Vdo dayton CD 4403, CD 4203 User Manual [nl]

CD4203 CD4403
User manual
Mode d’emploi
Bedienungsanleitung
Gebruiksaanwijzing
Istruzioni d’uso
Instrucciones de manejo
Modo de emprego
Bruksanvisning
Käyttöohje
3139 166 10701.2 10/02 gm
www.vdodayton.com
MUTE Key
Mute the selected source
SAM MENU...
SOURCE Key
SOURCE MENU...
ANNOUNCE MENU...
ENTER Key in TUNER source
TUNER MENU...
TUNER INIT MENU...
Scan Time
Chimes set
Nav
Tuner
RDSmem Dyn
Band
Scan
SAM
Scan type
LW
Logic
TA Volume
Nav lvl
CD/Tape/MP3
Traffic
Start AST
Tuning
Search lvl
Auxiliary
Phone
SDVC type
CDC
News
Start Memo
Name
Tuner
Warn. LED
Phone lvl
Install
Auxiliary
SAM
PTY search
veSa in
Regional
Chimes lvl
Phone Vol.
Brightness
AF
Tuner Init
MW
ENTER Key in CD, MP3 or CDC source
CD MENU...
Intro scan
Random
Ł
CD name
SAM
Del name
Ł
Compress
Repeat
3
2
3456
8
1
11
910
1 - POWER 2 - REL 3 - + / ­4 -
5 - SOURCE
2
1
7
6 - DISPLAY 7 - ENTER 8 - SOUND 9 - COMPUTER 10 - MUTE 11 - ESC
1
3
2
3
SOUND Key
SOUND MENU...
udness
o
L
DSC Style
EQ Style
*
Bass
Treble
SOUND INIT MENU...
COMPUTER Key
CAR COMPUT MENU...
COMP. INIT MENU...
DISPLAY Key
Display infos
ANIMATION MENU...
Balance
Sound Reset
Leveller
Time
Dist. (unit)
Set Hour
Frost Warn.
Info line
Analyser 1
Fader
Loud Low
Subwoofer
Temperat.
Comp. Init
Set Minute
Spd Unity
Spd Calib.
*
Scrn Saver
Subwfr vol
Loud High
Auto EQ
Battery
SAM
Clock type
Speed Warn.
PDC
Trigger
Sound Init
Bass Freq.
*
Customize
Clock
Clock mode
Break Warn. Bat. Warn.
Reset
SAM
*
SAM
Treb Freq.
Speed (unit)
Temp. Unity
* For CD 4403 only
4
INLEIDING
ALVORENS TE STARTEN
Willen wij u danken voor de aanschaf van dit VDO­DAYTON product dat is ontworpen en gefabriceerd volgens de bestaande Veilig-heidsregels, conform aan de hoogste stan-daard en dat nauwkeurig is getest. Gelieve u vertrouwd te maken met het toestel door deze gebruikshandleiding zorgvuldig door te lezen. Gebruik het toestel voor het doel ervan en bewaar deze handleiding in uw voertuig voor het toekomstig raadplegen.
Milieu
Dit boekje is gedrukt met recycling papier met een laag chloorgehalte.
Het gebruik van de Navigatie Interface
Deze set is eenvoudig in het gebruik met enkele bedieningselementen en een duidelijk gestructureerd menu. 1- de menu's te verkrijgen met 6 toetsen (zie toetsen
en bijbehorende menu's op de voorpagina)
2- de functies te verkrijgen met de pijlen
in de menu's of submenu's.
3- een waarde voor de vooraf gekozen functie
te selecteren met de pijlen
4- het volume te vermeerderen/verminderen
met +/-.
5- de functie te verlaten of de keuze van de
gewijzigde waarde te bevestigen met ESC.
Door de eerste zes toetsen
of verschillende menu’s oproepen die beschreven
worden op de voor- en de achterpagina.
lang ingedrukt te houden, kunt u de
.
kort in te drukken
AFKORTINGEN
AF Alternative Frequency CDC Compact Disc Changer PDC Park Distance Control PTY Program Type RDS Radio Data System SAM Software Access Menu SDVC Speed Dependent Volume Control TA Traffic Announcement EQ Equalizer
90
INHOUD
Inleiding .......................................... 90
Alvorens te starten ................................... 90
Afkortingen..................................... 90
Inhoud ............................................. 90
Installatie......................................... 91
Voorbereiding........................................... 91
Aansluitingen ........................................... 91
Montage .......................................... 93
Metalen huls ............................................ 93
Autoradio ................................................. 93
Beveiliging ...................................... 95
Façade...................................................... 95
Waarschuwingen...................................... 95
Identificatienummer ................................. 95
Configuratie .................................... 95
Hoofdfuncties ................................. 96
SAM Menu ...................................... 97
Radio................................................ 99
RADIO MENU ........................................... 99
RADIO INITIALISATIE MENU .................... 101
CD/MP3 OF CDC ............................ 102
CD/MP3 Menu ....................................... 104
Audio ............................................. 105
GELUID MENU ........................................ 105
SOUND INIT MENU ................................. 107
Autocomputer............................... 109
AUTOCOMPUTER MENU ........................ 109
AUTOCOMPUTER INITIALISATIE .............. 110
Bericht ........................................... 112
Animatie ........................................ 112
Accessories .................................... 113
Instellen van waarden.................. 114
Oplossen van problemen ............. 117
Voldoet aan 21 CFR 1040.10
INSTALLATIE
Wanneer u voertuig voorzien is van volledige ISO aansluitingen, kunt u de autoradio direct installeren. Wanneer de aansluitingen van uw voertuig voldoen aan andere standaarden, moet u contact opnemen met uw dealer voor het verkrijgen van speciale adaptersnoeren (zie de afbeeldingen op de installatiekaart) en vervolg daarna zelf de installatie (zie VOORBEREIDING).
Nota : Verzeker u ervan dat de snoeren niet door scherpe hoeken of bewegende delen kunnen worden beschadigd.
VOORBEREIDING
Het toestel moet worden aangesloten op een 12V DC elektrisch systeem met een negatieve aardeklem (autochassis).
Waarschuwing: Een installatie die niet voldoet aan deze vereisten kan
!
resulteren in slecht functioneren, beschadiging of brand!
Om het risico te vermijden van een kortslui­ting tijdens de installatie, moet u de negatieve klem los schakelen van de accu tot de set veilig is geïnstalleerd en aangesloten. (zie Installatiekaart Afb 1).
AANSLUITINGEN Aansluiting A**
(zie Afb 2)
a-De voeding
1- Bruine draad A8: sluit aan op een aardepunt
op de autochassis.
2- Rode draad A7: sluit aan op een
permanente 12V voeding, hoofdvoeding voor de set. Verzeker u ervan dat deze aansluiting een stroom kan verdragen van 10A.
3- Geel/oranje draad A4: sluit aan op de
ingeschakelde 12V voeding van de starter
Opmerking : De logische functie ON/OFF (aan/ uit) is enkel beschikbaar wanneer de draad A7 (rood) aangesloten is op de permanente 12V­voeding.
b- Optionele aansluitingen
Elektronische of Gemotoriseerde Antenne
Sluit de voeding aan op pin A5 voor een elektronische antenne of op de controledraad voor het relais van een automatisch gemoto­riseerde antenne. Gebruik de bijgeleverde kleine aansluiting.
Nota 1 : Gebruik deze aansluiting niet voor een directe voeding naar de antennemotor.
Nota 2 : Gebruik een passieve antenne met een lange draad: sommige antennes kunnen ontvangstproblemen voor de golfband opleveren.
Controlelampje
Wanneer het voertuig grootlicht aan heeft, blijft het controlelampje van de toets branden zelfs wanneer de autoradio uitgezet is. Sluit pin A6 aan op de dashboardbedrading, met de hiervoor bijgeleverde kleine aansluiting.
SDVC en Snelheidsalarm
De SDVC (Volume Bediening Afhankelijk van de Snelheid) vermeerdert of vermindert automatisch het volume naar gelang de snelheid van het voertuig. Het snelheidslimiet alarm kan worden gebruikt om aan te geven dat u een bepaalde snelheid overschreden heeft. Sluit pin A1aan op een signaal van de snelheidsmeter (sommige voertuigen zijn hiervoor al aangepast: b.v. sommige VW en Vauxhall/Opel modellen). Gelieve hieromtrent contact op te nemen met uw dealer. Is dit niet het geval, gebruik dan een gedetailleerdere installatie die om extra uitrusting vraagt. Dit moet worden uitgevoerd door een mecanicien die ervaring heeft met mechanische en elektrische autosystemen. Zie, na het aansluiten, ‘Kalibreren van de snelheid’ onder CONFIGURATIE op pagina 95.
Nederlands
** Gelieve voor dit accessoire contact op te nemen met uw dealer.
91
Aansluiting B**
Deze aansluiting wordt gebruikt voor het aansluiten van de vier luidsprekers: links en rechts voorin en links en rechts achterin (zie Afb 3).
Waarschuwing: Sluit nooit een luidspreker aan op de aarde of
!
rechtstreeks op een booster/verster­ker of via een externe geleider (tenzij deze is uitgerust voor het ontvangen van een dergelijke input met een hoog niveau) !
De vier luidsprekers moeten als volgt worden aangesloten:
Voorin Achterin
Rechts(+) Grijze Blauwe
draad B3 draad B1
Rechts (-) Grijs/zwart Blauw/zwart
draad B4 draad B2
Links(+) Groene Witte
draad B5 draad B7
Links (-) Groen/zwart Wit/zwart
draad B6 draad B8
Aansluiting C
à Deze speciale aansluitingenset behoort tot de accessoires die apart worden verkocht (raad­pleeg uw dealer)
a- Gele Aansluiting C1
Snoeren gebruikt voor de uitgaande lijn (zie Afb 4). U kunt met behulp van een RCA snoer een versterker aansluiten met 2 of 4 aanvullende luidsprekers of een subwoofer voor deze set. 1- Gebruik het rode contact voor de
aansluiting van het rechter kanaal en het witte contact voor het linker kanaal.
2- Gebruik de blauwe draad (Pin 6) voor de
aansluiting van een zwakke versterker.
b- Groene Aansluiting C2
Snoeren gebruikt voor de Auto Computer bediening (Parkeer Afstand Controle, tempe­ratuur receptor, afstandbediening met draad) (zie Afb 5). U heeft een geschikte adapterkabel nodig (zie de lijst met accessoires op pagina 113).
** Gelieve voor dit accessoire contact op te nemen met uw dealer.
92
Temperatuur Receptor
U kunt een temperatuur receptor aansluiten op de Pin 1 die u automatisch een zichtbaar en hoorbaar signaal geeft wanneer de buitentemperatuur onder de 3°C. Gebruik het autocomputermenu om deze functie in/ uit te schakelen.
Waarschuwing: De temperatuur receptor is alleen een hulpmiddel
!
en kan niet worden gebruikt voor het bepalen van nauwkeurige wegcon-dities. U bent volledig aansprakelijk voor de beslissing of het verant-woord is om door te rijden.
PDC
Gebruik Pin 10 (ingang) en Pin 12 (uitgang) om de Parking Distance Controller van de auto aan te sluiten. Wanneer de PDC geïnstalleerd is, geeft deze een zichtbare en hoorbare waarschuwing wanneer de auto achteruit rijdt en in de buurt komt van een obstakel.
Afstand Bediening met draad
Gebruik de Pinnen 8 & 9 voor de aansluiting van de afstandbediening accessoires.
c- Blauwe Aansluiting C3
Snoer gebruikt voor beschikbare aparte CD wisselaar (zie Afb 6).
Nota : de set functioneert alleen met de CD wisselaar met een digitale output (zie CD wisselaar installatie).
Aansluiting D
à Deze speciale aansluitingenset behoort tot de accessoires die apart worden verkocht (zie uw dealer)
a- Aansluiting D1
Via deze aansluiting kunt u een handsfree-kit voor de telefoon (los verkrijgbaar) aansluiten (fig. 7). Hiermee kan de batterij van uw mobiele telefoon opgeladen worden en kan het geluid van de mobiele telefoon via de luidsprekers van
de auto weergegeven worden. Neem contact op met uw dealer voor meer informatie over dit accessoire.
Telefooningang
Als u uw eigen carkit gebruikt dan heeft u een geschikte adapterkabel nodig (zie de lijst met accessoires op pagina 113).
Geluid uit bij telefoon
Gebruik deze ingang (pin 15) of gebruik de roze draad TEL_MUTE om het ‘mute’-signaal van uw telefoon aan te sluiten.
Opmerking : Voor u de telefoon gebruikt, moet u het telefoonsysteem instellen en het gewenste detectieniveau configureren in het SAM-menu
b- Aansluiting D2
Deze aansluiting wordt gebruikt voor het aansluiten van de audio-interface voor externe apparaten zoals een navigatiesysteem en een subwoofer (fig. 8). U heeft hiervoor een geschikte adapterkabel nodig (zie de lijst met accessoires op pagina 113).
Subwoofer/ versterker-uitgang
Gebruik deze interfaces (Pinnen 22 & 23) om een subwoofer/ versterker aan te sluiten. Sluit de blauwe draad (A5) aan op ‘Amplifier Remote on/off’.
Opmerking : Voor u de subwoofer gebruikt, moet u deze inschakelen (ON) en de lagefrequentiedrempel kiezen in het menu Sound Init (geluidsinstellingen) en het volume van de subwoofer instellen in het menu Sound (geluid).
Audio-ingangen
Gebruik deze ingangen (Pinnen 24, 27 & 28) om extra audioapparatuur aan te sluiten.
Geluid uit bij navigatie
Gebruik deze ingang (pin 26) om het ‘mute’­signaal van uw navigatiesysteem aan te sluiten.
Opmerking : Voor u uw navigatiesysteem gebruikt, moet u het navigatiesysteem instellen en het gewenste detectieniveau configureren in het SAM-menu.
MONTAGE
METALEN HULS
1- Steek de metalen huls in de opening (182
x 53 mm) van het autodashboard of het bedie-ningpaneel (zie Afb 11). Zie installatiekaart.
Voor de CD speler van hoge kwaliteit moet de metalen huls binnen de aangegeven grenzen worden geplaatst: in een hoek van 0° tot +30°.
2- Zet de huls vast door de metalen pennen
naar buiten te buigen met een schroevendraaier (zie Afb 11).
AUTORADIO Aansluiting van de radio
(Zie Afb 9 en Afb 10) 1- Controleer dat de accu is los geschakeld. 2- Steek de antenne aansluiting E in het
antennecontact (een goede ontvangst is alleen mogelijk met een goede antenne): gebruik de antenne aanpassing wanneer dit nodig is. Gebruik de J haak achter op de set om het vastzetten te verzekeren.
3- Steek de aansluiting voor de voeding in het
contact A7.
4- Steek de aansluitingen van de luidsprekers
in contact B (B1 tot B8).
· (optie) Neem de beschermingslaag weg van het contact C.
· (optie) Steek de gele aansluiting in contact C1.
· (optie) Steek de blauwe aansluiting voor de CDC in het contact C3.
· (optie) Steek de groene aansluiting in het contact C2. De groen aansluiting past tussen de gele aansluiting C1 en de blauwe aansluiting C3. U heeft minstens een van deze aansluitingen nodig om C2 op zijn plaats te houden.
Montage van een DIN radio
(Zie Afb 12) 1- Schuif de radio in de metalen huls tot de
veren aan beide kanten in de openingen springen.
93
Nederlands
2- Sluit de negatieve klemmen weer op de
accu aan (zie Afb 15): de installatie is nu gereed.
Nota : De buffermontage, direct gemonteerd op de achterkant zorgt voor een veiligheidspositie.
Montage van een JIN radio**
(Zie Afb 13) 1- Neem de façade van uw radio weg. 2- Breng uw radio via de achterkant van het
dashboard naar binnen tot de haken aan beide kanten in de schroefgaten passen.
3- Schroef beide kanten van uw autoradio vast
met de M5 x 6 mm schroeven. 4- Monteer de façade. 5- Sluit de negatieve klem van de accu weer
aan (zie Afb 15): de installatie is nu gereed.
Het wegnemen van de radio
(zie Afb 14) U kunt de radio ontsluiten met de twee hiervoor bestemde U haken links en rechts. 1- Controleer dat de accu is los geschakeld. 2- Neem de façade weg. 3- Breng elke U haak in de goede stand in de
bijbehorende zijkantcontacten tot deze
vastzitten. 4- Neem de radio uit de metalen huls.
Waarschuwing: Ga voorzichtig te werk met de aansluitingen bij de
!
montage van de radio of bij het eruit nemen, om schade te voorkomen.
Nota 2 : Wanneer u deze procedure niet navolgt, riskeert u de set te beschadigen hetgeen de garantie opheft.
Het opheffen van interferentie
De meeste moderne auto's bezitten een efficiënte interferentie opheffing. Wanneer u interferentie tegenkomt, raadpleeg dan uw garage.
Gebruik van afstandbediening**
U kunt twee typen infrarood gebruiken als accessoire voor een afstandbediening van uw set: 1- Credit Card Formaat. 2- Stuur.
Installatie van een subwoofer
U kunt een subwoofer installeren als een hoofdelement van uw geluidsreproductie systeem. Met een externe versterker:
a/ Sluit de subwoofer luidspreker op een externe versterker aan en dan op D2 (Pin 23: subwoofer output).
b/ Selecteer een lage frequentiedrempel in het Sound Init Menu: 40 of 80 Hz.
Nota 1 : Voordat u de subwoofer gebruikt, kunt u het volume bijstellen in het Sound Menu.
Het vervangen van een zekering
1- Neem de zekering F weg van de
contactdoos achter de radio. 2- Vervang deze door een nieuwe 10A
zekering van het blad type.
Nota 1 : De nieuwe zekering moet dezelfde waarde bezitten en van hetzelfde type zijn, anders wordt de set niet voldoende beschermd.
** Gelieve voor dit accessoire contact op te nemen met uw dealer.
94
BEVEILIGING
FAÇADE Het wegnemen van de façade
1- Druk op de RELEASE toets. 2- Trek de façade naar u toe. 3- Neem de mobiele façade met u mee
wanneer u de auto verlaat. 4- Bewaar de façade in de bijbehorende
beschermingshoes.
Het terugplaatsen van de façade
1- Steek de totale rechterkant van de façade
in de aansluiting van de set. 2- Duw de linkerkant van de façade op zijn
plaats tot deze in de goede positie springt.
Nota 1 : Wanneer u een waarschuwings­signaal hoort, is de façade niet goed geplaatst.
Nota 2 : Om een goede aansluiting tussen de set en de mobiele eenheid te verzekeren, is het aan te bevelen de aansluitingen van tijd tot tijd voorzichtig te reinigen met een wattenstaafje.
WAARSCHUWINGEN Waarschuwingsled
Wanneer het instrument is uitgezet en de façade is weggenomen, knippert de Waars­chuwingsled. U kunt de Waarschuwingsled uitzetten (zie Hoofdmenu, Waarschuwingsled functie).
IDENTIFICATIENUMMER
De set bezit een uniek identificatienummer afgebeeld op de veiligheidskaart (zie gescheiden installatiekaart).
Waarschuwing: Laat u veiligheids­kaart niet achter in uw auto. Het
!
is uw eigendomsbewijs wanneer de set wordt gestolen, wanneer de façade is verloren of wanneer de set een servicedienst nodig heeft.
CONFIGURATIE
Kalibreren van de snelheid
Gebruik deze functie om de snelheidswaarde handmatig te kalibreren overeenkomstig de huidige snelheid van uw auto. 1- Start de motor van uw auto met de
contactsleutel. 2- Zet de autoradio aan. 3- Houd, met een stationair draaiende motor,
de toets COMPUTER lang ingedrukt. 4- Kies SPD CALIB. met de toetsen 5- Druk op ENTER om het kalibreren te starten:
in het display verschijnt ‘DRIVE 0 km/h’. 6- Controleer of de motor nog steeds
stationair draait en druk nogmaals op
ENTER : in het display verschijnt ‘DRIVE
50km/h’. 7- Ga nu rijden tot een snelheid van 50 km
per uur (30mph). 8- Zodra u 50 km per uur (30mph) bereikt
heeft, drukt u op ENTER om de snelheid te
bevestigen.
Waarschuwing : Houd u zich
!
aan de lokale verkeersregels.
9- Er volgt een bericht om u te laten weten of
het kalibreren gelukt of mislukt is: de
waarde voor het SDVC-niveau is op 3
ingesteld (zie het menu Sound).
Opmerking : Als u het kalibreren wilt onderbreken voor de snelheid bereikt is, druk dan op ESC.
.
Nederlands
95
Het kalibreren van de Auto Equalizer*
Deze functie kan de frequentiecurven van de luidsprekers meten en deze aanpassen voor het compenseren van de zwakke zones in het akoestische spectrum van de luidsprekers & de auto. Deze instellingen (een 5-bandcurve voor elke luidspreker) worden opgeslagen in een vast geheugen. 1- Houd de SOUND (GELUID) knop lang
ingedrukt. 2- Selecteer AUTO EQ met de pijlen 3- Druk op ENTER. 4- Neem de façade weg.
5- Steek de microfoon in het contact. 6- Plaats de microfoon. Een serie hoge pieptonen raadt u aan het voertuig te verlaten voordat u het kalibreren start. Wanneer de auto-equalizing beëindigd is, gaat de set automatisch uit op OFF: de EQ modus is automatisch ingesteld op Auto EQ.
Nota : De auto-equalizing heeft voor een efficiënte werking 2 of 4 aangesloten luidsprekers nodig (rechtstreeks of via een versterker).
Waarschuwing: In het geval dat u een subwoofer heeft aangesloten
!
op uw installatie, ontkoppel deze dan voordat u het kalibreerproces start.
.
HOOFDFUNCTIES
Aan/Uit zetten
Druk op POWER voor het aan- en uitzetten van de set met ON en OFF.
Selecteren van een bron
Uw autoradio is bestemd voor verschillende soorten bronnen. U kunt deze selecteren met een korte druk op de SOURCE (BRON) toets. Druk op de SOURCE toets voor de display en de selectie van de bron die u wilt spelen.
- Tuner (radio),
- CD/MP3,
- CD speler (CDC),
- Aanvulling.
Controle van het volume
a-Volume
Gebruik de toetsen +/- om het volume in te stellen: het volume wordt automatisch harder of zachter gezet als de SDVC-aansluiting geïnstalleerd en gekozen is (zie Installatie op pagina 91).
Nota : Verzeker u ervan dat u het verkeer steeds kunt horen (claxons, sirenes, enz.).
b- Geluidloos
1- Druk op MUTE (GELUIDLOOS) om het audio
systeem geluidloos te maken.
2- Druk opnieuw op MUTE wanneer u de
laatst beluisterde audio bron wilt hervatten.
Nota 1 : In deze status kunnen de volgende hoorbare situaties voorkomen: Berichten (Verkeer, Nieuws, Navigatie), Telefoonoproe­pen, Alarmen.
Nota 2 : Bij sommige voertuigen kunnen portables of het navigatiesysteem automa-tisch de audio output onderbreken als deze met de set zijn verbonden.
* Enkel voor de CD4403
96
c- Automatisch inschakelen
Als uw mobiele telefoon aangesloten is op de autoradio (zie Aansluiting D1 op pagina 92) dan mist u geen enkele oproep, zelfs niet als de autoradio uitstaat; bij een inkomende telefoonoproep wordt deze automatisch ingeschakeld.
Display van Bron Informatie
Geef een korte druk op de DISPLAY toets voor het afbeelden van de informatie (spoor, tijd, info lijn, enz.) over de gekozen bron (Tuner, CD/ MP3, CDC).
SAM MENU
Het hoofdmenu stelt u in staat de hoofdkeuzes van uw autoradio te configureren. 1- Houd de MUTE toets lang ingedrukt voor
het verkrijgen van het SAM MENU (HOOFD
MENU) (zie keuzes op voorpagina). 2- Gebruik de pijlen
van een keuze. 3- Gebruik de pijlen voor het instellen van
de keuzewaarde. 4- Druk op ESC om de waarde te verlaten.
Bepalen van de Tijd Scan
Met deze functie kunt u de tijd bepalen tot het overgaan op het volgende station (Radio) of op het volgende nummer (CD/MP3,CDC). 1- Houd MUTE lang ingedrukt. 2- Selecteer SCAN TIME met de pijlen 3- Gebruik de pijlen
een aantal seconden (10 sec in
standaardmodus). 4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Radiogebruik zonder dat u rijdt
Met deze functie kunt u de autoradio gebrui­ken zonder dat de auto rijdt (alleen wanneer de A7 draad is aangesloten op een perma­nente voeding). 1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer LOGIC met de pijlen .
voor het selecteren
.
voor het selecteren van
3- Gebruik de pijlen
ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : De instelling gaat na een uur vanzelf op OFF of wanneer het voltage van de accu onder de 9 volt daalt.
voor het selecteren van
Instelling van een Aanvullende Uitrusting
Deze functie stelt u in staat een aanvullend toestel op de set aan te sluiten of uit te schakelen. 1- Houd MUTE lang ingedrukt. 2- Selecteer AUXILIARY met de pijlen
3- Gebruik de pijlen
ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecteren van
.
Aan-/Uitzetten van de Waarschuwingsled
Met deze functie kunt u de knipperende LED aan-/uitzetten (contact op Off of façade weggenomen). 1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer WARN LED met de pijlen 3- Gebruik de pijlen
ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecteren van
.
Instellen van het Audio Niveau van de Signalen
Met deze functie kunt u het audio niveau van de signalen bijstellen. 1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer CHIMES LVL met de pijlen 3- Gebruik de pijlen
een waarde tussen 1 en 5 (2 = standaard waarde).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecteren van
.
Nederlands
97
Selecteren van Signalen
Deze functie stelt u in staat van te voren bepaalde signalen te selecteren voor het hoorbare feedback systeem. 1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer CHIMES SET met de pijlen 3- Geef een korte druk op ENTER om naar het
signalenmenu te gaan. 4- Gebruik de pijlen
van het signalentype: keypress,
confirmation, announcement, warning,
errors, welcome, bye-bye. 5- Gebruik de toetsen
van een pieptoon die wordt geassocieerd
met het vooraf geselecteerde signalentype. 6- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecteren
voor het selecteren
.
Instellen van Audio Niveau van het Bericht
Met deze functie kunt u het audio niveau van de berichten bijstellen. 1- Houd MUTE lang ingedrukt. 2- Selecteer TA VOLUME met de pijlen 3- Gebruik de pijlen voor het selecteren van
een waarde. 4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
.
Instellen van een Telefoon Uitrusting
Deze functie start of stopt de telefoondetectie voor de autoradio. 1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer PHONE met de pijlen 3- Gebruik de pijlen
NO (standaardwaarde), Mute of IN. 4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Opmerking: Zet op IN als het telefoongeluid aangesloten is op de Tel IN-draad of via de aansluiting D1. In sommige gevallen kan het nodig zijn om het telefoondetectieniveau in te stellen (neem contact op met de dealer).
voor het selecteren van
.
Instelling van Detectieniveau van de Telefoon
Met deze functie kunt u het detectieniveau van de telefoonberichten configureren (geluidloze Tel draad). 1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer PHONE LVL met de pijlen 3- Gebruik de pijlen
LOW (LAAG) (standaardwaarde) of HIGH (HOOG).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : U moet de waarde selecteren die overeenkomt met de aangesloten uitrusting (telefoon, luidsprekers).
voor het selecteren van
.
Instellen van het Telefoon Volume
Deze functie die niet afhangt van een bron, stelt het telefoon niveau bij tussen de minimale en maximale waarde (-30 tot +30). 1- Geef een korte druk op MUTE.
2- Selecteer PHONE VOL met de pijlen 3- Gebruik de pijlen
een waarde (0 is de standaard-waarde).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecteren van
.
Instellen van een Navigatie Systeem
Deze functie start/stopt de detectie van navigatieberichten voor de autoradio. 1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer NAV met de pijlen 3- Gebruik de pijlen
NO (standaardwaarde), Mute of IN.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Opmerking : Zet op IN als het navigatiegeluid (laag niveau) aangesloten is op AUX IN-draden van aansluiting D2. In sommige gevallen kan het nodig zijn om het navigatiedetectieniveau in te stellen (neem contact op met uw dealer om de volgende keuze in te vullen).
voor het selecteren van
.
98
Instellen van het Navigatie Detectie Niveau
Met deze functie kunt u het navigatiebericht detectieniveau configureren (Geluidloze Nav draad). 1- Houd MUTE lang ingedrukt. 2- Selecteer NAV LVL met de pijlen 3- Gebruik de pijlen voor het selecteren van
LOW (standaardwaarde) of HIGH). 4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : U moet de waarde selecteren die overeenkomt met de aangesloten uitrusting.
.
Instellen van de SDVC
SDVC past automatisch het volume aan de snelheid van de auto aan. U kunt de functie uitschakelen of één van de vijf curven kiezen die bij uw auto past. Bij niveau 1 wordt het volume een klein beetje harder gezet terwijl bij niveau 5 veel harder gezet wordt. 1- Houd MUTE lang ingedrukt. 2- Kies SDVC TYPE met de toetsen 3- Gebruik de toetsen
Off, curve 1, curve 2, curve 3, curve 4 of
curve 5. 4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
Opmerking 1: U kunt deze functie enkel gebruiken wanneer het snelheidssignaal aangesloten en gekalibreerd is (zie SDVC en Kalibreren van de snelheid op de pagina’s 91 en 95 respectievelijk).
Opmerking 2 : U kunt een SDVC-curve kiezen overeenkomstig het omgevingsgeluid.
om in te stellen op
.
Starten van de luidsprekers installatie
Gebruik deze functie voor het starten van de luidsprekers installatie. 1- Geef een korte druk op ENTER. 2- Selecteer INSTALL met de pijlen 3- Druk op ENTER voor het starten van de
installatie. 4- aan- en uitzetten van de set met ON en
OFF.
.
Instellen van de Helderheid van het Display Licht
Deze functie die niet van de bron afhangt, stelt de helderheid bij van het display licht tussen de minimum en maximum (1 tot 10). 1- Houd MUTE lang ingedrukt. 2- Selecteer BRIGHTNESS met de pijlen 3- Gebruik de pijlen voor het selecteren van
de waarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
.
RADIO
U kunt de keuzes van de radiostations instellen na het selecteren van de radiobron. Druk vervolgens kort of lang op ENTER voor het verkrijgen van twee verschillende Radiomenu's (zie voorpagina).
Links Zoeken/Rechts Zoeken
Gebruik de toetsen om langs de geselec­teerde golfband te draaien.
Naar Boven Zoeken/Naar Beneden Zoeken
Gebruik de toetsen om langs de gememo­riseerde lijst van stations van de golfband te draaien.
RADIO MENU
1- Druk op de SOURCE toets voor het
selecteren van TUNER
2- Geef een korte druk op ENTER om naar het
TUNER MENU te gaan.
3- Gebruik de toetsen
ren van een keuze.
4- Gebruik de toetsen
van de keuzewaarde.
5- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Selecteren van een golfband
Met deze functie kunt u een band in een afdraailijst selecteren. 1- Geef een korte druk op ENTER. 2- Selecteer BAND met de toetsen
voor het selecte-
voor het instellen
.
Nederlands
99
3- Selecteer met de toetsen de gememori-
seerde stations in de presets:
- FM AST Automatisch opgeslagen FM lijst van stations
- FM 1,2,3. Handmatige FM presets
- FM memo RDS alfabetische lijst
- LW Handmatige presets LW
- MW AST Automatisch opgeslagen MW lijst van stations
- MW 1,2,3. Handmatig voorinstellingen
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : De stations in FM memo zijn alleen stations die opgesteld en bijgewerkt zijn door de RDS memo.
Automatisch opslaan van een station
U kunt de 10 krachtigste stations automatisch memoriseren op de FM en MW banden. 1- Geef een korte druk op ENTER. 2- Selecteer BAND met de toetsen 3- Selecteer met de toetsen uitsluitend een
FM of MW band.
4- Gebruik de toetsen
van START AST.
5- Druk op ENTER voor het memoriseren van
het station.
Nota : Deze functie werkt alleen met geselecteerde FM banden (FM 123, FM memo, FM AST) of MG banden (MG 123, MG AST): u kunt geen stations opslaan vanuit LG of KG banden.
voor het selecteren
.
Starten van het opslaan van RDS­zenders
Met deze functie kunt u in het totaal 50 RDS­zenders van de FM-band in het geheugen opslaan en ze in alfabetische volgorde weergeven in het display. 1- Druk kort op ENTER. 2- Kies BAND met de toetsen 3- Kies FM memo met de toetsen . 4- Gebruik de toetsen om START MEMO
te kiezen.
5- Druk op ENTER om de zenders op te slaan
en om ze in alfabetische volgorde weer te geven in het display.
100
.
Opmerking : Deze functie werkt enkel als de band FM memo gekozen is.
Zoeken van een Programma Type
Het is mogelijk FM stations te zoeken met het gebruik van de PTY code (Programma Type), dat u direct toegang verleent tot voorgeselec­teerde programmatypen (b.v. Nieuws, Zaken, Sport, enz). 1- Geef een korte druk op ENTER. 2- Selecteer PTY SEARCH met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van het gewenste programmatype.
4- Druk op ENTER om het zoeken te starten.
Aan het einde hoort u een pieptoon gevolgd door het eerstgevonden station.
Nota : PTY is nog niet operationeel in alle landen.
Zoeken van de beste ontvangst
Wanneer de AF functie actief is, blijft de set spelen op het actuele station maar het gaat door met zoeken naar de frequentie voor de beste ontvangst. Deactiveer deze functie alleen wanneer u korte onderbrekingen hoort. 1- Geef een korte druk op ENTER. 2- Selecteer AF met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van ON (standaardwaarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
.
Scannen van stations of van presets
Met deze functie kunt u de stations of de presets scannen (zie Tuner Init menu: Selecteren van het scantype) van de actuele band. 1- Geef een korte druk op ENTER. 2- Selecteer SCAN met de toet-sen 3- Druk op ENTER voor het starten van het
scannen: een bericht beeldt de stations af.
.
Instellen van de Radio Modus
Met deze functie kunt u de radiomodus bepalen voor het zoeken van een station. 1- Geef een korte druk op ENTER. 2- Selecteer TUNING met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van MANUAL of AUTO (automatisch: standaardwaarde).
.
.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : Na een minuut keert de functie auto­matisch terug naar de AUTO modus.
Een naam geven aan een radiozender:
Gebruik deze functie om een naam van maximaal 8 letters aan een radiozender te geven. 1- Druk kort op ENTER 2- Kies NAME met de toetsen 3- Druk op ENTER om een alfanumerieke lijst
weer te geven om in te toetsen.
4- Loop door de letters met de toetsen
gebruik de toetsen om de hoofdletters, kleine letters, de cijfers en de symbolen te kiezen.
5- Druk op ENTER om het karakter weer te
geven en herhaal dit voor elke karakter. 6- Als de naam klaar is, kiest u [ 7- Druk op ENTER om de naam te bevestigen.
Opmerking1: Deze functie is enkel beschikbaar voor radiozenders (zonder zendernaam) die in het geheugen opgeslagen is (zie In het geheugen opslaan van een station). Als het geheugen vol is dan is de NAME-functie niet langer beschikbaar.
Opmerking 2: Om een karakter te wissen, kiest
] aan het begin van de alfanumerieke
u [ lijst en drukt u op ENTER.
.
en
]
In het geheugen opslaan van een station
U kunt tot 30 stations op de FM en MG golfbanden bewaren en 10 stations op de LG en KG golfbanden. 1- Geef een korte druk op ENTER. 2- Selecteer SAVE IN met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van een geheugen nummer. 4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : Het is niet mogelijk de stations handmatig op te slaan vanuit de FM AST of de MG AST banden.
.
Overgaan naar het Tuner Init Menu
Gebruik deze functie om rechtstreeks naar het Tuner Init Menu te gaan. 1- Geef een korte druk op ENTER. 2- Selecteer TUNER INIT met de toetsen 3- Druk op ENTER voor het radio initialisatie
menu (zie volgend menu).
Nota : U heeft toegang tot dit menu met een lange druk op de ENTER toets.
Overgaan naar het SAM Menu
Gebruik de SAM functie om rechtstreeks naar het Hoofdmenu te gaan. 1- Geef een korte druk op ENTER. 2- Selecteer SAM met de toetsen 3- Druk op ENTER voor het Hoofdmenu.
.
RADIO INITIALISATIE MENU
1- Druk op de SOURCE toets voor het
selecteren van TUNER.
2- Houd ENTER lang ingedrukt om naar het
RADIO INIT MENU te gaan (zie keuzes op de voorpagina).
3- Gebruik de toetsen
ren van een keuze.
4- Gebruik de toetsen
de keuzewaarde.
5- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecte-
voor het instellen van
Selecteren van het Scan Type
U kunt op uw actuele golfband en gedurende een vastgelegde scantijd het scantype selecteren: stations of vooraf ingestelde stations. 1- Houd ENTER lang ingedrukt. 2- Selecteer SCAN met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van:
- FREQ voor het overzien van alle stations op de actuele golfband,
- PRESETS voor het overzien van alle vooraf geselecteerde stations op de actuele golfband.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : U kunt de scantijd wijzigen in het SAM Menu.
.
101
.
Nederlands
Kiezen van het zoekniveau
Met deze functie kunt u het zoekniveau kiezen (enkel bij FM). 1- Houd ENTER lang ingedrukt. 2- Kies SEARCH LVL met de toetsen 3- Gebruik de toetsen om uw keuze te
maken:
- DISTANT (standaardinstelling) om te
zoeken naar alle beschikbare zenders
- LOCAL om eerst naar sterke zenders te
zoeken en vervolgens naar zwakke zenders. 4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
Opmerking : Na enige tijd keert de functie terug naar Distant (standaardinstelling).
.
Selecteren van de Continent Zone
Met deze functie kunt u de continentzone selecteren voor de radio. 1- Houd ENTER lang ingedrukt. 2- Selecteer TUNER met de toetsen 3- Gebruik de toetsen
van het continent: USA, EUR, ASIA. 4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecteren
.
Kiezen van de regio-instelling
Met deze functie kunt u de regio-instelling kiezen. 1- Houd ENTER lang ingedrukt. 2- Kies REGIONAL met de toetsen 3- Gebruik de toetsen
maken:
- AUTO om over te schakelen naar een
ander programma als het volgende signaal
sterker is
- ON om de regionale zender aan te
houden
- OFF om meteen over te schakelen naar
het programma van de volgende regio 4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
om uw keuze te
.
Uitschakelen van MW of LW
Met deze functie kunt u MW of LW uitschakelen wanneer deze niet gebruikt worden. 1- Houd ENTER lang ingedrukt. 2- Kies MW of LW met de toetsen
.
3- Gebruik de toetsen
stellen: ON of OFF.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
om de functie in te
CD/MP3-SPELER OF CD-WISSELAAR
U kunt de cd-keuzemogelijkheden instellen nadat u de cd als bron gekozen heeft. Vervolgens kunt u door kort of lang op de toets ENTER te drukken twee verschillende cd-menu’s kiezen (zie de voor- en achterpagina).
Opmerking : Deze cd-speler is geschikt voor cd’s van 12 cm en kan MP3-cd’s lezen : in dit geval verschijnen de MP3-menu’s.
Waarschuwing: Plaats geen beschadigde of ongewone cd’s of
!
cd’s met een afwijkende vorm in de speler.
Plaatsen van een cd in de cd-speler
1- Druk op REL om het frontpaneel te openen. 2- Plaats een cd (etiket naar boven) in de
opening.
3- Sluit het frontpaneel: in het display
verschijnt kort CD Player; vervolgens gaat het afspelen van start.
Waarschuwing: Als u een MP3-cd plaatst dan kan het een minuut
!
duren voor de MP3-files gelezen zijn en u muziek hoort.
Opmerking 1 : Als de cd reeds geplaatst is, gebruik dan de toets SOURCE om CD te kiezen.
Opmerking 2 : Tijdens het afspelen van een audio-cd, worden de handmatig ingevoerde naam van de cd (zie het hoofdstuk Een naam geven aan een audio-cd), het huidige nummer en de verstreken speelduur van het huidige nummer weergegeven.
Opmerking 3 : Het afspelen van de cd kan onderbroken worden door verkeersinformatie (TA) en nieuwsberichten (NEWS).
102
Uitwerpen van de cd uit de cd-speler
1- Druk op REL om het frontpaneel te openen. 2- Druk op de toets . 3- Verwijder de cd. 4- Sluit het frontpaneel.
Plaatsen van een cd in de cd­wisselaar
Als er een cd-wisselaar aangesloten is dan kan de volgende functie gebruikt worden (voor meer informatie over de cd-wisselaar, neem contact op met uw dealer). 1- Controleer of er cd’s in het cd-magazijn
zitten. 2- Kies CD CHANGER met de toets SOURCE :
de eerste cd begint te spelen. 3- Kies de gewenste cd met de toetsen
cd begint te spelen.
Opmerking 1 : Zoals bij de cd-speler verschijnt de informatie in het display.
- Als het magazijn niet geplaatst is dan verschijnt in het display “Insert magazin”.
- Als het magazijn leeg is dan verschijnt in het display “Load discs into magazin”.
Opmerking 2 : Het afspelen van de cd kan onderbroken worden door verkeersinformatie (TA) en nieuwsberichten (NEWS).
Opmerking 3 : Aan het einde van de cd, wordt automatisch de volgende cd afgespeeld : cd’s die ontbreken uit het magazijn worden automatisch genegeerd.
Opmerking 4 : Sommige disks bevatten tekstgegevens (titel van een nummer, naam van de zanger enzovoort); deze worden tijdens het afspelen in het display weergegeven.
: de
Afspelen van MP3-files
U kunt MP3-files beluisteren die voldoen aan het MPEG1-Layer 3 file-codeerschema en in ISO9660-formaat op een cd-r of cd-rw gebrand zijn.
Opmerkingen over MP3
- Het apparaat kan geen MP3-files lezen met
een andere extensie dan “MP3”.
- Het apparaat kan maximaal 300 nummers
afspelen en ondersteunt maximaal 50
directory’s per disk.
- Het kan zijn dat het apparaat bij het afspelen van het eerste nummer niet de volgorde van de nummers of de volgorde waarin u ze op de disk geschreven heeft aanhoudt.
- Het apparaat speelt enkel de eerste sessie als er zowel audio-cd-nummers als MP3-files op de disk staan.
-Wanneer een disk van 8 kbps of Variabele Bitsnelheid (VBR) afgespeeld wordt dan kan het zijn dat de verstreken speelduur in het display niet klopt.
- Om in het totaal 30 karakters weer te geven voor de titel van een nummer of de naam van een artiest, heeft u ID3TAG versie 1.1 nodig. Het kan zijn dat andere karakters dan de hoofdletter/ kleine letters (“Aa tot Zz”) en het lage streepje (“_”) niet weergeven worden.
-Voor een geluid van hoge kwaliteit raden wij aan om MP3-files te converteren met een bemonsteringsfrequentie van 44.1kHz en een vaste bitsnelheid van 128kbps.
- Let erop dat een gebrande MP3-cd geformatteerd is als een data-cd en NIET als een audio-cd.
- MP3-files zijn niet compatibel met pakketwegschrijfdatatransfer.
Afspelen van een cd-r of een cd-rw
Afhankelijk van het type cd-r-/ cd-rw-cd, de staat van het diskoppervlak en ook van de werking en de staat van de cd-writer, kan het zijn dat bepaalde cd-r-/ cd-rw-cd’s niet goed functioneren in dit apparaat. Het kan zijn dat een cd-r-/ cd-rw-cd niet afgespeeld kan worden als de disks in de auto bewaard worden en blootgesteld worden aan direct zonlicht en hoge temperaturen. Leest u de voorschriften van de cd-r/ cd-rw-disk voor u deze gebruikt.
Afspelen van een tegen kopiëren beveiligde, niet-conforme audio-cd
Door de beveiliging tegen kopiëren bij bepaalde audio-cd’s die niet voldoen aan de international audio-cd-standaarden (Red Book), kan het zijn dat deze types tegen kopiëren beveiligde disk(s) niet afgespeeld kan worden op dit apparaat.
103
Nederlands
Vorige/ volgende nummer
(vorige/ volgende MP3-file) Druk op de respectieve toets voor het vorige en volgende nummer (file bij MP3). Het afspelen begint met het gekozen nummer.
Vorige/ volgende disk
Met deze functie kunt u de volgende of vorige disk (album bij MP3) kiezen uit het magazijn. Druk op de respectieve toets en volgende disk.
voor de vorige
Versneld vooruit/ terug
Houd de respectieve toets lang ingedrukt om versneld terug te keren of vooruit te gaan. Het afspelen gaat op de normale manier verder wanneer u op ENTER of ESC drukt.
Veranderen van directory bij een MP3-cd
1- Kies een directory met de toetsen . 2- Het afspelen begint met de eerste file in de
gekozen directory. Aan het einde van het album gaat het afspelen verder met het eerste nummer van het volgende album.
CD/MP3 menu
1- Druk op de toets SOURCE om CD/MP3 te
kiezen.
2- Druk kort op ENTER om het CD/MP3-menu
te openen.
3- Gebruik de toetsen
keuzemogelijkheid te kiezen.
4- Gebruik de toetsen
stellen voor de keuzemogelijkheid.
5- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
om de waarde in te
om een
Starten van het scannen van nummer
(scannen van MP3-files) Gebruik deze functie om nummers te scannen waarbij u de eerste seconden van elk nummer hoort. 1- Druk kort op ENTER. 2- Kies INTRO SCAN met de toetsen 3- Druk op ENTER om het scannen te starten:
de nummers verschijnen in het display.
4- Druk op ESC om het scannen van de
nummers uit te schakelen.
.
Opmerking : Het aantal seconden dat u te horen krijgt, kunt u instellen in het SAM-menu.
Een naam geven aan een audio-cd
Gebruik deze functie om in het totaal aan 50 cd’s een naam te geven van maximaal 12 letters per titel: deze naam wordt in het display weergegeven tijdens het afspelen. 1- Druk kort op ENTER. 2- Kies CD NAME met de toetsen 3- Druk op ENTER om een alfanumerieke lijst
weer te geven om in te toetsen.
4- Loop door de letters met de toetsen
gebruik de toetsen om de hoofdletters, kleine letters, de cijfers en de symbolen te kiezen.
5- Druk op ENTER om het karakter weer te
geven en herhaal dit voor elke karakter. 6- Als de naam klaar is, kiest u [ 7- Druk op ENTER om de naam te bevestigen.
Opmerking1: De titel wordt toegekend al alle karakters en spaties bevestigd zijn. Als het geheugen vol is dan is de CD NAME-functie niet langer beschikbaar; u moet dan een cd­naam wissen.
Opmerking 2: Om een karakter te wissen, kiest
] aan het begin van de alfanumerieke
u [ lijst en drukt u op ENTER.
.
en
]
Wissen van de naam van de cd
1- Druk kort op ENTER. 2- Kies DEL NAME met de toetsen . 3- Gebruik de toetsen
die u wilt wissen en druk vervolgens op
ENTER.
om de naam te kiezen
Instellen van de geluidscompressie
Met deze functie kunt u het digitale geluidssignaal comprimeren. 1- Druk kort op ENTER. 2- Kies COMPRESS met de toetsen 3- Gebruik de toetsen om de instelling te
kiezen: LOW, MID, HIGH of OFF
(standaardinstelling). 4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
.
104
SInstellen van het herhaald afspelen
Met deze functie kunt u het herhaald afspelen inschakelen/ uitschakelen. 1- Druk kort op ENTER. 2- Kies REPEAT met de toetsen 3- Gebruik de toetsen om uw keuze te
maken:
- ON om het huidige audio-cd-nummer te herhalen.
- FILE om de huidige MP3-file te herhalen.
- ALBUM om het huidige MP3-album te herhalen.
- OFF om het herhaald afspelen uit te schakelen.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
.
Instellen van het afspelen in willekeurige volgorde
Met deze functie kunt u het afspelen in willekeurige volgorde inschakelen/ uitschakelen. 1- Druk kort op ENTER. 2- Kies RANDOM met de toetsen 3- Gebruik de toetsen om uw keuze te
maken:
- ON om een audio-cd in willekeurige volgorde af te spelen.
- ALBUM om de MP3-files van een album in willekeurige volgorde af te spelen.
- All CD om de MP3-files van een MP3-cd in willekeurige volgorde af te spelen.
- OFF om het afspelen in willekeurige volgorde uit te schakelen.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
.
Naar het SAM-menu gaan
Op deze manier kunt u direct naar het SAM­menu gaan. 1- Druk kort op ENTER. 2- Kies SAM met de toetsen 3- Druk op ENTER om het SAM-menu te
openen.
.
AUDIO
U kunt de radio keuzes instellen door kort of lang op de SOUND toets te drukken. U krijgt afhankelijk van de druk op deze toets, twee verschillende sound menu's (zie voorpagina).
GELUID MENU
1- Geef een korte druk op de SOUND toets
om naar het SOUND MENU te gaan.
2- Gebruik de toetsen
ren van een keuze.
3- Gebruik de toetsen voor het instellen van
de keuzewaarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Opmerking : De Loudness-, Balance-, Fader­en Subwoofer-effecten zijn bij alle bronnen gelijk.
Starten van de Geluidssterkte Curve
Deze functie die niet van de bron afhangt, activeert de geluidssterkte curve. 1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer LOUDNESS met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van ON of OFF (standaard waarde).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Opmerking: Het instellen van de geluidssterkte (Loudness) is enkel mogelijk als “Bass Treble” gekozen is als toonstijl (DSC).
Selecteren van een Toon Stijl (1)
Met deze functie die niet van de bron afhangt, kunt u een vooraf ingesteld geluids-effect selecteren uit andere effecten. 1- Geef een korte druk op SOUND. 2- Selecteer DSC STYLE met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van een van de voorbepaalde stijlen: Bass Treble (default), Rock Cafe, Bodega, Techno Club, Arena, Jazz Club or Direct Snd.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecte-
105
Nederlands
.
.
Selecteren van een Toon Stijl* (2)
Met deze functie die niet van de bron afhangt, kunt u een vooraf ingesteld geluids-effect selecteren uit andere effecten. 1- Geef een korte druk op SOUND. 2- Selecteer EQ STYLE met de toetsen 3- Gebruik de toetsen
van een van de voorbepaalde stijlen: Auto EQ, Persoonlijk 1, ..., Persoonlijk 5.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecteren
.
Instellen van het Niveau van de Bassen
Deze functie die niet van de bron afhangt, stelt het niveau van de bassen bij tussen een minimum en maximum waarde. 1- Geef een korte druk op SOUND. 2- Selecteer BASS met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het bijstellen van
het bassen niveau: -9 tot +9.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota 1 : De bassen frequentiedrempel kan worden gewijzigd in het Sound Init Menu.
.
Instellen van het Niveau van de Hoge tonen
Deze functie die niet van de bron afhangt, stelt de hoge tonen bij tussen een minimum en maximum waarde. 1- Geef een korte druk op SOUND. 2- Selecteer TREBLE met de toetsen 3- Gebruik de toetsen
het hoge tonen niveau: -9 tot +9.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota 1 : De hoge tonen frequentie drempel kan worden gewijzigd in het Sound Init Menu.
voor het bijstellen van
.
Instellen van de balans (LR luidsprekers)
Deze functie die niet van de bron afhangt, stelt de balans bij tussen de linker en rechter luidsprekers. 1- Geef een korte druk op SOUND. 2- Selecteer BALANCE met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het bijstellen van
de instelling: Rechts +1 tot +9, Midden, Links +1 tot 9.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
.
Instelling van de balans (luidsprekers achterin & voorin)
Deze functie die niet van de bron afhangt, stelt de balans bij tussen de luidsprekers achter- en voorin. 1- Geef een korte druk op SOUND. 2- Selecteer FADER met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het bijstellen van
de instelling: Achterin +1 tot +9, Midden, Voorin +1 tot 9.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : In de telefoon-in en de navigatie-in bronmodus is de instelling vastgelegd en kan niet worden gewijzigd.
.
Instelling van het Subwoofer Volume
Deze functie die niet van de bron afhangt, stelt het subwoofer niveau bij tussen de mini-mum en maximum waarde (0 tot 12). 1- Geef een korte druk op SOUND. 2- Selecteer SUBWFR VOL met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van een waarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota 1 : De subwoofer frequentiedrempel kan worden gewijzigd in het Sound Init Menu.
Nota 2 : Bij de telefoon-in bron en tijdens de aankondigingberichten is het subwoofer niveau vastgelegd op 0 (niet OFF) en kan niet worden gewijzigd.
.
* Enkel voor de CD4403
106
Overgaan naar het Init Menu
Gebruik deze functie om naar het Init menu te gaan. 1- Geef een korte druk op SOUND. 2- Selecteer SOUND INIT met de toetsen 3- Druk op ENTER om naar het geluid init
menu te gaan (zie volgend menu).
Nota : U heeft toegang tot dit menu met een lange druk op de SOUND toets.
Overgaan naar het SAM Menu
Gebruik de SAM functie om direct naar het Hoofdmenu te gaan. 1- Geef een korte druk op SOUND. 2- Selecteer SAM met de toetsen 3- Druk op ENTER om naar het Hoofdmenu
te gaan.
.
SOUND INIT MENU
1- Houd de SOUND toets lang ingedrukt om
naar het SOUND INIT MENU te gaan (zie voorpagina).
2- Gebruik de toetsen
ren van een keuze.
3- Gebruik de toetsen
de keuzewaarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecte-
voor het instellen van
Opnieuw instellen van de Sound Init
Met deze functie kunt u de geluid set-up parameters volledig opnieuw instellen. 1- Houd SOUND lang ingedrukt. 2- Selecteer SND RESET met de toetsen 3- Druk op ENTER om het instellen te starten.
Instellen van de Geluidssterkte voor Lage Freq.
Deze functie die niet van de bron afhangt, stelt de geluidssterkte curve bij voor lage frequenties. 1- Houd SOUND lang ingedrukt. 2- Selecteer LOUD LOW met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van een niveau: niveau 0 tot niveau 3.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Opmerking: Het instellen van de geluidssterkte (Loudness) is enkel mogelijk als “Bass Treble” gekozen is als toonstijl (DSC).
Het instellen van de Geluidssterkte voor Hoge Freq.
Deze functie die niet van de bron afhangt, stelt de geluidssterkte curve bij voor hoge
.
frequenties. 1- Houd SOUND lang ingedrukt. 2- Selecteer LOUD HIGH met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van een niveauwaarde: niveau 0 tot niveau
3.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Opmerking: Het instellen van de geluidssterkte (Loudness) is enkel mogelijk als “Bass Treble” gekozen is als toonstijl (DSC).
Bepaling van de Bassen Freq. Drempel
Deze functie die niet van de bron afhangt, bepaalt de frequentiedrempel van de bassen. 1- Houd SOUND lang ingedrukt. 2- Selecteer BASS FREQ met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het kiezen van
80 Hz (standaard waarde) of 40 Hz.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Opmerking : De instelling wordt in het geheugen opgeslagen zodat deze opnieuw gebruikt kan worden voor de toonstijl “Bass Treble” .
Bepaling Hoge Tonen Freq. Drempel
.
Deze functie die niet van de bron afhangt, bepaalt de hoge tonen frequentiedrempel. 1- Houd SOUND lang ingedrukt. 2- Selecteer TREB FREQ met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het kiezen van
5 kHz (standaard waarde) of 7 kHz.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
.
waarde.
Opmerking : De instelling wordt in het geheugen opgeslagen zodat deze opnieuw gebruikt kan worden voor de toonstijl “Bass Treble” .
.
Nederlands
.
.
107
Starten van de Automatische Nivellering
Deze functie stelt u in staat een automatische nivellering tussen de verschillende bronnen uit te voeren (met alleen inbegrip van de radio, CD/MP3, CDC; met uitzondering van Aanvullingen, Navigatie-In en Telefoon-In). 1- Houd SOUND lang ingedrukt. 2- Selecteer LEVELLER met de toetsen 3- Gebruik de toetsen
ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het instellen van
.
Bepaling van de Subwoofer Drempel
Deze functie stelt de lage doorgang filter­frequentie in voor de subwoofer versterker. 1- Houd SOUND lang ingedrukt. 2- Selecteer SUBWOOFER met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het instellen van
de waarde tot Freq 40, Freq 80 of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : Met de Telefoon IN bron en tijdens de aankondigingen, is het subwoofer niveau vastgelegd op 0 (niet op OFF) en kan niet worden gewijzigd.
Starten van de auto-equalizer*
Gebruik deze functie om de auto­equalizerkalibratie te starten (zie Configuratie). 1- Houd SOUND lang ingedrukt. 2- Kies AUTO EQ met de toetsen 3- Druk op ENTER.
Opmerking : Als de auto-equalizer-functie geactiveerd is dan kunt u deze uitschakelen door het apparaat uit te zetten.
Op maat instellen van de geluidsweergave*
Gebruik deze functie om de voor-/ achterluidspreker volgens uw persoonlijke smaak in te stellen door het amplitudeniveau van de vijf beschikbare frequentiebanden in te stellen. 1- Druk kort op SOUND.
.
2- Selecteer EQ STYLE met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van een speciale waarde: Custom (eigen
keuze) 1 tot Custom (eigen keuze) 5. 4- Houd SOUND lang ingedrukt. 5- Selecteer CUSTOMIZE met de toetsen 6- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van de aan te passen luidsprekers: Front
Speak (luidspreker voor) of Rear Speak
(luidspreker achter). 7- Druk op ENTER voor de bevestiging van uw
keuze. 8- Gebruik in de display:
- de toetsen een frequentieband voor de linker en rechter luidsprekers: 80Hz, 200Hz, 500 Hz, 2kHz of 8kHz.
- de toetsen amplitudeniveau: van -12 dB tot +12 dB.
Opmerking: Als u de instelling van de ene luidspreker naar de andere wilt kopiëren (links naar rechts of rechts naar links), gebruik dan de toetsen kopieerpijltje te verplaatsen (Copy R-L of Copy L-R) en druk vervolgens op ENTER.
voor het selecteren van
voor het aanpassen van het
om de kleine cursor boven het
.
.
.
* Enkel voor de CD4403
108
AUTOCOMPUTER
U krijgt afhankelijk van een korte of een lange druk op de COMPUTER toets twee verschillende menu's voor het instellen van de computerparameters.
AUTOCOMPUTER MENU
1- Geef een korte druk op de COMPUTER
toets om naar het AUTOCOMPUTER MENU te gaan.
2- Gebruik de toetsen
ren van een keuze.
3- Gebruik de toetsen voor het instellen
van de keuzewaarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Display van de tijd
Gebruik deze functie voor de tijddisplay. 1- Geef een korte druk op COMPUTER. 2- Selecteer TIME met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor de display van
de totaal gereden tijd (TOT) of de reistijd (TRIP).
4- Druk op ESC om het te verlaten.
Display van de temperatuur
Gebruik deze functie voor de display van de temperatuur. 1- Geef een korte druk op COMPUTER. 2- Selecteer TEMPERATURE met de toetsen
: de set beeldt de buitentemperatuur
af.
3- Druk op ESC om het te verlaten.
Display van het batterijvoltage
Gebruik deze functie om het huidige batterijvoltage weer te geven (nauwkeurigheid: 0,1 V). 1- Druk kort op COMPUTER. 2- Kies BATTERY met de toetsen
display wordt het batterijvoltage weergegeven.
3- Druk op ESC om af te sluiten.
Opmerking : De batterij geeft het voltage bij de autoradio-ingang weer, niet bij de motor.
voor het selecte-
.
: in het
Display van de klok
Gebruik deze functie voor de display van het uur en de minuten van de klok. 1- Geef een korte druk op COMPUTER. 2- Selecteer CLOCK met de toetsen
set beeldt de actuele tijd af. 3- Druk op ESC om het te verlaten.
: de
Display van de snelheid
Gebruik deze functie voor de display van de actuele snelheid, de gemiddelde snelheid of de maximum behaalde snelheid. 1- Geef een korte druk op COMPUTER. 2- Selecteer SPEED met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van: CUR (actuele snelheid), AVG (gemid-
delde snelheid) of MAX (maximum be-
haalde snelheid). 4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Opmerking : U kunt deze functie enkel gebruiken wanneer het snelheidssignaal aangesloten en gekalibreerd is (zie SDVC en Kalibreren van de snelheid op de pagina’s 91 en 95 respectievelijk).
.
Display van de afstand
1- Druk kort op COMPUTER. 2- Kies DISTANCE met de toetsen . 3- Gebruik de toetsen om de totale
afgelegde afstand (TOT) of de afstand van
de rit (TRIP) weer te geven. 4- Druk op ESC om af te sluiten.
Opmerking : U kunt deze functie enkel gebruiken wanneer het snelheidssignaal aangesloten en gekalibreerd is (zie SDVC en Kalibreren van de snelheid op de pagina’s 91 en 95 respectievelijk).
Overgaan naar het CAR COMPUTER Init Menu
Gebruik deze functie om naar het Autocom­puter Init Menu te gaan. 1- Geef een korte druk op COMPUTER. 2- Selecteer COMP. INIT met de toetsen 3- Druk op ENTER om naar het Autocom-puter
Init Menu te gaan (zie volgend menu).
Nederlands
.
109
Overgaan naar het SAM Menu
Gebruik de SAM functie om direct naar het Hoofdmenu te gaan. 1- Geef een korte druk op COMPUTER. 2- Selecteer SAM met de toetsen 3- Druk op ENTER om naar het Hoofdmenu
te gaan.
.
AUTOCOMPUTER INITIALISATIE
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt om
naar het AUTOCOMPUTER INIT MENU te gaan.
2- Gebruik de toetsen voor het selecte-
ren van een keuze.
3- Gebruik de toetsen
de keuzewaarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
voor het instellen van
Uurinstelling
Gebruik deze functie voor het instellen van het uur. 1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt. 2- Selecteer SET HOUR met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het instellen van
het uur.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Nota : U kunt het uur alleen wijzigen wanneer de klok in de handmatige modus staat.
.
Minuteninstelling
Gebruik deze functie voor het instellen van de minuten. 1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt. 2- Selecteer SET MINUTE met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het instellen van
de minuten.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : U kunt de minuten alleen wijzigen wanneer de klok in de handmatige modus staat.
Instellen van het Klok Type
Gebruik deze functie voor het instellen van de klokopmaak: 12 uur of 24 uur. 1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt. 2- Selecteer CLOCK TYPE met de toetsen 3- Gebruik de toetsen
12 U of 24 U (standaard waarde).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
voor het kiezen van
Selectie van Klok Bijwerking Modus
Gebruik deze functie om de klok handmatig in te stellen of deze automatisch bij te werken via RDS. 1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt. 2- Selecteer CLOCK MODE met de toetsen 3- Gebruik de toetsen
tussen RDS (standaard waarde) of
Handmatig. 4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het kiezen
Selectie van de Temperatuur Eenheden
Gebruik deze functie om de eenheid voor de temperatuurdisplay te selecteren. 1- Houd de COMPUTER toets lang inge-drukt. 2- Selecteer TEMP. UNITS met de toetsen 3- Gebruik de toetsen
de eenheden: C (Celsius: standaard waarde)
of F (Fahrenheit). 4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het kiezen van
Starten van het Vorst Alarm
Gebruik deze functie om het vorstalarm in te stellen: zodra de temperatuur beneden de 3 °C daalt, wordt een alarm gestart. 1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt. 2- Selecteer FROST WARN met de toetsen 3- Selecteer ON of OFF met de toetsen om
de functie te activeren/deactiveren. 4- Druk op ESC voor het invoeren van de
.
waarde.
Nota : U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de temperatuurreceptor aangesloten is.
Selectie van de Snelheid Eenheden
Gebruik deze functie om de eenheid voor de snelheiddisplay te selecteren. 1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt. 2- Selecteer SPD UNITS met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het instellen van
de units: km/u of mpu
.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
.
.
.
.
110
Instellen van de snelheidswaarschuwing
Gebruik deze functie om de snelheid in te stellen waarbij u gewaarschuwd wordt indien u deze snelheid overschrijdt. 1- Houd COMPUTER lang ingedrukt. 2- Kies SPEED WARN met de toetsen 3- Gebruik de toetsen om uw keuze te
maken:
- OFF om de snelheidswaarschuwing uit te schakelen.
- 50 km/h tot 250 km/h (31mph tot 156 mph) om de snelheid waarbij gewaarschuwd wordt in te stellen.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen
Opmerking : U kunt deze functie enkel gebruiken wanneer het snelheidssignaal aangesloten en gekalibreerd is (zie SDVC en Kalibreren van de snelheid op de pagina’s 91 en 95 respectievelijk).
.
Instellen van de pauzewaarschuwing
Gebruik deze functie om een pauzewaarschuwing in te stellen. Als u dan langer dan 2 uur aan het rijden bent, verschijnt om de 15 minuten een waarschuwing in het display. 1- Houd COMPUTER lang ingedrukt. 2- Kies BREAK WARN met de toetsen 3- Gebruik de toetsen om ON of OFF te
kiezen om de functie in te schakelen/ uit te schakelen.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
.
Inschakelen van de batterijwaarschuwing
Gebruik deze functie om een waarschuwingswaarde voor de batterij in te stellen: als het batterijvoltage dan onder deze waarde komt dan verschijnt er een waarschuwing in het display. 1- Houd COMPUTER lang ingedrukt. 2- Kies BAT. WARN met de toetsen 3- Gebruik de toetsen
stellen.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
om de waarde in te
.
Kiezen van de informatie die u wilt weergeven
Gebruik deze functie om in te stellen wat in de eerste regel van het display komt te staan als u op de toets DISPLAY gedrukt heeft. 1- Houd COMPUTER lang ingedrukt. 2- Kies INFO LINE met de toetsen 3- Gebruik de toetsen om de informatie te
kiezen die u wilt weergeven: temperatuur,
klok, gemiddelde snelheid (avg),
maximumsnelheid, huidige snelheid (cur),
totale rijtijd, tijd van de rit, totale afstand (total
dist), afstand van de rit (trip dist), batterij. 4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
.
Starten van de snelheidskalibratie
Gebruik deze functie om de snelheidskalibratie te starten. 1- Houd COMPUTER lang ingedrukt. 2- Kies SPD CALIB met de toetsen 3- Druk op ENTER om de kalibratie te starten.
Opmerking: Zie Kalibreren van de snelheid op pagina 95.
.
Instellen van de PDC
Gebruik deze functie om de PDC in te schakelen/ uit te schakelen. 1- Houd COMPUTER lang ingedrukt. 2- Kies PDC met de toetsen 3- Gebruik de toetsen om de functie in te
stellen : ON of OFF. 4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
.
Resetten van de parameters
Gebruik deze functie om de parameters van de autocomputer te resetten. 1- Houd COMPUTER lang ingedrukt. 2- Kies RESET met de toetsen 3- Druk op ENTER. 4- Gebruik de toetsen
te kiezen die u wilt resetten : SPEED MAX,
SPEED AVG, TRIP of TOTAL. 5- Druk op ENTER om het resetten van de
gekozen parameter in gang te zetten. 6- Herhaal de stappen 4 en 5 om nog een
parameter te resetten.
.
om de parameter
Nederlands
111
BERICHT
U kunt het Bericht Menu bereiken met een lange druk op de DISPLAY toets (zie voorpagina's).
Zorgt voor een automatische update van alle opgeslagen FM-zenders terwijl een andere bron ingeschakeld is (bijvoorbeeld CD / MP3 / CDC of geluid uitgeschakeld)
U kunt alle opgeslagen FM-zenders automatisch updaten terwijl u naar een andere bron luistert. 1- Houd SOURCE lang ingedrukt. 2- Kies RDSMEM DYN met de toetsen 3- Gebruik de toetsen om de functie in te
stellen: ON (standaardinstelling) of OFF.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
Activeren van de Verkeersberichten (TA)
U kunt de TA modus activeren om de verkeersberichten te kunnen beluisteren. 1- Houd de SOURCE toets lang ingedrukt. 2- Selecteer TRAFFIC met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het instellen van
de functie: ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : Wanneer de radio geen TA levert, gaat de set een zender zoeken die hierin voorziet.
Activeren van de Nieuwsberichten
U kunt de Nieuws modus activeren om naar de nieuwsberichten te kunnen luisteren. 1- Houd de SOURCE toets lang ingedrukt. 2- Selecteer NEWS met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het instellen van
de functie: ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
* Enkel voor de CD4403
112
.
.
.
Overgaan naar het SAM Menu
Gebruik de SAM functie om direct naar het Hoofdmenu te gaan. 1- Houd SOURCE lang ingedrukt. 2- Selecteer SAM met de toetsen 3- Druk op ENTER om naar het Hoofdmenu
te gaan.
.
ANIMATIE
U kunt het Animatie Menu bereiken met een lange druk op de DISPLAY toets (zie voorpagina's).
Instellen van de diagram in het display*
Met deze functie kunt u de gewenste diagram in het display kiezen. 1- Houd DISPLAY lang ingedrukt. 2- Kies ANALYSER1 met de toetsen 3- Gebruik de toetsen
maken : OFF, Fill peakH, Bass Eyes, Magic
Eyes, Analog, Propeller of Peak hold. 4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
om uw keuze te
Selectie van screensaver
Met deze functie kunt u een animatie selecteren voor de screensaver. 1- Houd de DISPLAY toets lang ingedrukt. 2- Selecteer SCRN SAVER met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van een animatie van de screensaver: OFF,
Invador, Comets, Las Vegas, Star or Rain. 4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Instellen van de Tijd voor de Screen Saver
Deze functie maakt de configuratie mogelijk van de tijd voor het activeren van de screensaver. 1- Houd de DISPLAY toets lang ingedrukt. 2- Selecteer TRIGGER met de toetsen 3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van: 10, 30 of 60 sec. 4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
.
.
.
Nota : Handelingen van de gebruiker, berichten, geluidloze telefoon of het invoeren van een disk kunnen de screensaver onderbreken.
Overgaan naar het SAM Menu
Gebruik de SAM functie om direct naar het Hoofdmenu te gaan. 1- Geef een korte druk op COMPUTER. 2- Selecteer SAM met de toetsen 3- Druk op ENTER om naar het Hoofdmenu
te gaan.
.
ACCESSOIRES
Los verkrijgbare accessoires:
• Adapterkabel AC1111 voor ISO A-B adapter
• Adapterkabel AC1100 voor C1 (gele
aansluiting) om aan te sluiten:
- Externe versterker.
• Adapterkabel AC1101 voor C2 (groene
aansluiting) om aan te sluiten:
- Externe temperatuur CA1301
• Externe Parking Distance Controller
CA1314.
• Adapterkabel ACP1100 voor D1 om aan te
sluiten:
- Externe mobiele telefoon
• Adapterkabel AC1104 voor D2 om aan te
sluiten:
- Ingang AUX
- Extern mute-signaal bij navigatie
- Externe subwoofer
• Cd-wisselaar (4, 6, 10 disks met digitale
output)
• Infraroodafstandsbediening
- Externe afstandsbediening voor op het stuur RCS4000, RCS5100
-Creditcard-afstandsbediening CA1103
• Handsfree-kit voor de telefoon PCK1100 en adapterkabel voor de belangrijkste merken mobiele telefoons
Nederlands
113
INSTELLEN VAN WAARDEN
SAM Menu (Hoofd Menu)
Selecteert de scantijd voor CD nummers of radiostations Activeert/deactiveert de ON/OFF Logische functie die het gebruik van de instal latie tot 1 beperkt na het eruit nemen van de startsleutel Activeert/deactiveert de aanvullende bron Activeert/deactiveert het visuele temperatuuralarm Volume van toetstonen Keuze van toetstonen voor verschillende handelingen
Selecteert het volumeniveau voor Verkeersberichten, Nieuwsberichten en Noodberichten Selecteert:
> IN als u de ontvangen oproep wenst te versterken via de autoluidsprekers > NO als geen telefoonaansluiting aanwezig is > MUTE voor een automatische radio onderbreking tijdens het gesprek
Selecteert LOW of HIGH naar gelang het geluidloze signaal van de telefoon Toename/Afname van het telefoonvolume Selecteert:
> IN als u de gesproken gidsberichten wenst te versterken via de autoluidspreker
> NO als er geen navigatiecomputer op de set is aangesloten > MUTE voor een automatische radio onderbreking tijdens de gesproken gidsberichten
Selecteert LOW of HIGH naar gelang het geluidloze signaal van de navigatiecomputer
Selecteert van het SDVC compensatie volumeniveau (alleen bij aansluiting en kalibreren, zie SDVC). Niv1 geeft een kleinere toename terwijl niveau 5 een grotere toename geeft waarbi j rekening wordt gehouden met de snelheid van de auto.
Start de installatie Voor de bijstelling van de helderheid van het displaylicht
pijlen pijlen
arrows arrows
Scan time Logic
Auxiliary
Warn LED Chimes lvl Chimes set Key press Confirm Announce Warning Errors Welcome Bye-bye
Default
TA Volume
Phone
Phone lvl
Phone Vol. Nav
Nav lvl
SDVC type
Install Brightness
5 to 15 secs On / Off
On / Off On / Off 1 to 5 Press Enter On / Off Off
Announce 1 / 2 Confirm 1 / 2 Error 1 / 2 Goodbye 1 / 2 / 3 / 4 Telepho 1 / 2 / 3 Warning 1 / 2 / 3 Welcome 1 / 2 / 3 / 4 Buup –3x Buup FAST / SLOW Beep –3x Beep FAST / SLOW Beep2 –3x Beep2 FAST / SLOW Gong–3x Gong FAST / SLOW Warn –3x Warn FAST / SLOW Warn2 –3x Warn2 FAST / SLOW Press Enter
+0 to +8
In / No / Mute
Low / High
-30 to +30 In / No / Mute
Low / High
Off / Curve 1 / 2 / 3 / 4 / 5
Press Enter 1 to 10
114
Tuner Menu (Radio Menu)
Selecteert de golfband
Start de automatisch opslag van stations
Laadt het RDS geheugen op de actuele golfband
Selecteert het Programma TYpe
Activeert/Deactiveert de Alternatieve Frequentie functie Start het scannen op de actuele golfband Selecteert:
> Handmatig voor een handmatig zoeken, > AUTO voor een automatisch scannen.
Geeft een naam aan de radiofrequentie Slaat een station in het geheugen op onder nummer X Gaat naar het radio init menu Gaat naar het hoofdmenu
Tuner Init Menu (Radio Init Menu)
Selecteert het scantype Selecteert het zoekniveau Stelt de radio af op het continent
Kies de regio-instelling Schakel MW in/ uit
Schakel LW in/ uit
CD/MP3, CDC MENU
pijlen pijlen
Band
Start AST Start Memo PTY Search
AF Scan Tuning
Name
Save in Tuner Init SAM
pijlen pijlen
Scan type Search lvl Tuner
Regional MW LW
FM 123 / FM Memo / FM AST /
MW 123 / MW AST / LW
Press Enter
Press Enter
News / Affairs / Info / Sport...
(Press Enter to search).
On / Off
Press Enter (press Esc to stop scan)
Auto / Manual
Empty X (Press Enter to save)
Press Enter
Press Enter
Nederlands
Presets / Freq Distant / Local USA / EUR / ASIA
Auto / On / Off On / Off On / Off
Activeert/Deactiveert het scannummer
Geef een naam aan de cd (enkel bij audio-cd’s) Wis de naam van de cd (enkel bij audio-cd’s)
Activeert/Deactiveert de geluid compressie Activeert/Deactiveert het herhalen van nummer Activeert/Deactiveert het willekeurig afspelen van nummer Gaat naar het SAM menu
pijlen pijlen
Intro scan CD Name Del Name Compress Repeat Random SAM
Press Enter (Press Esc to stop ) Press Enter
Off / Low / Mid / High
On /Off (Off / File / Album) On /Off (Off / Album / All CD)
Press Enter
115
Sound Menu (Geluid Menu)
Activeert/Deactiveert de geluidssterkte Selecteert voorbepaalde genres
Selecteert voorbepaalde genres
Toename/Afname niveau van bassen Toename/afname niveau van hoge tonen Bijstelling van de balans tussen linker en rechter luidspreker Bijstelling van de afvlakking tussen lui dsprekers voor- en achterin Toename van subwoofer volume Gaat naar het Sound Init menu Gaat naar het SAM menu
Sound Init Menu
Reset de geluidsparameters Toename van te activeren niveau (GELUIDSSTERKTE in lage freq.) Toename van te activeren niveau (GELUIDSSTERKTE in hoge freq.) Selecteert frequentiedrempel van bassen Selecteert frequentiedrempel van hoge tonen Automatische balans van geluidsniveau audiobron On/Off Sub Woofer ON/OFF bij frequentie van 40 of 80 Hz
Auto equalizing
Voor het aanpassen van het niveau van de versterker van de
luidspreker frequentieband
pijlen pijlen
Loudness DSC Style
EQ Style*
Bass Treble Balance Fader Subwfr Vol Sound Init SAM
pijlen pijlen
Snd Reset Loud Low Loud High Bass Freq Treb Freq Leveller Subwoofer Auto EQ* Customize*
On / Off Bass Treble / Rock cafe / Bodega / Techno Club / Arena / Jazz Club / Direct SND Auto EQ / Off / Custom1 – Custom5
-9 to +9
-9 to +9 Right 1 to 9 / Middle / Left 1 to 9 Rear 1 to 9 / Middle / Front 1 to 9 0 to 12 Press Enter Press Enter
Press Enter Level 0 / 1 / 2 / 3 Level 0 / 1 / 2 / 3 40 Hz / 80 Hz 5 kHz / 7 kHz On / Off Off / Freq 40 / Freq 80 Press Enter Front speaker / Rear speaker
Car Computer Menu (Autocomputer Menu)
Display van de tijd Display van de actuele temperatuur
Display van de actuele accuvoltage
Stelt de tijd bij Selecteert de snelheidseenheid
Display van de afgelegde afstand (rit/totaal)
Gaat naar het Autocomputer Init Menu Gaat naar het SAM menu
* Enkel voor de CD4403
116
pijlen pijlen
Time Temperat. Battery Clock Speed (unit) Dist (unit) Comp. Init SAM
Tot / Trip
Max / Avg / Cur Tot / Trip Press Enter Press Enter
Car Computer Init Menu (Autocomputer Init Menu)
Stelt het uur in Stelt de minuten in Tijd display opmaak Activeert de RDS klok modus Selecteert de temperatuurseenheden Stelt het vorstalarm in Selecteert de snelheidseenheden Stelt het snelheidsalarm in
Stel de pauzewaarschuwing in Stel de batterijwaarschuwing in Kies de informatie die u wilt weergeven
Start kalibreren van de snelheid
Schakel de PDC in/ uit (indien aangesloten)
Stelt de parameters opnieuw in
Announce Menu (Berichten Menu)
Activeert/Deactiveert het Dynamic RDS geheugen vulling/bijwerking
Activeert/Deactiveert de Verkeersberichten modus Activeert/Deactiveert de Nieuwsmodus Gaat naar het SAM menu
Animations Menu (Animatie Menu)
pijlen pijlen
Set hour Set minutes Clock type Clock mode Temp unity Frost warn Spd unity Speed Warn
Break warn Bat. warn Info line
Spd calib. PDC Reset
pijlen pijlen
RDSmen Dyn Traffic News SAM
1 AM-12 AM / 1 PM-12 PM 00-59 24 h / 12 h RDS / Manual °C / °F On / Off Km/h / mph Off / 50 km/h to 250 km/h Off / 31 mph to 156 mph On / Off 9 – 16v Temperature / Clock / Avg speed max speed / cur speed / total time / Trip time / total dist. / Trip dist / battery
Press Enter On / Off Press Enter
Nederlands
On / Off
On / Off On / Off Press Enter
Kies een displaydiagram
Selecteert een screensaver animatie
Stelt de tijd in voor het activeren van de screensaver Gaat naar het SAM menu
Analyser 1*
Scrn Saver
Trigger SAM
Off / Fill PeakH / Bass Eyes / Magic Eyes / Analog / Propeller / Peak Hold Off / Invador / Comets / Las Vegas / Star / Rain 10 sec / 30 secs / 60 secs Press Enter
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Het kan voorkomen dat uw autoradio niet naar verwachting functioneert. Gelieve voordat u met een servicedienst gaat bellen, deze handleiding door te lezen en de instellingswaarden zorgvuldig na te kijken: u kunt bemerken dat een functie niet precies kan werken met de door u bepaalde waarde. Wanneer u echter uw set ter reparatie moet verzenden, stuur deze dan in zijn geheel met de mobiele satelliet. (Tracht niet de autoradio te openen om deze zelf te repareren).
* Enkel voor de CD4403
117
GEEN ENERGIE
SYMPTOMEN
De radio werkt niet.
De set werkt niet en het displayscherm wordt niet verlicht.
GEEN GELUID
Het display scherm wordt verlicht maar de set geeft geen geluid (of alleen een fluittoon).
Er komt geen geluid uit de luidsprekers (voor- en achterin), noch voor de radio noch voor de CD.
Er komt geen geluid uit de luidsprekers na de aansluiting van een telefoon.
Er komt geen geluid uit de subwoofer na de aansluiting van een externe versterker.
GELUIDSPROBLEEM
Het geluidsniveau is te laag tijdens de verkeers- of nieuwsberichten. Het geluidsniveau neemt af.
Het telefoongeluid is misvormd.
CD FOUTEN
De set werkt niet tijdens het gebruik van de CD speler of de MP3 speler, en ERROR CD wordt afgebeeld.
De set werkt niet tijdens het gebruik van de CD wisselaar, en ERROR CD wordt afgebeeld.
De CD naam is niet beschikbaar in het CD menu.
CDC FOUT
De display beeldt CDC ERR af.
TEMPERATUURFOUT
De display beeldt TEMP ERR af.
De display beeldt HI TEMP af.
FUNCTIEFOUT
De SDVC is niet beschikbaar.
De Auto-equalizing is niet beschikbaar.
Controleer:
OORZAAK/REMEDIE
> Dat de set goed geïnstalleerd is in het dashboard (zie MONTAGE). > Dat de set goed aangesloten is (zie Installatie Kaart en INSTALLATIE).
> Schakel de set uit. > Controleer de zekering (zie INSTALLATIE).
Controleer:
> Verhoog het volume: Wanneer u naar de radio luistert, draai dan naar een zone waar de ontvangst van het station beter is. > Controleer de antenne en de aansluiting ervan (zie INSTALLATIE).
> Controleer dat het zoeken naar een station is beëindigd. > Wanneer uw portable telefoon is aangesloten, controleer dan de
Telefooninstelling.
Controleer de luidsprekeraansluitingen op B (zie INSTALLATIE) en de luidsprekerbalans (zie Sound Menu).
Controleer uw telefoon installatie: > de aansluiting binnen in de TEL IN aansluiting D1 (zie INSTALLATIE) > De instelling van het detectieniveau (zie SAM Init Menu).
Controleer uw externe versterker installatie: > de aansluiting van de externe versterker op D2 (zie INSTALLATIE)
Controleer:
Stel het volume bij voor de berichten (zie Sound Setup Menu).
Beeld de temperatuur van de set af: wanneer de temperatuur te hoog is, neemt het geluidsniveau automatisch af.
> Verminder het geluidsvolume van de telefoon tot de misvorming wordt opgeheven. > Vermeerder het telefoonvolume met de set (zie SAM Init Menu).
Controleer:
> Dat de CD goed in de CD speler is geschoven, > dat de speler minstens een CD bevat, > dat de disk goed is ingevoerd; dat er geen vuile, vreemde of beschadigde disk is ingevoerd; Dat de speler satelliet goed is gesloten.
> Dat het magazijn goed is ingevoerd in de CD wisselaar, > dat de wisselaar minstens een CD bevat, > dat de disks goed zijn ingevoerd; dat er geen vuile, vreemde of beschadigde disk is ingevoerd; Dat de wisselaar satelliet goed is gesloten.
Wis minstens een CD naam door middel van de Del naamfunctie. Vergeet niet dat u meer dan 50 CD’s een naam kunt geven.
Controleer:
De link tussen de CD wisselaar en de versterker is niet operationeel. Neem contact op met uw dealer.
Controleer:
Controleer dat de temperatuursreceptor goed is aangesloten (zie INSTALLATIE).
Het radiosysteem is overgegaan naar de hittebescherming modus: het geluidsniveau is verminderd. Het radiosysteem keert weer terug naar de normale modus zodra de heersende temperatuur is gedaald.
Controleer:
> Dat de snelheidsmeter goed is aangesloten op A1 (zie CONFIGURATIE) > dat het kalibreren van de snelheid niet is gekalibreerd (zie CONFIGURATIE).
De auto-equalizing is niet gekalibreerd (zie CONFIGURATIE).
118
Loading...