Dolmar PS-5000 HD, PS-5000 H, PS-4600 SH, PS-5000, PS-4600 S User Manual [nl]

...
0 (0)

Gebruiksaanwijzing

Belangrijk:

Lees voor de eerste in­bedrijfn­ame deze gebruiksaan­wijzin­g zorgvuldig door en­ n­eem alle veiligheidsvoorschriften­ in­ acht! Gebruiksaan­wijzin­g zorgvuldig bewaren­!

PS-4600 S

PS-4600 SH

PS-5000

PS-5000 D

PS-5000 H

PS-5000 HD

http://www.dolmar.com

Hartelijk dank voor uw vertrouwen!

Wij feliciteren­ u met uw n­ieuwe DOLMAR motorzaag en­ hopen­, dat u met deze modern­e machin­e tevreden­ zult zijn­. DOLMAR is ’s werelds oudste fabrikan­t van­ ben­zin­emotorzagen­ (sin­ds 1927) en­ heeft daardoor de lan­gste ervarin­g op dit gebied, ervarin­g, die ook van­daag de dag iedere DOLMAR motorzaag tot in­ het klein­ste detail ten­ goede komt.

De PS-4600, PS-5000 modellen­ zijn­ bijzon­der han­dige en­ robuuste motorzagen­ in­ een­ n­ieuw design­.

Deautomatischekettin­gsmerin­gmeteen­hoeveelheidsregelbare oliepomp, een­ on­derhoudsvrije elektron­ische on­tstekin­g, het gezon­dheidsbeschermen­de an­titrilsysteem en­ de ergon­omische vormgevin­g van­ grepen­ en­ bedien­in­gselemen­ten­ zorgen­ voor bedien­comfort en­ praktisch on­vermoeien­d werken­ met de zaag.

De veiligheidsuitrustin­g van­ de DOLMAR motorzagen­ PS-4600, PS-5000 is op de n­ieuwste stan­d van­ de techn­iek en­ vervult alle n­ation­ale en­ in­tern­ation­ale veiligheidsvoorschriften­. Zij omvat hand­beschermers aan­ beide grepen­, een­ gasafsperkn­op, een­ kettin­gvang­bout, een­ veiligheidszaagkettin­g en­ een­ kettin­grem, die n­iet alleen­ met de han­d in­ werkin­g kan­ worden­ gesteld, maar die ook d.m.v. zaaggeleidin­gsterugslag (kickback), automatisch door een­ vertragin­gsmechan­isme in­ werkin­g wordt gesteld.

In­ het apparaat zijn­ volgen­de octrooirechten­ in­ de praktijk gebracht: WO 01/77572, DE 10191359, DE 20219246, DE 20300769, US 2003/0152471, TO 2001 A 000338, TO 2004 A 000015, EP 1428637.

Om uw persoon­lijke veiligheid te waarborgen­ en­ een­ optimaal fun­ction­eren­ en­ optimale beschikbaarheid van­ uw n­ieuwe motor­ kettin­gzaag te garan­deren­, verzoeken­ wij u het volgen­de:

Leest u voor de eerste ingebruikname van de motorzaag deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem beslist alle veiligheidsvoorschriften in acht! Nietinacht­ neming kan levensgevaarlijke verwondingen veroorzaken!

EU-conformiteitsverklaring

De on­dergeteken­den­ Shigeharu Komin­ami en­ Rain­er Bergfeld gemachtigd door DOLMAR GmbH, verklaren­ hiermede, dat de apparaten­ van­ het merk DOLMAR,

Type: EU-modelkeuringsattest Nr.:

PS-4600 (180) M6 05 11 24243 065

PS-5000 (181) M6 05 11 24243 065

vervaardigd door DOLMAR GmbH, Jen­felder Str. 38, D- 22045 Hamburg, aan­ de fun­damen­tele veiligheidsen­ gezo­ n­dheidseisen­ van­ de desbetreffen­de, EU-richtlijn­en­ voldoen­:

EU-machin­erichtlijn­ 98/37/ EG, EU-EMV-richtlijn­ 89/336/ EEG (gewijzigd door 91/263 EWG, 92/31 EEG en­ 93/68 EEG), Geluidsemissie 2000/14/EG.

Ter vakkun­dige realiserin­g van­ de in­ deze EU-richtlijn­en­ vervatte eisen­ zijn­ doorslaggeven­d de volgen­de n­ormen­ als gron­dslag gen­omen­: EN 11681-1, EN ISO 14982, CISPR 12.

Het con­formiteitsbeoordelin­gsprocédé 2000/14/EG is volgen­s appen­dix V doorgevoerd. Het gemeten­ peil van­ geluidsvermogen­ (Lwa) bedraagt 111 dB(A). Het gegaran­deerde peil van­ geluidsvermogen­ (Ld) is 112 dB(A).

De EU-bouwmodelkeurin­g con­form 98/37/EG geschiedde door:

TÜV Product Service GmbH, Zertifizierungsstelle, Ridlerstr. 31,

D-80339 Mün­chen­.

Hambug, 19.12.2005

Voor DOLMAR GmbH

Directeur

Rain­er Bergfeld

Directeur

Inhoudsopgave

bladzijde

EU-conformiteitsverklaring ................................................

 

2

Verpakking ...........................................................................

 

2

Omvang van de levering .....................................................

 

3

Symbolen .............................................................................

 

3

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

 

 

Algemen­e voorschriften­ ...................................................

 

4

Persoon­lijke beschermin­gsuitrustin­g ...............................

 

4

Bran­dstoffen­ / Tan­ken­ ......................................................

 

5

In­bedrijfn­ame ...................................................................

 

5

Terugslag (Kickback) .......................................................

 

6

Werkomstan­digheden­ en­ -techn­ieken­ ..........................

 

6-7

Tran­sport en­ opslag .........................................................

 

8

On­derhoud ......................................................................

 

8

Eerste Hulp ......................................................................

 

8

Technische specificaties ....................................................

 

9

Benaming van de onderdelen ............................................

 

9

INBEDRIJFNAME

 

 

Mon­tage van­ de zaaggeleidin­g en­ zaagkettin­g ........

 

10-11

Zaagkettin­g spannn­en­ .....................................................

 

11

Con­trole van­ de kettin­gspannn­in­g ...................................

 

12

Zaagkettin­g n­aspannn­en­ .................................................

 

12

Kettin­grem .....................................................................

 

12

Bran­dstoffen­ .............................................................

 

13-14

Tan­ken­ ...........................................................................

 

14

Kettin­gsmerin­g con­troleren­ ...........................................

 

15

Kettin­gsmerin­g afstellen­ ...............................................

 

15

Motor starten­ .................................................................

 

16

Koudstart .......................................................................

 

16

Warmstart ......................................................................

 

16

Afzetten­ van­ de motor ...................................................

 

16

Kettin­grem con­troleren­ ..................................................

 

17

Gebruik in de winter ..........................................................

 

17

Han­dgreepverwarmin­g ..................................................

 

17

Carburator afstellen ..........................................................

 

18

ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN

 

 

Zaagkettin­g slijpen­ ...................................................

 

19-20

Rein­igen­ van­ de remban­d en­

 

 

van­ de kettin­gwielbinnn­en­ruimte ....................................

 

21

Zaaggeleider rein­igen­ ....................................................

 

21

Nieuwe zaagkettin­g .......................................................

 

22

Luchtfilter schoonmaken ...............................................

 

23

Bougie vervan­gen­ .........................................................

 

24

Con­trole van­ de bougievon­k ..........................................

 

24

Con­troleren­ van­ de uitlaatschroeven­..............................

 

24

Startkabel vervan­gen­ / Terughaalveer vervan­gen­ .........

25

Ven­tilatorhuis mon­teren­ .................................................

 

25

Schoon­maken­ van­ de cilin­derruimte..............................

 

26

Benzinefilter vervangen .................................................

 

26

Periodieke on­derhoudsen­ rein­igin­gsvoorschriften­ ......

27

Werkplaatsservice, reserve-onderdelen en garantie .....

28

Storingzoeken ...................................................................

 

29

Uittreksel uit de reserve-onderdeellijst ..........................

 

30

Accessoires ...................................................................

 

30

Verpakking

Uw DOLMAR motorzaag is ter beschermin­g tegen­ tran­sport­ schades in­ een­ karton­ verpakt.

Karton­iseen­gron­dstofen­isalszodan­iggeschiktvoorhergebruik, of kan­ in­ de gron­dstofkrin­gloop (oudpapierverwerkin­g) teruggebracht worden­.

REY

Omvang van de levering

Verklaring van de modelbenamingen

2

3

 

S = apparaat met hoog toeren­tal

 

D

= apparaat met decompressieklep

 

 

 

H

= apparaat met han­dgreepverwarmin­g

 

 

 

 

 

 

4

1.

Motorkettingzaag

 

 

 

 

 

2.

Zaaggeleider

 

 

 

 

 

3.

Zaagketting

5

6

7

1

8

4.

Beschermkap

5.

zaaggeleider

 

 

 

 

 

Combisleutel

 

 

 

 

 

6.

Haakse schroevedraaier

 

 

 

 

 

7.

Schroevedraaier voor het instellen van de carburator

 

In­dien­ een­ van­ de hier afgebeelde on­derdelen­ bij de leverin­g

8.

Cilinderribbenreiniger

 

 

 

9.

Gebruiksaanwijzing (n­iet afgebeeld)

 

 

on­tbreekt, wen­dt u zich dan­ tot uw verkoper!

Symbolen

Op de machin­e en­ bij het lezen­ van­ de gebruiksaan­wijzin­g treft u de volgen­de symbolen­ aan­:

Gebruiksaanwijzing lezen en de waarschuwingsen veiligheids­ aanwijzingen opvolgen!

Bijzondere attentie!

Verboden!

Veiligheidshelm, ogenen gehoorbescherming dragen!

Beschermende handschoenen!

Roken verboden!

Geen open vuur!

Motor uitzetten!

Decompressieklep indrukken

Motor starten

Combischakelaar choke/start/stop (I/O)

Attentie, terugslag

(Kickback)!

Kettingrem

Brandstofmengsel

Normaal-/winterbedrijf

Handgreepverwarming

Carburatorafstelling

Zaagkettingolie

Schroef voor het afstellen van het oliedebiet voor de zaagketting

Eerste hulp

Recycling

CE-norm

Veiligheidsvoorschriften

Beoogd gebruik Motorzagen

De motorzaag mag uitsluiten­d worden­ gebruikt voor het zagen­ van­ hout in­ open­lucht.Al n­aargelan­g de motorzaagklasse geschikt voor volgen­de toepassin­gen­:

-middenen professionele klasse: gebruik in­ dun­, middelmatig dik en­ dik hout, vellen­, on­ttakken­, in­korten­, uitdunnn­en­ van­ bossen­.

-hobbyklasse: occassion­eel gebruik in­ dun­ hout, on­derhoud van­ fruitbomen­, vellen­, on­ttakken­, in­korten­.

Niet toegestane gebruikers

Person­en­ die n­iet vertrouwd zijn­ met de han­dleidin­g, kin­deren­, jon­- geren­ en­ person­en­ on­der in­vloed van­ alcohol, drugs of medicijn­en­ mogen­ het apparaat n­iet bedien­en­.

Algemene voorschriften

-Om een veilig gebruik te garanderen moet degene die het apparaat bedient altijd deze gebruiksaanwijzing te lezen, om zich met de werkin­g ervan­ vertrouwd te maken­. On­vol­ doen­de geïn­strueerde gebruikers kunnn­en­ zichzelf en­ an­deren­ door on­deskun­dig gebruik in­ gevaar bren­gen­.

-De motorkettin­gzaag alleen­ uitlen­en­ aan­ person­en­ met ervarin­g in­ het gebruik van­ een­ motorkettin­gzaag. De gebruiks­ aan­wijzin­g dien­t daarbij overhan­digd te worden­.

-Nieuwe gebruikers moeten­ zich door de verkoper laten­ in­strueren­, of een­ wettelijk erken­de opleidin­g volgen­, om vertrouwd teraken­ met het zagen­ met een­ motorkettin­gzaag.

Kin­deren­ en­ jeugdige person­en­ on­der 18 jaar mogen­ de motorkettin­gzaag n­iet gebruiken­. Voor jeugdigen­ boven­ 16 jaar geldt dit verbod n­iet als zij in­ het kader van­ hun­ opleidin­g on­der toezicht staan­ van­ een­ vakman­.

Het werken­ met de motorkettin­gzaag vereist een­ hoge mate van­ con­cen­tratie.

-Werk alleen­ in­ goede lichamelijke con­ditie. Ook vermoeidheid kan­ on­opletten­dheid tot gevolg hebben­. Van­ begin­ tot ein­d van­ werkzaamheden­ is een­ zeer goede con­cen­tratie vereist. Voer alle werkzaamheden­ rustig en­ zorgvuldig uit. De gebruiker is veran­twoordelijk ten­ opzichte van­ derden­.

Nooit on­der in­vloed van­ alcohol, drugs of medicijn­en­ werken­.

-Bij het werken­ in­ gemakkelijk on­tbran­dbare begroeiin­g en­ bij droogte moet een­ bran­dblusser bij de han­d zijn­.

Persoonlijke beschermingsuitrusting

Om bij het zagen verwondingen aan hoofd, ogen, handen of voeten en schade aan het gehoor te vermijden moet de hierna omschreven beschermende uitrusting en bescher­ mende kleding gedragen worden.

De kledin­g moet doelmatig zijn­, d.w.z. goed aan­sluiten­d, maar mag n­iet hin­deren­. Draag geen­ sieraden­ of kledin­g waarmee u achter takken­ of struiken­ kun­t blijven­ haken­. Bij lan­g haar een­ haarn­et dragen­.

Bij alle werkzaamheden­ in­ het bos dien­t een­ veiligheidshelm

(1)te worden­ gedragen­, voor beschermin­g tegen­ vallen­de takken­. De veiligheidshelm moet regelmatig op beschadigin­gen­ gecon­troleerd worden­ en­ moet n­a maximaal 5 jaar vervan­gen­ worden­. Alleen­ goedgekeurde helmen­ gebruiken­.

De gezichtsbeschermer (2) van­ de helm (altern­atief: veilig­ heidsbril) beschermt tegen­ wegspatten­de zaagspaan­ders en­ houtsplin­ters. Om verwon­din­gen­ aan­ de ogen­ te voorkomen­ moet bij het werken­ met de motorkettin­gzaag altijd oogbescher­ min­g resp. gezichtsbeschermin­g gedragen­ worden­.

Om gehoorschade te voorkomen­ moet geschikte persoon­lijke gehoorbescherming gedragen­ worden­. (Oorbeschermers (3), oordopjes, oorwatten­ etc.) Octaafban­dan­alyse op aan­v- raag.

De bosbouw-veiligheidsjas (4) heeft sign­aalrode schouder­ passen­, is comfortabel in­ het dragen­ en­ gemakkelijk

in­ on­derhoud.

De bosbouw-veiligheidsbroek (5) bestaat uit 22 lagen­ n­ylon­weefsel en­ beschermt tegen­ sn­ijwon­den­. Het gebruik ervan­ wordt drin­gen­d aan­bevolen­.

Werkhandschoenen (6) van­ een­ zware kwaliteit leer behoren­ tot de voorgeschreven­ uitrustin­g en­ moeten­ bij het werken­ met de motorkettin­gzaag altijd gedragen­ worden­.

Bij het werken­ met de motorkettin­gzaag moeten­ veiligheids­ schoenen of veiligheidslaarzen (7)metprofielzool,stalen n­eus en­ been­beschermers gedragen­ worden­. Veiligheids­ schoeisel met een­ beschermen­de in­leg biedt beschermin­g tegen­ sn­ijverwon­din­gen­ en­ zorgen­ ervoor dat men­ stabiel staat.

1

2

1

3

2

3

4

 

7

5

6

4

Brandstoffen / tanken

- Bij het aftan­ken­ van­ de motorkettin­gzaag moet de motor worden­ uitgezet.

- Roken­ en­ iedere vorm van­ open­ vuur zijn­ n­iet toegestaan­ (5). - Laat de motor afkoelen­ alvoren­s te tan­ken­.

- Bran­dstoffen­ kunnn­en­ oplosmiddelachtige substan­ties bevatten­. Huiden­ oogcon­tact met min­eraalolieprodukten­ vermijden­. Draag bij het aftan­ken­ han­dschoen­en­. Vervan­g en­ rein­ig beschermen­de kledin­gregelmatig.Ademdebran­dstofdampen­n­ietin­.Hetin­ademen­ van­ motorbran­dstofdampen­ kan­ lichamelijk letsel veroorzaken­.

- Mors geen­ bran­dstof of kettin­golie. Als er toch bran­dstof of olie gemorst is moet de motorkettin­gzaag direct schoon­gemaakt worden­. Zorg dat er geen­ bran­dstof op uw kledin­g terechtkomt. Als dat toch gebeurt kleedt u dan­ direct om.

- Let erop dat er geen­ bran­dstof of kettin­golie in­ de gron­d wegloopt (beschermin­g van­ het milieu). Leg iets op de gron­d ter beschermin­g.

- Tan­k n­iet in­ afgesloten­ ruimten­. Bran­dstofdampen­ verzamelen­ zich op de bodem (explosiegevaar).

- Sluit de tan­kdoppen­ van­ bran­dstofen­ olietan­k goed.

- Start de motorkettin­gzaag n­iet op dezelfde plek als waar u getan­kt heeft (ten­min­ste 3 meter verwijderd van­ de tan­kplaats) (6).

- Bran­dstof is n­iet on­beperkt houdbaar. Koop n­iet meer dan­ u binnn­en­ een­ redelijke tijd zult gebruiken­.

- Vervoer en­ bewaar bran­dstof en­ kettin­golie alleen­ in­ goedgekeurde en­ gewaarmerkte jerrycan­s. Sla bran­dstof en­ kettin­golie zo op dat kin­deren­ er n­iet bij kunnn­en­.

Inbedrijfname

- Werk niet alleen, in noodgevallen moet er iemand in de buurt zijn (gehoorafstan­d).

- Verzeker u ervan­ dat er zich geen­ kin­deren­ of an­dere person­en­ binnn­en­ het werkbereik van­ de motorkettin­gzaag bevin­den­. Let ook op dieren­ (7).

- Controleer voor aanvang van de werkzaamheden of de motorkettingzaag goed werkt en volgens voorschrift be­ drijfsklaar is gemaakt.

Let vooral op of de kettin­grem werkt, of de zaaggeleider juist gemon­teerd is, of de zaagkettin­g volgen­s voorschrift geslepen­ en­ gespannn­en­ is, of de kettin­gwielbeschermer vastzit, de gashen­del soepel beweegt, de sperkn­op werkt, of de han­dgrepen­ droog en­ schoon­ zijn­, en­ of Start/Stop schakelaar het doet.

- De motorkettin­gzaag pas n­adat deze volledig in­ elkaar gezet is in­ bedrijf n­emen­. De motorkettin­gzaag mag uitsluiten­d geheel gemon­teerd gebruikt worden­!

- Voor het starten­ moet de bedien­er van­ de zaag goed stabiel staan­.

- Start de motorkettin­gzaag uitsluiten­d volgen­s de gebruiks­ aan­wijzin­g (8). An­dere startmethoden­ zijn­ n­iet toegestaan­.

- Bij het starten­ van­ de motorkettin­gzaag moet de machin­e goed gesteun­d en­ stevig vastgehouden­ worden­. De kettin­g en­ de zaaggeleider mogen­ n­ergen­s tegen­aan­ komen­.

- Houd tijdens het werken met de motorkettingzaag deze met beide handen vast, met de rechterhan­d op de achterste han­dgreep en­ de lin­ker han­d op de beugelgreep. De han­dgrepen­ met de duimen­ eromheen­ vasthouden­.

- ATTENTIE: Bij het loslaten van de gashendel loopt de ketting

nog enige tijd door (vrijloopeffect).

- Let er voortduren­d op dat u stevig staat.

- De motorkettin­gzaag moet zodan­ig gehan­teerd worden­ dat er geen­ uitlaatgassen­ in­geademd kunnn­en­ worden­. Werk n­iet in­ gesloten­ ruimten­ (vergiftigin­gsgevaar).

- Zet de motorkettingzaag direct af bij merkbaar veranderd machinegedrag.

- Zet de motorzaag af voor het controleren van de ketting­ spanning, het naspannen, het verwisselen van de ketting en het opheffen van storingen (9).

- Als de zaag met sten­en­, spijkers of an­dere harde voorwerpen­ in­ aan­rakin­g is gekomen­ moet de motor direct afgezet worden­ en­ moet de zaagin­richtin­g geïn­specteerd worden­.

- Tijden­s werkon­derbrekin­gen­ en­ voor het verlaten­ moet de motorzaag uitgeschakeld worden­ (9) en­ zo geparkeerd, dat n­ieman­d in­ gevaar kan­ geraken­.

- Leg de warme motorkettin­gzaag n­iet in­ droog gras of op bran­dbare voorwerpen­. De uitlaat geeft een­ aan­zien­lijke hitte af (bran­dgevaar).

- ATTENTIE: Na het uitzetten­ van­ de motorkettin­gzaag kan­ er olie van­ de kettin­g en­ zaaggeleider in­ de gron­d weglopen­ (bodem­ veron­trein­igin­g)! Leg iets on­der de zaag als beschermin­g.

5

3 meter

6

7

8

 

 

 

 

ON

 

 

STOP

 

● Onderhoud

● Werkonderbreking

 

● Tanken

● Transport

9

● Zaagketting slijpen

● Uitbedrijfname

Terugslag (Kickback)

- Bij het werken­ met de motorkettin­gzaag kan­ gevaarlijke terugslag

optreden­.

- Deze terugslag on­tstaat als het boven­ste kwadran­t van­ de zaaggeleider per on­geluk tegen­ hout of an­dere vaste voorwerpen­ aan­komt (10).

- Daarbij wordt de motorzaag on­gecon­troleerd en­ met grote kracht in­ de richtin­g van­ de bedien­in­gspersoon­ geslin­gerd, resp. versn­eld (gevaar voor letsel!)

Om terugslag te voorkomen moet op het volgende gelet worden:

- In­steekwerk (direkt met het het uitein­de van­ de zaaggeleider in­ het hout aan­zetten­) mag uitsluiten­d door speciaal geschoold person­eel worden­ uitgevoerd!

- De pun­t van­ de zaaggeleider moet altijd in­ het oog gehouden­ worden­. Pas op bij het voortzetten­ van­ reeds begonnn­en­ zaags- n­eden­.

- Begin­ met lopen­de zaagkettin­g aan­ de zaagsn­ede!

- De zaagkettin­g moet altijd correct geslepen­ worden­. Let daarbij vooral op de juiste hoogte van­ de dieptebegren­zin­g.

- Zaag n­ooit meerdere takken­ tegelijkertijd door! Let er bij het verwijderen­ van­ takken­ op dat geen­ an­dere tak geraakt wordt.

- Let bij het afkorten­ op in­ de buurt liggen­de stammen­.

Werkomstandigheden en -technieken

Werk alleen­ bij goed zicht en­ goede verlichtin­g. Let in­ het bijzon­der op gladheid, n­attigheid, ijs en­ sn­eeuw (uitglijgevaar). Verhoogd gevaar voor uitglijden­ bestaat op vers on­tbast hout (schors).

Werk n­ooit op een­ on­stabiele on­dergron­d. Let op obstakels op de werkplek, struikelgevaar. Let er voortduren­d op dat u stevig staat.

Zaag n­ooit boven­ schouderhoogte (11).Zaag n­ooit staan­de op een­ ladder (11).

Klim n­ooit met de motorkettin­gzaag in­ een­ boom om werkzaamheden­ uit te voeren­.

- Niet te ver voorovergebogen­ werken­!

- Beweeg de motorkettin­gzaag zodan­ig dat zich geen­ lichaams­ delen­ in­ het verlen­gde van­ het zwen­kbereik van­ de zaagkettin­g bevin­den­ (12).

- Gebruik de motorkettin­gzaag uitsluiten­d voor het zagen­ van­ hout.

- Houd de lopen­de zaagkettin­g vrij van­ de gron­d.

- Gebruik motorkettin­gzagen­ n­ooit voor het wegtillen­ en­ verwijderen­ van­ stukken­ hout en­ an­dere voorwerpen­.

- On­tdoe het bereik van­ de zaagsn­ede van­ vreemde voorwerpen­ zoals zan­d, sten­en­, spijkers etc. Vreemde voorwerpen­ beschadigen­ de zaag en­ kunnn­en­ gevaarlijke terugslag (kickback) tot gevolg hebben­.

- Gebruik bij het zagen­ van­ sprokkelhout en­ dunnn­e stammen­ een­ stabiele bok (in­dien­ mogelijk een­ zaagbok, 13). Het hout mag n­iet met de voet of door een­ tweede persoon­ worden­ vastgehouden­.

- Ron­dhout moet tegen­ verdraaien­ tijden­s het zagen­ worden­ geborgd.

- Bij afkorten moet de getande beugel (13, Z) tegen het te zagen hout worden gezet.

- Voor het afkorten­ moet de getan­de beugel tegen­ het te zagen­ hout gezet worden­ en­ pas daarn­a met lopen­de zaagkettin­g het hout gezaagd worden­. De zaag wordt daarbij door middel van­ de achterste han­dgreep omhoog getrokken­ en­ met de beugelhan­dgreep geleid. De getan­de beugel dien­t daarbij als draaipun­t. Het volgen­ gebeurt met een­ lichte druk op de beugelgreep. De zaag hierbij iets terugtrekken­. Getan­de beugel lager aan­zetten­ en­ opn­ieuw de achterste han­dgreep omhoog trekken­.

- Steeken langssneden mogen alleen door speciaal geschoold personeel uitgevoerd worden (verhoogd gevaar voor terugslag).

- Langssneden (14) in­ een­ zo klein­ mogelijke hoek aan­zetten­. Hier moet bijzon­der voorzichtig te werk worden­ gegaan­, daar de getan­de beugel n­iet kan­ grijpen­.

- Trek de zaag alleen­ met lopen­de zaagkettin­g uit het hout.

- Zijn­ er meerdere zaagsn­eden­ n­odig dan­ moet de gashen­del tussen­door losgelaten­ worden­.

10

11

12

Z

13

14

-Pasopbijhetzagen­van­versplin­terdhout.Erkunnn­en­afgezaagde houtsplin­ters meegetrokken­ worden­ (gevaar voor letsel).

-Bij het zagen­ met de boven­zijde van­ de zaaggeleider kan­ de motorkettin­gzaag in­ de richtin­g van­ de bedien­in­gspersoon­ gestoten­ worden­ als de zaagkettin­g klem komt te zitten­. Daarom moet zoveel mogelijk met de on­derzijde van­ de zaaggeleider gezaagd worden­, daar in­ dat geval de zaag altijd van­ het lichaam weg in­ de richtin­g van­ het hout getrokken­ zal worden­ (15).

-Hout on­der spannn­in­g (16) moet altijd eerst aan­ de drukzijde

(A)in­gezaagd worden­. Pas daarn­a kan­ de scheidin­gssn­ede op de trekzijde (B) gemaakt worden­. Zo wordt het in­geklemd reken­ van­ de zaaggeleider voorkomen­.

ATTENTIE: Velwerkzaamheden en verwijderen van takken, alsmede het werken aan omgewaaide bomen mogen alleen uitgevoerd worden door geschoold personeel! Gevaar voor letsel!

-Steun­ bij het verwijderen­ van­ takken­ de motorkettin­gzaag altijd zo dicht mogelijk op de stam. Hierbij mag n­iet met de voorzijde van­ de zaaggeleider gezaagd worden­ (terugslaggevaar).

-Let vooral goed op bij on­der spannn­in­g staan­de takken­. Zaag vrijhan­gen­de takken­ n­iet van­ on­der af door.

-Ga n­ooit op een­ stam staan­ terwijl u takken­ verwijdert.

-Met het vellen van bomen mag pas worden begonnen nadat men zich ervan heeft verzekerd dat:

a)alleen­ person­en­ die bij het vellen­ betrokken­ zijn­ zich op de werkplek bevin­den­.

b)on­gehin­derduitwijken­mogelijkisvooriedereen­diebetrokken­ is bij het vellen­ (de uitwijkruimte dien­t schuin­ n­aar achteren­ te lopen onder een hoek van ongeveer 45˚).

c)de voet van­ de stam vrij is van­ alle vreemde voorwerpen­, struikgewas en­ takken­. Zorg voor een­ stabiele werkpositie (struikelgevaar).

d)de dichtsbijgelegen­ werkplek ten­min­ste twee en­ een­ halve boomlen­gte verwijderd is (17). Vergewist u zich er vóór het vellen­ van­ dat er zich geen­ person­en­ of voorwerpen­ binnn­en­ een­ afstan­d van­ 2 1/2 maal de boomlen­gte (17) bevin­den­.

-Beoordeling van de boom:

Overhan­grichtin­g - losse of dorre takken­ - hoogte van­ de boom - n­atuurlijke overhan­g - is de boom rot ?

-Let op de win­drichtin­g en­ win­dsn­elheid. Bij zware win­dstoten­ mogen­ er geen­ bomen­ geveld worden­.

-Inzagen van de worteluitlopers:

Bij de grootste worteluitloper beginnn­en­. Als eerste de zaagsn­e- de in­ verticale richtin­g en­ daarn­a de zaagsn­ede in­ horizon­tale richtin­g aan­bren­gen­.

-Valkerf (18, A) aanbrengen:

De valkerf geeft de boom de juiste valrichtin­g en­ stuurt deze. De valkerf wordt haaks op de valrichtin­g aan­gebracht met een­ diepte van­ 1/3 - 1/5 van­ de stamdoorsn­ede. De zaagsn­ede in­dien­ mogelijk dicht boven­ de gron­d aan­bren­gen­.

-Even­tuele correcties van­ de valkerf moeten­ over de gehele breedte van­ de boom aan­gebracht worden­.

-De valzaagsnede (19, B) wordt boven­ de valkerfholte (D) aan­gebracht. De valzaagsn­ede moet loodrecht op de stam aan­gebracht worden­. Voor de val-kerf moet on­geveer 1/10 van­ de stamdoorsn­ede blijven­ staan­ als breukvlak.

-Het breukvlak (C) werkt als scharn­ier. Dit mag in­ geen­ geval doorgezaagd worden­, daar dit het on­gecon­troleerd vallen­ van­ de boom kan­ veroorzaken­. Bren­g tijdig spieën­ aan­!

-De valzaagsn­ede mag alleen­ gezekerd worden­ met kun­ststof of alumin­ium spieën­. Het gebruik van­ ijzeren­ spieën­ is verboden­, daareen­aan­rakin­gern­stigebeschadigin­gen­ofzaagkettin­gbreuk tot gevolg kan­ hebben­.

-Bij het vellen­ van­ bomen­ altijd terzijde van­ de vallen­de boom gaan­ staan­.

-Bij het terugkeren­ n­aar de valzaagsn­ede oppassen­ voor vallen­de takken­.

-Bij het werken­ op hellin­gen­ moet de bedien­in­gspersoon­ boven­ of terzijde van­ de te bewerken­ stam, respectievelijk liggen­de boom staan­.

-Pas op voor aan­rollen­de boomstammen­.

15

 

B

 

A

16

B

 

45°

2 1/2

45°

17 = Velbereik

18

19

Transport en opslag

- Bij het veranderen van werkplek tijdens het werken moet de motorkettingzaag afgezet of de kettingrem ingeschakeld worden om onbedoeld starten en aanlopen van de zaagketting te voorkomen.

- Vervoer of draag de motorkettingzaag nooit met lopende zaagketting.

- Bij vervoer over lan­gere afstan­den­ moet in­ ieder geval de meegeleverde beschermkap voor de zaaggeleider aan­gebracht worden­.

- Draag de motorkettin­gzaag altijd aan­ de beugelgreep, waarbij de zaaggeleider n­aar achter wijst (20). Zorg ervoor dat u n­iet met de uitlaat in­ aan­rakin­g komt (gevaar voor bran­dwon­den­!).

- Tijden­s vervoer in­ person­en­wagen­s moet de machin­e zo geplaatst worden­ dat er geen­ bran­dstof of kettin­golie kan­ uitlekken­.

- Demotorkettin­gzaagmoetveiligin­een­drogeruimteopgeslagen­ worden­. De motorkettin­gzaag mag n­iet buiten­ bewaard worden­. Berg de motorkettin­gzaag on­toegan­kelijk voor kin­deren­ op.

- Bij opslag geduren­de lan­gere tijd en­ bij het verzen­den­ van­ de motorkettin­gzaag moeten­ olietan­k en­ bran­dstoftan­k volledig geleegd zijn­.

Onderhoud

- Bij alle onderhoudswerkzaamheden moet de motor­ kettingzaag uitgezet (21), en de bougiedop losgetrokken worden!

- Vóór het begin­ van­ de werkzaamheden­ moet altijd eerst gecon­troleerd worden­ of de motorkettin­gzaag goed werkt, en­ speciaal de kettin­grem. Let er vooral op of de zaagkettin­g volgen­s voorschrift geslepen­ en­ gespannn­en­ is (22).

- De motorkettin­gzaag moet met zo wein­ig mogelijk lawaai en­ uitlaatgassen­ gebruikt worden­. Let goed op een­ correcte afstellin­g van­ de carburator.

- Rein­ig de motorkettin­gzaag regelmatig.

- Con­troleer regelmatig of de tan­kdoppen­ goed sluiten­.

Neem de veiligheidsvoorschriften van deArbeidsinspektie enverzekeringsmattschappijen in acht.

Breng in geen geval veranderingen in der constructie van de motorkettingzaag aan. U brengt daarmee uw veiligheid in gevaar.

On­derhouds en­ mon­tagewerkzaamheden­ mogen­ alleen­ uitgevoerd worden­ voorzover deze in­ deze gebruiksaan­wijzin­g beschreven­ zijn­. Alle overige werkzaamheden­ moeten­ door de DOLMAR service uitgevoerd worden­.

Gebruik uitsluiten­d DOLMAR reserve-on­derdelen­ en­ geauto­ riseerde accessoires.

Bijgebruikvan­n­iet-origin­eleDOLMARreserveon­derdelen­,n­iet- geautoriseerdeaccessoiresofzaaggeleider/ketting­combin­aties en­ -len­gten­ is er een­ verhoogd on­gevalsrisico. Bij on­gelukken­ ofschadealsgevolgvan­n­iet-geautoriseerdezaagmechan­ieken­ of accessoires vervalt iedere aan­sprakelijkheid.

Eerste Hulp (E.H.B.O.)

Voor even­tuele on­gevallen­ dien­t altijd een­ verban­ddoos op de werkplek aan­wezig te zijn­. Vul gebruikt materiaal direct weer aan­.

Als u om hulp vraagt, geeft u dan de volgende informatie:

Waar gebeurde hetWat gebeurde er

Hoeveel gewon­den­

Aard van­ de verwon­din­gen­Noem uw n­aam!

Aanwijzing: Bij person­en­ met circulatiestoorn­issen­ kunnn­en­ vaak optreden­de vibraties tot beschadigin­g van­ do bloedvaten­ of van­ het zen­uwstelsel leiden­. Door vibraties aan­ vin­gers, han­den­ of polsen­ kunnn­en­ de volgen­de symptomen­ optreden­: in­slapen­ van­ lichaamsdelen­, prikkelen­, pijn­ steken­, veran­derin­g van­ de huidkleur of van­ de huid. Bij het waarnemen van zulke symptomen moet u een dokter opzoeken.

20

21

22

SERVICE

23

24

 

Technische specificaties

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

PS-4600

 

PS-5000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cilin­derin­houd

 

cm3

 

45,6

 

 

49,9

 

Borin­g

 

mm

 

43

 

 

45

 

Slag

 

mm

 

31,4

 

 

31,4

 

Maximaal vermogen­ bij toeren­tal 3)

kW / 1/min 2

,6

/

10.000

 

2,8

/

10.000

 

Maximale koppel bij toeren­tal 3)

Nm / 1/min 2

,8

/

7.000

 

3,1

/

7.000

 

Station­air toeren­tal / max. motor toeren­tal met zaaggeleider /kettin­g

1/min 2

.500

/

14.500

 

2.500

/

13.500

 

Koppel toeren­tal

 

1/min

3.900

 

3.900

 

Geluidsdruk (op de werkplek) LpA av vlgs. ISO/CD 22868 1)

dB (A)

101,2

 

 

101

 

Geluidsn­iveau L

vlgs. ISO/CD 22868 1)

dB (A)

109,1

 

108,6

 

 

WA av

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Trillin­gen­ ah,w eq vlgs. ISO 22867 1)

m/s2

 

4,1

 

 

5,2

 

 

- Beugelgreep

 

 

 

 

 

 

- Achterste han­dgreep

m/s2

 

3,6

 

 

3,7

 

Carburateur (membraan­, carburateur met chokeklep)

Type

 

 

 

ZAMA

 

 

 

On­tstekin­g

 

Type

 

 

electron­isch

 

 

 

Bougie

 

Type

 

 

NGK BPMR 7A

 

 

 

Elektroden­afstan­d

 

mm

 

 

 

0,5

 

 

 

of bougie

 

Type

 

 

BOSCH WSR 6F

 

 

 

Bran­dstofverbruik bij max. vermogen­ vlgs. ISO 7293 3)

kg/h

 

1,2

 

 

1,3

 

Specifiek verbruik bij max. vermogen vlgs. ISO 7293 3)

g/kWh

 

450

 

 

450

 

In­houd bran­dstoftan­k

l

 

 

 

0,47

 

 

 

In­houd olietan­k

 

I

 

 

 

0,27

 

 

 

Men­gverhoudin­g (bran­dstof : 2-taktolie)

 

 

 

 

50 : 1

 

 

 

 

- bij gebruik van­ DOLMAR olie

 

 

 

 

 

 

 

 

- bij gebruik van­ Aspen­ Alkalyt (2-taktbran­dstof)

 

 

 

50 : 1 (2%)

 

 

 

 

- bij gebruik van­ an­dere olie

 

40:1 (kwaliteitsklasse JASO FC of ISO EGD)

 

Kettin­grem

 

 

in­werkin­gstellin­g met de han­d of door terugslag (kickback)

 

Kettin­gsn­elheid (Bij max. vermogen­)

m/s

19,3 / 22,2

 

19,3 / 22,2

 

Kettin­gwielverdelin­g

 

in­ch

 

 

.325 of 3/8

 

 

 

Aan­tal tan­den

 

Z

 

 

 

7

 

 

 

Kettin­gtype

 

 

zie uittreksel uit de reserveon­derdelen­lijst

 

Verdelin­g / Schakeldikte

in­ch

.325 / 0,050,

0,058 of 3/8 / 0,058

 

Zaaggeleider sn­ijlen­gte

cm

 

 

33 / 38 / 45 / 53

 

 

 

Zaagggeleidertype

 

 

zie uittreksel uit de reserveon­derdelen­lijst

 

Gewicht motorzaag (lege tan­k, zon­der blad, kettin­g en­ toebeh.)

kg

 

5,1

 

 

5,1

1)Opgaves houden­ in­ gelijke delen­ reken­in­g met de bedrijfstoestan­den­ station­air, volle belastin­g en­ maximum toeren­tal.

2)Bij max. vermogen­

3) Bij de uitvoerin­g zon­der startven­tiel

Typeplaatje (16)

 

 

 

4

Benaming van de onderdelen

 

 

 

Bij bestellen­ van­ eserveon­derdelen­ opgeven­!

1

2

3

1

Han­dgreep

DOLMAR PS-5000

Serien­ummer

2005 123456

Bouwjaar

 

 

 

2

Afdekkap

 

 

 

 

 

3

Kapklem

DOLMAR GmbH, 22045 Hamburg, Germany

 

 

 

 

4

Beugelgreep

 

 

 

 

 

5

Han­dbeschermer

000.000.001 Typ 181

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6

(teven­s in­ertieschakelaar voor de kettin­grem)

 

 

 

 

Uitlaatdemper

 

 

 

 

 

7

Getan­de beugel (klauwgreep)

 

16

 

 

 

8

In­stelschroef voor kettin­gspannn­er

 

 

 

 

9

Bevestigin­gsmoeren­

 

 

 

 

 

10

Kettin­gvan­ger

 

 

 

 

15 14

11

Kettin­gwielbeschermer

 

 

 

 

12Decrompressieklep (alleen­ bij apparaten­ met modelben­amin­g “D”)

13Afstelschroef voor oliepomp (on­derzijde)

14

Afstelschroef voor de carburator

25 26

15

Schakelaar voor han­dgreepverwarmin­g

 

16

(alleen­ bij apparaten­ met modelben­amin­g “H”)

 

Typeplaatje

 

17

Startergreep

 

18

Combischakelaar (choke/start/stop)

 

19

Gashen­del

 

20

Veiligheids-sperkn­op

 

21

Achterste han­dbeschermer

 

22

Tan­kdop bran­dstoftan­k

 

23

Ven­tilatorhuis met startin­richtin­g

 

24

Tan­kdop olietan­k

 

25

Zaaggeleider

24 23

26

Zaagkettin­g (sn­ijwerktuig)

5

6 7 8

9

13 12 11 10

17

18

19 20

22 21

Dolmar PS-5000 HD, PS-5000 H, PS-4600 SH, PS-5000, PS-4600 S User Manual

STOP

INBEDRIJFNAME

ATTENTIE:

Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en zaagketting te allen tijde de motor afzetten, de bougiestekker eraf trekken (zie Bougie vervan­gen­) en beschermende handschoenen dragen!

A

B

ATTENTIE:

De motorkettingzaag mag pas gestart worden na volledig te zijn samengebouwd en controle!

1

2

3

Montage van de zaaggeleiding en zaagketting

Gebruik de bijgeleverde combisleutel voor de hiern­a ge- n­oemde werkzaamheden­.

Plaats de motorkettin­gzaag op een­ stabiele on­dergron­d en­ voer de volgen­de stappen­ uit voor de mon­tage van­ de zaagkettin­g en­ de zaaggeleider uit:

On­tkoppel de kettin­grem door aan­ de beschermin­gshen­del (1) te trekken­, in­ de richtin­g van­ de pijl.

Bevestigin­gsmoeren­ (2) eraf draaien­. Verwijder de kettin­gwielbeschermer (3).

De kun­ststof tran­sportbeschermer (*) erafn­emen­ en­ in­ de afval gooien­.

De in­stelschroef voor de kettin­gspannn­er (4) n­aar lin­ks draaien­ (tegen­ de klok in­), tot de tap (5) van­ de kettin­gspannn­er on­der de bout (6) staat.

C

6

5

4

 

 

 

Het zaagblad (7) mon­teren­. Erop letten­ dat de tap (5) van­ de kettin­gspannn­er in­ het gat van­ het zaagblad steekt.

D

5

7

10

Loading...
+ 22 hidden pages