Vdo dayton CD 4403, CD 4203 User Manual [nl]

CD4203 CD4403
User manual
Mode d’emploi
Bedienungsanleitung
Gebruiksaanwijzing
Istruzioni d’uso
Instrucciones de manejo
Modo de emprego
Bruksanvisning
Käyttöohje
3139 166 10701.2 10/02 gm
www.vdodayton.com
MUTE Key
Mute the selected source
SAM MENU...
SOURCE Key
SOURCE MENU...
ANNOUNCE MENU...
ENTER Key in TUNER source
TUNER MENU...
TUNER INIT MENU...
Scan Time
Chimes set
Nav
Tuner
RDSmem Dyn
Band
Scan
SAM
Scan type
LW
Logic
TA Volume
Nav lvl
CD/Tape/MP3
Traffic
Start AST
Tuning
Search lvl
Auxiliary
Phone
SDVC type
CDC
News
Start Memo
Name
Tuner
Warn. LED
Phone lvl
Install
Auxiliary
SAM
PTY search
veSa in
Regional
Chimes lvl
Phone Vol.
Brightness
AF
Tuner Init
MW
ENTER Key in CD, MP3 or CDC source
CD MENU...
Intro scan
Random
Ł
CD name
SAM
Del name
Ł
Compress
Repeat
3
2
3456
8
1
11
910
1 - POWER 2 - REL 3 - + / ­4 -
5 - SOURCE
2
1
7
6 - DISPLAY 7 - ENTER 8 - SOUND 9 - COMPUTER 10 - MUTE 11 - ESC
1
3
2
3
SOUND Key
SOUND MENU...
udness
o
L
DSC Style
EQ Style
*
Bass
Treble
SOUND INIT MENU...
COMPUTER Key
CAR COMPUT MENU...
COMP. INIT MENU...
DISPLAY Key
Display infos
ANIMATION MENU...
Balance
Sound Reset
Leveller
Time
Dist. (unit)
Set Hour
Frost Warn.
Info line
Analyser 1
Fader
Loud Low
Subwoofer
Temperat.
Comp. Init
Set Minute
Spd Unity
Spd Calib.
*
Scrn Saver
Subwfr vol
Loud High
Auto EQ
Battery
SAM
Clock type
Speed Warn.
PDC
Trigger
Sound Init
Bass Freq.
*
Customize
Clock
Clock mode
Break Warn. Bat. Warn.
Reset
SAM
*
SAM
Treb Freq.
Speed (unit)
Temp. Unity
* For CD 4403 only
4
INLEIDING
ALVORENS TE STARTEN
Willen wij u danken voor de aanschaf van dit VDO­DAYTON product dat is ontworpen en gefabriceerd volgens de bestaande Veilig-heidsregels, conform aan de hoogste stan-daard en dat nauwkeurig is getest. Gelieve u vertrouwd te maken met het toestel door deze gebruikshandleiding zorgvuldig door te lezen. Gebruik het toestel voor het doel ervan en bewaar deze handleiding in uw voertuig voor het toekomstig raadplegen.
Milieu
Dit boekje is gedrukt met recycling papier met een laag chloorgehalte.
Het gebruik van de Navigatie Interface
Deze set is eenvoudig in het gebruik met enkele bedieningselementen en een duidelijk gestructureerd menu. 1- de menu's te verkrijgen met 6 toetsen (zie toetsen
en bijbehorende menu's op de voorpagina)
2- de functies te verkrijgen met de pijlen
in de menu's of submenu's.
3- een waarde voor de vooraf gekozen functie
te selecteren met de pijlen
4- het volume te vermeerderen/verminderen
met +/-.
5- de functie te verlaten of de keuze van de
gewijzigde waarde te bevestigen met ESC.
Door de eerste zes toetsen
of verschillende menu’s oproepen die beschreven
worden op de voor- en de achterpagina.
lang ingedrukt te houden, kunt u de
.
kort in te drukken
AFKORTINGEN
AF Alternative Frequency CDC Compact Disc Changer PDC Park Distance Control PTY Program Type RDS Radio Data System SAM Software Access Menu SDVC Speed Dependent Volume Control TA Traffic Announcement EQ Equalizer
90
INHOUD
Inleiding .......................................... 90
Alvorens te starten ................................... 90
Afkortingen..................................... 90
Inhoud ............................................. 90
Installatie......................................... 91
Voorbereiding........................................... 91
Aansluitingen ........................................... 91
Montage .......................................... 93
Metalen huls ............................................ 93
Autoradio ................................................. 93
Beveiliging ...................................... 95
Façade...................................................... 95
Waarschuwingen...................................... 95
Identificatienummer ................................. 95
Configuratie .................................... 95
Hoofdfuncties ................................. 96
SAM Menu ...................................... 97
Radio................................................ 99
RADIO MENU ........................................... 99
RADIO INITIALISATIE MENU .................... 101
CD/MP3 OF CDC ............................ 102
CD/MP3 Menu ....................................... 104
Audio ............................................. 105
GELUID MENU ........................................ 105
SOUND INIT MENU ................................. 107
Autocomputer............................... 109
AUTOCOMPUTER MENU ........................ 109
AUTOCOMPUTER INITIALISATIE .............. 110
Bericht ........................................... 112
Animatie ........................................ 112
Accessories .................................... 113
Instellen van waarden.................. 114
Oplossen van problemen ............. 117
Voldoet aan 21 CFR 1040.10
INSTALLATIE
Wanneer u voertuig voorzien is van volledige ISO aansluitingen, kunt u de autoradio direct installeren. Wanneer de aansluitingen van uw voertuig voldoen aan andere standaarden, moet u contact opnemen met uw dealer voor het verkrijgen van speciale adaptersnoeren (zie de afbeeldingen op de installatiekaart) en vervolg daarna zelf de installatie (zie VOORBEREIDING).
Nota : Verzeker u ervan dat de snoeren niet door scherpe hoeken of bewegende delen kunnen worden beschadigd.
VOORBEREIDING
Het toestel moet worden aangesloten op een 12V DC elektrisch systeem met een negatieve aardeklem (autochassis).
Waarschuwing: Een installatie die niet voldoet aan deze vereisten kan
!
resulteren in slecht functioneren, beschadiging of brand!
Om het risico te vermijden van een kortslui­ting tijdens de installatie, moet u de negatieve klem los schakelen van de accu tot de set veilig is geïnstalleerd en aangesloten. (zie Installatiekaart Afb 1).
AANSLUITINGEN Aansluiting A**
(zie Afb 2)
a-De voeding
1- Bruine draad A8: sluit aan op een aardepunt
op de autochassis.
2- Rode draad A7: sluit aan op een
permanente 12V voeding, hoofdvoeding voor de set. Verzeker u ervan dat deze aansluiting een stroom kan verdragen van 10A.
3- Geel/oranje draad A4: sluit aan op de
ingeschakelde 12V voeding van de starter
Opmerking : De logische functie ON/OFF (aan/ uit) is enkel beschikbaar wanneer de draad A7 (rood) aangesloten is op de permanente 12V­voeding.
b- Optionele aansluitingen
Elektronische of Gemotoriseerde Antenne
Sluit de voeding aan op pin A5 voor een elektronische antenne of op de controledraad voor het relais van een automatisch gemoto­riseerde antenne. Gebruik de bijgeleverde kleine aansluiting.
Nota 1 : Gebruik deze aansluiting niet voor een directe voeding naar de antennemotor.
Nota 2 : Gebruik een passieve antenne met een lange draad: sommige antennes kunnen ontvangstproblemen voor de golfband opleveren.
Controlelampje
Wanneer het voertuig grootlicht aan heeft, blijft het controlelampje van de toets branden zelfs wanneer de autoradio uitgezet is. Sluit pin A6 aan op de dashboardbedrading, met de hiervoor bijgeleverde kleine aansluiting.
SDVC en Snelheidsalarm
De SDVC (Volume Bediening Afhankelijk van de Snelheid) vermeerdert of vermindert automatisch het volume naar gelang de snelheid van het voertuig. Het snelheidslimiet alarm kan worden gebruikt om aan te geven dat u een bepaalde snelheid overschreden heeft. Sluit pin A1aan op een signaal van de snelheidsmeter (sommige voertuigen zijn hiervoor al aangepast: b.v. sommige VW en Vauxhall/Opel modellen). Gelieve hieromtrent contact op te nemen met uw dealer. Is dit niet het geval, gebruik dan een gedetailleerdere installatie die om extra uitrusting vraagt. Dit moet worden uitgevoerd door een mecanicien die ervaring heeft met mechanische en elektrische autosystemen. Zie, na het aansluiten, ‘Kalibreren van de snelheid’ onder CONFIGURATIE op pagina 95.
Nederlands
** Gelieve voor dit accessoire contact op te nemen met uw dealer.
91
Aansluiting B**
Deze aansluiting wordt gebruikt voor het aansluiten van de vier luidsprekers: links en rechts voorin en links en rechts achterin (zie Afb 3).
Waarschuwing: Sluit nooit een luidspreker aan op de aarde of
!
rechtstreeks op een booster/verster­ker of via een externe geleider (tenzij deze is uitgerust voor het ontvangen van een dergelijke input met een hoog niveau) !
De vier luidsprekers moeten als volgt worden aangesloten:
Voorin Achterin
Rechts(+) Grijze Blauwe
draad B3 draad B1
Rechts (-) Grijs/zwart Blauw/zwart
draad B4 draad B2
Links(+) Groene Witte
draad B5 draad B7
Links (-) Groen/zwart Wit/zwart
draad B6 draad B8
Aansluiting C
à Deze speciale aansluitingenset behoort tot de accessoires die apart worden verkocht (raad­pleeg uw dealer)
a- Gele Aansluiting C1
Snoeren gebruikt voor de uitgaande lijn (zie Afb 4). U kunt met behulp van een RCA snoer een versterker aansluiten met 2 of 4 aanvullende luidsprekers of een subwoofer voor deze set. 1- Gebruik het rode contact voor de
aansluiting van het rechter kanaal en het witte contact voor het linker kanaal.
2- Gebruik de blauwe draad (Pin 6) voor de
aansluiting van een zwakke versterker.
b- Groene Aansluiting C2
Snoeren gebruikt voor de Auto Computer bediening (Parkeer Afstand Controle, tempe­ratuur receptor, afstandbediening met draad) (zie Afb 5). U heeft een geschikte adapterkabel nodig (zie de lijst met accessoires op pagina 113).
** Gelieve voor dit accessoire contact op te nemen met uw dealer.
92
Temperatuur Receptor
U kunt een temperatuur receptor aansluiten op de Pin 1 die u automatisch een zichtbaar en hoorbaar signaal geeft wanneer de buitentemperatuur onder de 3°C. Gebruik het autocomputermenu om deze functie in/ uit te schakelen.
Waarschuwing: De temperatuur receptor is alleen een hulpmiddel
!
en kan niet worden gebruikt voor het bepalen van nauwkeurige wegcon-dities. U bent volledig aansprakelijk voor de beslissing of het verant-woord is om door te rijden.
PDC
Gebruik Pin 10 (ingang) en Pin 12 (uitgang) om de Parking Distance Controller van de auto aan te sluiten. Wanneer de PDC geïnstalleerd is, geeft deze een zichtbare en hoorbare waarschuwing wanneer de auto achteruit rijdt en in de buurt komt van een obstakel.
Afstand Bediening met draad
Gebruik de Pinnen 8 & 9 voor de aansluiting van de afstandbediening accessoires.
c- Blauwe Aansluiting C3
Snoer gebruikt voor beschikbare aparte CD wisselaar (zie Afb 6).
Nota : de set functioneert alleen met de CD wisselaar met een digitale output (zie CD wisselaar installatie).
Aansluiting D
à Deze speciale aansluitingenset behoort tot de accessoires die apart worden verkocht (zie uw dealer)
a- Aansluiting D1
Via deze aansluiting kunt u een handsfree-kit voor de telefoon (los verkrijgbaar) aansluiten (fig. 7). Hiermee kan de batterij van uw mobiele telefoon opgeladen worden en kan het geluid van de mobiele telefoon via de luidsprekers van
de auto weergegeven worden. Neem contact op met uw dealer voor meer informatie over dit accessoire.
Telefooningang
Als u uw eigen carkit gebruikt dan heeft u een geschikte adapterkabel nodig (zie de lijst met accessoires op pagina 113).
Geluid uit bij telefoon
Gebruik deze ingang (pin 15) of gebruik de roze draad TEL_MUTE om het ‘mute’-signaal van uw telefoon aan te sluiten.
Opmerking : Voor u de telefoon gebruikt, moet u het telefoonsysteem instellen en het gewenste detectieniveau configureren in het SAM-menu
b- Aansluiting D2
Deze aansluiting wordt gebruikt voor het aansluiten van de audio-interface voor externe apparaten zoals een navigatiesysteem en een subwoofer (fig. 8). U heeft hiervoor een geschikte adapterkabel nodig (zie de lijst met accessoires op pagina 113).
Subwoofer/ versterker-uitgang
Gebruik deze interfaces (Pinnen 22 & 23) om een subwoofer/ versterker aan te sluiten. Sluit de blauwe draad (A5) aan op ‘Amplifier Remote on/off’.
Opmerking : Voor u de subwoofer gebruikt, moet u deze inschakelen (ON) en de lagefrequentiedrempel kiezen in het menu Sound Init (geluidsinstellingen) en het volume van de subwoofer instellen in het menu Sound (geluid).
Audio-ingangen
Gebruik deze ingangen (Pinnen 24, 27 & 28) om extra audioapparatuur aan te sluiten.
Geluid uit bij navigatie
Gebruik deze ingang (pin 26) om het ‘mute’­signaal van uw navigatiesysteem aan te sluiten.
Opmerking : Voor u uw navigatiesysteem gebruikt, moet u het navigatiesysteem instellen en het gewenste detectieniveau configureren in het SAM-menu.
MONTAGE
METALEN HULS
1- Steek de metalen huls in de opening (182
x 53 mm) van het autodashboard of het bedie-ningpaneel (zie Afb 11). Zie installatiekaart.
Voor de CD speler van hoge kwaliteit moet de metalen huls binnen de aangegeven grenzen worden geplaatst: in een hoek van 0° tot +30°.
2- Zet de huls vast door de metalen pennen
naar buiten te buigen met een schroevendraaier (zie Afb 11).
AUTORADIO Aansluiting van de radio
(Zie Afb 9 en Afb 10) 1- Controleer dat de accu is los geschakeld. 2- Steek de antenne aansluiting E in het
antennecontact (een goede ontvangst is alleen mogelijk met een goede antenne): gebruik de antenne aanpassing wanneer dit nodig is. Gebruik de J haak achter op de set om het vastzetten te verzekeren.
3- Steek de aansluiting voor de voeding in het
contact A7.
4- Steek de aansluitingen van de luidsprekers
in contact B (B1 tot B8).
· (optie) Neem de beschermingslaag weg van het contact C.
· (optie) Steek de gele aansluiting in contact C1.
· (optie) Steek de blauwe aansluiting voor de CDC in het contact C3.
· (optie) Steek de groene aansluiting in het contact C2. De groen aansluiting past tussen de gele aansluiting C1 en de blauwe aansluiting C3. U heeft minstens een van deze aansluitingen nodig om C2 op zijn plaats te houden.
Montage van een DIN radio
(Zie Afb 12) 1- Schuif de radio in de metalen huls tot de
veren aan beide kanten in de openingen springen.
93
Nederlands
2- Sluit de negatieve klemmen weer op de
accu aan (zie Afb 15): de installatie is nu gereed.
Nota : De buffermontage, direct gemonteerd op de achterkant zorgt voor een veiligheidspositie.
Montage van een JIN radio**
(Zie Afb 13) 1- Neem de façade van uw radio weg. 2- Breng uw radio via de achterkant van het
dashboard naar binnen tot de haken aan beide kanten in de schroefgaten passen.
3- Schroef beide kanten van uw autoradio vast
met de M5 x 6 mm schroeven. 4- Monteer de façade. 5- Sluit de negatieve klem van de accu weer
aan (zie Afb 15): de installatie is nu gereed.
Het wegnemen van de radio
(zie Afb 14) U kunt de radio ontsluiten met de twee hiervoor bestemde U haken links en rechts. 1- Controleer dat de accu is los geschakeld. 2- Neem de façade weg. 3- Breng elke U haak in de goede stand in de
bijbehorende zijkantcontacten tot deze
vastzitten. 4- Neem de radio uit de metalen huls.
Waarschuwing: Ga voorzichtig te werk met de aansluitingen bij de
!
montage van de radio of bij het eruit nemen, om schade te voorkomen.
Nota 2 : Wanneer u deze procedure niet navolgt, riskeert u de set te beschadigen hetgeen de garantie opheft.
Het opheffen van interferentie
De meeste moderne auto's bezitten een efficiënte interferentie opheffing. Wanneer u interferentie tegenkomt, raadpleeg dan uw garage.
Gebruik van afstandbediening**
U kunt twee typen infrarood gebruiken als accessoire voor een afstandbediening van uw set: 1- Credit Card Formaat. 2- Stuur.
Installatie van een subwoofer
U kunt een subwoofer installeren als een hoofdelement van uw geluidsreproductie systeem. Met een externe versterker:
a/ Sluit de subwoofer luidspreker op een externe versterker aan en dan op D2 (Pin 23: subwoofer output).
b/ Selecteer een lage frequentiedrempel in het Sound Init Menu: 40 of 80 Hz.
Nota 1 : Voordat u de subwoofer gebruikt, kunt u het volume bijstellen in het Sound Menu.
Het vervangen van een zekering
1- Neem de zekering F weg van de
contactdoos achter de radio. 2- Vervang deze door een nieuwe 10A
zekering van het blad type.
Nota 1 : De nieuwe zekering moet dezelfde waarde bezitten en van hetzelfde type zijn, anders wordt de set niet voldoende beschermd.
** Gelieve voor dit accessoire contact op te nemen met uw dealer.
94
BEVEILIGING
FAÇADE Het wegnemen van de façade
1- Druk op de RELEASE toets. 2- Trek de façade naar u toe. 3- Neem de mobiele façade met u mee
wanneer u de auto verlaat. 4- Bewaar de façade in de bijbehorende
beschermingshoes.
Het terugplaatsen van de façade
1- Steek de totale rechterkant van de façade
in de aansluiting van de set. 2- Duw de linkerkant van de façade op zijn
plaats tot deze in de goede positie springt.
Nota 1 : Wanneer u een waarschuwings­signaal hoort, is de façade niet goed geplaatst.
Nota 2 : Om een goede aansluiting tussen de set en de mobiele eenheid te verzekeren, is het aan te bevelen de aansluitingen van tijd tot tijd voorzichtig te reinigen met een wattenstaafje.
WAARSCHUWINGEN Waarschuwingsled
Wanneer het instrument is uitgezet en de façade is weggenomen, knippert de Waars­chuwingsled. U kunt de Waarschuwingsled uitzetten (zie Hoofdmenu, Waarschuwingsled functie).
IDENTIFICATIENUMMER
De set bezit een uniek identificatienummer afgebeeld op de veiligheidskaart (zie gescheiden installatiekaart).
Waarschuwing: Laat u veiligheids­kaart niet achter in uw auto. Het
!
is uw eigendomsbewijs wanneer de set wordt gestolen, wanneer de façade is verloren of wanneer de set een servicedienst nodig heeft.
CONFIGURATIE
Kalibreren van de snelheid
Gebruik deze functie om de snelheidswaarde handmatig te kalibreren overeenkomstig de huidige snelheid van uw auto. 1- Start de motor van uw auto met de
contactsleutel. 2- Zet de autoradio aan. 3- Houd, met een stationair draaiende motor,
de toets COMPUTER lang ingedrukt. 4- Kies SPD CALIB. met de toetsen 5- Druk op ENTER om het kalibreren te starten:
in het display verschijnt ‘DRIVE 0 km/h’. 6- Controleer of de motor nog steeds
stationair draait en druk nogmaals op
ENTER : in het display verschijnt ‘DRIVE
50km/h’. 7- Ga nu rijden tot een snelheid van 50 km
per uur (30mph). 8- Zodra u 50 km per uur (30mph) bereikt
heeft, drukt u op ENTER om de snelheid te
bevestigen.
Waarschuwing : Houd u zich
!
aan de lokale verkeersregels.
9- Er volgt een bericht om u te laten weten of
het kalibreren gelukt of mislukt is: de
waarde voor het SDVC-niveau is op 3
ingesteld (zie het menu Sound).
Opmerking : Als u het kalibreren wilt onderbreken voor de snelheid bereikt is, druk dan op ESC.
.
Nederlands
95
Loading...
+ 23 hidden pages