C1, C2, C3, D1 and D2 connectorsare accessories sold separately (see your dealer).
JIN brackets are sold separately (see your dealer).
.
B'
A'
C1'
C2'
C3'
A
B
F
F
C1
C2C3
A
B
C
F
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
D1
11
12
13
14
15
16
123
456
7
8
123
456
7
8
D2
21
25
26
22
232427
28
DINDIN
JINJIN
4
3
1112
1
2
+12V
SDVC
+12V 10A
!
A
3
R R
R L
F L
F R
B
+ -+-
+ -+-
+ -+-+ -+-
or
not used +
5
PDC
Subwoofer
FL
FL
FRFR
RLRL
RRRR
FRFR
FLFL
RLRL
Subwoofer
C2
4
C1
remote
control
temp.
sensor
6
CDC
C3
DAB
7
D1
telephone
subwoofer
8
D2
nav
SELECT MODE
Recall RDS Program
aux IN
D1
9
10
13
15
D2
C1, C2, C3, D1 and D2 connectors
are accessories sold separately
(see your dealer).
JIN brackets are sold separately
(see your dealer).
.
B'
A'
C1'
C2'
C3'
A
B
F
F
C1
C2C3
A
B
C
F
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
D1
11
12
13
14
15
16
123
456
7
8
123
456
7
8
D2
21
25
26
22
232427
28
DINDIN
JINJIN
4
3
1112
1
2
+12V
SDVC
+12V
10A
!
A
3
R R
R L
F L
F R
B
+ -+ -
+ -+ -
+ -+ -+ -+ -
or
not used +
5
PDC
Subwoofer
FL
FL
FRFR
RLRL
RRRR
FRFR
FLFL
RLRL
Subwoofer
C2
4
C1
remote
control
temp.
sensor
6
CDC
C3
DAB
7
D1
telephone
subwoofer
8
D2
nav
SELECT MODE
Recall RDS Program
aux IN
INLEIDING
ALVORENS TE ST
Willen wij u danken voor de aanschaf van dit
VDO-DAYTON product dat is ontworpen en
gefabriceerd volgens de bestaande Veiligheidsregels, conform aan de hoogste standaard en dat nauwkeurig is getest.
Gelieve u vertrouwd te maken met het toestel
door deze gebruikshandleiding zorgvuldig
door te lezen.
Gebruik het toestel voor het doel ervan en
bewaar deze handleiding in uw voertuig voor
het toekomstig raadplegen.
Milieu
Dit boekje is gedrukt met recycling papier met
een laag chloorgehalte.
Het gebruik van de Navigatie Interface
Deze set is eenvoudig in het gebruik met
enkele bedieningselementen en een duidelijk
gestructureerd menu.
Voor het gebruik stelt deze VDO-DAYTON set
u in staat:
1- de menu's te verkrijgen met 6 toetsen (zie
Met deze VDO-DAYTON set bent u in het
bezit van een autoradio van hoge kwaliteit die
kan worden aangesloten op verscheidene
accessoires om de functionaliteit van uw
systeem te vergroten.
RDS
Het RDS (Radio Data System) systeem
gebruikt een subfrequentie van de FM band
voor het doorvoeren van informatie. Deze
autoradio levert u met de RDS informatie:
1- Een display van de naam van het station,
2- Een stationselectie in overeenkomst met
het programmatype (PTY),
3- Het automatisch afspelen op de beste Alterna-
tieve Frequentie (AF) voor hetzelfde programma,
4- De beluistering van Traffic Announce-
ments (TA = Verkeersberichten), nieuwsberichten en noodberichten.
TMC*
Dankzij het RDS, geeft het TMC (Verkeer-sinformatie
Kanaal) gegevens door aan het navigatiesysteem dat
deze Traffic Annoucements (Verkeersberichten)
afbeeldt: u blijft op deze wijze op de hoogte van alle
verkeers-situaties.
Notaa
: het TMC is nog niet in alle landen
beschikbaar & wordt niet door alle RDS
omroepzenders uitgezonden.
Wanneer u voertuig voorzien is van volledige
ISO aansluitingen, kunt u de autoradio direct
installeren.
Wanneer de aansluitingen van uw voertuig
voldoen aan andere standaarden, moet u
contact opnemen met uw dealer voor het
verkrijgen van speciale adaptersnoeren (zie de
afbeeldingen op de installatiekaart) en
vervolg daarna zelf de installatie (zie
VOORBEREIDING).
Notaa
: Verzeker u ervan dat de snoeren niet
door scherpe hoeken of bewegende delen
kunnen worden beschadigd.
VOORBEREIDING
Het toestel moet worden aangesloten op een
12V DC elektrisch systeem met een negatieve
aardeklem (autochassis).
Waarschuwing: Een installatie die
niet voldoet aan deze vereisten kan
resulteren in slecht functioneren,
beschadiging of brand!
Om het risico te vermijden van een kortsluiting tijdens de installatie, moet u de negatieve
klem los schakelen van de accu tot de set
veilig is geïnstalleerd en aangesloten.
(zie Installatiekaart Afb 1).
DAB**
De DAB (Digitale Radio Omroep) levert u de
beste kwalitatieve radio-ontvangst (CD
kwaliteit en aanvullende services) dankzij een
dynamisch wisselalgo-ritme tussen DAB en
het gelijkwaardige FM RDS station.
Afhankelijk van het niveau van de services,
geeft de radio u een display van een radio
informatietekst dankzij de Program Associated Data (Gegevens die aan een Programma
zijn Verbonden).
* Hangt af van de radio referentie: zie de tabel aan het einde.
** tot de accessoires die apart worden verkocht, raad-pleeg uw dealer.
108
AANSLUITINGEN
Aansluiting A
(zie Afb 2)
a- De voeding
1- Bruine draad A8: sluit aan op een
aardepunt op de autochassis.
2- Rode draad A7: sluit aan op een
permanente 12V voeding, hoofdvoeding
voor de set. Verzeker u ervan dat deze
aansluiting een stroom kan verdragen van 10A.
3- Geel/oranje draad A4: sluit aan op de
!
ingeschakelde 12V voeding van de starter.
Notaa
: De logische ON/OFF functie bestaat alleen
met een A7 draad voor permanent voltage.
b- Optionele aansluitingen
Elektronische of Gemotoriseerde Antenne
Sluit de voeding aan op pin A5 voor een
elektronische antenne of op de controledraad
voor het relais van een automatisch gemotoriseerde antenne. Gebruik de bijgeleverde
kleine aansluiting.
Notaa 11
: Gebruik deze aansluiting niet voor
een directe voeding naar de antennemotor.
Notaa 22
: Gebruik een passieve antenne met een
lange draad: sommige antennes kunnen
ontvangstproblemen voor de golfband opleveren.
Controlelampje
Wanneer het voertuig grootlicht aan heeft,
blijft het controlelampje van de toets branden
zelfs wanneer de autoradio uitgezet is.
Sluit pin A6 aan op de dashboardbedrading,
met de hiervoor bijgeleverde kleine
aansluiting.
SDVC en Snelheidsalarm
De SDVC (Volume Bediening Afhankelijk van
de Snelheid) vermeerdert of vermindert
automatisch het volume naar gelang de
snelheid van het voertuig. Het snelheidslimiet
alarm kan worden gebruikt om aan te geven dat u
een bepaalde snelheid overschreden heeft.
Sluit pin A1aan op een signaal van de
snelheidsmeter (sommige voertuigen zijn
hiervoor al aangepast: b.v. sommige VW en
Vauxhall/Opel modellen). Gelieve hieromtrent
contact op te nemen met uw dealer.
Is dit niet het geval, gebruik dan een
gedetailleerdere installatie die om extra
uitrusting vraagt: dit moet worden uitgevoerd
door een mecanicien, die ervaring heeft met
mechanische en elektrische autosystemen
voor het uitvoeren van deze handeling. Na de
aansluiting, zie CONFIGURATIE.
Aansluiting B
Deze aansluiting wordt gebruikt voor het
aansluiten van de vier luidsprekers: links en
rechts voorin en links en rechts achterin (zie Afb 3).
Waarschuwing: Sluit nooit een
luidspreker aan op de aarde of
rechtstreeks op een booster/versterker of via een externe geleider (tenzij
deze is uitgerust voor het ontvangen
van een dergelijke input met een
hoog niveau) !
De vier luidsprekers moeten als volgt worden
aangesloten:
Voorin Achterin
Rechts (+) Grijze Blauwe
draad B3draad B1
Rechts (-)Grijs/zwart Blauw/zwart
draad B4 draad B2
Links (+)Groene Witte
draad B5draad B7
Links (-)Groen/zwart Wit/zwart
draad B6 draad B8
Aansluiting C
à Deze speciale aansluitingenset
behoort tot de accessoires die
apart worden verkocht (raadpleeg uw dealer)
a- Gele Aansluiting C1
Snoeren gebruikt voor de uitgaande lijn (zie
Afb 4).
U kunt met behulp van een RCA snoer een
versterker aansluiten met 2 of 4 aanvullende
luidsprekers of een subwoofer voor deze set.
1- Gebruik het rode contact voor de
aansluiting van het rechter kanaal en het
witte contact voor het linker kanaal.
2- Gebruik de blauwe draad (Pin 6) voor de
aansluiting van een zwakke versterker.
b- Groene Aansluiting C2
Snoeren gebruikt voor de Auto Computer
bediening (Parkeer Afstand Controle, temperatuur receptor, afstandbediening met draad)
(zie Afb 5).
Nederlands
109
Temperatuur Receptor
!
U kunt een temperatuur receptor aansluiten
op de Pin 1 die u automatisch een zichtbaar
en hoorbaar signaal geeft wanneer de
buitentemperatuur onder de 3°C daalt.
Gebruik het Auto Computer menu voor de
temperatuurdisplay.
Waarschuwing: De temperatuur
receptor is alleen een hulpmiddel en
kan niet worden gebruikt voor het
bepalen van nauwkeurige wegcondities. U bent volledig aansprakelijk
voor de beslissing of het verantwoord is om door te rijden.
PDC
Gebruik de Pin 10 (Input) en Pin 12 (Output)
voor de aansluiting van de Parkeer Afstand
Controle.
Afstand Bediening met draad
Gebruik de Pinnen 8 & 9 voor de aansluiting
van de afstandbediening accessoires.
c- Blauwe Aansluiting C3
Snoer gebruikt voor beschikbare aparte CD
wisselaar (zie Afb 6).
Notaa
: de set functioneert alleen met de CD
wisselaar met een digitale output (zie CD
wisselaar installatie).
Aansluiting D
à Deze speciale aansluitingenset
behoort tot de accessoires die apart
worden verkocht (zie uw dealer)
a- Aansluiting D1
Deze aansluiting wordt gebruikt voor de aansluiting
van uw telefoon op de set (zie Afb 7)
Telefoon In
U kunt deze input (Pinnen 2 & 4) gebruiken
voor de aansluiting van de radio output van
uw portable om het geluidsvolume te vergroten via de luidsprekers.
Telefoon voeding
Gebruik deze Pin 3 voor de aansluiting van uw
autokit en voor de permanente voeding ervan.
Geluidloze Telefoon
Gebruik deze input (Pin 5) voor de aansluiting
van uw telefoon.
Notaa
: Voordat u uw telefoon gebruikt, moet
u het telefoonsysteem instellen en het geschikte detectieniveau in het Main Menu
(Hoofd Initialisatie Menu) configureren.
Telefoon op Afstandbediening
Gebruik deze input (Pin 6) voor de aansluiting
van uw telefoon accessoir voor afstandbediening dat uw autoradiokit aan- of uitzet (radio
On/Off).
b- Aansluiting D2
Deze aansluiting wordt gebruikt voor de
aansluiting van de audio interface voor
externe uitrustingen zoals het navigatiesysteem, de subwoofer en het verkeersberichten kanaal (zie Afb8).
Navigatie Interface
Gebruik de Navigatie interfaces (Pinnen 21 & 25)
voor het doorvoeren van de TMC gegevens naar uw
VDO-DAYTON Navigatie-systeem.
Output Subwoofer Versterker
Gebruik deze interfaces (Pinnen 22 & 23) voor
de aansluiting van een subwoofer versterker.
Notaa
: Voordat u de subwoofer gebruikt, moet u
deze aanzetten op ON en de lage frequentiedrempel ervan selecteren in het Sound Init Menu
(Geluid Instelmenu) en het volume in het Sound
Menu (Geluidsmenu) bijstellen.
Audio In
Gebruik deze inputs (Pinnen 24, 27 & 28)
voor de aansluiting van andere aanvullende
audio-uitrustingen.
Geluidloze Navigatie
Gebruik deze input (Pin 26 voor de
aansluiting van uw navigatiesysteem.
110
Notaa
!
: Voordat u uw navigatiesysteem
gebruikt, moet u het navigatiesysteem
instellen en het geschikte detectieniveau in
het Main Menu configureren.
MONTAGE
METALEN HULS
1- Steek de metalen huls in de opening (182 x 53
mm) van het autodashboard of het bedieningpaneel (zie Afb 11). Zie installatiekaart.
Voor de CD speler van hoge kwaliteit
moet de metalen huls binnen de
aangegeven grenzen worden geplaatst: in
een hoek van 0° tot +20°.
2- Zet de huls vast door de metalen pennen
naar buiten te buigen met een
schroevendraaier (zie Afb 11).
Montage van een DIN radio
(Zie Afb 12)
1- Schuif de radio in de metalen huls tot de veren
aan beide kanten in de openingen springen.
2- Sluit de negatieve klemmen weer op de accu
aan (zie Afb 15): de installatie is nu gereed.
Notaa
: De buffermontage, direct gemonteerd op de
achterkant zorgt voor een veiligheidspositie.
Montage van een JIN radio**
(Zie Afb 13)
1- Neem de façade van uw radio weg.
2- Breng uw radio via de achterkant van het
dashboard naar binnen tot de haken aan
beide kanten in de schroefgaten passen.
3- Schroef beide kanten van uw autoradio
vast met de M5 x 6 mm schroeven.
4- Monteer de façade.
5- Sluit de negatieve klem van de accu weer aan
(zie Afb 15): de installatie is nu gereed.
Nederlands
AUTORADIO
Aansluiting van de radio
(Zie Afb 9 en Afb 10)
1- Controleer dat de accu is los geschakeld.
2- Steek de antenne aansluiting E in het
antennecontact (een goede ontvangst is
alleen mogelijk met een goede antenne):
gebruik de antenne aanpassing wanneer
dit nodig is. Gebruik de J haak achter op
de set om het vastzetten te verzekeren.
3- Steek de aansluiting voor de voeding in
het contact A7.
4- Steek de aansluitingen van de luidsprekers
in contact B (B1 tot B8).
· (optie) Neem de beschermingslaag weg
van het contact C.
· (optie) Steek de gele aansluiting in contact C1.
· (optie) Steek de blauwe aansluiting voor
de CDC of DAB in het contact C3.
· (optie) Steek de groene aansluiting in het
contact C2. De groen aansluiting past
tussen de gele aansluiting C1 en de
blauwe aansluiting C3. U heeft minstens
een van deze aansluitingen nodig om C2
op zijn plaats te houden.
** tot de accessoires die apart worden verkocht, raad-pleeg uw dealer.
Het wegnemen van de radio
(zie Afb 14)
U kunt de radio ontsluiten met de twee
hiervoor bestemde U haken links en rechts.
1- Controleer dat de accu is los geschakeld.
2- Neem de façade weg.
3- Breng elke U haak in de goede stand in de
bijbehorende zijkantcontacten tot deze
vastzitten.
4- Neem de radio uit de metalen huls.
Waarschuwing: Ga voorzichtig te
werk met de aansluitingen bij de
montage van de radio of bij het eruit
nemen, om schade te voorkomen.
UITRUSTINGEN
(zie de lijst van accessoires aan het einde)
Het vervangen van een zekering
1- Neem de zekering F weg van de
contactdoos achter de radio.
2- Vervang deze door een nieuwe 10A
zekering van het blad type.
111
Notaa 11
: De nieuwe zekering moet dezelfde waarde
bezitten en van hetzelfde type zijn, anders wordt de
set niet voldoende beschermd.
Notaa 22
navolgt, riskeert u de set te beschadigen
hetgeen de garantie opheft.
: Wanneer u deze procedure niet
Notaa 11
: Voordat u de subwoofer gebruikt, kunt u
het volume bijstellen in het Sound Menu.
Notaa 22
onafhankelijke luidsprekers zijn ingeschakeld
op ON in B.
: In dat geval moeten de vier
Het opheffen van interferentie
De meeste moderne auto's bezitten een
efficiënte interferentie opheffing. Wanneer u
interferentie tegenkomt, raadpleeg dan uw garage.
Gebruik van afstandbediening**
U kunt twee typen infrarood gebruiken als
accessoire voor een afstandbediening van uw set:
1-Credit Card Formaat.
2-Stuur.
Installatie van een externe versterker
U kunt de subwoofer output (Aansluiting D2)
gebruiken voor de aansluiting van een
externe versterker: stel deze uitrusting in het
Sound Init Menu.
Installatie van een subwoofer
U kunt een subwoofer installeren als een
hoofdelement van uw geluidsreproductie systeem.
Twee hoofdconfiguraties zijn beschikbaar:
1- Zonder een externe versterker:
a/ Sluit de subwoofer luidspreker op B aan
(Pinnen 7 en 8: Links achter) zet dan de
subwoofer versterker in het Sound Init
Menu op ON.
b/ Selecteer een lage frequentiedrempel in
het Sound Init Menu: 40 of 80 Hz.
Notaa
: In dat geval is de rechter luidspreker
Achterin uitgeschakeld op OFF.
2- Met een externe versterker:
a/ Sluit de subwoofer luidspreker op een
externe versterker aan en dan op D2 (Pin
23: subwoofer output).
b/ Zet de subwoofer versterker uit op OFF
in het Sound Init Menu.
c/ Selecteer een lage frequentiedrempel in
het Sound Init Menu: 40 of 80 Hz.
BEVEILIGING
FAÇADE
Het wegnemen van de façade
1- Druk op de RELEASE toets.
2- Trek de façade naar u toe.
3- Neem de mobiele façade met u mee
wanneer u de auto verlaat.
4- Bewaar de façade in de bijbehorende
beschermingshoes.
Notaa
: wanneer u de façade bij het verlaten in de
auto achterlaat, geeft de set 10 seconden na het
wegnemen van de startsleutel piepsignalen .
Het terugplaatsen van de façade
1- Steek de totale rechterkant van de façade
in de aansluiting van de set.
2- Duw de linkerkant van de façade op zijn
plaats tot deze in de goede positie
springt.
Notaa 11
: Wanneer u een waarschuwings-signaal
hoort, is de façade niet goed geplaatst.
Notaa 22
: Om een goede aansluiting tussen de set en
de mobiele eenheid te verzekeren, is het aan te
bevelen de aansluitingen van tijd tot tijd voorzichtig
te reinigen met een wattenstaafje.
W
AARSCHUWINGEN
Waarschuwingsled
Wanneer het instrument is uitgezet en de
façade is weggenomen, knippert de Waarschuwingsled.
U kunt de Waarschuwingsled uitzetten (zie
Hoofdmenu, Waarschuwingsled functie).
** tot de accessoires die apart worden verkocht, raad-pleeg uw dealer.
112
Waarschuwing Stickers van Beveiliging
!
!
!
Plak de bijgeleverde Waarschuwingstickers
van Beveiliging op de ruiten van uw auto.
IDENTIFICATIENUMMER
De set bezit een uniek identificatienummer
afgebeeld op de veiligheidskaart (zie
gescheiden installatiekaart).
Waarschuwing: Laat u veiligheidskaart niet achter in uw auto. Het is
uw eigendomsbewijs wanneer de
set wordt gestolen, wanneer de
façade is verloren of wanneer de set
een servicedienst nodig heeft.
Het kalibreren van de Auto Equalizer
Deze functie kan de frequentiecurven van de
luidsprekers meten en deze aanpassen voor
het compenseren van de zwakke zones in het
akoestische spectrum van de luidsprekers &
de auto.
Deze instellingen (een 5-bandcurve voor elke
luidspreker) worden opgeslagen in een vast
geheugen.
1- Houd de SOUND (GELUID) knop lang
ingedrukt.
2- Selecteer AUTO EQ met de pijlen.
3- Druk op ENTER.
4- Neem de façade weg.
CONFIGURATIE
Het kalibreren van de Snelheid
Gebruik deze functie voor het handmatig
kalibreren van de snelheidswaarde in
overeenkomst met de actuele snelheid.
1- START de motor van uw auto met de
contactsleutel.
2- Zet de autoradio aan op ON.
3- Houdt, terwijl u niet rijdt, COMPUTER
lang ingedrukt.
4- Selecteer SPD CALIB (SNH KALIB) met de
toetsen.
5- Druk op ENTER voor het kalibreren van de
set: er wordt een kort bericht afgebeeld.
6- Voer u snelheid op tot 50 km, nadat u het
kalibreren heeft gestart.
7- Druk op ENTER voor de bevestiging van
het Snelheidsalarm.
Let op de lokale verkeersregelingen.
8- Een bericht waarschuwt u wanneer het
kalibreren geslaagd of mislukt is: de SDVC
niveauwaarde is ingesteld op 3 (zie Sound
menu).
Notaa
: Wanneer u het kalibreren wilt afbreken
voordat u de snelheid bereikt, druk dan op ESC.
5- Steek de microfoon in het contact.
6- Plaats de microfoon.
Een serie hoge pieptonen raadt u aan het
voertuig te verlaten voordat u het kalibreren
start. Wanneer de auto-equalizing beëindigd
is, gaat de set automatisch uit op OFF: de EQ
modus is automatisch ingesteld op Auto EQ.
Notaa
: De auto-equalizing heeft voor een efficiënte
werking 2 of 4 aangesloten luidsprekers nodig
(rechtstreeks of via een versterker).
Waarschuwing: In het geval dat u
een subwoofer heeft aangesloten op
uw installatie, ontkoppel deze dan
voordat u het kalibreerproces start.
Nederlands
113
VOORZORGSMAATREGELEN
HOOFDFUNCTIES
Zorg dragen voor de SET
Wanneer een willekeurig hard voorwerp of
een vloeistof op de eenheid valt, schakel het
dan uit en laat het controleren door bevoegd
personeel voordat u het weer gebruikt.
Verzorgen van de CD
-Vermijd vingerafdrukken op de disk
wanneer u deze manipuleert.
-Bewaar de disk in de hoes direct na de
uitwerping ervan, om stof op en
beschadiging van het oppervlak te
vermijden.
-Stel de disk niet bloot aan hitte en
zonlicht.
Verzorgen van de TAPE
-Gebruik alleen tapes van goede kwaliteit (60 of
90 min), zoals chroom dioxide tapes.
-Berg de tapes op in de doosjes
onmiddellijk na gebruik om deze te
beschermen tegen stof en vuil en om het
afwikkelen van de tapes te voorkomen.
-Stel de tapes nooit bloot aan hitte, direct
zonlicht en schimmel.
-Reinig de kop een of twee keer per
maand met een reinigingstape.
Concentreren op de weg
Gebruik de telefoon niet terwijl u rijdt, daar
dit een verkeersongeval kan veroorzaken. Het
is tevens verboden in sommige zones.
Rekening houden met anderen
Houd het volume op een gematigd niveau.
Dit stelt u in staat de geluiden buiten het
voertuig te horen en rekening te houden met
de mensen om u heen.
Aan/Uit zetten
Druk op POWER voor het aan- en uitzetten
van de set met ON en OFF.
Notaa
: Wanneer u de contactsleutel op OFF
draait en uw auto verlaat zonder uw
autoradio uit te zetten, gaat deze
automatisch op OFF.
Selecteren van een bron
Uw autoradio is bestemd voor verschillende
soorten bronnen. U kunt deze selecteren met
een korte druk op de SOURCE (BRON) toets.
Druk op de SOURCE toets voor de display en
de selectie van de bron die u wilt spelen.
- DAB*: ,
- Tuner (radio): ,
- CD/Tape: ,
- CD speler (CDC): ,
- Aanvulling: .
Notaa 11
wordt het overeenkomstige pictogram
verlicht op de façade.
Notaa 22
Verzachter, Subwoofer en auto-equalizing)
zijn voor alle bronnen hetzelfde.
Notaa 33
geluidsinstellingen en equalizing gebruiken.
: Wanneer een bron op ON staat,
: De geluidskeuzes (Volume, Balans,
: Elke bron kan onafhankelijk de preset
Controle van het volume
a- Volume
Gebruik de
van het volume: het volume neemt automatisch
toe of af wanneer de SDVC aansluiting is
geïnstalleerd en geselecteerd (zie Installatie).
Notaa
steeds kunt horen (claxons, sirenes, enz.).
b- Geluidloos
1-Druk op MUTE (GELUIDLOOS) om het
audio systeem geluidloos te maken.
+/- toetsen voor het bijstellen
: Verzeker u ervan dat u het verkeer
* Hangt af van de radio referentie: zie de tabel aan het einde.
114
2-Druk opnieuw op MUTE wanneer u de
laatst beluisterde audio bron wilt hervatten.
Notaa 11
: In deze status kunnen de volgende
hoorbare situaties voorkomen: Berichten
(Verkeer, Nieuws, Navigatie), Telefoonoproepen, Alarmen.
Notaa 22
portables of het navigatiesysteem automatisch de audio output onderbreken als deze
met de set zijn verbonden.
c- Starten
De autoradio kan door andere toestellen
(telefoon input) worden gebruikt als een
tussensysteem voor het reproduceren van de
radio via de ingebouwde luidsprekers in het
voertuig. De telefoon kan dan de radio starten wanneer zich een oproep voordoet.
: Bij sommige voertuigen kunnen
Display van Bron Informatie
Geef een korte druk op de DISPLAY toets voor
het afbeelden van de informatie (spoor, tijd,
info lijn, enz.) over de gekozen bron (Tuner,
CD, CDC, Tape, DAB).
MAIN MENU
Het hoofdmenu stelt u in staat de hoofdkeuzes van
uw autoradio te configureren.
1- Houd de MUTE toets lang ingedrukt voor het
verkrijgen van het MAIN MENU (HOOFD
MENU) (zie keuzes op voorpagina).
2- Gebruik de pijlenvoor het selecteren
van een keuze.
3- Gebruik de pijlenvoor het instellen van
de keuzewaarde.
4- Druk op ESC om de waarde te verlaten.
Bepalen van de Tijd Scan
Met deze functie kunt u de tijd bepalen tot het
overgaan op het volgende station (Radio, DAB) of op
het volgende nummer (CD, CDC, tape).
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer SCAN TIME met de pijlen.
3- Gebruik de pijlenvoor het selecteren van een
aantal seconden (10 sec in standaardmodus).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Radiogebruik zonder dat u rijdt
Met deze functie kunt u de autoradio gebruiken zonder dat de auto rijdt (alleen wanneer
de A7 draad is aangesloten op een permanente voeding).
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer LOGIC met de pijlen.
3- Gebruik de pijlenvoor het selecteren
van ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: De instelling gaat na een uur vanzelf op
OFF of wanneer het voltage van de accu
onder de 9 volt daalt.
Instelling van een Aanvullende Uitrusting
Deze functie stelt u in staat een aanvullend toestel
op de set aan te sluiten of uit te schakelen.
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer AUXILIARY met de pijlen.
3- Gebruik de pijlenvoor het selecteren
van ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Aan-/Uitzetten van de
Waarschuwingsled
Met deze functie kunt u de knipperende LED
aan-/uitzetten (contact op Off of façade
weggenomen).
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer WARN LED met de pijlen.
3- Gebruik de pijlenvoor het selecteren
van ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Instellen van het Audio Niveau van
de Signalen
Met deze functie kunt u het audio niveau van
de signalen bijstellen.
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer CHIMES LVL met de pijlen.
3- Gebruik de pijlenvoor het selecteren van een
waarde tussen 1 en 5 (2 = standaard waarde).
Nederlands
115
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: De signalen met pieptonen zijn domi-nante
hoorbare effecten, zelfs in de "geluidloze" status.
Selecteren van Signalen
Deze functie stelt u in staat van te voren
bepaalde signalen te selecteren voor het
hoorbare feedback systeem.
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer CHIMES SET met de pijlen.
3- Geef een korte druk op ENTER om naar
het signalenmenu te gaan.
4- Gebruik de pijlenvoor het selecteren
van het signalentype: toetsdruk, bevestiging, bericht, waarschuwing, fouten,
welkom, tot ziens of auto inbraak.
5- Gebruik de toetsenvoor het selecteren van
een pieptoon die wordt geassocieerd met het
vooraf geselecteerde signalentype.
6- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Instellen van Audio Niveau van het
Bericht
Met deze functie kunt u het audio niveau van
de berichten bijstellen.
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer TA VOLUME met de pijlen.
3- Gebruik de pijlenvoor het selecteren
van een waarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Instellen van een Telefoon Uitrusting
Deze functie start of stopt de telefoondetectie
voor de autoradio.
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer PHONE met de pijlen.
3- Gebruik de pijlenvoor het selecteren
van NO (standaardwaarde), Mute of IN.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: Stel in op IN wanneer de Tel audio
aangesloten is op de Tel IN draad. In het
zelfde geval moet u het detectieniveau van de
telefoon instellen (zie dealer).
Instelling van Detectieniveau van de
Telefoon
Met deze functie kunt u het detectieniveau
van de telefoonberichten configureren (geluidloze Tel draad).
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer PHONE LVL met de pijlen.
3- Gebruik de pijlenvoor het selecteren
van LOW (LAAG) (standaardwaarde) of
HIGH (HOOG).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: U moet de waarde selecteren die
overeenkomt met de aangesloten uitrusting
(telefoon, luidsprekers).
Instellen van het Telefoon Volume
Deze functie die niet afhangt van een bron,
stelt het telefoon niveau bij tussen de
minimale en maximale waarde (-30 tot +30).
1- Geef een korte druk op MUTE.
2- Selecteer PHONE VOL met de pijlen.
3- Gebruik de pijlenvoor het selecteren
van een waarde (0 is de standaard-waarde).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Instellen van een Navigatie Systeem
Deze functie start/stopt de detectie van
navigatieberichten voor de autoradio.
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer NAV met de pijlen.
3- Gebruik de pijlenvoor het selecteren
van NO (standaardwaarde), Mute of IN.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: Stel in op IN wanneer de Nav audio
aangesloten is op de Nav IN draad. In het
zelfde geval moet u het navigatie detectieniveau instellen (zie dealer voor het aanbrengen van de volgende keuze).
Instellen van het Navigatie Detectie
Niveau
Met deze functie kunt u het navigatiebericht
detectieniveau configureren (Geluidloze Nav draad).
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer NAV LVL met de pijlen.
116
3- Gebruik de pijlenvoor het selecteren
van LOW (standaardwaarde) of HIGH).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: U moet de waarde selecteren die
overeenkomt met de aangesloten uitrusting.
Instellen van de SDVC
Deze functie stelt u in staat de SDVC op OFF
te zetten of een van de vijf curven te
selecteren voor het bijstellen van de gevoeligheid van de volumebediening afhankelijk van
de autosnelheid.
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer SDVC TYPE met de pijlen.
3- Gebruik de pijlenvoor het instellen van Off,
curve 1, curve 2, curve 3, curve 4 of curve 5.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa 11
: U kunt deze functie beter instellen na
het kalibreren van de snelheid (zie Configuratie): anders krijgt u een SDVC zonder de
kalibreerinstelling.
Notaa 22
: Kies een SDVC curve die overeenkomt
met de situatie van het omringende lawaai.
Instellen van de Helderheid van het
Display Licht
Deze functie die niet van de bron afhangt,
stelt de helderheid bij van het display licht
tussen de minimum en maximum waarde (1
tot 10).
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer BRIGHTNESS met de pijlen.
3- Gebruik de pijlenvoor het selecteren
van de waarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Starten van de luidsprekers installatie
Gebruik deze functie voor het starten van de
luidsprekers installatie.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer INSTALL met de pijlen.
3- Druk op ENTER voor het starten van de
installatie.
4- aan- en uitzetten van de set met ON en OFF.
RADIO
U kunt de keuzes van de radiostations
instellen na het selecteren van de radiobron.
Druk vervolgens kort of lang op ENTER voor
het verkrijgen van twee verschillende
Radiomenu's (zie voorpagina).
Links Zoeken/Rechts Zoeken
Gebruik de toetsenom langs de geselecteerde golfband te draaien.
Naar Boven Zoeken/Naar Beneden
Zoeken
Gebruik de toetsenom langs de gememoriseerde lijst van stations van de golfband te draaien.
RADIO MENU
1- Druk op de SOURCE toets voor het
selecteren van TUNER
2- Geef een korte druk op ENTER om naar
het TUNER MENU te gaan.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecte-
ren van een keuze.
4- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van de keuzewaarde.
5- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Selecteren van een golfband
Met deze functie kunt u een band in een
afdraailijst selecteren.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer BAND met de toetsen.
3- Selecteer met de toetsende gememori-
seerde stations in de presets:
- FM 1,2,3. Handmatige FM presets
- FM memoRDS alfabetische lijst
- FM ASTAutomatisch opgeslagen
FM lijst van stations
- MW 1,2,3. Handmatig voorinstellingen
MW
- MW AST Automatisch opgeslagen
MW lijst van stations
- LWHandmatige presets LW
- SWHandmatige presets SW
4-Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Nederlands
117
Notaa
: De stations in FM memo zijn alleen
stations die opgesteld en bijgewerkt zijn door
de RDS memo.
Automatisch opslaan van een station
U kunt de 10 krachtigste stations automatisch
memoriseren op de FM en MW banden.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer BAND met de toetsen.
3- Selecteer met de toetsenuitsluitend
een FM of MW band.
4- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van START AST.
5- Druk op ENTER voor het memoriseren van
het station.
Notaa
: Deze functie werkt alleen met geselecteerde
FM banden (FM 123, FM memo, FM AST) of MG
banden (MG 123, MG AST): u kunt geen stations
opslaan vanuit LG of KG banden.
Starten van het RDS Stations Memo
Deze functie stelt u in staat tot 50 RDS stations te
memoriseren vanuit de FM band en deze af te
beelden op alfabetische volgorde.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer BAND met de toetsen.
3- Selecteer met de toetsenFM memo.
4- Gebruik de toetsenvoor het selecte-
ren van START MEMO.
5- Druk op ENTER voor het memoriseren van
de stations en de display ervan op
alfabetische volgorde.
Notaa
: Deze functie werkt alleen met de
geselecteerde FM memo: u kunt geen stations opslaan vanuit andere banden.
Zoeken van een Programma Type
Het is mogelijk FM stations te zoeken met het
gebruik van de PTY code (Programma Type),
dat u direct toegang verleent tot voorgeselecteerde programmatypen (b.v. Nieuws, Zaken,
Sport, enz).
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer PTY SEARCH met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van het gewenste programmatype.
4- Druk op ENTER om het zoeken te starten.
Aan het einde hoort u een pieptoon
gevolgd door het eerstgevonden station.
Notaa
: PTY is nog niet operationeel in alle landen.
Zoeken van de beste ontvangst
Wanneer de AF functie actief is, blijft de set spelen
op het actuele station maar het gaat door met
zoeken naar de frequentie voor de beste ontvangst.
Deactiveer deze functie alleen wanneer u korte
onderbrekingen hoort.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer AF met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van ON (standaardwaarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Scannen van stations of van presets
Met deze functie kunt u de stations of de presets
scannen (zie Tuner Init menu: Selecteren van het
scantype) van de actuele band.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer SCAN PRESET met de toet-
sen.
3- Druk op ENTER voor het starten van het
scannen: een bericht beeldt de stations af.
Notaa
: Voordat u deze functie start moet u het
scantype selecteren (Zie Tuner Init).
Instellen van de Radio Modus
Met deze functie kunt u de radiomodus
bepalen voor het zoeken van een station.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer TUNING met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van MANUAL of AUTO (automatisch:
standaardwaarde).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: Na een minuut keert de functie auto-
matisch terug naar de AUTO modus.
Naam geven aan een Radio Frequentie
Gebruik deze functie voor de benaming van
een radio frequentie met maximaal 12 letters
voor elke titel: deze naam wordt afgebeeld
tijdens het afspelen.
118
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer NAME met de toetsen.
3- Druk op ENTER voor de display van een
alfanumerieke lijst als een schrijfmachine.
4- Draai langs de lijst met de toetsen
voor het kiezen van de letters en met de
toetsenvoor hoofdletters, kleine letters, nummers of symbolen.
5- Druk op ENTER voor de display van de letter, en
herhaal deze handeling voor elke letter.
6- Selecteer [] aan het einde van het woord.
7- Druk op ENTER om de naam te bevestigen.
Notaa 11
: De titel wordt toegewezen wanneer alle
letters en spaties zijn bevestigd. Wanneer het
geheugen vol is, is de NAME functie niet langer
beschikbaar: u moet dan een naam wissen.
Notaa 22
selecteren in het begin van de alfanumerieke
lijst en op ENTER drukken.
: Om een letter te wissen, []
In het geheugen opslaan van een station
U kunt tot 30 stations op de FM en MG
golfbanden bewaren en 10 stations op de LG
en KG golfbanden.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer SAVE IN met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van een geheugen nummer.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: Het is niet mogelijk de stations
handmatig op te slaan vanuit de FM AST of
de MG AST banden.
Overgaan naar het Main Menu
Gebruik de SAM functie om rechtstreeks naar
het Hoofdmenu te gaan.
1-Geef een korte druk op ENTER.
2-Selecteer SAM met de toetsen
3-Druk op ENTER voor het Hoofdmenu.
RADIO INITIALISA
1- Druk op de SOURCE toets voor het
selecteren van TUNER.
2- Houd ENTER lang ingedrukt om naar het
RADIO INIT MENU te gaan (zie keuzes op
de voorpagina).
3- Gebruik de toetsenvoor het selecte-
ren van een keuze.
4- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van de keuzewaarde.
5- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
TIE MENU
Selecteren van het Scan Type
U kunt op uw actuele golfband en gedurende een
vastgelegde scantijd het scantype selecteren: stations
of vooraf ingestelde stations.
1- Houd ENTER lang ingedrukt.
2- Selecteer SCAN TYPE met de toetsen
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren van:
- STATIONS voor het overzien van alle
stations op de actuele golfband,
- PRESETS voor het overzien van alle vooraf
geselecteerde stations op de actuele golfband.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: U kunt de scantijd wijzigen in het Main
Menu.
Nederlands
Overgaan naar het Tuner Init Menu
Gebruik deze functie om rechtstreeks naar
het Tuner Init Menu te gaan.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer TUNER INIT met de toetsen.
3- Druk op ENTER voor het radio initialisatie
menu (zie volgend menu).
Notaa
: U heeft toegang tot dit menu met een
lange druk op de ENTER toets.
Zoeken naar een betere transfer
Met deze functie kan de set zoeken naar
lokale of verre zenders voor betere ontvangst
van de golfbanden (alleen in FM).
1- Houd ENTER lang ingedrukt.
2- Selecteer SEARCH LVL met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren van:
- DISTANT (standaardwaarde)voor de
sterkere verre zenders,
- LOCAL voor de zwakkere lokale stations.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: Na een tijdje keert de functie terug naar
Afstandmodus (standaardwaarde).
119
Notaa 33
!
!
Selecteren van de Continent Zone
Met deze functie kunt u de continentzone
selecteren voor de radio.
1- Houd ENTER lang ingedrukt.
2- Selecteer TUNER met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van het continent: USA, EURO, ASIA.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
CD, CDC OF MP3 SPELER*
U kunt de CD keuzes instellen nadat u de CD bron
heeft geselecteerd. Door vervolgens korte of lang op
de ENTER toets te drukken, krijgt u twee
verschillende CD menu's (zie voorpagina).
Notaa
: De CD speler gebruikt 12 cm CD's en
kan MP3 CD's lezen (alleen CD4802): in dat
geval krijgt u de MP3 menu's.
Waarschuwing: Gebruik geen
beschadigde CD's of CD's met
een abnormale vorm.
Steken van een CD in de CD speler
1- Druk op RELEASE om de façade te openen.
2- Breng de façade volkomen naar beneden.
3- Schuif de CD (label naar boven gekeerd)
in de gleuf.
4- Sluit de façade: er wordt gedurende een
kort moment CD Player afgebeeld, en
vervolgens start het afspelen.
Waarschuwing: Wanneer u een
MP3 CD start, kan het aflezen van de
MP3 bestanden een minuut duren
voordat u de muziek hoort.
Notaa 11
: Wanneer de CD er al is ingeschoven,
gebruik dan de SOURCE toets om de CD te
selecteren.
Notaa 22
scherm de handmatig ingevoerde naam af
van de disk (zie paragraaf TITEL INVOEREN),
het nummer van het lopende nummer en de
verstreken tijd van het lopende nummer.
* Hangt af van de radio referentie: zie de tabel aan het einde.
: Tijdens het afspelen beeldt het
: Sommige disks bevatten tekstgegevens (songtitels, de naam van de zangers,
enz.) die worden afgebeeld op het scherm
tijdens het afspelen*.
Notaa 44
: TRAFFIC en NEWS berichten kunnen
het afspelen van de CD onderbreken.
Uitwerpen van de CD uit de CD speler
1- Druk op RELEASE om de façade te
openen.
2- Druk op de toets .
3- Sluit de façade.
Notaa
: Wanneer u bij vergissing uitwerpt
wordt de CD weer opnieuw gestart.
Inbrengen van de CD in de CD wisselaar
Wanneer een CD wisselaar is aangesloten,
kunt u de volgende functie gebruiken (voor
meer informatie over de CD wisselaar, uw
dealer raadplegen).
1- Controleer dat het CD magazijn is gevuld.
2- Selecteer CD CHANGER met de SOURCE
toets: het afspelen van de eerste CD
begint.
3- Selecteer de gewenste CD met de toet-
sen: het afspelen van de CD begint.
Notaa 11
: De Informatie wordt afgebeeld op het
scherm zoals bij de CD Speler.
- Wanneer het magazijn niet goed is
geplaatst, beeldt het scherm INSERT MAG af.
- Wanneer het magazijn leeg is, beeldt het
scherm INSERT DISC af.
Notaa 22
: TRAFFIC en NEWS berichten kunnen
het afspelen van de CD onderbreken.
Notaa 33
: Aan het einde van de disk wordt de
volgende disk automatisch afgespeeld :
iedere ontbrekende disk van het magazijn
wordt automatisch niet meegerekend.
Uitwerpen van een CD uit de CD
wisselaar
1-Druk op OPEN om de façade te openen.
2-Druk op de toets.
3-Sluit de façade.
120
Notaa
: Wanneer u bij vergissing uitwerpt,
wordt de CD weer gestart.
Beluisteren van de MP3 bestanden*
Alle VDO Dayton zijn conform aan ISO/DIN,
zodat deze makkelijk passen in de meeste
dashboards.
U kunt dus MP3 bestanden beluisteren die
gegraveerd zijn op een CD-R of een CD-RW
disk in de ISO9660 opmaak (level 2, 32
characters), Mac of Linux.
De CD-MP3 kan verwerken:
1- Een willekeurige frequentie: 32 kHz, 44,1
kHz of 48 kHz.
2- Vaste bitgraad evenals variabele
bitgraden: 32 k bit/s tot 320 k bit/s.
3- Alle kanaalmodi (stereo, samengevoegde
stereo, duaal en mono).
4- 400 nummers per disk (250 bestanden
per map, 250 map per CD, 8
mapniveaus).
5- ID3 Citaten (v1.1) voor display van titels
en namen van artiesten met 32 letters.
Notaa 11
: Wanneer een CD speler zowel CD
audio nummers & MP3 bestanden bevat,
worden alleen de MP3 bestanden gespeeld.
Notaa 22
: Wanneer u een multi-sessie disk gebruikt,
speelt de CD speler alleen de eerste sessie.
De CD speler erkent de instellingen
willekeurige volgorde, scannen, volgende,
vorige nummer of nummer herhalen en kan
in verschillende gevallen worden onderbroken
(set uitgeschakeld, berichten, geluidloze
radio, bronverandering).
In de Normale modus gaat, wanneer het einde van
het album is bereikt, de spelende functie verder met
het eerste nummer van het volgende album.
Vorige/Volgende Nummer
(vorige/volgende MP3 bestanden*)
Druk respectievelijk op de toetsenvoor
vorig en volgend nummer (bestand voor MP3).
Het afspelen begint met het gekozen
nummer.
Vorige/Volgende Disk
Deze functie behandelt de volgende of vorige disk
(album voor MP3) uit de selectie van de vulling.
Druk respectievelijk op de toetsenvoor de
vorige en volgende disk.
Snel Achteruit/Voorui
Houd respectievelijk de toetsenvoor snel
achteruit en snel vooruit lang ingedrukt.
Normaal afspelen wordt weer opgevat
wanneer u op ENTER of ESC drukt.
Display van CD Tekst*
Sommige disks kunnen een CD informatietekst leveren: nummertitel en hoogtepunt
scaninformatie (de disktitel wordt alleen
gegeven voor de eerste 20 nummers van de
lopende disk, en alleen de 20 eerste
hoogtepunten). Beperkingen: alleen beschikbaar voor CD 4502 en CD 4802.
Veranderen van Map in MP3 CD*
1- Selecteer een map met de toetsen.
2- Het afspelen begint op het eerste bestand
in de gekozen map.
CD/MP3 MENU
1- Druk op de SOURCE toets voor het
selecteren van de CD.
2- Geef een korte druk op ENTER voor het
CD MENU.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecte-
ren van een keuze.
4- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van een keuzewaarde.
5- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Starten van Zoeken van een Nummer
(MP3 Bestanden zoeken*)
Gebruik deze functie voor het activeren van
het nummer zoeken voor het beluisteren van
de eerste seconden van elk nummer.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer INTRO SCAN met de toetsen.
3- Druk op ENTER om het zoeken te starten:
een bericht beeldt de nummers af.
Nederlands
* Hangt af van de radio referentie: zie de tabel aan het einde.
121
Notaa
: U kunt het aantal seconden bepaald in
het hoofdmenu instellen.
De benaming van de CD
Gebruik deze functie om tot 50 CD's een
naam te geven met maximaal 12 letters in
elke titel: deze naam wordt afgebeeld tijdens
het afspelen.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer CD NAME met de toetsen.
3- Druk op ENTER voor de display van een
alfanumerieke lijst als de schrijfmachine.
4- Draai langs de letters met de toetsen
en gebruik de toetsenvoor de
hoofd-letters, de kleine letters, de nummers of de symbolen.
5- Druk op ENTER voor de display van de letter, en
herhaal deze handeling voor elke letter.
6- Selecteer [] aan het einde van het woord.
7- Druk op ENTER om de naam te bevestigen.
Notaa 11
: De titel wordt toegewezen wanneer alle
letters en spaties zijn bevestigd. Wanneer het
geheugen vol is, is de CD NAME functie niet langer
beschikbaar: u moet dan een CD naam wissen.
Notaa 22
: Voor het wissen van een letter, moet
u [] aan het begin van de alfanumerieke
lijst selecteren en op ENTER drukken.
Het wissen van een CD naam
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer DEL NAME met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van de naam die u wenst te wissen en
druk dan op ENTER.
Instellen van de Herhaling van het
nummer
(Herhalen van lopende MP3 Bestanden*)
Met deze functie kunt u de spelende
nummers van uw CD herhalen.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer REPEAT met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van de waarde: ON om te activeren, OFF
om te deactiveren.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Het instellen van het Afspelen in
Willekeurige volgorde
(Afspelen in Willekeurige volgorde van MP3
Bestanden*)
Met deze functie kunt u de verschillende nummers
van uw CD in willekeurige volgorde afspelen.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer RANDOM met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van waarde: ON om te activeren, OFF om
te deactiveren.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Overgaan naar het Main Menu
Gebruik de functie SAM om direct naar het
Hoofdmenu te gaan.
1-Geef een korte druk op ENTER.
2-Selecteer SAM met de toetsen
3-Druk op ENTER voor het Hoofdmenu.
TAPE*
Instelling voor het Comprimeren van
het Geluid
Deze functie stelt u in staat het digitale
geluidssignaal te comprimeren.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer COMPRESS met de toetsen
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van de waarde: LOW, MID, HIGH of OFF
(standaard waarde).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
* Hangt af van de radio referentie: zie de tabel aan het einde.
122
U kunt de tapekeuzes instellen na het selecteren van de tapebron. Door vervolgens kort of
lang te drukken op de ENTER toets krijgt u
twee verschillende tape menu's (zie tabel).
Afspelen
1- Druk op RELEASE om de façade te openen.
2- Breng de tape in (open kant rechts).
3- Sluit de façade: de display toont TAPE
DECK en het afspelen begint.
Notaa 11
: Gebruik, wanneer de tape al is ingevoerd,
de SOURCE toets om TAPE te selecteren.
Notaa 22
: TRAFFIC en NEWS Berichten kunnen
het afspelen van de tape onderbreken.
Keren van de tape
Gebruik de toetsenom de tape te keren
voordat deze is afgelopen.
Notaa
: Wanneer een kant is afgelopen, wordt
de andere kant automatisch afgespeeld.
Vorige/Volgende Nummer
Druk op de toetsenom naar het vorige of
het volgende nummer te gaan.
Notaa
: U hoort geen geluid tot het gekozen
nummer is bereikt. De pauze tussen de nummers moet minstens 3 seconden duren.
Snel Terugspoelen/Snel vooruit spoelen
1- Houd de toetsenlang ingedrukt voor
het snel terugspoelen en vooruit spoelen.
2- Druk op ENTER of ESC voor het afspelen:
de radio gaat aan.
Eruit nemen van een tape
1- Druk op RELEASE om de façade te openen.
2- Druk op de toets.
3- Neem de tape eruit en sluit de façade.
Notaa
: Wanneer bij vergissing wordt uitge-
worpen, wordt de tape weer gestart.
T
APE MENU
1- Druk op de SOURCE toets om de tape te
selecteren.
2- Geef een korte druk op ENTER om naar
het TAPE MENU te gaan.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecte-
ren van een keuze.
4- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van een keuzewaarde.
5- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde
Starten van Zoeken naar Nummer
Met het zoeken naar het nummer kunt de
eerste seconden van elk nummer beluisteren.
1- Druk op ENTER.
2- Selecteer INTRO SCAN met de toetsen
3- Druk op ENTER om het scannen te star-
ten: een bericht beeldt de nummers af.
Notaa
: U kunt het aantal bepaalde seconden
instellen (zie Main Menu).
Instellen van het Ruis Reductie systeem
Het Dolby B NR systeem kan alleen worden
geactiveerd wanneer de opgenomen tape dit
proces gebruikt.
1- Druk op ENTER.
2- Selecteer DOLBY NR met de toetsen.
3- Selecteer ON of OFF met de toetsen
om het Dolby systeem te activeren
of te deactiveren.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: Het Dolby Ruis Reductie systeem is
gefabriceerd onder de licentie van Dolby
Laboratories Corporation. Dolby en het symbool Dzijn geregistreerde handelsmerken
van Dolby Laboratories Licensing Corporation.
Overgaan naar het Main Menu
Gebruik de SAM functie om direct naar het
Hoofdmenu te gaan.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer SAM met de toetsen.
3- Druk op ENTER om naar het Hoofdmenu
te gaan.
DAB*/**
U kunt de parameters van de digitale radio
stations instellen na het selecteren van de
DAB bron. Vervolgens krijgt u met een korte
of een lange druk op de ENTER toets twee
verschillende DAB menu's.
Nederlands
* Hangt af van de radio referentie: zie de tabel aan het einde.
** tot de accessoires die apart worden verkocht, raad-pleeg uw dealer.
123
De DAB radio stelt u in staat automatisch te
wisselen van FM naar DAB (station te ontvangen in DAB) of van DAB naar FM (station niet
meer te ontvangen in DAB).
Notaa
: Gebruik de Optimize ontvangst keuze
in het Berichtmenu om het wisselen FM/DAB
in te stellen.
DAB MENU
1- Druk op de SOURCE toets om de DAB te
selecteren.
2- Geef een korte druk op ENTER om naar
het DAB menu te gaan.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecte-
ren van een keuze.
4- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van de keuzewaarde.
5- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Selecteren van een band
Met deze functie kunt u een band in een
afdraailijst selecteren.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer BAND met de toetsen.
3- Selecteer de gememoriseerde stations in
de presets met de toetsen.
- DAB 123 Handmatig geselecteerde DAB
- DAB Memo DAB band in alfabetische
volgorde
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Selecteren van de DAB stations
Deze functie selecteert de DAB memoband en
sorteert alle beschikbare stations in DAB
frequenties (maximale memorisatie van 50
stations). Volgens de registratie, wordt het eerste
station van de alfabetisch volgorde weergegeven.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer LEARN met de toetsen.
3- Selecteer de gememoriseerde stations in
de presets met de toetsen.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Zoeken van een Programma Type
Het is mogelijk naar DAB stations te zoeken
die de PTY code gebruiken (Programma Type),
die u direct toegang verlenen tot voorgeselecteerde programmatypen (b.v. Nieuws, Zaken,
Sport, enz).
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer PTY SEARCH met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van de PTY.
4- Druk op ENTER om het zoeken te starten.
Aan het einde hoort u een pieptoon
gevolgd door de eerst gevonden stations.
Notaa
: PTY is nog niet operationeel in alle
landen.
Opslaan van het PAD
Deze functie slaat de Gegevens op die zijn
Verbonden met het Programma (PAD) in het
geheugen van de geselecteerde service
samen met de naam van het service.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer STORE PAD met de toetsen.
3- Druk op ENTER.
Het opzoeken van de PAD
Deze functie zoekt het Program Associated
Data bericht op dat is opgeslagen in het
geheugen met de service naam.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer RECALL PAD met de toetsen.
3- Druk op ENTER.
4- Gebruik de toetsenvoor het visualise-
ren van de totale PAD.
5- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Bewaren van een DAB station in het
geheugen
Met deze functie kunt u een preset van 30
stations vanuit de DAB 123 banden uitvoeren.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer SAVE IN met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van een geheugennummer.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
124
Overgaan naar het Main Menu
Gebruik de SAM functie om direct naar het
Hoofdmenu te gaan.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer SAM met de toetsen.
3- Druk op ENTER om naar het hoofdmenu
te gaan.
AUDIO
U kunt de radio keuzes instellen door kort of
lang op de SOUND toets te drukken.
U krijgt afhankelijk van de druk op deze toets, twee
verschillende sound menu's (zie voorpagina).
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van een van de voorbepaalde stijlen:
Bassen/Hoge tonen, Rock, Klassiek, Pop, Zang
(standaard waarde), Jazz, Direct SND.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Selecteren van een Toon Stijl (2)
Met deze functie die niet van de bron
afhangt, kunt u een vooraf ingesteld geluidseffect selecteren uit andere effecten.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer EQ STYLE met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van een van de voorbepaalde stijlen: Auto
EQ, Persoonlijk 1, ..., Persoonlijk 5.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
GELUID MENU
1- Geef een korte druk op de SOUND toets
om naar het SOUND MENU te gaan.
2- Gebruik de toetsenvoor het selecte-
ren van een keuze.
3- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van de keuzewaarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Starten van de Geluidssterkte Curve
Deze functie die niet van de bron afhangt,
activeert de geluidssterkte curve.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer LOUDNESS met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van ON of OFF (standaard waarde).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Notaa
: De geluidssterkte curve kan worden
gewijzigd voor de lage en hoge tonen in het
Sound Init Menu.
Selecteren van een Toon Stijl (1)
Met deze functie die niet van de bron
afhangt, kunt u een vooraf ingesteld geluidseffect selecteren uit andere effecten.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer DSC STYLE met de toetsen
Instellen van het Niveau van de Bassen
Deze functie die niet van de bron afhangt,
stelt het niveau van de bassen bij tussen een
minimum en maximum waarde.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer BASS met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het bijstellen
van het bassen niveau: -9 tot +9.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa 11
worden gewijzigd in het Sound Init Menu.
Notaa 22
opnieuw worden gebruikt voor het vooraf
ingestelde Geluidseffect van "Bassen/Hoge
tonen" ("Bass/Treble").
: De bassen frequentiedrempel kan
: Deze gememoriseerde waarde mag
Instellen van het Niveau van de
Hoge tonen
Deze functie die niet van de bron afhangt,
stelt de hoge tonen bij tussen een minimum
en maximum waarde.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer TREBLE met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het bijstellen
van het hoge tonen niveau: -9 tot +9.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa 11
: De hoge tonen frequentie drempel kan
worden gewijzigd in het Sound Init Menu.
Nederlands
125
Notaa 22
: Deze gememoriseerde waarde kan
opnieuw worden gebruikt voor het vooraf
ingestelde Geluidseffect van "Bas/Hoge
tonen" ("Bass/Treble").
Instellen van de balans (LR luidsprekers)
Deze functie die niet van de bron afhangt,
stelt de balans bij tussen de linker en rechter
luidsprekers.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer BALANCE met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het bijstellen
van de instelling: Rechts +1 tot +9,
Midden, Links +1 tot 9.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Instelling van de balans (luidsprekers
achterin & voorin)
Deze functie die niet van de bron afhangt,
stelt de balans bij tussen de luidsprekers
achter- en voorin.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer FADER met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het bijstellen
van de instelling: Achterin +1 tot +9,
Midden, Voorin +1 tot 9.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: In de telefoon-in en de navigatie-in
bronmodus is de instelling vastgelegd en kan
niet worden gewijzigd.
Instelling van het Subwoofer Volume
Deze functie die niet van de bron afhangt,
stelt het subwoofer niveau bij tussen de minimum en maximum waarde (0 tot 12).
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer SUBWFR VOL met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van een waarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa 11
: De subwoofer frequentiedrempel kan
worden gewijzigd in het Sound Init Menu.
Notaa 22
: Bij de telefoon-in bron en tijdens de
aankondigingberichten is het subwoofer
niveau vastgelegd op 0 (niet OFF) en kan niet
worden gewijzigd.
Overgaan naar het Init Menu
Gebruik deze functie om naar het Init menu te gaan.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer SOUND INIT met de toetsen
3- Druk op ENTER om naar het geluid init
menu te gaan (zie volgend menu).
Notaa
: U heeft toegang tot dit menu met een
lange druk op de SOUND toets.
Overgaan naar het Main Menu
Gebruik de SAM functie om direct naar het
Hoofdmenu te gaan.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer SAM met de toetsen
3- Druk op ENTER om naar het Hoofdmenu
te gaan.
SOUND INIT MENU
1- Houd de SOUND toets lang ingedrukt om
naar het SOUND INIT MENU te gaan (zie
voorpagina).
2- Gebruik de toetsenvoor het selecte-
ren van een keuze.
3- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van de keuzewaarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Opnieuw instellen van de Sound Init
Met deze functie kunt u de geluid set-up
parameters volledig opnieuw instellen.
1- Houd SOUND lang ingedrukt.
2- Selecteer SOUND RESET met de toetsen.
3- Druk op ENTER om het instellen te starten.
Instellen van de Geluidssterkte voor
Lage Freq.
Deze functie die niet van de bron afhangt,
stelt de geluidssterkte curve bij voor lage
frequenties.
1- Houd SOUND lang ingedrukt.
2- Selecteer LOUD LOW met de toetsen
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van een niveau: niveau 0 tot niveau 3.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
126
Het instellen van de Geluidssterkte
voor Hoge Freq.
Deze functie die niet van de bron afhangt,
stelt de geluidssterkte curve bij voor hoge
frequenties.
1- Houd SOUND lang ingedrukt.
2- Selecteer LOUD HIGH met de toetsen
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren van
een niveauwaarde: niveau 0 tot niveau 3.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Bepaling van de Bassen Freq. Drempel
Deze functie die niet van de bron afhangt,
bepaalt de frequentiedrempel van de bassen.
1- Houd SOUND lang ingedrukt.
2- Selecteer BASS FREQ met de toetsen
3- Gebruik de toetsenvoor het kiezen van
80 Hz (standaard waarde) of 40 Hz.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: De instelling is gememoriseerd om weer
te worden gebruikt voor het Vooraf
ingestelde Geluidseffect van de "Bassen/Hoge
tonen" ("Bass/Treble").
Bepaling Hoge Tonen Freq. Drempel
Deze functie die niet van de bron afhangt,
bepaalt de hoge tonen frequentiedrempel.
1- Houd SOUND lang ingedrukt.
2- Selecteer TREBLE FREQ met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het kiezen van
5 kHz (standaard waarde) of 7 kHz.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: De instelling is gememoriseerd om weer
te worden gebruikt voor het Vooraf
ingestelde Geluidseffect van de "Bassen/Hoge
tonen" ("Bass/Treble").
Starten van de Automatische Nivellering
Deze functie stelt u in staat een automatische
nivellering tussen de verschillende bronnen uit
te voeren (met alleen inbegrip van de radio, DAB,
CD, CDC, en Tape; met uitzondering van
Aanvullingen, Navigatie-In en Telefoon-In).
1- Houd SOUND lang ingedrukt.
2- Selecteer LEVELLER met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: Wanneer u deze functie uitgeschakeld
heeft, kunt u geen enkele handmatige
compensatie selecteren voor het volumeniveau tussen de verschillende bronnen.
Bepaling van de Subwoofer Drempel
Deze functie stelt de lage doorgang filterfrequentie in voor de subwoofer versterker.
1- Houd SOUND lang ingedrukt.
2- Selecteer SUBWOOFER met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van de waarde tot Freq 40, Freq 80 of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Starten van een Subwoofer Versterker
Met deze functie kunt u de interne subwoofer
versterker van de radio activeren.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer SUB AMPLI met de toetsen
3- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van ON of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: Met de Telefoon IN bron en tijdens de
aankondigingen, is het subwoofer niveau
vastgelegd op 0 (niet op OFF) en kan niet
worden gewijzigd.
Starten van de Auto-equalizing
Gebruik deze functie voor het starten van het
kalibreren van de auto-equalizing (zie Configuratie).
1- Houd SOUND lang ingedrukt.
2- Selecteer AUTO EQ met de toetsen.
3- Druk op ENTER.
Notaa
: Wanneer de Auto-equalizing actief is, kunt u
deze stoppen door de set op OFF te zetten.
Individueel aanpassen van de Geluid
Reproductie
Gebruik deze functie om de voor/achter
luidsprekers naar eigen behoefte te regelen
door voor elke luidspreker het amplitudeniveau van de vijf beschikbare frequentiebanden in te stellen.
Nederlands
127
1- Druk kort op SOUND.
2- Selecteer EQ STYLE met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van een speciale waarde: Custom (eigen
keuze) 1 tot Custom (eigen keuze) 5.
4- Houd SOUND lang ingedrukt.
5- Selecteer CUSTOMIZE met de toetsen.
6- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van de aan te passen luidsprekers: Front
Speak (luidspreker voor) of Rear Speak
(luidspreker achter).
7- Druk op ENTER voor de bevestiging van
uw keuze.
8- Gebruik in de display:
- de toetsenvoor het selecteren van
een frequentieband voor de linker en
rechter luidsprekers: 80Hz, 200Hz, 500
Hz, 2kHz of 8kHz.
- de toetsenvoor het aanpassen van het
amplitudeniveau: van -12 dB tot +12 dB.
Notaa
: Wanneer u de instelling van de ene
luidspreker voor de andere wilt kopiëren
(Links voor Rechts of Rechts voor links),
verplaats dan de kleine cursor boven de kopie
pijl (Kopie R-L of Kopie L-R) en druk dan op
ENTER.
Display van de tijd
Gebruik deze functie voor de tijddisplay.
1- Geef een korte druk op COMPUTER.
2- Selecteer TIME met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor de display van
de totaal gereden tijd (TOT) of de reistijd
(TRIP).
4- Druk op ESC om het te verlaten.
Display van de temperatuur
Gebruik deze functie voor de display van de
temperatuur.
1- Geef een korte druk op COMPUTER.
2- Selecteer TEMPERATURE met de toetsen:
de set beeldt de buitentemperatuur af.
3- Druk op ESC om het te verlaten.
Display van het Accu Voltage
Gebruik deze functie voor de display van het
actuele accuvoltage (nauwkeurigheid: 0,1 V).
1- Geef een korte druk op COMPUTER.
2- Selecteer BATTERY met de toetsen:
de set beeldt het accuvoltage af.
3- Druk op ESC om het te verlaten.
Notaa
: De accu geeft het voltage aan bij de
autoradio input, niet op het niveau van de motor.
AUTOCOMPUTER
U krijgt afhankelijk van een korte of een lange
druk op de COMPUTER toets twee
verschillende menu's voor het instellen van de
computerparameters.
AUTOCOMPUTER MENU
1- Geef een korte druk op de COMPUTER
toets om naar het AUTOCOMPUTER
MENU te gaan.
2- Gebruik de toetsenvoor het selecte-
ren van een keuze.
3- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van de keuzewaarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
128
Display van de klok
Gebruik deze functie voor de display van het
uur en de minuten van de klok.
1- Geef een korte druk op COMPUTER.
2- Selecteer CLOCK met de toetsen: de
set beeldt de actuele tijd af.
3- Druk op ESC om het te verlaten.
Display van de snelheid
Gebruik deze functie voor de display van de
actuele snelheid, de gemiddelde snelheid of
de maximum behaalde snelheid.
1- Geef een korte druk op COMPUTER.
2- Selecteer SPEED met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van: CUR (actuele snelheid), AVG (gemiddelde snelheid) of MAX (maximum behaalde snelheid).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Display van de afstand
1- Geef een korte druk op COMPUTER.
2- Selecteer DISTANCE met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor de display van de
totaal afgelegde afstand of de reisafstand.
4- Druk op ESC om het te verlaten.
Overgaan naar het CC Init Menu
Gebruik deze functie om naar het Autocomputer Init Menu te gaan.
1- Geef een korte druk op COMPUTER.
2- Selecteer COMP. INIT met de toetsen.
3- Druk op ENTER om naar het Autocom-
puter Init Menu te gaan (zie volgend menu).
Notaa
: U heeft toegang tot dit menu met een
lange druk op de COMPUTER toets.
Overgaan naar het Main Menu
Gebruik de SAM functie om direct naar het
Hoofdmenu te gaan.
1- Geef een korte druk op COMPUTER.
2- Selecteer SAM met de toetsen.
3- Druk op ENTER om naar het Hoofdmenu
te gaan.
AUTOCOMPUTER INITIALISA
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt
om naar het AUTOCOMPUTER INIT MENU
te gaan.
2- Gebruik de toetsenvoor het selecte-
ren van een keuze.
3- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van de keuzewaarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
TIE
Uurinstelling
Gebruik deze functie voor het instellen van
het uur.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer SET HOUR met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van het uur.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: U kunt het uur alleen wijzigen wanneer
de klok in de handmatige modus staat.
Minuteninstelling
Gebruik deze functie voor het instellen van de
minuten.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer SET MINUTE met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van de minuten.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: U kunt de minuten alleen wijzigen wanneer
de klok in de handmatige modus staat.
Instellen van het Klok Type
Gebruik deze functie voor het instellen van de
klokopmaak: 12 uur of 24 uur.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer CLOCK TYPE met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het kiezen van
12 U of 24 U (standaard waarde).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Selectie van Klok Bijwerking Modus
Gebruik deze functie om de klok handmatig in te
stellen of deze automatisch bij te werken via RDS.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer CLOCK MODE met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het kiezen tussen
RDS (standaard waarde) of Handmatig.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Selectie van de Temperatuur Eenheden
Gebruik deze functie om de eenheid voor de
temperatuurdisplay te selecteren.
1- Houd de COMPUTER toets lang inge-drukt.
2- Selecteer TEMP. UNITS met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het kiezen van
de eenheden: C (Celsius: standaard
waarde) of F (Fahrenheit).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Starten van het Vorst Alarm
Gebruik deze functie om het vorstalarm in te
stellen: zodra de temperatuur beneden de 3
°C daalt, wordt een alarm gestart.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer FROST WARN met de toetsen.
3- Selecteer ON of OFF met de toetsen
om de functie te activeren/deactiveren.
Nederlands
129
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: U kunt deze functie alleen gebruiken
wanneer de temperatuurreceptor aangesloten is.
Selectie van de Snelheid Eenheden
Gebruik deze functie om de eenheid voor de
snelheiddisplay te selecteren.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer SPD UNITS met de toetsen
3- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van de units: km/u of mpu
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Instellen van het Snelheid Alarm
Gebruik deze functie om de snelheidwaarde
voor het alarm in te stellen, bij overschrijding
van deze waarde.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer SPEED WARN met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van een snelheid: 100, 110, 120, 130 of
140 km/u.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: Het snelheidsalarm geeft pieptonen
met een frequentie die afhangt van het
verschil tussen de geregistreerde snelheid en
de actuele snelheid. De actuele bron blijft
hoorbaar op de achtergrond.
Starten van het Reis Alarm
Gebruik deze functie om een reisalarm in te
stellen. Dan wordt elke 15 minuten een alarm
afgebeeld wanneer u meer dan twee uur rijdt.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer TRIP WARN met de toetsen
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van ON of OFF om de functie te activeren/
deactiveren.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Starten van het Accu Alarm
Gebruik deze functie om een accuwaarde
voor een alarm in te stellen: dan wordt
wanneer het accu voltage beneden deze
waarde daalt een alarm afgebeeld.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer BAT. WARN met de toetsen
3- Gebruik de toetsen het instellen van
de waarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Selectie van de af te beelden Informatie
Gebruik deze functie om in te stellen wat op
de eerste regel wordt afgebeeld na drie keer
drukken op de DISPLAY toets.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer INFO LINE met de toetsen.
3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van de af te beelden informatie: temperatuur, klok, snelheid, tijd, afstand of accu.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Starten van het Kalibreren van de
Snelheid
Gebruik deze functie om het kalibreren van
de snelheid te starten.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer SPD CALIB met de toetsen.
3- Druk op ENTER om het kalibreren te starten.
Notaa
: Zie Configuratie voor het complete
kalibreerproces.
Starten van het Kalibreren van de PDC
Gebruik deze functie om het kalibreren van
de PDC te staren.
1-Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2-Selecteer PDC CALIB met de toetsen
3-Druk op ENTER om het kalibreren te starten.
Opnieuw instellen van de CC parameters
Gebruik deze functie om de Autocomputer
parameters opnieuw in te stellen.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer RESET met de toetsen.
3- Druk op ENTER voor het starten van het
opnieuw instellen.
130
BERICHT
U kunt het Bericht Menu bereiken met een lange
druk op de DISPLAY toets (zie voorpagina's).
Bijwerking van het RDS Dynamisch
Geheugen
U kunt alle FM memo stations automatisch
bijwerken terwijl u naar een andere bron luistert.
1- Houd de SOURCE toets lang ingedrukt.
2- Selecteer RDS MEM DYN met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van de functie: ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: De elektrische antenne blijft uitstaan
zelfs wanneer de set op OFF gezet is met de
sleutel in het contact.
Activeren van de TMC*
U zet deze functie op ON om het Verkeersberichten Kanaal te openen om numerieke
gegevens te zenden naar het dynamische
navigatie systeem.
1- Houd de SOURCE toets lang ingedrukt.
2- Selecteer TMC met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van de functie: ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: U kunt de TMC niet openen wanneer de
Verkeers- en/of de Nieuwsberichten zijn geactiveerd.
Activeren van de Nieuwsberichten
U kunt de Nieuws modus activeren om naar
de nieuwsberichten te kunnen luisteren.
1- Houd de SOURCE toets lang ingedrukt.
2- Selecteer NEWS met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van de functie: ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: Wanneer de radio geen Nieuws levert, gaat
de set een zender zoeken die hierin voorziet.
Instellen van het wisselen van FM/DAB*
Gebruik deze functie om het wisselen in te
stellen om de DAB radio automatisch van FM
naar DAB om te zetten en van DAB naar FM.
1- Houd SOURCE lang ingedrukt.
2- Selecteer OPTIMIZE met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van de functie: ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Overgaan naar het Main Menu
Gebruik de SAM functie om direct naar het
Hoofdmenu te gaan.
1- Houd SOURCE lang ingedrukt .
2- Selecteer SAM met de toetsen.
3- Druk op ENTER om naar het Hoofdmenu
te gaan.
ANIMATIE
Nederlands
Activeren van de Verkeersberichten (TA)
U kunt de TA modus activeren om de
verkeersberichten te kunnen beluisteren.
1- Houd de SOURCE toets lang ingedrukt.
2- Selecteer TRAFFIC met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het instellen
van de functie: ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Notaa
: Wanneer de radio geen TA levert, gaat
de set een zender zoeken die hierin voorziet.
* Hangt af van de radio referentie: zie de tabel aan het einde.
U kunt het Animatie Menu bereiken met een lange
druk op de DISPLAY toets (zie voorpagina's).
Starten van de animaties
Gebruik deze functie om de animatiedisplay
in te stellen.
1- Houd de DISPLAY toets lang ingedrukt.
2- Selecteer ANIMATIONS met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van ON of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
131
Notaa
: Wanneer u de animatie op OFF zet,
deactiveert u de animaties die geen verband
houden met de balkgrafiek.
Notaa
: Handelingen van de gebruiker, berichten,
geluidloze telefoon of het invoeren van een disk
kunnen de screensaver onderbreken.
Instellen van de eerste laag
Deze functie stelt u in staat de gewenste
balkgrafiek te selecteren van de eerste laag
naar gelang uw uitrusting type.
1- Houd de DISPLAY toets lang ingedrukt.
2- Selecteer ANALYSER1 met de toetsen
3- Gebruik de toetsenvoor het kiezen
van: Fill Peak, Peak Hold, Propeller,
Analog, Magic Eyes, Bass Eyes or OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Instellen van de tweede laag
Met deze functie kunt u de gewenste
balkgrafiek selecteren van de tweede laag
naar gelang uw uitrusting type.
1- Houd de DISPLAY toets lang ingedrukt.
2- Selecteer ANALYSER2 met de toetsen
3- Gebruik de toetsenvoor het kiezen
van: balkgrafiek 1/balkgrafiek 9 of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Selectie van screensaver
Met deze functie kunt u een animatie
selecteren voor de screensaver.
1- Houd de DISPLAY toets lang ingedrukt.
2- Selecteer SCRN SAVER met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van een animatie van de screensaver:
regen, space invider, Las Vegas pixel show,
zuiger of komeet.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Overgaan naar het Main Menu
Gebruik de SAM functie om direct naar het
Hoofdmenu te gaan.
1- Geef een korte druk op COMPUTER.
2- Selecteer SAM met de toetsen.
3- Druk op ENTER om naar het Hoofdmenu
te gaan.
Instellen van de Tijd voor de Screen
Saver
Deze functie maakt de configuratie mogelijk
van de tijd voor het activeren van de
screensaver.
1- Houd de DISPLAY toets lang ingedrukt.
2- Selecteer TRIGGER met de toetsen.
3- Gebruik de toetsenvoor het selecteren
van: Nul (standaard waarde), 10, 30 of 60 sec.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
132
34
pijlen
v
pijlen
Selecteert de scantijd voor CD nummers of radiostations
Scan time
5 seconds / 10 seconds / 15
seconds
Activeert/deactiveert de ON/OFF Logische functie die het gebruik van
de installatie tot 1 beperkt na het eruit nemen van de startsleutel
Logic
On / Off
Activeert/deactiveert de aanvullende bron
Auxiliary
On / Off
Activeert/deactiveert het visuele temperatuuralarm
Warm LED
On / Off
Volume van toetstonen
Chimes lvl
0 / 1 / 2 / 3 / 4
Keuze van toetstonen voor verschillende handelingen
Off / Chime 1 / 2 / 3 / 4 / 5
Selecteert het volumeniveau voor Verkeersberichten,
Nieuwsberichten en Noodberichten
TA Volume
0 / 1 / 2 / 3 / 4
Selecteert:
> IN als u de ontvangen oproep wenst te versterken via de
autoluidsprekers
> NO als geen telefoonaansluiting aanwezig is
> MUTE voor een automatische radio onderbreking tijdens het gesprek
Phone
In / No / Mute
Selecteert LOW of HIGH naar gelang het geluidloze signaal van
de telefoon
Phone lvl.
Low / High
Toename/Afname van het telefoonvolume
Phone Vol.
-30 to +30
Selecteert:
> IN als u de gesproken gidsberichten wenst te versterken via de
autoluidspreker
> NO als er geen navigatiecomputer op de set is aangesloten
> MUTE voor een automatische radio onderbreking tijdens de
gesproken gidsberichten
Nav
In / No / Mute
Selecteert LOW of HIGH naar gelang het geluidloze signaal van
de navigatiecomputer
Nav niv
Low / High
Selecteert van het SDVC compensatie volumeniveau (alleen bij
aansluiting en kalibreren, zie SDVC).
Niv1 geeft een kleinere toename terwijl niveau 4 een grotere toename
geeft waarbi j rekeni ng wordt gehouden met de snelheid van de auto.
SDVC type
Off / Curve 1 / 2 / 3 / 4
Voor de bijstelling van de helderheid van het displaylicht
Brightness
1 to 10
Start de installatie
Install
INSTELLEN VAN WAARDEN
34
pijlen
v
pijlen
Selecteert de golfband
Band
Start de automatisch opslag van stations
Start AST
Laadt het RDS geheugen op de actuele golfband
Start Memo
Selecteert het Programma TYpe
PTY Search
News / Affairs / Info / Sport…
Activeert/Deactiveert de Alternatieve Frequentie functie
AF
On / Off
Start het scannen op de actuele golfband
Scan Preset
On / Off
Selecteert:
> Handmatig voor een handmatig zoeken,
> AUTO voor een automatisch scannen.
Tuning
Auto / Manual
Geeft een naam aan de radiofrequentie
Name
Slaat een station in het geheugen op onder nummer X
Save in
Empty X
Gaat naar het radio init menu
Tuner Init
Gaat naar het hoofdmenu
SAM
Main Menu
Nederlands
Tuner Menu (Radio Menu)
FM 123 / FM Memo / FM AST /
MW 123 / MW AST / LW / KW
133
Tuner Init Menu (Radio Init Menu)
34
pijlen
v
pijlen
Selecteert het scantype
Scan type
Stations / Presets
Selecteert het zoekniveau
Search lvl
Distant / Local
Stelt de radio af op het continent
Tuner
USA, EURO, ASIA
34
pijlen
v
pijlen
Activeert/Deactiveert het scannummer
Intro scan
On / Off
Geeft een naam aan de CD
CD Name
Wist de CD naam
Del Name
Activeert/Deactiveert de geluid compressie
Compress
On / Off
Activeert/Deactiveert het herhalen van nummer
Repeat
On / Off
Activeert/Deactiveert het willekeurig afspelen van nummer
Random
On / Off
Gaat naar het hoofdmenu
SAM
34
pijlen
v
pijlen
Selecteert de golfband
Band
DAB customize, DAB memo
Activeert/Deactiveert het PAD
Learn
On / Off
Selecteert het Programma TYpe
PTY search
News / Affairs / Info / Sport…
Slaat het PAD op (geselecteerde services met servicenaam)
Store PAD
On / Off
Haalt het PAD op (geselecteerde services met servicenaam)
Recall PAD
Slaat het PAD op in het geheugen onder nummer X
Save in
Empty X
Gaat naar het hoofdmenu
SAM
34
pijlen
v
pijlen
Activeert/Deactiveert het scannummer
Intro scan
On / Off
Activeert/Deactiveert de Dolby reproductie
Dolby Nr
On / Off
Gaat naar het hoofdmenu
SAM
34
Pfeile
v
Pfeile
Ein-/Ausschalten der Lautstärke
Loudness
On / Off
Wahl eines voreingestellten Stils
DSC Style
User, Rock, Classic, Pop, Vocal,
Jazz, Direct SND
Wahl eines voreingestellten Stils
EQ Style
Auto EQ, Custom1 – Custom5
Anheben/Absenken der tiefen Töne
Bass
-9 to +9
Anheben/Absenken der hohen Töne
Treble
-9 to +9
Klangverteilung zwischen linken und rechten Lautsprechern
Balance
Right 1 to 9, Middle, Left 1 to 9
Klangverteilung zwischen Front- und Hecklautsprechern
Fader
Rear 1 to 9, Middle, Front 1 to 9
Anheben der Subwoofer-Lautstärke
Subwfr Vol
0 / +1 to +12
Aufrufen des Klangeinstellungsmenüs
Sound Setup
Zurück zum Hauptmenü
SAM
CD, CDC and MP3 Menu
Tape Menu
DAB Menu
Sound Menu (Geluid Menu)
134
Sound Init Menu
34
pijlen
v
pijlen
Display van de tijd
Time
Tot / Trip
Display van de actuele temperatuur
Temperat.
Display van de actuele accuvoltage
Battery
Stelt de tijd bij
Clock
Hour / Minute
Selecteert de snelheidseenheid
Speed. (unit)
Km/h / mph
Display van de afgelegde afstand (rit/totaal)
Dist (unit)
Trip / Tot
Gaat naar het Autocomputer Init Menu
Comp. Init
Gaat naar het hoofd menu
SAM
34
pijlen
v
pijlen
Stelt het uur in
Set hour
Stelt de minuten in
Set Minutes
Tijd display opmaak
Clock type
24 u / 12 u
Activeert de RDS klok modus
Klok mode
RDS / Manual
Selecteert de temperatuurseenheden
Temp.unit
°C / °F / No
Stelt het vorstalarm in
Frost warn
On / Off
Selecteert de snelheidseenheden
Speed unit
Km/h / mph
Stelt het snelheidsalarm in
Speed warn
100 km/h / 110 km/h / 120 km/h
/ 130 km/h / 140 km/h
Activeert/Deactiveert het Dynamic RDS geheugen
vulling/bijwerking
RDSmem Dyn
On / Off
Activeert/Deactiveert de keuze Verkeersberichten Kanaal
TMC
On / Off
Activeert/Deactiveert de Verkeersberichten modus
Traffic
On / Off
Activeert/Deactiveert de Nieuwsmodus
News
On / Off
Activeert/Deactiveert het automatisch wisselen tussen FM/DAB
Optimize
On / Off
Gaat naar het hoofdmenu
SAM
Reset de geluidsparameters
Toename van te activeren niveau (GELUIDSSTERKTE in lage freq.)
Toename van te act iveren niveau (GELUIDSSTERKTE in hoge freq.)
Selecteert frequentiedrempel van bassen
Selecteert frequentiedrempel van hoge tonen
Automatische balans van geluidsniveau audiobron On/Off
Sub Woofer ON/OFF bij frequentie van 40 of 80 Hz
Activeert/Deactiveert de Sub Versterker
Auto equalizing
Voor het aanpassen van het niveau van de versterker van de
luidspreker frequentieband
pijlen
34
Reset
Loud Low
Loud High
Bass Freq
Treb Freq
Leveller
Subwoofer
Sub Ampli
Auto EQ
Customize
Car Computer Menu (Autocomputer Menu)
Car Computer Init Menu (Autocomputer Init Menu)
pijlen
v
0 / Level 1 / Level 2 / Level 3
0 / Level 1 / Niveau 2 / Level 3
40 Hz / 80 Hz
5 kHz / 7 kHz
On / Off
Off / Freq 40 / Freq 80
On / Off
Front speaker / Rear speaker
Nederlands
Announce Menu (Berichten Menu)
135
Animations Menu (Animatie Menu)
Activeert/Deactiveert de display van de animatie
Selecteert een balkgrafiek te opzichte van de eerste laag
Selecteert een balkgrafiek ten opzichte van de tweede laag
Selecteert een screensaver animatie
Stelt de tijd in voor het activeren van de screensaver
Gaat naar het hoofdmenu
34
pijlen
Animation
Analyser 1
Analyser 2
Scrn Saver
Trigger
SAM
v
pijlen
On / Off
Fill Peak / Peak Hold / Propeller
/ Analog / Magic Eyes / Bass
Eyes / Off
Bargraph 1 to 9 / Off
Rain, Space invider, Las Vegas
pixel show, piston, comet
None, 10s, 30s, 1min
Het kan voorkomen dat uw autoradio niet
naar verwachting functioneert. Gelieve
voordat u met een servicedienst gaat bellen,
deze handleiding door te lezen en de
instellingswaarden zorgvuldig na te kijken: u
kunt bemerken dat een functie niet precies
kan werken met de door u bepaalde waarde.
AFKORTINGEN
AFAlternative Frequency
CCCar Computer
CDCCompact Disc Changer
DAB Digital Audio Broadcasting
LRLeft Right speakers
PADProgram Associated Data
PDCPark Distance Control
PTYProgram Type
RDSRadio Data Service
RFRear Front speakers
SAM Software Access Menu
SDVC Speed Dependent Volume Control
TATraffic Announcement
TMC Traffic Message Channel
TPTraffic Program
Wanneer u echter uw set ter reparatie moet
verzenden, stuur deze dan in zijn geheel met
de mobiele satelliet. (Tracht niet de autoradio
te openen om deze zelf te repareren).
* Hangt af van de radio referentie: zie de tabel aan het einde.
136
SYMPTOMENOORZAAK/REMEDIE
GEEN ENERGIEControleer:
De radio werkt niet.> Dat de set goed geïnstalleerd is in het dashboard (zie MONTAGE).
> Dat de set goed aangesloten is (zie Installatie Kaart en INSTALLATIE).
De set werkt niet en het displayscherm wordt niet
verlicht.
> Schakel de set uit.
> Controleer de zekering (zie INSTALLATIE).
GEEN GELUIDControleer:
Het display scherm wordt verlicht maar de set
geeft geen geluid (of alleen een fluittoon).
> Verhoog het volume: Wanneer u naar de radio luistert, draai dan naar een zone
waar de ontvangst van het station beter is.
> Controleer de antenne en de aansluiting ervan (zie INSTALLATIE).
> Controleer dat het zoeken naar een station is beëindigd.
> Wanneer uw portable telefoon is aangesloten, controleer dan de
Telefooninstelling.
Er komt geen geluid uit de luidsprekers (voor- en
achterin), noch voor de radio noch voor de CD.
Controleer de luidsprekeraansluitingen op C1 (zie INSTALLATIE) en de
luidsprekerbalans (zie Sound Menu).
Er komt geen geluid uit de luidsprekers achterin na
de installatie van een subwoofer.
Controleer uw subwoofer installatie:
> de aansluiting achterin op de linker aansluiting C1 (zie INSTALLATIE)
> de instelling van de subwoofer versterker op ON (zie Sound Setup Menu).
Er komt geen geluid uit de luidsprekers na de
aansluiting van een telefoon.
Controleer uw telefoon installatie:
> de aansluiting binnen in de TEL IN aansluiting D1 (zie INSTALLATIE)
> De instelling van het detectieniveau (zie Hoofd Init Menu).
Er komt geen geluid uit de subwoofer na de
aansluiting van een externe versterker.
Controleer uw externe versterker installatie:
> de aansluiting van de externe versterker op D2 (zie INSTALLATIE)
> de instelling van de subwoofer versterker op OFF (zie Hoofd Init Menu).
GELUIDSPROBLEEMControleer:
Het geluidsniveau is te laag tijdens de verkeers- of
nieuwsberichten.
Stel het volume bij voor de berichten (zie Sound Setup Menu).
Het geluidsniveau neemt af.Beeld de temperatuur van de set af: wanneer de temperatuur te hoog is, neemt het
geluidsniveau automatisch af.
Het telefoongeluid is misvormd.> Verminder het geluidsvolume van de telefoon tot de misvorming wordt opgeheven.
> Vermeerder het telefoonvolume met de set (zie Hoofd Init Menu).
CD FOUTENControleer:
De set werkt niet tijdens het gebruik van de CD
speler of de MP3 speler, en ERROR CD wordt
afgebeeld.
> Dat de CD goed in de CD speler is geschoven,
> dat de speler minstens een CD bevat,
> dat de disk goed is ingevoerd; d at er geen vuile, vreemde of beschadigde disk is
ingevoerd; Dat de speler satelliet goed is gesloten.
De set werkt niet tijdens het gebruik van de CD
wisselaar, en ERROR CD wordt afgebeeld.
> Dat het magazijn goed is ingevoerd in de CD wisselaar,
> dat de wisselaar minstens een CD bevat,
> dat de disks goed zijn ingevoerd; dat er geen vuile, vreemde of beschadigde
disk is ingevoerd; Dat de wisselaar satelliet goed is gesloten.
Controleer dat uw CD geen MP3 CD is: in dat geval werkt deze functie niet met
MP3 CD.
De CD naam is niet beschikbaar in het CD menu.Wis minstens een CD naam door middel van de Del naamfunctie. Vergeet niet
dat u meer dan 50 CD’s een naam kunt geven.
CDC FOUTControleer:
De display beeldt CDC ERR af.De link tussen de CD wisselaar en de versterker is niet operationeel. Neem
contact op met uw dealer.
TEMPERATUURFOUTControleer:
De dis play bee ldt T EMP ERR af.Controleer dat de temperatuursreceptor goed is aangesloten (zie INSTALLATIE).
De display beeldt HI TEMP af.Het radiosysteem is overgegaan naar de hittebescherming modus: het
geluidsniveau is verminderd. Het radiosysteem keert weer terug naar de normale
modus zodra de heersende temperatuur is gedaald.
FUNCTIEFOUTControleer:
De SDVC is niet beschikbaar.> Dat de snelheidsmeter goed is aangesloten op A1 (zie CONFIGURATIE)
> dat het kalibreren van de snelheid niet is gekalibreerd (zie CONFIGURATIE).
De Auto-equalizing is niet beschikbaar.De auto-equalizing is niet gekalibreerd (zie CONFIGURATIE).
De Snel Voorwaarts functie werkt niet met uw CD.
Nederlands
137
CD4402 CD4502 CD4802 CR4402
Bron
DABNee
JaJaJa
Functies
Beluisteren van MP3 bestandenNeeNee
Ja
Display van CD tekstNee
JaJa
Veranderen van mapNeeNee
Ja
Openen van de TMCNee
Ja
Nee
Ja
Instellen van de FM/DAB wisselingNee
JaJaJa
RADIO REFERENTIE
Het kan voorkomen dat u de verwachte
functie niet kunt vinden. Gelieve dan, voordat
u de dienst opbelt, deze tabel te controleren