Het product dat u hebt gekocht, is ontworpen en geproduceerd volgens de strengste kwaliteitsnormen
en zorgvuldig getest. Lees deze informatie zorgvuldig door en volg alle onderstaande instructies op.
Op die manier verzekert u zich van een goede werking en een lange levensduur van uw radio.
Bewaar deze handleiding in uw auto voor toekomstig gebruik.
Deze handleiding is van toepassing op de volgende modellen: CD4506, CD4526X, CD4626X
De onderstaande tabel bevat de belangrijkste verschillen:
Maximaal uitgangsvermogen
Sinusvermogen[W]4 x 194 x 194 x 22
MP3 en WMA (versie 9 of lager)
Line out[Kanalen] - 2 4
Aansluitmogelijkheid cd-wisselaar
Ingang telefoon - • •
OEM externe • • •
bedieningsinterface
EDI-interface - - •
[W]4 x 404 x 404 x 50
• •
• •
MILIEU
Deze handleiding is gedrukt op chloorarm kringlooppapier.
BELANGRIJK
Dit apparaat is ontworpen en geproduceerd conform de geldende veiligheidsvoorschriften. Lees de
gebruikershandleiding zorgvuldig door en gebruik het apparaat waarvoor het bedoeld is.
De volgende gegevens gelden voor CD4506,
CD4526X, CD4626X
• Omgevingstemperatuur: -20°C ~ +75°C.
• Voeding:
- 12V gelijkstroom, negatieve massa.
- Voltage: +10,5V ~ +16V.
- Stroomverbruik:
- Ongeveer 1A (ongeveer 0,1A indien
uitgeschakeld)
• Afmetingen (b x h x d): DIN-behuizing, 180 x 51
x 160 mm.
Waarschuwing
- Ontkoppel de negatieve pool van de accu
voordat u het apparaat monteert en aansluit
(zie figuur 1 op aparte installatiekaart) om
kortsluiting te voorkomen.
- Het apparaat mag alleen worden geïnstalleerd
door daarvoor opgeleid personeel.
- Zorg er altijd voor dat de aansluitingen per
voertuig correct zijn. Onjuiste aansluitingen
kunnen leiden tot schade aan het apparaat of
aan het elektrische/elektronische systeem van
het voertuig.
- Neem de kwaliteitseisen van de autobranche in
acht.
- Brandgevaar! Zorg er bij boorwerkzaamheden
voor dat u geen verborgen kabels, brandstoftank
of brandstofleidingen beschadigt.
- Boor nooit in onderdelen van de carrosserie
die ondersteuning bieden of die van belang zijn
voor de veiligheid.
INSTALLEREN
Aansluiten in voertuigen met standaard ISOconnectors
In voertuigen die zijn uitgerust met standaard ISOconnectors kan de radio direct worden
aangesloten. Voor sommige signalen is mogelijk
een verloopsnoer of een aparte aansluiting op de
ISO-connectors vereist (zie aparte
installatiekaart).
Aansluiten in voertuigen zonder standaard
ISO-connectors
Wanneer het voertuig niet is uitgerust met
standaard ISO-connectors, informeert u bij uw
dealer naar een verloopkabel. Als er voor uw
voertuig geen verloopkabel beschikbaar is, sluit
u de radio aan volgens de beschrijving (zie aparte
installatiekaart).
* Afhankelijk van de versie
44
VOORBEREIDEN
Voltage en polariteit: het apparaat moet worden
aangesloten op een 12V-autoaccu met negatieve
massa (het chassis). Installatie in een voertuig
dat niet voldoet aan deze eisen kan leiden tot
defecten, schade of brand.
CONNECTOR A (figuur 2)
Aansluitingen voor voeding
• A7: aansluiten op een permanente voeding van
12V. Dit is de hoofdstroomvoorziening. Zorg
ervoor dat deze verbinding geschikt is voor een
stroomsterkte van 10A.
• A4: aansluiten op een schakelbare voeding van
12V (in-/uitgeschakeld door contactslot).
• A8: aansluiten op massa (chassis). Dankzij
deze aansluiting kunt u gebruikmaken van alle
mogelijkheden van de functie ON/OFF LOGIC,
waardoor het apparaat 1 uur nadat de sleutel
is verwijderd uit het contactslot automatisch
wordt uitgeschakeld. Als deze functie niet naar
verwachting functioneert, hebt u mogelijk een
verloopkabel nodig.
Optionele aansluitingen (figuur 2)
• SDVC (Speed Dependant Volume Control)
Door deze intelligente volumecontrole wordt het
volume automatisch aangepast aan de snelheid
van uw auto.
- Sluit pin A1 aan op het signaal van de
snelheidsmeter in uw auto. Sommige auto’s zijn
hiervoor al geschikt. Informeer hiernaar bij uw
dealer.
- Zie SPECIALE FUNCTIES op pagina 11 voor
informatie over het activeren van de functie
SMART-volume.
Elektronische/gemotoriseerde antenne
•
Sluit pin A5 aan op de voeding voor een
elektronische antenne of op de controledraad
voor het relais van een automatische
gemotoriseerde antenne.
Gebruik deze aansluiting niet voor een
directe voeding naar de antennemotor!
CONNECTOR B (figuur 3)
Luidsprekers (gebruik alleen luidsprekers
met een impedantie van 4 ohm)
• Sluit de luidsprekers niet direct aan op de aarde,
op een booster/versterker zonder ingang voor
signaal met een hoog niveau of via een externe
fader! U kunt de luidsprekers wel direct
aansluiten op een versterker met een ingang
voor signaal met een hoog niveau.
• Aansluiten van vier luidsprekers (zie aparte
installatiekaart).
CONNECTOR C1*
Uitgang voorversterker (figuur 4)
• Met een optionele verloopkabel kunt u een
versterker (inclusief extra luidspreker)
aansluiten op dit apparaat.
- Sluit de rode contrastekker aan op het
rechterkanaal en de witte contrastekker op het
linkerkanaal.
- Sluit de blauwe draad aan op Amplifier Remote
on/off.
• Met connector D kunt u een optionele handsfree
carkit voor uw telefoon aansluiten. Zie de
instructies voor het monteren en aansluiten van
de handsfree carkit.
- Selecteer in ‘SAM’ (pagina 13) de optie ‘HFREE’
en vervolgens ‘HFREE LO’ of ‘HFREE HI’
(afhankelijk van het type telefoon) als u het
geluidsniveau van het apparaat automatisch wilt
onderbreken wanneer u uw telefoon gebruikt.
Connector C2 (figuur 5)
Afstandsbediening op het stuur
Via een interface kunt u bepaalde typen aan het
stuur gemonteerde afstandsbedieningen op dit
apparaat aansluiten. Informeer bij uw dealer naar
de juiste interface.
Draad voor geluidsdemping bij
telefoonoproep
• Als uw autotelefoon of de carkit van uw mobiele
telefoon ondersteuning biedt voor een
dempingssignaal, kunt u het geluidsniveau van
het apparaat automatisch onderbreken.
- Sluit de draad voor het dempen van het geluid
bij een telefoonoproep aan op de roze draad.
- Zie ‘SAM’ (pagina 13): selecteer de optie ‘TEL’
en selecteer ‘MUTE LO’ of ‘MUTE HI’ (afhankelijk
van het type telefoon) als u het geluidsniveau
van het apparaat automatisch wilt onderbreken
wanneer u uw autotelefoon gebruikt.
Connector C3* voor onze analoge cdwisselaar of een extern apparaat (los
verkrijgbaar)
• U kunt onze analoge cd-wisselaar aansluiten
op dit apparaat (figuur 6).
- Selecteer ‘AUX ON’ in ‘SAM’ (pagina 13).
• U kunt de audio-uitgang van externe
apparatuur, zoals een videosysteem voor in de
auto (in plaats van een cd-wisselaar),
aansluiten op dit apparaat (figuur 7). Gebruik
hiervoor een aparte, geschikte kabel.
- Selecteer ‘AUX ON’ in ‘SAM’ (pagina 13).
D3* Extern display (figuur 8)
• Met behulp van connector D3 kunt u in bepaalde
auto’s de gegevens van het apparaat
weergeven op een extern display. Vraag uw
dealer om een los verkrijgbare ‘EDI Box’ voor
het betreffende type auto.
*Afhankelijk van de versie
45
MONTEREN
METALEN HULS (figuur 10)
• Bevestig de metalen huls (afmetingen: 182 x 53
mm) in het dashboard. Voor een optimale
werking van de cd-speler moet de metalen huls
horizontaal worden bevestigd (tussen -10° en
+30°).
• Zet de metalen huls vast door de metalen lipjes
met een schroevendraaier naar buiten te
buigen.
INSTALLEREN V ANAF DE ACHTERZIJDE (figuur
14)
• Verwijder het afdekraam rondom het
bedieningspaneel en de veren aan de zijkanten.
• Breng de schroefgaten in de metalen huls en
de schroefgaten in de radio op gelijke hoogte
en schroef de radio aan iedere zijde vast met
twee schroeven.
• Gebruik alleen M5-schroeven met een
lengte van maximaal 6 mm.
DE RADIO AANSLUITEN (figuur 9)
• Zorg ervoor dat de accu is ontkoppeld.
• Sluit de stekker voor de antenne (E) aan op het
juiste contact. Gebruik de haak (J) aan de
achterzijde van het apparaat om de stekker goed
vast te zetten.
• Sluit de connector voor de voeding (A) aan op
contact A’.
• Sluit de connector voor de luidsprekers (B) aan
op contact B’.
• (optioneel) Verwijder de beschermende laag
van contact C’.
• (optioneel) Sluit de gele connector voor line out
(C1) aan op contact C1'.
• (optioneel) Sluit de blauwe connector voor de
cd-wisselaar (C3) aan op contact C3'.
• (optioneel) Sluit de groene connector (C2) aan
op contact C2'. De groene connector past
tussen de gele (C1) en de blauwe connector
(C3). Ten minste één van deze aansluitingen is
vereist om C2 vast te zetten.
DE RADIO MONTEREN
Afhankelijk van de DIN/JIN-openingen in het
dashboard van de auto kan deze radio zowel
vanaf de voorzijde als vanaf de achterzijde
worden geïnstalleerd.
INST ALLEREN V ANAF DE VOORZIJDE
• Schuif de radio in de metalen huls totdat de
veren aan beide zijden van de radio in de
openingen klikken van de metalen huls (figuur
11).
• Sluit vervolgens de negatieve pool van de accu
weer aan (figuur 12).
DE ZEKERING VERV ANGEN (figuur 9)
• Vervang zekeringen met een steekzekering voor
10A. De nieuwe zekering moet exact dit type
zijn en deze waarde hebben, anders is het
apparaat mogelijk niet afdoende beschermd. Als
u zich niet houdt aan deze procedure,
veroorzaakt u mogelijk schade aan het apparaat
waardoor de garantie vervalt.
ONDERDRUKKING VAN INTERFERENTIE
• In de meeste moderne auto’s wordt interferentie
voldoende onderdrukt. Neem contact op met
uw dealer als u last hebt van interferentie die
wordt veroorzaakt door de auto.
DE RADIO VERWIJDEREN (met behulp van de
twee meegeleverde U-haken)
• Verwijder het afdekraam rondom het
bedieningspaneel.
• Steek beide U-haken in de gaten aan de
voorzijde van het apparaat totdat deze blijven
vastzitten. Trek de radio uit de metalen huls
(figuur 13).
* Afhankelijk van de versie
46
UITLEG BEDIENINGSPANEEL
Zie figuur A op pagina 3 voor een grafische weergave.
Volgend nummer
Volgend nummer (tijdens afspelen)
Vorig nummer
Vorig nummer (tijdens afspelen)
Automatisch opslaan
Helderheid
Dempen
Cd uitwerpen
Front afnemen
CD MP3*
• Cd/MP3 zonder DIR: 10
nummers omhoog
• MP3 met DIR: DIR omhoog
• Cd/MP3 zonder DIR: 10
nummers omhoog
• MP3 met DIR: DIR omhoog
• Cd/MP3 zonder DIR: 10
nummers omhoog
• MP3 met DIR: DIR omhoog
• Cd/MP3 zonder DIR: 10
nummers omhoog
• MP3 met DIR: DIR omhoog
ID3 weergeven
ID3 weergeven
Opmerking BP: kort drukkenLP: lang drukken
*Afhankelijk van de versie
47
BEVEILIGING
Om diefstal tegen te gaan, is dit apparaat
uitgerust met de volgende
veiligheidsvoorzieningen:
AFNEEMBAAR FRONT
Neem bij het verlaten van de auto het afneembare
front met u mee. Bewaar het front in de
beschermende hoes.
Plaats het afneembare front altijd terug voordat u
wegrijdt.
Het front afnemen (zie pagina 3, figuur B)
• Druk op REL om het front te kunnen afnemen.
• Trek de linkerkant van het front naar u toe om
het front te verwijderen.
Het front terugplaatsen (zie pagina 3, figuur C)
• Plaats het afneembare front op de rechterzijde
van het apparaat.
• Duw het afneembare front tegen het apparaat
totdat het op de juiste positie vastklikt.
HET AFNEEMBARE FRONT VASTZETTEN (zie
pagina 3, figuur D)
Het afneembare front kan worden vastgezet met
behulp van een D2-schroef met een lengte van
10 mm.
• Verwijder het afdekraam.
• Kantel het afneembare front naar beneden.
• Plaats een D2-schroef met een lengte van 10
mm (in het zakje met toebehoren) in positie.
BEVEILIGINGSLAMPJE
• Het LED-lampje knippert wanneer het
afneembare front wordt verwijderd terwijl het
contactslot is uitgeschakeld. U kunt het
knipperende waarschuwingslampje
uitschakelen. Zie ‘SAM’ (pagina 14), optie ‘LED’.
IDENTIFICATIENUMMER
Dit apparaat heeft een uniek identificatienummer
(vermeld op de ‘veiligheidskaart’). Deze kaart geldt
als bewijs van eigendom en is vereist wanneer
het apparaat wordt gestolen, wanneer u het
afneembare front verliest of wanneer u contact
opneemt met de servicedienst.
• Verwijder de ‘veiligheidskaart’ voordat u het
apparaat installeert. Bewaar de ‘veiligheidskaart’
niet in uw auto.
AUDIO
AAN/UIT/VOLUME
• Druk op de draaiknop om het apparaat in of uit
te schakelen.
• Draai aan deze knop als u het volume wilt
wijzigen.
* Afhankelijk van de versie
48
- Het volume neemt automatisch toe of af als de
aansluiting voor SMART-volume is geïnstalleerd
en geselecteerd (zie installatie op pagina ).
- Zorg ervoor dat u verkeersgeluiden nog kunt
horen (claxons, sirenes, etc.).
AUDIOMODI
• Druk op SOUND om de gewenste audiomodus
te selecteren.
• Gebruik de draaiknop om de instellingen te
wijzigen:
• Gebruik de draaiknop om de geselecteerde
audiomodus te wijzigen.
Na vijf seconden wordt op het display de laatst
gebruikte functiemodus weergegeven.
- U kunt de instellingen voor lage en hoge tonen
alleen aanpassen als USER is geselecteerd als
toonstijl.
TOONSTIJLEN
Of u nu luistert naar een praatprogramma of naar
jazz, pop, klassiek of rock, met de knop SOUND
kunt u het geluid perfect instellen.
• Druk op SOUND en gebruik de draaiknop om
een van de voorgedefinieerde toonstijlen te
selecteren:
-USER: uw eigen instellingen voor lage en
hoge tonen
- FLAT: originele instellingen
- JAZZ: jazzmuziek
- VOCAL: spraak
- ELECTRO: popmuziek
- CLASSIC: klassieke muziek
- ROCK: rockmuziek
MUTE (geluid dempen)
• Als het apparaat is ingeschakeld, kunt u met de
het geluid dempen of het geluidsniveau
knop
herstellen.
Opmerking: u kunt het dempingsniveau
instellen. Als het dempingsniveau hoger is
(bijvoorbeeld 12) dan het huidige volume
(bijvoorbeeld 5), is het gedempte volume mogelijk
hoger dan het niet-gedempte volume. Zie
‘INSTELLEN’, optie ‘MUTE’.
BRON
• Druk op SOURCE om de gewenste bron te
selecteren:
- RADIO
- CD/MP3*
- CD-WISSELAAR*
RADIO
FREQUENTIEBAND
• Selecteer de gewenste frequentieband met
behulp van de toets BAND:
AUTOMA TISCH ZOEKEN
Met afstemmen tijdens zoeken kunt u automatisch
zoeken naar een zender.
• Druk op of om af te stemmen op een
lagere of hogere frequentie.
- Druk opnieuw op deze toets als u wilt zoeken
naar een andere zender.
Opmerking: voor FM kunt u de gevoeligheid
voor het zoeken instellen. Zie ‘SAM’ (pagina
13), optie ‘REG/LOC/DX’.
Handmatig afstemmen (als u weet wat de
frequentie is van de gewenste zender)
• Handmatig afstemmen activeren: als u langer
dan twee seconden drukt op een van de
zoektoetsen of , activeert u de modus
handmatig afstemmen.
• Druk vervolgens op of om af te stemmen
op een lagere of hogere frequentie.
• Als u de toetsen niet langer indrukt, begint het
apparaat met aftellen. Na vijf seconden wordt
het woord ‘Auto’ één seconde weergegeven.
Vervolgens activeert het apparaat de modus
automatisch afstemmen.
VOORKEUZEZENDERS
Zenders handmatig opslaan als
voorkeuzezender
Per frequentieband kunt u vijf zenders opslaan
en oproepen door middel van de
voorkeuzetoetsen (1 tot en met 5).
• Stem af op de gewenste zender.
• Druk langer dan twee seconden op de
gewenste voorkeuzetoets (1 tot en met 5) als u
de huidige zender wilt opslaan.
Als u een FM-zender opslaat, worden de
huidige naam van het radiostation en de
AF-modus opgeslagen bij de
voorkeuzezender (sommige zenders
gebruiken een wisselende naam).
Een voorkeuzezender oproepen
• Druk op de gewenste voorkeuzetoets (1 tot en
met 5) om de opgeslagen zender op te roepen.
Zenders automatisch opslaan
(AUTOSTORE)
U kunt de vijf sterkste FM-zenders of de vijf
sterkste MW (AM)-zenders automatisch opslaan
op de FM AST-frequentieband respectievelijk de
MW(AM) AST -frequentieband. Als u gebruikmaakt
van automatisch opslaan, worden de eerder op
*Afhankelijk van de versie
de FM AST-frequentieband of de MW(AM) ASTfrequentieband opgeslagen zenders vervangen
door de nieuwe zenders.
• Druk op AST om automatisch opslaan te
activeren.
- Het apparaat geeft een geluidssignaal, waarna
het geluid wordt gedempt.
- Als dit proces is afgerond, hoort u opnieuw
een geluidssignaal. Vervolgens wordt de
zender weergegeven die is opgeslagen onder
voorkeuzetoets 1.
- Soms is het niet mogelijk om vijf zenders op te
slaan.
RADIO DAT A SYSTEM (RDS) VOOR FM-FREQUENTIES
Dankzij de RDS-informatie die steeds meer
zenders uitzenden, kunt u profiteren van veel
extra diensten, waaronder:
NAAM PROGRAMMASERVICE (PS)
Met behulp van PS kan de radio de naam van de
zender weergeven in plaats van de frequentie.
AUTOMA TISCH OPNIEUW AFSTEMMEN (AF)
Het apparaat blijft afgestemd op het huidige station
door permanent te zoeken naar de beste
alternatieve frequentie.
Opmerking: u kunt AF uitschakelen.
AF in-/uitschakelen
Het apparaat zoekt permanent naar andere
alternatieve frequenties voor de radiozender
waarop u hebt afgestemd en selecteert
automatisch de beste frequentie. U kunt AF in- of
uitschakelen door langer dan twee seconden te
drukken op .
NOODBERICHTEN (PTY ALARM)
Het apparaat ontvangt automatisch noodberichten
die worden uitgezonden door de zender.
- Gedurende het bericht wordt afwisselend
‘ALARM’ en de naam van de zender weergegeven
op het display.
VERKEERSINFORMATIE (T A)
Met de verschillende modi van de functie TA kunt
u met voorrang luisteren naar verkeersinformatie
met betrekking tot de geselecteerde onderwerpen
(zelfs wanneer u een cd afspeelt of het geluid
hebt gedempt).
TA in-/uitschakelen
• Druk kort op BAND om een FM-frequentieband
te selecteren.
• Druk op om TA in of uit te schakelen.
NIEUWS in-/uitschakelen
• Druk op BAND om een FM-frequentieband te
selecteren.
• Zie ‘SAM’ (pagina 14): selecteer de optie ‘NEWS’
en wijzig de waarde in ‘ON’.
49
Als u de modus TA/NEWS activeert:
• Kunt u luisteren naar verkeersinformatie en
nieuwsberichten.
• Wordt op het display ‘NO TA’ weergegeven als
de zender waarop u hebt afgestemd de
ontvangst van verkeersinformatie niet
ondersteunt. De radio zoekt automatisch naar
een geschikte zender. Nieuwsberichten
worden mogelijk onderbroken door
verkeersinformatie (als de modus TA is
ingeschakeld).
De modus TA/NEWS onderbreken
Als u de verkeersinformatie waar u op een
bepaald moment naar luistert, wilt onderbreken:
• Drukt u kort op de toets
onderbreken zonder de modus uit te schakelen.
- Het apparaat keert terug naar de vorige
functiemodus.
Opmerking:
U kunt de RDS-functies naar keuze
uitschakelen.
• Houd de toets RDS ingedrukt als u RDS wilt
uitschakelen.
- Wanneer RDS wordt uitgeschakeld, worden ook
alle aan RDS gerelateerde functies, zoals TA,
uitgeschakeld.
TA EON
• Met TA EON ontvangt u tijdig verkeersinformatie.
Opmerking:
- U kunt de gevoeligheid voor TA instellen. Zie
‘SAM’, optie ‘TA EON’ (pagina 14).
CD-/MP3-SPELER/CD-WISSELAAR
AFSPELEN VAN CD’S (CD-SPELER)
Deze cd-speler is alleen geschikt voor cd’s met
een diameter van 12 cm. Gebruik geen cd’s met
een afwijkende vorm.
• Voer de cd met de opdruk naar boven in de
opening in.
• De cd wordt afgespeeld.
• Als zich al een cd in de speler bevindt:
Druk op SOURCE om CD te selecteren als
bron:
De cd wordt afgespeeld.
Afspelen van gecomprimeerde
muziekbestanden*
Naast gewone audio-cd’s kunt u ook luisteren
naar gecomprimeerde muziekbestanden die
voldoen aan:
• MPEG 1/2 & 2.5 layer 3 met een bitsnelheid tot
230 kbps of variabele bitsnelheid (VBR), of
ID3-tag versie 1 en 2 worden beiden
ondersteund.
Map wijzigen voor MP3
•Druk op D of D om de gewenste map te
* Afhankelijk van de versie
50
om TA/NEWS te
selecteren.
-Het eerste bestand in de geselecteerde map
wordt afgespeeld. Wanneer het einde van
een album is bereikt, wordt het eerste nummer
van het volgende album afgespeeld.
Opmerkingen over MP3/WMA
-Het apparaat kan muziekbestanden met een
bestandsextensie anders dan ‘MP3’ of ‘WMA’
niet lezen. Het apparaat kan maximaal
driehonderd nummers afspelen en biedt
ondersteuning voor vijftig mappen per cd.
-Het apparaat speelt de eerste nummers
mogelijk niet af in de juiste volgorde of in de
volgorde waarin u de nummers op de cd hebt
gebrand.
-Het apparaat speelt de eerste sessie mogelijk
niet af wanneer de cd zowel audio-cdnummers als MP3-bestanden bevat.
-Bij het afspelen van een cd met een
bitsnelheid van 8 kbps of met een variabele
bitsnelheid (VBR) wordt de tijd op het display
mogelijk niet juist weergegeven.
-Als u de titel van een nummer of de naam van
de uitvoerende wilt weergeven (tot een
maximum van dertig tekens), is ID3-tag versie
1.1 vereist. Tekens anders dan hoofdletters/
kleine letters (‘Aa - Zz’) en het
onderstrepingsteken (‘_’) worden mogelijk niet
weergegeven.
-Als u wilt genieten van een hoge
geluidskwaliteit, raden wij u aan een
samplefrequentie van 44,1 kHz en een
vaste bitsnelheid van 128 kbps te
gebruiken.
-Zorg dat een cd-r/cd-rw is geformatteerd
als gegevens-cd en NIET als audio-cd.
- MP3-bestanden zijn niet compatibel met
gegevensoverdracht in ‘packet write’modus.
Een cd-r of cd-rw afspelen
Afhankelijk van het type cd-r/cd-rw, de staat van
de cd en de prestaties van de cd-brander worden
sommige cd-r/cd-rw’s mogelijk niet juist
afgespeeld door het apparaat.
Afspelen van cd’s met kopieerbeveiliging
Deze cd-speler kan de meeste cd’s met
kopieerbeveiliging afspelen. Cd’s die gebruikmaken
van een kopieerbeveiliging die niet voldoet aan
internationale standaarden voor audio-cd’s (Red
Book) worden mogelijk niet ondersteund door dit
apparaat.
MP3/CD/DVD-WISSELAAR (indien
aangesloten)*
• U kunt alleen een analoge compatibele cd-
wisselaar aansluiten op deze set (zie montageinstructies voor de cd-wisselaar).
• Controleer of het magazijn cd’s bevat en zich in
de cd-wisselaar bevindt.
• Druk op SOURCE om CD CHANGER als bron te
selecteren:
• Druk op D of D om de gewenste cd te
selecteren.
- Druk in het geval van MP3-cd’s lang op D of
D om de gewenste map te selecteren.
- Na afloop van de cd wordt automatisch de
volgende cd afgespeeld. Eventuele
ontbrekende cd’s worden automatisch
overgeslagen.
VORIG/VOLGEND NUMMER ( of )
• Druk kort op de toets of om het gewenste
nummer te selecteren. - Het geselecteerde
nummer wordt afgespeeld.
TERUGSPOELEN/VOORUITSPOELE
• Druk langer dan twee seconden op de toets
of om de cd snel terug of vooruit te spoelen.
- Nadat u de toets loslaat, wordt de cd weer
normaal afgespeeld.
AFSPELEN VAN WILLEKEURIG NUMMER
• Druk op RND om het afspelen van een
willekeurig nummer te activeren.
NUMMER HERHALEN
• Druk op RPT om het herhalen van het huidige
nummer in of uit te schakelen.
NUMMER ZOEKEN
Met de zoekfunctie kunt u luisteren naar de eerste
paar seconden van ieder nummer.
• Druk op SCN om de zoekfunctie in of uit te
schakelen.
• Druk op of om te beginnen met zoeken.
Opmerking: u kunt selecteren hoeveel
seconden van ieder nummer worden
afgespeeld. Zie SAM (pagina 14), optie
‘SCANTIME’.
CD UITWERPEN (CD-SPELER)
• Druk op om de cd uit te werpen.
SPECIALE FUNCTIES
De tijd instellen (handmatig)
• Zie ‘SAM’ (pagina 14), optie ‘CLOCK’.
Opmerking:
U kunt kiezen tussen 12-uursweergave en 24-
uursweergave.
• Zie ‘SAM’ (pagina 14), optie ‘CLOCKSET’.
RDS-klok (automatisch instellen)
U kunt de klok automatisch laten instellen via het
RDS-radiosignaal.
• Zie ‘SAM’ (pagina 14), optie ‘CLOCK’.
- De tijd die via RDS wordt doorgegeven, is
mogelijk onjuist.
*Afhankelijk van de versie
N ( o f )
SMART-volume (Speed Dependent Volume
Control)
Zie ‘INSTALLEREN’ (pagina 5) voor
aansluitinstructies.
Ter compensatie van omgevingslawaai en op
basis van de snelheid van de auto wordt met
deze functie automatisch het volume van het
apparaat verhoogd. U kunt kiezen tussen vier
compensatieniveaus. Op niveau 1 is de verhoging
van het volume beperkt. Niveau 4 zorgt voor een
grotere toename. Zie ‘SAM’ (pagina 13), optie ‘SVOL’ om het niveau te selecteren dat past bij uw
auto.
De herinnering voor onderhoud instellen
• Zie ‘SAM’, optie ‘SERVICE’ (pagina 13).
U kunt de eenheid voor de afstand tussen
onderhoudsbeurten selecteren
• Zie ‘SAM’, optie ‘UNIT’ (pagina 15).
U kunt de afstand tussen
onderhoudsbeurten selecteren
• Zie ‘SAM’, optie ‘INT’ (pagina 15) om de juiste
afstand te selecteren.
U kunt zelfs het type onderhoud selecteren
• Zie ‘SAM’, optie ‘EVENT’ (pagina 15) om de
gewenste herinnering te selecteren.
Opmerking:
- De functie ‘SERVICE’ werkt alleen wanneer de
snelheid van de auto is gekalibreerd.
Waarschuwing snelheid
U kunt een veilige snelheid instellen. Als u sneller
rijdt dan de ingestelde veilige snelheid, geeft de
radio een signaal. Zie ‘SAM’, optie ‘SPD’ (pagina
15) om uw veilige snelheid in te stellen.
Opmerking:
- Deze functie werkt alleen wanneer de snelheid
van de auto is gekalibreerd.
De snelheid kalibreren:
Om onnodige afleiding te voorkomen,
raden wij aan dat u deze procedure uitvoert
met behulp van een tweede persoon.
1 Houd de toets en de toets SOUND tegelijk
ingedrukt terwijl het voertuig stilstaat.
2 Het geluid wordt gedempt. Op het display wordt
afwisselend ‘RECALIB’ en ’50KM/H’
weergegeven.
3 Accelereer naar 50 km/u.
Houd u altijd aan de verkeerswetgeving en
de huidige snelheidsbeperkingen!
4 Zodra u 50 km/u rijdt, drukt u op de toets SAM.
U hoort een geluidssignaal en op het display wordt
‘CALIB OK’ weergegeven.
5 Schakel het apparaat uit en weer in om terug te
keren naar de normale werking. De geselecteerde
waarde voor S-VOL in ‘SAM’ is niveau 2.
51
INSTELLEN
Via ‘MENU’ kunt u een groot deel van de standaardinstellingen van het apparaat aanpassen aan uw
voorkeuren.
•Druk op de toets SAM om het instellingenmenu te openen.
•Druk in het menu op
of om de opties te selecteren die u wilt wijzigen.
•Gebruik de draaiknop om de gewenste waarde/instelling te selecteren.
•Druk op de toets om het instellingenmenu af te sluiten.
Het apparaat sluit deze modus automatisch af wanneer er gedurende dertig seconden geen toetsen
worden ingedrukt.
OptieWaarde/instellingActie
( of ) Draaiknop
START[3 til 47]- Selecteer het beginvolume dat wordt gebruikt wanneer
het apparaat wordt ingeschakeld.
- Als u het apparaat uit- en inschakelt binnen tien minuten
nadat u het beginvolume hebt gewijzigd, geldt het laatst
gebruikte volume als beginvolume.
- Als u na meer dan tien minuten nadat u het beginvolume
hebt gewijzigd het apparaat uit- en inschakelt, geldt het
volume dat u bij de instellingen hebt geselecteerd als
beginvolume.
S-VOL[OFF, 1, 2, 3, 4]Selecteer het compensatieniveau voor SDVC (Speed
Dependant Volume Control). Dit is alleen mogelijk wanneer
de juiste aansluitingen zijn gemaakt en de optie is
gekalibreerd, zie ‘SMART-volume’ onder ‘INST ALLEREN’ en
‘SPECIALE FUNCTIES’.
Op niveau 1 is de verhoging van het volume beperkt en
niveau 4 zorgt voor een grotere toename ten opzichte van
de snelheid van de auto.
TAVOL[3 til 47]Selecteer het geluidsniveau van verkeersinformatie,
nieuwsberichten en noodberichten.
TA OFFSET[-2, -1, 0, +1, +2]Selecteer het geluidsniveau van TA ten opzichte van het
normale niveau van een radiozender.
TA FADE[_7_, ..., _1_, 0, 1 , 7 ]Wijzig de positie van de geluidsweergave (voor/achter)
bij verkeersinformatie.
CD[-2, -1, 0, +1, +2]Geluidsniveau van CD ten opzichte van de radio.
CDC*[-2, -1, 0, +1, +2]Geluidsniveau van CDC ten opzichte van de radio.
AUX IN*[-2, -1, 0, +1, +2]Geluidsniveau van AUX IN ten opzichte van de radio.
SILENT
[SILENT MUTE1, ...,MUTE3]
Selecteer het dempingsniveau.
BIP[OFF, 1, 2, 3, 4, 5]Selecteer het geluidsniveau van bevestigingstonen.
RADIO [EUROPE, ASIA,Stel de radio in conform Europese, Amerikaanse of
LATIN AMERICA]Aziatische normen.
RD S[RDS OFF, RDS ON]Selecteer ‘RDS OFF’ om de functie RDS uit te schakelen.
RE G[REG ON, REG AUTO,Selecteer ‘REG ON’ om regionale zenders te beluisteren.
Selecteer ‘REG AUTO’ om een andere zender te selecteren
wanneer dat signaal sterker is.
Selecteer ‘REG OFF’ om direct een programma te
selecteren dat wordt uitgezonden in de volgende regio.
AF[ON,OFF]Selecteer ‘OFF’ als u niet wilt dat de radio zoekt naar een
alternatieve frequentie.
* Afhankelijk van de versie
52
OptieWaarde/instellingActie
( of ) Draaiknop
NEWS[ON, OFF]Hiermee schakelt u de NEWS-functies in en uit.
MW[MW ON, MW OFF]Selecteer ‘OFF’ als u de frequentieband MW wilt
LW[LW ON, LW OFF]Selecteer ‘OFF’ als u de frequentieband LW wilt
SRCH[SRCH REG,Selecteer de gewenste gevoeligheid voor zoeken.
SRCH LOC, SRCH DX]
T A E ON[DX, LOCAL]Als u de instelling LOCAL selecteert, stemt het apparaat
MULT S[MUL TS ON, MUL T OFF]Als u deze functie uitschakelt (‘OFF’), wordt het afspelen
SCN TIME[SCAN 5SEC,Selecteer de zoektijd (zenders of nummers).
SCAN 10SEC, SCAN 20SEC]
SCROLL[SCROLL ON, SCROLLAls u ‘NOSCROLL’ selecteert, wordt in de MP3-modus de
ONCE, SCROLL OFF] verstreken speelduur weergegeven op het display.
CLOCK[CLOCK OFF,Selecteer ‘CLOCK RDS’ als u de RDS-klok wilt activeren of
CLOCK MAN, CLOCK RDS]
CLOCK[12HCLOCK,Selecteer de indeling van de klok (12-uursindeling of 24 FORMAT24HCLOCK]uursindeling).
SET CLOCK Als u ‘CLOCK MAN’ hebt geselecteerd: stel de tijd in. Gebruik
LE D[ON, OFF]Selecteer ‘OFF’ als u het waarschuwingslampje wilt
LOGIC[ON, OFF]Selecteer ‘ON’ als u het gebruik van het apparaat wilt
E D I[ON, OFF]Selecteer ‘ON’ als er een externe EDI Box is aangesloten.
AUX*[ON, OFF]Selecteer ‘ON’ als er een extern apparaat is aangesloten.
onderdrukken.
onderdrukken.
alleen af op de sterkste EON-TA-zenders. Als u de instelling
DX selecteert, wordt ook afgestemd op zwakkere zenders.
van cd’s met kopieerbeveiliging gegarandeerd.
Als u ‘SCR ONCE’ selecteert, worden de map en de titel
van het nummer eenmalig weergegeven.
‘CLOCK MAN’ als u de klok handmatig wilt instellen.
7 om de uren te wijzigen en 8 om de minuten te wijzigen.
uitschakelen dat knippert nadat het afneembare front is
verwijderd terwijl het contactslot is uitgeschakeld.
beperken tot één uur nadat het contactslot is uitgeschakeld.
Selecteer ‘OFF’ als u niet wilt dat het apparaat wordt
ingeschakeld wanneer het contactslot wordt
uitgeschakeld. (Alleen mogelijk wanneer A7 en A4 juist
zijn aangesloten.)
*Afhankelijk van de versie
53
TEL*- Selecteer ‘TEL OFF’ als er geen autotelefoon is
HF L[HFL 1, HFL 2, HFL 3]Selecteer het geluidsniveau voor TEL IN/HFREE.
ANGLE[ -1, 0, +1, +2]Selecteer de kijkhoek voor het display van het apparaat.
REMOTE[SERVOFF,SERVON,Selecteer ‘SERV ON’ als u de waarschuwing voor
SERV SET] onderhoud aan uw auto wilt inschakelen. Selecteer ‘SERV
UNIT[KM,ML]Selecteer de eenheid voor afstanden.
INTSelecteer de afstand tussen onderhoudsbeurten.
EVENT
SP D[SPD ON, SPD OFF]Selecteer ‘SPD ON’ om de waarschuwing bij het
SPEEDSelecteer de snelheid waarbij u wilt worden
[SERVICE OIL,TYPES BRAKE,
WASHER,WATER], herinnerd (alleen mogelijk wanneer de snelheid van de
aangesloten op het apparaat.
MUTE: het geluidsniveau van de actieve bron wordt
automatisch onderbroken wanneer de autotelefoon
wordt gebruikt.
- Selecteer ‘MUTE HI’ of ‘MUTE LO’ als alleen de draad
voor het dempen van het geluid is aangesloten op het
apparaat (zie installatie-instructies).
MUTE HI = het geluidsniveau van het apparaat wordt
gedempt op 12V.
MUTE LO = het geluidsniveau van het apparaat wordt
gedempt op 0V (afhankelijk van het type telefoon).
TEL IN = het geluidsniveau van de actieve bron wordt
automatisch onderbroken wanneer de autotelefoon
wordt gebruikt en het inkomende telefoongesprek wordt
weergegeven via de autoluidsprekers.
- Selecteer ‘TEL IN HI’ of ‘TEL IN LO’ als uw telefoon is
aangesloten op het apparaat (zie installatie-instructies).
TEL IN HI = de telefoon wordt geselecteerd als bron op
12V.
TEL IN LO = de telefoon wordt geselecteerd als bron op
0V (afhankelijk van het type telefoon).
HFREE (alleen in combinatie met handsfree carkit van
VDO Dayton): het geluidsniveau van de actieve bron
wordt automatisch onderbroken wanneer de
autotelefoon wordt gebruikt en het inkomende
telefoongesprek wordt weergegeven via de
autoluidsprekers.
- Selecteer ‘H FREE HI’ of ‘H FREE LO’ als er een
handsfree carkit van VDO Dayton is aangesloten op het
apparaat (zie installatie-instructies).
H FREE HI = de telefoon wordt geselecteerd als bron op
12V.
TEL IN LO = de telefoon wordt geselecteerd als bron op
0V (afhankelijk van het type telefoon).
SET’ als u deze instelling opnieuw wilt instellen (alleen
mogelijk wanneer de snelheid van de auto is gekalibreerd).
Selecteer het type onderhoud waaraan u wilt worden
auto is gekalibreerd).
overschrijden van de ingestelde snelheid in te schakelen
(alleen mogelijk wanneer de snelheid van de auto is
gekalibreerd).
gewaarschuwd.
* Afhankelijk van de versie
54
IPROBLEMEN OPLOSSEN
Het kan voorkomen dat uw autoradio niet naar
verwachting functioneert. Lees de
gebruikershandleiding en installatie-instructies
door en bekijk de onderstaande lijst voordat u
contact opneemt met de servicedienst. Een
ogenschijnlijk defect kan mogelijk gemakkelijk
worden verholpen. Als u uw apparaat toch ter
reparatie moet verzenden, verstuur dan altijd het
volledige apparaat (inclusief afneembaar front).
Probeer het apparaat niet zelf te openen en te
repareren.
Audio
Het apparaat werkt niet. Het display werkt niet.
• Controleer de zekeringen (van het apparaat en
van de auto) en de aansluitingen.
• Controleer het voltage.
Het apparaat werkt, maar ik hoor geen geluid.
• Wijzig het volume van het apparaat.
• Controleer de instellingen van de fader en de
balans.
• Controleer de antenne en de antenneaansluiting.
• Als u een telefoon hebt aangesloten: zie ‘SAM’
(pagina 14), optie ‘TEL/HFREE’.
Het geluid van het apparaat wordt gedempt en
het display geeft ‘TEL MUTE’ of ‘HFREE’ weer
terwijl de autotelefoon niet wordt gebruikt.
• Zie ‘SAM’ (pagina 14), optie ‘TEL/HFREE’.
Het geluidsniveau uit de luidsprekers wordt
automatisch verlaagd.
• Een ingebouwd veiligheidssysteem zorgt
ervoor dat het apparaat niet warmer wordt dan
een bepaalde temperatuur.
• Wacht tot de temperatuur is gedaald alvorens
het geluidsniveau te verhogen.
Het geluid wordt even gedempt terwijl op het
display afwisselend ‘SEARCH’ en de naam van
de zender of de frequentie wordt weergegeven.
• De ontvangst is slecht. Het apparaat controleert
daarom een aantal alternatieve frequenties (AF)
voor de zender waarop u hebt afgestemd. Als
er voor de zender waarop u hebt afgestemd
geen alternatieve frequentie wordt uitgezonden,
kunt u AF uitschakelen.
Op het display wordt ‘NO TA’ weergegeven en
het apparaat geeft regelmatig geluidssignalen.
• Het signaal van de zender waarop u hebt
afgestemd, wordt te zwak om de ontvangst
van verkeersinformatie mogelijk te maken.
Gebruik afstemmen tijdens zoeken om af te
stemmen op een andere zender.
• Als de modus TA is ingeschakeld, worden bij
afstemmen tijdens zoeken alleen zenders
geselecteerd die de ontvangst van
verkeersinformatie mogelijk maken.
CD-/MP3-SPELER, CD-/MP3-WISSELAAR
Op het display wordt ‘CD ERR’ weergegeven en
het apparaat geeft geluidssignalen.
• Controleer of de cd op de juiste manier is
ingevoerd en of u geen beschadigde of vuile
cd hebt ingevoerd.
Tijdens het afspelen wordt het geluid vervormd.
• De cd-speler kan de cd niet lezen. De cd is
beschadigd of vuil.
Tijdens het afspelen met de cd-wisselaar
wordt het geluid vervormd.
• De cd-speler kan de cd niet lezen. De cd is
beschadigd of vuil.
• De cd-wisselaar is ingesteld op digitaal in
plaats van analoog.
Radio
Ik kan niet afstemmen op de gewenste zender.
• Controleer of de antenne volledig is
uitgeschoven en juist is aangesloten.
• Controleer of de negatieve connector (bruine
draad) is aangesloten op de massa (het
chassis).
• Als de gewenste zender te zwak is, probeer
dan handmatig af te stemmen.
Op het display wordt de frequentie weergegeven
(in plaats van de naam van de zender).
• Het apparaat is afgestemd op een zender die
geen RDS-informatie uitzendt.
• De functie RDS is uitgeschakeld.
*Afhankelijk van de versie
De cd-speler werkt niet.
• Bij koud weer heeft de laser mogelijk last van
condensatie. Activeer ongeveer vijf minuten
lang de radiomodus van het apparaat om
ervoor te zorgen dat het vocht verdampt.
Op het display wordt ‘NO CD’ of ‘NO DISC’
weergegeven.
• Controleer of het cd-mechanisme cd(‘s)
bevat.
55
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.