Zanussi zwg 3164, zwg 3144 Operating Instructions

0 (0)
WASAUTOMAAT
Synthetica Synthetica
Synthetica
Rinçage/Spoelen Vidange/Afpompen Essorage/Zwieren
G H J
60° 40° 30°
P Q R
Blanc - Couleurs/ Witte - Bonte was
Blanc/Witte was Économique/Spaar
COTON/KATOEN
Blanc - Couleurs/ Witte - Bonte was Blanc - Couleurs/ Witte - Bonte was
B
AC95°
60° 60°
40°D
F30°
K L
DÉLICATS/FIJNE WAS
30°
Délicats/Fijne was Lavage à la main/ Handwas
40°
SYNTHÉTIQUES/SYNTHETICA
MN40°
Laine/Wol Laine/Wol
LAINE/WOL
Start/ Pauze
ZW
G
3
164
Prélavag
e
Voo
rw
as C
ourt Kort
Rinçage +
Départ/ Pause
Spoelen +
Départ différé
Start uitstel
Fin Einde
A
D
B
C
L
F
G
H
J
K
M
N
P
Q
R
ELEC
TR
O
NIC
1600 rpm
Reduction essorage
Lage toeren
8 H
4 H
2 H
12 H
LAVE-LINGE
WASCHAUTOMAT
WASHING MACHINE
ZWG 3144-ZWG 3164
132982110
GEBRUIKSAANWIJZING
NOTICE D’UTILISATION
GEBRAUCHSANWEISUNG
USER MANUAL
FF
DD
GGBB
Geachte Klant,
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Lees vooral de aanwijzingen m.b.t. de veiligheid op de eerste pagina’s van deze gebruiksaanwijzing! Bewaar
de gebruiksaanwijzing goed, zodat u nog eens iets kunt nalezen en geef hem door aan een eventuele volgende eigenaar van het toestel.
Transportschaden
Indien u tijdens de aflevering schade aan het apparaat vastgesteld hebt, meldt u dit dan, vóór u het toestel installeert en/of in gebruik neemt, direct aan uw leverancier.
Enkele paragrafen in deze gebruiksaanwijzing zijn voorzien van symbolen die de volgende betekenis hebben:
Met de waarschuwingsdriehoek geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van de machine. Let goed op deze aanwijzingen.
Bij dit symbool vindt u aanvullende informatie m.b.t. bediening en praktisch gebruik van het toestel.
Dit symbool staat voor tips en aanwijzingen m.b.t. economisch en milieuvriendelijk gebruik van het toestel.
Onze bijdrage aan het beschermen van het milieu:
wij maken gebruik van kringlooppapier.
Inhoud
Waarschuwingen 3
Afvalverwerking 4
Milieutips 4
Technische gegevens 4
Installatie 5
Transportbeveiliging 5
Plaatsen 5
Watertoevoer 6
Waterafvoer 6
Elektrische aansluiting 7
Uw nieuwe wasautomaat 7
Beschrijving van de machine 8
Wasmiddellade 7
Montage op een voetstuk 7
Gebruik 8
Bedieningspaneel 8
Beschrijving van de bedieningselementen 8-9
Adviezen en tips voor het wassen 10 Was niet te lang opsparen 10 Sorteren 10
Temperaturen 10
Hoeveel wasgoed in de trommel? 10 Vóór u het wasgoed in de trommel doet 11 Welke wasmiddelen gebruiken? 11 Traditionele poeder-wasmiddelen 12 Vloeibare wasmiddelen 12 Geconcentreerde poeder-wasmiddelen 12 Wasverzachter 12 Waterontharder 12
Volgorde van handelen 13-14
Internationale behandelingsetiketten 15 Programmatabel 16-17
Onderhoud 18
De buitenkant 18
De deur 18
De wasmiddellade 18
Het toevoerfilter 18
De afvoerpomp 18
Waterafvoer in noodgevallen 19
Voorzorgsmaatregelen bij vorst 19
Eenvoudige storingen 20-21
2
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Installatie
Alle delen die tot de transportbeveiliging behoren moeten beslist zijn verwijderd, alvorens het apparaat in gebruik te nemen. Ernstige schade aan het apparaat of andere zaken kan het gevolg zijn van het niet of niet
geheel verwijderen van de
transportbeveiliging.
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de elektrische huisinstallatie ten behoeve van de installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Een eventueel noodzakelijke wijziging van de watertoe- en/of afvoervoorzieningen ten behoeve van de installatie van dit apparaat mag uitsluitend door een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Overtuig u ervan dat het apparaat na de installatie of het verplaatsen niet op het aansluitsnoer staat.
Gebruik
Was geen artikelen in de wasautomaat die hier niet voor geschikt zijn. Raadpleeg het textielonderhoudsetiket.
Overlaad het apparaat niet. Raadpleeg de betreffende adviezen in de gebruiksaanwijzing.
Met vluchtige stoffen, zoals spiritus, benzine, terpentine en dergelijke, gereinigde artikelen mogen niet in de wasautomaat. Indien zulke reinigingsmiddelen gebruikt werden om voortijds vlekken te verwijderen, dan moet met het wassen in de wasautomaat gewacht worden tot het artikel volledig uitgedampt is.
Was kleine artikelen, zoals babysokjes, ceintuurs en dergelijke in een sloop. Zulke kleine artikelen kunnen tussen de trommel en de kuip slippen.
Overtuig u ervan dat, vóór u een kledingstuk in de wasautomaat doet, de borst- en broekzakken leeg zijn, ritssluitingen zijn gesloten en eventueel loshangende knopen verwijderd of eerst aangenaaid zijn. Was geen rafelig of gescheurd goed;
herstel het voortijds. Verwijder voortijds verf-, inkt-, beugels niet in de wasautomaat.
Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheids­spelden, naalden, spijkers, schroeven en andere harde of scherpe materialen behoren niet in de wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken.
roest- en grasvlekken. Was bh’s met
Wees voorzichtig met wasverzachter. Een te grote dosering kan schade aan het wasgoed toebrengen. Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de wasverzachter.
Kijk, vóór u de vuldeur (voorlader) opent, altijd eerst of het water weggepompt is. Indien dat niet het geval is, laat de machine dan eerst het water afpompen. Raadpleeg in twijfelgeval de gebruiksaanwijzing.
Laat de vuldeur (voorlader) op een kier staan indien het apparaat niet gebruikt wordt. Dat is beter voor de rubbermanchet en u voorkomt het ontstaan van een muffe lucht.
Schakel na het gebruik altijd de stroomtoevoer uit door, afhankelijk van de wijze van installatie, de stekker uit het stopcontact te nemen of de badkamertrekschakelaar op de UlT-stand te schakelen. Draai na het gebruik altijd de watertoevoerkraan dicht.
Algemene veiligheid
Tracht, in geval van een storing of defect, dit apparaat niet zelf te repareren. Reparaties die door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden. Raadpleeg ZANUSSI Service.
Netsnoer nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar aan de stekker.
Veiligheid van kinderen
Kinderen zien de gevaren niet die ontstaan door ondeskundige omgang met elektrische apparaten. Zorg daarom voor het nodige toezicht als de machine aanstaat en laat kinderen niet met de machine spelen - ze zouden zichzelf of andere kinderen in de machine kunnen opsluiten.
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen; vooral folie en styropor kunnen gevaren opleveren. Verstikkingsgevaar!
Controleer altijd eerst of de trommel leeg is voordat u het wasgoed erin doet. Kinderen of huisdieren kunnen zich in de machine verstoppen. Om dit te voorkomen kunt u sluiting van de deur verhinderen door het knopje aan de binnenkant van de deur naar rechts te draaien zodat de inkeping horizontaal komt. Gebruik hiervoor zonodig een muntstuk.
Zorg ervoor dat kinderen of kleine huisdieren niet in de trommel van de wasautomaat kunnen klimmen.
NEDERLANDS
3
P1131
Als u het apparaat afdankt, maak het dan dadelijk onbruikbaar: stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden en weggooien. Maak bovendien het deurslot onbruikbaar. Zo kunnen kinderen zichzelf of andere kinderen niet in de machine opsluiten.
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal
Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn niet milieu­onvriendelijk en kunnen zonder gevaar bij het afval worden gezet.
De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen:
>PE<=voor polyethyleen >PS<=voor polystyreen >PP<=voor polypropyleen
Het karton kunt u het beste in een container voor oud papier deponeren.
Oude machine
Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats.
Milieutips
Normaal verontreinigd wasgoed hoeft u niet voor te wassen. Zo bespaart u wasmiddel, water en tijd (en u ontziet het milieu).
De wasautomaat werkt het zuinigst met een volle trommel.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht.
Door een geschikte voorbehandeling kunnen vlekken en lichte verontreinigingen verwijderd worden. Dan kunt u op een lagere temperatuur wassen.
Doseer het wasmiddel altijd volgens de aanwijzingen van de wasmiddelenfabrikant.
Technische gegevens
Afmetingen hoogte 85 cm
breedte 60 cm diepte 59 cm
Maximum vulgewicht Katoen 6 kg
Synthetica 2,5 kg Fijne was 2,5 kg Wol, handwas 2 kg
Centrifugeertoerental maximum 1400/min. (ZWG 3144)
1600/min. (ZWG 3164)
Netspanning/-Frequentie 220-230 V/50 Hz Aansluitwaarde 2200 W Zekeren met minimaal 10 A
Waterleidingdrukgrenzen minimum 0,05 MPa
maximum 0,8 MPa
Dit toestel voldoet aan de EU-richtlijn 89/336/EEG, 73/23/EEG
4
Installatie
P1127
P1126
P1124
2
3
1
P0001
P1129
P1051
P0002
P1128
Transportbeveiliging
Het is beslist noodzakelijk dat u de transportbeveiligingen verwijdert voor u de machine in gebruik neemt.
Wij adviseren u de verwijderde delen te bewaren; in geval van verhuizing moeten ze wederom aangebracht worden. U gaat als volgt te werk:
1. Schroef met de sleutel de twee onderste schroeven aan de achterkant van de machine los.
2. Verwijder de twee afstandshulzen.
3. Leg de machine voorzichtig op z'n achterkant;
zodanig dat de slangen niet kunnen beschadigen.
4. Verwijder het polystyreen vulblok uit de onderkant van de machine en maak de 2 plastic zakken aan de voorkant van de machine los.
5. Trek de linker plastic zak voorzichtig naar rechts en dan naar beneden om hem te verwijderen.
NEDERLANDS
Plaatsen
Plaats de machine op een vlakke, harde vloer. Laat een houten vloer met een 5 cm dikke hardhouten plaat versterken, over tenminste twee draagbalken. De verstevigingsplaat moet aan alle kanten enkele centimeters buiten de machine steken. Indien de machine op een bovenverdieping geplaatst wordt, neem dan zodanige maatregelen dat bij een eventuele lekkage het water niet naar de verdieping eronder kan lekken. Raadpleeg uw leverancier/installateur. Zorg ervoor dat de machine niet tegen de muur of andere keukenmeubels kan leunen.
Wij gaan er van uit dat de waterkraan, de afvoermogelijkheid en de elektriciteitsvoorziening zich binnen het bereik van de machineslangen en het aansluitsnoer bevinden. Als dat niet zo is, dan adviseren wij u uw installateur de kraan en/of de afvoer en/of het stopcontact te laten verplaatsen.
Stel de machine waterpas op. Dat doet u door middel van het in- of uitdraaien van de verstelbare voetjes. Als de machine op tapijt staat, stel de voeten dan zodanig in dat de lucht vrij kan circuleren. Zorg ervoor dat de machine op alle vier de voetjes stevig op de vloer staat: ook dat is zeer belangrijk.
6. Trek de rechter plastic zak voorzichtig naar links
en dan naar boven om hem te verwijderen.
7. Zet de machine rechtop en verwijder de bovenste schroef uit de achterwand. Verwijder de betreffende huls.
8. Dicht de gaten af met de doppen die bij de gebruiksaanwijzing verpakt zijn.
Watertoevoer
Draai de wartel van de meegeleverde toevoerslang stevig op de 3/4" schroefdraad van de kraan. Gebruik alleen nieuwe slangen voor de watertoevoer. Het andere eind van de toevoerslang, aan de machinekant, kan naar alle richtingen worden verdraaid. Wartel iets losdraaien, haakse bocht verdraaien en wartel weer stevig vastdraaien.
5
De toevoerslang mag niet verlengd worden. Mocht
P0022
P1045
A
P0021
P0351
P1118
de slang te kort zijn en wilt u de kraan niet laten verplaatsen, koop dan een langere, complete, hoge­drukslang welke speciaal voor dit doel gemaakt is. Als de aansluiting op nieuwe leidingen of op leidingen, die lange tijd niet zijn gebruikt, wordt gemaakt, is het raadzaam het water enige tijd te laten lopen alvorens de wasmaschine aan te sluiten. Hierdoor wordt voorkomen, dat zand, roest e.d. het filter in de toevoerslang verstoppen.
Waterstop-systeem
De watertoevoerslang is met een «waterstop­systeem» uitgerust. Zou, door natuurlijke veroudering, de binnenslang lek raken, dan blokkeert het systeem de watertoevoer. Het optreden van deze storing kunt u zien aan een rode sektor in de venstertjes «A» (links en rechts). Sluit de waterkraan en vervang de slang in z’n geheel tegen een nieuwe.
Waterafvoer
De bocht, aan het eind van de afvoerslang, kunt u op drie manieren plaatsen:
Over de rand van een wasbak. U moet er dan voor zorgen dat de bocht niet, door het snel uitstromende water, van de rand kan schieten. Bijvoorbeeld door de bocht met een touwtje aan de kraan of aan een haak in de muur op te hangen.
In een aftakking van de wasbakafvoer. Die aftakking moet boven de sifon (stankafsluiter) zitten en zodanig dat de bocht van de slang zich op tenminste 60 cm van de vloer bevindt.
In een afvoerpijp. Wij adviseren een standpijp van 65 cm hoogte; in ieder geval niet lager dan 60 cm en niet hoger dan 90 cm.
Het eind van de afvoerslang moet altijd belucht zijn, dat wil zeggen dat de binnendiameter van de pijp groter moet zijn dan de buitendiameter van het slangeind.
De afvoerslang mag niet geknikt zijn.
Voor een goede werking van de machine moet de afvoerslang worden vastgehaakt op de steun die zich bovenaan de achterzijde van het apparaat bevindt.
Elektrische aansluiting
De machine is voor 220-230V / 50Hz gemaakt. De machine is voorzien van een drie-aderig aansluitsnoer en stekker met randaarde. De stekker mag u uitsluitend plaatsen in een stopcontact met randaarde; de machine dient deugdelijk geaard te zijn. Het aansluitsnoer mag u niet verlengen. Indien het snoer te kort blijkt te zijn, laat uw installateur dan of een langer snoer aan de machine monteren of het stopcontact verplaatsen. Het gebruik van een verlengsnoer of kabelhaspel is niet toegestaan. In bad- of doucheruimten moet doorgaans een zogeheten vaste aansluiting gemaakt worden; raadpleeg uw installateur.
Sluit de machine aan op een geaard stopcontact.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel, ontstaan door het niet voldoen aan bovenstaande veiligheids­voorschriften. Het aansluitsnoer mag uitsluitend door ELECTROLUX Service vervangen worden.
Het aansluitsnoer moet gemakkelijk te bereiken zijn nadat de machine geïnstalleerd is.
6
12
3
4
5
Synthetica Synthetica
Synthetica
Rinçage/Spoelen Vidange/Afpompen Essorage/Zwieren
G H J
60° 40° 30°
P Q R
Blanc - Couleurs/ Witte - Bonte was
Blanc/Witte was Économique/Spaar
COTON/KATOEN
Blanc - Couleurs/ Witte - Bonte was Blanc - Couleurs/ Witte - Bonte was
B
AC95°
60° 60°
40°D
F 30°
K L
DÉLICATS/FIJNE WAS
30°
Délicats/Fijne was Lavage à la main/ Handwas
40°
SYNTHÉTIQUES/SYNTHETICA
MN40°
Laine/Wol Laine/Wol
LAINE/WOL
Start/ Pauze
Z
W
G 3164
Prélavag
e
Voorw
as
Co
urt
K
ort
Rinçage +
Départ/ Pause
Spoelen +
Départ différé
Start
uitstel
Fin Einde
A
D
B
C
L
F
G
H
J
K
M
N
P
Q
R
EL
ECT
RO
NIC
1600 rpm
Reduction essorage
Lage
toeren
8 H
4 H
2 H
12 H
Uw nieuwe wasautomaat
P1140S
P1216
Deze nieuwe wasmachine voldoet aan alle eisen voor een moderne behandeling van uw wasgoed, met besparing van water, stroom en wasmiddel. Doordat de wasmachines de laatste jaren steeds zuiniger zijn geworden met energie, is de wastijd langer geworden. U zult echter merken dat het wasresultaat optimaal is.
De programmakeuzeknop zorgt voor een
eenvoudig gebruik van de wasmachine; hiermee worden zowel het programma als de temperatuur gekozen.
Beschrijving van de machine
1 Wasmiddellade 2 Bedieningspaneel 3 Deurhandgreep 4 Afvoerpomp 5 Verstelbare voetjes
De automatische sopafkoeling op 60° C in het
witte was-programma voor het afpompen
voorkomt dat kunststof afvoerbuizen vervormen.
Het speciale wolprogramma behandelt wollen
goed uiterst voorzichtig.
Stabilisatie-controlesysteem: stabiliteit en
rustige loop.
De "spaarklep" zorgt ervoor dat het wasmiddel
geheel wordt gebruikt en reduceert het waterverbruik; zo wordt energie bespaard.
NEDERLANDS
Wasmiddellade
Voorwasmiddel
Hoofdwasmiddel
Wasverzachter
Montage op een voetstuk
Afmetingen: hoogte: 30 cm. breedte: 60 cm. diepte: 60 cm
Deze machine kan worden geïnstalleerd op een stalen voetstuk met lade zodat u hem makkelijker kunt vullen en leeghalen.
Informeer bij uw vakhandelaar naar het geschikte voetstuk.
7
Gebruik
1 2 3 4 5 6 7
Start/ Pauze
ZWG 3164
Prélavage
Voorwas
Court
Kort
Rinçage +
Départ/
Pause
Spoelen +
Départ différé
Start
uitstel
Fin Einde
A
D
B
C
L
F
G
H
J
K
M
N
P
Q
R
ELECTRONIC
1600 rpm
Reduction
essorage
Lage
toeren
8 H
4 H
2 H
12 H
Bedieningspaneel
Keuzetoetsen
Afhankelijk van het programma kunnen verschillende functies met elkaar gecombineerd worden.
Deze moeten worden gekozen nadat het programma is ingesteld en voordat toets START/PAUZE wordt ingedrukt.
Als een toets wordt ingedrukt, gaat het betreffende lampje branden. Als de toets nogmaals wordt ingedrukt, gaat het lampje uit.
Als het lampje ca. 2 seconden knippert, betekent dat dat een onjuiste keuze is gemaakt.
1 Toets “Prélavage/Voorwas”,
“Court/Kort”
U hebt de keus uit twee functies:
Voorwas: U kiest deze optie als u vóór de
hoofdwas een voorwas wil laten uitvoeren (niet mogelijk voor wol/handwas).
De voorwas eindigt met een korte centrifugegang bij de programma’s voor witte en bonte was en synthetica en met alleen pompen bij fijne was.
Kort: voor wasgoed dat niet erg vuil is of om
textiel op te frissen (witte, bonte was, synthetica en fijne was, behalve voor wol/handwas).
Het lampje dat overeenkomt met de gekozen stand, gaat branden.
KORT kan niet bij instelling B “ECO” optie
worden. De tijdsduur wordt aangepast aan het soort textiel en de gekozen temperatuur. Max. belading voor witte en bonte was 3 kg.
Deze functie kan niet in combinatie met Voorwas gekozen worden.
2 Toets “Reduction essorage/Lage
toeren”
Door deze toets in te drukken verlaagt u het centrifugeertoerental als folgt:
- voor katoen en linnen: van 1400 toto 750/min (ZWG
3144); van 1600 tot 750/min (ZWG 3164);
- voor synthetica, wol and handwas: van 900 tot 450/min;
- fijne was: van 700 tot 450/min.
3 Toets “Rinçage+/Spoelen+”
In alle programma’s mogelijk behalve voor Wol/Handwas. De machine voert 2 extra spoelgangen uit. Aanbevolen voor personen die allergisch zijn voor wasmiddelen en in gebieden met heel zacht water.
4 Toets “Départ/Pause / Start/Pauze”
Nadat u het gewenste programma en de opties geselecteerd heeft, drukt u op deze toets om het wasprogramma te starten. Het lampje boven de toets stopt met knipperen en blijft nu continu branden. Het lopende programma wordt onderbroken als u weer op de toets drukt. Het lampje boven de toets gaat knipperen. Om het programma verder af te werken drukt u opnieuw op de Start/Pauze-toets.
5 Toets “Départ différé/Start uitstel”
Met deze toets kan de programmastart 2 tot 12 uur worden uitgesteld. Zo kunt u bijv. in de voordeeluren wassen.
Het lampje, dat overeenkomt met de gekozen tijd, brandt.
Deze toets moet worden ingedrukt voordat u toets START/PAUZE indrukt.
8
Om de starttijd te annuleren nadat de
A
D
B
C
L
F
G
H
J
K
M
N
P
Q
R
4 H
2 H
8 H
WASHING
END
START/PAUZE-toets ingedrukt wordt, gaat u als volgt te werk:
Druk op START/PAUZE-toets.
Druk een keer op de toets DELAY START: het lampje, dat overeenkomt met de gekozen tijd, gaat uit.
Druk opnieuw op START/PAUZE-toets.
Belangrijk!
Om de starttijd te wijzigen moet u eerst het wasprogramma weer kiezen.
De deur is gedurende het startuitstel vergrendeld. Tijdens deze periode kunt u wasgoed toevoegen: druk op START/PAUZE, de deur kan geopend worden. Na ongeveer 2 minuten kunt u de deur openen. Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de trommel. Voeg het wasgoed toe, sluit de deur en druk weer op START/PAUZE.
Het startuitstel kan niet voor de programma’s Q (afpompen) en R (centrifugeren) gekozen worden.
: blijft staan, zal de laatste centrifugeerbeurt met 400 tpm worden uitgevoerd. U kunt de beste centrifugeersnelheid voor het zojuist gewassen wasgoed instellen door de keuzeknop op de gewenste stand te draaien;
- druk op START/PAUZE.
6 Programmakiezer
Deze knop is in 5 sectoren verdeeld:
Witte en bonte was (COTTON)
Synthetica (SYNTHETIC)
Fijne was (DELICATE)
Wol (WOOL)/Handwas (HANDWASH)
Extra programma's (SPECIAL)
O Programma annuleren/Machine uitschakelen. De programmakiezer kan zowel naar rechts als naar
links gedraaid worden.
Let op!
Als de programmakiezer tijdens de uitvoering van een wasprogramma op een ander programma wordt gezet, gaan de lampjes van het programmaverloop knipperen. De machine zal het zojuist gekozen programma niet uitvoeren.
7 Indicatie van het programmaverloop
Op het moment dat u de uitgestelde starttijd selecteert, gaat het lampje, dat overeenkomt met de gekozen tijd, branden. Na indrukken van toets START/PAUZE begint de machine in stappen van uren terug te tellen.
Als het lampje EINDE knippert, betekent dat dat er een storing in de machine opgetreden is:
- 4x aan en uit = deur open
- 2x aan en uit = storing bij de waterafvoer
- 1x aan en uit = storing tijdens de watertoevoer Raadpleeg het hoofdstuk “Eenvoudige storingen”
om het defect op te heffen.
(HOOFDWAS): als het lampje brandt,
betekent dat dat de machine in bedrijf is. EINDE = einde cyclus
NEDERLANDS
Symbolen op de keuzeknop
Aan het einde van het programma moet de programmakiezer op O gedraaid worden.
9
Adviezen en tips voor het
wassen
Was niet te lang opsparen
In de eerste plaats adviseren wij u wasgoed niet al te lang op te sparen, in ieder geval niet als het vochtig is want het gaat dan schimmelen en veroorzaakt een muffe geur. Men zegt ook wel dat «het weer er in gekomen is»; weervlekken krijgt u er niet meer uit.
Sorteren
Neemt u vooral even de tijd om de in dit boekje afgedrukte kaart voor de behandelingssymbolen aandachtig te lezen. Een streep onder de tobbe betekent dat u het artikel niet met de krachtige katoenprogramma’s mag wassen. Was gekleurd goed, met name donker gekleurd, eerst een keer apart. De kans is groot dat het afgeeft. Sterke kreukherstellende stoffen, zoals polyester/katoen, vallen onder synthetica. Tere stoffen, zoals acryl en meestal ook vitrages, vallen onder fijne was. Het wolwasprogramma van deze wasautomaat werd door Woolmark goedgekeurd, op voorwaarde dat de kleding gewassen wordt overeenkomstig de instructies op het kledingetiket en die van de producent van deze wasautomaat. Bij alle andere wolsoorten en mengsels kan niet worden uitgesloten dat deze krimpen en/of vervilten in de wasmachine.
Temperaturen
In principe kiest u voor een bepaalde wasbeurt de soptemperatuur niet hoger dan het gevoeligste stuk wasgoed nog kan verdragen.
95°C: voor wit of kookecht gekleurd katoen en linnen, zoals beddengoed, tafellakens, theedoeken, handdoeken, zakdoeken en ondergoed. Gemakshalve wordt deze groep vaak “witte was” genoemd.
60°C: voor normaal verontreinigde witte was, voor lichtgekleurde bonte was en voor witte en lichtgekleurde synthetica.
40°C: vrijwel alle textielsoorten kunnen op 40°C gewassen worden. U kiest deze temperatuur ten eerste als dit door het wasetiket aangegeven wordt, bijvoorbeeld voor donkergekleurde textiel en fijne was.
Daarnaast kiest u 40°C als het wasgoed zo weinig vuil is dat het met een lage temperatuur ook nog schoon wordt.
30°C: alhoewel machine-wasbare wol als regel zonder meer op 40°C gewassen mag worden, zult u op het etiket, voorzichtigheidshalve, toch vaak 30°C tegenkomen. Ook bij teer wasgoed, de fijne was, is dat vaak het geval. Wij adviseren u zich altijd aan de etiket-temperatuur te houden.
Hoeveel wasgoed in de trommel?
Wilt u optimale resultaten bereiken, dan adviseren wij u, naast het kiezen van het juiste programma, ook de maximaal toegestane belading van de trommel niet te overschrijden. Wasgoed droog wegen voor u het in de trommel doet, is erg omslachtig, dus helpen wij u op een andere manier op weg:
Volle belading (maar niet proppen) voor katoen en linnen.
Halfvolle of iets meer dan halfvolle belading voor sterke synthetica en mengsels. Ook zogeheten kreukherstellende stoffen vallen onder synthetica.
Een derde van de trommel voor fijne was en machine-wasbare wol.
In onderstaande tabel geven wij u een indruk wat wasgoed, bestaande uit katoen en linnen, ongeveer weegt. Voor synthetica, mengsels en fijne was is het onmogelijk om gewichten op te geven, daar deze stoffen zeer verschillend van aard zijn. Voor machine-wasbare wol geven wij doorgaans een maximum van 1 kilogram op, maar feitelijk bedoelen we dat u wol in “ruim sop” moet wassen.
Tweepersoons laken 700 - 1000 g Kussensloop 125 - 200 g Tafellaken 350 - 500 g Servet 70 - 120 g Theedoek 75 - 100 g Badhanddoek 150 - 200 g Badlaken 700 - 1000 g Overhemd 200 - 300 g Schort 150 - 200 g
10
Vóór u het wasgoed in de trommel doet
Herstel scheuren, gaten en halen voortijds. Naai loshangende knopen eerst aan of knip ze af. Sluit drukknopen en ritssluitingen. Was geen rafelig goed; herstel eerst de zomen. Haal de haken uit vitrage en doe de vitrage in een sloop of linnen zak.Verwijder voortijds achtergebleven kleine voorwerpen uit borst- en broekzakken.
LET OP Objecten zoals flippo’s, munten, veiligheidsspelden, schroeven en andere harde materialen behoren niet in de wasautomaat; zij kunnen aanzienlijke schade veroorzaken.
Was bh’s met beugels niet in de was­automaat.
Behandel voortijds vlekken die er in de wasautomaat moeilijk of in het geheel niet uit zullen gaan:
Was- en kaarsvet. Zoveel mogelijk met een bot mes voorzichtig afschrapen. Tussen twee papieren zakdoekjes de overgebleven was met de warme strijkbout er uit strijken. Niet te heet bij synthetische stoffen.
Inkt en ballpoint: Deppen met spiritus. De kleur van de stof kan aangetast worden door zowel de inkt als de spiritus.
Weer- en schroeivlekken. Bleken met een verdunde oplossing van bleekwater.
Roest. Verwijderen met citroenzuur of een speciaal behandelingsmiddel. Eerst koud spoelen en daarna wassen. Geen wasmiddel met bleekmiddel gebruiken.
Kauwgom. Wegwrijven met ijsblokjes. Restant verwijderen met nagellak-remover. Pas op met remover bij synthetische stoffen.
Verf. Geef de vlek geen kans om op te drogen. Met een witte schone katoenen doek en een oplosmiddel (terpentine, wasbenzine of thinner) behandelen.
Lippenstift. Deppen met spiritus. Met fijnwasmiddel nawassen.
Nagellak. Verwijderen met nagellak-remover. Dit is niet mogelijk bij stoffen als acetaat, triacetaat en chloorvezel.
Olie en teer. Met boter insmeren en laten intrekken. Daarna met terpentine deppen.
Gras. Met spiritus vochtig maken en met een zeepoplossing deppen. Als de kleur of de stof er tegen kan, nableken met bleekwater.
Chocolade, thee, wijn, koffie en vruchtensap.
Voorweken in warm water met een biologisch voorweekmiddel. Als het nodig is en de kleur of de stof er tegen kan, nableken met bleekwater.
Vuile kragen of manchetten. Aanstrijken met zeep of een speciaal daarvoor bedoelde spray of pasta. Dan gewoon wassen.
Bloed. Verse vlekken met lauw water uitspoelen. Oude vlekken voorweken met een biologisch voorweekmiddel.
Transpiratie- en deodorantvlekken. Verse vlekken met sodawater deppen. Oude vlekken met azijn of spiritus deppen.
Hars. Met een speciale vlekkenoplosser behandelen. Sterke stoffen, zoals katoen en linnen, met terpentine, wasbenzine of spiritus behandelen.
Het gebruik van verdampende middelen, zoals terpentine, wasbenzine, spiritus, thinner, aceton en dergelijke is gevaarlijk; niet roken en geen open vuur gebruiken. Doe het karweitje buiten en laat het kledingstuk eerst uitdampen voor u het in de wasautomaat of de droogautomaat doet. De fabrikant van uw wasautomaat is niet aansprakelijk voor schade of letsel ontstaan door het gebruik van gevaarlijke stoffen.
Welke wasmiddelen gebruiken?
Een gouden regel is: gebruik altijd machine­wasmiddelen, dus nooit handwasmiddel of zeep in
de machine. Een nauwelijks minder belangrijke regel is: probeer
gewoon uit welk wasmiddel u het beste bevalt. Houd u aanvankelijk aan de doseringen die de
fabrikant van het wasmiddel op z'n verpakking aangeeft en let daarbij op de waterhardheid (kunt u opvragen bij het waterleidingbedrijf). Het is de moeite waard om daarna uit te proberen of bij minder doseren uw wasgoed ook nog voldoende schoon wordt. In ieder geval kunt u bij een klein wasje aanzienlijk minder doseren. Er zijn totaal-wasmiddelen voor witte of bonte was, bleekvrije wasmiddelen voor bonte was, speciale fijnwasmiddelen, machine-wolwasmiddelen en biologische voorwas- of voorweekmiddelen.
Belangrijk:
Laat de machine regelmatig (minimaal 1 keer per 20 wasbeurten) een was op 95°C zonder wasgoed uitvoeren om eventuele wasmiddelresten en vuil in de trommel, afvoerslang en manchet te verwijderen.
NEDERLANDS
11
Traditionele poeder-wasmiddelen
Waterontharder
Deze wasmiddelen doet u in de vakjes voor de voorwas en voor de hoofdwas.
Vloeibare wasmiddelen
Gebruikt u een vloeibaar wasmiddel, dan mag u dat, mits u geen voorwas doet, direct in het vakje voor het hoofd
wasmiddel gieten. Wel meteen daarna de machine starten. Vloeibare wasmiddelen zijn zeer geschikt voor lage wastemperaturen, dus 30°C en 40°C. Voor hogere temperaturen, 60°C tot 95°C, adviseren wij u een poedervormig wasmiddel te gebruiken.
Geconcentreerde poeder-wasmiddelen (ULTRA’s, MICRO’s en dergelijke)
Geconcentreerde wasmiddelen kunt u op dezelfde manier als vloeibare wasmiddelen doseren. Uiteraard past u de hoeveelheid aan, omdat u van deze wasmiddelen minder nodig hebt.
Wasverzachter
Tijdens de laatste spoelgang doseert de machine automatisch een hoeveelheid vloeibare wasverzachter. U hoeft geen wasverzachter te gebruiken maar dit kan soms toch wenselijk zijn. Bijvoorbeeld als u katoen binnenshuis droogt: het wasgoed voelt dan minder stug aan. Of als u synthetisch wasgoed in de machine droogt: het wordt dan niet statisch (knetteren, kleven). Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van de wasverzachter, maar de hoeveelheid wasverzachter mag nooit hoger dan het filternet in het doseervakje of de maximum aanduiding komen. Erg dikke vloeistof voortijds met wat water verdunnen.
Water is «harder» naarmate er meer calcium en magnesium in voorkomt. In Nederland wordt de hardheid aangegeven in «DH» (Duitse graden). Op de verpakking van het wasmiddel vindt u, in drie globale zones verdeeld, hoeveel wasmiddel u moet doseren. U ziet dat dat meer is naarmate de hardheid hoger is.
Waterhardheid
Bereik
1 2 3 4
Hardheid
zacht
gemiddeld
hard
zeer hard
Duitse schaal
0- 7 8-14
15-21
meer dan 21
Kalk slaat uit het water neer op zowel het wasgoed als op machinedelen. Bekend is onder andere het stug worden van wasgoed en het verkalken van het verwarmingselement. Om dat te voorkomen doet de wasmiddelfabrikant een kalkbindende stof in het wasmiddel. Voorheen was dat fosfaat. Tegenwoordig, om redenen van milieutechnische aard, een fosfaatvervanger. Het wasmiddel bestaat echter uit vele ingrediënten. Gaat u meer doseren, dan doet u dat feitelijk slechts om meer kalkbindende stoffen aan het water toe te voegen. Automatisch doseert u dan eigenlijk te veel van al die andere actieve stoffen. U kunt dat verhelpen door minder wasmiddel te doseren en het verschil opvangen door een onthardingsmiddel, zoals Calgon, mee te doseren. Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van het onthardingsmiddel.
Franse
schaal
0-15 16-25 26-37
meer dan 37
12
Een was doen
A
D
B
C
L
F
G
H
J
K
M
N
P
Q
R
P1174
P1175
Fin Einde
8 H
4 H
2 H
Départ différé
Start
uitstel
12 H
Prélavage
Voorwas
Court
Kort
Rinçage +
Spoelen +
Reduction
essorage
Lage
toeren
Reduction
essorage
Lage
toeren
Giet vóór het in gebruik nemen 2 liter water in het vakje van de wasmiddellade om de spaarklep te activeren. Voer dan een wasgang zonder wasgoed uit, opdat vetresten (die bij de fabricage zijn ontstaan) uit de wastrommel en de kuip worden verwijderd. Programma: bonte was 95°C, met een halve maatbeker wasmiddel.
1. Wasgoed in de machine doen
Open de vuldeur. Doe de stukken wasgoed één voor één in de trommel. Haal opgevouwen wasgoed eerst uit elkaar. Sluit de vuldeur; druk hem goed in het slot.
2. Wasmiddel doseren
Trek de wasmiddellade uit het bedieningspaneel tot hij niet verder kan. Meet de gewenste hoeveelheid wasmiddel in een maatbekertje af en giet het in het vakje voor het hoofdwasmiddel . Als u een programma met Voorwas functie kiest, ook voorwasmiddel in vak doseren.
5. Centrifugetoerental kiezen.
Het betreffende controlelampje gaat branden.
NEDERLANDS
6. Eventueel extra functies kiezen
Het betreffende controlelampje gaat branden.
3. Wasverzachter doseren
Giet, indien gewenst, wasverzachter in het daarvoor bestemde vakje . Overschrijd het niveau MAX niet.
4. Het gewenste programma kiezen
Draai de programmaknop op het gewenste programma.
7. Functie “START/UITSTEL” kiezen
Voordat u het programma start, als u de machine
op een ander tijdstip wilt laten beginnen, drukt u op de “DELAY START” toets totdat het lampje dat overeenkomt met de gekozen tijd, brandt.
8. Het programma starten
Druk op de START/PAUZE-toets: het betreffende lampje stopt met knipperen, het lampje (HOOFDWAS) brandt.
Het programma start.
Het lampje van de START/PAUZE-toets gaat knipperen.
13
Als u gekozen heeft voor STARTUITSTEL, begint de
Start/ Pauze
Départ/
Pause
machine het terugtellen.
9. Wijzigen van een optie of een lopend programma
Het programma kan gewijzigd worden zolang u nog niet op toets START/PAUZE gedrukt heeft.
Optie wijzigen: U kunt een optie wijzigen voordat het programma deze heeft uitgevoerd. Als het programma al gestart is, moet u toets START/PAUZE indrukken. Lopend programma wijzigen: Draai de programmakiezer op stand O en dan op het gewenste programma. Start het nieuwe programma door op toets START/PAUZE te drukken. Het water in de kuip wordt niet weggepompt.
10. Het onderbreken van het programma
Druk op de START/PAUZE-toets, het betreffende lampje knippert. Om het programma verder af te werken drukt u opnieuw op de START/PAUZE-toets.
11. Het annuleren van het programma
Draai de programmakiezer op stand “O” voor het annuleren van een ingesteld programma. U kunt nu een ander programma kiezen.
12. Het openen van de deur tijdens een lopend programma
De deur kan geopend worden, nadat u de machine in PAUZE gezet hebt, mits:
de machine het water niet boven 55°C aan het verwarmen is
het waterniveau niet hoog is
de trommel niet in beweging is
Als dit niet het geval is, als de machine in PAUZE komt en kan de deur geopend worden.
Indien de deur niet geopend kan worden (zie boven) en dit absoluut noodzakelijk is, schakelt u de machine uit door de programmakiezer op stand “O” te draaien.
Na ongeveer 2 minuten kunt u de deur openen.
Denk om het waterniveau en soptemperatuur! U kunt nu het programma weer kiezen en
opnieuw op de START/PAUZE-toets drukken, om het programma verder af te werken.
13. Einde van het programma
De machine stopt automatisch. Aaan het einde van het programma blijft lampje
EINDE branden en lampje van toets START/PAUZE gaat uit.
Schakel de machine uit door de programmakiezer op stand “O” te draaien.
Na ongeveer 2 minuten kunt u de deur openen. Open de vuldeur en neem het wasgoed uit de trommel. Controleert u of de trommel helemaal leeg is, anders zou wasgoed bij de volgende wasbeurt kunnen beschadigen (bijv. doorlopen) of op ander wasgoed kunnen afgeven.
Laat de vuldeur enige tijd op een kier staan, zodat de machine kan drogen.
14
Internationale behandelingsetiketten
NORMAAL
WASGOED
TEER
WASGOED
Wassen op
95°C
Wassen op
60°C
Wassen op
40°C
Wassen op
30°C
Teer goed met
de
hand wassen
Niet wassen
BLEKEN Koud bleken met bleekwater of chloorbleek-
middel in verdunde oplossing mogelijk
Niet bleken
STRIJKEN Hoge temperatuur
(max. 200°C)
Matige temperatuur
(max. 150°C)
Lage temperatuur
(max. 100°C)
Niet strijken
CHEMISCH
REINIGEN
Chemisch reinigen
(alle gebruikelijke
oplosmiddelen)
Chemisch reinigen
(alle oplosmiddelen
m.u.v.
trichlooretheen)
Chemisch reinigen
(alleen olieoplosmid-
delen en R113)
Niet chemisch
reinigen
DROGEN Wasgoed uitge-
spreid drogen
Wasgoed han-
gend drogen
Wasgoed op
hangertje drogen
Drogen in droog-
trommel mogelijk
hoge temperatuur
matige temperatuur
Niet in de droog-
trommel drogen
95
60
60
40
40
40
30
30
NEDERLANDS
15
Programmatabel
WASPROGRAMMA’S
Programma
A
Witte was
B
ECO
Witte was en
bonte was
C
Witte was en
bonte was
D
Witte was en
bonte was
Temperatuur/
Programma
95°
COTTON
60°
COTTON
60°
COTTON
40°
COTTON
Eventuele aanvullende
functies
Witgoed, bijvoorbeeld werkkleding die normaal verontreinigd is, bedde-, tafel- en ondergoed, handdoeken
Bont wasgoed, van linnen of katoen, overhemden, ondergoed, badstof. Lichte kleuren
Bont wasgoed, van linnen of katoen, overhemden, ondergoed, badstof. Lichte kleuren
Donkere kleuren, bijv. overhemden, blouses, ondergoed
Eventuele
aanvullende
functies
KORT
VOORWAS
SPOELEN +
ZWIEREN
VOORWAS
SPOELEN +
ZWIEREN
KORT
VOORWAS
SPOELEN +
ZWIEREN
KORT
VOORWAS
SPOELEN +
ZWIEREN
Max.
belading
5 kg
6 kg
5 kg
5 kg
Verbruikswaarden*
Energie
kWh
Water
liter
2.0 53 145
1.02 54 155
1.2 49 120
0.55
49
Tijd
min.
115
KORT
VOORWAS
SPOELEN +
ZWIEREN
KORT
VOORWAS
SPOELEN +
ZWIEREN
KORT
VOORWAS
SPOELEN +
ZWIEREN
KORT
VOORWAS
SPOELEN +
ZWIEREN
5 kg
2,5 kg
0.37 49 110
0.9 54 90
2,5 kg 0.45 51 75
2,5 kg 0.23
51
70
F
Bonte was
G
Synthetica
H
Synthetica
J
Synthetica
30°
COTTON
60°
SYNTHETIC
40°
SYNTHETIC
30°
SYNTHETIC
Donkere kleuren, bijv. overhemden, blouses, ondergoed
Synthetica, ondergoed, gekleurde textiel, no-iron overhemden
Synthetica, ondergoed, gekleurde textiel, no-iron overhemden
Synthetica, ondergoed, gekleurde textiel, no-iron overhemden
Het programma B “Bonte was” 60° (ECO) is het referentie programma voor de gegevens op het verbruiksetiket, volgens EEGnorm 92/75:
Energie: 1,02 kWh
Water: 54 lt
Tijd: 155 min.
* De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van de
temperatuur van het leidingwater en van de omgevingstemperatuur. Deze waarden hebben betrekking op de hoogste soptemperatuur welke voor het programma voorzien is.
16
Programmatabel
EXTRA PROGRAMMA’S
Programma
K
Fijne was
L
Handwas
M
Wol
N
Wool
P
Spoelen
Temperature/
Programme
40°
DELICATES
30°
HANDWASH
30°
WOOL
WOOL
Op de hand gewassen goed kan met dit programma uitgespoeld
Korte
beschrijving
Voor alle fijne textiel, bijvoorbeeld gordijnen
Voorzichtige wasgang, geschikt voor textiel met het etiket "handwas"
WOL Wolwasprogramma woor textiel met het wolmerk en de aanduiding “krimpvrij” of “wasmachine veilig”
WOL Wolwasprogramma woor textiel met het wolmerk en de aanduiding “krimpvrij” of “wasmachine veilig”
Compleet spoelprogramma eventueel met wasverzachter. Kort centrifugeren
Eventuele
aanvullende
functies
KORT
VOORWAS
SPOELEN +
ZWIEREN
ZWIEREN
ZWIEREN
ZWIEREN
SPOELEN +
ZWIEREN
Max.
belading
2,5 kg 0.5 55 60
2 kg
2 kg 0.25
2 kg
5 kg
Verbruikswaarden*
Energie
kWh
0.25
0.02
0.05
Water
liter
55
55
55
57
Tijd
min.
NEDERLANDS
50
50
40
30
Q
Afpompen
R
Centrifuge-
ren
O
Annuleren/
Uit
* De verbruikswaarden zijn indicatieve waarden en hangen af van het type en de hoeveelheid wasgoed, van de
temperatuur van het leidingwater en van de omgevingstemperatuur.
Waterafvoer van de laatste spoelgang
Aparte centrifugegang voor alle textiel
Programma annuleren, machine uitschakelen
Water afvoeren
Lange centrifugegang Korte centrifugegang ( ”Lage toeren”
toets
)
ZWIEREN
/
5 kg
/
-
--10
---
-
2
17
Onderhoud
P1143
P1142
P1050
P1090
P0038
Neem de stekker uit het stopcontact of trek, indien van toepassing, de trekschakelaar op UIT.
1. De buitenkant
De buitenkant van de machine kunt u, naar behoefte, reinigen met een vochtige doek en een neutraal huishoudschoonmaakmiddel. Moderne schoonmaakmiddelen drogen doorgaans streeploos op. Nalappen met schoon water en daarna droogzemen. Belangrijk: Gebruik nooit spiritus, terpentine en dergelijke oplosmiddelen.
2. De deur
Regelmatig controleren of zich aanslag of vreemde voorwerpen in de rubber manchet achter de deur bevinden.
Ook in de behuizing van de wasmiddellade kan zich op den duur wasmiddel verzamelen. Maak de binnenkant met een oude tandenborstel schoon. Plaats de lade terug in z'n behuizing en laat de machine, zonder wasgoed, een spoelgang doen.
4. Het toevoerfilter
Wanneer u merkt dat de machine langer over het water innemen gaat doen, verdient het aanbeveling om het toevoerfilter te controleren op verstopping. Daartoe draait u eerst de kraan dicht en vervolgens draait u de slangwartel van de kraan af. Reinig het filter met een borsteltje. Draai de wartel weer stevig op de kraan.
3. De wasmiddellade
Wasmiddelen en wasverzachter koeken na verloop van tijd aan.
Maak de wasmiddellade af en toe schoon onder de stromende kraan. U kunt daartoe de lade geheel uit de machine nemen door op de pal links achterin te drukken.
De bovenkant van het vakje voor de wasverzachter kunt u voor het schoonmaken verwijderen.
5. De afvoerpomp
De afvoerpomp moet regelmatig worden gecontroleerd en vooral als
de machine niet pompt en/of centrifugeert
de machine tijdens het pompen een ongewoon geluid maakt dat wordt veroorzaakt door voorwerpen als veiligheidsspelden, munten e.d. die de pomp blokkeren.
18
Ga als volgt te werk:
P1117
P1115
P1114
Trek de stekker uit het stopcontact.
Wacht, indien nodig, tot het water is afgekoeld.
Open het pompdeurtje.
Zet een bak op de vloer om evt. water op te vangen.
Trek de noodaftapslang uit zijn plaats, leg hem in het bakje en verwijder de dop.
Als er geen water meer uitkomt, draai dan het pompdeksel los.
6. Waterafvoer in noodgevallen
Als het water niet wordt weggepompt gaat u als volgt te werk om de machine te legen:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Draai de waterkraan dicht.
Wacht, indien nodig, tot het water is afgekoeld.
Open het pompdeurtje.
Zet een bak op de vloer en leg het einde van de noodaftapslang in de bak. Verwijder de dop. Het water moet door de zwaartekracht in de bak lopen.
Als de bak vol is, zet u de dop weer op de slang. Herhaal de procedure tot er geen water meer uitkomt.
Maak de pomp eventueel schoon zoals eerder beschreven.
Zet de dop weer op de noodaftapslang en plaats de slang terug.
Draai het pompdeksel vast en sluit het deurtje.
NEDERLANDS
Verwijder vreemde voorwerpen uit het schoepenrad van de pomp door hem te draaien.
Zet de dop weer op de noodaftapslang en plaats de slang terug.
Draai het pompdeksel volledig vast.
Sluit het pompdeurtje.
7. Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Indien de wasautomaat wordt blootgesteld aan temperaturen onder 0°C moeten enkele voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Draai de waterkraan dicht en draai de watertoevoerslang van de kraan los.
Zet een bak op de vloer, leg het uiteinde van de noodaftapslang en van de toevoerslang in de bak en laat het water uit de machine lopen.
Schroef de watertoevoerslang weer op de kraan, zet de dop weer op de noodaftapslang en plaats de slang terug.
Het water dat in de leidingen is achtergebleven, wordt op deze manier afgevoerd en hiermee wordt voorkomen dat er ijsvorming optreedt die de machine kan beschadigen.
Controleer, wanneer u de wasautomaat opnieuw wilt gebruiken, of de omgevingstemperatuur hoger dan 0°C is.
Belangrijk!
Elke keer dat u m. b.v. de noodaftapslang water aftapt, moet u 2 liter water in het vak voor hoofdwasmiddel in de wasmiddellade gieten en dan programma “Q” (Afpompen) instellen. Hierdoor wordt de spaarklep geactiveerd en wordt voorkomen dat bij de volgende wasbeurt wasmiddel ongebruikt achterblijft.
19
Eenvoudige storingen
Ga, alvorens de Servicedienst in te schakelen, eerst even na of u de storing zelf kunt verhelpen.
Tijdens de werking van de machine kan het EINDE controlelampje gaan knipperen en een geluidssignaal klinkt: 4x aan en uit = deur open 2x aan en uit = storing bij de waterafvoer 1x aan en uit = storing bij de watertoevoer
Nadat u eventuele oorzaken verwijderd heeft, drukt u op de START/PAUZE-toets om het onderbroken programma te hervatten. Indien de storing niet opgeheven kan worden, contact opnemen met het servicecentrum.
Storingen Mogelijke oorzaken
De machine start niet:
De machine neemt geen water
op:
De machine neemt wel water op,
maar dat stroomt er door de afvoer weer uit:
De machine pompt niet af en/of
centrifugeert niet:
Is de vuldeur goed gesloten?
Is de betreffende groepzekering heel?
Is de programmakiezer juist ingesteld?
Staat de waterkraan open?
Is toets START/PAUZE ingedrukt?
Hebt u de starttijdkeuze ingesteld?
Staat de waterkraan open?
Geeft de kraan water? Probeert u dat even uit.
Toevoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Toevoerfilter verstopt?
Vuldeur goed gesloten?
Het uitstroomeind van de afvoerslang bevindt zich op een te laag punt, ten opzichte van de vloer waarop de machine staat. Raadpleeg het betreffende hoofdstuk.
Afvoerslang bekneld of geknikt geraakt?
Afvoerpomp verstopt?
Er ligt water op de vloer:
De machine dreunt of is erg
luidruchtig:
In de trommel is geen water te zien:
20
Teveel wasmiddel gebruikt?
Wasmiddel is ongeschikt omdat het teveel schuimt? Teveel schuim veroorzaakt lekkage.
Een van de toevoerslangwartels lekt? U ziet nauwelijks dat er water langs de slang loopt; voelt u dus even of de slang nat is.
Afvoerslang beschadigd?
Is de wasmiddellade schoon?
Is de noodaftapslang gesloten?
Zijn alle transportbeveiligingen verwijderd?
Leunt de machine ergens tegenaan?
Staan alle stelvoeten stevig op de vloer?
Wasgoed niet goed verdeeld in de trommel?
Moderne wasmachines werken heel zuinig met lage waterniveaus. Was- en spoelresultaat zijn desondanks uitstekend.
Storingen Mogelijke oorzaken
Mod. ..........
Prod. No. ...........
Ser. No. .........
M o d
. ..........
P ro d
. N
o. ...........
S er. No
. .........
P0042 BD
De deur kan niet geopend
worden:
Het centrifugeren begint traag of het wasgoed wordt niet gecentrifugeerd:
De machine maakt een ongewoon geluid:
Het wasresultaat is niet als
gewoonlijk:
Na beëindiging van het
programma zijn op het wasgoed witte wasmiddelresten te zien:
Na de laatste spoelgang is nog
schuim zichtbaar:
Is de machine in bedrijf?
Is de deur nog vergrendeld?
Het waterniveau in de machine komt boven de onderkant van de deur uit.
De machine is aan het verwarmen.
Het elektronische stabilisatie-controlesysteem is in werking getreden. Het wasgoed wordt, doordat de draairichting van de trommel gewijzigd wordt, losgemaakt, beter verdeeld en er wordt opnieuw met centrifugeren begonnen. Dit kan herhaaldelijk het geval zijn, totdat de onbalans opgeheven is en het centrifugeren definitief afgewerkt kan worden. Indien het wasgoed na 10 minuten niet losgemaakt is, wordt het niet gecentrifugeerd. In dit geval moet u zelf het wasgoed beter in de trommel verdelen en het centrifugeerprogramma kiezen.
De machine heeft een modern aandrijfsysteem, dat in vergelijking met oudere wasautomaten een afwijkend geluid maakt. Het nieuwe aandrijfsysteem maakt de trage aanloop bij centrifugeren mogelijk. Hierdoor wordt de stabiliteit verbeterd.
Misschien hebt u te weinig of te veel wasmiddel gedoseerd.
Onderdosering leidt tot vergrauwing van het wasgoed en tot kalkaanslag in het toestel.
Nauwkeuriger doseren!
Hebt u bijzondere vlekken voorbehandeld?
Hebt u het juiste programma en de juiste temperatuur gekozen?
Is de machine overbeladen?
Hierbij gaat het meestal om onoplosbare bestanddelen van moderne wasmiddelen. Ze zijn niet het gevolg van een onvoldoende spoeleffect. Mogelijke oplossingen: uitborstelen of uitschudden, evt. ook het wasgoed binnenste buiten wassen.
Moderne wasmiddelen kunnen ook in het laatste spoelwater nog schuim veroorzaken, wat echter geen invloed op het spoelresultaat heeft.
NEDERLANDS
Kunt u de storing niet zelf opsporen of verhelpen, raadpleegt u dan de servicedienst. Noteer, voor u gaat telefoneren, even merk, modelnummer en aankoopdatum van uw machine; de servicedienst zal u er om vragen.
21
Chère cliente, Cher client,
veuillez lire attentivement cette notice d’utilisation. Tenez compte surtout des avertissements importants donnés dans les premières pages de cette notice.
Gardez cette notice d’utilisation pour toute consultation future. Remettez-la à l’acheteur éventuel de votre appareil.
Dégâts de transport
A la réception de l'appareil, nous vous prions de faire les «réserves d'usage» en présence du livreur (dégâts esthétiques par exemple).
Comment lire votre notice d’utilisation?
Les symboles suivants vous guideront tout au long de la lecture de votre notice d’utilisation:
Instructions de sécurité.
Conseils et recommandations.
Informations liées à la protection de l’environnement.
Notre contribution à la protection de l’environnement:
nous utilisons du papier recyclé.
Sommaire
Avertissements importants
Recyclage 24
Conseils écologiques 24
Caractéristiques techniques 24
Installation 25
Débridage 25
Emplacement 25
Arrivée d'eau 25
Vidange 26
Branchement électrique 26
Votre nouveau lave-linge 27
Description de l’appareil 27
Tiroir des bacs à produits 27
Installation sur un piédestal avec tiroir 27
Utilisation 28
Le bandeau de commande 28
Description des commandes 28-29
Conseils pour le lavage 30
23
Le tri du linge par catégorie 30 Températures 30 Charge 30 Avant de charger le linge 31 Traitement des taches 31 Produits de lavage 31
Comment faire votre lessive 32-33
Symboles internationaux pour l'entretien des textiles 34
Tableau des programmes 35-36
Entretien 37
La carrosserie 37
Le hublot 37
Le tiroir des bacs à produits 37
Le filtre du tuyau d’arrivée d’eau 37
La pompe de vidange 37
Vidange de secours 38
Précautions contre le gel 38
En cas d’anomalie de fonctionnement 39-40
22
P1076
Avertissements importants
Ces avertissements ont été rédigés pour votre sécurité et pour celle d'autrui. Nous vous prions donc de bien vouloir les lire attentivement avant d'installer et d'utiliser l'appareil.
Règles de sécurité générales
En cas de panne, n'essayez pas de réparer l'appareil vous-même. Les réparations effectuées par du personnel non qualifié peuvent provoquer des dommages. Contactez le service après-vente le plus proche et exigez des pièces d’origine.
Ne tirez jamais sur le câble, mais saisissez-le par la fiche pour débrancher l’appareil.
Installation
L'appareil doit être débridé avant l'utilisation. La non élimination ou l'élimination incomplète des dispositifs de protection pour le transport pourrait occasionner des dommages à l'appareil ou aux meubles. Suivez à ce propos le paragraphe relatif dans la notice d'utilisation.
Si l'installation de votre habitation nécessite une modification pour le branchement de votre appareil, faites appel à un électricien qualifié.
Tous travaux hydrauliques nécessaires à l'installation de l'appareil ne seront confiés qu'à un plombier qualifié.
Assurez-vous, après avoir installé l'appareil, que celui-ci ne repose pas sur le câble d'alimentation.
Si la machine est installée sur un sol recouvert de moquette, réglez les pieds de façon à ce que l’air puisse circuler librement autour de l’appareil.
Utilisation
Votre appareil est destiné à un usage domestique. Ne l’utilisez pas à des fins commerciales ou industrielles ou pour d’autres buts que celui pour lequel il a été conçu.
Lavez en machine uniquement les articles pouvant supporter ce traitement. Suivez les indications se trouvant sur l'étiquette dont chaque article est muni.
Ne surchargez pas l'appareil. Suivez les instructions données dans la notice d'utilisation.
Les articles détachés à l'essence, à l'alcool, au trichloréthylène, etc. ne doivent pas être mis dans un lave-linge. Si de tels détachants sont utilisés avant le lavage en machine, il faudra attendre que le fluide se soit évaporé avant d'introduire les articles dans l'appareil.
Ne lavez pas en machine le linge avec baleines, les tissus non ourlés ou déchirés.
Les pièces de monnaie, épingles de sûreté, broches, vis, etc. qui sont restées dans le linge peuvent provoquer des dommages importants.
Groupez les petits articles, tels que chaussettes, ceintures, etc. dans un petit sac de toile ou une taie, afin d'éviter que ces pièces ne puissent se glisser entre le tambour et la cuve.
N'utilisez que la quantité de produit assouplissant indiquée par le fabricant. Une quantité excessive pourrait endommager le linge.
Contrôlez toujours, avant d'ouvrir le hublot, que l'eau ait été évacuée. Dans le cas contraire effectuez la vidange suivant les indications de la notice d'utilisation.
Les petits animaux domestiques peuvent se glisser dans le tambour du lave-linge. Contrôlez le tambour de votre machine avant de mettre l'appareil en fonctionnement.
Débranchez toujours la prise de courant et fermez le robinet de l'eau après l'utilisation de l'appareil.
Laissez le hublot entrouvert lorsque l'appareil n'est pas utilisé, afin de préserver le joint du hublot et d'éviter la formation d'odeur de moisi.
Sécurité des enfants
Les enfants ne sont souvent pas en mesure de reconnaître les risques émanant des appareils ménagers. Il est donc indispensable de les garder sous surveillance lorsque l'appareil fonctionne. Ne les laissez pas jouer avec le lave­linge!
Les éléments constituant l'emballage (les films en plastique, les morceaux de styropor par ex.) peuvent présenter un danger pour les enfants. Risque d'asphyxie! Gardez les éléments d'emballage hors de la portée des enfants.
Cette machine est équipée d’un dispositif de sécurité pour éviter que de petits enfants ne puissent s’enfermer dans l’appareil. Pour l’activer, tournez le bouton situé sur le côté interne du hublot vers la droite de sorte que la rainure se trouve en position horizontale. Si nécessaire, utilisez une pièce de monnaie. Pour désactiver le dispositif et donc pouvoir fermer le hublot, tournez le bouton vers la gauche afin que la rainure soit en position verticale.
FRANCAIS
23
Pendant le fonctionnement, l'appareil se réchauffe sensiblement au niveau du hublot. Assurez-vous par conséquent que les enfants en bas âge ne s'en approchent pas.
Recyclage
Si vous procédez à la mise à la casse de votre appareil, veillez à mettre hors d'usage ce qui pourrait représenter un danger: coupez le câble d'alimentation au ras de l'appareil et détériorez le dispositif de fermeture du hublot. Vous éviterez ainsi que les enfants s’y enferment en se mettant ainsi en danger de mort.
Recyclage de l’emballage
Tous les matériaux marqués par le symbole sont recyclables. Pour qu’ils puissent être récupérés (recyclés), il est nécessaire de les déposer dans les déchetteries prévues à cet effet (renseignez-vous auprès des autorités locales).
Mise à la casse de l’ancien appareil
Informez-vous auprès de la municipalité au sujet de l’endroit où déposer l’ancien appareil pour qu’il puisse être ensuite recyclé ou détruit.
Conseils écologiques
Afin de réaliser des économies d’eau et d’énergie et de contribuer à la protection de l’environnement, nous vous conseillons de respecter les instructions suivantes:
Utilisez si possible l’appareil à pleine capacité plutôt qu’avec des charges partielles. Veillez toutefois à ne pas surcharger le tambour.
N’utilisez le prélavage que pour du linge très sale.
Le symbole sur le produit ou son emballage indique que ceproduit ne peut être traité comme déchet ménager. Il doit plutôt être remis au point de ramassage concerné, se chargeant du recyclage du matériel électrique et électronique. En vous assurant que ce produit est éliminé correctement, vous favorisez la prévention des conséquences négatives pour l’environnement et la santé humaine qui, sinon, seraient le résultat d’un traitement inapproprié des déchets de ce produit. Pour obtenir plus de détails sur le recyclage de ce produit, veuillez prendre contact avec le bureau municipal de votre région, votre service d’élimination des déchets ménagers ou le magasin où vous avez acheté le produit.
Adaptez la dose de lessive à la dureté de l’eau ainsi qu’à la charge et au degré de salissure du linge.
En traitant préalablement le linge, il est possible d’éliminer les taches et les zones de saleté limitées; il sera donc ensuite possible d’effectuer le lavage à une température plus basse, économisant ainsi de l’énergie.
Caractéristiques techniques
Dimensions Hauteur 85 cm
Largeur 60 cm Profondeur 59 cm
Charge maximum coton 6 kg
synthétiques 2,5 kg délicats 2,5 kg laine, lavage à la main 2 kg
Vitesse d’essorage maximum 1400 tr/min. (ZWG 3144)
1600 tr/min. (ZWG 3164)
Tension/fréquence 220-230 V/50 Hz Puissance totale 2200 W Puissance minimum du fusible 10 A
Pression de l’eau minimum 0,05 MPa
maximum 0,8 MPa
Cet appareil est conforme aux Directives Communautaires suivantes:
- 73/23 CEE 19/02/73 (Basse tension) et modifications successives;
24
Loading...
+ 55 hidden pages