Willen wij u danken voor de aanschaf van dit VDODAYTON product dat is ontworpen en gefabriceerd
volgens de bestaande Veilig-heidsregels, conform aan
de hoogste stan-daard en dat nauwkeurig is getest.
Gelieve u vertrouwd te maken met het toestel door
deze gebruikshandleiding zorgvuldig door te lezen.
Gebruik het toestel voor het doel ervan en
bewaar deze handleiding in uw voertuig voor
het toekomstig raadplegen.
Milieu
Dit boekje is gedrukt met recycling papier met
een laag chloorgehalte.
Het gebruik van de Navigatie Interface
Deze set is eenvoudig in het gebruik met enkele
bedieningselementen en een duidelijk
gestructureerd menu.
1- de menu's te verkrijgen met 6 toetsen (zie toetsen
en bijbehorende menu's op de voorpagina)
2- de functies te verkrijgen met de pijlen
in de menu's of submenu's.
3- een waarde voor de vooraf gekozen functie
te selecteren met de pijlen
4- het volume te vermeerderen/verminderen
met +/-.
5- de functie te verlaten of de keuze van de
gewijzigde waarde te bevestigen met ESC.
Door de eerste zes toetsen
of
verschillende menu’s oproepen die beschreven
worden op de voor- en de achterpagina.
lang ingedrukt te houden, kunt u de
.
kort in te drukken
AFKORTINGEN
AFAlternative Frequency
CDCCompact Disc Changer
PDCPark Distance Control
PTYProgram Type
RDSRadio Data System
SAM Software Access Menu
SDVC Speed Dependent Volume Control
TATraffic Announcement
EQEqualizer
Wanneer u voertuig voorzien is van volledige
ISO aansluitingen, kunt u de autoradio direct
installeren.
Wanneer de aansluitingen van uw voertuig
voldoen aan andere standaarden, moet u
contact opnemen met uw dealer voor het
verkrijgen van speciale adaptersnoeren (zie de
afbeeldingen op de installatiekaart) en vervolg
daarna zelf de installatie (zie VOORBEREIDING).
Nota : Verzeker u ervan dat de snoeren niet
door scherpe hoeken of bewegende delen
kunnen worden beschadigd.
VOORBEREIDING
Het toestel moet worden aangesloten op een
12V DC elektrisch systeem met een negatieve
aardeklem (autochassis).
Waarschuwing: Een installatie die
niet voldoet aan deze vereisten kan
!
resulteren in slecht functioneren,
beschadiging of brand!
Om het risico te vermijden van een kortsluiting tijdens de installatie, moet u de negatieve
klem los schakelen van de accu tot de set veilig
is geïnstalleerd en aangesloten.
(zie Installatiekaart Afb 1).
AANSLUITINGEN
Aansluiting A**
(zie Afb 2)
a-De voeding
1- Bruine draad A8: sluit aan op een aardepunt
op de autochassis.
2- Rode draad A7: sluit aan op een
permanente 12V voeding, hoofdvoeding
voor de set. Verzeker u ervan dat deze
aansluiting een stroom kan verdragen van
10A.
3- Geel/oranje draad A4: sluit aan op de
ingeschakelde 12V voeding van de starter
Opmerking : De logische functie ON/OFF (aan/
uit) is enkel beschikbaar wanneer de draad A7
(rood) aangesloten is op de permanente 12Vvoeding.
b- Optionele aansluitingen
Elektronische of Gemotoriseerde
Antenne
Sluit de voeding aan op pin A5 voor een
elektronische antenne of op de controledraad
voor het relais van een automatisch gemotoriseerde antenne. Gebruik de bijgeleverde
kleine aansluiting.
Nota 1 : Gebruik deze aansluiting niet voor
een directe voeding naar de antennemotor.
Nota 2 : Gebruik een passieve antenne met
een lange draad: sommige antennes kunnen
ontvangstproblemen voor de golfband
opleveren.
Controlelampje
Wanneer het voertuig grootlicht aan heeft, blijft
het controlelampje van de toets branden zelfs
wanneer de autoradio uitgezet is.
Sluit pin A6 aan op de dashboardbedrading,
met de hiervoor bijgeleverde kleine aansluiting.
SDVC en Snelheidsalarm
De SDVC (Volume Bediening Afhankelijk van de
Snelheid) vermeerdert of vermindert automatisch
het volume naar gelang de snelheid van het
voertuig. Het snelheidslimiet alarm kan worden
gebruikt om aan te geven dat u een bepaalde
snelheid overschreden heeft.
Sluit pin A1aan op een signaal van de
snelheidsmeter (sommige voertuigen zijn
hiervoor al aangepast: b.v. sommige VW en
Vauxhall/Opel modellen). Gelieve hieromtrent
contact op te nemen met uw dealer.
Is dit niet het geval, gebruik dan een
gedetailleerdere installatie die om extra uitrusting
vraagt. Dit moet worden uitgevoerd door een
mecanicien die ervaring heeft met mechanische
en elektrische autosystemen. Zie, na het
aansluiten, ‘Kalibreren van de snelheid’ onder
CONFIGURATIE op pagina 95.
Nederlands
** Gelieve voor dit accessoire contact op te nemen met uw dealer.
91
Aansluiting B**
Deze aansluiting wordt gebruikt voor het
aansluiten van de vier luidsprekers: links en rechts
voorin en links en rechts achterin (zie Afb 3).
Waarschuwing: Sluit nooit een
luidspreker aan op de aarde of
!
rechtstreeks op een booster/versterker of via een externe geleider
(tenzij deze is uitgerust voor het
ontvangen van een dergelijke input
met een hoog niveau) !
De vier luidsprekers moeten als volgt worden
aangesloten:
VoorinAchterin
Rechts(+) GrijzeBlauwe
draad B3draad B1
Rechts (-) Grijs/zwartBlauw/zwart
draad B4draad B2
Links(+)GroeneWitte
draad B5draad B7
Links (-)Groen/zwartWit/zwart
draad B6draad B8
Aansluiting C
à Deze speciale aansluitingenset
behoort tot de accessoires die
apart worden verkocht (raadpleeg uw dealer)
a- Gele Aansluiting C1
Snoeren gebruikt voor de uitgaande lijn (zie Afb 4).
U kunt met behulp van een RCA snoer een
versterker aansluiten met 2 of 4 aanvullende
luidsprekers of een subwoofer voor deze set.
1- Gebruik het rode contact voor de
aansluiting van het rechter kanaal en het
witte contact voor het linker kanaal.
2- Gebruik de blauwe draad (Pin 6) voor de
aansluiting van een zwakke versterker.
b- Groene Aansluiting C2
Snoeren gebruikt voor de Auto Computer
bediening (Parkeer Afstand Controle, temperatuur receptor, afstandbediening met draad) (zie
Afb 5). U heeft een geschikte adapterkabel nodig
(zie de lijst met accessoires op pagina 113).
** Gelieve voor dit accessoire contact op te nemen met uw dealer.
92
Temperatuur Receptor
U kunt een temperatuur receptor aansluiten op
de Pin 1 die u automatisch een zichtbaar en
hoorbaar signaal geeft wanneer de
buitentemperatuur onder de 3°C. Gebruik het
autocomputermenu om deze functie in/ uit te
schakelen.
Waarschuwing: De temperatuur
receptor is alleen een hulpmiddel
!
en kan niet worden gebruikt voor
het bepalen van nauwkeurige
wegcon-dities. U bent volledig
aansprakelijk voor de beslissing
of het verant-woord is om door
te rijden.
PDC
Gebruik Pin 10 (ingang) en Pin 12 (uitgang) om
de Parking Distance Controller van de auto aan
te sluiten. Wanneer de PDC geïnstalleerd is,
geeft deze een zichtbare en hoorbare
waarschuwing wanneer de auto achteruit rijdt
en in de buurt komt van een obstakel.
Afstand Bediening met draad
Gebruik de Pinnen 8 & 9 voor de aansluiting
van de afstandbediening accessoires.
c- Blauwe Aansluiting C3
Snoer gebruikt voor beschikbare aparte CD
wisselaar (zie Afb 6).
Nota : de set functioneert alleen met de CD
wisselaar met een digitale output (zie CD
wisselaar installatie).
Aansluiting D
à Deze speciale aansluitingenset
behoort tot de accessoires die
apart worden verkocht (zie uw
dealer)
a- Aansluiting D1
Via deze aansluiting kunt u een handsfree-kit
voor de telefoon (los verkrijgbaar) aansluiten
(fig. 7). Hiermee kan de batterij van uw mobiele
telefoon opgeladen worden en kan het geluid
van de mobiele telefoon via de luidsprekers van
de auto weergegeven worden. Neem contact
op met uw dealer voor meer informatie over
dit accessoire.
Telefooningang
Als u uw eigen carkit gebruikt dan heeft u een
geschikte adapterkabel nodig (zie de lijst met
accessoires op pagina 113).
Geluid uit bij telefoon
Gebruik deze ingang (pin 15) of gebruik de roze
draad TEL_MUTE om het ‘mute’-signaal van uw
telefoon aan te sluiten.
Opmerking : Voor u de telefoon gebruikt,
moet u het telefoonsysteem instellen en het
gewenste detectieniveau configureren in het
SAM-menu
b- Aansluiting D2
Deze aansluiting wordt gebruikt voor het
aansluiten van de audio-interface voor externe
apparaten zoals een navigatiesysteem en een
subwoofer (fig. 8). U heeft hiervoor een
geschikte adapterkabel nodig (zie de lijst met
accessoires op pagina 113).
Subwoofer/ versterker-uitgang
Gebruik deze interfaces (Pinnen 22 & 23) om
een subwoofer/ versterker aan te sluiten.
Sluit de blauwe draad (A5) aan op ‘Amplifier
Remote on/off’.
Opmerking : Voor u de subwoofer gebruikt,
moet u deze inschakelen (ON) en de
lagefrequentiedrempel kiezen in het menu
Sound Init (geluidsinstellingen) en het volume
van de subwoofer instellen in het menu Sound
(geluid).
Audio-ingangen
Gebruik deze ingangen (Pinnen 24, 27 & 28)
om extra audioapparatuur aan te sluiten.
Geluid uit bij navigatie
Gebruik deze ingang (pin 26) om het ‘mute’signaal van uw navigatiesysteem aan te sluiten.
Opmerking : Voor u uw navigatiesysteem
gebruikt, moet u het navigatiesysteem instellen
en het gewenste detectieniveau configureren
in het SAM-menu.
MONTAGE
METALEN HULS
1- Steek de metalen huls in de opening (182
x 53 mm) van het autodashboard of het
bedie-ningpaneel (zie Afb 11). Zie
installatiekaart.
Voor de CD speler van hoge kwaliteit moet
de metalen huls binnen de aangegeven
grenzen worden geplaatst: in een hoek van
0° tot +30°.
2- Zet de huls vast door de metalen pennen
naar buiten te buigen met een
schroevendraaier (zie Afb 11).
AUTORADIO
Aansluiting van de radio
(Zie Afb 9 en Afb 10)
1- Controleer dat de accu is los geschakeld.
2- Steek de antenne aansluiting E in het
antennecontact (een goede ontvangst is
alleen mogelijk met een goede antenne):
gebruik de antenne aanpassing wanneer dit
nodig is. Gebruik de J haak achter op de
set om het vastzetten te verzekeren.
3- Steek de aansluiting voor de voeding in het
contact A7.
4- Steek de aansluitingen van de luidsprekers
in contact B (B1 tot B8).
· (optie) Neem de beschermingslaag weg
van het contact C.
· (optie) Steek de gele aansluiting in contact
C1.
· (optie) Steek de blauwe aansluiting voor
de CDC in het contact C3.
· (optie) Steek de groene aansluiting in het
contact C2. De groen aansluiting past
tussen de gele aansluiting C1 en de blauwe
aansluiting C3. U heeft minstens een van
deze aansluitingen nodig om C2 op zijn
plaats te houden.
Montage van een DIN radio
(Zie Afb 12)
1- Schuif de radio in de metalen huls tot de
veren aan beide kanten in de openingen
springen.
93
Nederlands
2- Sluit de negatieve klemmen weer op de
accu aan (zie Afb 15): de installatie is nu
gereed.
Nota : De buffermontage, direct gemonteerd
op de achterkant zorgt voor een
veiligheidspositie.
Montage van een JIN radio**
(Zie Afb 13)
1- Neem de façade van uw radio weg.
2- Breng uw radio via de achterkant van het
dashboard naar binnen tot de haken aan
beide kanten in de schroefgaten passen.
3- Schroef beide kanten van uw autoradio vast
met de M5 x 6 mm schroeven.
4- Monteer de façade.
5- Sluit de negatieve klem van de accu weer
aan (zie Afb 15): de installatie is nu gereed.
Het wegnemen van de radio
(zie Afb 14)
U kunt de radio ontsluiten met de twee hiervoor
bestemde U haken links en rechts.
1- Controleer dat de accu is los geschakeld.
2- Neem de façade weg.
3- Breng elke U haak in de goede stand in de
bijbehorende zijkantcontacten tot deze
vastzitten.
4- Neem de radio uit de metalen huls.
Waarschuwing: Ga voorzichtig te
werk met de aansluitingen bij de
!
montage van de radio of bij het
eruit nemen, om schade te
voorkomen.
Nota 2 : Wanneer u deze procedure niet
navolgt, riskeert u de set te beschadigen
hetgeen de garantie opheft.
Het opheffen van interferentie
De meeste moderne auto's bezitten een
efficiënte interferentie opheffing. Wanneer u
interferentie tegenkomt, raadpleeg dan uw
garage.
Gebruik van afstandbediening**
U kunt twee typen infrarood gebruiken als
accessoire voor een afstandbediening van uw
set:
1- Credit Card Formaat.
2- Stuur.
Installatie van een subwoofer
U kunt een subwoofer installeren als een
hoofdelement van uw geluidsreproductie
systeem.
Met een externe versterker:
a/ Sluit de subwoofer luidspreker op een
externe versterker aan en dan op D2 (Pin
23: subwoofer output).
b/ Selecteer een lage frequentiedrempel in
het Sound Init Menu: 40 of 80 Hz.
Nota 1 : Voordat u de subwoofer gebruikt, kunt
u het volume bijstellen in het Sound Menu.
Het vervangen van een zekering
1- Neem de zekering F weg van de
contactdoos achter de radio.
2- Vervang deze door een nieuwe 10A
zekering van het blad type.
Nota 1 : De nieuwe zekering moet dezelfde
waarde bezitten en van hetzelfde type zijn,
anders wordt de set niet voldoende beschermd.
** Gelieve voor dit accessoire contact op te nemen met uw dealer.
94
BEVEILIGING
FAÇADE
Het wegnemen van de façade
1- Druk op de RELEASE toets.
2- Trek de façade naar u toe.
3- Neem de mobiele façade met u mee
wanneer u de auto verlaat.
4- Bewaar de façade in de bijbehorende
beschermingshoes.
Het terugplaatsen van de façade
1- Steek de totale rechterkant van de façade
in de aansluiting van de set.
2- Duw de linkerkant van de façade op zijn
plaats tot deze in de goede positie springt.
Nota 1 : Wanneer u een waarschuwingssignaal hoort, is de façade niet goed geplaatst.
Nota 2 : Om een goede aansluiting tussen de
set en de mobiele eenheid te verzekeren, is het
aan te bevelen de aansluitingen van tijd tot tijd
voorzichtig te reinigen met een wattenstaafje.
WAARSCHUWINGEN
Waarschuwingsled
Wanneer het instrument is uitgezet en de
façade is weggenomen, knippert de Waarschuwingsled.
U kunt de Waarschuwingsled uitzetten (zie
Hoofdmenu, Waarschuwingsled functie).
IDENTIFICATIENUMMER
De set bezit een uniek identificatienummer
afgebeeld op de veiligheidskaart (zie
gescheiden installatiekaart).
Waarschuwing: Laat u veiligheidskaart niet achter in uw auto. Het
!
is uw eigendomsbewijs wanneer
de set wordt gestolen, wanneer de
façade is verloren of wanneer de
set een servicedienst nodig heeft.
CONFIGURATIE
Kalibreren van de snelheid
Gebruik deze functie om de snelheidswaarde
handmatig te kalibreren overeenkomstig de
huidige snelheid van uw auto.
1- Start de motor van uw auto met de
contactsleutel.
2- Zet de autoradio aan.
3- Houd, met een stationair draaiende motor,
de toets COMPUTER lang ingedrukt.
4- Kies SPD CALIB. met de toetsen
5- Druk op ENTER om het kalibreren te starten:
in het display verschijnt ‘DRIVE 0 km/h’.
6- Controleer of de motor nog steeds
stationair draait en druk nogmaals op
ENTER : in het display verschijnt ‘DRIVE
50km/h’.
7- Ga nu rijden tot een snelheid van 50 km
per uur (30mph).
8- Zodra u 50 km per uur (30mph) bereikt
heeft, drukt u op ENTER om de snelheid te
bevestigen.
Waarschuwing : Houd u zich
!
aan de lokale verkeersregels.
9- Er volgt een bericht om u te laten weten of
het kalibreren gelukt of mislukt is: de
waarde voor het SDVC-niveau is op 3
ingesteld (zie het menu Sound).
Opmerking : Als u het kalibreren wilt
onderbreken voor de snelheid bereikt is, druk
dan op ESC.
.
Nederlands
95
Loading...
+ 23 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.