Instructies voor het gebruik
WASMACHINE
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Inhoud |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
NL |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Installatie, 2-3 |
|
|
|
NL |
|
F |
|
SL |
|
|
||
|
|
|
|
Uitpakken en waterpas zetten, 2 |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
Wateren elektrische aansluiting, 2-3 |
||
|
Nederlands,1 |
Français,13 |
Slovenšèina,25 |
||||||
|
Eerste wasprogramma, 3 |
||||||||
|
|
|
|
|
|
|
Technische gegevens, 3 |
||
|
|
|
|
|
|
|
Beschrijving van de wasmachine, 4-5 |
||
|
HR |
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
Bedieningspaneel, 4 |
|||
|
|
|
|
|
|
|
Controlelampjes, 5 |
||
Hrvatski,37 |
|
|
|
|
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
Start en programma's, 6 |
||
|
|
|
|
|
|
|
In het kort: een programma starten, 6 |
||
|
|
|
|
|
|
|
Tabel van de programma's, 6 |
WIL 165 X
Persoonlijk instellen, 7
Instellen van de temperatuur, 7
Instellen van de centrifuge, 7
Functies, 7
Wasmiddel en wasgoed, 8
Wasmiddellaatje, 8
Bleekprogramma, 8
Prepareren van het wasgoed, 8
Speciale stukken, 8
Voorzorgsmaatregelen en raadgevingen, 9
Algemene veiligheid, 9 Het afvoeren, 9
Bezuiniging en bescherming van het milieu, 9
Onderhoud, 10
Afsluiten van water en stroom, 10 Schoonmaken van de wasmachine, 10 Het wasmiddellaatje schoonmaken, 10 Reinigen van deur en trommel, 10 Reinigen van de pomp, 10
Controleer de slang van de watertoevoer, 10
Storingen en oplossingen, 11
Service, 12
Voordat u er de installateur bijhaalt, 12
1
Installatie
Het is belangrijk dit boekje te bewaren zodat u het
NL |
kunt raadplegen wanneer u maar wilt. In het geval dat u |
|
|
|
de machine verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij |
|
de machine blijven zodat de nieuwe gebruiker de |
|
functies en betreffende raadgevingen kan leren kennen. |
|
Lees de instructies met aandacht: u vindt er belang- |
|
rijke informatie betreffende het installeren, gebruik en |
|
veiligheid. |
|
Uitpakken en waterpas zetten |
|
Uitpakken |
|
1. Pak de wasmachine uit. |
|
2. Controleer of de wasmachine geen schade heeft |
|
geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het |
|
geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u |
|
contact opnemen met de handelaar. |
|
3. Verwijder de vier |
|
transportbouten met de |
|
rubberen ring en bijbe- |
|
horende afstandstukken |
|
die zich aan de achter- |
|
kant bevinden (zie |
|
afbeelding). |
4.Sluit de gaten af met de bijgeleverde plastic doppen.
5.Bewaar alle stukken: mocht de wasmachine ooit worden vervoerd, dan moeten deze weer worden aangebracht.
Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen.
Waterpassen
1. Installeer de wasmachine op een rechte en stevige vloer en laat hem niet leunen tegen een muur, meubel of dergelijken.
2. Als de vloer niet perfect horizontaal is kunt u de onregelmatigheid opheffen door de stelvoetjes aan de voorkant inof uit te schroeven (zie afbeelding); de hoek, gemeten ten opzichte van de aanrecht, mag de 2° niet overschrijden.
Een correcte waterpas geeft de machine stabiliteit en vermijdt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen gedurende het functioneren van de machine. In het geval van vaste vloerbedekking of een tapijt regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.
Wateren elektrische aansluiting
Aansluiting van de watertoevoerslang
1. Plaats de pakking A op het uiteinde van de waterslang en schroef hem op een koudwaterkraan met een
A |
mondstuk met schroef- |
|
|
|
draad van 3/4 gas (zie |
|
afbeelding). |
|
Voordat u hem aansluit |
|
moet u het water laten |
|
lopen totdat het helder is. |
|
2. Verbind de slang aan |
|
de wasmachine door |
|
hem op de betreffende |
|
watertoevoer aan te |
|
schroeven, rechtsboven |
|
aan de achterkant (zie |
|
afbeelding). |
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de slang zijn.
De waterdruk van de kraan moet binnen de waarden van de tabel Technische Gegevens liggen (zie bladzijde hiernaast).
Als de slang niet lang genoeg is moet u zich wenden tot een gespecialiseerde handelaar of een bevoegde installateur.
2
Aansluiting van de afvoerbuis
65 - 100 cm |
Verbind de buis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding of aan een afvoer in de muur tussen 65 en 100 cm van de grond af;
of hang hem op de rand van een wasbak of bad, en bind de bijgeleverde leiding aan de kraan (zie afbeelding). Het uiteinde van de afvoerslang mag niet onder water hangen.
Gebruik geen verlengstuk voor de slang ; indien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk dezelfde doorsnee hebben als de originele slang en hij mag niet langer zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u zich ervan verzekeren dat:
•het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen;
•het stopcontact het maximum vermogen van de machine kan verdragen, zoals aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
•het voltage correspondeert met de waarden die zijn aangegeven in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
•het stopcontact geschikt is voor de stekker van de machine. Indien dit niet zo is moet de stekker of het stopcontact vervangen worden.
De wasmachine mag niet buiten worden geinstalleerd, ook niet op een plaats die beschut is, aangezien het gevaarlijk is hem aan regen en onweer bloot te stellen.
Als de wasmachine is geinstalleerd moet het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Het snoer mag niet in bochten of geknikt liggen.
De voedingskabel mag alleen door een bevoegde installateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant is niet aansprakelijk wanneer deze normen niet gerespecteerd zijn.
Eerste wasprogramma
Voordat u de machine gaat gebruiken moet u hem een wascycle laten uitvoeren met wasmiddel maar zonder wasgoed, met het programma van 90° zonder voorwassen.
Technische gegevens
Model |
WIL 165 X |
|
|
|
|
|
breedte cm 59,5 |
|
Afmetingen |
hoogte cm 85 |
|
|
diepte cm 53,5 |
|
|
|
|
Vermogen |
van 1 tot 5 kg |
|
|
|
|
Elektrische |
spanning 220/230 Volt 50 Hz |
|
aansluitingen |
max. aansluitwaarde 1850 W |
|
|
|
|
Aansluiting |
max. druk 1 MPa (10 bar) |
|
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar) |
||
waterleiding |
||
Inhoud trommel 46 liters |
||
|
||
|
|
|
Snelheid |
tot 1600 toeren per minuut |
|
centrifuge |
||
|
||
|
|
|
Controle-program- |
programma 2; temperatuur 60°C; |
|
ma's volgens de |
||
uitgevoerd met 5 kg lading. |
||
norm IEC456 |
||
|
||
|
|
|
|
Deze apparatuur voldoet aan de |
|
|
volgende EEC voorschriften: |
|
|
-73/23/EEC van 19/02/73 |
|
|
(Laagspanning) en successievelijke |
|
|
modificaties |
|
|
-89/336/EEC van 03/05/89 |
|
|
(Elektromagnetische compatiabiliteit) |
|
|
en successievelijke modificaties |
|
|
- 2002/96/CE |
NL
Installatie |
|
|
|
Beschrijving |
|
|
|
Programma's |
|
|
|
Wasmiddel |
|
|
|
maatregelen |
-Voorzorgs |
|
|
Onderhoud |
|
|
|
Storingen |
|
|
|
Service |
|
|
|
3
Beschrijving van de wasmachine
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bedieningspaneel |
|
|
FUNCTIE |
||||
|
|
|
||||||
NL |
|
|
|
|
knoppen |
|||
|
|
|
|
|
Controlelampje AAN/DEUR |
|||
|
|
|
Controlelampjes |
|
||||
|
|
|
|
GEBLOKKEERD |
||||
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
AAN/UIT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
knop |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
PROGRAMMA |
Wasmiddellaatje |
|
knop |
|
|
|
|
|
START/RESET |
|
|
knop |
|
CENTRIFUGE |
TEMPERATUUR |
|
knop |
|
|
knop |
|
|
|
Wasmiddellaatje: voor wasmiddel en verdere toevoegingen (zie blz. 8).
Controlelampjes: voor het volgen van het verloop van het wasprogramma.
Als de functie Delay Timer is ingesteld, wordt de resterende tijd aangegeven tot het starten van het programma (zie blz. 5).
CENTRIFUGE knop: voor het instellen of uitschakelen van de centrifuge (zie blz. 7).
FUNCTIE knoppen: voor het kiezen van de functies. De knop van de gekozen functie blijft verlicht.
TEMPERATUUR knop: voor het instellen van de temperatuur of koud wassen (zie blz. 7).
START/RESET knop: voor het starten van de programma's of voor het annuleren als u per ongeluk verkeerd heeft ingesteld.
Controlelampje AAN/DEUR GEBLOKKEERD: geeft aan of de wasmachine aan is en of de deur geopend kan worden (zie blz. 5).
AAN/UIT knop: voor het inen uitschakelen van de wasmachine.
PROGRAMMA knop: voor het kiezen van de programma's. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan.
4
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie. Ze geven aan:
Uitgestelde start ingesteld:
Als de functie Delay Timer is geactiveerd (zie blz. 7), nadat het programma is gestart, gaat het controlelampje dat bij de uitgestelde start hoort knipperen:
Fase die bezig is:
Gedurende het verloop van het wasprogramma gaan de controlelampjes een voor een aan om aan te tonen met welk programmaonderdeel de machin bezig is:
Voorwas
Was
Spoelen
Centrifugeren
N.B.: gedurende het afpompen gaat het controlelampje dat bij de fase Centrifugeren hoort branden.
NL
Beschrijving Installatie
Naar gelang de terugloop van de tijd wordt , met het knipperen van het betreffende controlelampje de resterende tijd aangegeven:
Als de gekozen wachttijd is afgelopen gaat het knipperende controlelampje uit en begint het ingestelde programma te lopen.
Funtie-knoppen
De FUNCTIE-KNOPPEN dienen ook als controlelampjes.
Als u een functie kiest wordt de bijbehorende knop verlicht.
Als de gekozen functie niet bij het ingestelde programma hoort gaat de knop knipperen en de functie wordt niet geactiveerd.
Als een functie wordt ingesteld die niet past bij een andere eerder ingestelde functie, dan blijft alleen de laatste keuze actief.
Controlelampje AAN/DEUR GEBLOKKEERD:
Als het controlelampje brandt dan betekent dit dat de deur geblokkeerd is. Dit om te voorkomen dat hij per ongeluk geopend zou worden; om schade te voorkomen moet u wachten tot het controlelampje knippert. Dan pas kunt u de deur opentrekken.
Als het controlelampje van AAN/DEUR GEBLOKKEERD snel knippert tegelijkertijd met minstens één ander controlelampje dan betekent dit dat er een storing is. Bel de Installateur.
Programma's |
|
|
|
Wasmiddel |
|
|
|
maatregelen |
-Voorzorgs |
|
|
Onderhoud |
|
|
|
Storingen |
|
|
|
Service |
|
|
|
5
Start en Programma's
In het kort: een programma starten
NL |
1. |
Schakel de wasmachine in met de knop . Alle |
|
||
|
|
controlelampjes branden gedurende enkele secon- |
|
|
den, gaan vervolgens uit en het controlelampje |
|
|
AAN/DEUR GEBLOKKEERD gaat knipperen. |
|
2. |
Laad het wasgoed in en sluit de deur. |
|
3. |
Stel het gewenste programma in met de knop |
|
|
PROGRAMMA'S. |
|
4. |
Stel de wastemperatuur in (zie blz. 7). |
Tabel van de programma's
5.Stel de centrifugesnelheid in (zie blz. 7).
6.Giet het wasmiddel en verdere toevoegingen in het laatje (zie blz. 8).
7.Start het programma met de START/RESET knop. Voor het annuleren houdt u de START/RESET knop minstens 2 seconden ingedrukt.
8.Aan het einde van het programma gaat het controlelampje AAN/DEUR GEBLOKKEERD knipperen hetgeen betekent dat de deur geopend kan worden. Haal het wasgoed eruit en laat de deur op
een kier staan zodat de trommel kan drogen. Schakel de wasmachine uit met de knop .
|
|
|
Wasm id d el |
|
O p tie |
D uur van |
|
|
|
P rogram - |
Tem p e - |
Wasverz- |
he t |
|
|||
Soort stof en vuil |
|
|
O ntvle k k e n/ |
B eschrijving wa sp rogram m a |
||||
m a's |
ratuur |
|
|
achter |
w asp rogra - |
|||
|
vo o r- |
H o o f- |
B lee k m id d e l |
|
||||
|
|
|
w as |
dw as |
|
|
m m a (m in .) |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
S tandaard |
|
|
|
|
|
|
|
|
Zeer vuile w itte w as |
1 |
90°C |
• |
• |
• |
|
1 3 5 |
Voorwas, hoofdwas, spoelingen, |
(lakens, tafellakens enz.) |
|
tussen - en eindcentrifuge |
||||||
|
|
|
|
|
|
|
||
Zeer vuile w itte w as |
2 |
90°C |
|
• |
• |
Delicaat / |
1 2 5 |
Hoofdw as, spoelingen, |
(lakens, tafellakens enz.) |
|
Tradition eel |
tussen - en eindcentrifuge |
|||||
|
|
|
|
|
|
|||
Zeer vuil w it en gekleurd |
2 |
60°C |
|
• |
• |
Delicaat / |
11 0 |
Hoofdw as, spoelingen, |
w asgoed |
|
Tradition eel |
tussen - en eindcentrifuge |
|||||
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Zeer vuile w itte en gekleurde |
2 |
40°C |
|
• |
• |
Delicaat / |
105 |
Hoofdw as, spoelingen, |
fijne w as |
|
Tradition eel |
tussen - en eindcentrifuge |
|||||
|
|
|
|
|
|
|||
W einig vuil w it w asgoed en |
|
|
|
|
|
Delicaat / |
|
Hoofdw as, spoelingen, |
fijn gekleurd w asgoed |
3 |
40°C |
|
• |
• |
70 |
||
|
Tradition eel |
tussen - en eindcentrifuge |
||||||
(overhem den, truien enz.) |
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Zeer vuile kleurvaste stoffen |
4 |
60°C |
|
• |
• |
Delicaat |
75 |
Ho o fdw as, spo elin gen , |
(babygoed enz.) |
|
kreu kvrij of delicate cen trifuge |
||||||
|
|
|
|
|
|
|
||
Zeer vuile kleurvaste stoffen |
4 |
40°C |
|
• |
• |
Delicaat |
60 |
Ho o fdw as, spo elin gen , |
(babygoed enz.) |
|
kreu kvrij of delicate cen trifuge |
||||||
|
|
|
|
|
|
|
||
Licht gekleurde stoffen (ieder |
5 |
40°C |
|
• |
• |
Delicaat |
60 |
Ho o fdw as, spo elin gen , |
soort w einig vuil w asgoed) |
|
kreu kvrij of delicate cen trifuge |
||||||
|
|
|
|
|
|
|
||
w o l |
6 |
40°C |
|
• |
• |
|
50 |
Hoofdw as, spoelingen |
|
|
kreukvrij en delicate centrifuge |
||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Speciaal fijne stoffen |
7 |
3 0°C |
|
• |
• |
|
45 |
Ho o fdw as, spo elin gen , |
(gordijnen, zijde, viscose enz.) |
|
|
kreu kvrij of afpo m pen |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tim e 4 U |
|
|
|
|
|
|
|
|
Zeer vuil w it en gekleurd |
8 |
60°C |
|
• |
• |
|
65 |
Hoofdw as, spoelingen, tussen- |
w asgoed |
|
|
en eindcentrifuge. |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
W einig vuil w it w asgoed en |
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdw as, spoelingen, tussen- |
fijn gekleurd w asgoed |
9 |
40°C |
|
• |
• |
|
55 |
|
|
|
en eindcentrifuge. |
||||||
(overhem den, truien enz.) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Licht gekleurde stoffen (ieder |
10 |
40 °C |
|
• |
• |
|
45 |
Ho o fdw as, spo elin gen en |
soort w einig vuil w asgoed) |
|
|
delicate centrifu ge |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
||
Licht gekleurde stoffen (ieder |
11 |
3 0°C |
|
• |
• |
|
3 0 |
Ho o fdw as, spo elin gen en |
soort w einig vuil w asgoed) |
|
|
delicate centrifu ge |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
S port |
|
|
|
|
|
|
|
|
Sports ch oenen |
|
|
|
|
|
|
|
Koude was (zonder wasmiddel), |
12 |
30 °C |
|
• |
• |
|
5 0 |
wassen, spoelen en delicate |
|
(MAX. 2 paar.) |
|
|
||||||
|
|
|
|
|
|
|
centrifuge |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Stoffen voor sportkleding |
13 |
3 0°C |
|
• |
• |
|
60 |
Ho o fdw as, spo elin gen , |
(jogginpakken, shorts enz.) |
|
|
tu ssen -en ein dcen trifu ge |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
||
PR OGR AM M A ON DER DELEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
Spoelen |
|
|
|
|
• |
Delicaat / |
|
Spoelin gen en cen trifu ge |
|
|
|
|
Tradition eel |
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Centrifu geren |
|
|
|
|
|
|
|
Afpo m pen en cen trifuge |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Afpo m pen |
|
|
|
|
|
|
|
Afpo m pen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Note
-Bij de programma´s 8 - 9 is het beter de machine met niet meer dan 3,5 kg wasgoed te beladen. -Bij programma 13 raden wij aan een lading van niet meer dan 2 kg te wassen.
-Kijk voor de beschrijving van kreukvrij: Zie Minder Strijken, bladzijde hiernaast. De gevens in de tabel hebben een indicatieve waarde.
Speciaal programma
Dagelijkse was (programma 11 voor synthetische stoffen) is bedoeld voor het snel wassen van kledingstukken die weinig vuil zijn: het duurt slechts 30 minuten en bespaart dus elektriciteit en tijd. Met programma (11 met 30 °C) kunt u verschillende soorten stoffen tesamen wassen (behalve zijde en wol) met een lading van max. 3 kg.
Het beste is om hierbij vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
6
Persoonlijk instellen
C Instellen van de temperatuur
Door aan de TEMPERATUUR-knop te draaien stelt u de temperatuur van het wassen in (zie Tabel van de programma's op blz. 6).
De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud ().
Instellen van de centrifuge
Door aan de CENTRIFUGE-knop te draaien stelt u de snelheid van de centrifuge van het gekozen programma in. De maximum snelheden voorzien voor de programma's zijn:
Programma's |
Maximum snelheid |
|
Katoen |
1600 toeren per minuut |
|
Synthetisch |
800 |
toeren per minuut |
Wol |
600 |
toeren per minuut |
Zijde |
geen |
U kunt de snelheid van de centrifuge verminderen, of het centrifugeren uitschakelen met het symbool .
De machine voert geen centrifugesnelheid uit dat niet overeenkomt met de maximale centrifugesnelheid van het te centrifugeren soort weefsel.
Functies
De verschillende functies van de wasmachine zorgen voor een heldere en witte was zoals door u gewenst. Voor het activeren van de functies:
1.druk op de knop die bij de gewenste functie hoort, volgens de hiervolgende tabel;
2.het oplichten van de betreffende knop geeft aan dat de functie actief is.
N.B.: Snel knipperen van de knop geeft aan dat de bijbehorende functie van het ingestelde programma niet gekozen kan worden.
Functies |
Effect |
Notities voor het gebruik |
|
Actief bij de |
||
|
programma's: |
|||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Druk meerdere malen op de knop totdat het controlelampje dat bij |
|
|
|
|
|
Stelt de start van |
de gewenste uitgestelde start hoort verlicht wordt. |
|
Allen |
|
|
|
de machine uit tot |
Bij de vijfde druk op de knop wordt de functie gedeactiveerd. |
||
|
|
|
aan 9 uren. |
N.B.: Als de Start/Reset knop eenmaal ingedrukt is dan kan de |
|
|
Delay Timer |
|
uitgestelde tijd alleen verkort worden. |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bleekprogramma in |
|
|
|
|
|
|
staat de meest |
Vergeet niet bleekwater in het hiervoor bestemde bakje 4 te gieten |
2, 3, 4, 5, |
|
|
|
|
hardnekkige |
(zie blz 8). |
|
|
|
|
|
|
Spoelingen. |
||
|
|
|
vlekken te |
Deze functie is niet geschikt voor de MINDER STRIJKEN. |
|
|
|
|
|
|
|
||
Bleken |
verwijderen. |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Door deze functie in te stellen worden de programma's 4, 5, 6, 7 |
|
|
|
|
|
Vermindert het |
onderbroken, ( wasgoed blijft in water= spoelstop) (Kreukvrij), en |
3, 4, 5, 6, 7, |
|
|
|
|
kreuken van de |
het controlelampje van de fase Spoelen gaat knipperen: |
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
stoffen en |
- voor het afmaken van de cycle drukt u op de START/RESET knop |
8, 9, 10, |
|
|
|
|
vergemakkelijkt het |
- voor alleen waterafvoer zet u de knop op het symbool |
en |
Spoelen. |
Minder |
strijken. |
drukt u op de START/RESET knop. |
|
|
||
strijken |
|
Deze functie is niet geschikt voor de optie BLEKEN. |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vermeerdert het |
Aangeraden voor volle lading wasgoed of met extra veel |
|
1, 2, 3, 4, 5, |
Extra |
resultaat van het |
|
8, 9, 10, 12, |
|||
wasmiddel. |
|
|||||
Spoeling |
spoelen. |
|
13, Spoelen. |
|||
|
|
|||||
|
|
|
|
|
|
|
NL
Installatie |
|
|
|
Beschrijving |
|
|
|
Programma's |
|
|
|
Wasmiddel |
|
|
|
maatregelen |
-Voorzorgs |
|
|
Onderhoud |
|
|
|
Storingen |
|
|
|
Service |
|
|
|
7
Wasmiddel en wasgoed
Wasmiddellaatje
NL
Een goed resultaat van de was hangt ook af van een juiste dosis wasmiddel: te veel maakt het wassen niet beter en blijft in het wasgoed hangen terwijl het slecht is voor het milieu.
4 |
|
|
3 |
1 |
2 |
Trek het laatje naar voren en giet het wasmiddel en/of de verdere toevoegingen erin als volgt.
bakje 1: voorwasmiddel (poeder)
Voordat u het middel erin giet moet u controleren of het bakje 4 is geplaatst.
bakje 2: wasmiddel (poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel wordt erin gegoten vlak voor de start.
bakje 3: toevoegingen (wasverzachter enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
extra bakje 4: Bleekwater
Gebruik nooit middelen voor handwas aangezien die te veel schuim vormen.
Bleekprogramma
Het traditionele bleekmiddel kan alleen voor stevig wit wasgoed gebruikt worden, terwijl het delicate bleekmiddel geschikt is voor gekleurde stoffen, synthetische stoffen en wol.
Plaats het bijgeleverde extra bakje 4 in bakje 1. Let er bij het gieten van het bleekwater op dat het niveau "max", aangegeven op de centrale pin, niet wordt overschreden (zie afb.).
Als u alleen wilt bleken giet u het bleekwater in het extra bakje 4, stelt u het programma Spoelen en activeert u de functie Bleken (zie blz 7).
Voor bleken tijdens het wassen giet u het wasmiddel en de toevoegmiddelen in de bakjes, stelt u het gewenste programma in en activeert u de functie Bleken (zie blz 7).
Gebruik van het extra bakje 4 sluit het voorwassen uit.
Prepareren van het wasgoed
•Verdeel het wasgoed volgens:
-het soort stof / het symbool op het etiket.
-de kleuren: scheid gekleurd goed van de witte was.
•Maak de zakken leeg en controleer de knopen.
•Ga niet boven het aangegeven gewicht, berekend voor droog wasgoed:
stevige stoffen: max 5 kg synthetische stoffen max 2,5 kg fijne stoffen max 2 kg
Wol: max 1 kg
Hoeveel weegt het wasgoed?
1laken 400-500 gr.
1sloop 150-200 gr.
1tafelkleed 400-500 gr.
1badjas 900-1200 gr.
1handdoek 150-200 gr.
Speciale stukken
Gordijnen: vouw de gordijnen nauwkeurig en doe ze in een kussensloop of net. Was ze apart zonder ooit de halve lading te overschrijden. Gebruik programma 7 dat automatisch de centrifuge uitsluit.
Donzen dekbedden en met dons gevulde windjacks: als de vulling uit ganzenveren of eendendons bestaat kunt u ze wassen in de wasmachine. Keer de stukken binnenste buiten en ga niet boven een max. lading van 2-3 kg; herhaal de spoeling een of twee keer en gebruik de delicate centrifuge.
Wol: Gebruik voor de beste resultaten een wasmiddel dat speciaal voor wol is bestemd en laad niet meer dan 1kg wollen goed in de machine.
8
Voorzorgsmaatregelen en raadgevingen
De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen worden voor uw eigen veiligheid gegeven en zij moeten met aandacht worden gelezen.
Algemene veiligheid
•Dit apparaat is gemaakt voor huishoudelijk gebruik, niet-professioneel, en zijn functies mogen niet veranderd worden.
•De wasmachine mag alleen door volwassen personen en volgens de instructies in dit boekje worden gebruikt.
•Raak de machine niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten.
•Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact, maar altijd door de stekker aan te pakken.
•Open het wasmiddellaatje niet terwijl de machine in werking is.
•Raak het afvoerwater niet aan aangezien het nogal warm kan zijn.
•Forceer nooit de deur: het veiligheidsmechanisme, dat tegen per ongeluk openen beschermt, kan beschadigd worden.
•Probeer in geval van storingen nooit zelf interne mechanismen van de machine te repareren.
•Zorg ervoor dat kleine kinderen niet te dicht bij de machine komen als deze in werking is.
•De glazen deur kan heet worden.
•Als de machine verplaatst moet worden doe dit dan met twee of drie personen en met grote voorzichtigheid. Nooit alleen want de machine is zwaar.
•Voordat u het wasgoed in de machine laadt, controleer dat hij leeg is.
Het afvoeren
•Het afvoeren van het verpakkingsmateriaal: houd u zich aan de plaatselijke normen zodat het materiaal gerecycled kan worden.
•De Europese Richtlijn 2002/96/EC over Vernieti ging van Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude huishoudelijke electrische appa raten niet mogen vernietigd via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van de gebruikte materialen te optima liseren en de negatieve invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het symbool op het product van de "afvalcontainer met een kruis erdoor" herinnert u aan uw verplichting, dat
wanneer u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden ingezameld.
Consumenten moeten contact opnemen met de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze van vernietiging van hun oude apparaat.
Bezuiniging en bescherming van het milieu
Maximale reiniging
Als er weinig water door de glazen deur te zien is komt dat doordat met de nieuwe Indesit technologie minder dan de helft water voldoende is voor maximum reinheid van de was: een doel dat is bereikt ten gunste van de milieu-bescherming.
Bezuinigen op wasmiddel, water, energie en tijd
•Teneinde geen energiebronnen te verkwisten moet de machine altijd met maximum lading worden gebruikt. U spaart 50% energie met een volle lading i.p.v. twee half volle ladingen.
•Voorwassen is alleen nodig voor erg vuil wasgoed. Door dit te vermijden bespaart u wasmiddel, tijd, water en ongeveer 5 tot 15% energie.
•Door vlekken met een ontvlekkingsmiddel te behandelen of in de week te zetten kunt u met minder hoge temperaturen wassen. Een programma op 60°C in plaats van op 90°C of op 40°C in plaats van 60°C zorgt voor een besparing van 50% aan energie.
•Doseer het wasmiddel op basis van de hardheid van het water, de vuilheidsgraad en de hoeveelheid wasgoed, zo vermijd u onnodig energieverbruik en beschermt u het milieu. ook al zijn de wasmiddelen biologisch afbreekbaar, toch bevatten ze elementen die het evenwicht in de natuur verstoren. Bovendien moet u zoveel mogelijk wasverzachters vermijden.
•Door zoveel mogelijk te wassen met goedkope stroomtarieven (s´nachts) werkt u mee aan het reduceren van de belasting van de elektrische centrale.
De optie Delay Timer (zie blz. 7) is van groot belang voor de uitvoering van het wasprogramma gedurende de nacht.
•Als u na het wassen het wasgoed in een dryer wilt drogen, kunt u een hoge snelheid centrifuge kiezen. Weinig water in het wasgoed spaart tijd en energie bij het droogprogramma.
NL
Installatie |
|
|
|
Beschrijving |
|
|
|
Programma's |
|
|
|
Wasmiddel |
|
maatregelen |
-Voorzorgs |
|
|
Onderhoud |
|
|
|
Storingen |
|
|
|
Service |
|
|
|
9
Onderhoud
Afsluiten van water en stroom
NL
•Doe de kraan dicht na iedere wasbeurt. Hiermee reduceert u de kans op lekkage.
•Sluit altijd eerst de stroom af voordat u de wasmachine gaat schoonmaken en gedurende onderhoudswerkzaamheden.
Schoonmaken van de wasmachine
De buitenkant en de rubber onderdelen kunnen met een spons en lauw sopje worden schoongemaakt. Nooit schuurmiddelen of oplosmiddelen gebruiken!
Het wasmiddellaatje schoonmaken
Verwijder het laatje door het op te lichten en naar voren te trekken
(zie afbeelding). Was het onder stro-
mend water: dit moet u regelmatig doen.
Reinigen van deur en trommel
•Laat de deur altijd op een kier staan om muffe lucht te vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasmachine is voorzien van een zelfreinigende pomp en hoeft dus niet te worden schoongemaakt. Het kan echter gebeuren dat kleine voorwerpen (geldstukken, knopen) in het voorvakje terecht komen dat de pomp beschermt en zich aan de onderkant bevindt.
Verzeker u ervan dat het wasprogramma klaar is en trek de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het paneel:
1. verwijder het paneeltje aan de voorkant van de wasmachine met behulp van een schroevendraaier
(zie afbeelding);
2. draai de deksel eraf, tegen de klok in draaiend (zie afbeelding): het is normaal dat er een beetje water uit komt;
3.maak de binnenkant goed schoon;
4.schroef de deksel er weer op;
5.monteer het paneeltje weer, met de haakjes in de betreffende openingen voordat u het paneeltje tegen de machine aan drukt.
Controleer de slang van de watertoevoer
Controleer minstens eens per jaar de slang van de watertoevoer. Als er barstjes in zitten moet hij vervangen worden: gedurende het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts scheurtjes veroorzaken.
Nooit reeds eerder gebruikte slangen gebruiken.
10
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de machine niet werkt. Voordat u de installateur opbelt (zie blz. 12), controleert u of het |
|
een storing betreft die gemakkelijk te verhelpen is met behulp van de volgende lijst. |
NL |
|
Storingen: |
Mogelijke oorzaken / Oplossing: |
||
De wasmachine |
• |
De stekker is niet in het stopcontact of niet ver genoeg ingestoken |
|
gaat niet aan. |
|
om contact te maken. |
|
|
• |
Er is geen stroom. |
|
Het wasprogramma |
• |
De deur is niet goed dicht. |
|
start niet. |
• |
De knop |
is niet ingedrukt. |
|
• |
De START/RESET knop is niet ingedrukt. |
|
|
• |
De waterkraan is niet open. |
|
|
• |
Uitgestelde start is ingesteld (Delay Timer, zie blz. 7). |
|
De wasmachine neemt geen |
• |
De watertoevoerslang is niet aangesloten aan de kraan. |
|
water. |
• |
De slang ligt gekneld. |
|
|
• |
De kraan is niet open. |
|
|
• |
In huis mankeert het water. |
|
|
• |
Er is geen voldoende druk. |
|
|
• |
De START/RESET knop is niet ingedrukt. |
|
De wasmachine blijft water |
• |
De afvoerslang is niet geinstalleerd op 65 tot 100 cm afstand van de |
|
aanen afvoeren. |
|
grond (zie blz. 3). |
|
|
• |
Het uiteinde van de afvoerslang ligt onder water (zie blz. 3). |
|
|
• |
De afvoer in de muur heeft geen ontluchting. |
|
|
Als na deze controle het probleem niet is opgelost, doet u de water- |
||
|
kraan dicht, de machine uit en belt u de installateur. Als u op een van |
||
|
de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een |
||
|
probleem met het hevelen voordoen, waarbij de machine voortdurend |
water aanen afvoert. Om deze storing te verhelpen bestaan er speciale in de handel verkrijgbare ventielen.
De wasmachine pompt het water • Het programma voorziet niet in afvoer: bij enkele programma's niet af of centrifugeert niet. moet dit met de hand worden gestart (zie blz. 6).
•De optie 'Minder strijken' is actief: voor het afmaken van het programma drukt u op de START/RESET knop (zie blz. 7).
•De afvoerslang ligt gekneld (zie blz. 3).
•De afvoerleiding is verstopt.
De machine trilt erg tijdens het • De trommel is bij het installeren niet op de juiste wijze ontgrendeld (zie blz. 2). centirfugeren. • De wasmachine staat niet recht (zie blz. 2).
• De wasmachine staat te nauw tussen meubel en muur (zie blz. 2).
De wasmachine lekt. • De slang van de watertoevoer is niet goed aangeschroefd (zie blz. 2).
•Het wasmiddellaatje is verstopt (voor schoonmaken zie blz. 10).
•De afvoerslang is niet goed bevestigd (zie blz. 3).
Het controlelampje AAN/DEUR • Bel de Installateur want dit geeft een storing aan.
GEBLOKKEERD knippert snel tegelijkertijd met minstens één ander controlelampje.
Er ontstaat teveel schuim. • Het wasmiddel is niet bedoeld voor wasmachines (er moet "voor wasmachine", "handwas en wasmachine", of dergelijke op staan).
• De dosering is te veel.
Installatie |
|
|
|
Beschrijving |
|
|
|
Programma's |
|
|
|
Wasmiddel |
|
|
|
maatregelen |
-Voorzorgs |
|
|
Onderhoud |
|
Storingen |
|
|
|
Service |
|
|
|
11
Service
NL
Service
Voordat u er de installateur bijhaalt:
• Kijk eerst even of u het probleem zelf kunt oplossen (zie blz. 11);
•Start het programma om te controleren of de storing is verholpen;
•Is dit niet het geval dan neemt u contact op met de bevoegde dichtsbijzijnde Technische Dienst via het telefoonnummer dat op het garantiebewijs/gebruiksaanwijzing staat.
Nooit een niet-bevoegde installateur erbij halen.
Vermeld:
•het soort storing;
•het model van de machine (Mod.);
•het serienummer (S/N).
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasmachine.
12
Mode d'emploi
LAVE-LINGE
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Sommaire |
|
|
|
|
|
F |
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Installation, 14-15 |
|
|
|
F |
|
|
||
|
|
Déballage et mise à niveau, 14 |
|||
|
|
|
Raccordements hydrauliques et électriques, 14-15 |
||
|
|
|
|||
|
Français |
Premier cycle de lavage, 15 |
|||
|
|
|
Caractéristiques techniques, 15 |
||
|
|
|
Description du lave-linge, 16-17 |
||
|
|
|
Bandeau de commandes, 16 |
||
|
|
|
Voyants, 17 |
||
|
|
|
Mise en marche et Programmes, 18 |
||
|
|
|
En bref: démarrage d'un programme, 18 |
||
|
|
|
Tableau des programmes, 18 |
WIL 165 X
Personnalisations, 19
Sélection de la température, 19
Sélection de l'essorage, 19
Fonctions, 19
Produits lessiviels et linge, 20
Tiroir à produits lessiviels, 20 Cycle blanchissage, 20 Triage du linge, 20
Pièces de linge particulières, 20
Précautions et conseils, 21
Sécurité générale, 21 Mise au rebut, 21
Economies et respect de l'environnement, 21
Entretien et soin, 22
Coupure de l'arrivée d'eau et de courant, 22 Nettoyage du lave-linge, 22
Nettoyage du tiroir à produits lessiviels, 22 Entretien du hublot et du tambour, 22 Nettoyage de la pompe, 22
Contrôle du tuyau d'arrivée de l'eau, 22
Anomalies et remèdes, 23
Assistance, 24
Consultation à tout moment, 24
13
Installation
Conservez ce mode d'emploi pour pouvoir le
F consulter à tout moment. En cas de vente, de cession ou de déménagement, veillez à ce qu'il suive toujours le lave-linge pour que son nouveau propriétaire soit informé sur son mode de fonctionnement et puisse profiter des conseils correspondants.
Lisez attentivement les instructions: elles fournissent d'importantes informations sur l'installation, l'utilisation et la sécurité.
Déballage et mise à niveau
Déballage
1.Déballez le lave-linge.
2.Contrôlez que le lave-linge n'a pas été endommagé pendant le transport. S'il est abîmé, ne le raccordez pas et contactez votre revendeur.
3. Enlevez les 4 vis de protection pour le transport, le caoutchouc et la cale, placés dans la partie arrière (voir figure).
4.Bouchez les trous à l'aide des bouchons plastique fournis.
5.Conservez bien toutes ces pièces: il faudra les remonter en cas de transport du lave-linge.
Les emballages ne sont pas des jouets pour enfants.
Mise à niveau
1. Installez le lave-linge sur un sol plat et rigide, sans l'appuyer contre des murs, des meubles ou autre.
2. Si le sol n'est pas parfaitement horizontal, vissez ou dévissez les petits pieds avant (voir figure) pour niveler l'appareil; son angle d'inclinaison, mesuré sur le plan de travail, ne doit pas dépasser 2°.
Une bonne mise à niveau garantit la stabilité de la machine et évite qu'il y ait des vibrations, du bruit et des déplacements en cours de fonctionnement. Si la machine est posée sur de la moquette ou un tapis, réglez les petits pieds de manière à ce qu'il y ait suffisamment d'espace pour assurer une bonne ventilation.
Raccordements hydrauliques et électriques
Raccordement du tuyau d'arrivée de l'eau
|
1. Montez le joint A sur |
|
l'extrémité du tuyau |
|
d'alimentation et vissez- |
|
le à un robinet d'eau |
A |
froide à embout fileté 3/4 |
gaz (voir figure). |
|
|
Faites couler l'eau |
|
jusqu'à ce qu'elle soit |
|
limpide et sans |
|
impuretés avant de |
|
raccorder. |
|
2. Raccordez le tuyau |
|
d'alimentation au lave- |
|
linge en le vissant à la |
|
prise d'eau prévue, dans |
|
la partie arrière en haut |
|
à droite (voir figure). |
3. Faites attention à ce que le tuyau ne soit ni plié ni écrasé.
La pression de l'eau doit être comprise entre les valeurs indiquées dans le tableau des Caractéristiques techniques (voir page ci-contre).
Si la longueur du tuyau d'alimentation ne suffit pas, adressez-vous à un magasin spécialisé ou à un technicien agréé.
14
Raccordement du tuyau de vidange
65 - 100 cm |
Raccordez le tuyau d'évacuation, sans le plier, à un conduit d'évacuation ou à une évacuation murale placés à une distance du sol comprise entre 65 et 100 cm;
ou bien accrochez-le à un évier ou à une baignoire, dans ce cas, fixez le support en plastique fourni avec l'appareil au robinet (voir figure). L'extrémité libre du tuyau d'évacuation ne doit pas être plongée dans l'eau.
L'utilisation de tuyaux de rallonge est absolument déconseillée, si vous ne pouvez vraiment pas faire autrement vous devrez utiliser un tuyau de même diamètre et de longueur maximum de 150 cm.
Branchement électrique
Avant de brancher la fiche dans la prise de courant, contrôlez que:
•la prise dispose de mise à la terre et est conforme aux normes;
•la prise est bien apte à supporter la puissance maximale de la machine indiquée dans le tableau des Carcatéristiques techniques (voir ci-contre);
•la tension d'alimentation est bien comprise entre les valeurs figurant dans le tableau des Caractéristiques techniques (voir ci-contre);
•la prise est bien compatible avec la fiche du lavelinge. Autrement, remplacez la prise ou la fiche.
Votre lave-linge ne doit pas être installé dehors, même à l'abri, car il est très dangereux de le laisser exposé à la pluie et aux orages.
Après installation du lave-linge, la prise de courant doit être facilement accessible.
N'utilisez ni rallonges ni prises multiples.
Le câble ne doit être ni plié ni écrasé.
Le câble d'alimentation ne doit être remplacé que par des techniciens agréés.
Attention! Nous déclinons toute responsabilité en cas de non respect des normes énumérées ci-dessus.
Premier cycle de lavage
Avant la première utilisation de la machine, effectuez un cycle de lavage avec un produit lessiviel mais sans linge et sélectionnez le programme à 90°C sans prélavage.
Caractéristiques techniques
Modèle |
WIL 165 X |
|
|
|
|
|
largeur 59,5 cm |
|
Dimensions |
hauteur 85 cm |
|
|
profondeur 53,5 cm |
|
|
|
|
Capacité |
de 1 à 5 kg |
|
|
|
|
Raccordements |
tension 220/230 Volt 50 Hz |
|
électriques |
puissance maximale absorbée 1850 W |
|
|
|
|
Raccordements |
pression maximale 1 MPa (10 bar) |
|
pression minimale 0,05 MPa (0,5 bar) |
||
hydrauliques |
||
capacité du tambour 46 litres |
||
|
||
|
|
|
Vitesse |
jusqu'à 1600 tours minute |
|
d'essorage |
||
|
||
|
|
|
Programmes de |
programme 2; température 60°C; |
|
contrôle selon la |
||
effectué avec une charge de 5 kg. |
||
norme IEC456 |
||
|
||
|
|
|
|
Cet appareil est conforme aux |
|
|
Directives Communautaires suivantes: |
|
|
- 73/23/CEE du 19/02/73 (Basse |
|
|
Tension) et modifications suivantes |
|
|
- 89/336/CEE du 03/05/89 |
|
|
(Compatibilité électromagnétique) et |
|
|
modifications suivantes |
|
|
- 2002/96/CE |
F
Assistance Anomalies Entretien Précautions produits Bac Programmes Description Installation
15