Miele W 5841 WPS EcoComfort User Manual [nl]

0 (0)
Gebruiksaanwijzing
wasautomaat W 5841 WPS EcoComfort
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruik neemt. Zo zorgt u voor uw veiligheid en vermijdt u schade aan uw toestel.
M.-Nr. 09 456 690
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen, dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap paraten bevatten vaak nog waardevolle
­materialen. Ze bevatten echter ook
­schadelijke stoffen die voor het functio neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be handeling kunnen deze stoffen schade lijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte appa
­raat dan ook nooit met het gewone af
val.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af­danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
-
-
-
-
-
-
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel, telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus sen kindveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
2
-
Inhoud
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu ...........................2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................6
Bediening .......................................................13
Bedieningspaneel .................................................13
Eerste ingebruikneming ...........................................15
Milieuvriendelijk wassen ...........................................16
Stroom- en waterverbruik .........................................16
Wasmiddelverbruik ..............................................16
Zo wast u juist ...................................................17
Korte handleiding .................................................17
Extra stil ......................................................19
Centrifugeren ....................................................22
Eindcentrifugeertoerental ...........................................22
Startuitstel ......................................................23
Programmaoverzicht ..............................................24
Extra functies ....................................................27
Programmaverloop ...............................................28
Onderhoudssymbolen op het etiket..................................30
Het programmaverloop wijzigen ....................................31
Een programma afbreken ...........................................31
Het programma onderbreken ........................................31
Wijzigen .........................................................31
Wasgoed toevoegen of voortijdig uitnemen .............................32
Kinderslot........................................................32
Wasmiddel ......................................................33
Het juiste wasmiddel ...............................................33
Onthardingsmiddel ................................................34
Combinaties......................................................34
Stijfsel/wasverzachter ..............................................35
Wasverzachter, vormspoeler of vloeibaar stijfsel automatisch doseren .....35
Ontkleuren/kleuren.................................................35
3
Inhoud
Reiniging en onderhoud ...........................................36
Trommelreiniging (Hygiëne-info) ......................................36
De ommanteling en het bedieningspaneel reinigen .......................36
De wasmiddellade schoonmaken .....................................36
Het watertoevoerzeefje reinigen ......................................38
Storingen verhelpen ..............................................39
Wat gedaan als...................................................39
Er kan geen wasprogramma worden gestart ............................39 Op het display wordt de volgende foutmelding weergegeven
en het programma werd afgebroken...................................40
Op het display worden volgende opmerkingen weergegeven. ..............41
Algemene problemen met de wasautomaat .............................42
Een niet-bevredigend wasresultaat ....................................43
U kunt de vuldeur niet met de toets Deur openen.........................44
De toesteldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomonderbreking ........45
Technische dienst ................................................47
Herstellingen...................................................47
Het programma updaten (moderniseren).............................47
Garantie: voorwaarden en duur ....................................47
Opstellen en aansluiten............................................48
Vooraanzicht .....................................................48
Achteraanzicht....................................................49
Plaats van opstelling ...............................................50
Wasautomaten naar de opstelplaats dragen ..........................50
De transportbescherming wegnemen ..................................50
De transportbescherming monteren ...................................52
De wasautomaat gelijk zetten ........................................53
De voetjes uitdraaien en met de contramoeren vastzetten ...............53
Inbouwen onder een doorlopend werkblad ...........................54
Was- en droogzuil...............................................54
Het lekbeveiligingssysteem van Miele..................................55
4
Inhoud
Watertoevoer .....................................................56
Koud water (drinkwater) ..........................................57
Alternatieve soort water ..........................................57
Waterafvoer ......................................................58
Elektrische aansluiting ..............................................59
Verbruiksgegevens ...............................................60
Opmerking met het oog op vergelijkende tests: .......................60
Technische gegevens .............................................62
Programmeerfuncties .............................................63
Programmeerfuncties openen .....................................63
Programmeerfunctie selecteren ....................................63
Programmeerfunctie bewerken ....................................63
Programmeerfunctie beëindigen ...................................63 Taal
! ...........................................................63
Extra water .......................................................64
Behoedzaam wassen ..............................................64
Afkoeling waswater ................................................64
Code ...........................................................65
Temperatuureenheid ...............................................66
Zoemer..........................................................66
Geluidssignaal ....................................................66
Lichtsterkte ......................................................66
Contrast .........................................................66
Stand-by display ..................................................67
Memory .........................................................67
Kreukbeveiliging ..................................................67
Watertoevoer .....................................................68
Richtlijnen over de kwaliteit van zacht water, regenwater
en putwater (bronwater) ..........................................69
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................70
CareCollection ....................................................70
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze wasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids voorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers ech ter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de gebruiksaanwijzing voor u uw wasautomaat in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, het gebruik en het onderhoud van uw wasautomaat. Dat is vei liger voor uzelf en u vermijdt schade aan uw wasautomaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing goed en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
Juist gebruik
Deze wasautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden en
~
in gelijkaardige omgevingen.
De wasautomaat is niet geschikt voor gebruik in open lucht.
~
Gebruik de wasautomaat uitsluitend in huishoudelijke toepas-
~
singen en enkel om textiel te wassen waarvan de fabrikant op het wasetiket heeft aangegeven dat het machinaal mag worden gewas­sen. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet ver antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
-
-
-
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om de wasautomaat veilig te bedienen, mogen deze wasautomaat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
6
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasautomaat alleen zonder
~
toezicht bedienen, reinigen of onderhouden wanneer hen de wasau tomaat zodanig is toegelicht dat ze de wasautomaat veilig kunnen bedienen, reinigen of onderhouden. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve hantering kunnen herkennen en begrijpen.
-
Kinderen jonger dan acht jaar dienen uit de buurt van de wasau
~
tomaat te worden gehouden, tenzij ze continue in het oog worden gehouden.
Hou kinderen die in de buurt van de wasautomaat komen in het
~
oog. Laat kinderen nooit met de wasautomaat spelen.
Denk eraan dat de ronde glazen deur heet wordt als u met hoge
~
temperaturen wast. Verbied dus kleine kinderen het glas tijdens de wasbeurt aan te ra­ken.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Vóórdat de wasautomaat wordt opgesteld, controleert u of het
~
toestel zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde wasautomaat mag u niet opstellen en in gebruik nemen.
Op het typeplaatje van de wasautomaat vindt u gegevens in ver
~
band met de aansluiting van uw toestel (zekering, spanning en fre quentie). Alvorens u de wasautomaat aansluit, vergelijkt u deze ge gevens met die van uw elektrische installatie. Vraag eventueel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van deze wasautomaat wordt enkel ge-
~
waarborgd als het toestel op een aardsysteem aangesloten is dat volgens de voorschriften werd geïnstalleerd. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoor­waarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw installatie door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Gebruik van
~
een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee op brand.
Laat defecte onderdelen enkel vervangen door originele Miele
~
vervangstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er onvoorziene
~
risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uit voeren door vakmensen die door Miele erkend zijn.
Is het aansluitsnoer beschadigd, laat het dan vervangen door
~
een vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het toestel gebruikt.
-
Bij storingen of bij een reinigings- en onderhoudsbeurt is de was
~
automaat alleen dan van het elektriciteitsnet losgekoppeld in de vol gende gevallen:
– de stekker van de wasautomaat is uit het stopcontact getrokken,
of
– de zekering op uw elektrische installatie is uitgeschakeld, of
– de schroefzekering op uw elektrische installatie is helemaal uitge-
draaid.
Het waterproofsysteem van Miele beschermt tegen waterschade
~
als de volgende voorwaarden vervuld zijn: – het toestel wordt geïnstalleerd zoals het hoort wat stroomvoorzie-
ning en wateraansluiting aangaat,
het toestel wordt gerepareerd en/of onderdelen worden vervangen als er schade wordt vastgesteld.
Deze wasautomaat mag niet gebruikt worden op een
~
beweegbare plaats (bv.schip).
Geen veranderingen aan de wasautomaten doen, die niet uit
~
drukkelijk door Miele toegelaten zijn.
-
-
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Stel uw wasautomaat niet op in een vertrek waar het kan vriezen.
~
Bevroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De betrouwbaarheid van de elektronische elementen kan door tempera turen onder het vriespunt in het gedrang komen.
Verwijder de transportbeveiliging op de achterzijde voor u uw
~
toestel in gebruik neemt. Zie rubriek "Opstellen en aansluiten", alinea "Transportbeveiliging verwijderen". Als die beveiliging niet verwij derd is, kan die tijdens het centrifugeren schade toebrengen aan het toestel. Ook aan meubelen of apparaten ernaast kan er schade optreden.
Doe de waterkraan dicht bij langere afwezigheid (bijv. vakantie).
~
Vooral wanneer er zich vlakbij het toestel geen afvoer in de vloer be­vindt.
Overstromingsgevaar!
~
Voor u de afvoerslang in een spoelbak hangt, dient u te controleren of het water vlot genoeg wegvloeit. Maak de waterafvoerslang vast opdat ze niet zou wegglijden! Door de terugstoot van het wegvloeiende water kan de slang anders uit de spoelbak worden geslingerd.
-
-
Let erop dat er geen voorwerpen zoals spijkers, naalden,
~
geldstukken of paperclips worden meegewassen. Deze voorwerpen kunnen schade toebrengen aan onderdelen van het toestel, bijv. aan kuip of trommel. Deze beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt uw was beschadigen.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als u het wasmiddel juist doseert, hoeft u uw toestel niet te ont
~
kalken. Is uw toestel zo erg verkalkt dat het moet worden ontkalkt, gebruik dan speciaal ontkalkingmiddel met corrosiebescherming. Dit middel kunt u bij uw Miele-handelaar of de Technische Dienst van Miele verkrijgen. Volg de gebruiksaanwijzing van het ontkalkingmiddel strikt op.
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen be
~
handeld is, moet voordat het in de was- en droogautomaat wordt gewassen, grondig in zuiver water worden uitgespoeld.
Gebruik in dit toestel nooit reinigingsmiddelen die oplosmiddel
~
(bijv. wasbenzine) bevatten. Er kan namelijk schade optreden aan sommige onderdelen van het toestel. Er kunnen ook giftige dampen ontstaan. Bovendien bestaat er bij deze middelen brand- en ontplof­fingsgevaar.
Gebruik in dit toestel nooit reinigingsmiddelen die oplosmiddel
~
(bijv. wasbenzine) bevatten. Die kunnen schade toebrengen aan vochtige kunststof oppervlakken.
Kleurmiddelen dienen voor gebruik in wasautomaten geschikt te
~
zijn. Ze mogen enkel in beperkte mate - zoals voor een huishouden ­worden gebruikt. Volg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant strikt op.
-
-
Ontkleuringsmiddel kan wegens zijn zwavelhoudende verbin
~
dingen corrosie tot stand brengen. U mag geen ontkleuringsmiddel in uw wasautomaat gebruiken.
Als er wasmiddel in uw ogen terechtkomt, spoel ze dan met zui
~
ver lauwwarm water uit. Bij inslikken, direct een arts raadplegen. Personen met gekwetste of gevoelige huid moeten elk contact met het wasmiddel mijden.
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Toebehoren mag enkel worden ingebouwd indien dat door Miele
~
is goedgekeurd. Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan ver valt elke waarborg of productaansprakelijkheid.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
-
12
Bedieningspaneel
Bediening
a Toetsen voor extra functies
De wasprogramma's kunt u aanvul len met verschillende extra functies.
b Display
Meer uitleg daarover vindt u op de volgende bladzijde.
c Toets Startuitstel
Om het programma later te laten starten.
d Toets Temperatuur
Om de gewenste wastemperatuur in te stellen.
e Toets Toerental
Om het gewenste eindcentrifugeer toerental, spoelstop of zond. . (zon der centrifugeren) te kiezen.
f Optische interface PC
-
-
Dient voor de Technische Dienst als controle- en overdrachtspunt (o.a. voor updates).
g Toets Start/Stop
Start het gekozen wasprogramma en breekt een gestart programma af.
h Programmakiezer
Voor de keuze van de wasprogram­ma's. Het controlelampje van het ge­kozen programma brandt. U kunt de knop zowel naar rechts als naar links draaien.
i Toets K
Om de wasmachine in- en uit te
­schakelen.
De wasmachine schakelt zichzelf au tomatisch uit om energie te bespa ren. Dit gebeurt 15 minuten na het programma Einde/Kreukbeveiliging of na het inschakelen, waarop geen verdere bediening volgt.
j Toets Deur
Opent de vuldeur.
-
-
13
Bediening
Op het display worden volgende func ties geselecteerd:
– de wastemperatuur
– het centrifugeertoerental
– het startuitstel
– de programma-afbreking
– het kinderslot
– de programmeerfuncties
Bovendien wordt op het display vol­gende informatie weergegeven:
de duur van het programma
het verloop van het programma
Duur van het programma
Na de start van het programma wordt de vermoedelijke duur van het pro gramma in uren en minuten weergege ven.
Als het programma met startuitstel wordt gestart, wordt de duur van het programma pas aangegeven als de voorprogrammeringstijd verstreken is.
Tijdens de eerste 8 minuten berekent de wasautomaat de lading en het ver mogen van het wasgoed om water op
­te nemen. Dat kan de programmaduur
verkorten of verlengen.
Startuitstel
De geselecteerde voorprogram­meringstijd wordt weergegeven.
Na het starten van het programma telt de voorprogrammeringstijd af; bij een startuitstel van meer dan 10 uur ge­beurt dit in uren; vanaf 9 uur en 59 minuten gebeurt dit in minuten.
Als de voorprogrammeringstijd verstre ken is, start het programma; op het dis play verschijnt de vermoedelijke duur van het programma.
-
-
-
-
-
14
Programmeerfuncties
Met de programmeerfuncties kunt u de wasautomaat aan uw eigen behoeften aanpassen. Tijdens het programmeren duidt het display de gekozen functie aan.
Stel het toestel juist op en sluit het correct aan voor u het de eerste keer gebruikt. Houd rekening met de rubriek "Opstellen en aansluiten".
Eerste ingebruikneming
De taal op het display instellen
U dient de gewenste taal voor het dis play in te stellen. U kunt altijd naar een andere taal schakelen via Program meerfuncties.
-
-
Bij deze wasautomaat werd een vol
­ledige functietest doorgevoerd, waar door er zich nog water in de trommel kan bevinden.
Uit veiligheidsoverwegingen kunt u het toestel niet laten centrifugeren voordat het voor het eerst in bedrijf werd ge
­steld. Om het toestel te laten centrifu­geren, moet eerst een wasprogramma zonder wasgoed
en zonder wasmiddel
uitgevoerd zijn.
Gebruikt u wasmiddel, dan kan er overdreven veel schuim worden ge­vormd!
Tegelijk wordt ook de kogelklep in de waterafvoer geactiveerd. Die klep zorgt ervoor dat het wasmiddel in het vervolg volledig wordt gebruikt.
^
Druk de toets K in.
Wanneer u de wasautomaat voor het eerst inschakelt, verschijnt een verwel koming op het display.
! deutsch
Draai aan de programmakiezer om
^
­de gewenste taal voor het display in
te stellen. Met de toets Start/Stop be vestigt u de geselecteerde taal.
Herinnering aan de transportbe scherming
De transportbescherming moet voor de eerste wasbeurt worden verwij­derd om schade aan de wasauto­maat te voorkomen.
^ Door de toets Start/Stop in te druk-
ken, bevestigt u dat de transportbe­scherming verwijderd is.
Het eerste wasprogramma starten
De wasautomaat is nu klaar om het eerste wasprogramma uit te voeren.
Het controlelampje van de toets Katoen r brandt.
-
^
Draai de waterkraan open.
-
-
De verwelkoming verschijnt niet meer wanneer een wasbeurt die langer dan een uur duurt volledig uitge
-
voerd is.
^
Druk op de toets Start/Stop.
^
Schakel de wasautomaat na het einde van de wasbeurt uit.
De eerste ingebruikneming is beëin digd.
-
15
Milieuvriendelijk wassen
Stroom- en waterverbruik
Hou zoveel mogelijk rekening met de
maximumlading die voor een be
­paald programma toegestaan is. Als u dat doet, is het stroom- en wa terverbruik, dat wordt berekend op basis van de totale hoeveelheid was goed, het laagst.
Bij een kleinere lading wasgoed
zorgt de automatische aanpassing van de watertoevoer ervoor dat er minder water en stroom wordt ver
­bruikt en dat het programma korter uitvalt. Het kan dus gebeuren dat de weergegeven resterende tijd in de loop van een wasprogramma wordt gewijzigd.
– Gebruik het programma Express 20
voor kleine hoeveelheden wasgoed.
– Met moderne wasmiddelen kunt u
wassen bij lagere temperaturen (bijv. 20°C). Gebruik de juiste tempera­tuurinstelling om stroom te sparen.
Voor de hygiëne in de wasautomaat is het aan te bevelen nu en dan een wasbeurt met een temperatuur van minstens 60 °C te starten. De wasau tomaat herinnert u daaraan met de melding
Hygiëne-info op het dis
-
play.
Benut de mogelijkheid van de warm wateraansluiting om energie te be
-
sparen
of
Wasmiddelverbruik
Gebruik telkens maar zoveel was
middel als op de verpakking staat aangegeven.
­Hou voor de dosering rekening met
de mate waarin het wasgoed vuil is.
­Gebruik bij kleinere ladingen minder
wasmiddel (ca.
1
/3minder wasmiddel
bij een halve lading).
Kies de juiste extra functie (Kort, voorwas en voorwas + inweken)
Kies voor:
– lichtjes vuil wasgoed
zonder zichtba­re vlekken een wasprogramma met de extra functie Kort.
– normaal tot erg vuil wasgoed
zichtbare vlekken een wasprogram­ma zonder extra functie.
– heel erg vuil wasgoed
een waspro­gramma met de extra functie Voor- was + inweken.
wasgoed met een grote hoeveelheid vuil (bijv. stof, zand) de extra functie Voorwas.
-
Tip voor als het wasgoed daarna in een droogautomaat wordt gedroogd
Kies het hoogst mogelijke centrifu
­geertoerental dat het wasprogramma te
bieden heeft. Zo bespaart u achteraf stroom bij het drogen.
-
met
-
de mogelijkheid om niet-drinkwater te gebruiken.
16
Korte handleiding
De zinnen met de getallen (A, B, C,...)kanualsbeknopte handleiding
gebruiken.
A Het wasgoed voorbereiden
^ Maak de zakken leeg.
,
Metalen voorwerpen als spijkers, geldstukken, papierklemmen kun­nen het wasgoed en onderdelen van de machine beschadigen.
De vlekken vooraf behandelen
^
Verwijder eventuele vlekken uit het textiel voor u het wast. Doe dat bij voorkeur terwijl de vlekken nog vers zijn. Dop de vlekken weg met een doekje dat geen kleur afgeeft. Niet wrijven!
Speciale vlekken als die van bloed, eie ren, koffie, thee e.d. kan u vaak met een truukje wegkrijgen.
Zo wast u juist
Bij de behandeling van textiel
,
met een schoonmaakmiddel op ba sis van oplosmiddel (schoonmaak benzine) zie erop toe dat er geen kunststof in contact komt met het schoonmaakmiddel.
Gebruik nooit synthetische reini
,
gingsmiddelen (die oplosmiddel bevatten) in uw wasautomaat!
Het wasgoed sorteren
^ Sorteer het textiel volgens de kleur en
de symbolen op het onderhoudseti­ket. Dat vindt u in kragen en zomen.
Donker textiel vertoont de neiging bij de eerste wasbeurten kleur te verliezen. Om geen wasgoed te laten verkleuren, wast u licht en donker textiel het best apart.
Algemene tips
Bij gordijnen: de gordijnrolletjes en de loden band afnemen. U kan de gordijnen ook in een zak steken.
Bij bh's: geloste bh-beugels vast naaien of verwijderen.
Bij breigoed, jeans, broeken, t-shirts en sweaters: binnenstebuiten keren zo de fabrikant dat aanbeveelt.
Doe ritssluitingen, haakjes en oogjes
­voor het wassen dicht.
Knoop kussens en slopen dicht. Zo komen er geen kleine spulletjes in te recht.
Was in deze machine nooit textiel met de aanduiding niet wasbaar (onder houdssymbool h).
-
-
-
-
-
-
17
Zo wast u juist
B De wasautomaat inschakelen
C De wasautomaat laden
Open de vuldeur met de toets Deur.
^
Leg de was opengevouwen en losjes
^
in de trommel. Door textiel van ver schillend formaat in de trommel te stoppen, verbetert het waseffect en raakt de was tijdens het centrifugeren beter verdeeld.
Bij de maximumlading is het stroom- en waterverbruik, berekend op basis van de totale hoeveelheid wasgoed, het laagst. Als u te veel wasgoed laadt, vermindert het wasresultaat en komen er meer kreuken in de was voor.
Let erop dat er geen wasgoed tus­sen de vuldeur en de dichtingsring geklemd zit.
-
D Programma kiezen
Draai de programmakiezer naar links
^
of rechts om het gewenste program­ma te kiezen. Het programma is ge­kozen wanneer het controlelampje naast de naam van het programma aangaat.
E Temperatuur/toerental kiezen
Indien gewenst, kunt u de vooringestelde temperatuur en/of het centrifugeertoerental wijzigen.
^
Sluit de vuldeur met een lichte zwaai.
18
2:59 r 1600
^
De temperatuur kunt u wijzigen door op de toets Temperatuur te drukken en het centrifugeertoerental door op de toets Toerental te drukken.
Zo wast u juist
F Het kiezen van extra functies
^ Kies de gewenste extra functie met
de overeenkomstige toets. Als een extra functie wordt geselecteerd, gaat het bijhorende controlelampje branden.
U kunt niet alle extra functies bij alle wasprogramma's kiezen.
Kunt u een bepaalde extra functie niet kiezen, dan is die voor het waspro­gramma niet toegelaten.
Voorwas
Met de toets Voorwas+kunt u niet en
+
­kel de voorwas activeren, maar ook een extra inweektijd van een uur of twee uur instellen.
Druk op een toets:
1 x: = Voorwas
2 x: = Voorwas + 1 uur Inweken
3 x: = Voorwas + 2 uur Inweken
4 x: = uitgeschakeld
Extra stil
Wanneer u binnen rusttijden wil was­sen, kunt u de geluidsontwikkeling van de wasautomaat nog éénmaal vermin­deren.
Bij de keuze van extra functie Extra stil wordt niet gecentrifugeerd en de extra functie Spoelstop wordt geactiveerd. De programmaduur wordt verlengd.
Spoelstop deactiveren.
Kort
Voor lichtjes vuil wasgoed zonder zicht bare vlekken.
De duur van de hoofdwas wordt inge
-
kort.
Extra water
Het waterpeil wordt verhoogd tijdens het wassen en tijdens het spoelen.
U kunt andere opties voor de toets Ex tra water programmeren, zoals be
­schreven in de rubriek "Programmeer functies".
^
Kies een centrifugeertoerental met de toets Centrifugeren.
­Gebruik het startuitstel om het eindcen
trifugeren buiten de rusttijden te laten plaatsvinden.
-
-
-
19
Zo wast u juist
G Het startuitstel inschakelen (zo u
dat wenst)
De programmastart kunt u 30 minuten tot maximaal 24 uur uitstellen. Zo kunt u bijv. gebruikmaken van een goedkoper nachttarief voor de elektriciteit.
Meer informatie vindt u in de rubriek "Startuitstel".
H Het wasmiddel toevoegen
Het is belangrijk juist te doseren, want...
. . . gebruikt u te weinig wasmiddel, dan
wordt het wasgoed niet schoon en
na verloop van tijd ook grijs en hard.
– dan komen er vetluizen op het was-
goed
– dan hecht er zich kalk op de verwar-
mingselementen
. . . gebruikt u te veel wasmiddel,
– dan wordt er te veel schuim ge-
vormd, wat het effect van de wasbe­wegingen verzwakt. De was-, spoel­en centrifugeerresultaten gaan dan ook achteruit.
dan stijgt het waterverbruik, omdat automatisch een bijkomende spoel
-
beurt wordt ingelast.
dan wordt het milieu zwaarder belast
Trek de wasmiddellade iets uit. Giet
^
het wasmiddel in de vakjes:
i
Wasmiddel voor de voorwas (opsplitsing van de totaal aanbevo-
1
len hoeveelheid wasmiddel: vakje i en
2
/3in vakje j)
/3in
j
Wasmiddel voor de hoofdwas en voor het inweken
§
Wasverzachter, vormspoeler, vloei baar stijfsel
^
Sluit de wasmiddellade.
Meer details over wasmiddelen en de dosering ervan vindt u in de rubriek "Wasmiddelen".
-
20
I Een programma starten
Druk op de knipperende toets
^
Start/Stop.
Als u een tijd voor de voorprogramme ring had gekozen, loopt die op het dis
-
­play af. Als de voorprogrammeringstijd verstreken is of onmiddellijk na het starten wordt de vermoedelijke duur van het programma aangegeven op het display. Tijdens de eerste 8 minuten berekent de wasautomaat het vermo
­gen van het wasgoed om water op te nemen. Dat kan de programmaduur verkorten of verlengen.
Ook het verloop van het programma wordt op het display getoond. De was­automaat vertelt u op elk moment hoe­ver het programma al gevorderd is.
J Einde van het programma - het
wasgoed uit de machine halen
Bij kreukbescherming wisselt op het display de weergave tussen:
0:00 Kreukbeveilig.
en
0:00 Einde
^
Open de vuldeur met de toets Deur.
Zo wast u juist
Vergeet geen stukken wasgoed in de trommel! Die kunnen bij de daar opvolgende wasbeurt krimpen of an der wasgoed verkleuren.
^ Controleer of er niets in de
dichtingring van de vuldeur achter­gebleven is.
^ Schakel de wasautomaat uit met de
toets K.
^ Sluit de vuldeur. Anders bestaat het
risico dat er onverhoeds voorwerpen in de trommel terechtkomen. Die kun nen dan per vergissing mee worden gewassen en het wasgoed bescha digen.
-
-
-
-
15 minuten na het einde van de kreukbeveiliging schakelt de wasau tomaat zich automatisch uit. De wasmachine moet opnieuw worden ingeschakeld door op de toets K te drukken.
^
Neem het wasgoed uit de trommel.
-
21
Centrifugeren
Eindcentrifugeertoerental
programma t/min
Katoen 1600
Kreukherstellend 1200
Fijne was 600 Wol / 1200
Impregneren 1000
Express 20 1600
Automatic + 1200
Donker / Jeans 1200
Overhemden 600
Intensief + 1600
Centrifugeren 1600
Extra spoelen/Stijven 1200
U kunt het eindtoerental verminderen. Een hoger toerental dan hierboven ver­meld kunt u echter niet kiezen.
Centrifugeren voor en tussen de spoelbeurten
Het wasgoed wordt na de hoofdwas en tussen de spoelbeurten gecentrifu geerd. Als het eindtoerental werd be perkt, geldt dit eveneens voor het toe rental voor en tussen de spoelbeurten. In het programma Katoen wordt er een extra spoelbeurt ingelast als het toeren tal kleiner is dan 700 omw/min.
-
-
-
Eindcentrifugeren uitschakelen (spoelstop)
Kies met de toets Toerental de instel
^
ling Spoelstop. Het wasgoed blijft na de laatste spoelbeurt in het water lig gen. Daardoor wordt de kreukvor ming beperkt als u de was niet met een na het einde van het programma uit de trommel haalt.
Centrifugeren op het einde van het
programma starten:
Uw wasautomaat stelt u het maxima le centrifugeertoerental voor. U kunt een lager toerental kiezen. Met de toets Start/Stop start u het centrifuge­ren op het einde van het programma.
– Het programma beëindigen
:
Druk op de toets Deur. Het water wordt weggepompt. Druk daarna nog eens op toets Deur om de vul­deur te openen.
Niet centrifugeren voor en tussen de spoelbeurten en op het einde van het programma (zond. .)
^
Kies met de toets Toerental de instel ling zond. ..
­Na de laatste spoelbeurt wordt het wa
ter weggepompt en de kreukbescher ming ingeschakeld.
-
-
-
-
-
-
-
-
22
Bij deze instelling wordt in enkele pro gramma's een extra spoelgang inge last.
-
-
Loading...
+ 50 hidden pages