Impressum
De in deze documentatie aanwezige informatie en gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd. Zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Pioneer Corporation mag geen deel van
deze documentatie voor enig doel worden vermenigvuldigd of over gebr acht, onafhankelijk van het feit op
welke manier of met welke middelen, elektronisch of mechanisch, dit geschiedt. Alle technische informatie,
tekeningen enz. vallen onder de wet op bescherming van het auteursrecht.
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende thema’s:
1.1 Over dit handboek Pagina 6
Opbouw
Conventies
Symbolen in het handboek
Gebruikte begrippen
1.2 Juridische aanwijzingen Pagina 8
Garantie
Handelsmerken
1.3 Support Pagina 9
1.4 Werking van uw navigatiesysteem Pagina 9
Inleiding - 5 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
1.1 Over dit handboek
1.1.1 Opbouw
Informatie snel
vinden
Wanneer u zoekt naar bepaalde informatie of naar de uitleg van
een bepaald begrip, kunt u de volgende delen in het handboek
raadplegen:
Ù Vanaf pagina
dit handboek gebruikte terminologie uitgelegd.
Ù Vanaf pagina
uitleg van gebruikte vakbegrippen en afkortingen.
Ù Vanaf pagina
paginavermeldingen.
7 wordt in de lijst "Gebruikte begrippen" de in
119 vindt u in de Verklarende woordenlijst een
121 vindt u een Trefwoordenregister met
1.1.2 Conventies
Conventies Voor een betere leesbaarheid en ter verduidelijking worden in dit
handboek de volgende schrijfwijzen gehanteerd:
Stijl Gebruik
vet
vet en cursief Juridisch beschermde eigennaam.
LEINE
K
HOOFDLETTERS
Knoppen, velden en interface-elementen van
de software. Benadrukken van
waarschuwingen en aanwijzingen.
Namen van vensters.
1.1.3 Symbolen in het handboek
Symbolen De volgende symbolen verwijzen naar bepaalde tekstpassages:
- 6 - Over dit handboek
Symbool Gebruik
Aanwijzingen en tips die het u makkelijker
maken om met AVIC-S1 te werken
Extra informatie en uitleg
Waarschuwingen
Gebruikershandboek AVIC-S1
1.1.4 Gebruikte begrippen
Gebruikte begrippen In dit handboek wordt een bepaalde terminologie gebruikt, om
elementen van het product en gebruikersacties aan te geven.
Begrip Gebruik
Display
De fysische afleeseenheid van het navigatieapparaat.
Venster
Een functionele bedieningseenheid van de
software die het hele display vult.
Tabblad
De navigatiesoftware wordt voornamelijk via
twee tabbladen bediend, het tabblad
ESTEMMING en het tabblad INSTELLINGEN.
B
Wanneer u uw navigatie-apparaat gebruikt
met de als optie verkrijgbare TMC-set (NDTMC1), ziet u ook het tabblad V
Druk op een tabblad, om het betreffende
venster te openen.
Dialoogvenster
Een dialoogvenster is in principe hetzelfde als
een venster, maar vult niet het hele display.
Het bevat onderaan de rand knoppen als OK
of Annuleren. Vaak bevat het een tekst met
een vraag of aanwijzing.
Knop
Elementen van het gebruikersoppervlak die
een actie van de software activeren nadat
erop is gedrukt. Knoppen kunnen zijn
voorzien van een tekst en/of afbeelding.
Symbool
Kleine afbeeldingen op het
gebruikersoppervlak die informatie geven.
Een voorbeeld is het symbool voor de GPSontvangst.
Wanneer er op deze symbolen wordt gedrukt,
wordt geen actie geactiveerd.
Invoerveld
Een veld waarin gegevens kunnen worden
ingevoerd.
Invoervelden worden meestal aangegeven
door een tekst die boven het invoerveld of
aan het begin van het invoerveld staat.
Focus, zie ook
Markeren
Het element in een lijst dat kan worden
bediend door op het midden van het
scrollwiel te drukken, heeft de focus. Dit
element ziet er anders uit dan de andere
elementen in de lijst.
Met het scrollwiel kunt u de focus naar een
ander element in een lijst bewegen.
ERKEER.
Inleiding - 7 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Begrip Gebruik
Scrollwiel
Toets
Activeren
Markeren
Indrukken
Het scrollwiel bevindt zich in het midden
onder het display. U kunt daarmee de
functies Omhoog en Omlaag uitvoeren.
U kunt met het scrollwiel ook de functie OK
uitvoeren door het wiel precies in het midden
in te drukken.
Links en rechts van het scrollwiel bevinden
zich twee toetsen die de naam Menu en Map
hebben..
Op een keuzevakje drukken, zodat daarin
een vinkje verschijnt.
Op een optieknop drukken, zodat deze wordt
opgevuld.
Een element met behulp van het scrollwiel
selecteren, zodat het de focus heeft.
Wordt alleen voor de toetsen van het
navigatie-apparaat en voor het scrollwiel
gebruikt.
1.2 Juridische aanwijzingen
1.2.1 Garantie
Beperking van de
garantie
1.2.2 Handelsmerken
Beschermde
handelsmerken
Wij behouden ons het recht voor op inhoudelijke wijzigingen van
de documentatie en van de sofware zonder voorafgaande
kennisgeving. PIONEER Corporation aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor de juistheid van de inhoud of voor schade
die voortvloeit uit het gebruik van het handboek.
Wij zijn steeds dankbaar voor verwijzingen naar fouten of voor
verbeteringssuggesties, om u in de toekomst nog beter
presterende producten te kunnen aanbieden.
Alle in het handboek vermelde en eventueel door derden
beschermde handelsmerken zijn onbeperkt onderworpen aan de
bepalingen van het telkens geldende merkenrecht en de
eigendomsrechten van de telkens geregistreerde eigenaars. Alle
hier beschreven handelsmerken, handelsnamen of firmanamen
zijn of kunnen handelsmerken of geregistreerde handelsmerken
van hun respectievelijke eigenaars zijn. Alle rechten die hier niet
uitdrukkelijk worden toegekend zijn voorbehouden.
Uit het ontbreken van een expliciete vermelding van de
handelsmerken die in dit handboek worden gebruikt, kan niet
worden afgeleid dat een naam vrij is van rechten van derden.
Ù Windows en ActiveSync zijn handelsmerken van de Microsoft
Corporation.
- 8 - Juridische aanwijzingen
Gebruikershandboek AVIC-S1
1.3 Support
Voor garantiekwesties, service of wanneer u gewoon informatie nodig heeft, kunt u
contact opnemen met de handelaar of het bedrijf waar u het navigatiesysteem heeft
gekocht. Mocht u informatie die u nodig heeft, daar niet krijgen, bezoek dan a.u.b. de
volgende internetpagina:
1.4 Werking van uw navigatiesysteem
AVIC-S1 Nu is de tijd voorbij dat u omslachtig op kaarten vertwijfeld naar
de juiste weg aan het zoeken bent. Nu brengt uw
navigatiesysteem AVIC-S1 u zonder veel bladeren snel en
betrouwbaar naar uw bestemming.
GPS werking
Navigatie met GPS De meegeleverde kaarten bevatten ook de geografische
Het Global Positioning System (GPS) werd in de jaren 70
ontwikkeld door Amerikaanse militairen voor gebruik als
wapengeleidingssysteem.
GPS is gebaseerd op in totaal 24 satellieten, die rond de aarde
draaien en signalen uitzenden. De GPS-ontvanger ontvangt deze
signalen en berekent aan de hand van de signalen zijn afstand
tot de afzonderlijke satellieten. En met behulp daarvan kan hij
dan weer zijn werkelijke geografische positie bepalen.
Voor de positiebepaling zijn de gegevens van ten minste drie
satellieten nodig, vanaf de vierde kan ook de hoogte boven de
zeespiegel worden bepaald. De positiebepaling gebeurt tot op 3
meter nauwkeurig.
coördinaten van de weergegeven bijzondere bestemmingen,
straten en plaatsen. Het navigatiesysteem kan zodoende een weg
berekenen vanaf een beginpunt naar een bestemming.
Wanneer uw navigatiesysteem de signalen van minstens 3
satellieten ontvangt, kan het uw positie bepalen en op de kaart
weergeven. Deze positie kan dan als uitgangspunt dienen voor
een routeberekening.
Aangezien een positiebepaling en -weergave een keer per
seconde plaatsvinden, kunt u uw bewegingen op de kaart volgen.
Inleiding - 9 -
2 Eerste start van het
navigatiesysteem
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende thema’s:
2.1 Stroomvoorziening en laden van de accu Pagina 12
Thuis
In de auto
Einde van laadprocedure
2.2 Inschakelen van het navigatiesysteem Pagina 13
2.3 Basisinstellingen Pagina 13
Eerste start van het navigatiesysteem - 11 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
2.1 Stroomvoorziening en laden van de accu
Nadat u uw navigatiesysteem heeft uitgepakt, is de accu leeg. U
moet het apparaat aansluiten op een externe stroombron, om de
accu op te laden.
Wanneer u het apparaat heeft aangesloten op een externe
stroomvoorziening, kunt u het ook gebruiken wanneer de accu
leeg is.
2.1.1 Thuis
1. Steek het kleinere uiteinde van de 220V-laadkabel in de
hiervoor bestemde bus aan de onderkant van het navigatieapparaat.
2. Steek de andere stekker in een stopcontact.
De LED voor de laadtoestand van de accu links naast het
beeldscherm brandt oranje.
2.1.2 In de auto
1. Installeer het laadstation zoals beschreven in de
meegeleverde instructies.
2. Plaats het apparaat in het laadstation.
De LED voor de laadtoestand van de accu links naast het
beeldscherm brandt oranje.
2.1.3 Einde van laadprocedure
Zodra de LED groen brandt, is de accu helemaal opgeladen.
Opgelet: Haal (vooral bij de eerste keer opladen) het apparaat
niet van de stroomvoorziening, voordat de accu helemaal is
opgeladen! De accu zou anders beschadigd kunnen raken.
- 12 - Stroomvoorziening en laden van de accu
Gebruikershandboek AVIC-S1
2.2 Inschakelen van het navigatiesysteem
Zodra u het navigatiesysteem op de stroomvoorziening heeft
aangesloten, kunt u het voor de eerste keer in gebruik nemen.
1. Schuif de hoofdschakelaar op de achterkant van het apparaat
op ON.
Wanneer de hoofdschakelaar op ON staat, dan drukt u de
inschakelknop op de bovenkant van het apparaat in.
Tijdens het starten verschijnt kort het PIONEER startscherm.
2.3 Basisinstellingen
Basisinstellingen Wanneer u AVIC-S1 nu voor de eerste keer heeft gestart, wordt
u gevraagd,
Ù de taal aan te geven, waarin u het navigatiesysteem wilt
bedienen,
Ù de voor uw locatie geldige tijdzone aan te geven, zodat
aankomsttijden correct kunnen worden aangegeven, en
Ù de gewenste formaten voor tijd (12h/24h) en afstanden
(km/mi) aan te geven.
1. Schakel het navigatie-apparaat in.
Het venster T
Taal 2. Druk op de taal waarin u het systeem wilt bedienen.
AAL wordt geopend.
Eerste start van het navigatiesysteem - 13 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Zodra u op de taal heeft gedrukt, wordt een informatievenster
geopend, dat u informeert over een noodzakelijke nieuwe
start.
3. Druk op de knop OK.
Het systeem wordt uit- en weer ingeschakeld. De verdere
bediening geschiedt in de gekozen taal.
Tijdzone Het venster T
4. Druk op de tijdzone die op uw locatie geldt. Met de knoppen
Omhoog of Omlaag kunt u in de lijst bladeren. De
aanduiding van grote steden in de betreffende tijdzone helpt
u bij het kiezen van de juiste tijdzone.
IJDZONE wordt geopend.
- 14 - Basisinstellingen
Zomertijd Het venster ZOMERTIJD wordt geopend.
5. Geef aan of het op dit moment zomertijd is (Ja) of niet
(Nee).
Gebruikershandboek AVIC-S1
Tijdformaat Het venster T
6. Geef aan of tijden in het Angelsaksische 12-uur-formaat
(12h) of in het Europese 24-uur-formaat (24h) moeten
worden weergegeven.
IJDFORMAAT wordt geopend.
Eerste start van het navigatiesysteem - 15 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Afstandseenheid Het venster AFSTANDSEENHEID wordt geopend.
7. Geef aan of afstanden in kilometers (km) of in mijen (mi)
moeten worden weergegeven.
Inleiding Het venster I
NLEIDING wordt geopend.
8. Geef aan of u een korte inleiding in de bediening van de
navigatiesoftware wilt zien (Ja) of niet (Nee).
Er verschijnt, evt. na de inleiding, een mededelin gsvenster
met de volgende melding:
9. Lees het bericht en druk op OK, wanneer u de waarschuwing
accepteert.
- 16 - Basisinstellingen
Gebruikershandboek AVIC-S1
Het venster BESTEMMING wordt geopend.
Eerste start van het navigatiesysteem - 17 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
3 Bediening van de
navigatiesoftware
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende thema’s:
3.1 Toetsen van het apparaat Pagina 20
3.2 Software-toetsenbord Pagina 21
Invoeren met het software-toetsenbord
3.3 Knoppen Pagina 23
Bediening van de navigatiesoftware - 19 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
3.1 Toetsen van het apparaat
Hardwaretoetsen Onder het beeldscherm bevinden zich de volgende
hardwaretoetsen waarmee u snel toegang kunt krijgen tot de
belangrijkste functies:
Linkertoets
Midden
Positie op kaart
Opent de kaart in standaardaanzicht en geeft uw actuele positie
daarop weer.
Schakelt tussen 2D- en 3D-aanzicht om, wanneer uw actuele
positie wordt weergegeven (b.v. wanneer GPS-signalen worden
ontvangen).
Scrollwiel
Op uw apparaat bevindt zich een wieltje dat omhoog en omlaag
gedraaid en ingedrukt kan worden.
Rechtertoets
Apparaat in-/
uitschakelen
In een lijst:
Wieltje omhoog/omlaag draaien markeert de volgende/vorige
lijstinvoer.
Het midden van het wieltje indrukken neemt de gemarkeerde
lijstinvoer over.
In het kaartaanzicht:
Wieltje omhoog draaien verhoogt het volume van de
rijinstructies.
Wieltje omlaag draaien verlaagt het volume van de rijinstructies.
Midden van het wieltje indrukken opent het A
DRESBOEK.
Kort indrukken, wanneer de kaart geopend is:
opent het venster B
ESTEMMING.
Kort indrukken, wanneer de kaart niet geopend is:
opent de kaart zoals deze het laatst werd gesloten.
Lang indrukken:
haalt de telefoonapplicatie naar de voorgrond.
Kort indrukken in de telefoonapplicatie:
haalt de navigatiesoftware naar de voorgrond.
Op de bovenkant van het apparaat bevindt zich de toets om het
apparaat in en uit te schakelen.
Aan/uit-schakelaar
Schakelt het apparaat in / uit.
- 20 - Toetsen van het apparaat
Gebruikershandboek AVIC-S1
3.2 Software-toetsenbord
Overzicht Wanneer er tekst moet worden ingevoerd, verschijnt er onderin
het beeldscherm een software-toetsenbord.
3.2.1 Invoeren met het software-toetsenbord
Op het toetsenbord kunt u alles met uw vinger invoeren. Er
kunnen alleen hoofdletters worden ingevoerd.
Bij de invoer van bestemmingsgegevens hoeft u geen speciale
tekens en accenten in te voeren. AVIC-S1 vult deze tekens
automatisch voor u aan. Wanneer u b.v. naar de plaats
"München" zoekt, voer dan a.u.b. gewoon "MUNCHEN" in.
Intelligent
toetsenbord
Het systeem beschikt over een database en weet zodoende welke
plaatsen of straten er zijn die met een tot nu toe ingevoerde
lettercombinatie beginnen.
Zodra u een letter heeft ingevoerd, worden op het toetsenbord
die letters gedeactiveerd die in combinatie met de reeds
ingevoerde letters niet meer kunnen voorkomen.
De plaats- of straatnamen die met de tot nu toe ingevoerde
Bediening van de navigatiesoftware - 21 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
lettercombinatie beginnen, worden boven het toetsenbord
opgesomd.
Wanneer een straatnaam of de naam van een bijzondere
bestemming uit meerdere woorden bestaat, kunt u het begin van
elk van deze woorden invoeren. Om b.v. de "Friedrich-EbertStraße" te zoeken, kunt u de invoer zowel met "FRI…" als met
"EBE…" beginnen.
Bij plaatsnamen die uit meerdere woorden bestaan, kunt u
daarentegen alleen de beginletters van het eerste woord
invoeren.
Met de knoppen Omhoog of Omlaag kunt u in de lijst scrollen.
Druk op de juiste plaats- of straatnaam zodra deze op de lijst
verschijnt.
Opmerking: Voor scrollen in de lijst kunt u ook scrollwiel onder
het display draaien. Wanneer de juiste plaats- of straatnaam dan
gemarkeerd is, kunt u het scrollwiel indrukken. Dat heef t
hetzelfde effect als drukken op de plaats- of straatnaam in de
lijst.
Spaties invoegen,
tekens wissen
Omschakelen tussen
de invoer van cijfers
en letters
Om een spatie in te voegen, drukt u op de toets
.
Om het teken voor de invoegcursor te wissen, drukt u op de toets
.
Voor de invoer van getallen, bijvoorbeeld een postcode, drukt u
op de toets
.
Om weer terug te keren naar de invoer van letters, drukt u op
.
- 22 - Software-toetsenbord
Gebruikershandboek AVIC-S1
Speciale tekens Voor het invoeren van een speciaal teken drukt u op de toets
.
Het toetsenbord voor speciale tekens verschijnt.
Zodra u een speciaal teken heeft ingevoerd, verschijnt
automatisch weer het lettertoetsenbord.
Speciale tekens hoeven bij de invoer van adresgegevens niet te
worden ingevoerd, maar kunnen bij de benoeming van
opgeslagen bestemmingen en routes handig zijn.
3.3 Knoppen
Knoppen Vaak vindt u aan de rechter beeldschermrand de volgende
functieknoppen:
Terug
Op een kaart: geeft de kaart weer in standaardaanzicht weer.
In een ander venster: opent het laatste venster.
Naar links / Naar rechts
Scrollen in een venster naar links of naar rechts, wanneer niet
alle opties op het display kunnen worden weergegeven.
Op de kaart weergeven
In een lijst: toont de ernaast staande invoer op de kaart.
Bediening van de navigatiesoftware - 23 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
4 Navigatie
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende thema’s:
4.1 Algemene aanwijzingen voor de navigatie Pagina 26
4.2 AVIC-S1 starten Pagina 26
4.3 Een bestemming opgeven Pagina 27
Het venster BESTEMMING openen
Land van bestemming opgeven
Adres van de bestemming invoeren
Bijzondere bestemming opgeven
Vorige bestemmingen
Adresboek
Naar huis navigeren
Bestemming uit de kaart overnemen
4.4 Bestemmingen beheren Pagina 46
Het ADRESBOEK openen
Opslaan
Bewerken
Wissen
4.5 Routeplanning (met etappes) Pagina 52
Het venster ROUTEPLANNING openen
Viapunten opgeven
In de lijst met viapunten bladeren
Lijst met viapunten bewerken
Routes beheren
Route berekenen
Informatie over de route weergeven
Route simuleren
Navigatie starten
Navigatie - 25 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
4.1 Algemene aanwijzingen voor de navigatie
Het gebruik van de AVIC-S1 geschiedt op eigen risico.
Opgelet: Zorg ervoor, dat u de “Belangrijke Informatie” op de
software-DVD volledig heeft gelezen en begrepen, voordat u dit
navigatiesysteem gebruikt.
Bereiken van de
plaats van
bestemming
Zodra u op de plaats van bestemming bent aangekomen, wordt
de melding “U hebt uw bestemming bereikt” weergegeven.
In plaats van de tot nu toe gebruikte kaartweergave wordt in de
kaart alleen nog uw actuele positie (groene pijl) aangegeven.
4.2 AVIC-S1 starten
Zo start u AVIC-S1 1. Schakel uw apparaat in.
Er verschijnt een mededelingsvenster met de volgende
melding:
2. Lees het bericht en druk op OK, wanneer u de waarschuwing
accepteert.
Het venster B
ESTEMMING wordt geopend.
- 26 - Algemene aanwijzingen voor de navigatie
Gebruikershandboek AVIC-S1
Venster BESTEMMING
In het venster B
ESTEMMING geeft u een bestemming aan,
plant en bewerkt u routes of laat deze op de kaart
weergeven.
Opmerking:AVIC-S1 opent altijd met het venster dat bij
uitschakelen van het apparaat actief was.
4.3 Een bestemming opgeven
Navigatiebasis In deze paragraaf leert u verschillende mogelijkheden kenn en om
in AVIC-S1 bestemmingen in te voeren, te selecteren en te
beheren.
De weergave van de kaart tijdens de navigatie is beschreven in
het hoofdstuk "
Opmerking: Voor de routeberekening naar de ingevoerde
bestemming wordt rekening gehouden met de instellingen die
zijn vastgelegd in het instellingsvenster R
Raadpleeg hiervoor a.u.b. het hoofdstuk "
pagina
94.
4.3.1 Het venster BESTEMMING openen
Het venster
ESTEMMING openen
B
Het opgeven van een bestemming of de routeplanning begint
altijd in het venster BESTEMMING.
U kunt het venster B
Navigatie starten" op pagina 60.
OUTEOPTIES.
Routeopties" op
ESTEMMING als volgt openen:
Wanneer de kaart zichtbaar is:
1. Druk de toets MENU rechts onder het display in.
Wanneer een ander venster geopend is:
1. Druk de toets MAP in.
De kaart wordt geopend.
2. Druk de toets MENU in.
Navigatie - 27 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Het venster BESTEMMING is nu geopend.
4.3.2 Land van bestemming opgeven
Zoeken naar plaatsen en enkele bijzondere bestemmingen is
alleen binnen een bepaald land mogelijk.
Welk land dat is, wordt aangegeven op de knop Land
rechtsonder in de hoek van het display.
1. Wanneer de plaats of bijzondere bestemming zich in een
ander land bevindt dan het aangegeven land, druk dan op de
knop Land.
- 28 - Een bestemming opgeven
Het venster LAND wordt geopend.
2. Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag (of het scrollwiel),
om door de lijst met landen te scrollen.
3. Druk op het land waarin de bestemming ligt
Gebruikershandboek AVIC-S1
4.3.3 Adres van de bestemming invoeren
Voor de invoer van adressen zijn verschillende manieren
vastgelegd. Kies
Adres (plaats, straat, evt. huisnummer), wanneer u het
Ù
volledige adres van uw bestemming kent,
Centrum (alleen plaatsnaam), om u naar het centrum van een
Ù
bepaalde stad te laten brengen, of wanneer er in de plaats
van uw bestemming geen straten zijn,
Postcode (postcode, straat, evt. huisnummer), wanneer u
Ù
liever de postcode van de plaats wilt invoeren,
Kruising (plaats, straat, dwarsstraat), wanneer de straat van
Ù
bestemming zeer lang is en u niet het huisnummer maar de
naam van een dwarsstraat kent.
Navigatie - 29 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Adres (plaats, straat, evt. huisnummer)
1. Open het venster BESTEMMING. (zie pagina 27)
2. Druk in het venster B
ESTEMMING op de knop Adres.
Het toetsenbord verschijnt met het invoerveld Plaats.
Opmerking: Wanneer de knop Land rechtsonder in de hoek
van het display niet het land toont waarin uw plaats van
bestemming ligt, druk er dan op. Geef vervolgens het land op
Land van bestemming opgeven", pagina 28.)
(zie "
3. Voer de plaats van bestemming in.
Opmerking: De laatste 8 plaatsen uit het getoonde land die
al eens als plaatsen van bestemming werden ingevoerd, zijn
in chronologische volgorde vermeld. Wanneer u een van de
laatste plaatsen van bestemming wilt opgeven, druk dan op
de invoer ervan.
4. Zodra de plaats van bestemming in de lijst boven het
toetsenbord verschijnt, drukt u erop.
Het toetsenbord verschijnt met het invoerveld Straat.
5. Voer de straat van bestemming in.
- 30 - Een bestemming opgeven
Gebruikershandboek AVIC-S1
Opmerking: De laatste 8 straten uit de opgegeven plaats die
al eens als straat van bestemming werden ingevoerd, zijn in
chronologische volgorde vermeld. Wanneer u een van de
laatste straten van bestemming wilt opgeven, druk dan op de
invoer ervan.
6. Zodra de straat van bestemming in de lijst boven het
toetsenbord verschijnt, drukt u erop.
Het toetsenbord verschijnt met het invoerveld Huisnummer.
7. Voer het huisnummer in.
Zodra het huisnummer in de lijst boven het toetsenbord
verschijnt, drukt u erop.
Wanneer u het huisnummer niet weet of niet wilt opgeven,
druk dan op de knop Geen nummer.
De route wordt berekend. Wanneer de berekening is voltooid
en de GPS-ontvangst voldoende is, verschijnt de kaart en
kunt u beginnen met uw rit.
Navigatie - 31 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Centrum (alleen plaatsnaam)
1. Open het venster BESTEMMING. (zie pagina 27)
2. Druk in het venster B
ESTEMMING op de knop Naar rechts.
3.Druk op de knop Centrum.
Het toetsenbord verschijnt met het invoerveld Plaats.
Opmerking: Wanneer het symbool Land rechtsonder in de
hoek van het display leeg is of niet het land toont waarin uw
plaats van bestemming ligt, druk er dan op. Geef vervolgens
het land op.
4. Voer de plaats van bestemming in.
Opmerking: De laatste 8 plaatsen uit het getoonde land die
al eens als plaatsen van bestemming werden ingevoerd, zijn
in chronologische volgorde vermeld. Wanneer u een van de
laatste plaatsen van bestemming wilt opgeven, druk dan op
de invoer ervan.
5. Zodra de plaats van bestemming in de lijst boven het
toetsenbord verschijnt, drukt u erop.
De route wordt berekend. Wanneer de berekening is voltooid,
verschijnt de kaart.
- 32 - Een bestemming opgeven
Gebruikershandboek AVIC-S1
Postcode (postcode, straat, evt. huisnummer)
1. Open het venster BESTEMMING. (zie pagina 27)
2. Druk in het venster B
ESTEMMING op de knop Naar rechts.
3.Druk op de knop Zoek op postcode.
Het toetsenbord verschijnt met het invoerveld Postcode.
Opmerking: Wanneer de knop Land rechtsonder in de hoek
van het display niet het land toont waarin uw plaats van
bestemming ligt, druk er dan op. Geef vervolgens het land op
Land van bestemming opgeven", pagina 28.)
(zie "
4. Voer de postcode van de plaats van bestemming in.
Opmerking: De laatste 8 plaatsen uit het getoonde land die
al eens als plaatsen van bestemming werden ingevoerd, zijn
in chronologische volgorde vermeld. Wanneer u een van de
laatste plaatsen van bestemming wilt opgeven, druk dan op
de invoer ervan.
5. Zodra de postcode in de lijst boven het toetsenbord
verschijnt, drukt u erop.
Het toetsenbord verschijnt met het invoerveld Straat.
6. Voer de straat van bestemming in.
Navigatie - 33 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Opmerking: De laatste 8 straten uit de opgegeven plaats die
al eens als straat van bestemming werden ingevoerd, zijn in
chronologische volgorde vermeld. Wanneer u een van de
laatste straten van bestemming wilt opgeven, druk dan op de
invoer ervan.
7. Zodra de straat van bestemming in de lijst boven het
toetsenbord verschijnt, drukt u erop.
Het toetsenbord verschijnt met het invoerveld Huisnummer.
8. Voer het huisnummer in.
Zodra het huisnummer in de lijst boven het toetsenbord
verschijnt, drukt u erop.
Wanneer u het huisnummer niet weet of niet wilt opgeven,
druk dan op de knop Geen nummer.
De route wordt berekend. Wanneer de berekening is voltooid,
verschijnt de kaart.
Kruising (plaats, straat, dwarsstraat)
1. Open het venster BESTEMMING. (zie pagina 27)
2. Druk in het venster B
3. Druk op de knop Kruising zoeken.
Het toetsenbord verschijnt met het invoerveld Plaats.
ESTEMMING op de knop Naar rechts.
- 34 - Een bestemming opgeven
Gebruikershandboek AVIC-S1
Opmerking: Wanneer de knop Land rechtsonder in de hoek
van het display niet het land toont waarin uw plaats van
bestemming ligt, druk er dan op. Geef vervolgens het land op
Land van bestemming opgeven", pagina 28.)
(zie "
4. Voer de plaats van bestemming in.
Opmerking: De laatste 8 plaatsen uit het getoonde land die
al eens als plaatsen van bestemming werden ingevoerd, zijn
in chronologische volgorde vermeld. Wanneer u een van de
laatste plaatsen van bestemming wilt opgeven, druk dan op
de invoer ervan.
5. Zodra de plaats van bestemming in de lijst boven het
toetsenbord verschijnt, drukt u erop.
Het toetsenbord verschijnt met het invoerveld Straat.
6. Voer de straat van bestemming in.
Opmerking: De laatste 8 straten uit de opgegeven plaats die
al eens als straat van bestemming werden ingevoerd, zijn in
chronologische volgorde vermeld. Wanneer u een van de
laatste straten van bestemming wilt opgeven, druk dan op de
invoer ervan.
7. Zodra de straat van bestemming in de lijst boven het
toetsenbord verschijnt, drukt u erop.
Het toetsenbord verschijnt met het invoerveld Dwarsstraat.
Navigatie - 35 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
8. Voer de dwarsstraat in.
Zodra de dwarsstraat in de lijst boven het toetsenbord
verschijnt, drukt u erop.
De route wordt berekend. Wanneer de berekening is voltooid,
verschijnt de kaart.
4.3.4 Bijzondere bestemming opgeven
Bijzondere
bestemmingen
Bijzondere bestemmingen, ook kortweg POI (Point of interest)
genoemd, zitten in de database van het navigatiesysteem. Het
gaat daarbij om adressen of punten op de kaart die volgens
bepaalde criteria zijn gegroepeerd.
Tot de bijzondere bestemmingen behoren lucht- en
veerboothavens, restaurants, hotels, tankstations, openbare
voorzieningen, artsen, ziekenhuizen, winkelcentra en andere.
Bijzondere bestemmingen kunnen door een symbool op de kaart
worden weergegeven. Meer informatie hierover vindt u in het
hoofdstuk "
Categorieën op de kaart" op pagina 96.
Bijzondere bestemmingen kunnen ook als bestemming voor de
navigatie worden opgegeven.
Voor het opgeven van bijzondere bestemmingen zijn
verschillende manieren vastgelegd. Kies
Ù
Bijzondere bestemming uit de actuele omgeving, wanneer u
b.v. zoekt naar het volgende tankstation of een restaurant in
de buurt.
Ù
Bijzondere bestemming uit een bepaalde plaats, wanneer u
b.v. een bepaald theater of een restaurant in een bepaalde
stad zoekt.
Ù
Landelijke bijzondere bestemming, wanneer u b.v. de
volgende luchthaven of het volgende Intercity-stat ion zoekt.
Bijzondere bestemming uit de actuele omgeving
Opmerking: Bijzondere bestemmingen uit de actuele omgeving
kunt u alleen opgeven, wanneer de GPS-ontvangst voldoende is
voor de bepaling van de positie.
1. Open het venster B
2. Druk in het venster B
ESTEMMING. (zie pagina 27)
ESTEMMING op de knop Zoek op
categorie.
3. Druk op de knop In de omgeving.
- 36 - Een bestemming opgeven
Gebruikershandboek AVIC-S1
Het venster CATEGORIE wordt geopend.
4. Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag (of het scrollwiel),
om door de lijst met categorieën te scrollen.
5. Druk op de categorie waaruit u een bijzondere bestemming
wilt zoeken.
Het venster S
UBCATEGORIE wordt geopend. Boven is de
categorie aangegeven die u net heeft gekozen.
6. Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag (of het scrollwiel),
om door de lijst met subcategorieën te scrollen.
7. Druk op de subcategorie waaruit u een bijzondere
bestemming wilt zoeken. Wanneer u geen subcategorie wilt
opgeven, druk dan op Alle (bovenste invoer).
Navigatie - 37 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Het venster POI IN DE OMGEVING wordt geopend. Boven is de
subcategorie aangegeven die u net heeft gekozen.
Hierin worden alle bestemmingen van de opgegeven categorie
/ subcategorie vermeld die in een bepaalde omtrek rond uw
huidige locatie werden gevonden.
8. Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag (of het scrollwiel),
om door de lijst met gevonden bijzondere bestemmingen te
scrollen.
9. Druk op de bijzondere bestemming waarheen u wilt rijden.
De route wordt berekend. Wanneer de berekening is voltooid,
verschijnt de kaart.
Geen bijzondere
bestemming
gevonden?
Wanneer geen bijzondere bestemming met de opgegeven
categorieën in de omgeving van uw locatie wordt gevonden,
verschijnt een dialoogvenster met een dienovereenkomstige
melding.
1a Druk op Verdere… , om bijzondere bestemmingen in een iets
grotere omtrek te zoeken.
- OF -
1b Druk op OK, om terug te komen bij het venster
UBCATEGORIE.
S
In een grotere
omtrek zoeken
Wanneer de lijst met gevonden bijzondere bestemmingen heel
kort is, kunt u als volgt te werk gaan:
1. Druk op de knop Meer....
De lijst laat nu de bijzondere bestemmingen in een iets
grotere omtrek zien.
Deze procedure kunt u meerdere keren herhalen.
- 38 - Een bestemming opgeven
Gebruikershandboek AVIC-S1
Bijzondere bestemming uit een bepaalde plaats
1. Open het venster BESTEMMING. (zie pagina 27)
2. Druk in het venster B
ESTEMMING op de knop Zoek op
categorie.
3.Druk op de knop In een plaats.
Het toetsenbord verschijnt met het invoerveld Plaats.
Opmerking: Wanneer de knop Land rechtsonder in de hoek
van het display niet het land toont waarin uw plaats van
bestemming ligt, druk er dan op. Geef vervolgens het land op
Land van bestemming opgeven", pagina 28.)
(zie "
4. Voer de plaats in waarin u een bijzondere bestemming zoekt.
Opmerking: De laatste 8 plaatsen uit het getoonde land die
al eens als plaatsen van bestemming werden ingevoerd, zijn
in chronologische volgorde vermeld. Wanneer u een van de
laatste plaatsen van bestemming wilt opgeven, druk dan op
de invoer ervan.
5. Zodra de plaats in de lijst boven het toetsenbord verschijnt,
drukt u erop.
Het venster C
ATEGORIE wordt geopend.
Navigatie - 39 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
6. Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag (of het scrollwiel),
om door de lijst met categorieën te scrollen.
7. Druk op de categorie waaruit u een bijzondere bestemming
wilt zoeken.
Het venster S
UBCATEGORIE wordt geopend. Boven is de
categorie aangegeven die u net heeft gekozen.
8. Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag (of het scrollwiel),
om door de lijst met subcategorieën te scrollen.
9. Druk op de subcategorie waaruit u een bijzondere
bestemming wilt zoeken. Wanneer u geen subcategorie wilt
opgeven, druk dan op Alle (bovenste invoer).
Het venster POI
IN EEN PLAATS wordt geopend. Boven is de
subcategorie aangegeven die u net heeft gekozen. Onder
verschijnt het toetsenbord.
Boven het toetsenbord worden alle bestemmingen van de
opgegeven categorie / subcategorie vermeld die in de
aangegeven plaats werden gevonden.
10. Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag (of het scrollwiel),
om door de lijst met gevonden bijzondere bestemmingen te
scrollen.
11. Druk op de bijzondere bestemming waarheen u wilt rijden.
- 40 - Een bestemming opgeven
Gebruikershandboek AVIC-S1
De route wordt berekend. Wanneer de berekening is voltooid,
verschijnt de kaart.
Geen bijzondere
bestemming
gevonden?
Wanneer geen bijzondere bestemming met de opgegeven
categorieën in de opgegeven plaats wordt gevonden, verschijnt
een dialoogvenster met een dienovereenkomstige melding.
1. Druk op OK, om terug te komen bij het venster
UBCATEGORIE.
S
Landelijke bijzondere bestemming
1. Open het venster BESTEMMING. (zie pagina 27)
2. Druk in het venster B
ESTEMMING op de knop Zoek op
categorie.
3.Druk op de knop In het hele land.
Het venster C
ATEGORIE wordt geopend.
[Bild]
Opmerking: Wanneer de knop Land rechtsonder in de hoek
van het display niet het land toont waarin de bijzondere
bestemming ligt, druk er dan op. Geef vervolgens het land op
Land van bestemming opgeven", pagina 28.)
(zie "
4. Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag (of het scrollwiel),
om door de lijst met categorieën te scrollen.
5. Druk op de categorie waaruit u een bijzondere bestemming
wilt zoeken. Wanneer u geen categorie wilt opgeven, druk
dan op Alle (bovenste invoer).
Het venster L
ANDELIJKE POI wordt geopend. Boven is de
categorie aangegeven die u net heeft gekozen.
Het toetsenbord verschijnt met het invoerveld van de gekozen
categorie.
6. Voer de naam van de bijzondere bestemming helemaal of
gedeeltelijk in.
Boven het toetsenbord worden alle bestemmingen van de
opgegeven categorie vermeld waarvan de naam begint met
de ingevoerde letters of de ingevoerde letters bevat.
Navigatie - 41 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
7. Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag (of het scrollwiel),
om door de lijst met gevonden bijzondere bestemmingen te
scrollen.
8. Druk op de bijzondere bestemming waarheen u wilt rijden.
De route wordt berekend. Wanneer de berekening is voltooid,
verschijnt de kaart.
Geen bijzondere
bestemming
gevonden?
Wanneer geen bijzondere bestemming met de opgegeven
categorie en de ingevoerde naam wordt gevonden, verschijnt een
dialoogvenster met een dienovereenkomstige melding.
1. Druk op OK, om terug te komen bij het venster C
ATEGORIE.
4.3.5 Vorige bestemmingen
Overzicht AVIC-S1 slaat bestemmingen waarheen u al eens een navigatie
heeft gestart, op in de lijst V
bestemmingen kunt u snel en zonder herhaling van de al eens
ingevoerde gegevens weer als navigatiebestemmingen
selecteren.
1. Open het venster B
2.Druk in het venster B
bestemmingen.
Het venster V
ORIGE BESTEMMINGEN wordt geopend.
ORIGE BESTEMMINGEN. Deze
ESTEMMING. (zie pagina 27)
ESTEMMING op de knop Vorige
3. Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag (of het scrollwiel),
om door de lijst te scrollen.
4. Druk op de bestemming waarheen u wilt rijden.
De route wordt berekend. Wanneer de berekening is voltooid,
verschijnt de kaart.
- 42 - Een bestemming opgeven
Gebruikershandboek AVIC-S1
4.3.6 Adresboek
Overzicht Bestemmingen waar u steeds weer heen wilt rijden, kunt u
opslaan in het A
zonder herhaling van de al eens ingevoerde gegevens weer als
navigatiebestemmingen selecteren.
Informatie over het opslaan en bewerken van een bestemming is
te vinden in het hoofdstuk "
1. Open het venster B
DRESBOEK. Deze bestemmingen kunt u snel en
Opslaan" op pagina 47.
ESTEMMING. (zie pagina 27)
2.Druk in het venster B
Het A
DRESBOEK wordt geopend.
ESTEMMING op de knop Adresboek.
3. Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag (of het scrollwiel),
om door de lijst te scrollen.
4. Druk op de bestemming waarheen u wilt rijden.
De route wordt berekend. Wanneer de berekening is voltooid,
verschijnt de kaart.
Sorteervolgorde
veranderen
De invoeren in het adresboek kunnen in alfabetische volgorde of
op de aan hen toegewezen pictogrammen worden gesorteerd.
Sorteert het adresboek alfabetisch.
Sorteert het adresboek op pictogrammen.
De knop voor de actuele sorteervolgorde is niet actief.
Navigatie - 43 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
4.3.7 Naar huis navigeren
Overzicht In AVIC-S1 kunt u een adres als thuisadres opslaan. De
navigatie daar naartoe kan dan op elk moment door bedienen
van één enkele knop worden gestart.
Informatie over het invoeren van het thuisadres vindt u in het
hoofdstuk "
1. Open het venster B
Thuisadres" op pagina 106.
ESTEMMING. (zie pagina 27)
2.Druk in het venster B
ESTEMMING op de knop Naar huis.
De route wordt berekend. Wanneer de berekening is voltooid,
verschijnt de kaart.
Thuisadres nog niet
ingevoerd?
Wanneer het thuisadres nog niet werd ingevoerd, verschijnt een
dialoogvenster met een dienovereenkomstige melding.
1a Druk op Ja, om het thuisadres nu meteen in te voeren.
- OF -
1b Druk op Nee, om terug te komen bij het venster
B
ESTEMMING.
4.3.8 Bestemming uit de kaart overnemen
Met deze functie kunt u direct op de kaart de bestemming voor
een navigatie selecteren.
Er zijn twee mogelijkheden om zoeken naar een bestemming op
de kaart te starten:
Ù Via het kaartaanzicht S
Ù Via de knop Uit kaart selecteren.
Via het standaardkaartaanzicht gaat het meestal het snelste.
TANDAARD
- 44 - Een bestemming opgeven
Gebruikershandboek AVIC-S1
Via het kaartaanzicht
Standaard
1. Wanneer het standaardkaartaanzicht nog niet geopend is,
drukt u de toets MAP onder het display in.
De kaart wordt geopend.
1a Druk op een willekeurig punt in de kaart.
Via de knop Uit kaart
selecteren
1. Open het venster B
1a Druk in het venster B
ESTEMMING. (zie pagina 27)
ESTEMMING op de knop Naar rechts.
1b Druk op de knop Uit kaart selecteren.
De kaart wordt geopend in het aanzicht B
ESTEMMING ZOEKEN.
Het duidelijkste kenmerk van dit aanzicht is het adresveld in
het onderste derde deel van het display.
Uw huidige locatie is gemarkeerd door een rood driehoekje.
Boven het driehoekje ziet u een dradenkruis.
2. Verander het weergegeven kaartfragment zo, dat het punt
waar u naar toe wilt navigeren, op de kaart zichtbaar is.
Informatie over het werken met de kaart vindt u in het
hoofdstuk "
Werken met de kaart" op pagina 63.
3. Druk kort op het punt van bestemming.
Navigatie - 45 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Het dradenkruis verschijnt op het punt waar u heeft gedrukt.
In het adresveld verschijnt de naam van de straat waarin uw
bestemming ligt. Wanneer u op een bijzondere bestemming
heeft gedrukt, verschijnt de naam ervan.
U heeft de volgende mogelijkheden:
Start de navigatie naar het punt onder het dradenkruis.
Zoekt u een bijzondere bestemming in de omgeving van het
dradenkruis. Ga te werk zoals beschreven in het hoofdstuk
Bijzondere bestemming uit de actuele omgeving",
"
pagina
37, vanaf stap 4.
Wanneer u een bestemming voor het adresboek heeft
opgegeven, verschijnt in plaats van de knop Navigeren de knop
OK.
Druk hierop om het punt onder het dradenkruis over te nemen in
het adresboek.
Wanneer u een viapunt heeft opgegeven, verschijnt in plaats van
de knop Navigeren de knop Toevoegen.
Druk hierop om het punt onder het dradenkruis over te nemen
als viapunt.
4.4 Bestemmingen beheren
Overzicht
Bestemmingen waar u vaker naar toe navigeert, kunt u opslaan
in het A
DRESBOEK. Daar krijgen deze een naam en kunnen aan
een groep worden toegewezen.
Adresboekinvoeren kunnen worden herbenoemd, gewist en aan
een andere groep worden toegewezen. U kunt aan de invoer ook
een ander adres toewijzen.
U kunt het toegewezen adres op de kaart laten weergeven.
Alle acties gaan uit van het venster A
DRESBOEK.
- 46 - Bestemmingen beheren
4.4.1 Het ADRESBOEK openen
Gebruikershandboek AVIC-S1
Het ADRESBOEK
openen
Het beheer van de invoeren van het adresboek begint altijd in het
venster A
U kunt het venster A
DRESBOEK.
DRESBOEK als volgt openen:
Wanneer de kaart zichtbaar is:
1. Druk het midden van het scrollwiel onder het display in.
Wanneer het venster B
ESTEMMING is geopend:
1. Druk op de knop Adresboek.
Wanneer een ander venster geopend is:
1. Druk de toets MAP in.
De kaart wordt geopend.
2. Druk het midden van het scrollwiel onder het display in.
Het A
DRESBOEK is nu geopend.
4.4.2 Opslaan
1. Open het ADRESBOEK. (zie pagina 47)
Navigatie - 47 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
2. Druk op de knop Nieuw.
3. Geef een bestemming op (zie hoofdstuk "
opgeven", pagina
27)
Zodra u een bestemming heeft opgegeven, verschijnt het
venster N
AAM.
4. Geef een naam op voor de nieuwe invoer.
5. Druk op de knop OK.
Het venster B
ENAMING wordt geopend.
Een bestemming
De bestemmingsgegevens en de naam van de invoer in het
adresboek verschijnen.
Deel deze invoer bij een bepaalde groep in. De groepen zijn
groep toewijzen", pagina
Sluit het venster B
ENAMING en keer terug naar het ADRESBOEK.
De nieuwe invoer verschijnt in de lijst.
50)
aangegeven middels pictogrammen. (zie hoofdstuk "
Aan een
Laat de nieuwe invoer op de kaart weergeven.
- 48 - Bestemmingen beheren
Gebruikershandboek AVIC-S1
4.4.3 Bewerken
Overzicht Adresboekinvoeren kunnen worden herbenoemd en aan een
andere groep worden toegewezen. U kunt aan de invoer ook een
ander adres toewijzen.
Het venster BEWERKEN openen
1.Open het ADRESBOEK. (zie pagina 47)
2. Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag (of het scrollwiel),
om door de lijst te scrollen.
3. Druk op de knop Bewerken naast de invoer die u wilt
bewerken.
Het venster A
DRESBOEKINVOER wordt geopend.
Navigatie - 49 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Herbenoemen
1. Open het venster ADRESBOEKINVOER voor de invoer die u wilt
herbenoemen (zie pagina
2. Druk op de knop Naam.
49).
Het venster B
ENAMING wordt geopend.
3. Druk herhaaldelijk op de toets Teken wissen, om de oude
naam te wissen.
4. Voer de nieuwe naam in.
5. Druk op de knop OK.
Het venster A
DRESBOEKINVOER wordt weer geopend.
Sluit het venster A
DRESBOEK. De nieuwe invoer verschijnt in de lijst.
A
DRESBOEKINVOER en keer terug naar het
Aan een groep toewijzen
Overzicht De invoeren van omvangrijke adresboeken kunnen aan groepen
worden toegewezen. Deze groepen zijn aangegeven middels
pictogrammen.
Het adresboek kan niet alleen alfabetisch, maar ook op groepen
worden gesorteerd.
1. Open het venster A
de groepstoewijzing wilt bewerken (zie pagina
DRESBOEKINVOER voor de invoer waarvan u
49).
2. Druk op de knop Groep.
- 50 - Bestemmingen beheren
Gebruikershandboek AVIC-S1
Het venster GROEPSTOEWIJZING wordt geopend.
3. Druk op het pictogram van de groep waaraan u de invoer wilt
toewijzen.
Wanneer u de invoer aan geen enkele groep wilt toewijzen,
drukt u op de knop Geen.
4. Druk op de knop OK.
Het venster A
DRESBOEKINVOER wordt weer geopend.
Sluit het venster A
DRESBOEK. De nieuwe invoer verschijnt in de lijst.
A
DRESBOEKINVOER en keer terug naar het
Adres wijzigen
Overzicht U kunt het adres wijzigen dat aan een adresboek is toegewezen,
bijvoorbeeld omdat uw kennis is verhuisd.
1. Open het venster A
het toegewezen adres wilt wijzigen (zie pagina
2. Druk op de knop Adres.
3. Geef de nieuwe bestemming op (zie hoofdstuk "
bestemming opgeven", pagina
Het venster A
4. Druk op het pictogram van de groep waaraan u de invoer wilt
toewijzen. Wanneer u de invoer aan geen enkele groep wilt
toewijzen, drukt u op de knop Geen.
DRESBOEKINVOER voor de invoer waarvan u
49).
Een
27)
DRESBOEKINVOER wordt weer geopend.
5. Druk op de knop OK.
Het venster A
DRESBOEKINVOER wordt weer geopend.
Sluit het venster A
DRESBOEK. De nieuwe invoer verschijnt in de lijst.
A
DRESBOEKINVOER en keer terug naar het
Navigatie - 51 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
4.4.4 Wissen
1. Open het venster ADRESBOEKINVOER voor de invoer die u wilt
wissen (zie pagina
2. Druk op de knop Invoer wissen.
49).
Het venster B
EVESTIGEN verschijnt.
3. Druk op de knop Ja, om de bestemming te wissen.
De invoer is uit het adresboek verwijderd.
4.5 Routeplanning (met etappes)
Routeplanning
U kunt de routeplanning ook zonder GPS-ontvangst, bijvoorbeeld
comfortabel thuis, uitvoeren. Aangelegde routes kunt u tot u ze
nodig heeft opslaan en zoveel routes als u maar wilt, bijvoorbeeld
voor uw vakantie, plannen.
4.5.1Het venster ROUTEPLANNINGopenen
Het venster
OUTEPLANNING
R
openen
1. Open het venster B
- 52 - Routeplanning (met etappes)
Het plannen of bewerken van een route begint altijd in het
venster R
U kunt het venster R
2. Druk in het venster B
OUTEPLANNING.
OUTEPLANNING als volgt openen:
ESTEMMING. (zie pagina 27)
ESTEMMING op de knop Naar rechts.
3. Druk nog een keer op de knop Naar rechts.
4. Druk op de knop Routeplanning.
Gebruikershandboek AVIC-S1
Het venster ROUTEPLANNING is nu geopend.
Geef het startpunt, de bestemming en zoveel viapunten als u wilt
op. (zie hoofdstuk "
Viapunten opgeven", pagina 53)
Bereken de route en laat de route op de kaart weergeven. (zie
hoofdstuk "
Route berekenen", pagina 57)
Laad een reeds opgeslagen route. (zie hoofdstuk "Route laden",
pagina
57)
Sla een geplande route op, om deze op elk moment weer te
kunnen laden. (zie hoofdstuk "
Route opslaan", pagina 56)
4.5.2 Viapunten opgeven
Zo plant u een
route…
3. Geef het eerste viapunt op (zie hoofdstuk "
1. Open het venster ROUTEPLANNING. (zie pagina 52).
2. Druk op de knop Toevoegen, om het eerste viapunt op te
geven.
opgeven", pagina
Het venster R
27)
OUTEPLANNING wordt weer geopend. De
opgegeven bestemming verschijnt als viapunt 1 in de lijst.
Een bestemming
Navigatie - 53 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
4. Herhaal de stappen 2 en 3 voor alle verdere viapunten die
aan de route moeten worden toegevoegd.
4.5.3 In de lijst met viapunten bladeren
Op het display kunnen maar maximaal 3 viapunten worden
weergegeven. Wanneer de lijst meer viapunten bevat, worden
links naast de lijst de beide knoppen Omhoog en Omlaag
geactiveerd, waarmee u verder kunt bladeren.
Omhoog
Omlaag
Druk op deze knop om de 3 voorgaande viapunten weer te
geven.
Druk op deze knop om de drie erop volgende viapunten weer te
geven.
Aan het einde van de lijst worden misschien maar één of twee
viapunten weergegeven.
4.5.4 Lijst met viapunten bewerken
Overzicht
In de lijst met viapunten kunt u op elk moment verdere
viapunten invoegen, de volgorde van de viapunten veranderen,
viapunten wissen of de opgegeven viapunten laten weergeven in
de kaart.
- 54 - Routeplanning (met etappes)
Gebruikershandboek AVIC-S1
Het menu VIAPUNTLIJST BEWERKEN openen
1. Druk in de lijst met viapunten op het viapunt dat u wilt
bewerken.
Rechts naast de lijst wordt het menu V
IAPUNTLIJST BEWERKEN
geopend.
In dit menu staan u de volgende knoppen ter beschikking.
Volgorde veranderen
Viapunt omhoog
Druk op deze knop, om eerder naar het gemarkeerde viapunt te
rijden (bijvoorbeeld: viapunt 2 wordt viapunt 1).
Viapunt omlaag
Viapunt wissen
Viapunt wissen
Menu sluiten
Menu sluiten
Druk op deze knop, om later naar het gemarkeerde viapunt te
rijden (bijvoorbeeld: viapunt 1 wordt viapunt 2).
Druk op deze knop om het gemarkeerde viapunt te wissen.
Druk op deze knop om het menu te sluiten, zonder de lijst met
viapunten te veranderen.
Navigatie - 55 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
4.5.5 Routes beheren
Overzicht
U kunt een willekeurig aantal routes plannen, bijvoorbeeld voor
uw vakantie. Deze kunt u opslaan en zo later gebruiken voor de
navigatie.
Hiervoor staan u in het venster R
OUTEPLANNING de volgende
knoppen ter beschikking:
Route opslaan
1. Open het venster ROUTEPLANNING. (zie pagina 52).
2. Druk op de knop Opslaan, om een nieuw aangelegde route
op te slaan.
Het venster N
AAM VAN DE ROUTE wordt geopend.
3. Voer een naam in voor de route.
4. Druk op OK.
Opmerking: Alleen de viapunten worden opgeslagen.
Wanneer u een opgeslagen route laadt, moet deze opnieuw
worden berekend.
- 56 - Routeplanning (met etappes)
Gebruikershandboek AVIC-S1
Route laden
1. Open het venster ROUTEPLANNING. (zie pagina 52).
2. Druk op de knop Laden, om een opgeslagen route te laden
die u wilt bewerken of voor de navigatie wilt gebruiken.
Het venster R
OUTE LADEN wordt geopend:
3. Gebruik de knoppen Omhoog en Omlaag (of het scrollwiel),
om door de lijst te scrollen.
4. Druk op de route die u wilt laden.
Het venster R
OUTEPLANNING wordt weer geopend. De
opgeslagen viapunten zijn genoteerd in de lijst met
viapunten.
4.5.6 Route berekenen
Een geplande route kan ook zonder GPS-ontvangst worden
berekend, zodat u een overzicht kunt krijgen van het traject.
Daarbij wordt het eerste opgegeven viapunt aangenomen als
startpunt van de route.
Opmerking: Bij een navigatie is de actuele standplaats het
startpunt. De eerste etappe is dan de rit naar het eerste
opgegeven viapunt.
1. Druk op de knop Gereed, om de totale afstand plus de
vermoedelijke rijduur van de route te laten berekenen.
Opmerking: Voor de routeberekening naar de ingevoerde
bestemming wordt rekening gehouden met de instellingen die
zijn vastgelegd in het instellingsvenster R
Raadpleeg hiervoor a.u.b. het hoofdstuk "
pagina
94.
OUTEOPTIES.
Routeopties" op
Navigatie - 57 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
De route wordt berekend. Een venster informeert u over het
verloop van de berekening.
Zodra de route is berekend, wordt de kaart geopend en wordt
de route in de kaart weergegeven.
De route is met groen gemarkeerd.
De aangegeven viapunten zijn gemarkeerd met vlaggetjes.
U heeft de volgende mogelijkheden:
Start de navigatie naar het eerste viapunt. (GPS-ontvangst
nodig)
Open het venster R
OUTE-INFO, om gedetailleerde informatie
over de route te zien. (zie hoofdstuk "
route weergeven", pagina
59 )
Simuleer een navigatie. (zie hoofdstuk "
pagina
Keer terug naar het venster R
60)
OUTEPLANNING
Informatie over de
Route simuleren",
- 58 - Routeplanning (met etappes)
Gebruikershandboek AVIC-S1
4.5.7 Informatie over de route weergeven
Overzicht U kunt gedetailleerde informatie over de route, zoals b.v. rijduur
en totale afstand laten weergeven.
Voorwaarde Ù U heeft een route gepland of geladen, zoals beschreven in
Viapunten opgeven" op pagina 53 en "Route laden" op
"
pagina
57.
Ù De route werd berekend, zoals beschreven in "
berekenen" op pagina
57 en wordt op de kaart weergegeven.
1. Druk op de knop Route-info.
Het venster R
OUTE-INFO wordt geopend.
In de lijst worden voor elk viapunt de afstand tot het
voorgaande viapunt en de vermoedelijke rijduur voor deze
etappe aangegeven.
Route
Onderaan de beeldschermrand worden bovendien de totale
afstand van het eerste tot het laatste viapunt en de
vermoedelijke rijduur voor deze afstand aangegeven.
Navigatie - 59 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
4.5.8 Route simuleren
Simulatie U kunt een navigatie ook simuleren.
Opmerking: Voor een simulatie van de route heeft u geen GPSontvangst nodig.
Er kunnen alleen routes tot een lengte van maximaal 100 km
worden gesimuleerd.
Voorwaarde Ù U heeft een route gepland of geladen, zoals beschreven in
Viapunten opgeven" op pagina 53 en "Route laden" op
"
pagina
57.
Ù De route werd berekend, zoals beschreven in "
berekenen" op pagina
57 en wordt op de kaart weergegeven.
Route
1. Druk op de knop Simulatie.
De route wordt voor de simulatie opnieuw berekend.
De simulatie wordt na de berekening gestart.
Simulatie stoppen De simulatie kan te allen tijde worden beëindigd.
1.Druk de toets MENU rechts onder het display in.
2. Druk in het venster
BESTEMMING op de knop Naar rechts.
3.Druk op de knop Navigatie annuleren.
4.5.9 Navigatie starten
Overzicht Wanneer de GPS-ontvangst voldoende is voor een navigatie, kunt
u de navigatie starten.
Opmerking: Bij een navigatie is de actuele standplaats het
startpunt. De eerste etappe is dan de rit naar het eerste
opgegeven viapunt.
Opmerking: Voor de routeberekening wordt rekening gehouden
met de instellingen die zijn vastgelegd in het instellingsvenster
OUTEOPTIES.
R
U kunt de standaardinstellingen wijzigen. Meer info rmatie
daarover vindt u in het hoofdstuk "
Routeopties" op pagina 94.
- 60 - Routeplanning (met etappes)
Gebruikershandboek AVIC-S1
Voorwaarde Ù U heeft een route gepland of geladen, zoals beschreven in
Viapunten opgeven" op pagina 53 en "Route laden" op
"
pagina
57.
Ù De route werd berekend, zoals beschreven in "
berekenen" op pagina
57 en wordt op de kaart weergegeven.
1. Druk op de knop Navigeren.
De route naar het eerste opgegeven viapunt wordt berekend.
Een venster informeert u over het verloop van de berekening.
De kaart wordt weergegeven. Uw actuele positie is
weergegeven door een rood driehoekje. De route is met
groen gemarkeerd.
Route
Zodra u op het eerste viapunt bent aangekomen, wordt de
melding “U hebt uw bestemming bereikt” weergegeven. Het
systeem berekent dan automatisch de route naar het
volgende viapunt en u kunt uw rit op elk moment gewoon
voortzetten.
Navigatie - 61 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Geen GPSontvangst?
Wanneer onvoldoende GPS-signaal wordt ontvangen verschijnt
de volgende melding:
U heeft de volgende mogelijkheden:
Ù U wacht tot de navigatie start. Dat gebeurt automatisch,
zodra de GPS-ontvangst voldoende is daarvoor.
Ù U drukt op Annuleren. Het laatst geopende venster
verschijnt weer. Herhaal de laatste invoer later nog een keer,
om de navigatie opnieuw te starten.
Ù U drukt op OK. Daarop wordt de route berekend. Daarbij
wordt de laatste bij het systeem bekende positie aangenomen
als startpunt.
Na de berekening wordt de route in de kaart weergegeven,
met de laatst bekende positie als startpunt. Dat is vooral dan
handig, wanneer de laatste bekende positie niet ver
verwijderd is van uw daadwerkelijke locatie.
Zodra de GPS-ontvangst voldoende is voor de navigatie,
wordt de route opnieuw berekend en op de kaart
weergegeven. Nu pas kan de navigatie echt beginnen.
- 62 - Routeplanning (met etappes)
Gebruikershandboek AVIC-S1
5 Werken met de kaart
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende thema’s:
Overzicht De kaart kan in verschillende aanzichten worden weergegeven.
Elk van deze aanzichten stelt verschillende functies ter
beschikking, in- en uitzoomen en statusweergaven zijn echter in
alle aanzichten hetzelfde.
AVIC-S1 biedt u de mogelijkheid zeer gedetailleerd vast te
leggen welke informatie, bijzondere bestemmingen en
statusweergaven op de kaart moeten worden weergegeven.
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "
pagina
97.
Info op kaart" op
5.1 Statusweergaven
GPS GPS
Het symbool GPS wordt in de kaart rechtsonder in het display
weergegeven. Het getal op het GPS-symbool geeft aan hoeveel
GPS-satellieten worden ontvangen. De verschillende symbolen
hebben de volgende betekenis:
GPS-status Gedetailleerde informatie over de actuele GPS-status kunt u op
Symbool Betekenis
Geen signaal
Er worden niet genoeg satellieten met
voldoende signaalsterkte ontvangen.
Een navigatie of positiebepaling kan
niet plaatsvinden. Dit is bijv. het geval
wanneer u zich in een gesloten
gebouw bevindt.
GPS gereed
elk moment in het venster GPS-
Er worden genoeg satellieten in
voldoende kwaliteit ontvangen. De
navigatie kan worden gestart.
STATUS weergeven. Dit bevat
o.a. informatie over uw huidige locatie en uw huidige snelheid.
Gedetailleerde instructies voor de weergave van de GPS-status
vindt u in het hoofdstuk "
GPS/positie" op pagina 102.
- 64 - Statusweergaven
Energie Energie
Het symbool Batterij bevindt zich in de kaart rechtsonder in het
beeldscherm. De verschillende symbolen hebben de volgende
betekenis:
Symbo
Betekenis
ol
Het apparaat wordt gevoed door een externe
stroombron. De batterij is helemaal opgeladen. De
LED op het apparaat brandt groen.
Het apparaat wordt gevoed door een externe
stroombron. De batterij wordt net geladen. De LED op
het apparaat brandt geel.
Het apparaat wordt gevoed door zijn interne batterij.
De laadtoestand van de batterij is voldoende.
Het aantal blauwe bloksegmenten in de batterij geeft
de laadtoestand van de batterij aan (2 tot 3
segmenten).
Het apparaat wordt gevoed door zijn interne batterij.
De laadtoestand van de batterij is zwak.
Het aantal blauwe bloksegmenten in de batterij geeft
de laadtoestand van de batterij aan (0 tot 1
segment).
Wanneer de laadtoestand van de batterij zwak wordt,
wordt u door een waarschuwingsmelding hierop
gewezen.
TMC TMC / Verkeersinformatie
Gebruikershandboek AVIC-S1
Wanneer u AVIC-S1 in combinatie met de als optie verkrijgbare
TMC-kit (ND-TMC1) gebruikt, beschikt het systeem over actuele
verkeersinformatie en kan indien nodig de route dynamisch
wijzigen, om b.v. om een file heen te rijden.
Wanneer u het apparaat zonder de TMC-kit gebruikt, wordt ook
de knop TMC niet weergegeven.
Het symbool TMC bevindt zich in de kaart rechtsonder in het
beeldscherm. De verschillende symbolen hebben de volgende
betekenis:
Symbool Betekenis
Geen symbool
Het navigatie-apparaat wordt zonder
TMC-kit gebruikt.
Zender wordt gezocht
De TMC-ontvanger is gereed voor
ontvangst, maar kan geen TMCsignaal ontvangen. Dit is b.v. het
geval, wanneer u zich in een gebied
bevindt waarin geen TMC-signalen
worden uitgezonden.
TMC-signaal aanwezig.
TMC gereed
Werken met de kaart - 65 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
TMC-meldingen
U kunt de actueel geldige verkeersinformatie laten weergeven.
Gedetailleerde informatie over de TMC-functie vindt u in het
hoofdstuk "
Tijd Tijd
Onder de andere symbolen wordt de huidige tijd weergegeven.
Verkeersinformatie" op pagina 81.
5.2 In-/uitzoomen
Zoomniveau, schaal In alle aanz ichten kan de kaart in verschillende zoomniveaus
worden weergegeven. Na de start van een navigatie is de
autozoom-modus actief: het zoomniveau verandert automatisch,
afhankelijk van de huidige snelheid.
Zodra u op een van de knoppen Uitzoomen of Inzoomen drukt,
verschijnt het zoombereik.
Links naast de knop Inzoomen onderaan op het display wordt
de schaal weergegeven.
Een kort afstandsstuk vormt de referentie-afstand op het display.
Het getal erboven geeft aan met welke afstand deze referentie in
werkelijkheid overeenkomt.
Uitzoomen
Druk op de knop Uitzoomen, om de schaal van de kaart te
vergroten. Het weergegeven kaartfragment wordt groter, echter
de detailnauwkeurigheid geringer.
Inzoomen
Druk op de knop Inzoomen, om de schaal van de kaart te
verkleinen. Het weergegeven kaartfragment wordt kleiner, echter
de detailnauwkeurigheid wordt hoger.
- 66 - In-/uitzoomen
Zoombereik
De rode zoomregelaar geeft het huidige zoomniveau aan.
Links naast het zoombereik bevinden zich enkele knoppen
waarmee u een bepaalde kaartschaal kunt instellen.
Opmerking: In-/uitzoomen is in alle kaartaanzichten alleen
mogelijk wanneer de kaart in 2D-modus wordt weergegeven.
Opmerking: Wanneer het zoomniveau een keer handmatig werd
veranderd, is de autozoom-modus niet meer actief.
5.3 Kaartaanzichten
Gebruikershandboek AVIC-S1
Overzicht
De kaart kan in drie verschillende aanzichten worden
weergegeven.
Ù In het kaartaanzicht S
Ù In het kaartaanzicht B
Ù In het kaartaanzicht B
TANDAARD
ESTEMMING ZOEKEN
ESTEMMING TONEN
Elk van deze aanzichten stelt verschillende functies ter
beschikking, die hierna worden uitgelegd.
Werken met de kaart - 67 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
5.3.1 Kaartaanzicht STANDAARD
Het kaartaanzicht STANDAARD wordt geopend bij de start van een
navigatie. Het wordt ook geopend, wanneer u de toets MAP
indrukt.
Typisch voor dit aanzicht zijn de volgende eigenschappen:
Ù In het midden van het onderste derde deel wordt uw actuele
positie weergegeven door een rood driehoekje. Wanneer u
zich beweegt, verandert de positie van het driehoekje op het
beeldscherm niet. In plaats daarvan wordt het weergegeven
kaartfragment overeenkomstig uw bewegingsrichting
bijgeschoven.
Ù De schaal van de kaart verandert afhankelijk van uw snelheid.
In het kaartaanzicht STANDAARD staan de volgende knoppen ter
beschikking:
Oriëntatie van de kaart
Rode punt wijst naar boven (noorden): de kaart is zo
georiënteerd dat het noorden altijd boven is. Druk op de knop,
om de kaart te oriënteren in rijrichting.
De oriëntatie naar het noorden komt overeen met de
kaartoriëntatie op gedrukte kaarten, maar is voor de navigatie
niet praktisch.
Rode punt wijst niet naar boven (noorden): de kaart is zo
georiënteerd dat de rijrichting altijd boven is. Druk op de knop,
om de kaart naar het noorden te oriënteren.
De oriëntatie in rijrichting is aan te raden voor de navigatie,
omdat de richtingen rechts en links op de kaart dan net zo zijn
als in werkelijkheid.
Opmerking: De oriëntatie naar het noorden is alleen mogelijk
wanneer de kaart in 2D-modus wordt weergegeven. In de 3Dmodus heeft deze oriëntatie geen zin.
- 68 - Kaartaanzichten
Gebruikershandboek AVIC-S1
Terug
De knop Terug is alleen zichtbaar, wanneer het zoombereik op
het scherm staat.
Druk op deze knop, om het zoombereik te verbergen en de
gewijzigde kaartschaal te behouden.
Autozoom
De knop Autozoom is alleen zichtbaar, wanneer het zoombereik
op het scherm staat en de kaartschaal werd gewijzigd.
Druk op deze knop om de kaartschaal automatisch aan uw
snelheid te laten aanpassen: rijdt u langzaam, dan wordt de
schaal kleiner, rijdt u sneller, dan wordt de schaal groter.
Volledige route weergeven
De knop is alleen zichtbaar, wanneer een route werd berekend.
Druk op deze knop, om de hele route in de kaart te laten
weergeven.
Opmerking: Door in de kaart te drukken kunt u snel naar het
kaartaanzicht BESTEMMING ZOEKEN wisselen. Meer informatie
vindt u in het volgende hoofdstuk ("
zoeken" op pagina
69).
Kaartaanzicht Bestemming
5.3.2 Kaartaanzicht BESTEMMING ZOEKEN
In het kaartaanzicht BESTEMMING ZOEKEN kunt u een bestemming
direct op de kaart selecteren of zich een overzicht verschaffen
van een bepaald gebied.
Hoe u een bestemming uit de kaart selecteert, is beschreven in
het hoofdstuk "
pagina
44.
Bestemming uit de kaart overnemen" op
Typisch voor dit aanzicht zijn de volgende eigenschappen:
Ù In het onderste derde deel van het display verschijnt een
adresveld.
Ù Uw huidige locatie is gemarkeerd door een rood driehoekje.
Werken met de kaart - 69 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Kaartaanzicht
ESTEMMING ZOEKEN
B
openen
Boven het driehoekje ziet u een dradenkruis.
Ù De kaart is naar het noorden gericht.
Ù De kaart is vastgezet en wordt niet bijgeschoven volgens uw
positie. Wanneer u tijdens het rijden naar dit aanzicht wisselt,
dan beweegt het driehoekje, dat uw positie weergeeft, buiten
het beeldscherm.
Ù U kunt de kaart verschuiven, om een ander kaartfragment
weer te geven.
U kunt het kaartaanzicht BÙ in de kaart te drukken, wanneer het kaartaanzicht S
wordt weergegeven. (zie "
pagina
68)
ESTEMMING ZOEKEN openen door
TANDAARD
Kaartaanzicht Standaard" op
Ù op de knop Uit kaart selecteren in het venster B
te drukken. (zie "
pagina
44)
Bestemming uit de kaart overnemen" op
U heeft de volgende mogelijkheden:
Start de navigatie naar het punt onder het dradenkruis.
Zoekt u een bijzondere bestemming in de omgeving van het
dradenkruis. Ga te werk zoals beschreven in het hoofdstuk
Bijzondere bestemming uit de actuele omgeving", pagina 37,
"
vanaf stap
4.
Terug
Druk op deze knop, om terug te keren naar het venster dat
actief was, voordat het aanzicht B
ESTEMMING ZOEKEN werd
geopend.
Autozoom
De knop Auto is alleen zichtbaar, wanneer het zoombereik op het
scherm staat en de kaartschaal werd gewijzigd.
Druk op deze knop om de kaartschaal automatisch aan uw
snelheid te laten aanpassen: rijdt u langzaam, dan wordt de
schaal kleiner, rijdt u sneller, dan wordt de schaal groter.
Kaart verschuiven
In het kaartaanzicht B
ESTEMMING ZOEKEN kunt u de kaart ook
verschuiven. Druk daarvoor op de kaart, houd de stift of uw
vinger ingedrukt en verschuif de kaartsectie in de gewenste
richting.
ESTEMMING
- 70 - Kaartaanzichten
Gebruikershandboek AVIC-S1
5.3.3 Kaartaanzicht BESTEMMING TONEN
Kaartaanzicht
ESTEMMING TONEN
B
openen
Typisch voor dit aanzicht zijn de volgende eigenschappen:
Wanneer u in een lijst op de knop
Bestemming op kaart
rechts naast de lijstinvoer drukt, wordt het kaartaanzicht
ESTEMMING TONEN geopend. U kunt plaatsen, straten,
B
huisnummers, bijzondere bestemmingen en Vorige
bestemmingen op de kaart weergeven.
Ù De kaart is naar het noorden gericht.
Ù Een plaats van bestemming wordt in het midden van de kaart
weergegeven. Een straat van bestemming of een bijzondere
bestemming is in oranje gemarkeerd. Een huisnummer wordt
door een zwarte punt gemarkeerd.
Ù U kunt de kaart verschuiven, om een ander kaartfragment
weer te geven.
Druk op de knop Terug, om de kaart te sluiten en terug te keren
naar de voorheen geopende lijst.
Kaart verschuiven
In het kaartaanzicht B
verschuiven. Druk daarvoor op de kaart, houd de stift of uw
vinger ingedrukt en verschuif de kaartsectie in de gewenste
richting.
ESTEMMING TONEN kunt u de kaart ook
Werken met de kaart - 71 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
5.4 Kaartweergave tijdens een navigatie
Tijdens een navigatie wordt de kaart in het aanzicht STANDAARD
geopend. Voor de parameters 2D/3D, Autozoom en
Oriëntatie worden de instellingen toegepast die u in de
instellingen heeft vastgelegd. Meer informatie hierover vindt u in
AVIC-S1 configureren" op pagina 91.
Navigatiehulpmiddel
en
het hoofdstuk "
Zolang u navigeert, wordt diverse informatie weergegeven die
handig is voor de rit.
Gebied Informatie
1
2
In het afstandsveld wordt aangegeven op welke
afstand de daaronder getoonde rijhandeling moet
worden uitgevoerd. Wanneer u een afstand van
meerdere kilometers moet afleggen, geeft het
afstandsveld aan hoe ver. Daaronder wordt dan een
pijl rechtdoor getoond.
In het grote pijlveld wordt de volgende te verrichten
rijhandeling schematisch weergegeven.
Wanneer u een afstand van meerdere kilometers moet
afleggen, wordt een pijl rechtdoor weergegeven.
- 72 - Kaartweergave tijdens een navigatie
Gebruikershandboek AVIC-S1
Gebied Informatie
3
4
5
6
7
8
9
10
11
In het kleine pijlveld wordt bij kort achter elkaar te
verrichten rijhandelingen de tweede daarop volgende
handeling weergegeven.
Als u de plaats nadert waar de volgende handeling
moet worden verricht, verschijnt onder het pijlveld
een balkweergave.
Hoe dichter u bij de kruising komt, des te minder
balken zijn zichtbaar. Wanneer geen balk meer te zien
is, moet u afbuigen.
Het rode driehoekje geeft uw positie in de kaart weer.
Het gebied "Etappe-info" is alleen zichtbaar, wanneer
u op een geplande route met ten minste 2 viapunten
navigeert. Het toont de afstand tot bereiken van het
volgende viapunt en, naargelang instelling, de
vermoedelijke aankomsttijd of de resterende rijtijd.
Dit veld kan worden verborgen.
Wanneer u de plek van de volgende rij-actie nadert,
verschijnt de balkweergave uit f over de etappe-info
heen.
Het bereik "Bestemmingsinfo" toont de afstand tot
bereiken van de bestemming en, naargelang
instelling, de vermoedelijke aankomsttijd of de
resterende rijtijd.
Dit veld kan worden verborgen.
In het bereik Tempolimiet wordt een evt. geldende
maximumsnelheid weergegeven. Het maakt niet uit of
u zich in een land met km/h of mph als
snelheidseenheid bevindt, de tempolimiet wordt
aangegeven in de maateenheid die u voor AVIC-S1
heeft vastgelegd.
Dit veld kan worden verborgen.
In het snelheidsveld wordt uw actuele snelheid
aangegeven, zoals deze werd berekend uit de GPSpositiegegevens. De snelheid wordt aangegeven in de
maateenheid die u heeft vastgelegd voor AVIC-S1.
De hier getoonde snelheid kan iets afwijken van de
daadwerkelijke snelheid en mag niet als referentie
worden gebruikt.
Dit veld kan worden verborgen.
In het bovenste straatveld staat de naam van de
straat waarin u als volgende moet afslaan.
Wanneer u een bepaalde bewegwijzering moet volgen,
dan wordt hier deze bewegwijzering aangegeven.
In het onderste straatveld staat de naam van de
straat waarin u zich op dat moment bevindt.
Dit veld kan worden verborgen.
Werken met de kaart - 73 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Gedetailleerde informatie over de hierboven besproken
instellingsmogelijkheden vindt u in het hoofdstuk "
op pagina
97.
Opgelet: De aanduiding van tempolimieten en het waarschuwen
bij snelheidsoverschrijdingen zijn afhankelijk van de instellingen
die u in de instellingenvensters I
BIJ TEMPOLIMIET
heeft verricht.
NFO OP KAART en WAARSCHUWEN
Opgelet: De informatie in het kaartmateriaal kan als gevolg van
De verkeerssituatie en de bewegwijzering ter plaatse, hebben
altijd voorrang op de informatie van het navigatiesysteem.
5.4.1 Rekening houden met verkeersinformatie
TMC Verkeersinformatie
Info op kaart"
Wanneer u AVIC-S1 in combinatie met de als optie verkrijgbare
TMC-kit ND-TMC1 gebruikt, beschikt het systeem over actuele
verkeersinformatie en kan indien nodig de route dynamisch
wijzigen, om b.v. om een file heen te rijden.
Wanneer u AVIC-S1 zonder de TMC-kit gebruikt, lees dan a.u.b.
verder in het volgende hoofdstuk.
Wanneer tijdens een navigatie verkeersinformatie wordt
ontvangen die betrekking heeft op een voor u liggend deeltraject,
dan wordt het venster D
ETAILS geopend. Het geeft informatie
over de soort verkeersbelemmering en over het betrokken
deeltraject.
Druk op de knop Ontwijken, wanneer een uitwijkroute moet
worden berekend, om het deeltraject waarop deze melding
betrekking heeft, te ontwijken.
- OF –
Druk op de knop Negeren, wanneer de route wegens deze
informatie niet hoeft te worden veranderd.
Het venster D
ETAILS wordt weer gesloten.
- 74 - Kaartweergave tijdens een navigatie
Gebruikershandboek AVIC-S1
6 Handige functies tijdens de
navigatie
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende thema’s:
6.1 Viapunt Pagina 76
6.2 Viapunt overslaan Pagina 76
6.3 Deeltrajecten blokkeren Pagina 77
6.4 Routeopties wijzigen Pagina 79
6.5 Simulatie Pagina 80
Handige functies tijdens de navigatie - 75 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Overzicht Tijdens een navigatie of na de berekening van een geplande
route staan de volgende functies ter beschikking:
6.1 Viapunt
Viapunt tijdens de
navigatie
U kunt tijdens de navigatie op elk moment een nieuwe viapunt
invoegen. De route wordt dan opnieuw berekend, zodat als
volgende bestemming naar deze viapunt kan worden gereden. Na
bereiken van de viapunt kan naar de andere etappes worden
genavigeerd.
Zo geeft u een
viapunt op...
De kaart is in het aanzicht S
1. Druk de toets MENU in.
Het venster B
ESTEMMING wordt geopend.
2.Druk in het venster B
TANDAARD geopend.
ESTEMMING op de knop Naar rechts.
3.Druk nog een keer op de knop Naar rechts.
4. Druk op de knop Viapunt.
5. Geef de viapunt op (zie hoofdstuk "
opgeven", pagina
27).
Een bestemming
De route wordt opnieuw berekend en als volgende viapunt
wordt naar de ingevoerde viapunt gereden.
6.2 Viapunt overslaan
Volgende viapunt
Deze functie staat alleen tijdens een navigatie op een route met
minimaal 2 viapunten ter beschikking.
Gebruik deze functie, wanneer u het volgende viapunt wilt
overslaan.
Voorbeeld: u heeft een route van uw kantoor via "firma A" naar
"firma B" gepland en bent al gestart. Nog voordat u firma A heeft
bereikt, wordt u medegedeeld dat u "firma A" niet hoeft te
bezoeken.
De kaart is in het aanzicht S
TANDAARD geopend.
1. Druk de toets MENU in.
Het venster B
2. Druk in het venster B
ESTEMMING wordt geopend.
ESTEMMING op de knop Naar rechts.
3.Druk nog een keer op de knop Naar rechts.
4. Druk op de knop Viapunt overslaan, om naar het daarop
volgende viapunt (in het voorbeeld: "firma B") te rijden.
De route wordt opnieuw berekend, zodat u naar het daarop
volgende viapunt als volgende bestemming kunt rijden.
- 76 - Viapunt
Gebruikershandboek AVIC-S1
6.3 Deeltrajecten blokkeren
Handmatig blokkeren U heeft de mogelijkheid om een op uw route liggend deeltraject
handmatig te blokkeren, om het voor de navigatie geblokkeerde
deeltraject te vermijden. Na een handmatige blokkade vindt een
herberekening van de route plaats.
Veronderstel dat u zich op de autosnelweg bevindt en op de radio
een verkeersbericht hoort over een 5 km lange file op uw traject,
dan heeft u via een handmatige blokkade van het traject de
mogelijkheid om de file te vermijden.
De handmatige blokkade is alleen geldig voor de actuele
navigatie en is bij een nieuwe navigatie of na een herstart van
het programma niet meer beschikbaar.
Zo blokkeert u
deeltrajecten…
Deze functie staat alleen tijdens een navigatie ter beschikking.
De kaart is in het aanzicht S
1. Druk de toets MENU in.
Het venster B
2. Druk in het venster B
ESTEMMING wordt geopend.
ESTEMMING op de knop Naar rechts.
3. Druk nog een keer op de knop Naar rechts.
4. Druk op de knop Blokkade.
Het venster B
LOKKADE wordt geopend.
TANDAARD geopend.
5. Geef door op de betreffende knop te drukken aan hoe lang
het geblokkeerde deeltraject moet zijn.
Handige functies tijdens de navigatie - 77 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
De route wordt opnieuw berekend.
De knop Blokkade is nu vervangen door de knop Blokkade
opheffen.
6. Druk de toets MAP in, om de kaart weer te openen.
Het geblokkeerde deeltraject is met paars gemarkeerd. De
nieuw berekende route is in groen weergegeven.
- 78 - Deeltrajecten blokkeren
Blokkade opheffen 1. Druk de toets MENU in.
Gebruikershandboek AVIC-S1
Het venster B
2. Druk in het venster B
ESTEMMING wordt geopend.
ESTEMMING op de knop Naar rechts.
3. Druk nog een keer op de knop Naar rechts.
4. Druk op de knop Blokkade opheffen.
De blokkade wordt opgeheven en AVIC-S1 leidt u weer over
de oorspronkelijk berekende route.
6.4 Routeopties wijzigen
Overzicht U kunt tijdens de navigatie de route-opties wijzigen, bijvoorbeeld
omdat u nu geen autosnelwegen meer wilt gebruiken.
Zo wijzigt u de
route-opties...
De kaart is in het aanzicht S
Deze functie staat alleen tijdens een navigatie ter beschikking.
TANDAARD geopend.
1. Druk de toets MENU in.
Het venster B
ESTEMMING wordt geopend.
2.Druk in het venster B
ESTEMMING op het tabblad Instellingen.
Het venster INSTELLINGEN wordt geopend.
3. Druk op de knop Route-opties.
Handige functies tijdens de navigatie - 79 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Het venster ROUTEOPTIES wordt geopend.
4. Voer de gewenste wijzigingen bij de route-opties uit.
Meer informatie over het vastleggen van de route-opties vindt
5. Druk op de knop Opnieuw berekenen.
u in het hoofdstuk "
Routeopties" op pagina 94.
De route wordt opnieuw berekend. Daarna wordt de navigatie
met inachtneming van de nieuwe route-opties voortgezet.
6.5 Simulatie
Overzicht Wanneer u een route heeft gepland en berekend, kunt u een
gesimuleerde navigatie starten. Meer informatie hierover vindt u
in het hoofdstuk "
Opmerking: Voor een simulatie van de route heeft u geen GPSontvangst nodig.
Er kunnen alleen routes tot een lengte van maximaal 100 km
worden gesimuleerd.
Route simuleren" op pagina 60.
- 80 - Simulatie
Gebruikershandboek AVIC-S1
7 Verkeersinformatie
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende thema’s:
7.1 Het venster VERKEER openen Pagina 82
7.2 Zender zoeken Pagina 83
7.3 TMC-categorieën Pagina 84
7.4 Alle verkeersinformatie in een lijst weergeven Pagina 86
7.5 Verkeersinformatie voor de actuele route in een lijst weergeven Pagina 87
Verkeersinformatie - 81 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Overzicht TMC
Wanneer u AVIC-S1 in combinatie met de als optie verkrijgbare
TMC-kit ND-TMC1 gebruikt, beschikt het systeem over actuele
verkeersinformatie en kan indien nodig de route dynamisch
wijzigen, om b.v. om een file heen te rijden.
Wanneer u AVIC-S1 zonder de TMC-kit gebruikt, lees dan a.u.b.
verder in het volgende hoofdstuk.
TMC werking Bij het Traffic Message Channel, kortweg TMC, gaat het om
een in heel Europa vastgelegde standaard die door alle
radiostations kan worden gebruikt en met het RDS-signaal (RDS
= Radio Data System) van een radioprogramma wordt
uitgezonden. De verkeerssituatie op autosnelwegen en enkele
autowegen wordt bewaakt door filesensoren of filemelders en
politie. Deze verkeersgegevens worden doorgegeven naar de
verkeerscentrales, die de gegevens beoordelen en naar de
radiozenders overbrengen. Van daaruit worden de gegevens per
TMC direct uitgezonden.
De TMC-kit ND-TMC1 filtert de digitale verkeersgegevens uit het
RDS-signaal en geeft deze door aan AVIC-S1.
AVIC-S1 kan verkeersbelemmeringen (b.v. wegwerkzaamheden
of files) grafisch weergeven op de kaart of als lijst.
Met de overgebrachte verkeesinformatie kan bij de
routeberekening rekening worden gehouden. Het
navigatiesysteem wijst op storingen op de berekende route en
kan op verzoek een uitwijkroute berekenen.
AVIC-S1 is zo in staat voor u een dynamische, aan de
verkeerssituatie aangepaste navigatie mogelijk te maken.
7.1 Het venster VERKEER openen
Het venster VERKEER
openen
Wanneer de kaart zichtbaar is:
Weergeven van de verkeersinformatie of wijzigen van de
daarmee samenhangende instellingen begint altijd in het venster
ERKEER.
V
U kunt het venster V
ERKEER als volgt openen:
1. Druk de toets MENU rechts onder het display in.
Het venster B
ESTEMMING wordt geopend.
2. Druk op het tabblad Verkeer.
Wanneer een ander venster geopend is:
1. Druk de toets MAP in.
De kaart wordt geopend.
2. Druk de toets MENU in.
Het venster B
ESTEMMING wordt geopend.
3. Druk op het tabblad Verkeer.
- 82 - Het venster Verkeer openen
Het venster VERKEER is nu geopend.
7.2 Zender zoeken
Gebruikershandboek AVIC-S1
Overzicht AVIC-S1 kan automatisch de zender met de sterkste ontvangst
instellen. U kunt echter ook een bepaalde zender zoeken.
Zender zoeken 1. Open het venster V
2. Druk in het venster V
Het venster Z
ENDER ZOEKEN is nu geopend.
ERKEER. (zie pagina 82)
ERKEER op de knop Zender zoeken.
De momenteel ontvangen zender en zijn frequentie worden
weergegeven.
Op de knop Automatisch rechtsonder in de hoek van het
venster staat of het zender zoeken nu automatisch gebeurt (Aan)
of niet (Uit).
Wanneer het zender zoeken net automatisch gebeurt, zijn de
knoppen Naar rechts en Naar links gedeactiveerd.
Verkeersinformatie - 83 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Automatisch zender
zoeken
Opmerking: Bij het automatisch zender zoeken zoekt AVIC-S1
op de achtergrond voortdurend naar de zender met het sterkste
zendvermogen. Zo is gewaarborgd, dat u altijd een correcte TMContvangst heeft.
Wanneer de zender met de sterkste ontvangst een lokale zender
is, kan het echter voorkomen dat TMC-meldingen slechts voor
een zeer beperkt gebied worden uitgezonden. Kies in dit geval
handmatig een andere zender.
Wanneer de pijlknoppen zijn geactiveerd, zoekt AVIC-S1 niet
naar de sterkste zender. Op de knop Automatisch staat Uit.
Wissel als volgt naar automatisch zender zoeken:
1. Druk op de knop Uit.
De pijlknoppen worden gedeactiveerd. De tekst van de knop
Automatisch wisselt naar Aan.
Handmatig zender
zoeken
Wanneer de pijlknoppen niet zijn geactiveerd, zoekt AVIC-S1 nu
automatisch naar de sterkste zender. Op de knop Automatisch
staat Aan.
Wissel als volgt naar automatisch zender zoeken:
1. Druk op de knop Aan.
De pijlknoppen worden geactiveerd. De tekst van de knop
Automatisch wisselt naar Uit.
2. Druk op de knop Naar links of Naar rechts, om de volgende
zender in te stellen.
3. Herhaal stap 2 zo vaak tot de gewenste zender is ingesteld.
Zender zoeken
beëindigen
Druk op de knop Terug, om het venster Z
sluiten en weer terug te keren naar het venster V
ENDER ZOEKEN te
ERKEER.
7.3 TMC-categorieën
Overzicht Verkeersinformatie die via TMC wordt uitgezonden, is altijd aan
bepaalde categorieën toegewezen. Niet alle categorieën hebben
betrekking op files of belemmeringen die files veroorzaken.
U kunt instellen uit welke categorieën informatie moet worden
weergegeven.
- 84 - TMC-categorieën
Gebruikershandboek AVIC-S1
TMC-categorieën
instellen
1. Open het venster VERKEER. (zie pagina 82)
2. Druk in het venster VVerkeersinstellingen.
Het venster V
De categorieën van TMC-meldingen staan opgesomd. Met de
knoppen Omhoog of Omlaag kunt u in de lijst bladeren.
Bij iedere categorie wordt het symbool getoond waarmee een
melding van deze categorie op de kaart wordt weergegeven.
ERKEER op de knop
ERKEERSINSTELLINGEN is nu geopend.
Een vinkje geeft aan, dat de betreffende categorie moet worden
weergegeven.
Geen vinkje bij een categorie betekent:
Ù Meldingen van deze categorie verschijnen niet op lijsten met
verkeersinformatie.
Ù Meldingen van deze categorie worden niet op de kaart
weergegeven.
Ù Met meldingen van deze categorie wordt bij de
routeberekening geen rekening gehouden.
Categorie weegeven
/ niet weergeven
1. Druk op een categorie, om het vinkje aan te brengen of te
verwijderen.
2. Voer deze stap voor elke categorie uit waarvan u de status
wilt wijzigen.
Configuratie afsluiten Druk op de knop Terug, om het venster V
te sluiten en weer terug te keren naar het venster V
ERKEERSINSTELLINGEN
ERKEER.
Verkeersinformatie - 85 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
7.4 Alle verkeersinformatie in een lijst weergeven
Overzicht AVIC-S1 kan alle ontvangen verkeersinformatie in een lijst
weergeven. U kunt echter afzonderlijke categorieën meldingen
uitsluiten van dit weergeven in een lijst. ( Z ie hoofdstuk "
categorieën", pagina
84)
Lijst met meldingen 1. Open het venster V
ERKEER. (zie pagina 82)
TMC-
2. Druk in het venster V
Het venster A
LLE VERKEER is nu geopend.
ERKEER op de knop Alle verkeer.
De verkeersinformatie van de geselecteerde categorieën staat
opgesomd. Met de knoppen Omhoog of Omlaag kunt u in de
lijst bladeren.
Bij iedere melding wordt het symbool van zijn categorie getoond.
Bovendien is kort beschreven, voor welk deeltraject de melding
geldt.
Sorteren De lijst kan naar diverse criteria worden gesorteerd:
Alfabetisch: Druk op deze knop, om de meldingen alfabetisch op
straatnaam of straataanduidingen te sorteren.
Op categorie: Druk op deze knop, om de meldingen op hun
categorieën te sorteren.
Actualiseren De lijst wordt, zolang deze wordt weergegeven, niet automatisch
geactualiseerd. Deze zou anders bij iedere nieuw ontvangen
melding opnieuw worden opgebouwd.
Druk op deze knop om de lijst met meldingen te actualiseren.
- 86 - Alle verkeersinformatie in een lijst weergeven
Gebruikershandboek AVIC-S1
Details Misschien wilt u een afzonderlijke melding nauwkeuriger
bekijken.
1. Druk op de invoer van de melding die uw interesse heeft. Het venster D
ETAILS wordt geopend.
2. Druk op de knoppen Naar links of Naar rechts, om in de
meldingen te bladeren.
3. Druk op de knop Terug, om het venster D
weer terug te keren naar het venster A
ETAILS te sluiten en
LLE VERKEER.
Afsluiten Druk in het venster A
terug te keren naar het venster V
LLE VERKEER op de knop Terug, om weer
ERKEER.
7.5 Verkeersinformatie voor de actuele route in een lijst
weergeven
Overzicht Wanneer u net bezig bent met een navigatie, kan AVIC-S1 de
meldingen in een lijst weergeven die betrekking hebben op de
deeltrajecten van de actuele route. U kunt echter afzonderlijke
categorieën meldingen uitsluiten van dit weergeven in een lijst.
(Zie hoofdstuk "
TMC-categorieën", pagina 84)
Verkeersinformatie - 87 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
Lijst met meldingen 1. Open het venster VERKEER. (zie pagina 82)
2. Druk in het venster V
Het venster V
De verkeersinformatie van de geselecteerde categorieën staat
opgesomd. Met de knoppen Omhoog of Omlaag kunt u in de
lijst bladeren.
Bij iedere melding wordt het symbool van zijn categorie getoond.
Bovendien is kort beschreven, voor welk deeltraject de melding
geldt.
ERKEER op de knop Verkeer op route.
ERKEER OP ROUTE is nu geopend.
Wanneer een uitwijkroute werd berekend, om het deeltraject
waarop een melding betrekking heeft, te ontwijken, dan
verschijnt rechts van de melding het symbool Wordt ontweken.
Sorteren De lijst kan naar diverse criteria worden gesorteerd:
Alfabetisch: Druk op deze knop, om de meldingen alfabetisch op
straatnaam of straataanduidingen te sorteren.
Op categorie: Druk op deze knop, om de meldingen op hun
categorieën te sorteren.
Op afstand: Druk op deze knop, om de meldingen op afstand
van uw huidige locatie te sorteren.
Actualiseren De lijst wordt, zolang deze wordt weergegeven, niet automatisch
geactualiseerd. Deze zou anders bij iedere nieuw ontvangen
melding opnieuw worden opgebouwd.
Druk op deze knop om de lijst met meldingen te actualiseren.
- 88 - Verkeersinformatie voor de actuele route in een lijst weergeven
Gebruikershandboek AVIC-S1
Details Misschien wilt u een afzonderlijke melding nauwkeuriger
bekijken.
1. Druk op de invoer van de melding die uw interesse heeft.
Het venster D
ETAILS wordt geopend.
2. Druk op de knoppen Naar links of Naar rechts, om in de
meldingen te bladeren.
3. Druk op de knop Ontwijken, wanneer een uitwijkroute moet
worden berekend, om het deeltraject waarop deze melding
betrekking heeft, te ontwijken.
(Deze knop is gedeactiveerd, wanneer wegens deze melding
al een uitwijkroute werd berekend.)
- OF Druk op de knop Negeren, wanneer de route wegens deze
melding niet hoeft te worden gewijzigd.
Het venster D
ETAILS wordt weer gesloten.
Afsluiten Druk in het venster V
weer terug te keren naar het venster V
ERKEER OP ROUTE op de knop Terug, om
ERKEER.
Verkeersinformatie - 89 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
8 AVIC-S1 configureren
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende thema’s:
8.1 Het venster Instellingen openen 92
8.2 Oriëntatie 93
8.3 2D / 3D 93
8.4 Dag / Nacht weergave 94
8.5 Routeopties 94
8.6 Categorieën op de kaart 96
8.7 Info op kaart 97
Huidige tijd
Huidige straat
Kompas
Snelheidsbeperking
Snelheid
Bestemmingsinformatie
Viapunt-informatie
Getoonde tijd
Straatnamen (2D)
GPS/positie
Batterijstatus
TMC status
8.8 Waarschuwen bij snelheidsbeperking 104
8.9 Achtergrond 105
8.10 Autozoom 105
8.11 Thuisadres 106
8.12 Verbinding met telefoon 106
8.13 Hardware 107
Demomodus
Helderheid
Batterijstatus
GPS-status
Radio mute
8.14 Regio- en taalopties 111
Taal
Tijdzone
Tijdformaat
Afstand
8.15 Productversie 113
8.16 Fabrieksinstellingen terugzetten 113
AVIC-S1 configureren - 91 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
8.1 Het venster INSTELLINGEN openen
Het venster
NSTELLINGEN
I
openen
Avic-S1 stelt u een groot aantal instellingsmogelijkheden ter
beschikking waarmee u de software kunt aanpassen aan uw
individuele behoeften.
Weergeven en wijzigen van de actuele instellingen begint altijd in
het venster I
U kunt het venster I
NSTELLINGEN.
NSTELLINGEN als volgt openen:
Wanneer de kaart zichtbaar is:
1. Druk de toets MENU rechts onder het display in.
Het venster B
ESTEMMING wordt geopend.
2. Druk op het tabblad Instellingen.
Wanneer een ander venster geopend is:
1. Druk de toets MAP in.
De kaart wordt geopend.
2. Druk de toets MENU in.
Het venster B
ESTEMMING wordt geopend.
3.Druk op het tabblad Instellingen.
Het venster I
NSTELLINGEN is nu geopend.
Druk op de knoppen Naar links en Naar rechts, om verdere
instellingsmogelijkheden weer te geven.
- 92 - Het venster Instellingen openen
Gebruikershandboek AVIC-S1
8.2 Oriëntatie
Oriëntatie Met deze instelling legt u vast of de kaart zo georiënteerd is dat
het noorden altijd boven is (Naar het noorden) of zo dat de
rijrichting altijd boven is (Rijrichting).
De actuele instelling wordt op de knop weergegeven. Druk op de
knop, om de instelling te wijzigen.
Instelling Betekenis
In rijrichting
Noorden
De oriëntatie in rijrichting is aan te raden
voor de navigatie, omdat de richtingen
rechts en links op de kaart dan net zo zijn
als in werkelijkheid.
De weergave naar het noorden komt
overeen met de kaartoriëntatie op gedrukte
kaarten, maar is voor de navigatie niet
praktisch.
8.3 2D / 3D
Kaartweergave
2D/3D
Met deze instelling legt u vast of de kaart standaard in 3Daanzicht of 2D-aanzicht wordt weergegeven.
Deze instelling heeft alleen een uitwerking op de kaart in het
kaartaanzicht Standaard. Bij de kaartaanzichten Bestemming zoeken en Bestemming tonen wordt de kaart altijd in 2Daanzicht weergegeven (zie hoofdstuk "
pagina
De actuele instelling wordt op de knop weergegeven. Druk op de
knop, om de instelling te wijzigen.
Instelling Betekenis
3D Driedimensionale kaartweergave
2D Tweedimensionale kaartweergave
67.)
Kaartaanzichten",
AVIC-S1 configureren - 93 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
8.4 Dag / Nacht weergave
Kaartweergave Dag /
Nacht
Met deze instelling legt u vast of de kaart in de kaartweergave
Dag of Nacht wordt weergegeven. Deze instelling heeft ook een
uitwerking op de helderheidsinstelling van het beeldscherm.
De actuele instelling wordt op de knop weergegeven. Druk op de
knop, om de instelling te wijzigen.
Instelling Betekenis
Dag
Toont de kaart in de kaartweergave Dag en
schakelt het beeldscherm van het apparaat
in de dagmodus.
Nacht
Toont de kaart in de kaartweergave Nacht
en schakelt het beeldscherm van het
apparaat in de nachtmodus.
8.5 Routeopties
Routeopties In het instellin genvenster ROUTEOPTIES stelt u uw rijprofiel in en
legt u de soort route vast die standaard moet worden berekend.
De hier verrichte instelling heeft een uitwerking op de berekening
van de vermoedelijke rijduur.
1. Druk op de knop Route-opties.
Het venster R
OUTEOPTIES wordt geopend.
Snelheidsprofiel De actuele instelling wordt op de knop weergegeven.
1. Druk op de knop, om het venster S
NELHEIDSPROFIEL te
openen.
2. Druk op het profiel dat beantwoordt aan uw rijprofiel.
Het venster R
OUTE-OPTIES verschijnt weer.
- 94 - Dag / Nacht weergave
Gebruikershandboek AVIC-S1
Soort route De actuele instelling wordt op de knop weergegeven.
3. Druk op de knop Soort route, om tussen de diverse modi te
wisselen:
Optie Betekenis
Dynamisch
Deze optie staat alleen ter beschikking,
wanneer het systeem met de TMC-kit ND-TMC1 wordt gebruikt.
Bij deze optie wordt er rekening gehouden
met verkeersinformatie bij de berekening
van de route.
Zonder TMC-ontvangst wordt de Snelle route berekend.
Snelle route
Bij deze optie wordt de kortste route
berekend wat betreft de benodigde tijd.
Korte route
Bij deze optie wordt de wat betreft te
rijden kilometers kortste route berekend.
Autosnelwegen,
veren, tolwegen
De actuele instelling wordt op de betreffende knop weergegeven.
4. Druk achtereenvolgens op de knoppen Snelwegen, Ferries
en Tolwegen en leg vast of deze in de routeberekening
moeten worden opgenomen of dat deze moeten worden
vermeden.
Optie Betekenis
Toegestaan
Bij deze optie wordt het desbetreffende
wegtype bij de berekening van de route
ook mee opgenomen.
Vermijden
Bij deze optie wordt het desbetreffende
wegtype indien mogelijk vermeden.
Verboden
Bij deze optie wordt het desbetreffende
wegtype bij de berekening van de route
niet opgenomen.
Opnieuw berekenen Deze knop staat alleen tijdens een navigatie en na een
routeberekening bij de routeplanning ter beschikking, wanneer de
instellingen werden gewijzigd.
5. Druk op de knop Opnieuw berekenen, om de route op basis
van de gewijzigde instellingen opnieuw te berekenen.
Raadpleeg hiervoor ook het hoofdstuk "
pagina
79.
Routeopties wijzigen" op
AVIC-S1 configureren - 95 -
Gebruikershandboek AVIC-S1
8.6 Categorieën op de kaart
Categorieën op de
kaart
In het instellingenvenster CATEGORIEËN OP DE KAART legt u vast,
welk categorieën bijzondere bestemmingen in de kaart worden
weergegeven. Wanneer er voor een categorie verdere
subcategorieën zijn, kunnen ook afzonderlijke subcategorieën
worden geselecteerd.
1. Druk op de knop Categorieën op de kaart.
Het venster C
ATEGORIEËN OP DE KAART wordt geopend.
De actuele instelling wordt weergegeven door het keuzev akje
rechts naast de betreffende POI-categorie.
Alle categorieën
weergeven
Geen categorieën
weergeven
Ù
Ù
Ù
: Deze categorie wordt op de kaart weergegeven.
: Deze categorie wordt niet op de kaart weergegeven.
: Deze categorie bevat subcategorieën waarvan een of
meerdere niet op de kaart worden weergegeven.
Druk op de knop Alle, om alle bijzondere bestemmingen op de
kaart weer te geven.
Druk op de knop Geen, om geen bijzondere bestemmingen op de
kaart weer te geven.
- 96 - Categorieën op de kaart
Gebruikershandboek AVIC-S1
Bepaalde
categorieën /
subcategorieën
weergeven/verberge
n
Categorieën zonder subcategorieën:
Druk op de knop van de betreffende categorie, om de weergave
ervan te activeren (keuzevakje met vinkje) of te deactiveren
(keuzevakje leeg).
Categorieën met subcategorieën:
1. Druk op de knop van de betreffende categorie.
Er wordt een venster geopend met alle subcategorieën van de
gekozen categorie.
Druk op de knop Alle, om de categorie in de kaart weer te
geven.
- of -
Druk op de knop Geen, om de categorie niet in de kaart weer te
geven.
- of -
Druk op de knop van de betreffende subcategorie, om de
weergave ervan op de kaart te activeren (keuzevakje met vinkje
) of te deactiveren (keuzevakje leeg ).
Druk dan op de knop Terug.
8.7 Info op kaart
Info op kaart In het instellingenvenster INFO OP KAART kunt u vastleggen,
welke informatie op de kaart wordt weergegeven. Het grootste
deel van deze informatie is alleen relevant voor de navigatie en
staat alleen ter beschikking in het kaartaanzicht tijdens de
navigatie.
Raadpleeg hiervoor ook het hoofdstuk "
een navigatie" op pagina
AVIC-S1 configureren - 97 -
72.
Kaartweergave tijdens
Gebruikershandboek AVIC-S1
1. Druk op de knop Info op kaart.
Het venster I
Druk op de knoppen Naar links en Naar rechts, om verdere
instellingsmogelijkheden weer te geven.
In het venster I
verrichten:
8.7.1 Huidige tijd
NFO OP KAART wordt geopend.
NFO OP KAART kunt u de volgende instellingen
Huidige tijd Met deze instelling legt u vast of op de kaart de huidige tijd wordt
weergegeven.
De actuele instelling wordt op de knop weergegeven. Druk op de
knop, om de instelling te wijzigen.
Instelling Betekenis
Tonen De huidige tijd wordt weergegeven.
Verbergen De huidige tijd wordt niet weergegeven.
8.7.2 Huidige straat
Huidige straat Met deze instelling legt u vast of op de kaart de naam van de
straat waarin u op dat moment rijdt, wordt weergegeven.
De actuele instelling wordt op de knop weergegeven. Druk op de
knop, om de instelling te wijzigen.
Instelling Betekenis
Tonen
De straatnaam van de straat waarop u zich
op dat moment bevindt, wordt
weergegeven.
Verbergen
De straatnaam van de straat waarop u zich
op dat moment bevindt, wordt niet
weergegeven.
- 98 - Info op kaart
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.