Willen wij u danken voor de aanschaf van dit VDODAYTON product dat is ontworpen en gefabriceerd
volgens de bestaande Veilig-heidsregels, conform aan
de hoogste stan-daard en dat nauwkeurig is getest.
Gelieve u vertrouwd te maken met het toestel door
deze gebruikshandleiding zorgvuldig door te lezen.
Gebruik het toestel voor het doel ervan en
bewaar deze handleiding in uw voertuig voor
het toekomstig raadplegen.
Milieu
Dit boekje is gedrukt met recycling papier met
een laag chloorgehalte.
Het gebruik van de Navigatie Interface
Deze set is eenvoudig in het gebruik met enkele
bedieningselementen en een duidelijk
gestructureerd menu.
1- de menu's te verkrijgen met 6 toetsen (zie toetsen
en bijbehorende menu's op de voorpagina)
2- de functies te verkrijgen met de pijlen
in de menu's of submenu's.
3- een waarde voor de vooraf gekozen functie
te selecteren met de pijlen
4- het volume te vermeerderen/verminderen
met +/-.
5- de functie te verlaten of de keuze van de
gewijzigde waarde te bevestigen met ESC.
Door de eerste zes toetsen
of
verschillende menu’s oproepen die beschreven
worden op de voor- en de achterpagina.
lang ingedrukt te houden, kunt u de
.
kort in te drukken
AFKORTINGEN
AFAlternative Frequency
CDCCompact Disc Changer
PDCPark Distance Control
PTYProgram Type
RDSRadio Data System
SAM Software Access Menu
SDVC Speed Dependent Volume Control
TATraffic Announcement
EQEqualizer
Wanneer u voertuig voorzien is van volledige
ISO aansluitingen, kunt u de autoradio direct
installeren.
Wanneer de aansluitingen van uw voertuig
voldoen aan andere standaarden, moet u
contact opnemen met uw dealer voor het
verkrijgen van speciale adaptersnoeren (zie de
afbeeldingen op de installatiekaart) en vervolg
daarna zelf de installatie (zie VOORBEREIDING).
Nota : Verzeker u ervan dat de snoeren niet
door scherpe hoeken of bewegende delen
kunnen worden beschadigd.
VOORBEREIDING
Het toestel moet worden aangesloten op een
12V DC elektrisch systeem met een negatieve
aardeklem (autochassis).
Waarschuwing: Een installatie die
niet voldoet aan deze vereisten kan
!
resulteren in slecht functioneren,
beschadiging of brand!
Om het risico te vermijden van een kortsluiting tijdens de installatie, moet u de negatieve
klem los schakelen van de accu tot de set veilig
is geïnstalleerd en aangesloten.
(zie Installatiekaart Afb 1).
AANSLUITINGEN
Aansluiting A**
(zie Afb 2)
a-De voeding
1- Bruine draad A8: sluit aan op een aardepunt
op de autochassis.
2- Rode draad A7: sluit aan op een
permanente 12V voeding, hoofdvoeding
voor de set. Verzeker u ervan dat deze
aansluiting een stroom kan verdragen van
10A.
3- Geel/oranje draad A4: sluit aan op de
ingeschakelde 12V voeding van de starter
Opmerking : De logische functie ON/OFF (aan/
uit) is enkel beschikbaar wanneer de draad A7
(rood) aangesloten is op de permanente 12Vvoeding.
b- Optionele aansluitingen
Elektronische of Gemotoriseerde
Antenne
Sluit de voeding aan op pin A5 voor een
elektronische antenne of op de controledraad
voor het relais van een automatisch gemotoriseerde antenne. Gebruik de bijgeleverde
kleine aansluiting.
Nota 1 : Gebruik deze aansluiting niet voor
een directe voeding naar de antennemotor.
Nota 2 : Gebruik een passieve antenne met
een lange draad: sommige antennes kunnen
ontvangstproblemen voor de golfband
opleveren.
Controlelampje
Wanneer het voertuig grootlicht aan heeft, blijft
het controlelampje van de toets branden zelfs
wanneer de autoradio uitgezet is.
Sluit pin A6 aan op de dashboardbedrading,
met de hiervoor bijgeleverde kleine aansluiting.
SDVC en Snelheidsalarm
De SDVC (Volume Bediening Afhankelijk van de
Snelheid) vermeerdert of vermindert automatisch
het volume naar gelang de snelheid van het
voertuig. Het snelheidslimiet alarm kan worden
gebruikt om aan te geven dat u een bepaalde
snelheid overschreden heeft.
Sluit pin A1aan op een signaal van de
snelheidsmeter (sommige voertuigen zijn
hiervoor al aangepast: b.v. sommige VW en
Vauxhall/Opel modellen). Gelieve hieromtrent
contact op te nemen met uw dealer.
Is dit niet het geval, gebruik dan een
gedetailleerdere installatie die om extra uitrusting
vraagt. Dit moet worden uitgevoerd door een
mecanicien die ervaring heeft met mechanische
en elektrische autosystemen. Zie, na het
aansluiten, ‘Kalibreren van de snelheid’ onder
CONFIGURATIE op pagina 95.
Nederlands
** Gelieve voor dit accessoire contact op te nemen met uw dealer.
91
Aansluiting B**
Deze aansluiting wordt gebruikt voor het
aansluiten van de vier luidsprekers: links en rechts
voorin en links en rechts achterin (zie Afb 3).
Waarschuwing: Sluit nooit een
luidspreker aan op de aarde of
!
rechtstreeks op een booster/versterker of via een externe geleider
(tenzij deze is uitgerust voor het
ontvangen van een dergelijke input
met een hoog niveau) !
De vier luidsprekers moeten als volgt worden
aangesloten:
VoorinAchterin
Rechts(+) GrijzeBlauwe
draad B3draad B1
Rechts (-) Grijs/zwartBlauw/zwart
draad B4draad B2
Links(+)GroeneWitte
draad B5draad B7
Links (-)Groen/zwartWit/zwart
draad B6draad B8
Aansluiting C
à Deze speciale aansluitingenset
behoort tot de accessoires die
apart worden verkocht (raadpleeg uw dealer)
a- Gele Aansluiting C1
Snoeren gebruikt voor de uitgaande lijn (zie Afb 4).
U kunt met behulp van een RCA snoer een
versterker aansluiten met 2 of 4 aanvullende
luidsprekers of een subwoofer voor deze set.
1- Gebruik het rode contact voor de
aansluiting van het rechter kanaal en het
witte contact voor het linker kanaal.
2- Gebruik de blauwe draad (Pin 6) voor de
aansluiting van een zwakke versterker.
b- Groene Aansluiting C2
Snoeren gebruikt voor de Auto Computer
bediening (Parkeer Afstand Controle, temperatuur receptor, afstandbediening met draad) (zie
Afb 5). U heeft een geschikte adapterkabel nodig
(zie de lijst met accessoires op pagina 113).
** Gelieve voor dit accessoire contact op te nemen met uw dealer.
92
Temperatuur Receptor
U kunt een temperatuur receptor aansluiten op
de Pin 1 die u automatisch een zichtbaar en
hoorbaar signaal geeft wanneer de
buitentemperatuur onder de 3°C. Gebruik het
autocomputermenu om deze functie in/ uit te
schakelen.
Waarschuwing: De temperatuur
receptor is alleen een hulpmiddel
!
en kan niet worden gebruikt voor
het bepalen van nauwkeurige
wegcon-dities. U bent volledig
aansprakelijk voor de beslissing
of het verant-woord is om door
te rijden.
PDC
Gebruik Pin 10 (ingang) en Pin 12 (uitgang) om
de Parking Distance Controller van de auto aan
te sluiten. Wanneer de PDC geïnstalleerd is,
geeft deze een zichtbare en hoorbare
waarschuwing wanneer de auto achteruit rijdt
en in de buurt komt van een obstakel.
Afstand Bediening met draad
Gebruik de Pinnen 8 & 9 voor de aansluiting
van de afstandbediening accessoires.
c- Blauwe Aansluiting C3
Snoer gebruikt voor beschikbare aparte CD
wisselaar (zie Afb 6).
Nota : de set functioneert alleen met de CD
wisselaar met een digitale output (zie CD
wisselaar installatie).
Aansluiting D
à Deze speciale aansluitingenset
behoort tot de accessoires die
apart worden verkocht (zie uw
dealer)
a- Aansluiting D1
Via deze aansluiting kunt u een handsfree-kit
voor de telefoon (los verkrijgbaar) aansluiten
(fig. 7). Hiermee kan de batterij van uw mobiele
telefoon opgeladen worden en kan het geluid
van de mobiele telefoon via de luidsprekers van
de auto weergegeven worden. Neem contact
op met uw dealer voor meer informatie over
dit accessoire.
Telefooningang
Als u uw eigen carkit gebruikt dan heeft u een
geschikte adapterkabel nodig (zie de lijst met
accessoires op pagina 113).
Geluid uit bij telefoon
Gebruik deze ingang (pin 15) of gebruik de roze
draad TEL_MUTE om het ‘mute’-signaal van uw
telefoon aan te sluiten.
Opmerking : Voor u de telefoon gebruikt,
moet u het telefoonsysteem instellen en het
gewenste detectieniveau configureren in het
SAM-menu
b- Aansluiting D2
Deze aansluiting wordt gebruikt voor het
aansluiten van de audio-interface voor externe
apparaten zoals een navigatiesysteem en een
subwoofer (fig. 8). U heeft hiervoor een
geschikte adapterkabel nodig (zie de lijst met
accessoires op pagina 113).
Subwoofer/ versterker-uitgang
Gebruik deze interfaces (Pinnen 22 & 23) om
een subwoofer/ versterker aan te sluiten.
Sluit de blauwe draad (A5) aan op ‘Amplifier
Remote on/off’.
Opmerking : Voor u de subwoofer gebruikt,
moet u deze inschakelen (ON) en de
lagefrequentiedrempel kiezen in het menu
Sound Init (geluidsinstellingen) en het volume
van de subwoofer instellen in het menu Sound
(geluid).
Audio-ingangen
Gebruik deze ingangen (Pinnen 24, 27 & 28)
om extra audioapparatuur aan te sluiten.
Geluid uit bij navigatie
Gebruik deze ingang (pin 26) om het ‘mute’signaal van uw navigatiesysteem aan te sluiten.
Opmerking : Voor u uw navigatiesysteem
gebruikt, moet u het navigatiesysteem instellen
en het gewenste detectieniveau configureren
in het SAM-menu.
MONTAGE
METALEN HULS
1- Steek de metalen huls in de opening (182
x 53 mm) van het autodashboard of het
bedie-ningpaneel (zie Afb 11). Zie
installatiekaart.
Voor de CD speler van hoge kwaliteit moet
de metalen huls binnen de aangegeven
grenzen worden geplaatst: in een hoek van
0° tot +30°.
2- Zet de huls vast door de metalen pennen
naar buiten te buigen met een
schroevendraaier (zie Afb 11).
AUTORADIO
Aansluiting van de radio
(Zie Afb 9 en Afb 10)
1- Controleer dat de accu is los geschakeld.
2- Steek de antenne aansluiting E in het
antennecontact (een goede ontvangst is
alleen mogelijk met een goede antenne):
gebruik de antenne aanpassing wanneer dit
nodig is. Gebruik de J haak achter op de
set om het vastzetten te verzekeren.
3- Steek de aansluiting voor de voeding in het
contact A7.
4- Steek de aansluitingen van de luidsprekers
in contact B (B1 tot B8).
· (optie) Neem de beschermingslaag weg
van het contact C.
· (optie) Steek de gele aansluiting in contact
C1.
· (optie) Steek de blauwe aansluiting voor
de CDC in het contact C3.
· (optie) Steek de groene aansluiting in het
contact C2. De groen aansluiting past
tussen de gele aansluiting C1 en de blauwe
aansluiting C3. U heeft minstens een van
deze aansluitingen nodig om C2 op zijn
plaats te houden.
Montage van een DIN radio
(Zie Afb 12)
1- Schuif de radio in de metalen huls tot de
veren aan beide kanten in de openingen
springen.
93
Nederlands
2- Sluit de negatieve klemmen weer op de
accu aan (zie Afb 15): de installatie is nu
gereed.
Nota : De buffermontage, direct gemonteerd
op de achterkant zorgt voor een
veiligheidspositie.
Montage van een JIN radio**
(Zie Afb 13)
1- Neem de façade van uw radio weg.
2- Breng uw radio via de achterkant van het
dashboard naar binnen tot de haken aan
beide kanten in de schroefgaten passen.
3- Schroef beide kanten van uw autoradio vast
met de M5 x 6 mm schroeven.
4- Monteer de façade.
5- Sluit de negatieve klem van de accu weer
aan (zie Afb 15): de installatie is nu gereed.
Het wegnemen van de radio
(zie Afb 14)
U kunt de radio ontsluiten met de twee hiervoor
bestemde U haken links en rechts.
1- Controleer dat de accu is los geschakeld.
2- Neem de façade weg.
3- Breng elke U haak in de goede stand in de
bijbehorende zijkantcontacten tot deze
vastzitten.
4- Neem de radio uit de metalen huls.
Waarschuwing: Ga voorzichtig te
werk met de aansluitingen bij de
!
montage van de radio of bij het
eruit nemen, om schade te
voorkomen.
Nota 2 : Wanneer u deze procedure niet
navolgt, riskeert u de set te beschadigen
hetgeen de garantie opheft.
Het opheffen van interferentie
De meeste moderne auto's bezitten een
efficiënte interferentie opheffing. Wanneer u
interferentie tegenkomt, raadpleeg dan uw
garage.
Gebruik van afstandbediening**
U kunt twee typen infrarood gebruiken als
accessoire voor een afstandbediening van uw
set:
1- Credit Card Formaat.
2- Stuur.
Installatie van een subwoofer
U kunt een subwoofer installeren als een
hoofdelement van uw geluidsreproductie
systeem.
Met een externe versterker:
a/ Sluit de subwoofer luidspreker op een
externe versterker aan en dan op D2 (Pin
23: subwoofer output).
b/ Selecteer een lage frequentiedrempel in
het Sound Init Menu: 40 of 80 Hz.
Nota 1 : Voordat u de subwoofer gebruikt, kunt
u het volume bijstellen in het Sound Menu.
Het vervangen van een zekering
1- Neem de zekering F weg van de
contactdoos achter de radio.
2- Vervang deze door een nieuwe 10A
zekering van het blad type.
Nota 1 : De nieuwe zekering moet dezelfde
waarde bezitten en van hetzelfde type zijn,
anders wordt de set niet voldoende beschermd.
** Gelieve voor dit accessoire contact op te nemen met uw dealer.
94
BEVEILIGING
FAÇADE
Het wegnemen van de façade
1- Druk op de RELEASE toets.
2- Trek de façade naar u toe.
3- Neem de mobiele façade met u mee
wanneer u de auto verlaat.
4- Bewaar de façade in de bijbehorende
beschermingshoes.
Het terugplaatsen van de façade
1- Steek de totale rechterkant van de façade
in de aansluiting van de set.
2- Duw de linkerkant van de façade op zijn
plaats tot deze in de goede positie springt.
Nota 1 : Wanneer u een waarschuwingssignaal hoort, is de façade niet goed geplaatst.
Nota 2 : Om een goede aansluiting tussen de
set en de mobiele eenheid te verzekeren, is het
aan te bevelen de aansluitingen van tijd tot tijd
voorzichtig te reinigen met een wattenstaafje.
WAARSCHUWINGEN
Waarschuwingsled
Wanneer het instrument is uitgezet en de
façade is weggenomen, knippert de Waarschuwingsled.
U kunt de Waarschuwingsled uitzetten (zie
Hoofdmenu, Waarschuwingsled functie).
IDENTIFICATIENUMMER
De set bezit een uniek identificatienummer
afgebeeld op de veiligheidskaart (zie
gescheiden installatiekaart).
Waarschuwing: Laat u veiligheidskaart niet achter in uw auto. Het
!
is uw eigendomsbewijs wanneer
de set wordt gestolen, wanneer de
façade is verloren of wanneer de
set een servicedienst nodig heeft.
CONFIGURATIE
Kalibreren van de snelheid
Gebruik deze functie om de snelheidswaarde
handmatig te kalibreren overeenkomstig de
huidige snelheid van uw auto.
1- Start de motor van uw auto met de
contactsleutel.
2- Zet de autoradio aan.
3- Houd, met een stationair draaiende motor,
de toets COMPUTER lang ingedrukt.
4- Kies SPD CALIB. met de toetsen
5- Druk op ENTER om het kalibreren te starten:
in het display verschijnt ‘DRIVE 0 km/h’.
6- Controleer of de motor nog steeds
stationair draait en druk nogmaals op
ENTER : in het display verschijnt ‘DRIVE
50km/h’.
7- Ga nu rijden tot een snelheid van 50 km
per uur (30mph).
8- Zodra u 50 km per uur (30mph) bereikt
heeft, drukt u op ENTER om de snelheid te
bevestigen.
Waarschuwing : Houd u zich
!
aan de lokale verkeersregels.
9- Er volgt een bericht om u te laten weten of
het kalibreren gelukt of mislukt is: de
waarde voor het SDVC-niveau is op 3
ingesteld (zie het menu Sound).
Opmerking : Als u het kalibreren wilt
onderbreken voor de snelheid bereikt is, druk
dan op ESC.
.
Nederlands
95
Het kalibreren van de Auto
Equalizer*
Deze functie kan de frequentiecurven van de
luidsprekers meten en deze aanpassen voor het
compenseren van de zwakke zones in het
akoestische spectrum van de luidsprekers & de
auto.
Deze instellingen (een 5-bandcurve voor elke
luidspreker) worden opgeslagen in een vast
geheugen.
1- Houd de SOUND (GELUID) knop lang
ingedrukt.
2- Selecteer AUTO EQ met de pijlen
3- Druk op ENTER.
4- Neem de façade weg.
5- Steek de microfoon in het contact.
6- Plaats de microfoon.
Een serie hoge pieptonen raadt u aan het
voertuig te verlaten voordat u het kalibreren
start. Wanneer de auto-equalizing beëindigd
is, gaat de set automatisch uit op OFF: de EQ
modus is automatisch ingesteld op Auto EQ.
Nota : De auto-equalizing heeft voor een
efficiënte werking 2 of 4 aangesloten
luidsprekers nodig (rechtstreeks of via een
versterker).
Waarschuwing: In het geval dat u
een subwoofer heeft aangesloten
!
op uw installatie, ontkoppel deze
dan voordat u het kalibreerproces
start.
.
HOOFDFUNCTIES
Aan/Uit zetten
Druk op POWER voor het aan- en uitzetten van
de set met ON en OFF.
Selecteren van een bron
Uw autoradio is bestemd voor verschillende
soorten bronnen. U kunt deze selecteren met
een korte druk op de SOURCE (BRON) toets.
Druk op de SOURCE toets voor de display en
de selectie van de bron die u wilt spelen.
- Tuner (radio),
- CD/MP3,
- CD speler (CDC),
- Aanvulling.
Controle van het volume
a-Volume
Gebruik de toetsen +/- om het volume in te
stellen: het volume wordt automatisch harder
of zachter gezet als de SDVC-aansluiting
geïnstalleerd en gekozen is (zie Installatie op
pagina 91).
Nota : Verzeker u ervan dat u het verkeer steeds
kunt horen (claxons, sirenes, enz.).
b- Geluidloos
1- Druk op MUTE (GELUIDLOOS) om het audio
systeem geluidloos te maken.
2- Druk opnieuw op MUTE wanneer u de
laatst beluisterde audio bron wilt hervatten.
Nota 1 : In deze status kunnen de volgende
hoorbare situaties voorkomen: Berichten
(Verkeer, Nieuws, Navigatie), Telefoonoproepen, Alarmen.
Nota 2 : Bij sommige voertuigen kunnen
portables of het navigatiesysteem automa-tisch
de audio output onderbreken als deze met de
set zijn verbonden.
* Enkel voor de CD4403
96
c- Automatisch inschakelen
Als uw mobiele telefoon aangesloten is op de
autoradio (zie Aansluiting D1 op pagina 92) dan
mist u geen enkele oproep, zelfs niet als de
autoradio uitstaat; bij een inkomende
telefoonoproep wordt deze automatisch
ingeschakeld.
Display van Bron Informatie
Geef een korte druk op de DISPLAY toets voor
het afbeelden van de informatie (spoor, tijd,
info lijn, enz.) over de gekozen bron (Tuner, CD/
MP3, CDC).
SAM MENU
Het hoofdmenu stelt u in staat de hoofdkeuzes
van uw autoradio te configureren.
1- Houd de MUTE toets lang ingedrukt voor
het verkrijgen van het SAM MENU (HOOFD
MENU) (zie keuzes op voorpagina).
2- Gebruik de pijlen
van een keuze.
3- Gebruik de pijlen voor het instellen van
de keuzewaarde.
4- Druk op ESC om de waarde te verlaten.
Bepalen van de Tijd Scan
Met deze functie kunt u de tijd bepalen tot het
overgaan op het volgende station (Radio) of
op het volgende nummer (CD/MP3,CDC).
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer SCAN TIME met de pijlen
3- Gebruik de pijlen
een aantal seconden (10 sec in
standaardmodus).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Radiogebruik zonder dat u rijdt
Met deze functie kunt u de autoradio gebruiken zonder dat de auto rijdt (alleen wanneer
de A7 draad is aangesloten op een permanente voeding).
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer LOGIC met de pijlen .
voor het selecteren
.
voor het selecteren van
3- Gebruik de pijlen
ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : De instelling gaat na een uur vanzelf op
OFF of wanneer het voltage van de accu onder
de 9 volt daalt.
voor het selecteren van
Instelling van een Aanvullende
Uitrusting
Deze functie stelt u in staat een aanvullend
toestel op de set aan te sluiten of uit te
schakelen.
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer AUXILIARY met de pijlen
3- Gebruik de pijlen
ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecteren van
.
Aan-/Uitzetten van de
Waarschuwingsled
Met deze functie kunt u de knipperende LED
aan-/uitzetten (contact op Off of façade
weggenomen).
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer WARN LED met de pijlen
3- Gebruik de pijlen
ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecteren van
.
Instellen van het Audio Niveau van
de Signalen
Met deze functie kunt u het audio niveau van
de signalen bijstellen.
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer CHIMES LVL met de pijlen
3- Gebruik de pijlen
een waarde tussen 1 en 5 (2 = standaard
waarde).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecteren van
.
Nederlands
97
Selecteren van Signalen
Deze functie stelt u in staat van te voren
bepaalde signalen te selecteren voor het
hoorbare feedback systeem.
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer CHIMES SET met de pijlen
3- Geef een korte druk op ENTER om naar het
signalenmenu te gaan.
4- Gebruik de pijlen
van het signalentype: keypress,
confirmation, announcement, warning,
errors, welcome, bye-bye.
5- Gebruik de toetsen
van een pieptoon die wordt geassocieerd
met het vooraf geselecteerde signalentype.
6- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecteren
voor het selecteren
.
Instellen van Audio Niveau van het
Bericht
Met deze functie kunt u het audio niveau van
de berichten bijstellen.
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer TA VOLUME met de pijlen
3- Gebruik de pijlen voor het selecteren van
een waarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
.
Instellen van een Telefoon Uitrusting
Deze functie start of stopt de telefoondetectie
voor de autoradio.
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer PHONE met de pijlen
3- Gebruik de pijlen
NO (standaardwaarde), Mute of IN.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Opmerking: Zet op IN als het telefoongeluid
aangesloten is op de Tel IN-draad of via de
aansluiting D1. In sommige gevallen kan het
nodig zijn om het telefoondetectieniveau in te
stellen (neem contact op met de dealer).
voor het selecteren van
.
Instelling van Detectieniveau van de
Telefoon
Met deze functie kunt u het detectieniveau van
de telefoonberichten configureren (geluidloze
Tel draad).
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer PHONE LVL met de pijlen
3- Gebruik de pijlen
LOW (LAAG) (standaardwaarde) of HIGH
(HOOG).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : U moet de waarde selecteren die
overeenkomt met de aangesloten uitrusting
(telefoon, luidsprekers).
voor het selecteren van
.
Instellen van het Telefoon Volume
Deze functie die niet afhangt van een bron,
stelt het telefoon niveau bij tussen de minimale
en maximale waarde (-30 tot +30).
1- Geef een korte druk op MUTE.
2- Selecteer PHONE VOL met de pijlen
3- Gebruik de pijlen
een waarde (0 is de standaard-waarde).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecteren van
.
Instellen van een Navigatie Systeem
Deze functie start/stopt de detectie van
navigatieberichten voor de autoradio.
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer NAV met de pijlen
3- Gebruik de pijlen
NO (standaardwaarde), Mute of IN.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Opmerking : Zet op IN als het navigatiegeluid
(laag niveau) aangesloten is op AUX IN-draden
van aansluiting D2. In sommige gevallen kan
het nodig zijn om het navigatiedetectieniveau
in te stellen (neem contact op met uw dealer
om de volgende keuze in te vullen).
voor het selecteren van
.
98
Instellen van het Navigatie Detectie
Niveau
Met deze functie kunt u het navigatiebericht
detectieniveau configureren (Geluidloze Nav
draad).
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer NAV LVL met de pijlen
3- Gebruik de pijlen voor het selecteren van
LOW (standaardwaarde) of HIGH).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : U moet de waarde selecteren die
overeenkomt met de aangesloten uitrusting.
.
Instellen van de SDVC
SDVC past automatisch het volume aan de
snelheid van de auto aan. U kunt de functie
uitschakelen of één van de vijf curven kiezen
die bij uw auto past. Bij niveau 1 wordt het
volume een klein beetje harder gezet terwijl bij
niveau 5 veel harder gezet wordt.
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Kies SDVC TYPE met de toetsen
3- Gebruik de toetsen
Off, curve 1, curve 2, curve 3, curve 4 of
curve 5.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
Opmerking 1: U kunt deze functie enkel
gebruiken wanneer het snelheidssignaal
aangesloten en gekalibreerd is (zie SDVC en
Kalibreren van de snelheid op de pagina’s 91
en 95 respectievelijk).
Opmerking 2 : U kunt een SDVC-curve kiezen
overeenkomstig het omgevingsgeluid.
om in te stellen op
.
Starten van de luidsprekers
installatie
Gebruik deze functie voor het starten van de
luidsprekers installatie.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer INSTALL met de pijlen
3- Druk op ENTER voor het starten van de
installatie.
4- aan- en uitzetten van de set met ON en
OFF.
.
Instellen van de Helderheid van het
Display Licht
Deze functie die niet van de bron afhangt, stelt
de helderheid bij van het display licht tussen
de minimum en maximum (1 tot 10).
1- Houd MUTE lang ingedrukt.
2- Selecteer BRIGHTNESS met de pijlen
3- Gebruik de pijlen voor het selecteren van
de waarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
.
RADIO
U kunt de keuzes van de radiostations instellen
na het selecteren van de radiobron. Druk
vervolgens kort of lang op ENTER voor het
verkrijgen van twee verschillende Radiomenu's
(zie voorpagina).
Links Zoeken/Rechts Zoeken
Gebruik de toetsen om langs de geselecteerde golfband te draaien.
Naar Boven Zoeken/Naar Beneden
Zoeken
Gebruik de toetsen om langs de gememoriseerde lijst van stations van de golfband te
draaien.
RADIO MENU
1- Druk op de SOURCE toets voor het
selecteren van TUNER
2- Geef een korte druk op ENTER om naar het
TUNER MENU te gaan.
3- Gebruik de toetsen
ren van een keuze.
4- Gebruik de toetsen
van de keuzewaarde.
5- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Selecteren van een golfband
Met deze functie kunt u een band in een
afdraailijst selecteren.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer BAND met de toetsen
voor het selecte-
voor het instellen
.
Nederlands
99
3- Selecteer met de toetsen de gememori-
seerde stations in de presets:
- FM ASTAutomatisch opgeslagen
FM lijst van stations
- FM 1,2,3.Handmatige FM presets
- FM memoRDS alfabetische lijst
- LWHandmatige presets LW
- MW ASTAutomatisch opgeslagen
MW lijst van stations
- MW 1,2,3.Handmatig voorinstellingen
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : De stations in FM memo zijn alleen
stations die opgesteld en bijgewerkt zijn door
de RDS memo.
Automatisch opslaan van een station
U kunt de 10 krachtigste stations automatisch
memoriseren op de FM en MW banden.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer BAND met de toetsen
3- Selecteer met de toetsen uitsluitend een
FM of MW band.
4- Gebruik de toetsen
van START AST.
5- Druk op ENTER voor het memoriseren van
het station.
Nota : Deze functie werkt alleen met
geselecteerde FM banden (FM 123, FM memo,
FM AST) of MG banden (MG 123, MG AST): u
kunt geen stations opslaan vanuit LG of KG
banden.
voor het selecteren
.
Starten van het opslaan van RDSzenders
Met deze functie kunt u in het totaal 50 RDSzenders van de FM-band in het geheugen
opslaan en ze in alfabetische volgorde
weergeven in het display.
1- Druk kort op ENTER.
2- Kies BAND met de toetsen
3- Kies FM memo met de toetsen .
4- Gebruik de toetsen om START MEMO
te kiezen.
5- Druk op ENTER om de zenders op te slaan
en om ze in alfabetische volgorde weer te
geven in het display.
100
.
Opmerking : Deze functie werkt enkel als de
band FM memo gekozen is.
Zoeken van een Programma Type
Het is mogelijk FM stations te zoeken met het
gebruik van de PTY code (Programma Type),
dat u direct toegang verleent tot voorgeselecteerde programmatypen (b.v. Nieuws, Zaken,
Sport, enz).
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer PTY SEARCH met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van het gewenste programmatype.
4- Druk op ENTER om het zoeken te starten.
Aan het einde hoort u een pieptoon
gevolgd door het eerstgevonden station.
Nota : PTY is nog niet operationeel in alle
landen.
Zoeken van de beste ontvangst
Wanneer de AF functie actief is, blijft de set
spelen op het actuele station maar het gaat
door met zoeken naar de frequentie voor de
beste ontvangst. Deactiveer deze functie alleen
wanneer u korte onderbrekingen hoort.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer AF met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van ON (standaardwaarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
.
Scannen van stations of van presets
Met deze functie kunt u de stations of de
presets scannen (zie Tuner Init menu: Selecteren
van het scantype) van de actuele band.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer SCAN met de toet-sen
3- Druk op ENTER voor het starten van het
scannen: een bericht beeldt de stations af.
.
Instellen van de Radio Modus
Met deze functie kunt u de radiomodus
bepalen voor het zoeken van een station.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer TUNING met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van MANUAL of AUTO (automatisch:
standaardwaarde).
.
.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : Na een minuut keert de functie automatisch terug naar de AUTO modus.
Een naam geven aan een
radiozender:
Gebruik deze functie om een naam van
maximaal 8 letters aan een radiozender te
geven.
1- Druk kort op ENTER
2- Kies NAME met de toetsen
3- Druk op ENTER om een alfanumerieke lijst
weer te geven om in te toetsen.
4- Loop door de letters met de toetsen
gebruik de toetsen om de hoofdletters,
kleine letters, de cijfers en de symbolen te
kiezen.
5- Druk op ENTER om het karakter weer te
geven en herhaal dit voor elke karakter.
6- Als de naam klaar is, kiest u [
7- Druk op ENTER om de naam te bevestigen.
Opmerking1: Deze functie is enkel
beschikbaar voor radiozenders (zonder
zendernaam) die in het geheugen opgeslagen
is (zie In het geheugen opslaan van een station).
Als het geheugen vol is dan is de NAME-functie
niet langer beschikbaar.
Opmerking 2: Om een karakter te wissen, kiest
] aan het begin van de alfanumerieke
u [
lijst en drukt u op ENTER.
.
en
]
In het geheugen opslaan van een
station
U kunt tot 30 stations op de FM en MG
golfbanden bewaren en 10 stations op de LG
en KG golfbanden.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer SAVE IN met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van een geheugen nummer.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : Het is niet mogelijk de stations
handmatig op te slaan vanuit de FM AST of de
MG AST banden.
.
Overgaan naar het Tuner Init Menu
Gebruik deze functie om rechtstreeks naar het
Tuner Init Menu te gaan.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer TUNER INIT met de toetsen
3- Druk op ENTER voor het radio initialisatie
menu (zie volgend menu).
Nota : U heeft toegang tot dit menu met een
lange druk op de ENTER toets.
Overgaan naar het SAM Menu
Gebruik de SAM functie om rechtstreeks naar
het Hoofdmenu te gaan.
1- Geef een korte druk op ENTER.
2- Selecteer SAM met de toetsen
3- Druk op ENTER voor het Hoofdmenu.
.
RADIO INITIALISATIE MENU
1- Druk op de SOURCE toets voor het
selecteren van TUNER.
2- Houd ENTER lang ingedrukt om naar het
RADIO INIT MENU te gaan (zie keuzes op
de voorpagina).
3- Gebruik de toetsen
ren van een keuze.
4- Gebruik de toetsen
de keuzewaarde.
5- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecte-
voor het instellen van
Selecteren van het Scan Type
U kunt op uw actuele golfband en gedurende
een vastgelegde scantijd het scantype
selecteren: stations of vooraf ingestelde
stations.
1- Houd ENTER lang ingedrukt.
2- Selecteer SCAN met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van:
- FREQ voor het overzien van alle
stations op de actuele golfband,
- PRESETS voor het overzien van alle vooraf
geselecteerde stations op de actuele
golfband.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : U kunt de scantijd wijzigen in het SAM
Menu.
.
101
.
Nederlands
Kiezen van het zoekniveau
Met deze functie kunt u het zoekniveau kiezen
(enkel bij FM).
1- Houd ENTER lang ingedrukt.
2- Kies SEARCH LVL met de toetsen
3- Gebruik de toetsen om uw keuze te
maken:
- DISTANT (standaardinstelling) om te
zoeken naar alle beschikbare zenders
- LOCAL om eerst naar sterke zenders te
zoeken en vervolgens naar zwakke zenders.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
Opmerking : Na enige tijd keert de functie
terug naar Distant (standaardinstelling).
.
Selecteren van de Continent Zone
Met deze functie kunt u de continentzone
selecteren voor de radio.
1- Houd ENTER lang ingedrukt.
2- Selecteer TUNER met de toetsen
3- Gebruik de toetsen
van het continent: USA, EUR, ASIA.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecteren
.
Kiezen van de regio-instelling
Met deze functie kunt u de regio-instelling
kiezen.
1- Houd ENTER lang ingedrukt.
2- Kies REGIONAL met de toetsen
3- Gebruik de toetsen
maken:
- AUTO om over te schakelen naar een
ander programma als het volgende signaal
sterker is
- ON om de regionale zender aan te
houden
- OFF om meteen over te schakelen naar
het programma van de volgende regio
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
om uw keuze te
.
Uitschakelen van MW of LW
Met deze functie kunt u MW of LW
uitschakelen wanneer deze niet gebruikt
worden.
1- Houd ENTER lang ingedrukt.
2- Kies MW of LW met de toetsen
.
3- Gebruik de toetsen
stellen: ON of OFF.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
om de functie in te
CD/MP3-SPELER OF CD-WISSELAAR
U kunt de cd-keuzemogelijkheden instellen
nadat u de cd als bron gekozen heeft.
Vervolgens kunt u door kort of lang op de toets
ENTER te drukken twee verschillende cd-menu’s
kiezen (zie de voor- en achterpagina).
Opmerking : Deze cd-speler is geschikt voor
cd’s van 12 cm en kan MP3-cd’s lezen : in dit
geval verschijnen de MP3-menu’s.
Waarschuwing: Plaats geen
beschadigde of ongewone cd’s of
!
cd’s met een afwijkende vorm in
de speler.
Plaatsen van een cd in de cd-speler
1- Druk op REL om het frontpaneel te openen.
2- Plaats een cd (etiket naar boven) in de
opening.
3- Sluit het frontpaneel: in het display
verschijnt kort CD Player; vervolgens gaat
het afspelen van start.
Waarschuwing: Als u een MP3-cd
plaatst dan kan het een minuut
!
duren voor de MP3-files gelezen
zijn en u muziek hoort.
Opmerking 1 : Als de cd reeds geplaatst is,
gebruik dan de toets SOURCE om CD te kiezen.
Opmerking 2 : Tijdens het afspelen van een
audio-cd, worden de handmatig ingevoerde
naam van de cd (zie het hoofdstuk Een naam
geven aan een audio-cd), het huidige nummer
en de verstreken speelduur van het huidige
nummer weergegeven.
Opmerking 3 : Het afspelen van de cd kan
onderbroken worden door verkeersinformatie
(TA) en nieuwsberichten (NEWS).
102
Uitwerpen van de cd uit de cd-speler
1- Druk op REL om het frontpaneel te openen.
2- Druk op de toets .
3- Verwijder de cd.
4- Sluit het frontpaneel.
Plaatsen van een cd in de cdwisselaar
Als er een cd-wisselaar aangesloten is dan kan
de volgende functie gebruikt worden (voor
meer informatie over de cd-wisselaar, neem
contact op met uw dealer).
1- Controleer of er cd’s in het cd-magazijn
zitten.
2- Kies CD CHANGER met de toets SOURCE :
de eerste cd begint te spelen.
3- Kies de gewenste cd met de toetsen
cd begint te spelen.
Opmerking 1 : Zoals bij de cd-speler verschijnt
de informatie in het display.
- Als het magazijn niet geplaatst is dan
verschijnt in het display “Insert magazin”.
- Als het magazijn leeg is dan verschijnt in het
display “Load discs into magazin”.
Opmerking 2 : Het afspelen van de cd kan
onderbroken worden door verkeersinformatie
(TA) en nieuwsberichten (NEWS).
Opmerking 3 : Aan het einde van de cd, wordt
automatisch de volgende cd afgespeeld : cd’s
die ontbreken uit het magazijn worden
automatisch genegeerd.
Opmerking 4 : Sommige disks bevatten
tekstgegevens (titel van een nummer, naam van
de zanger enzovoort); deze worden tijdens het
afspelen in het display weergegeven.
: de
Afspelen van MP3-files
U kunt MP3-files beluisteren die voldoen aan
het MPEG1-Layer 3 file-codeerschema en in
ISO9660-formaat op een cd-r of cd-rw gebrand
zijn.
Opmerkingen over MP3
- Het apparaat kan geen MP3-files lezen met
een andere extensie dan “MP3”.
- Het apparaat kan maximaal 300 nummers
afspelen en ondersteunt maximaal 50
directory’s per disk.
- Het kan zijn dat het apparaat bij het afspelen
van het eerste nummer niet de volgorde van
de nummers of de volgorde waarin u ze op
de disk geschreven heeft aanhoudt.
- Het apparaat speelt enkel de eerste sessie
als er zowel audio-cd-nummers als MP3-files
op de disk staan.
-Wanneer een disk van 8 kbps of Variabele
Bitsnelheid (VBR) afgespeeld wordt dan kan
het zijn dat de verstreken speelduur in het
display niet klopt.
- Om in het totaal 30 karakters weer te geven
voor de titel van een nummer of de naam
van een artiest, heeft u ID3TAG versie 1.1
nodig. Het kan zijn dat andere karakters dan
de hoofdletter/ kleine letters (“Aa tot Zz”)
en het lage streepje (“_”) niet weergeven
worden.
-Voor een geluid van hoge kwaliteit raden
wij aan om MP3-files te converteren met een
bemonsteringsfrequentie van 44.1kHz en
een vaste bitsnelheid van 128kbps.
- Let erop dat een gebrande MP3-cd
geformatteerd is als een data-cd en NIET als
een audio-cd.
- MP3-files zijn niet compatibel met
pakketwegschrijfdatatransfer.
Afspelen van een cd-r of een cd-rw
Afhankelijk van het type cd-r-/ cd-rw-cd, de
staat van het diskoppervlak en ook van de
werking en de staat van de cd-writer, kan het
zijn dat bepaalde cd-r-/ cd-rw-cd’s niet goed
functioneren in dit apparaat. Het kan zijn dat
een cd-r-/ cd-rw-cd niet afgespeeld kan worden
als de disks in de auto bewaard worden en
blootgesteld worden aan direct zonlicht en
hoge temperaturen. Leest u de voorschriften
van de cd-r/ cd-rw-disk voor u deze gebruikt.
Afspelen van een tegen kopiëren
beveiligde, niet-conforme audio-cd
Door de beveiliging tegen kopiëren bij bepaalde
audio-cd’s die niet voldoen aan de international
audio-cd-standaarden (Red Book), kan het zijn
dat deze types tegen kopiëren beveiligde disk(s)
niet afgespeeld kan worden op dit apparaat.
103
Nederlands
Vorige/ volgende nummer
(vorige/ volgende MP3-file)
Druk op de respectieve toets voor het vorige
en volgende nummer (file bij MP3).
Het afspelen begint met het gekozen nummer.
Vorige/ volgende disk
Met deze functie kunt u de volgende of vorige
disk (album bij MP3) kiezen uit het magazijn.
Druk op de respectieve toets
en volgende disk.
voor de vorige
Versneld vooruit/ terug
Houd de respectieve toets lang ingedrukt
om versneld terug te keren of vooruit te gaan.
Het afspelen gaat op de normale manier verder
wanneer u op ENTER of ESC drukt.
Veranderen van directory bij een
MP3-cd
1- Kies een directory met de toetsen .
2- Het afspelen begint met de eerste file in de
gekozen directory. Aan het einde van het
album gaat het afspelen verder met het
eerste nummer van het volgende album.
CD/MP3 menu
1- Druk op de toets SOURCE om CD/MP3 te
kiezen.
2- Druk kort op ENTER om het CD/MP3-menu
te openen.
3- Gebruik de toetsen
keuzemogelijkheid te kiezen.
4- Gebruik de toetsen
stellen voor de keuzemogelijkheid.
5- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
om de waarde in te
om een
Starten van het scannen van
nummer
(scannen van MP3-files)
Gebruik deze functie om nummers te scannen
waarbij u de eerste seconden van elk nummer
hoort.
1- Druk kort op ENTER.
2- Kies INTRO SCAN met de toetsen
3- Druk op ENTER om het scannen te starten:
de nummers verschijnen in het display.
4- Druk op ESC om het scannen van de
nummers uit te schakelen.
.
Opmerking : Het aantal seconden dat u te
horen krijgt, kunt u instellen in het SAM-menu.
Een naam geven aan een audio-cd
Gebruik deze functie om in het totaal aan 50
cd’s een naam te geven van maximaal 12 letters
per titel: deze naam wordt in het display
weergegeven tijdens het afspelen.
1- Druk kort op ENTER.
2- Kies CD NAME met de toetsen
3- Druk op ENTER om een alfanumerieke lijst
weer te geven om in te toetsen.
4- Loop door de letters met de toetsen
gebruik de toetsen om de hoofdletters,
kleine letters, de cijfers en de symbolen te
kiezen.
5- Druk op ENTER om het karakter weer te
geven en herhaal dit voor elke karakter.
6- Als de naam klaar is, kiest u [
7- Druk op ENTER om de naam te bevestigen.
Opmerking1: De titel wordt toegekend al alle
karakters en spaties bevestigd zijn. Als het
geheugen vol is dan is de CD NAME-functie
niet langer beschikbaar; u moet dan een cdnaam wissen.
Opmerking 2:Om een karakter te wissen, kiest
] aan het begin van de alfanumerieke
u [
lijst en drukt u op ENTER.
.
en
]
Wissen van de naam van de cd
1- Druk kort op ENTER.
2- Kies DEL NAME met de toetsen .
3- Gebruik de toetsen
die u wilt wissen en druk vervolgens op
ENTER.
om de naam te kiezen
Instellen van de geluidscompressie
Met deze functie kunt u het digitale
geluidssignaal comprimeren.
1- Druk kort op ENTER.
2- Kies COMPRESS met de toetsen
3- Gebruik de toetsen om de instelling te
kiezen: LOW, MID, HIGH of OFF
(standaardinstelling).
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
.
104
SInstellen van het herhaald afspelen
Met deze functie kunt u het herhaald afspelen
inschakelen/ uitschakelen.
1- Druk kort op ENTER.
2- Kies REPEAT met de toetsen
3- Gebruik de toetsen om uw keuze te
maken:
-ON om het huidige audio-cd-nummer te
herhalen.
-FILE om de huidige MP3-file te herhalen.
-ALBUM om het huidige MP3-album te
herhalen.
-OFF om het herhaald afspelen uit te
schakelen.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
.
Instellen van het afspelen in
willekeurige volgorde
Met deze functie kunt u het afspelen in
willekeurige volgorde inschakelen/ uitschakelen.
1- Druk kort op ENTER.
2- Kies RANDOM met de toetsen
3- Gebruik de toetsen om uw keuze te
maken:
- ON om een audio-cd in willekeurige
volgorde af te spelen.
- ALBUM om de MP3-files van een album
in willekeurige volgorde af te spelen.
- All CD om de MP3-files van een MP3-cd
in willekeurige volgorde af te spelen.
- OFF om het afspelen in willekeurige
volgorde uit te schakelen.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
.
Naar het SAM-menu gaan
Op deze manier kunt u direct naar het SAMmenu gaan.
1- Druk kort op ENTER.
2- Kies SAM met de toetsen
3- Druk op ENTER om het SAM-menu te
openen.
.
AUDIO
U kunt de radio keuzes instellen door kort of
lang op de SOUND toets te drukken.
U krijgt afhankelijk van de druk op deze toets,
twee verschillende sound menu's (zie
voorpagina).
GELUID MENU
1- Geef een korte druk op de SOUND toets
om naar het SOUND MENU te gaan.
2- Gebruik de toetsen
ren van een keuze.
3- Gebruik de toetsen voor het instellen van
de keuzewaarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Opmerking : De Loudness-, Balance-, Faderen Subwoofer-effecten zijn bij alle bronnen
gelijk.
Starten van de Geluidssterkte Curve
Deze functie die niet van de bron afhangt,
activeert de geluidssterkte curve.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer LOUDNESS met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van ON of OFF (standaard waarde).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Opmerking: Het instellen van de geluidssterkte
(Loudness) is enkel mogelijk als “Bass Treble”
gekozen is als toonstijl (DSC).
Selecteren van een Toon Stijl (1)
Met deze functie die niet van de bron afhangt,
kunt u een vooraf ingesteld geluids-effect
selecteren uit andere effecten.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer DSC STYLE met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van een van de voorbepaalde stijlen: Bass
Treble (default), Rock Cafe, Bodega, Techno
Club, Arena, Jazz Club or Direct Snd.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecte-
105
Nederlands
.
.
Selecteren van een Toon Stijl* (2)
Met deze functie die niet van de bron afhangt,
kunt u een vooraf ingesteld geluids-effect
selecteren uit andere effecten.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer EQ STYLE met de toetsen
3- Gebruik de toetsen
van een van de voorbepaalde stijlen: Auto
EQ, Persoonlijk 1, ..., Persoonlijk 5.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecteren
.
Instellen van het Niveau van de
Bassen
Deze functie die niet van de bron afhangt, stelt
het niveau van de bassen bij tussen een
minimum en maximum waarde.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer BASS met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het bijstellen van
het bassen niveau: -9 tot +9.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota 1 : De bassen frequentiedrempel kan
worden gewijzigd in het Sound Init Menu.
.
Instellen van het Niveau van de
Hoge tonen
Deze functie die niet van de bron afhangt, stelt
de hoge tonen bij tussen een minimum en
maximum waarde.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer TREBLE met de toetsen
3- Gebruik de toetsen
het hoge tonen niveau: -9 tot +9.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota 1 : De hoge tonen frequentie drempel
kan worden gewijzigd in het Sound Init Menu.
voor het bijstellen van
.
Instellen van de balans (LR
luidsprekers)
Deze functie die niet van de bron afhangt, stelt
de balans bij tussen de linker en rechter
luidsprekers.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer BALANCE met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het bijstellen van
de instelling: Rechts +1 tot +9, Midden,
Links +1 tot 9.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
.
Instelling van de balans (luidsprekers
achterin & voorin)
Deze functie die niet van de bron afhangt, stelt
de balans bij tussen de luidsprekers achter- en
voorin.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer FADER met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het bijstellen van
de instelling: Achterin +1 tot +9, Midden,
Voorin +1 tot 9.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : In de telefoon-in en de navigatie-in
bronmodus is de instelling vastgelegd en kan
niet worden gewijzigd.
.
Instelling van het Subwoofer Volume
Deze functie die niet van de bron afhangt, stelt
het subwoofer niveau bij tussen de mini-mum
en maximum waarde (0 tot 12).
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer SUBWFR VOL met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van een waarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota 1 : De subwoofer frequentiedrempel kan
worden gewijzigd in het Sound Init Menu.
Nota 2 : Bij de telefoon-in bron en tijdens de
aankondigingberichten is het subwoofer niveau
vastgelegd op 0 (niet OFF) en kan niet worden
gewijzigd.
.
* Enkel voor de CD4403
106
Overgaan naar het Init Menu
Gebruik deze functie om naar het Init menu te
gaan.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer SOUND INIT met de toetsen
3- Druk op ENTER om naar het geluid init
menu te gaan (zie volgend menu).
Nota : U heeft toegang tot dit menu met een
lange druk op de SOUND toets.
Overgaan naar het SAM Menu
Gebruik de SAM functie om direct naar het
Hoofdmenu te gaan.
1- Geef een korte druk op SOUND.
2- Selecteer SAM met de toetsen
3- Druk op ENTER om naar het Hoofdmenu
te gaan.
.
SOUND INIT MENU
1- Houd de SOUND toets lang ingedrukt om
naar het SOUND INIT MENU te gaan (zie
voorpagina).
2- Gebruik de toetsen
ren van een keuze.
3- Gebruik de toetsen
de keuzewaarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het selecte-
voor het instellen van
Opnieuw instellen van de Sound Init
Met deze functie kunt u de geluid set-up
parameters volledig opnieuw instellen.
1- Houd SOUND lang ingedrukt.
2- Selecteer SND RESET met de toetsen
3- Druk op ENTER om het instellen te starten.
Instellen van de Geluidssterkte voor
Lage Freq.
Deze functie die niet van de bron afhangt, stelt
de geluidssterkte curve bij voor lage frequenties.
1- Houd SOUND lang ingedrukt.
2- Selecteer LOUD LOW met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van een niveau: niveau 0 tot niveau 3.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Opmerking: Het instellen van de geluidssterkte
(Loudness) is enkel mogelijk als “Bass Treble”
gekozen is als toonstijl (DSC).
Het instellen van de Geluidssterkte
voor Hoge Freq.
Deze functie die niet van de bron afhangt, stelt
de geluidssterkte curve bij voor hoge
.
frequenties.
1- Houd SOUND lang ingedrukt.
2- Selecteer LOUD HIGH met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van een niveauwaarde: niveau 0 tot niveau
3.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Opmerking: Het instellen van de geluidssterkte
(Loudness) is enkel mogelijk als “Bass Treble”
gekozen is als toonstijl (DSC).
Bepaling van de Bassen Freq.
Drempel
Deze functie die niet van de bron afhangt,
bepaalt de frequentiedrempel van de bassen.
1- Houd SOUND lang ingedrukt.
2- Selecteer BASS FREQ met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het kiezen van
80 Hz (standaard waarde) of 40 Hz.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Opmerking : De instelling wordt in het
geheugen opgeslagen zodat deze opnieuw
gebruikt kan worden voor de toonstijl “Bass
Treble” .
Bepaling Hoge Tonen Freq. Drempel
.
Deze functie die niet van de bron afhangt,
bepaalt de hoge tonen frequentiedrempel.
1- Houd SOUND lang ingedrukt.
2- Selecteer TREB FREQ met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het kiezen van
5 kHz (standaard waarde) of 7 kHz.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
.
waarde.
Opmerking : De instelling wordt in het
geheugen opgeslagen zodat deze opnieuw
gebruikt kan worden voor de toonstijl “Bass
Treble” .
.
Nederlands
.
.
107
Starten van de Automatische
Nivellering
Deze functie stelt u in staat een automatische
nivellering tussen de verschillende bronnen uit
te voeren (met alleen inbegrip van de radio,
CD/MP3, CDC; met uitzondering van
Aanvullingen, Navigatie-In en Telefoon-In).
1- Houd SOUND lang ingedrukt.
2- Selecteer LEVELLER met de toetsen
3- Gebruik de toetsen
ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het instellen van
.
Bepaling van de Subwoofer Drempel
Deze functie stelt de lage doorgang filterfrequentie in voor de subwoofer versterker.
1- Houd SOUND lang ingedrukt.
2- Selecteer SUBWOOFER met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het instellen van
de waarde tot Freq 40, Freq 80 of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : Met de Telefoon IN bron en tijdens de
aankondigingen, is het subwoofer niveau
vastgelegd op 0 (niet op OFF) en kan niet
worden gewijzigd.
Starten van de auto-equalizer*
Gebruik deze functie om de autoequalizerkalibratie te starten (zie Configuratie).
1- Houd SOUND lang ingedrukt.
2- Kies AUTO EQ met de toetsen
3- Druk op ENTER.
Opmerking : Als de auto-equalizer-functie
geactiveerd is dan kunt u deze uitschakelen
door het apparaat uit te zetten.
Op maat instellen van de
geluidsweergave*
Gebruik deze functie om de voor-/
achterluidspreker volgens uw persoonlijke
smaak in te stellen door het amplitudeniveau
van de vijf beschikbare frequentiebanden in te
stellen.
1- Druk kort op SOUND.
.
2- Selecteer EQ STYLE met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van een speciale waarde: Custom (eigen
keuze) 1 tot Custom (eigen keuze) 5.
4- Houd SOUND lang ingedrukt.
5- Selecteer CUSTOMIZE met de toetsen
6- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van de aan te passen luidsprekers: Front
Speak (luidspreker voor) of Rear Speak
(luidspreker achter).
7- Druk op ENTER voor de bevestiging van uw
keuze.
8- Gebruik in de display:
- de toetsen
een frequentieband voor de linker en
rechter luidsprekers: 80Hz, 200Hz, 500 Hz,
2kHz of 8kHz.
- de toetsen
amplitudeniveau: van -12 dB tot +12 dB.
Opmerking: Als u de instelling van de ene
luidspreker naar de andere wilt kopiëren (links
naar rechts of rechts naar links), gebruik dan
de toetsen
kopieerpijltje te verplaatsen (Copy R-L of Copy
L-R) en druk vervolgens op ENTER.
voor het selecteren van
voor het aanpassen van het
om de kleine cursor boven het
.
.
.
* Enkel voor de CD4403
108
AUTOCOMPUTER
U krijgt afhankelijk van een korte of een lange
druk op de COMPUTER toets twee verschillende
menu's voor het instellen van de
computerparameters.
AUTOCOMPUTER MENU
1- Geef een korte druk op de COMPUTER
toets om naar het AUTOCOMPUTER MENU
te gaan.
2- Gebruik de toetsen
ren van een keuze.
3- Gebruik de toetsen voor het instellen
van de keuzewaarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Display van de tijd
Gebruik deze functie voor de tijddisplay.
1- Geef een korte druk op COMPUTER.
2- Selecteer TIME met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor de display van
de totaal gereden tijd (TOT) of de reistijd
(TRIP).
4- Druk op ESC om het te verlaten.
Display van de temperatuur
Gebruik deze functie voor de display van de
temperatuur.
1- Geef een korte druk op COMPUTER.
2- Selecteer TEMPERATURE met de toetsen
: de set beeldt de buitentemperatuur
af.
3- Druk op ESC om het te verlaten.
Display van het batterijvoltage
Gebruik deze functie om het huidige
batterijvoltage weer te geven (nauwkeurigheid:
0,1 V).
1- Druk kort op COMPUTER.
2- Kies BATTERY met de toetsen
display wordt het batterijvoltage
weergegeven.
3- Druk op ESC om af te sluiten.
Opmerking : De batterij geeft het voltage bij
de autoradio-ingang weer, niet bij de motor.
voor het selecte-
.
: in het
Display van de klok
Gebruik deze functie voor de display van het
uur en de minuten van de klok.
1- Geef een korte druk op COMPUTER.
2- Selecteer CLOCK met de toetsen
set beeldt de actuele tijd af.
3- Druk op ESC om het te verlaten.
: de
Display van de snelheid
Gebruik deze functie voor de display van de
actuele snelheid, de gemiddelde snelheid of de
maximum behaalde snelheid.
1- Geef een korte druk op COMPUTER.
2- Selecteer SPEED met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van: CUR (actuele snelheid), AVG (gemid-
delde snelheid) of MAX (maximum be-
haalde snelheid).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Opmerking : U kunt deze functie enkel
gebruiken wanneer het snelheidssignaal
aangesloten en gekalibreerd is (zie SDVC en
Kalibreren van de snelheid op de pagina’s 91
en 95 respectievelijk).
.
Display van de afstand
1- Druk kort op COMPUTER.
2- Kies DISTANCE met de toetsen .
3- Gebruik de toetsen om de totale
afgelegde afstand (TOT) of de afstand van
de rit (TRIP) weer te geven.
4- Druk op ESC om af te sluiten.
Opmerking : U kunt deze functie enkel
gebruiken wanneer het snelheidssignaal
aangesloten en gekalibreerd is (zie SDVC en
Kalibreren van de snelheid op de pagina’s 91
en 95 respectievelijk).
Overgaan naar het CAR COMPUTER
Init Menu
Gebruik deze functie om naar het Autocomputer Init Menu te gaan.
1- Geef een korte druk op COMPUTER.
2- Selecteer COMP. INIT met de toetsen
3- Druk op ENTER om naar het Autocom-puter
Init Menu te gaan (zie volgend menu).
Nederlands
.
109
Overgaan naar het SAM Menu
Gebruik de SAM functie om direct naar het
Hoofdmenu te gaan.
1- Geef een korte druk op COMPUTER.
2- Selecteer SAM met de toetsen
3- Druk op ENTER om naar het Hoofdmenu
te gaan.
.
AUTOCOMPUTER INITIALISATIE
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt om
naar het AUTOCOMPUTER INIT MENU te gaan.
2- Gebruik de toetsen voor het selecte-
ren van een keuze.
3- Gebruik de toetsen
de keuzewaarde.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
voor het instellen van
Uurinstelling
Gebruik deze functie voor het instellen van het
uur.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer SET HOUR met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het instellen van
het uur.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
Nota : U kunt het uur alleen wijzigen wanneer
de klok in de handmatige modus staat.
.
Minuteninstelling
Gebruik deze functie voor het instellen van de
minuten.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer SET MINUTE met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het instellen van
de minuten.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : U kunt de minuten alleen wijzigen
wanneer de klok in de handmatige modus staat.
Instellen van het Klok Type
Gebruik deze functie voor het instellen van de
klokopmaak: 12 uur of 24 uur.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer CLOCK TYPE met de toetsen
3- Gebruik de toetsen
12 U of 24 U (standaard waarde).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de waarde.
voor het kiezen van
Selectie van Klok Bijwerking Modus
Gebruik deze functie om de klok handmatig in
te stellen of deze automatisch bij te werken
via RDS.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer CLOCK MODE met de toetsen
3- Gebruik de toetsen
tussen RDS (standaard waarde) of
Handmatig.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het kiezen
Selectie van de Temperatuur
Eenheden
Gebruik deze functie om de eenheid voor de
temperatuurdisplay te selecteren.
1- Houd de COMPUTER toets lang inge-drukt.
2- Selecteer TEMP. UNITS met de toetsen
3- Gebruik de toetsen
de eenheden: C (Celsius: standaard waarde)
of F (Fahrenheit).
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
voor het kiezen van
Starten van het Vorst Alarm
Gebruik deze functie om het vorstalarm in te
stellen: zodra de temperatuur beneden de 3
°C daalt, wordt een alarm gestart.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer FROST WARN met de toetsen
3- Selecteer ON of OFF met de toetsen om
de functie te activeren/deactiveren.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
.
waarde.
Nota : U kunt deze functie alleen gebruiken
wanneer de temperatuurreceptor aangesloten is.
Selectie van de Snelheid Eenheden
Gebruik deze functie om de eenheid voor de
snelheiddisplay te selecteren.
1- Houd de COMPUTER toets lang ingedrukt.
2- Selecteer SPD UNITS met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het instellen van
de units: km/u of mpu
.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
.
.
.
.
110
Instellen van de
snelheidswaarschuwing
Gebruik deze functie om de snelheid in te
stellen waarbij u gewaarschuwd wordt indien
u deze snelheid overschrijdt.
1- Houd COMPUTER lang ingedrukt.
2- Kies SPEED WARN met de toetsen
3- Gebruik de toetsen om uw keuze te
maken:
- OFF om de snelheidswaarschuwing uit te
schakelen.
- 50 km/h tot 250 km/h (31mph tot 156
mph) om de snelheid waarbij
gewaarschuwd wordt in te stellen.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen
Opmerking : U kunt deze functie enkel
gebruiken wanneer het snelheidssignaal
aangesloten en gekalibreerd is (zie SDVC en
Kalibreren van de snelheid op de pagina’s 91
en 95 respectievelijk).
.
Instellen van de pauzewaarschuwing
Gebruik deze functie om een
pauzewaarschuwing in te stellen. Als u dan langer
dan 2 uur aan het rijden bent, verschijnt om de
15 minuten een waarschuwing in het display.
1- Houd COMPUTER lang ingedrukt.
2- Kies BREAK WARN met de toetsen
3- Gebruik de toetsen om ON of OFF te
kiezen om de functie in te schakelen/ uit te
schakelen.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
.
Inschakelen van de
batterijwaarschuwing
Gebruik deze functie om een
waarschuwingswaarde voor de batterij in te
stellen: als het batterijvoltage dan onder deze
waarde komt dan verschijnt er een
waarschuwing in het display.
1- Houd COMPUTER lang ingedrukt.
2- Kies BAT. WARN met de toetsen
3- Gebruik de toetsen
stellen.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
om de waarde in te
.
Kiezen van de informatie die u wilt
weergeven
Gebruik deze functie om in te stellen wat in de
eerste regel van het display komt te staan als u
op de toets DISPLAY gedrukt heeft.
1- Houd COMPUTER lang ingedrukt.
2- Kies INFO LINE met de toetsen
3- Gebruik de toetsen om de informatie te
kiezen die u wilt weergeven: temperatuur,
klok, gemiddelde snelheid (avg),
maximumsnelheid, huidige snelheid (cur),
totale rijtijd, tijd van de rit, totale afstand (total
dist), afstand van de rit (trip dist), batterij.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
.
Starten van de snelheidskalibratie
Gebruik deze functie om de snelheidskalibratie
te starten.
1- Houd COMPUTER lang ingedrukt.
2- Kies SPD CALIB met de toetsen
3- Druk op ENTER om de kalibratie te starten.
Opmerking: Zie Kalibreren van de snelheid op
pagina 95.
.
Instellen van de PDC
Gebruik deze functie om de PDC in te
schakelen/ uit te schakelen.
1- Houd COMPUTER lang ingedrukt.
2- Kies PDC met de toetsen
3- Gebruik de toetsen om de functie in te
stellen : ON of OFF.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
.
Resetten van de parameters
Gebruik deze functie om de parameters van
de autocomputer te resetten.
1- Houd COMPUTER lang ingedrukt.
2- Kies RESET met de toetsen
3- Druk op ENTER.
4- Gebruik de toetsen
te kiezen die u wilt resetten : SPEED MAX,
SPEED AVG, TRIP of TOTAL.
5- Druk op ENTER om het resetten van de
gekozen parameter in gang te zetten.
6- Herhaal de stappen 4 en 5 om nog een
parameter te resetten.
.
om de parameter
Nederlands
111
BERICHT
U kunt het Bericht Menu bereiken met een
lange druk op de DISPLAY toets (zie
voorpagina's).
Zorgt voor een automatische update van
alle opgeslagen FM-zenders terwijl een
andere bron ingeschakeld is (bijvoorbeeld
CD / MP3 / CDC of geluid uitgeschakeld)
U kunt alle opgeslagen FM-zenders
automatisch updaten terwijl u naar een andere
bron luistert.
1- Houd SOURCE lang ingedrukt.
2- Kies RDSMEM DYN met de toetsen
3- Gebruik de toetsen om de functie in te
stellen: ON (standaardinstelling) of OFF.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
Activeren van de Verkeersberichten
(TA)
U kunt de TA modus activeren om de
verkeersberichten te kunnen beluisteren.
1- Houd de SOURCE toets lang ingedrukt.
2- Selecteer TRAFFIC met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het instellen van
de functie: ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Nota : Wanneer de radio geen TA levert, gaat
de set een zender zoeken die hierin voorziet.
Activeren van de Nieuwsberichten
U kunt de Nieuws modus activeren om naar de
nieuwsberichten te kunnen luisteren.
1- Houd de SOURCE toets lang ingedrukt.
2- Selecteer NEWS met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het instellen van
de functie: ON (standaard waarde) of OFF.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
* Enkel voor de CD4403
112
.
.
.
Overgaan naar het SAM Menu
Gebruik de SAM functie om direct naar het
Hoofdmenu te gaan.
1- Houd SOURCE lang ingedrukt.
2- Selecteer SAM met de toetsen
3- Druk op ENTER om naar het Hoofdmenu
te gaan.
.
ANIMATIE
U kunt het Animatie Menu bereiken met een
lange druk op de DISPLAY toets (zie
voorpagina's).
Instellen van de diagram in het
display*
Met deze functie kunt u de gewenste diagram
in het display kiezen.
1- Houd DISPLAY lang ingedrukt.
2- Kies ANALYSER1 met de toetsen
3- Gebruik de toetsen
maken : OFF, Fill peakH, Bass Eyes, Magic
Eyes, Analog, Propeller of Peak hold.
4- Druk op ESC om de instelling te bevestigen.
om uw keuze te
Selectie van screensaver
Met deze functie kunt u een animatie selecteren
voor de screensaver.
1- Houd de DISPLAY toets lang ingedrukt.
2- Selecteer SCRN SAVER met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van een animatie van de screensaver: OFF,
Invador, Comets, Las Vegas, Star or Rain.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
Instellen van de Tijd voor de Screen
Saver
Deze functie maakt de configuratie mogelijk
van de tijd voor het activeren van de
screensaver.
1- Houd de DISPLAY toets lang ingedrukt.
2- Selecteer TRIGGER met de toetsen
3- Gebruik de toetsen voor het selecteren
van: 10, 30 of 60 sec.
4- Druk op ESC voor het invoeren van de
waarde.
.
.
.
Nota : Handelingen van de gebruiker,
berichten, geluidloze telefoon of het invoeren
van een disk kunnen de screensaver
onderbreken.
Overgaan naar het SAM Menu
Gebruik de SAM functie om direct naar het
Hoofdmenu te gaan.
1- Geef een korte druk op COMPUTER.
2- Selecteer SAM met de toetsen
3- Druk op ENTER om naar het Hoofdmenu
te gaan.
.
ACCESSOIRES
Los verkrijgbare accessoires:
• Adapterkabel AC1111 voor ISO A-B adapter
• Adapterkabel AC1100 voor C1 (gele
aansluiting) om aan te sluiten:
-Externe versterker.
• Adapterkabel AC1101 voor C2 (groene
aansluiting) om aan te sluiten:
-Externe temperatuur CA1301
• Externe Parking Distance Controller
CA1314.
• Adapterkabel ACP1100 voor D1 om aan te
sluiten:
-Externe mobiele telefoon
• Adapterkabel AC1104 voor D2 om aan te
sluiten:
-Ingang AUX
-Extern mute-signaal bij navigatie
-Externe subwoofer
• Cd-wisselaar (4, 6, 10 disks met digitale
output)
• Infraroodafstandsbediening
-Externe afstandsbediening voor op het
stuur RCS4000, RCS5100
-Creditcard-afstandsbediening CA1103
• Handsfree-kit voor de telefoon PCK1100 en
adapterkabel voor de belangrijkste merken
mobiele telefoons
Nederlands
113
INSTELLEN VAN WAARDEN
SAM Menu (Hoofd Menu)
Selecteert de scantijd voor CD nummers of radiostations
Activeert/deactiveert de ON/OFF Logische functie die het gebruik van
de instal latie tot 1 beperkt na het eruit nemen van de startsleutel
Activeert/deactiveert de aanvullende bron
Activeert/deactiveert het visuele temperatuuralarm
Volume van toetstonen
Keuze van toetstonen voor verschillende handelingen
Selecteert het volumeniveau voor Verkeersberichten,
Nieuwsberichten en Noodberichten
Selecteert:
> IN als u de ontvangen oproep wenst te versterken via de
autoluidsprekers
> NO als geen telefoonaansluiting aanwezig is
> MUTE voor een automatische radio onderbreking tijdens het gesprek
Selecteert LOW of HIGH naar gelang het geluidloze signaal van
de telefoon
Toename/Afname van het telefoonvolume
Selecteert:
> IN als u de gesproken gidsberichten wenst te versterken via de
autoluidspreker
> NO als er geen navigatiecomputer op de set is aangesloten
> MUTE voor een automatische radio onderbreking tijdens de
gesproken gidsberichten
Selecteert LOW of HIGH naar gelang het geluidloze signaal van
de navigatiecomputer
Selecteert van het SDVC compensatie volumeniveau (alleen bij
aansluiting en kalibreren, zie SDVC).
Niv1 geeft een kleinere toename terwijl niveau 5 een grotere toename
geeft waarbi j rekening wordt gehouden met de snelheid van de auto.
Start de installatie
Voor de bijstelling van de helderheid van het displaylicht
pijlen pijlen
arrows arrows
Scan time
Logic
Auxiliary
Warn LED
Chimes lvl
Chimes set
Key press
Confirm
Announce
Warning
Errors
Welcome
Bye-bye
Default
TA Volume
Phone
Phone lvl
Phone Vol.
Nav
Nav lvl
SDVC type
Install
Brightness
5 to 15 secs
On / Off
On / Off
On / Off
1 to 5
Press Enter
On / Off
Off
Announce 1 / 2
Confirm 1 / 2
Error 1 / 2
Goodbye 1 / 2 / 3 / 4
Telepho 1 / 2 / 3
Warning 1 / 2 / 3
Welcome 1 / 2 / 3 / 4
Buup –3x Buup FAST / SLOW
Beep –3x Beep FAST / SLOW
Beep2 –3x Beep2 FAST / SLOW
Gong–3x Gong FAST / SLOW
Warn –3x Warn FAST / SLOW
Warn2 –3x Warn2 FAST / SLOW
Press Enter
+0 to +8
In / No / Mute
Low / High
-30 to +30
In / No / Mute
Low / High
Off / Curve 1 / 2 / 3 / 4 / 5
Press Enter
1 to 10
114
Tuner Menu (Radio Menu)
Selecteert de golfband
Start de automatisch opslag van stations
Laadt het RDS geheugen op de actuele golfband
Selecteert het Programma TYpe
Activeert/Deactiveert de Alternatieve Frequentie functie
Start het scannen op de actuele golfband
Selecteert:
> Handmatig voor een handmatig zoeken,
> AUTO voor een automatisch scannen.
Geeft een naam aan de radiofrequentie
Slaat een station in het geheugen op onder nummer X
Gaat naar het radio init menu
Gaat naar het hoofdmenu
Tuner Init Menu (Radio Init Menu)
Selecteert het scantype
Selecteert het zoekniveau
Stelt de radio af op het continent
Kies de regio-instelling
Schakel MW in/ uit
Schakel LW in/ uit
CD/MP3, CDC MENU
pijlen pijlen
Band
Start AST
Start Memo
PTY Search
AF
Scan
Tuning
Name
Save in
Tuner Init
SAM
pijlen pijlen
Scan type
Search lvl
Tuner
Regional
MW
LW
FM 123 / FM Memo / FM AST /
MW 123 / MW AST / LW
Press Enter
Press Enter
News / Affairs / Info / Sport...
(Press Enter to search).
On / Off
Press Enter (press Esc to stop scan)
Auto / Manual
Empty X (Press Enter to save)
Press Enter
Press Enter
Nederlands
Presets / Freq
Distant / Local
USA / EUR / ASIA
Auto / On / Off
On / Off
On / Off
Activeert/Deactiveert het scannummer
Geef een naam aan de cd (enkel bij audio-cd’s)
Wis de naam van de cd (enkel bij audio-cd’s)
Activeert/Deactiveert de geluid compressie
Activeert/Deactiveert het herhalen van nummer
Activeert/Deactiveert het willekeurig afspelen van nummer
Gaat naar het SAM menu
pijlen pijlen
Intro scan
CD Name
Del Name
Compress
Repeat
Random
SAM
Press Enter (Press Esc to stop )
Press Enter
Off / Low / Mid / High
On /Off (Off / File / Album)
On /Off (Off / Album / All CD)
Press Enter
115
Sound Menu (Geluid Menu)
Activeert/Deactiveert de geluidssterkte
Selecteert voorbepaalde genres
Selecteert voorbepaalde genres
Toename/Afname niveau van bassen
Toename/afname niveau van hoge tonen
Bijstelling van de balans tussen linker en rechter luidspreker
Bijstelling van de afvlakking tussen lui dsprekers voor- en achterin
Toename van subwoofer volume
Gaat naar het Sound Init menu
Gaat naar het SAM menu
Sound Init Menu
Reset de geluidsparameters
Toename van te activeren niveau (GELUIDSSTERKTE in lage freq.)
Toename van te activeren niveau (GELUIDSSTERKTE in hoge freq.)
Selecteert frequentiedrempel van bassen
Selecteert frequentiedrempel van hoge tonen
Automatische balans van geluidsniveau audiobron On/Off
Sub Woofer ON/OFF bij frequentie van 40 of 80 Hz
Auto equalizing
Voor het aanpassen van het niveau van de versterker van de
luidspreker frequentieband
pijlen pijlen
Loudness
DSC Style
EQ Style*
Bass
Treble
Balance
Fader
Subwfr Vol
Sound Init
SAM
pijlen pijlen
Snd Reset
Loud Low
Loud High
Bass Freq
Treb Freq
Leveller
Subwoofer
Auto EQ*
Customize*
On / Off
Bass Treble / Rock cafe / Bodega /
Techno Club / Arena / Jazz Club /
Direct SND
Auto EQ / Off / Custom1 –
Custom5
-9 to +9
-9 to +9
Right 1 to 9 / Middle / Left 1 to 9
Rear 1 to 9 / Middle / Front 1 to 9
0 to 12
Press Enter
Press Enter
Press Enter
Level 0 / 1 / 2 / 3
Level 0 / 1 / 2 / 3
40 Hz / 80 Hz
5 kHz / 7 kHz
On / Off
Off / Freq 40 / Freq 80
Press Enter
Front speaker / Rear speaker
Car Computer Menu (Autocomputer Menu)
Display van de tijd
Display van de actuele temperatuur
Display van de actuele accuvoltage
Stelt de tijd bij
Selecteert de snelheidseenheid
Display van de afgelegde afstand (rit/totaal)
Gaat naar het Autocomputer Init Menu
Gaat naar het SAM menu
* Enkel voor de CD4403
116
pijlen pijlen
Time
Temperat.
Battery
Clock
Speed (unit)
Dist (unit)
Comp. Init
SAM
Tot / Trip
Max / Avg / Cur
Tot / Trip
Press Enter
Press Enter
Car Computer Init Menu (Autocomputer Init Menu)
Stelt het uur in
Stelt de minuten in
Tijd display opmaak
Activeert de RDS klok modus
Selecteert de temperatuurseenheden
Stelt het vorstalarm in
Selecteert de snelheidseenheden
Stelt het snelheidsalarm in
Stel de pauzewaarschuwing in
Stel de batterijwaarschuwing in
Kies de informatie die u wilt weergeven
Start kalibreren van de snelheid
Schakel de PDC in/ uit (indien aangesloten)
Stelt de parameters opnieuw in
Announce Menu (Berichten Menu)
Activeert/Deactiveert het Dynamic RDS geheugen
vulling/bijwerking
Activeert/Deactiveert de Verkeersberichten modus
Activeert/Deactiveert de Nieuwsmodus
Gaat naar het SAM menu
Animations Menu (Animatie Menu)
pijlen pijlen
Set hour
Set minutes
Clock type
Clock mode
Temp unity
Frost warn
Spd unity
Speed Warn
Break warn
Bat. warn
Info line
Spd calib.
PDC
Reset
pijlen pijlen
RDSmen
Dyn
Traffic
News
SAM
1 AM-12 AM / 1 PM-12 PM
00-59
24 h / 12 h
RDS / Manual
°C / °F
On / Off
Km/h / mph
Off / 50 km/h to 250 km/h
Off / 31 mph to 156 mph
On / Off
9 – 16v
Temperature / Clock / Avg speed
max speed / cur speed / total time /
Trip time / total dist. / Trip dist /
battery
Press Enter
On / Off
Press Enter
Nederlands
On / Off
On / Off
On / Off
Press Enter
Kies een displaydiagram
Selecteert een screensaver animatie
Stelt de tijd in voor het activeren van de screensaver
Gaat naar het SAM menu
Analyser 1*
Scrn Saver
Trigger
SAM
Off / Fill PeakH / Bass Eyes /
Magic Eyes / Analog / Propeller /
Peak Hold
Off / Invador / Comets / Las Vegas
/ Star / Rain
10 sec / 30 secs / 60 secs
Press Enter
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Het kan voorkomen dat uw autoradio niet naar verwachting functioneert. Gelieve voordat u met
een servicedienst gaat bellen, deze handleiding door te lezen en de instellingswaarden zorgvuldig
na te kijken: u kunt bemerken dat een functie niet precies kan werken met de door u bepaalde
waarde.
Wanneer u echter uw set ter reparatie moet verzenden, stuur deze dan in zijn geheel met de
mobiele satelliet. (Tracht niet de autoradio te openen om deze zelf te repareren).
* Enkel voor de CD4403
117
GEEN ENERGIE
SYMPTOMEN
De radio werkt niet.
De set werkt niet en het displayscherm wordt niet
verlicht.
GEEN GELUID
Het display scherm wordt verlicht maar de set
geeft geen geluid (of alleen een fluittoon).
Er komt geen geluid uit de luidsprekers (voor- en
achterin), noch voor de radio noch voor de CD.
Er komt geen geluid uit de luidsprekers na de
aansluiting van een telefoon.
Er komt geen geluid uit de subwoofer na de
aansluiting van een externe versterker.
GELUIDSPROBLEEM
Het geluidsniveau is te laag tijdens de verkeers- of
nieuwsberichten.
Het geluidsniveau neemt af.
Het telefoongeluid is misvormd.
CD FOUTEN
De set werkt niet tijdens het gebruik van de CD
speler of de MP3 speler, en ERROR CD wordt
afgebeeld.
De set werkt niet tijdens het gebruik van de CD
wisselaar, en ERROR CD wordt afgebeeld.
De CD naam is niet beschikbaar in het CD menu.
CDC FOUT
De display beeldt CDC ERR af.
TEMPERATUURFOUT
De display beeldt TEMP ERR af.
De display beeldt HI TEMP af.
FUNCTIEFOUT
De SDVC is niet beschikbaar.
De Auto-equalizing is niet beschikbaar.
Controleer:
OORZAAK/REMEDIE
> Dat de set goed geïnstalleerd is in het dashboard (zie MONTAGE).
> Dat de set goed aangesloten is (zie Installatie Kaart en INSTALLATIE).
> Schakel de set uit.
> Controleer de zekering (zie INSTALLATIE).
Controleer:
> Verhoog het volume: Wanneer u naar de radio luistert, draai dan naar een zone
waar de ontvangst van het station beter is.
> Controleer de antenne en de aansluiting ervan (zie INSTALLATIE).
> Controleer dat het zoeken naar een station is beëindigd.
> Wanneer uw portable telefoon is aangesloten, controleer dan de
Telefooninstelling.
Controleer de luidsprekeraansluitingen op B (zie INSTALLATIE) en de
luidsprekerbalans (zie Sound Menu).
Controleer uw telefoon installatie:
> de aansluiting binnen in de TEL IN aansluiting D1 (zie INSTALLATIE)
> De instelling van het detectieniveau (zie SAM Init Menu).
Controleer uw externe versterker installatie:
> de aansluiting van de externe versterker op D2 (zie INSTALLATIE)
Controleer:
Stel het volume bij voor de berichten (zie Sound Setup Menu).
Beeld de temperatuur van de set af: wanneer de temperatuur te hoog is, neemt het
geluidsniveau automatisch af.
> Verminder het geluidsvolume van de telefoon tot de misvorming wordt opgeheven.
> Vermeerder het telefoonvolume met de set (zie SAM Init Menu).
Controleer:
> Dat de CD goed in de CD speler is geschoven,
> dat de speler minstens een CD bevat,
> dat de disk goed is ingevoerd; dat er geen vuile, vreemde of beschadigde disk is
ingevoerd; Dat de speler satelliet goed is gesloten.
> Dat het magazijn goed is ingevoerd in de CD wisselaar,
> dat de wisselaar minstens een CD bevat,
> dat de disks goed zijn ingevoerd; dat er geen vuile, vreemde of beschadigde
disk is ingevoerd; Dat de wisselaar satelliet goed is gesloten.
Wis minstens een CD naam door middel van de Del naamfunctie. Vergeet niet
dat u meer dan 50 CD’s een naam kunt geven.
Controleer:
De link tussen de CD wisselaar en de versterker is niet operationeel. Neem
contact op met uw dealer.
Controleer:
Controleer dat de temperatuursreceptor goed is aangesloten (zie INSTALLATIE).
Het radiosysteem is overgegaan naar de hittebescherming modus: het
geluidsniveau is verminderd. Het radiosysteem keert weer terug naar de normale
modus zodra de heersende temperatuur is gedaald.
Controleer:
> Dat de snelheidsmeter goed is aangesloten op A1 (zie CONFIGURATIE)
> dat het kalibreren van de snelheid niet is gekalibreerd (zie CONFIGURATIE).
De auto-equalizing is niet gekalibreerd (zie CONFIGURATIE).
118
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.