Hp COMPAQ PRESARIO SR2200, PAVILION SLIMLINE S3100, PAVILION SLIMLINE S7700, PAVILION T3700, PAVILION A6300 Manual [nl]

...
0 (0)

Start hier

De enige garanties voor Hewlett-Packard-producten en –diensten staan vermeld in de garantieverklaringen bij die producten en diensten. De informatie in dit document kan niet worden opgevat als een aanvullende garantie. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in dit document.

HP aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor het gebruik of de betrouwbaarheid van de HP software op apparatuur die niet door HP is geleverd.

Dit document bevat informatie die het eigendom is van HP en die door de wetten op het auteursrecht wordt beschermd. Geen enkel deel van dit document mag worden gefotokopieerd, verveelvoudigd of in een andere taal vertaald zonder de schriftelijke toestemming van HewlettPackard Company.

Hewlett-Packard Company

P.O. Box 4010

Cupertino, CA 95015-4010

VS

Copyright © 2000–2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P.

Wordt in de Verenigde Staten mogelijk onder licentie geleverd met één of beide van de Amerikaanse patentnummers 4,930,158 en 4,930,160 tot 28 augustus, 2008.

Microsoft en Windows Vista zijn in de VS gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.

Het Windows-logo en Windows Vista zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen/regio's.

HP ondersteunt het legale gebruik van technologie en verleent geen goedkeuring of aanmoediging voor het gebruik van onze producten voor andere doeleinden dan deze toegestaan onder het auteursrecht.

De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

Inhoudsopgave

De computer installeren ...........................................................................

1

De computer in elkaar zetten ...................................................................................

1

De computer op de juiste locatie plaatsen.............................................................

1

Stroomstootbeveiliging gebruiken ........................................................................

2

Verbindingen met de computer............................................................................

2

Een digitale camera aansluiten (foto of video)............................................................

8

Andere apparaten aansluiten...................................................................................

9

Documentatie en herstelschijven opslaan .................................................................

10

De instellingen van de monitor aanpassen ...............................................................

10

Een LAN configureren ...........................................................................................

10

Een kabelverbinding (Ethernet) instellen...................................................................

12

Geïntegreerde draadloze apparaten ......................................................................

12

Draadloze LAN-apparaten verbinden......................................................................

13

De installatie van een draadloos LAN-apparaat controleren ..................................

14

Beveiligingsvoorzieningen voor draadloze netwerken gebruiken ...........................

14

Een modem aansluiten ..........................................................................................

15

Luidsprekers of een microfoon aansluiten ..............................................

17

Luidsprekers gebruiken..........................................................................................

17

Typen geluidsconnectoren .....................................................................................

18

Een microfoon aansluiten.......................................................................................

20

Luidsprekerconfiguraties ........................................................................................

20

Luidsprekertypen .............................................................................................

21

2/2.1 luidsprekersysteem aansluiten (2 luidsprekers en een subwoofer) ......................

22

4.1 luidsprekersysteem aansluiten (4 luidsprekers en een subwoofer) ..........................

23

5.1 luidsprekersysteem aansluiten (5 luidsprekers en een subwoofer) ..........................

24

7.1 luidsprekersysteem aansluiten (7 luidsprekers en een subwoofer) ..........................

26

Inhoudsopgave iii

De computer aansluiten op een geluidssysteem ........................................................

28

Y-adapters ......................................................................................................

28

2.1 stereo-installatie.........................................................................................

29

5.1 stereo-installatie.........................................................................................

30

Procedure voor een 5.1 geluidsinstallatie ...........................................................

30

7.1 stereo-installatie.........................................................................................

32

Procedure voor een 7.1 geluidsinstallatie ...........................................................

33

Digitale audio aansluiten.......................................................................................

34

Luidsprekers aansluiten op de geluidskaart Creative Sound Blaster X-Fi .......................

35

De luidsprekers aansluiten ................................................................................

35

Aansluitingen op de FlexiJack-connector .............................................................

37

De kabels voor het tv-signaal en de video aansluiten.............................

39

TV-kabels gebruiken..............................................................................................

39

Audioen videokabels...........................................................................................

39

De TV-signaalbron aansluiten .................................................................................

41

Een dubbele tuner aansluiten ............................................................................

42

De afstandssensor aansluiten .................................................................................

43

De TV-signaalbron aansluiten wanneer u een bestaande installatie hebt ......................

44

Muur naar videorecorder naar tv via een coaxkabel............................................

44

Muur naar kabel-tv settopbox of satellietbox naar videorecorder of tv via

 

een coaxkabel ................................................................................................

45

Muur naar kabel-tv settopbox of satellietbox naar videorecorder en tv via een

 

S-video-kabel of composietvideo-kabel tussen de box en de videorecorder of tv.......

46

Uw tv als een monitor gebruiken ............................................................................

48

Kabels voor aansluiting van de computer op een tv .............................................

48

Aansluiten van de computer op een tv................................................................

48

Het bureaublad van de computer weergeven op een tv-scherm .............................

49

De schermresolutie aanpassen ..........................................................................

49

Meerdere schermen aansluiten ..........................................................................

50

De Windows Media Center Setup gebruiken voor de aanvullende installatie van uw tv-

 

scherm ................................................................................................................

50

De optie TV-out uitschakelen ..................................................................................

51

De TV loskoppelen................................................................................................

51

Aansluiten op een monitor of high-definition tv .........................................................

52

Kies de gewenste AV-verbinding kiezen .............................................................

52

Een HDMI-apparaat aansluiten..........................................................................

54

Een DVI-apparaat aansluiten .............................................................................

55

Aansluiten op een standaard tv ..............................................................................

56

Aansluiten op componentvideo..........................................................................

56

Aansluiten op S-video ......................................................................................

57

iv Start hier

Ondersteuning.......................................................................................

59

Handleidingen zoeken ..........................................................................................

59

Handleidingen zoeken op het web .........................................................................

59

Help en ondersteuning op het scherm gebruiken ......................................................

60

De map Help en hulpmiddelen gebruiken ................................................................

60

HP Connections of Compaq Connections gebruiken .................................................

60

Berichten opvragen..........................................................................................

61

Berichten uitschakelen ......................................................................................

61

Berichten opnieuw activeren .............................................................................

62

Index.....................................................................................................

63

Inhoudsopgave v

vi Start hier

De computer installeren

WAARSCHUWING: Het voltage is vooraf ingesteld voor het land/de regio waar u de computer hebt aangeschaft. Controleer in een ander land de voltagevereisten voordat u de computer op een stopcontact aansluit.

WAARSCHUWING: Lees “Veiligheidsinformatie” in de Handleiding

voor garantie en ondersteuning voordat u de computer installeert en aansluit op de stroomvoorziening.

De computer in elkaar zetten

Volg de stappen op de installatieposter om de computer te installeren. Lees de onderwerpen in deze sectie om meer te weten te komen over de locatie van de componenten en connectoren van de computer en over alternatieve mogelijkheden voor de installatie.

Kijk of er in de computerdoos schriftelijke informatie of updates zitten die van toepassing zijn op deze computer.

De computer op de juiste locatie plaatsen

Wanneer u de nieuwe computer installeert, plaatst u deze zo dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. Zorg ervoor dat alle connectoren vast zitten en dat kabels niet in de weg zitten. Leid kabels zo dat er niet op gestapt kan worden en dat ze niet worden beschadigd doordat er meubilair op wordt geplaatst.

De computer installeren 1

Stroomstootbeveiliging gebruiken

Sluit alle netsnoeren voor uw computer en de randapparaten (zoals een monitor, printer, scanner) aan op een overspanningsbeveiliging, zoals een stekkerdoos met stroomstootbeveiliging of een UPS (Uninterruptible Power Supply), om uw monitor, computer en accessoires te beschermen. Vele apparaten voor stroomstootbeveiliging hebben ingangen en uitgangen voor modem-/telefoonlijnen die ook worden beveiligd tegen stroomstoten. Via telefoonlijnen kunnen bliksemflitsen in uw systeem dringen. Sommige apparaten voor stroomstootbeveiliging hebben connectoren voor televisiekabels die ook tegen stroomstoten worden beveiligd. Gebruik deze als er in uw computert een televisietuner geïnstalleerd is.

Niet alle stekkerdozen hebben stroomstootbeveiliging, ze moeten voorzien zijn van een specifiek label waarop dit vermeld staat. Gebruik een stekkerdoos van een fabrikant die een beleid voor vervanging bij schade heeft ingesteld, zodat u uw apparaten kunt vervangen als de stroomstootbeveiliging niet werkt.

Verbindingen met de computer

Sluit de belangrijkste randapparaten, zoals de monitor, het toetsenbord en de muis, aan op de achterkant van de computer. Andere randapparaten, zoals een printer, scanner of camera, worden ook aangesloten op connectoren op de achterkant van de computer. Sommige computers hebben ook connectoren aan de voorkant. De onderstaande tabel geeft informatie over een aantal, maar niet alle, connectoren.

OPMERKING: Locatie, beschikbaarheid en aantal van de connectoren verschillen per model.

 

Pictogram/

 

Connector

label

Beschrijving en functie

 

 

 

 

 

Muis (PS/2-connector)

Toetsenbord (PS/2-connector)

USB-poort (Universal Serial Bus) voor muis, toetsenbord, digitale camera of andere apparaten met een USBconnector

Printer (parallel)

2 Start hier

Hp COMPAQ PRESARIO SR2200, PAVILION SLIMLINE S3100, PAVILION SLIMLINE S7700, PAVILION T3700, PAVILION A6300 Manual

 

Pictogram/

 

Connector

label

Beschrijving en functie (vervolg)

 

 

Monitor

Seriële poort voor digitale camera’s of andere seriële apparaten

Serieel

Audio-uitgang (luidsprekers met voeding)

Audio-ingang

Hoofdtelefoon

Microfoon

FireWire® (IEEE 1394) voor videocamera’s of andere apparaten met snelle overdrachtssnelheden

Digitale audio-ingang en digitale audio-uitgang

Uitgang zijluidspreker

De computer installeren 3

 

Pictogram/

 

Connector

label

Beschrijving en functie (vervolg)

 

 

 

 

 

Uitgang achterluidspreker

Middenluidspreker/subwoofer

S-video

Secundaire S-video-connector om uw videorecorder, S-Video 2 videocamera of andere analoge bron op de

computer aan te sluiten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Samengestelde

Secundaire connector voor samengestelde video

 

 

video 2

(geel) om een videorecorder, videocamera of

 

 

 

andere analoge bron op de computer aan te sluiten.

A/V In

Audio 2

L

Secundaire linker audio-ingang (wit).

OPMERKING: Deze audio-ingang is verbonden met de tv-tuner. Als u alleen geluid wilt opnemen, moet u de audio-ingang gebruiken die is verbonden met het moederbord en die zich aan de achterkant van de computer bevindt. (alleen op bepaalde modellen.)

A/V In

Secundaire rechter audio-ingang (rood).

Audio 2

 

ROPMERKING: Deze audio-ingang is verbonden met de tv-tuner. Als u alleen geluid wilt opnemen, moet u de audio-ingang gebruiken die is verbonden met het moederbord en die zich aan de achterkant van de computer bevindt. (alleen op bepaalde modellen.)

Uitgang voor hoofdtelefoon (groen).

Ingang voor microfoons (roze).

USB 2.0-poort (Universal Serial Bus) voor aansluiting van een muis, toetsenbord, digitale camera of andere apparaten met een USBconnector.

4 Start hier

 

Pictogram/

 

Connector

label

Beschrijving en functie (vervolg)

 

 

FireWire-connector (IEEE 1394) voor aansluiting

 

 

van videocamera’s of andere apparaten met snelle

 

 

overdrachtssnelheden.

 

 

OPMERKING: U moet een 6-pins FireWire-

 

 

communicatiekabel (IEEE 1394) gebruiken met deze

 

 

6-pins connector.

 

 

Netvoedingsconnector

Muisconnector voor aansluiting van een muis.

Toetsenbordconnector voor aansluiting van een toetsenbord.

Printerpoort (parallel) voor aansluiting van een parallelle printer. (alleen op bepaalde modellen.)

USB 2.0-poort (Universal Serial Bus) voor aansluiting van een muis, toetsenbord, digitale camera of andere apparaten met een USBconnector.

FireWire-connector (IEEE 1394) voor aansluiting van videocamera’s of andere apparaten met snelle overdrachtssnelheden.

OPMERKING: U moet een 6-pins FireWirecommunicatiekabel (IEEE 1394) gebruiken met deze 6-pins connector.

ETHERNET De Ethernet-connector is een netwerkadapter (ook wel netwerkinterfacekaart of NIC genoemd) die kan worden aangesloten op een netwerkhub van het type Ethernet (10BaseT) of Fast Ethernet (100BaseT). Verbind deze adapter in uw computer met uw LAN-hub (Local Area Network) of met een breedbandverbinding.

Het groene lampje geeft een geldige verbinding aan.

De computer installeren 5

 

Pictogram/

 

Connector

label

Beschrijving en functie (vervolg)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Digitale video-uitgang voor de aansluiting van een

 

 

 

 

 

 

 

 

tv of monitor. (alleen op bepaalde modellen.)

 

 

 

 

 

 

 

 

Zie de documentatie die bij het beeldscherm is

 

 

 

 

geleverd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ingang voor microfoons. De microfooningang

 

 

 

 

functioneert als de uitgang voor de

 

 

 

 

middenluidspreker/subwoofer wanneer een

 

 

 

 

audioconfiguratie met meerdere kanalen wordt

 

 

 

 

geactiveerd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Audio-uitgang (groen) voor de voorste luidsprekers.

 

 

 

 

 

 

Audio-ingang (blauw) voor een analoog

 

 

 

 

 

 

audioapparaat, zoals een cd-speler. De audio-

 

 

 

 

 

 

ingang functioneert als de uitgang voor de achterste

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

luidsprekers wanneer een audioconfiguratie met

 

 

 

 

 

 

meerdere kanalen wordt geactiveerd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Midden

C/Sub-uitgang (goud) voor de middenluidspreker/

 

 

 

 

 

 

subwoofer in een audioconfiguratie met meerdere

 

 

 

 

 

 

kanalen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Achter

Audio-uitgang (zwart) voor de achterste luidsprekers

 

 

 

 

 

 

in een audioconfiguratie met meerdere kanalen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zijkant

Audio-uitgang (grijs) voor de zijluidsprekers in een

 

 

 

 

 

 

configuratie met acht luidsprekers (7.1).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S-video

S-video-ingang voor het aansluiten van een

 

 

 

 

 

 

set-top box.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Samengestelde

Ingang voor samengestelde video (geel) voor het

 

 

 

 

video

aansluiten van een set-top box van een tv.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

A/V In

Primaire linker audio-ingang voor het aansluiten van

 

 

 

 

Audio 1

een set-top box (wit).

LOPMERKING: Als u alleen geluid wilt opnemen, gebruikt u deze audio-ingang, die is verbonden met het moederbord. Op sommige computers bevindt deze primaire linker audio-ingang zich aan de voorkant van de computer. (alleen op bepaalde modellen.)

6 Start hier

Pictogram/ Connector label

A/V In

Audio 1

R

Beschrijving en functie (vervolg)

Primaire rechter audio-ingang voor het aansluiten van een set-top box (rood).

OPMERKING: Als u alleen geluid wilt opnemen, gebruikt u deze audio-ingang, die is verbonden met het moederbord. Op sommige computers bevindt deze primaire rechter audio-ingang zich aan de voorkant van de computer. (alleen op bepaalde modellen.)

 

 

 

 

 

Tv-antenne/

Tv-ingang voor tv-antenne of kabel vanaf een

 

 

 

 

 

kabel

wanddoos (als geen set-top box wordt gebruikt).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

FM-antenne

Ingang voor FM-radioantenne.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sluit de kabel van de FM-radioantenne aan op de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

FM-ingang van de tv-tuner aan de achterkant van de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

computer. Het kan een goed idee zijn om de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

uiteinden van de antenne uit te spreiden om de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ontvangst van het FM-radiosignaal te verbeteren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Modemingang (RJ-11) (alleen op bepaalde

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

modellen).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Sluit één uiteinde van de modemkabel (geleverd in

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

de doos met de computer) aan op de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

modemconnector aan de achterkant van de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

computer. Sluit het andere uiteinde aan op de

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

wanddoos van de telefoonlijn.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Analoge video

Analoge video-uitgang: S-video-uitgang of uitgang

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

voor samengestelde video (alleen op bepaalde

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

modellen) voor de aansluiting op een tv.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VGA

VGA-uitgang (blauw) voor de aansluiting van een

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

VGA-monitor.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Digitale audio-ingang (wit) voor de aansluiting op

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

een digitaal audioapparaat met digitale invoer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(zoals een receiver of versterker in een

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

geluidssysteem) of digitale luidsprekers (alleen op

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

bepaalde modellen).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Digitale audio-uitgang (rood) voor de aansluiting op

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

een digitaal audioapparaat met digitale uitvoer

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(alleen op bepaalde modellen).

Digitale audioDigitale uitgang (oranje) voor de aansluiting op een

 

 

uitgang

digitaal audioapparaat met digitale invoer (zoals

 

 

 

een receiver of versterker in een geluidssysteem) of

 

 

 

digitale luidsprekers (alleen op bepaalde modellen).

 

 

 

 

De computer installeren 7

Een digitale camera aansluiten (foto of video)

De volgende instructies zijn alleen van toepassing op digitale fotocamera’s en digitale videocamera’s.

OPMERKING: Als u een analoge videocamera wilt aansluiten op de computer, gebruikt u de videoen audio-ingangen aan de voorkant of achterkant van de computer.

Raadpleeg de documentatie die bij de digitale fotocamera of digitale videocamera is geleverd.

U sluit als volgt een digitale fotocamera of digitale videocamera aan:

1Schakel de computer in en wacht totdat het besturingssysteem Microsoft® Windows Vistais gestart.

OPMERKING: Als een venster voor het automatisch afspelen van digitale video verschijnt als u uw camera aansluit, klik u op Annuleren.

2Sluit de 6-pins communicatiekabel van de videocamera aan op de camera en dan op een open poort aan de voorkant of achterkant van de computer. Voor de meeste digitale videocamera’s kunt u de FireWire-poort (IEEE 1394) of de USB-poort gebruiken.

3Het bericht Nieuwe hardware gevonden verschijnt. Wacht twee of drie minuten zodat Windows Vista de nodige opties kan instellen voor het nieuwe apparaat. Als de installatie voltooid is, verschijnt een bericht met de melding dat de camera klaar is voor gebruik.

8 Start hier

Als de computer de digitale fotocaera of digitale videocamera niet herkent, gaat u als volgt te werk:

1Klik op de Windows Start knop® op the taakbalk en klik vervolgens op

Configuratiescherm.

2Klik op Systeem en onderhoud en klik dan op Systeem.

3Klik op Apparaatbeheer.

4Klik op het plusteken (+) naast de camerapoort. Als de naam van de camera verschijnt, is het apparaat gereed. Als de naam hier niet verschijnt, probeert u het volgende:

!Klik op Actie en klik vervolgens op Zoeken naar gewijzigde apparaten. Kijk of in Apparaatbeheer een nieuw apparaat is toegevoegd voor de poort.

!Koppel de communicatiekabel van de videocamera los van de computer en sluit deze aan op een andere poort. Kijk of in Apparaatbeheer een nieuw apparaat is toegevoegd voor de poort.

Andere apparaten aansluiten

Andere randapparaten kunnen worden aangesloten op de USBof FireWire-poorten (IEEE 1394) aan de voorkant of achterkant van de computer. Randapparaten die u kunt aansluiten, zijn printers, scanners, videocamera’s, digitale fotocamera’s, geheugenkaartlezers en PDA’s (Personal Digital Assistant) of handheld computers. Raadpleeg de documentatie die is geleverd bij de apparaten.

OPMERKING: Sommige randapparaten worden niet bij de computer geleverd.

OPMERKING: U moet een 6-pins (geen 4-pins) FireWire-kabel (IEEE 1394) gebruiken met de 6-pins FireWire-poort (IEEE 1394) op uw computer.

De computer installeren 9

Documentatie en herstelschijven opslaan

Bewaar alle gebruikshandleidingen van de computer en de garantie-informatie op een eenvoudig te vinden en veilige plaats. Het is een goed idee om de herstelschijven van uw systeem samen met de documentatie te bewaren. Op die manier hebt u eenvoudig toegang tot alle belangrijke documenten en bestanden voor de computer.

De instellingen van de monitor aanpassen

U wijzigt als volgt de schermresolutie:

1Klik met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte van het bureaublad en klik op

Persoonlijk maken.

2Klik op Beeldscherminstellingen.

3Selecteer, indien nodig, de monitor en pas de schermresolutie aan.

4Klik op Toepassen.

5Klik op Ja, als deze optie aanwezig is.

6Klik op OK.

OPMERKING: U kunt meerdere schermen (CRT-monitor, flat-panel monitor, televisie, enzovoort) tegelijk aansluiten op de computer (alleen op bepaalde modellen). U kunt het bureaublad snel op een ander apparaat weergeven door op Alt+F5 te drukken. Elke keer dat u op Alt+F5 drukt, verschijnt het bureaublad op het volgende apparaat. Als Alt+F5 niet werkt, start u de computer opnieuw op en probeert u het nogmaals.

Een LAN configureren

Het Local Area Network (LAN) in uw huis kan een bekabeld of een draadloos netwerk zijn. U gebruikt een LAN om uw computer te verbinden met andere apparaten in het netwerk, inclusief andere computers. Een van de netwerkcomponenten kan een hub of een switch zijn, waarmee meerdere apparaten op het netwerk kunnen worden aangesloten, of een router, waarmee computers of een breedbandverbinding met het internet kunnen worden aangesloten op het netwerk. Via de netwerkverbinding kunt u tevens gegevens, printers en andere randapparatuur delen met de andere computers in het netwerk. De netwerkverbinding met het internet wordt doorgaans tot stand gebracht via een inbelmodem of een kabelmodem.

In een bekabeld netwerk worden Ethernet-kabels gebruikt om de apparaten aan te sluiten op het netwerk. U sluit bijvoorbeeld een Ethernet-kabel aan tussen de netwerkadapter in uw computer en de router.

In een draadloos netwerk worden radiogolven gebruikt om de apparaten te verbinden met het netwerk. Uw computer en de router hebben bijvoorbeeld allebei een antenne en adapter die gebruik maakt van dezelfde Wi-Fi-industriestandaard: 802.11b, 802.11g of 802.11a.

10 Start hier

In de voorgaande afbeelding ziet u een thuisnetwerk. De desktopcomputer heeft een kabelverbinding met een draadloze router. Op de desktopcomputer is ook een printer aangesloten, die wordt gedeeld met de andere computers in het netwerk. Elke notebook heeft een draadloze verbinding met de netwerkrouter.

De computer installeren 11

Een kabelverbinding (Ethernet) instellen

De Ethernet-verbinding met de netwerkadapter (kan ook een Network Interface Card of NIC worden genoemd) voorziet in een verbinding met hoge snelheid, ook wel breedbandverbinding genoemd, met een Ethernet-netwerk (10BaseT) of een Fast Ethernetnetwerk (100BaseT). Nadat u de netwerkadapter hebt aangesloten op een netwerk, zoals een LAN, kunt u via het netwerk verbinding maken met het internet.

1Sluit een Ethernet-kabel aan op de Ethernet-connector (A) aan de achterkant van de computer en op de netwerkrouter of een LAN-apparaat.

OPMERKING: Het is mogelijk dat uw computer niet is uitgerust met een Ethernetconnector.

AEthernet-connector (RJ-45-poort)

BEthernet-indicatoren

2Als de computer ingeschakeld is, controleert u de indicatoren (B) naast de Ethernetconnector voor de netwerkstatus:

!ACTIVITY — Brandt geel wanneer via het netwerk gegevens worden verzonden

!LINK — Brandt groen wanneer er een geldige verbinding met het netwerk is

OPMERKING: Het is mogelijk dat uw Ethernet-connector maar één indicator heeft.

Geïntegreerde draadloze apparaten

Met draadloze technologie worden gegevens via radiogolven, in plaats van kabels, overgedragen. Het is mogelijk dat uw computer is uitgerust met één of meer van de volgende geïntegreerde draadloze apparaten:

!Draadloze LAN-apparaten verbinden de computer met een draadloos LAN (ook wel WLAN voor Wireless Local Area Network genoemd) in een kantoor, uw huis en openbare ruimten, zoals vliegvelden en restaurants. In een WLAN communiceert elk mobiel draadloos apparaat met een draadloos toegangspunt dat op een afstand van maximaal 100 meter kan staan.

Computers met WLAN-apparaten kunnen ondersteuning bieden voor één of meer van de door de IEEE vastgestelde industriestandaarden: 802.11b, 802.11g of 802.11a.

12 Start hier

!Met Bluetooth-apparaten kunt u een persoonlijk netwerk (ook wel PAN voor Personal Area Network genoemd) maken om een verbinding tot stand te brengen met andere Bluetooth-apparaten, zoals computers, telefoons, printers, headsets, luidsprekers en camera’s. In een PAN communiceert elk apparaat direct met de andere apparaten en de apparaten moeten relatief dicht bij elkaar (minder dan 10 meter uit elkaar) staan.

!WWAN-apparaten (Wireless Wide Area Network) geven op elk gewenst moment toegang tot informatie vanaf elke plek waar u uw mobiele telefoon kunt gebruiken. In een WWAN communiceert elk mobiel apparaat met een basisstation van een telefoonmaatschappij. Telefoonmaatschappijen installeren praktisch overal netwerken van basisstations (vergelijkbaar met de masten voor mobiele telefonie), waarmee in feite wordt gezorgd voor dekking in hele staten of zelfs hele landen/ regio’s.

Voor meer informatie over draadloze technologie gaat u naar:

http://www.hp.com/go/techcenter/wireless

Draadloze LAN-apparaten verbinden

(Alleen op bepaalde modellen)

U kunt de computer verbinden met een draadloos 802.11bof 802.11g-netwerk door de externe antenne te gebruiken die bij uw systeem is geleverd. Met dit apparaat kunt u een draadloos netwerk maken waarin de computer fungeert als een draadloos toegangspunt. Als u al een draadloos netwerk hebt, kunt u met dit apparaat de computer gebruiken als een draadloze client.

U hebt een bestaand draadloos LAN met een internetverbinding nodig (neem contact op met uw internetaanbieder voor meer informatie). Bij het systeem is een externe antenne geleverd en die moet u verbinden met de 802.11-module om het bereik en de gevoeligheid van de radio te vergroten.

U sluit de draadloze LAN-antenne als volgt aan:

1 Schroef de kabel van de draadloze LAN-antenne in de draadloze LAN-connector aan de achterkant van de computer.

2Voor de beste prestaties plaatst u de antenne op de computer of op

een hoge, aan alle kanten vrije plek.

OPMERKING: Het is mogelijk dat uw draadloze antenne er iets anders uitziet.

De computer installeren 13

De installatie van een draadloos LAN-apparaat controleren

Als u een draadloos netwerk wilt instellen, controleert u eerst of het geïntegreerde WLANapparaat juist is geïnstalleerd in uw computer.

1Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.

2Typ Apparaatbeheer in het zoekvak en klik vervolgens op Apparaatbeheer om het venster Apparaatbeheer te openen.

3Klik op Netwerkadapters. Het WLAN-apparaat zou hier moeten worden vermeld. U kunt het WLAN-apparaat herkennen aan termen als wireless, wireless LAN en 802.11.

OPMERKING: Als er geen WLAN-apparaat wordt vermeld, heeft uw computer geen geïntegreerd WLAN-apparaat of is het stuurprogramma voor het apparaat niet juist geïnstalleerd.

4Klik op de Windows Start knop op the taakbalk.

5Typ Netwerken en delen in het zoekvak en klik vervolgens op Netwerken en delen om het venster Netwerken en delen te openen.

6Klik op Apparaat toevoegen aan het netwerk en volg de instructies op het scherm.

Als u meer informatie wilt over het instellen van een draadloos netwerk, gaat u op een van de volgende manieren te werk:

!Klik op de Windows Start knop op the taakbalk, klik op Help en ondersteuning en typ vervolgens Draadloos netwerk instellen in het zoekvak.

!Ga naar: http://www.hp.com/go/techcenter/wireless

Beveiligingsvoorzieningen voor draadloze netwerken gebruiken

Wanneer u een draadloos thuisnetwerk instelt of toegang zoekt tot een openbaar WLAN, moet u altijd de beveiligingsvoorzieningen inschakelen om uw computer te beschermen tegen toegang door onbevoegden. De meest gebruikte beveiligingsniveaus zijn WPAPersonal (Wi-Fi Protected Access Personal) en WEP (Wired Equivalent Privacy).

Wanneer u een netwerk instelt, moet u één of meer van de volgende beveiligingsmaatregelen treffen:

!WPA-Personal of WEP-beveiliging inschakelen op de router.

!De standaardnaam voor het netwerk (SSID) en het wachtwoord wijzigen.

!Een firewall gebruiken.

!Beveiliging instellen in uw webbrowser.

Voor meer informatie over het instellen van draadloze beveiligingsvoorzieningen gaat u naar: http://www.hp.com/go/techcenter/wireless

14 Start hier

Een modem aansluiten

Voor informatie over verbinding met het internet raadpleegt u “Verbinding met het internet” in de handleiding Aan de slag.

U gebruikt het modem om via de telefoonlijn verbinding te maken met een internetaanbieder.

OPMERKING: Het is mogelijk dat uw computer niet is uitgerust met een modem.

Voordat u de telefoonlijn kunt gebruiken om een inbelverbinding met het internet tot stand te brengen en e-mails of faxen te verzenden en te ontvangen, moet u de telefoonlijn verbinden met de modemconnector (A) aan de achterkant van de computer (B). Op de installatieposter ziet u hoe u een modemof telefoonkabel aansluit op de modemconnector van de computer en op de wanddoos van de telefoonlijn.

AModemconnector

BAchterkant van computer

De computer installeren 15

16 Start hier

Loading...
+ 50 hidden pages