedafnaiedergebruik.Door
vocht blijft de sensor langer dan nodig branden en zodoende zullen de batterijen sneller leeg lopen.
•Bewaardehartslagmonitoropeenwarmeendroge
plaats. Bewaar de harslag monitor niet in een plastic zak of andere verpakking die vocht kan vasthouden.
•Alserzicheenbatterijdekseltjeaandeactherkant
van de sensor bevindt, vervang dan de batterij met een batterij van hetzelfde type.
•Dehartslagmonitorisontwikkeldvoormensenmet
een normale hartslag. Problemen met de hartslag­meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin­gen, of aritmie.
•Dewerkingvandehartslagmonitorkanbeïnvloed
worden door magnetische storingen die door hoog­spanningsdraden en andere elektromagnetische bronnen veroorzaakt kunnen worden. Verplaats het
tness-apparaatalsuvermoedtdatditdeoorzaakis.
13
Page 14
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
UK
UK
DU GR RU HU CZ
AUS
TYPE F
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische schok leiden. Laat een elektriciën de aarding nakijken als u niet zeker weet of het stopcon­tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen aan de stekker van het apparaat aan. Laat een elektriciën een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past.
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische schok te verminderen. Een snoer en een geaarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het stopcontact van de loopband.
Stopcontact van
de Loopband
Snoer
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen.
Stopcontact
14
Page 15
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
Audio-aansluiting
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie­ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere talen op het meegeleverde stickervel. Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt indruk­wekkende mogelijkheden die ontworpen zijn om uw workouts doeltreffender en prettiger te maken. Het bedieningspaneel heeft ook een iFit instelling zodat de loopband op uw draadloos netwerk aangesloten kan worden. U kunt, met de iFit instelling, oefenin­gen downloaden, uw eigen oefeningen samenstellen, resultaten van uw oefening bijhouden, tegen andere hardlopers racen en vele andere mogelijkheden raad­plegen. Ga naar www.iFit.com voor meer
informatie.
Het bedieningspaneel heeft tevens workouts, acht calorie workouts, acht intensiteit workouts, acht snel­heidsworkouts, acht helling workouts en zes iFit demo workouts. Elke workout regelt automatisch de snelheid en de helling van de loopband terwijl u door een effec­tieve oefensessie geleid wordt. U kunt ook nog een na
te streven tijd, afstand, calorie of tempo doel instellen. U kunt wanneer u de handmatige instelling gebruikt de snelheid en de hellingstand van de loopband verande­ren door een toets aan te raken.
Tijdens de oefening zal het bedieningspaneel directe feedback over uw oefening geven. U kunt, door gebruik te maken van de handgreep met hartslagmonitor of door middel van de borstkas hartslagmonitor, zelfs uw hartslag meten.
U kunt zelfs tijdens het oefenen, door gebruik te maken van het stereogeluidssysteem van het bedieningspa­neel, op internet kijken of naar uw favoriete workout muziek of audioboeken luisteren.
Om de elektriciteit in te schakelen, zie bladzijde 16. Om te leren hoe de touch screen te gebruiken, zie
bladzijde 16. Om het bedieningspaneel in te stellen, zie bladzijde 17.
Aandacht: het bedieningspaneel kan de snelheid en de afstand in kilometers of mijlen aangeven. Kijk welke meeteenheid gekozen is, zie stap 4 op bladzijde 23. Om het eenvoudig te houden zijn alle instructies in deze handleiding in kilometers aangegeven.
15
Page 16
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
HOE DE TOUCHSCREEN TE GEBRUIKEN
BELANGRIJK: laat de loopband, wanneer deze aan koude temperaturen blootgesteld is geweest, tot kamertemperatuur komen voordat u de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet, kunt u het bedie­ningspaneel of andere elektrische componenten beschadigen.
Steek het snoer in het stopcontact (zie bladzijde
14). Zoek vervolgens naar de stroomschakelaar bij het snoer op het onderstel van de loopband. Druk de stroom­schakelaar in de resetstand [RESET].
BELANGRIJK: het bedieningspaneel biedt een demo-instelling, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. Als de displays oplichten zodra het snoer ingestoken wordt en de stroomschakelaar in de resetstand gezet is, dan gaat de demo-instelling aan. Raak de stoptoets enkele seconden lang aan om de demo­instelling uit te schakelen. Raadpleeg stap 5 op bladzijde 23 om de demo-instelling uit te schakelen wanneer de displays blijven branden.
Ga vervolgens op de voetrails van de loopband staan. Zoek naar de klip die aan de sleutel vastzit en schuif de klip aan de taille­band van uw kleding. Steek dan de sleutel in het bedieningspaneel.
Aandacht: Kort daarna zal het bedieningspa­neel klaar zijn voor gebruik. BELANGRIJK: bij een noodsituatie kunt u aan de sleutel van het bedie­ningspaneel trekken, zodat de loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de klip door voorzichtig een paar stappen achteruit te zetten totdat de sleu­tel uit het bedieningspaneel getrokken wordt. Stel de lengte van de klip bij, als de sleutel niet uit het bedieningspaneel komt.
Resetten
Sleutel
Klip
Het bedieningspaneel heeft een tablet met een touch screen vol kleuren. De volgende informatie zal u helpen vertrouwd te raken met de geavanceerde tech­nologie van het apparaat:
Het bedieningspaneel werkt op dezelfde wijze
als andere tablets. U kunt met uw vinger langs het scherm schuiven of erop tikken om bepaalde beelden op het scherm, zoals de displays in een workout (zie stap 5 op bladzijde 18) te bewegen. U kunt echter niet in- of uitzoomen door met uw vinger over het scherm te schuiven.
Het scherm is niet drukgevoelig. U hoeft niet hard
op het scherm te drukken.
Raak het invulvakje aan om het toetsenbord te
kunnen zien en informatie in een invulvakje te typen. Raak de toets ?123 aan om nummers of andere tekens op het toetsenbord te gebruiken. Raak de Alt-toets aan om meer tekens te zien. Raak opnieuw de Alt-toets aan om naar het num­mertoetsenbord terug te keren. Raak de ABC toets aan om naar het lettertoetsenbord terug te keren. Raak de toets met de pijl die naar boven wijst aan om een hoofdletter te gebruiken. Raak nogmaals de pijl toets aan om meerdere hoofdletters te gebruiken. Raak een derde keer de pijl toets aan om naar het toetsenboord met kleine letters terug te keren. Raak de toets met de pijl naar beneden en een X aan om het laatste teken te wissen.
• Gebruik de toets op het bedieningspaneel hieron-
der om het tablet te besturen. Raak de Terug toets aan om naar het vorige scherm terug te gaan. Druk de Thuis toets om naar het hoofdscherm terug te keren. Aandacht: De middelste toets heeft geen functie.
Terug Thuis
16
Page 17
HOE HET BEDIENINGSPANEEL IN TE STELLEN
Voordat u de loopband voor de eerste keer kunt gebruiken, dient u het bedieningspaneel in te stellen.
1. Maak een verbinding met uw draadloze netwerk.
Aandacht: u moet eerst op een draadloos netwerk
aangesloten zijn om op internet te kunnen kijken, iFit workouts te kunnen downloaden, en andere mogelijkheden van het bedieningspaneel te kun­nen gebruiken. Raadpleeg HOE DE DRAADLOOS NETWERK INSTELLING TE GEBRUIKEN op blad­zijde 25 om het bedieningspaneel op uw draadloos netwerk aan te sluiten.
2. Controleer op firmware updates.
Bekijk stap 1 op bladzijde 23 en stap 2 op bladzijde
24 en kies de onderhoud instelling. Raadpleeg dan stap 3 op bladzijde 24 en controleer op firmware updates.
3. IJk het hellingsysteem.
Zie stap 4 op bladzijde 24 en ijk het hellingsysteem
van de loopband.
Voer vervolgens een gebruiksnaam en wachtwoord
en uw email adres in. Vul de activeringscode in uit de iFit brochure die bij de loopband meegeleverd werd. Druk op het Plaats van Aankoop drop­down menu voor een lijst met opties. Druk dan de plaats waar u dit product gekocht heeft. Druk op de woorden medische disclaimer [MEDICAL DISCLAIMER], lees deze disclaimer, raak de Ik Accepteer toets [I ACCEPT] toets aan , en con­troleer de medische disclaimer checkbox. Raak dan de Activeringscode Bevestigen [CONFIRM ACTIVATION CODE] toets aan.
Voer de nodige persoonlijke informatie in. Raak de
Klaar [FINISH] toets aan wanneer u alle informatie ingevoerd heeft. Raak dan de Thuis toets op het bedieningspaneel aan om de browser te verlaten.
Het bedieningspaneel is nu klaar om met oefenen te beginnen. De volgende bladzijdes leggen de verschil­lende workouts en de andere mogelijkheden van het bedieningspaneel uit.
Om de handmatige instelling te gebruiken, zie blad­zijde 18. Om een workout te gebruiken, zie bladzijde
20. Om een workout met een na te streven doel te
gebruiken, raadpleeg bladzijde 21. Om een iFit wor­kout te gebruiken, zie bladzijde 22.
4. Maak een iFit account aan. Create an iFit account.
Aandacht: het kan zijn dat www.iFit.com niet in uw
taal beschikbaar is.
Raak het wereldbolletje linksonder in het scherm
en de iFit toets aan.
Aandacht: voor informatie hoe de browser te
gebruiken, zie bladzijde 26. De browser zal met de iFit.com home page openen. Raak de Registratie toets [REGISTER] in de rechter bovenhoek van het scherm aan.
De browser zal de iFit.com registratie bladzijde
openen. Raak een invulvakjeje aan om het toetsen­bord te bekijken. Schuif uw vinger naar boven of naar beneden om de bladzijde naar boven of naar beneden te scrollen.
Om de apparaat instellingen te gebruiken, zie blad­zijde 23. Om de onderhoud instelling te gebruiken, zie bladzijde 24. Om de draadloze netwerk instel-
ling te gebruiken, zie bladzijde 25. Om het stereo geluidssysteem te gebruiken, zie bladzijde 26. Om de internet browser te gebruiken, zie bladzijde 26.
BELANGRIJK: als er velletjes plastic op het bedie­ningspaneel zitten, verwijder die dan. Draag alleen schone schoenen wanneer u de loopband gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te voorko­men. De eerste keer dat u de loopband gebruikt, dient u de uitlijning van de loopband te bekijken en het midden van de loopband aan te passen indien dit nodig is (zie bladzijde 30).
17
Page 18
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 16. Aandacht: het kan even duren
voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
2. Kies het hoofdmenu.
Wanneer u de
stroom inscha­kelt zal, na het opstarten van het bedie­ningspaneel, het hoofdmenu verschijnen.
5. Volg uw voortgang.
Het bedienings-
paneel biedt verschillende displayopties. De gekozen display instel­ling zal bepalen welke informa­tie aangegeven wordt. Tik op het scherm of schuif ermee om de gekozen display instelling te kiezen (zie bladzijde
16). U kunt ook aanvullende informatie zien door de rode vakjes op het scherm lichtjes aan te raken.
Het scherm kan de volgende workout informatie
aangeven als u op de loopband loopt of rent:
De hellingstand [INCLINE %] van de loopband
3. Start de loopband en stel de snelheid in.
Raak de Starttoets op het scherm of de Starttoets
[START] op het bedieningspaneel aan om de loop­band te starten. U kunt ook de Handmatige toets [MANUAL] op het bedieningspaneel, en dan de Hervatten toets [RESUME] op het scherm aan­raken. De loopband begint met een snelheid van 2 Km/u te draaien. Tijdens het oefenen kunt u de snelheid van de loopband naar wens aanpassen door de Snelheidstoename [SPEED] en -afname toetsen aan te raken. Steeds als u een van de toetsen aanraakt, zal de snelheidsinstelling met 0,1 Km/u wijzigen; als u op een toets blijft drukken, dan verandert de snelheid met stapjes van 0,5 Km/u.
Indien u een van de genummerde 1-stap
Snelheidstoetsen [1 STEP SPEED] aanraakt, dan zal de snelheid van de loopband geleidelijk aan­gepast worden tot de gewenste snelheidsinstelling bereikt is.
Raak de Stoptoets aan om de loopband te stoppen
[STOP]. Raak de Starttoets aan om de loopband opnieuw te starten.
De verlopen tijd [TIME ELAPSED]
De resterende tijd [TIME LEFT] (Opmerking: De
handmatige instelling heeft geen aftelling van de resterende tijd.)
Het bij benadering aantal verbrande calorieën
[CALORIES BURNED]
Het bij benadering aantal verbrande calorieën
per uur [CALORIES PER HOUR].
De afstand [KILOMETERS] die u gewandeld of
gelopen heeft
Het aantal verticale geklommen meters
[VERTICAL METERS]
De snelheid [SPEED] van de loopband
Een piste van 400 m (1/4 mile)
Uw snelheid per kilometer in minuten [PACE].
Uw huidige rondenummer [LAP NO.]
4. Verander desgewenst de hellingstand van de loopband.
Raak de Hellingtoename of –afname toetsen of
een van de 1-stap Helling/Afdalingtoetsen [1 STEP INCLINE/DECLINE] aan om de helling van de loop­band aan te passen. Elke keer als u een van de toetsen aanraakt zal de helling geleidelijk verande­ren totdat de gekozen hellinginstelling bereikt is.
Aandacht: De eerste keer dat u de helling aanpast,
dient u het hellingsysteem te ijken (zie stap 4 op bladzijde 24).
Uw hartslag (zie stap 6)
18
Page 19
De displays bovenin het scherm kunnen twee types
informatie aangeven. Druk lichtjes op elke weer­gave tot de display de gewenste informatie toont.
Indien gewenst kunt u
ook het volume bijstellen door de Volume toe­name of afname toetsen op het bedieningspaneel aan te raken.
Verlagen
Raak de menutoetsen of de Stoptoets op het
bedieningspaneel lichtjes aan om de wor­kout te onderbreken. Raak de Starttoets of de Hervatten toets lichtjes aan om met de workout verder te gaan. Raak de Einde Workout toets [END WORKOUT] lichtjes aan om de workout te beëindigen.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Aandacht: het bedieningspaneel kan uw hart-
slag niet goed aangegeven als u de borstkas hartslagmonitor draagt en tegelijkertijd de handgreep met hartslagmonitor gebruikt. Zie
bladzijde 13 voor meer informatie over de borstkas hartslagmonitor.
Verwijder de
velletjes plastic van de metalen contactpunten op de sensorstang voordat u de handgreep met hartslagmonitor gebruikt. Zorg er ook voor dat uw handen schoon zijn.
Ga, om uw hartslag te meten, op de voetrails
staan en houd de sensorstang ongeveer tien seconden lang vast met uw handpalmen op de metalen contactpunten– beweeg uw handen niet.
Contactpunten
Verhogen
Als uw hartslag waargenomen wordt, zal uw hart­slag getoond worden. Voor de meest nauwkeurige hartslagwaarde, dient u de contactpunten gedu­rende 15 seconden vast te houden.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft verschillende snelheidsinstel-
lingen en een automatische instelling. Als de automatische instelling gekozen is, zal de snelheid van de ventilator automatisch toenemen en afne­men als de snelheid van de loopband toeneemt en afneemt.
Druk herhaaldelijk op de
Handmatig [MANUAL] ventilator toets om een ventilatorsnelheid te kiezen of om de venti­lator uit te zetten. Druk herhaaldelijk op de Automatisch [AUTO] ventilator toets om de automatische instelling te kiezen of om de ventilator uit te zetten.
8. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel als u klaar bent met oefenen.
Ga op de voetrails staan, raak de Stoptoets [STOP]
aan en stel de hellingstand van de loopband op
nul procent. De helling van de loopband moet op nul procent staan wanneer u de loopband in de opbergstand wil inklappen anders kan de loopband beschadigd worden. Trek vervolgens
de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek.
Zet de stroomschakelaar in de uitstand en trek het
snoer uit het stopcontact wanneer [OFF] u klaar bent met de loopband. BELANGRIJK: als u dit
niet doet, kunnen de elektrische onderdelen van de loopband voortijdig slijten.
19
Page 20
HOE EEN WORKOUT TE GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 16.
2. Kies een workout.
Raak de Calorie [CALORIE] toets, de Intensiteit
Toets [INTENSITY], de Snelheidstoets [SPEED] of de Hellingtoets [INCLINE] op het bedieningspaneel aan om een workout te kiezen.
Kies dan de gewenste workout. Het scherm zal
de naam, de duur [ESTIMATED TIME] en de afstand [DISTANCE] van de workout aangeven. Het scherm toont ook het bij benadering aantal calorieën dat u tijdens de workout zult verbranden en een profiel van de hellinginstellingen van de workout [ESTIMATED CALORIES].
3. Begin met de workout.
Raak de Start Workout [START WORKOUT] toets
lichtjes aan om met de workout te beginnen. Kort nadat u de toets lichtjes aangeraakt heeft, begint de loopband te draaien. Houd de handleuningen vast en begin met lopen.
Elke workout is in segmenten verdeeld. Er is één
hellinginstelling en één tempo-instelling voor elk segment geprogrammeerd. Aandacht: Dezelfde snelheids- en/of hellinginstelling kan voor opeen­volgende segmenten geprogrammeerd worden.
zal vertragen en tot stilstand komen en er zal een workout overzicht op het scherm verschijnen. Raak de Eindigen toets [FINISH] aan om naar het hoofd­menu terug te keren nadat u het workout overzicht bekeken heeft. U kunt ook uw resultaten opslaan of bekend maken door een van de opties op het scherm te gebruiken.
Indien de snelheids- of hellinginstelling tijdens de
workout te hoog of te laag is, dan kunt u de instel­ling overschrijven door de Snelheids- [SPEED] en Hellingtoetsen [INCLINE] aan te raken. Echter,
wanneer het volgende segment begint, dan zal de loopband zich automatisch aanpassen aan de snelheids- en hellinginstellingen van het volgende segment.
Raak de terug toets of de thuis toets in de linker
onderhoek van het scherm of de Stoptoets [STOP] op het bedieningspaneel aan om de workout te onderbreken. Raak de Hervatten toets [RESUME] of de Starttoets [START] op het bedieningspaneel aan om met de workout door te gaan. Raak de Einde toets [END WORKOUT] lichtjes aan om met de oefening te stoppen.
Aandacht: het na te streven calorieën doel is
een schatting van het aantal calorieën dat u tijdens de workout zult verbranden. Het feite­lijke aantal calorieën dat u verbrandt, hangt van uw stofwisselingswaarde af. Daarnaast heeft een handmatige wijziging van de snelheid of de helling van de loopband tijdens de workout invloed op het aantal calorieën dat u zult verbranden.
Tijdens de workout, zal uw profiel weergegeven
worden zodat u uw vorderingen kunt volgen. Het opflikkerende segment van het profiel stelt het huidige workout segment voor. De hoogte van het opflikkerende segment geeft de weerstandsinstel­ling voor het huidige segment weer. Aan het einde van elk segment, is een serie tonen te horen en zal het volgende segment van het profiel beginnen op te flikkeren.
Als een nieuwe snelheidsinstelling en/of hel-
linginstelling voor het volgende segment geprogrammeerd is, dan zal de nieuwe snelheids­instelling en/of hellinginstelling een paar seconden lang in de displays verschijnen en zal de loopband zich automatisch aan de nieuwe snelheids- en hel­linginstelling aanpassen.
De workout zal op deze manier doorgaan tot het
laatste segment van het profiel in de display opflik­kert en het laatste segment stopt. De loopband
4. Volg uw voortgang.
Zie stap 5 op bladzijde 18. Het scherm kan ook een
profiel van de snelheids- en hellinginstellingen van de workout aangeven.
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
7. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel als u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 19.
20
Page 21
HOE EEN WORKOUT MET EEN NA TE STREVEN DOEL TE GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 16.
2. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 18.
3. Kies een workout met een na te sterven doel.
Raak de Een Doel Instellen toets [SET A GOAL]
op het scherm aan om een workout met een na te streven doel te kiezen.
Raak de
Tijd [TIME], de Afstand [DISTANCE], De Calorieën [CALORIES] of De Tempo [PACE] toets aan om een na te sterven tijd, afstand, calorie, of tempo doel in te stellen. Raak vervolgens de toename en afname toetsen op het scherm aan om een tijd, afstand of een calorieën of tempo doel te kiezen en om een snelheid en helling voor de workout te kiezen. Het scherm toont de duur en afstand van de workout en het bij benadering aantal calorieën dat u tijdens de workout zult verbranden.
De workout werkt op dezelfde wijze als de hand-
matige instelling (zie bladzijden 18 en 19).
De workout duurt zolang tot u uw ingestelde doel
bereikt. De loopband zal dan langzaam tot stilstand komen en stoppen en er zal een workout overzicht op het scherm verschijnen. Raak de Eindigen toets aan [FINISH] om naar het hoofdscherm terug te keren nadat u het workout overzicht bekeken heeft. U kunt ook uw resultaten opslaan of bekend maken door een van de opties op het scherm te gebruiken.
Aandacht: het na te streven calorieën doel is
een schatting van het aantal calorieën dat u tij­dens de oefening zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën dat u verbrandt, hangt van uw spijsverteringswaarde af.
5. Volg uw voortgang.
Zie stap 5 op bladzijde 18.
6. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
8. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel als u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 19.
4. Begin met de workout.
Raak de Starttoets [START] aan om met de wor-
kout te beginnen. Kort nadat u de toets aangeraakt heeft, zal de loopband beginnen te draaien. Houd de handleuningen vast en begin met lopen.
21
Page 22
HOE EEN IFit WORKOUT TE GEBRUIKEN
Aandacht: Om een iFit workout te gebruiken dient u toegang tot een draadloos netwerk te hebben (raadpleeg HOE EEN DRAADLOOS NETWERK INSTELLING TE GEBRUIKEN op bladzijde 25). Een iFit account is ook vereist.
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Raak de gebruikers toets in de rechter onderhoek
van het scherm aan om binnen een account van gebruiker te veranderen.
U moet workouts, voordat ze gedownload worden,
aan uw lijst op iFit.com toevoegen.
Ga, voor meer informatie over de iFit oefenin-
gen, naar www.iFit.com.
Zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN
op bladzijde 16.
2. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 18.
3. Log in op uw iFit account.
Raak de Inloggen toets [LOGIN] aan om op uw
iFit account in te loggen als u dit nog niet gedaan heeft. Het scherm zal om uw iFit.com gebruikers­naam en wachtwoord vragen. Voer deze in en raak de Inloggen toets aan. Raak de Annuleren toets [CANCEL] aan om het inlogscherm te verlaten.
4. Kies een iFit workout.
Raak, om de
iFit demo wor­kout te kiezen of om een wor­kout op uw lijst te downloaden, de Kaarten [MAPS], Train [TRAIN], Video, of Gewicht Verliezen [LOSE WEIGHT] toets aan om de volgende workout van dat type op uw lijst te downloaden. Aandacht: u kunt door deze opties toegang tot de demo workouts hebben ook al bent u niet op een iFit account ingelogd.
Raak de competitie [COMPETE] toets aan om aan
een race deel te nemen die u al eerder gekozen heeft. Raak de Piste toets [TRACK] aan om uw workout verleden te bekijken. Raak de Een Doel Instellen toets [SET A GOAL] aan om een wor­kout met een na te streven doel te gebruiken (zie bladzijde 21). Aandacht: u kunt ook een van de iFit toetsen op het bedieningspaneel aanraken.
Het scherm zal, wanneer u een iFit workout kiest,
de tijdsduur, de afstand en de naam van de wor­kout aangeven. Het scherm geeft bij benadering ook het aantal calorieën aan dat u tijdens de workout zult verbranden. De display zal, als u een competitie workout kiest, aftellen totdat de race begint.
5. Begin met de workout.
Zie stap 3 op bladzijde 20.
Tijdens sommige workouts zal de stem van een
persoonlijke trainer u begeleiden.
6. Volg uw voortgang.
Raadpleeg stap 5 op bladzijden 18 en 19. Het
scherm kan ook een kaart van het pad waarop u wandelt of loopt aangeven.
Tijdens een competitie workout, toont het scherm
de snelheid van de renners en de afstanden die ze gerend hebben. Het scherm toont ook het aantal seconden dat u voor of achter loopt op de andere renner.
7. Meet desgewenst uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
8. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
9. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel als u klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 19.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de iFit instelling.
22
Page 23
HOE DE APPARAAT INSTELLINGEN TE GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel heeft apparaat instellingen waarmee u een taal en de meeteenheid kunt kiezen, de display demo-instelling aan of uit kunt zetten en de sleutel in of uit kunt schakelen.
Raak eerst de Demo-instelling toets aan om de
display demo-instelling [DEMO MODE] aan of uit te zetten. Druk vervolgens op het ON (Aan) of OFF (Uit) keuzevakje. Raak daarna de terug toets op het scherm aan.
6. Schakel de sleutel in of uit.
1. Kies het hoofdmenu van de instellingen.
Steek de sleutel in
het bedieningspa­neel (zie HOE DE ELEKTRICITEIT IN TE SCHAKELEN op bladzijde 16). Kies ver­volgens het hoofdmenu (zie stap 2 bladzijde 18). Raak dan de tandwieltoets in de rechter onderhoek van het scherm aan om het hoofdmenu van de instellingen te kiezen.
2. Kies de apparaat instellingen.
Raak de apparaat instellingen toets [EQUIPMENT
SETTINGS] aan in het hoofdmenu van de instellingen.
3. Kies een taal.
Raak de Taal toets [LANGUAGE] aan om de
gewenste taal te kiezen. Raak dan de terug toets op het scherm aan om naar de apparaat instellin­gen terug te keren.
4. Kies de meeteenheid.
Raak de VS/Metrisch toets [US/METRIC] aan om
de gekozen meeteenheid te zien. Verander, als u dat wilt, de meeteenheid. Raak daarna de terug toets op het scherm aan.
5. Zet de display demo-instelling aan of uit.
Het bedieningspaneel biedt een demo-instelling,
die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. Terwijl de demo­instelling aangezet is, kunt u het bedieningspaneel normaal gebruiken wanneer u het snoer in het stopcontact steekt, de stroomschakelaar in de resetstand geplaatst wordt, en de sleutel in het bedieningspaneel gestoken wordt. Als u ech­ter de sleutel verwijdert, toont het scherm een demo-presentatie.
Aandacht: het kan zijn dat deze mogelijkheid op uw
loopband niet werkt.
U kunt desgewenst de sleutel uitschakelen zodat
de loopband zonder sleutel gebruikt kan wor­den. Raak de Veiligheidssleutel toets [SAFETY KEY] aan. Druk op het keuzevakje Uitschakelen [DISABLE] om de sleutel uit te schakelen.
OPGELET: lees de veiligheidswaarschuwing op het scherm voordat u de sleutel uitschakelt.
Druk op het keuzevakje Inschakelen [ENABLE] om de sleutel opnieuw in te schakelen.
7. Schakel het wachtwoord in of uit.
Het bedieningspaneel heeft een kindveilig wacht-
woord ontworpen zodat onbevoegde gebruikers de loopband niet kunnen gebruiken.
Raak de Wachtwoord toets [PASSCODE]aan.
Raak het keuzevakje Inschakelen aan om het wachtwoord in te schakelen. Voer dan een wachtwoord met 4 getallen van uw keuze in. Raak Opslaan [SAVE] aan om dit wachtwoord te gebruiken. Raak Annuleren [CANCEL] aan om naar de apparaat instellingen terug te keren en geen wachtwoord te gebruiken. Raak het keuze­vakje Uitschakelen aan om het wachtwoord uit te schakelen.
Aandacht: het bedieningspaneel zal wanneer het
wachtwoord ingeschakeld is regelmatig om uw wachtwoord vragen. Het bedieningspaneel blijft op slot totdat het juiste wachtwoord ingevoerd is.
BELANGRIJK: voer het model wachtwoord: 1985 in om het bedieningspaneel van het slot te halen als u uw wachtwoord bent vergeten.
8. Verlaat de apparaat instellingen.
Raak de terug toets op het scherm aan om de
apparaat instellingen te verlaten.
23
Page 24
HOE DE ONDERHOUD INSTELLING TE GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel heeft een onderhoud instelling zodat u de firmware van het bedieningspaneel kunt updaten, de helling van de loopband en het scherm kunt ijken, de technische informatie kunt bekijken, en de sleutelcode van een toets kunt zien.
1. Kies het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 23.
2. Kies de onderhoud instelling.
Raak, in het
hoofdmenu van de instel­lingen, de toets Onderhoud lichtjes aan om naar de onderhoud instelling te gaan [MAINTENANCE].
Het hoofdscherm van de onderhoud instelling geeft
informatie over het model en de versie van de loop­band aan.
3. Update de firmware van het bedieningspaneel.
weer aan. Druk de stroomschakelaar in de uitstand als dat niet gebeurt [OFF]. Wacht enkele secon­den en zet de stroomschakelaar in de resetstand. Aandacht: het kan een paar minuutjes duren voor­dat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
4. IJk de hellingstand van de loopband.
Raak de Helling IJken toets [CALIBRATE INCLINE]
lichtjes aan. Raak vervolgens de Beginnen toets [BEGIN] zachtjes aan om het hellingsysteem te ijken. De loopband stijgt automatisch naar de maximale hellingstand, daalt naar de minimale hellingsstand en keert dan terug naar de uitgangs­stand. Hierdoor wordt het hellingsysteem geijkt. Raak de Annuleren toets [CANCEL] aan om terug te gaan naar de onderhoud instelling. Raak de Eindigen toets [FINISH] aan wanneer het hellingsy­steem geijkt is.
BELANGRIJK: houd huisdieren, voeten en
andere voorwerpen uit de buurt van de loop­band als u het hellingsysteem ijkt. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel om het ijken van de helling in geval van nood te stoppen.
5. IJk het scherm.
Als het scherm niet goed geijkt is, zal het moeilijk
zijn om de juiste toetsen op het scherm lichtjes aan te raken.
Controleer voor de beste resultaten regelmatig
op firmware updates.
Raak de Firmware Update [FIRMWARE UPDATE]
toets lichtjes aan voor firmware updates door gebruik van uw draadloze netwerk. De update begint automatisch.
Zet het apparaat niet uit of schakel de sleutel
niet uit om te voorkomen dat u de loopband gebruikt voordat de firmware bijgewerkt is.
Aandacht: Als u de firmware van het bedieningspa-
neel niet via uw draadloze netwerk kunt updaten, dan kunt u deze bijwerken via een USB-station. Ga naar www.iFit.com en download de nieuwste firmware update op uw USB-stick. Verwijder de USB-stick veilig uit uw computer en steek deze in op de USB-poort aan de zijkant van het bedie­ningspaneel. Als het bedieningspaneel in de iFit app is begint de update automatisch.
Het scherm toont de voortgang van de update.
Als de update voltooid is, gaat de loopband uit en
Raak de Scherm IJken toets [CALIBRATE
SCREEN] aan om het scherm te ijken. Er zal een klein doel op het scherm verschijnen. Raak het midden van het doel lichtjes aan. Raak de rest van de doelen lichtjes aan. Na enkele seconden zal het bedieningspaneel de ijk instelling verlaten.
6. Bekijk de Machine-informatie.
Raak de Machine-informatie toets [MACHINE
INFO] lichtjes aan om informatie over de loopband te bekijken. Raak de terug toets op het scherm lichtjes aan als u de informatie gezien heeft.
7. Zoek naar Sleutelcodes.
Deze optie is bedoeld voor servicemonteurs om te
zien of een bepaalde toets goed werkt.
8. Verlaat de onderhoud instelling.
Raak de terug toets op het bedieningspaneel aan
om de onderhoud instelling te verlaten.
24
Page 25
HOE DE DRAADLOZE NETWERK INSTELLING TE GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel heeft een draadloze netwerk instelling zodat u een draadloze netwerk verbinding kunt instellen.
1. Kies het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 23.
2. Kies de draadloze netwerk instelling.
Raak de Draadloze Netwerk toets [WIRELESS
NETWORK] aan om de draadloze netwerk instel­ling in te schakelen.
3. Schakel Wi-Fi in.
Zorg ervoor dat WiFi aangeduid is met een groen
teken. Raak de Wi-Fi menu optie één keer licht­jes aan als dat niet het geval is, en wacht een paar seconden. Het bedieningspaneel zoekt naar beschikbare draadloze netwerken.
4. Stel een draadloze netwerk verbinding in en beheer deze.
Het scherm zal een lijst van beschikbare netwerken
aangeven wanneer Wi-Fi aan is. Aandacht: Het kan een paar seconden duren voordat de lijst met draadloze netwerken verschijnt.
Zorg dat het keuzevakje van de menu optie op de
Netwerkinformatie aangeduid is met een groen teken zodat het bedieningspaneel aangeeft wan­neer een draadloos netwerk binnen bereik is en beschikbaar is.
Aandacht: u heeft ook een eigen draadloos net-
werk nodig, inclusief een 802.11b/n router met geactiveerde SSID broadcast (verborgen netwer­ken worden niet ondersteund).
Raak het gewenste netwerk lichtjes aan als een
lijst met netwerken verschijnt. Aandacht: u dient uw netwerknaam te kennen (SSID). Als uw netwerk een wachtwoord heeft, dient u ook het wachtwoord te kennen.
Een informatievakje vraagt u of u verbinding met
het draadloze netwerk wilt maken. Raak dan de toets Verbinden [CONNECT] aan om verbin­ding met het netwerk te maken of raak de toets Annuleren [CANCEL] lichtjes aan om naar de lijst met netwerken terug te keren. Raak het invulvakje voor het wachtwoord lichtjes aan als het netwerk een wachtwoord heeft. Er zal een toetsenbord op het scherm verschijnen. Raak het keuzevakje Toon Wachtwoord lichtjes aan om het wachtwoord tijdens het typen te zien [SHOW PASSWORD].
Raadpleeg HOE DE TOUCHSCREEN TE
GEBRUIKEN op bladzijde 16 om het toetsenbord te gebruiken.
Het WiFi menu optie zal aan de bovenkant van
het scherm het woord CONNECTED (verbonden) aangeven wanneer het bedieningspaneel op een draadloos netwerk aangesloten is. Raak dan de terug toets op het bedieningspaneel aan om naar de draadloze netwerk instelling terug te keren.
Kies het draadloze netwerk en raakt vervolgens de
Verbreken toets [FORGET] aan om het contact met een draadloos netwerk te verbreken.
Indien u problemen ervaart bij het verbinding
maken met een gecodeerd netwerk, zorg er dan voor dat uw wachtwoord juist is. Aandacht: wacht­woorden zijn hoofdlettergevoelig.
Aandacht: de iFit instelling ondersteunt onbe-
veiligde en beveiligde (WEP, WPA en WPA2) coderingen. Een breedband verbinding wordt aanbevolen, de werking hangt van de verbindings­snelheid af.
Aandacht: ga naar www.iFit.com/support voor hulp
als u na het volgen van deze instructies vragen heeft.
5. Verlaat de draadloze netwerk instelling.
Raak de terug toets op het bedieningspaneel aan
om de draadloze netwerk instelling te verlaten.
25
Page 26
HOE HET STEREO GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Steek, om muziek of audioboeken door het geluids­systeem van het bedieningspaneel af te spelen, een 3,5mm mannelijk to 3,5mm mannelijk audiokabel (niet meegeleverd) in de aansluiting op het bedieningspa­neel en in de aansluiting op uw MP3-speler, CD-speler of andere persoonlijke audio-speler. Zorg ervoor dat
de audiokabel volledig ingestoken is. Aandacht: u kunt een audiokabel bij uw plaatselijke elektronica­winkel kopen.
Druk dan op de afspeel­toets op uw persoonlijke audio-speler aan. Pas het volume niveau op uw per­soonlijke audio-speler aan of raak de toetsen Volume omhoog en omlaag op het bedieningspaneel aan.
Verlagen
Verhogen
HOE DE INTERNET BROWSER TE GEBRUIKEN
Aandacht: om de browser te kunnen gebruiken dient u toegang te hebben tot een draadloos netwerk inclusief een 802.11b router met geactiveerde SSID broadcast (verborgen netwerken worden niet ondersteund).
Raak het wereldbolletje naast de linker onderhoek van het scherm aan om de browser te openen. Kies dan de gewenste website.
Raak om naar de vorige web bladzijde terug te keren, de terug toets op het bedieningspaneel of de Browser Terug toets [BROWSER BACK] op het scherm aan. Raak de thuis toets op het bedieningspaneel of de Terug toets [RETURN] op het scherm aan om de brow­ser te verlaten.
Raadpleeg HOE DE TOUCH SCREEN TE GEBRUIKEN op bladzijde 16 om het toetsenbord te gebruiken.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de CD slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer of een ander vlak oppervlak in plaats van op het bedieningspaneel.
Aandacht: de USB-poort aan de zijkant van het bedie­ningspaneel is uitsluitend voor firmware updates.
Schuif eerst uw vinger langs het scherm om indien nodig de URL-balk te bekijken om een ander webadres in de URL-balk in te voeren. Raak de URL-balk lichtjes aan, gebruik het toetsenbord voor het invoeren van het adres en raak vervolgens de toets Ga [GO] lichtjes aan.
Aandacht: tijdens het gebruik van de browser, werken de snelheidstoetsen [SPEED], de hellingtoetsen [INCLINE], de ventilator en het volume nog steeds, maar werken de workout toetsen niet.
Aandacht: ga naar www.iFit.com/support voor hulp als u na het volgen van deze instructies vragen heeft.
26
Page 27
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
DE LOOPBAND INKLAPPEN
Zet de helling op nul procent voordat u de loop­band inklapt om schade aan de loopband te voorkomen. Verwijder dan de sleutel en trek het stroomsnoer uit het stopcontact. OPGELET: u moet op veilige wijze in staat zijn om 20 kg te kunnen optillen, of om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het onderstel stevig vast op de plaats die door de pijl onder wordt aangegeven. OPGELET:
buig uw knieën en houd uw rug recht.
1
Onderstel
DE LOOPBAND VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst op te klappen zoals aan de linkerkant staat beschre­ven. OPGELET: zorg dat de vergrendelknop in de
opslagpositie is vergrendeld. Er kunnen twee men­sen voor nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd een van de handleuningen en het onderstel vast en zet een voet tegen een van de wielen.
1
Onderstel
Handleuning
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de
opslagpositie vergrendelt. OPGELET: zorg dat de
vergrendelknop vastzit.
2
Onderstel
Vergrendel-
knop
Plaats een mat onder de loopband om de vloer of
het vloerkleed te beschermen. Houd de loopband uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
Wiel
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband op de wielen rijdt; verplaats de loopband dan voorzichtig naar de gewenste locatie. OPGELET:
verplaats de loopband niet zonder deze naar achter te leunen, trek niet aan het onderstel en verplaats de loopband niet over een ongelijke ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de loopband voorzichtig zakken.
LOOPBAND LATEN ZAKKEN VOOR GEBRUIK
1. Zie tekening 2. Houd de bovenkant van het onder- stel van de loopband met uw rechterhand vast. Trek vervolgens de vergrendelknop naar links.
BELANGRIJK: draai niet aan de vergrendel­knop. Druk, indien nodig, het onderstel iets naar
voren. Draai het onderstel naar onderen en laat de Vergrendelknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen onder- stel stevig met beide handen vast en laat zakken op de vloer. OPGELET: houd het onderstel niet
vast bij de plastic voetleuningen en laat het onderstel niet los. Buig uw knieën en houd uw rug recht.
27
Page 28
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande eenvoudige stappen opgelost worden. Zoek het verschijnsel dat van toepass­ing is en volg de vermelde stappen. Als u verdere hulp nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
SYMPTOOM: het apparaat gaat niet aan
a. Zorg dat het snoer in een goed geaard stopcontact
is gestoken (zie bladzijde 14). Als u een verlengs­noer nodig heeft, gebruik dan alleen een 3-draadig, 1 mm2 (maat 14) snoer dan niet langer is dan 1,5 m.
b. Nadat de stekker goed is ingestoken, zorg er dan
voor dat de sleutel goed in het bedieningspaneel zit.
c. Controleer de stroomschakelaar op het onderstel
van de loopband bij het snoer. Als de schakelaar uitsteekt zoals afgebeeld dan is de schakelaar afgeslagen. Om de stroomschakelaar opnieuw in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de schake­laar weer in.
SYMPTOOM: het displays van het bediening­spaneel blijven branden als u de sleutel uit het bedieningspaneel trekt
a. Het bedieningspaneel kent een demoinsteling die
ontworpen is voor gebruik als de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. Als de displays blijven branden wanneer u de sleutel uitrekt is de demoin­stelling aan. Om de demoinstelling uit te schakelen, blijft u een paar seconden lang op de Stoptoets [STOP] drukken. Als de displays nog steeds bran­den, zie stap 5 op pagina 25 om de demoinstelling uit te doen.
SYMPTOOM: de displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
a. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
dan DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN. Plaats de loopband in de opslagstand (zie DE LOOPBAND INKLAPPEN op pagina 27).
Verwijder vervolgens de twee aangegeven #8 x
3/4" Schroeven (1).
c
Doorgeslagen
SYMPTOOM: de stroom gaat tijdens het gebruik uit
a. Controleer de stroomschakelaar (zie de tekening
hierboven). Als de schakelaar is uitgeschakeld, wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg dat het snoer goed ingestoken is. Als het
snoer ingestoken is, trekt u het snoer uit, wacht u vijf minuten en steekt u het snoer weer in.
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Raadpleeg de omslag van de gebruikershandle-
iding wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
Resetten
a
1
28
Page 29
Laat de loopband zakken (zie LOOPBAND
LATEN ZAKKEN VOOR GEBRUIK op pagina 27). Verwijder de drie #8 x 3/4" Schroeven (1). Draai dan voorzichtig de Motorkap (71) eraf.
1
71
Zoek de Snelheidssensor (52) en de Magneet
(50) aan de linkerkant van de Katrol (49). Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3 mm is. Indien nodig maakt u de #8 x 3/4" Tekschroef
(13) losser, beweegt u de Snelheidssensor licht­jes en maakt u de schroef weer vast. Maak de Motorkap (niet afgebeeld) vast met de vijf #8 x 3/4" Schroeven (niet afgebeeld) en laat de loopband een paar minuten draaien om de snelheidsmeting na te kijken.
SYMPTOOM: de loopband vertraagt als u erop loopt
a. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan
alleen een 3-aansluiting, 1 mm2 (maat 14) snoer dat niet langer is dan 1,5 m.
b. Als de loopband te strak is gezet, dan zal de
werking van de loopband verslechteren en kan de loopband beschadigd raken. Verwijder de sleutel en dan DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN. Draai beide afstelschroeven van de ruststandrol een kwartslag naar links met de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden zit. Haal dan de stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
b
5–7 cm
Boven-
aanzicht
3 mm
52
13
SYMPTOOM: de helling van de loopband wijzigt niet goed
a. Kalibreer het hellingsysteem opnieuw (zie stap 4
op pagina 24).
50
49
Afstelschroeven van de Ruststandrol
c. Uw loopband is voorzien van een band die al
met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld.
BELANGRIJK: behandel de band of het loop­platform nooit met siliconenspray of enig ander middel tenzij dit is opgegeven door een bevoegde onderhoudsvertegenwoordiger. Dergelijke substanties kunnen de kwaliteit van de loopband verslechteren en leiden tot over­matige slijtage. Als u vermoedt dat de loopband
aanvullende smering nodig heeft, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
d. Als de loopband nog steeds vertraagt als erop
wordt gelopen, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
29
Page 30
SYMPTOOM: de loopband zit niet in het midden en slipt als er op wordt gelopen
a. Als de loopband zich niet in het midden
begeeft, dient u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN. Als de loopband naar links is verscho­ven, kunt u de inbussleutel gebruiken om de linker
bijstelschroef van de ruststandrol een halve slag naar rechts te draaien; als de loopband naar rechts is verschoven kunt u de linker bijstel­schroef van de ruststandrol een halve slag naar links draaien. Zorg dat u de loopband niet te vast draait. Haal dan de stekker uit het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed in het midden zit.
SYMPTOOM: de iFit modus werkt niet naar behoren
a. Als de iFit modus niet naar behoren werkt, dient
u erop te letten dat de loopband de allernieuwste firmware heeft (zie stap 3 op pagina 24).
SYMPTOOM: de loopband maakt geen verbinding met het draadloze netwerk
a. Zorg dat de draadloze instellingen op uw bedie-
ningspaneel juist zijn (zie stap 4 op pagina 25).
b. Zorg dat de instellingen voor uw draadloze netwerk
juist zijn.
c. Als u aanvullende vragen heeft, raadpleegt u de
omslag van deze handleiding.
a
b. Als de loopband slipt als erop wordt gelopen,
dient u eerst de sleutel te verwijderen en dan DE
STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE HALEN.
Draai beide bijstelschroeven van de ruststandrol een kwartslag naar rechts met de inbussleutel. Als de loopband goed vastzit moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden zit. Steek dan de stekker in het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten lopen. Herhaal tot de loopband goed vastzit.
SYMPTOOM: De toetsen op het scherm werken niet goed
a. Als het scherm niet goed is gekalibreerd, zal het
moeilijk zijn om lichtjex op de juiste toetsen op het scherm te drukken. Zie stap 4 op pagina 26 op het bedieningspaneel om het scherm te kalibreren.
b
30
Page 31
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander oefeningenprogramma, dient u een arts te consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel bij de oefening voor het bepalen van de hart­slag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit­eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic­oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri­oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken als gids voor het vinden van het juiste intensiteitniveau. De grafiek hieronder toont de aan­bevolen hartslagen voor het verbranden van vet en voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get­allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro­ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone. (Gedurende de eerste weken van uw oefeningen­programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel­matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken. Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi­maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin­gen de sleutel tot uw succes is.
Page 32
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek­ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer. Strekken: achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de dij van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw teen te reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: achil­lespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter­voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook uw achterbeen buigen. Strekken: kuiten, achillespezen en enkels.
1
2
3
4
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer. Strekken: dijbeenspier en heupspieren.
5
Page 33
AANTEKENINGEN
33
Page 34
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr. NETL22711.1 R0813A
1 72 #8 x 3/4" Schroef 2 2 5/16" x 3 3/4" Schroef 3 1 3/8" x 2" Bout 4 4 5/16" x 2" Schroef 5 4 5/16" x 1 1/2" Schroef 6 1 3/8" x 1 3/4" Bout 7 4 3/8" x 2 3/4" Schroef 8 4 3/8" x 1 1/4" Schroef 9 13 #8 x 1/2" Aardingschroef 10 10 5/16" Stertussenring 11 2 3/8" Moer 12 4 3/8" Stertussenring 13 29 #8 x 3/4" Tekschroef 14 1 3/8" x 1 1/2" Bout 15 4 #10 x 3/4" Schroef 16 2 Bijstelschroef van de Ruststandrol 17 1 3/8" x 1 1/2" Inbusbout 18 2 3/8" x 2" Wielbout 19 8 Kabeldraad 20 2 #8 x 1 3/4" Schroef 21 9 #8 x 7/16" Schroef 22 2 5/16" Schroef van de Motor 23 2 1/2" x 2 1/2" Bout 24 2 3/8" x 1" Bout 25 2 5/16" x 1 3/4" Schouderbout 26 2 5/16" x 1 1/4" Bout 27 16 5/16" x 3 1/4" Schroef 28 1 1/4" x 1" Schroef 29 1 1/4" Stertussenring 30 4 #10 Stertussenring 31 2 5/16" Platte Tussenring 32 6 5/16" Tussenring 33 2 1/2" Moer 34 6 3/8" Slotmoer 35 10 5/16" Moer 36 3 Kapclip 37 1 Kapje van het Linkeronderstel 38 2 Invoegstuk van de Voetrail 39 1 Linker Voetleuningkussentje 40 1 Linker Voetleuningbasis 41 1 Kapje van het Linkeronderstel 42 8 Beugel van het Loopvlak 43 1 Vergrendelwaarschuwingssticker 44 1 Loopvlak 45 1 Loopband 46 2 Riemgeleider 47 2 Voorste Kussen 48 4 Binddraad 49 1 Aandrijfrol/Katrol 50 1 Magneet 51 1 Klem van de Snelheidssensor
52 1 Snelheidssensor 53 1 Opbergvergrendeling 54 1 Aandrijfmotor 55 1 Riem van de Motor 56 1 Onderstel 57 1 Rechter Framekap 58 6 Kussen van het Loopvlak 59 2 Doorvoerhuls van het Loopvlak 60 2 Achterste Stelvoet 61 1 Ruststandrol 62 1 Rechter Voetleuningkussentje 63 1 Korte Inbussleutel 64 1 Sleutel/Clip 65 1 Achterste Onderstelkap 66 2 Achterste Stelvoetkap 67 4 #8 x 1 1/4" Schroef 68 1 Rechter Voetleuningbasis 69 1 Kapje van het Rechteronderstel 70 2 Kap van de Handleuning 71 1 Motorkap 72 1 Kaphoes 73 2 Tussenstuk van het Hellingonderstel 74 1 Hellingmotor 75 1 Hellingonderstel 76 2 Tussenstuk van het Onderstel 77 1 Controller 78 2 Kappaal 79 1 Elektronische Plaat 80 1 Stroomsnoer 81 1 Doorvoerhuls 82 1 Schakelaar 83 1 Onderpan 84 1 Draad van de Staander 85 1 Linker Bovenste Kap van het
Handleuning
86 1 Rechter Bovenste Kap van het
Handleuning 87 1 Linker Handleuning 88 1 Rechter Handleuning 89 1 Linker Staander 90 1 Rechter Staander 91 3 Waarschuwingssticker 92 1 Linker Kapje van het Basis 93 1 Rechter Kapje van het Basis 94 1 Aardingsdraad van de Basis 95 1 Borstriem 96 1 Linker Wieldop 97 1 Basis 98 4 Kussentje van de Basis 99 1 Sensor 100 1 Rechter Wieldop
34
Page 35
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
101 2 Wiel 102 1 Basis van het
Bedieningspaneel 103 1 Bedieningspaneel 104 1 Achterkant van het
Bedieningspaneel 105 1 Ventilator 106 2 Tussenstuk van de
Handleuning 107 1 Onderstel van het Onderstel 108 1 Bovenkant van de Sensorstang 109 1 Aardingsdraad van de Polssensor 110 1 Onderkant van de Stang voor de
Hartslag 111 2 1/2” Moer van de Achterste Stelvoet
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden niet getoond.
112 2 3/8” Platte Tussenring 113 1 Korte Inbussleutel 114 1 #8 x 3/8” Schroef 115 1 Engels Stroomsnoer 116 1 Ontvanger 117 2 Motorbus 118 1 Filterbeugel 119 1 Filter 120 1 Motorisolator 121 1 #8 x 3/4” Machineschroef 122 1 #8 Moer 123 1 Ferrietdoos 124 1 Aardingsbeugel 125 4 #8 Stertussenring * Gebruikershandleiding
35
Page 36
GEDETAILLEERDE TEKENING A
20
9
125
9
117
118
22
121
9
119
122
117
28
9
42
27
29
26
23
47
13
35
46
1
21
13
48
Modelnr. NETL22711.1 R0813A
3
11
53
120
54
13
20
40
27
13
42
37
52
50
51
23
58
13
26
38
58
47
13
35
49
1
39
46
35
27
13
32
21
27
32
35
35
13
13
38
42
27
13
32
42
43
32
13
62
35
42
42
13
45
44
27
27
27
25
35
13
35
68
69
41
42
56
32
32
61
42
16
25
59
58
66
31
13
58
35
55
57
6
13
1
111
66
59
31
16
60
1
111
1
11
60
13
35
1
1
65
63
1
113
36
Page 37
GEDETAILLEERDE TEKENING B
Modelnr. NETL22711.1 R0813A
1
36
21
21
21
21
14
9
124
73
33
24
1
75
17
33
1
72
76
9
123
77
9
1
78
125
74
36
34
1
21
71
24
76
1
36
34
73
13
13
1
1
78
1
82 116
83
79
80
115
37
Page 38
GEDETAILLEERDE TEKENING C
84
87
70
89
92
91
Modelnr. NETL22711.1 R0813A
85
86
34
101
96
1
112
18
88
90
81
70
84
91
93
91
7
34
7
7
8
12
98
13
7
94
34
9
98
13
97
112
101
18
100
34
38
12
98
98
1
13
13
8
Page 39
GEDETAILLEERDE TEKENING D
Modelnr. NETL22711.1 R0813A
105
102
1
1
1
1
1
1
103
1
114
104
1
1
10
1
10
5
1
5
110
106
10
1
10
2
4
109
9
1
15
30
1
108
30
67
4
67
1
67
107
1
5
1
10
5
10
106
95
67
1
1
10
4
1
10
2
4
99
64
1
1
1
1
19
19
1
1
1
39
Page 40
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol­gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
•hetmodelnummerenhetserienummervanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•denaamvanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
•hetnummervanhetonderdeelendebeschrijving(zieLIJSTMETONDERDELENenGEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver­werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Onderdeel Nr. 345830 R0813A Gedrukt in de VS © 2013 ICON IP, Inc.
Loading...