Miele W 3245 User Manual [nl]

0 (0)
Gebruiksaanwijzing
wasautomaat
W 3245
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Zo zorgt u voor uw veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
M.-Nr. 07 616 840
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
-
kozen, dat door het milieu wordt verdra
-
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
-
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
-
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
-
paraten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio
-
neren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be
-
handeling kunnen deze stoffen schade
-
lijk zijn voor de gezondheid en het
milieu. Verwijder het afgedankte appa
-
raat dan ook nooit met het gewone af
-
val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af-
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus
-
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
2
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bedieningspaneel .................................................10
Het toestel in bedrijf stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Milieuvriendelijk wassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Stroom- en waterverbruik .........................................13
Wasmiddel ....................................................13
De juiste bijkomende functie kiezen (Kort, Inweken, Voorwas) ............13
Tip voor het aansluitende machinale drogen ..........................13
Zo wast u juist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Korte handleiding .................................................14
Bijkomende functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Kort ............................................................19
Voorwas .........................................................19
Inweken .........................................................19
Extra water .......................................................19
Centrifugeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Eindtoerental .....................................................20
Centrifugeren voor en tussen de spoelbeurten ........................20
Niet centrifugeren op het einde van het programma (Spoelstop) ..........20
Zonder centrifugeren tussen de spoelbeurten en op het einde van het
programma ....................................................20
Programmaoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Programmaverloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Onderhoudssymbolen op het etiket. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Inhoud
3
Programmaverloop wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Afbreken ........................................................26
Onderbreken .....................................................26
Wijzigen .........................................................26
Programma ....................................................26
Een programmastap overslaan .......................................26
Was toevoegen / uit het toestel halen ..................................27
Wasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Het juiste wasmiddel ...............................................28
Onthardingsmiddel ................................................29
Combinaties......................................................29
Middelen voor de nabehandeling van het wasgoed .......................30
Wasverzachter, vormspoeler, vloeibaar stijfsel automatisch doseren .......30
Wasverzachter, vormspoeler of stijfsel in een apart programma ...........30
Ontkleuren/kleuren.................................................30
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Reiniging van de trommel ...........................................31
De ommanteling en het bedieningspaneel reinigen .......................31
De wasmiddellade schoonmaken .....................................31
Watertoevoerzeefjes reinigen ........................................33
Storingen verhelpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Wat gedaan als . . . ...............................................34
Het programma start niet. ...........................................34
Het wasprogramma werd afgebroken en er wordt een fout gemeld. ..........35
Het wasprogramma verloopt normaal hoewel er een storing wordt gemeld. ....36
Algemene problemen met de wasautomaat .............................37
Een niet-bevredigend wasresultaat ....................................38
De deur gaat niet via de toets Deur open ...............................39
De toesteldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomonderbreking ........40
Verstopte afvoer ................................................40
Inhoud
4
Technische dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Herstellingen...................................................42
Het programma updaten (moderniseren).............................42
Garantie: voorwaarden en duur ....................................42
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................42
Opstellen en aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Vooraanzicht .....................................................43
Achteraanzicht....................................................44
Plaats van opstelling ...............................................45
De machine opstellen ............................................45
De transportbeveiliging wegnemen....................................45
De transportbeveiliging weer monteren ................................47
De wasautomaat gelijk zetten ........................................48
De voetjes uitdraaien en met de contramoeren vastzetten ...............48
Inbouwen onder een doorlopend werkblad ...........................49
Was- en droogzuil...............................................49
Het Miele-lekbeveiligingssysteem .....................................50
Watertoevoer .....................................................51
Waterafvoer ......................................................52
Elektrische aansluiting ..............................................53
Verbruiksgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Programmeerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Extra water .......................................................57
Behoedzame modus ...............................................58
Afkoelfunctie voor Wit/Bont ..........................................59
Geheugenfunctie ..................................................60
Inweektijd........................................................61
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
CareCollection ....................................................62
Inhoud
5
Deze wasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsvoor
-
schriften. Door ondeskundig gebruik
kunnen gebruikers echter letsel op
-
lopen en kan er schade optreden
aan het toestel.
Lees de gebruiksaanwijzing voor u
uw wasautomaat in gebruik neemt.
U vindt er belangrijke opmerkingen
omtrent uw veiligheid, het gebruik
en het onderhoud van uw wasauto
-
maat. Dat is veiliger voor uzelf en u
vermijdt schade aan uw wasauto
-
maat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing goed
en geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
~
Deze wasautomaat is uitsluitend be-
doeld voor huishoudelijk gebruik en
voor het wassen van stoffen waarvan
de fabrikant op het wasetiket heeft aan
-
gegeven dat ze in de machine mogen
worden gewassen. Indien de machine
voor andere doeleinden wordt gebruikt
kan mogelijk schade optreden. Miele is
niet verantwoordelijk voor schade die
wordt veroorzaakt door een ander ge
-
bruik dan wat hier wordt vermeld of
door foutieve bediening.
~
Personen die door hun fysieke,
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden
of hun onervarenheid of gebrek aan
kennis niet in staat zijn om de wasauto
-
maat veilig te bedienen, mogen deze
wasautomaat alleen onder het toezicht
of de begeleiding van een verant
-
woordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
~
Zie toe op kinderen nabij de wasau
-
tomaat. Laat ze nooit met de wasauto
-
maat spelen.
~
Kinderen mogen de wasautomaat
alleen maar gebruiken wanneer hen de
bediening ervan zo uitgelegd is dat ze
deze veilig kunnen bedienen. Kinderen
moeten de eventuele risico's van een
foutieve bediening kunnen beseffen.
~
Denk eraan dat de ronde glazen
deur heet wordt wanneer u op hoge
temperaturen wast.
Voorkom daarom dat kinderen tijdens
de werking de ronde glazen deur aan-
raken.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
6
Technische veiligheid
~
Vóórdat de wasautomaat wordt op
-
gesteld, controleert u of het toestel
zichtbaar beschadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag u
niet opstellen en in gebruik nemen.
~
Op het typeplaatje van de wasauto
-
maat vindt u gegevens in verband met
de aansluiting van uw toestel (zekering,
spanning en frequentie). Alvorens u de
wasautomaat aansluit, vergelijkt u deze
gegevens met die van uw elektrische
installatie. Vraag eventueel uitleg aan
een elektricien als u niet zeker bent.
~
De elektrische veiligheid van deze
wasautomaat wordt enkel gewaarborgd
als het toestel op een aardsysteem
aangesloten is dat volgens de voor-
schriften werd geïnstalleerd.
Het is heel belangrijk dat aan deze fun-
damentele veiligheidsvoorwaarde is
voldaan. In geval van twijfel dient u uw
installatie door een vakman of vakvrouw
te laten nakijken.
Miele kan niet aansprakelijk gesteld
worden voor schade die werd veroor
-
zaakt doordat de aardleiding onderbro
-
ken was of gewoon ontbrak.
~
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer. Gebruik van een
verlengsnoer verhoogt het risico op
oververhitting en daarmee op brand.
~
Laat defecte onderdelen enkel
vervangen door originele Miele-ver
-
vangstukken. Enkel dan bent u zeker
dat ze ten volle voldoen aan de eisen
die Miele qua veiligheid stelt.
~
Door ondeskundig uitgevoerde re
-
paraties kunnen er onvoorziene risico's
ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor
kan de fabrikant niet aansprakelijk wor
-
den gesteld. Reparaties mag u uitslui
-
tend laten uitvoeren door vakmensen
die door Miele erkend zijn.
~
Is het aansluitsnoer beschadigd,
laat het dan vervangen door een vak
-
man die door Miele erkend is. Zo ver
-
mijdt u risico's voor wie het toestel ge
-
bruikt.
~
Bij storingen of bij een reinigings- en
onderhoudsbeurt is de wasautomaat al
-
leen dan van het elektriciteitsnet losge-
koppeld in de volgende gevallen:
de stekker van de wasautomaat is uit
het stopcontact getrokken, of
de zekering op uw elektrische instal-
latie is uitgeschakeld, of
de schroefzekering op uw elektrische
installatie is helemaal uitgedraaid.
~
Sluit uw wasautomaat enkel met een
nieuwe toevoerslang en de vereiste toe
-
behoren aan op de waterleiding. Ge
-
bruik oude slangen, bv. van het vorige
toestel, niet opnieuw.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
7
~
Als u dit toestel niet op een vaste
plaats installeert, bijv. op een schip,
laat dit karwei dan enkel uitvoeren door
vakmensen. Die moeten ervoor zorgen
dat u het toestel veilig kunt gebruiken.
~
Geen veranderingen aan de wasau
-
tomaten doen, die niet uitdrukkelijk
door Miele toegelaten zijn.
Efficiënt gebruik
~
Stel uw wasautomaat niet op in een
vertrek waar het kan vriezen. Bevroren
waterslangen kunnen onder druk
scheuren of springen. De betrouwbaar
-
heid van de elektronische elementen
kan door temperaturen onder het vries-
punt in het gedrang komen.
~
Verwijder de transportbeveiliging op
de achterzijde voor u uw toestel in ge-
bruik neemt. Zie rubriek "Opstellen en
aansluiten", alinea "Transportbeveiliging
verwijderen". Als die beveiliging niet
verwijderd is, kan die tijdens het centri-
fugeren schade toebrengen aan het
toestel. Ook aan meubelen of appara
-
ten ernaast kan er schade optreden.
~
Doe de waterkraan dicht bij langere
afwezigheid (bijv. vakantie). Vooral
wanneer er zich vlakbij het toestel geen
afvoer in de vloer bevindt.
~
Overstromingsgevaar!
Voor u de afvoerslang in een spoelbak
hangt, dient u te controleren of het wa
-
ter vlot genoeg wegvloeit.
Maak de waterafvoerslang vast opdat
ze niet zou wegglijden! Door de
terugstoot van het wegvloeiende water
kan de slang anders uit de spoelbak
worden geslingerd.
~
Let erop dat er geen voorwerpen zo
-
als spijkers, naalden, geldstukken of
paperclips worden meegewassen.
Deze voorwerpen kunnen schade toe-
brengen aan onderdelen van het toe-
stel, bijv. aan kuip of trommel. Deze be-
schadigde onderdelen kunnen op hun
beurt uw was beschadigen.
~
Als u het wasmiddel juist doseert,
hoeft u uw toestel niet te ontkalken. Is
uw toestel zo erg verkalkt dat het moet
worden ontkalkt, gebruik dan speciaal
ontkalkingmiddel met corrosiebescher
-
ming. Dit middel kunt u bij uw Miele-
handelaar of de Technische Dienst van
Miele verkrijgen. Volg de gebruiksaan
-
wijzing van het ontkalkingmiddel strikt
op.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
8
~
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
-
dende reinigingsmiddelen behandeld
is, moet voordat het in de wasautomaat
wordt gewassen, grondig in zuiver wa
-
ter worden uitgespoeld.
~
Gebruik in dit toestel nooit reini
-
gingsmiddelen die oplosmiddel (bijv.
wasbenzine) bevatten. Er kan namelijk
schade optreden aan sommige onder
-
delen van het toestel. Er kunnen ook
giftige dampen ontstaan. Bovendien
bestaat er bij deze middelen brand- en
ontploffingsgevaar.
~
Gebruik in dit toestel nooit reini
-
gingsmiddelen die oplosmiddel (bijv.
wasbenzine) bevatten. Die kunnen
schade toebrengen aan vochtige kunst-
stof oppervlakken.
~
Kleurmiddelen dienen voor gebruik
in wasautomaten geschikt te zijn. Ze
mogen enkel in beperkte mate - zoals
voor een huishouden - worden gebruikt.
Volg de gebruiksaanwijzing van de fa-
brikant strikt op.
~
Ontkleuringsmiddel kan wegens zijn
zwavelhoudende verbindingen corrosie
tot stand brengen. U mag geen ont
-
kleuringsmiddel in uw wasautomaat ge
-
bruiken.
~
Als er vloeibaar wasmiddel in uw
ogen terechtkomt, spoel ze dan met
zuiver lauwwarm water uit. Bij inslikken,
direct een arts raadplegen. Personen
met gekwetste of gevoelige huid moe
-
ten elk contact met het vloeibare was
-
middel mijden.
Toebehoren
~
Alleen toebehoren die Miele uitdruk
-
kelijk heeft goedgekeurd, mogen wor
-
den gemonteerd of ingebouwd.
Worden er andere onderdelen gemon
-
teerd of ingebouwd, dan vervalt het
recht op waarborg en/of productaan
-
sprakelijkheid.
Miele is niet aansprakelijk voor scha
-
de die ontstaan is doordat deze vei
-
ligheidsrichtlijnen niet in acht wer
-
den genomen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
9
Bedieningspaneel
a Display
meer informatie op de volgende
bladzijde.
b Toets Start
start het wasprogramma
c Toetsen voor de bijkomende func-
ties
om de bijkomende functies te kiezen
Met de bovenste toets kunt u tussen
de bijkomende functies Kort, Voor-
was, Inweken kiezen.
Met de onderste toets kunt u de bij
-
komende functie Extra water kiezen.
Verklikkerlichtje aan = gekozen
Verklikkerlichtje uit = niet gekozen
d Verklikkerlichtjes voor het centri
-
fugeertoerental
e Toets centrifugeren
om het centrifugeertoerental te wijzi
-
gen of om spoelstop of zonder cen
-
trifugeren te kiezen
f Programmakiezer
om een basiswasprogramma en de
daarbijbehorende temperatuur te
kiezen. Deze knop kunt u zowel naar
rechts als naar links draaien.
g Aanduiding programmaverloop
informeert tijdens het wasprogramma
over de programmafase die bereikt
is.
h Verklikkerlichtjes voor service en
storingen
i Toets _
in-/uitschakelen of programma on
-
derbreken
j Toets Deur
opent de vuldeur
Bediening
10
Display
Het display toont:
de programmaduur (aanduiding rest
-
tijd)
de programmeerfuncties
De wasduur
Na de start van het programma wordt
de waarschijnlijke programmaduur in
uren en minuten aangegeven.
Tijdens de eerste 10 minuten berekent
de wasautomaat de hoeveelheid was
-
goed en de mate waarin dat water op-
neemt. Daardoor kan de programma-
duur verkorten of verlengen.
Programmeerfuncties
Met de programmeerfuncties kunt u de
wasautomaat aan uw eigen behoeften
aanpassen. In de programmeerstatus
wordt de gekozen functie op het dis
-
play weergegeven.
Bediening
11
Laat het toestel voor de eerste was
-
beurt degelijk opstellen en aan
-
sluiten. Hou daarbij rekening met de
rubriek "Opstellen en aansluiten".
Bij deze wasautomaat werd een vol
-
ledige functietest doorgevoerd, waar
-
door er zich nog water in de trommel
kan bevinden.
Uit veiligheidsoverwegingen kan u het
toestel niet laten centrifugeren voordat
het voor het eerst in bedrijf werd ge
-
steld. Om het centrifugeren te laten
werken dient u eerst een wasprogram-
ma zonder wasgoed
en zonder was-
middel te laten uitvoeren.
Gebruikt u wasmiddel, dan kan er
overdreven schuim worden gevormd!
Meteen wordt dan ook het kogelventiel
in de waterafvoer geactiveerd. Dit ven-
tiel zorgt ervoor dat het wasmiddel vol-
ledig wordt benut.
^
Draai de waterkraan open.
^
Druk de toets _ in.
^
Draai de programmakiezer op
Bont 60°C.
^
Druk op de toets Start.
Na afloop van dit programma is de in
-
bedrijfstelling afgesloten.
Het toestel in bedrijf stellen
12
Stroom- en waterverbruik
Benut de maximumlading die bij elk
wasprogramma wordt opgegeven.
Dan zijn het stroom- en waterver
-
bruik, in verhouding tot de totale hoe
-
veelheid wasgoed, het geringst.
Gebruik de programma's Automatic
en Express voor kleinere hoeveelhe
-
den wasgoed.
Bij een kleine lading in het program
-
ma Wit/Bont vermindert de wasauto
-
maat automatisch het water, de tijd
en de energie die nodig zijn. Het kan
dus gebeuren dat de aangeduide
programmaduur in de loop van een
wasprogramma wordt aangepast.
Gebruik in plaats van het programma
Wit/bont 95°C het programma Wit/
bont 60°C. Zo spaart u tussen 35 à
45 % stroom. Voor het meeste vuil is
dit programma ruim voldoende. Bij
hardnekkig of ouder vuil gebruikt u
de bijkomende functie Inweken.
Maak gebruik van de bijkomende
functie Inweken in plaats van Voor
-
was. Tijdens het inweken en de daar
-
opvolgende hoofdwas wordt dan het
-
zelfde sop gebruikt.
Wasmiddel
Gebruik telkens maar zoveel was
-
middel als op de verpakking staat
aangegeven.
Gebruik bij kleinere ladingen minder
wasmiddel (ca.
1
/
3
minder wasmiddel
bij een halve lading).
De juiste bijkomende functie kiezen
(Kort, Inweken, Voorwas)
Kies voor:
lichtjes vuil wasgoed
zonder zichtba
-
re vlekken een wasprogramma met
de bijkomende functie Kort.
normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een waspro-
gramma zonder bijkomende functie.
heel sterk vervuild wasgoed
een
wasprogramma met de bijkomende
functie Inweken.
wasgoed met een grote hoeveelheid
vuil (bijv. stof, zand) de bijkomende
functie Voorwas.
Tip voor het aansluitende machinale
drogen
Kies het hoogst mogelijke centrifu
-
geertoerental dat het wasprogramma te
bieden heeft. Zo spaart u achteraf
stroom bij het drogen in een trommel
-
droger.
Milieuvriendelijk wassen
13
Korte handleiding
De zinnen met de getallen (A, B,
C,...)kanualsbeknopte handleiding
gebruiken.
A Het wasgoed voorbereiden
^ Maak de zakken leeg.
,
Metalen voorwerpen als spijkers,
geldstukken, papierklemmen kun-
nen het wasgoed en onderdelen van
de machine beschadigen.
De vlekken vooraf behandelen
^
Verwijder eventuele vlekken uit het
textiel voor u het wast. Doe dat bij
voorkeur terwijl de vlekken nog vers
zijn. Dop de vlekken weg met een
doekje dat geen kleur afgeeft. Niet
wrijven!
Speciale vlekken als die van bloed, eie
-
ren, koffie, thee e.d. kan u vaak met
een truukje wegkrijgen. Zo u problemen
heeft met bevlekt textiel, kan u bij uw
Miele-handelaar of rechtstreeks in het
Miele-filiaal een boekje met tips over
het behandelen van speciale vlekken
krijgen.
,
Bij de behandeling van textiel
met een schoonmaakmiddel op ba
-
sis van oplosmiddel (schoonmaak
-
benzine) zie erop toe dat er geen
kunststof in contact komt met het
schoonmaakmiddel.
,
Gebruik nooit synthetische reini
-
gingsmiddelen (die oplosmiddel
bevatten) in uw wasautomaat!
Het wasgoed sorteren
^ Sorteer het textiel volgens de kleur en
de symbolen op het onderhoudseti-
ket. Dat vindt u in kragen en zomen.
Donker textiel vertoont de neiging bij de
eerste wasbeurten kleur te verliezen.
Om geen wasgoed te laten verkleuren,
wast u licht en donker textiel het best
apart.
Algemene tips
Bij gordijnen: de gordijnrolletjes en
de loden band afnemen. U kan de
gordijnen ook in een zak steken.
Bij bh's: geloste bh-beugels vast
-
naaien of verwijderen.
Bij breigoed, jeans, broeken, t-shirts
en sweaters: binnenstebuiten keren
zo de fabrikant dat aanbeveelt.
Doe ritssluitingen, haakjes en oogjes
voor het wassen dicht.
Knoop kussens en slopen dicht. Zo
komen er geen kleine spulletjes in te
-
recht.
Was in deze machine nooit textiel met
de aanduiding niet wasbaar (onder
-
houdssymbool h).
Zo wast u juist
14
B De wasautomaat inschakelen
C De wasautomaat laden
^
Open de vuldeur met de toets Deur.
^
Leg de was opengevouwen en losjes
in de trommel. Door textiel van ver
-
schillend formaat in de trommel te
stoppen, verbetert het waseffect en
raakt de was tijdens het centrifugeren
beter verdeeld.
Bij de maximumlading zijn het stroom-
en waterverbruik het laagst in verhou
-
ding tot de totale lading. Als u te veel
wasgoed laadt, vermindert het wasre
-
sultaat en komen er meer kreuken in de
was voor.
Let erop dat er geen wasgoed tus-
sen de deur en de dichtingring ge-
klemd zit.
^
Doe de vuldeur met een lichte zwaai
dicht.
D Programma kiezen
^ Draai de programmakiezer op het
gewenste programma.
Op het display staat de waarschijnlijke
programmaduur.
Zo wast u juist
15
E Een bijkomende functie selecteren
Met de bovenste toets kiest u de bijko
-
mende functies in de onderstaande
volgorde: Kort of Voorwas of Inweken of
geen keuze.
Met de onderste toets kiest u de bijko
-
mende functie Extra water.
^ Kies de gewenste bijkomende func-
tie.
Niet bij elk wasprogramma kunt u alle
bijkomende functies kiezen.
Kunt u een bepaalde bijkomende
functie niet kiezen, dan is dat voor dit
wasprogramma niet toegelaten.
F Een centrifugeertoerental kiezen
^
Druk zo vaak op de toets "Centrifuge
-
ren" tot het verklikkerlichtje van het
gewenste toerental aangaat.
Zo wast u juist
16
G Het wasmiddel toevoegen
Het is belangrijk juist te doseren, want
...
. . . gebruikt u te weinig wasmiddel, dan
wordt het wasgoed niet proper en na
verloop van tijd ook grauw en hard.
vormen er zich vetluizen op het was
-
goed
hecht er zich kalk op de verwar
-
mingselementen
. . . Gebruikt u te veel wasmiddel,
dan wordt er te veel schuim gevormd
wat het effect van de wasbewe-
gingen verzwakt. De was-, spoel- en
centrifugeerresultaten gaan dan ook
achteruit.
dan stijgt het waterverbruik. Wegens
het vele schuim wordt er immers au-
tomatisch een bijkomende spoel-
beurt ingelast.
dan wordt het milieu zwaarder belast
^
Trek de wasmiddellade ietwat uit.
Giet het wasmiddel in de vakjes:
i
Wasmiddel voor de voorwas
(opsplitsing van de totaal aanbevo-
len hoeveelheid wasmiddel:
1
/
3
in
vakje i en
2
/
3
in vakje j)
j
Wasmiddel voor de hoofdwas alsook
voor het inweken
§
Wasverzachter, vormspoeler of vloei
-
baar stijfsel
^
Sluit de wasmiddellade.
Meer details over wasmiddelen en de
dosering ervan vindt u in de rubriek
"Wasmiddel".
Zo wast u juist
17
H Een programma starten
^
Druk op de knipperende toets Start.
De waarschijnlijke programmaduur ver
-
schijnt op het display. Tijdens de eerste
10 minuten berekent de wasautomaat
hoeveel water het wasgoed kan opne
-
men. Daardoor kan de programmaduur
verkorten of verlengen.
I Het wasgoed uit de trommel ne
-
men
Het verklikkerlichtje Kreukbescherming/
einde signaleert het programma-einde.
^ Open de vuldeur met de toets Deur.
^ Neem het wasgoed uit de trommel.
Vergeet geen stukken wasgoed in
de trommel! Dat kan bij de daarop-
volgende wasbeurt krimpen of ander
wasgoed verkleuren.
^
Zie na of er niets in de dichtingring
achtergebleven is.
^ Druk op de toets _ en laat hem uit-
springen. Draai de programmakiezer
daarna op Einde.
^ Sluit de vuldeur. Anders bestaat het
risico dat er onverhoeds voorwerpen
in de trommel terechtkomen. Die kun-
nen dan per vergissing mee worden
gewassen en het wasgoed bescha-
digen.
Zo wast u juist
18
U kunt de wasprogramma's met bijko
-
mende functies aanvullen.
Kort
Voor lichtjes vuil wasgoed zonder
zichtbare vlekken.
De duur van de hoofdwas wordt inge
-
kort.
In de programma's Donker wasgoed en
Jeans worden er 2 in plaats van 3
spoelbeurten uitgevoerd.
Voorwas
Voor wasgoed waarin veel vuil zit, bijv.
stof en zand.
Inweken
Voor erg vuil wasgoed en wasgoed
met eiwithoudende vlekken, bijv. van
bloed, vet en cacao.
De inweektijd kunt u, in stappen van
30 minuten, instellen van 30 minuten
tot 2 uur.
De fabrieksinstelling bedraagt 2 uur.
Hoe u dat moet programmeren, staat
beschreven in de rubriek "Program
-
meerfuncties", alinea "Inweken".
Extra water
Laat u het wasproces liever met meer
water verlopen, dan kunt u uit vier in
-
stellingen voor de toets Extra water kie
-
zen. Die zijn nader toegelicht in de ru
-
briek "Programmeerfuncties", alinea
"Extra water".
In de fabriek werd uw toestel zo inge
-
steld dat het, nadat u de toets Extra wa
-
ter ingedrukt hebt, zowel bij het wassen
als bij het spoelen meer water gebruikt.
Bijkomende functies
19
Eindtoerental
Programma´s Omw/min
Wit/Bont 1600
Kreukherstellend 1200
Fijn wasgoed 600
Automatic 900
Donker wasgoed 1200
Overhemden 600
Jeans 900
Express 1600
Zijde 400
Wol 1200
Pompen/Centrifugeren 1600
Extra spoelen/stijven 1200
U kunt het eindtoerental verminderen.
Een hoger toerental dan hierboven ver-
meld kunt u echter niet kiezen.
Centrifugeren voor en tussen de
spoelbeurten
Het wasgoed wordt na de hoofdwas en
tussen de spoelbeurten gecentrifu-
geerd. Zo het eindtoerental beperkt
werd, gaat dit eveneens op voor het
toerental voor en tussen de spoel
-
beurten. In het programma Wit/bont
wordt er een extra spoelbeurt ingelast
als het toerental kleiner is dan 700 t/
min.
Niet centrifugeren op het einde van
het programma (Spoelstop)
^
Kies de instelling Spoelstop. Het
wasgoed blijft na de laatste spoel
-
beurt in het water liggen. Daardoor
wordt de kreukvorming beperkt in
-
dien u de was niet meteen na het
einde van het programma uit de
trommel haalt.
Centrifugeren op het einde van het
programma starten:
Het verklikkerlichtje Spoelstop van
de toets "centrifugeren" licht op. Kies
via de toets "centrifugeren" het ge-
wenste toerental. De wasautomaat
begint te centrifugeren.
Programma beëindigen
:
Druk op de toets Deur. Het water
wordt weggepompt. Druk daarna
nog eens op toets Deur om de vul-
deur te openen.
Zonder centrifugeren tussen de
spoelbeurten en op het einde van het
programma
^
Kies de instelling Zonder centrifuge
-
ren. Na de laatste spoelbeurt wordt
het water weggepompt en de kreuk
-
bescherming ingeschakeld. Bij deze
instelling wordt er in de programma's
Wit/Bont, Kreukherstellend en Auto
-
matic een bijkomende spoelbeurt in
-
gelast.
Centrifugeren
20
Loading...
+ 44 hidden pages