NordicTrack NETL147115 Owner's Manual

Modelnr. NETL14711.5 Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven voor verdere raadpleging.
Sticker met
serienummer
VRAGEN?
Als u nog vragen hebt of er zijn onderdelen die ontbreken of beschadigd zijn, neem dan contact op met de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Bezoek onze website: www.iconsupport.eu
GEBRUIKERSHANDLEIDING
OPGELET
www.iconeurope.com
252913
Dutch
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA ...........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
DE HARTSLAG MONITOR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15
GEBRUIK EN BIJSTELLEN ..................................................................16
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
LIJST MET ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ...............................................Laatste pagina
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Laatste pagina
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
De waarschuwingstickers hier afgebeeld zijn met dit product inbegrepen. Plak de stickers op de aangegeven plaatsen over de Engelse waars­chuwingen heen. De hier getoonde sticker(s) met waarschuwing is/zijn op de aangegeven plaats(en) geplakt. Raadpleeg de laatste pagina
van deze handleiding wanneer een sticker ontbreekt of niet leesbaar is en vraag om een vervangende sticker. Plak de sticker op de aangegeven plaats. Aandacht: de sticker(s)
worden niet op ware grootte weergegeven.
NORDICTRACK is een merk van ICON IP, Inc.
2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: lees om het risico op brandwonden, brand, elektrische shok,
of persoonlijkletsel te verminderen, alle belangrijke voorzorgsmatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw loopband voordat u de loopband gebruikt. ICON is niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit produkt.
1. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefenprogramma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezondheidsproblemen.
2. Het is de verantwoordelijkheid van de eige­naar om zich ervan te vergewissen dat alle gebruikers van de loopband voldoende op de hoogte zijn van alle waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen.
3. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven.
4. Deze loopband is alleen voor huiselijk gebruik bedoeld. Gebruik de loopband niet commercieel, niet voor verhuur of in een instelling.
5. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de loopband niet in een garage, op een overdekt terras of bij water.
6. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond met minstens 2,4 m ruimte achter de loop­band en 0,6 m ruimte aan iedere kant van de loopband. Zorg ervoor dat de loopband geen luchtopeningen blokkeert. Leg een matje onder de loopband om uw vloer of de vloer­bedekking te beschermen.
7. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen gebruikt worden of waar zuurstof bewaard wordt.
8. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 12 jaar en huisdieren bij de loopband vandaan.
9. De loopband kan alleen gebruikt worden door mensen die niet zwaarder zijn dan 150 kg.
10. Laat nooit meer dan één persoon tegelijk de loopband gebruiken.
11. Draag bij gebruik van de loopband de juiste kleding. Draag geen losse kleding die in de loopband verstrikt kan raken. Sportsuspensiors worden aangeraden voor zowel mannen als vrouwen. Draag altijd
gymschoenen. Gebruik de loopband nooit op blote voeten, met alleen sokken of sandalen aan.
12. Steek de stekker alleen in een geaard stop­contact (zie bladzijde 16). Geen enkel ander apparaat mag op dezelfde groep aangsloten zijn.
13. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan alleen een 3 draadig, 1 mm2 (maat 14) snoer van maximaal 1,5 meter.
14. Houd de stekker bij hete oppervlaktes vandaan.
15. Loop nooit op de loopband wanneer de elektriciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband niet wanneer het snoer of de stek­ker beschadigd is. Gebruik de loopband niet als deze niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOSSEN op bladzijde 26 als de loopband niet goed werkt).
16. Lees de noodstopprocedure grondig door, begrijp wat u gelezen heeft en test de pro­cedure voordat u de loopband gebruikt (raadpleeg HOE DE ELEKTRICITEIT INSCHAKELEN op bladzijde 18).
17. Start de loopband nooit terwijl u op de loopband staat. Houd u altijd aan de han­dleuningen vast terwijl u de loopband gebruikt.
18. De loopband kan op hoge snelheden draaien. Stel de snelheid geleidelijk bij om plotselinge schokken bij het versnellen te voorkomen.
3
19. De hartslagmonitor is geen medisch instru­ment. Diverse factoren zoals beweging, kunnen de juistheid van de metingen beïnv­loeden. De hartslagmonitor dient slechts om de hartslag globaal te meten, als hulpmiddel bij uw oefeningen.
20. Laat de loopband nooit zonder toezicht draaien. Verwijder altijd de sleutel, trek de stekker uit het stopcontact, en zet de stroomschakelaar in de uitstand wanneer de loopband niet gebruikt wordt. (Zie de tekening op bladzijde 5 om te zien waar de stroomschakelaar zit.)
21. Voltooi eerst de montage van de loopband voordat u deze rechtop zet, neer laat of verplaatst. (Zie MONTAGE op bladzijde 7 en HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN EN TE VERPLAATSEN op bladzijde 25.) U moet in staat zijn om veilig 20 kg op te kunnen tillen, neer te kunnen laten of in staat zijn om de loopband te verplaatsen.
22. Bij het inklappen of het verplaatsen van de loopband dient u ervoor te zorgen dat de
opbergvergrendeling het onderstel stevig in de opbergstand houdt.
23. Steek nooit enig onderwerp in welke opening van de loopband dan ook.
24. Controleer alle onderdelen regelmatig en draai ze dan goed vast.
25. GEVAAR: trek de stekker na gebruik
altijd direct uit het stopcontact. Doe dit ook bij het schoonmaken van de loopband, voor het plegen van onderhoud en voor het bijstel­len zoals in deze handleiding beschreven. Verwijder nooit de motorkap tenzij een servic­emonteur dat aangeeft. Onderhoud, anders dan de procedures in deze handleiding moet uitsluitend uitgevoerd worden door een erk­ende servicemonteur.
26. Te veel oefenen kan leiden tot ernstig letsel of tot de dood. Als u zich duizelig voelt of pijn voelt, stop dan meteen met het oefenen en begin met een afkoeling.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
4
VOORDAT U BEGINT
Dank u dat u hebt gekozen voor de revolutionaire NORDICTRACK® T15.0 loopband. Deze T15.0 loop­band biedt een reeks aan indrukwekkende functies die zijn ontwikkeld om uw oefeningen effectiever en leuker te maken. Als u geen oefeningen doet, kunt u deze unieke loopband opvouwen, waardoor deze minder dan de helft van de ruimte inneemt van andere loopbanden.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig door voor gebruik van de loopband. Raadpleeg de
Lengte: 208 cm Breedte: 94 cm Gewicht: 125 kg
Handleuning
Staander
omslag van deze handleiding als u nog vragen hebt. Noteer het productnummer en het serienummer voor­dat u met ons contact opneemt. De plaats waar u de stickers met het productnummer en het serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Bedieningspaneel
Lade
Handgreep met
Hartslagmonitor
Sleutel/Klip
Loopband
Voetrail
Bijstelschroeven van de Ruststandrol
Stroomschakelaar
Snoer
Kussen van het Loopvlak
5
ONDERDEEL IDENFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus­sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Aandacht: als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn mogelijk extra onderdelen meegeleverd.
8
(2)–4
6
MONTAGE
• Montage moet door twee personen worden uitgevoerd.
• Plaats de loopband op een open plek en verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het ver­pakkingsmateriaal niet weg totdat u de loopband volledig hebt gemonteerd.
• Er kan, na verzending, een olieachtige substantie op de buitenkant van de loopband zitten. Dit is normaal. Mocht er wat olieachtige substantie op de loopband zitten, veeg dit dan met een zachte lap en een zacht, niet-schurend schoonmaakmid­del weg.
• Linker onderdelen zijn met een “L” of “Left” aangegeven en rechter onderdelen zijn met een “R” of “Right” aangegeven.
1. Zorg dat het snoer niet in het stopcontact
gestoken is.
Leg een stuk carton onder de achterkant van het
Onderstel (56) om de vloer of de vloerbedekking te beschermen.
• Voor het herkennen van de kleine onderdelen, kijkt u op pagina 6.
• Het volgende gereedschap kan voor de montage nodig zijn:
de meegeleverde inbusleutels
een verstelbare moersleutel
een kruiskopschroevendraaier
Om schade aan onderdelen te vermijden, moet u geen elektrisch gereedschap bij het mon­teren gebruiken.
1
Maak de Linker Wielkap (96) aan de Basis (94)
vast met twee #8 x 3/4" Schroeven (2)
Maak de Rechter Wielkap (niet afgebeeld) op
dezelfde manier aan de rechterkant van de Basis (94) vast.
2. Trek de Draad van de Staander (81) en de aard­draad van de basis (A) door het aangegeven gat in de Basis (94).
Maak de aarddraad van de basis (A) aan de
Basis (94) vast met een #8 x 1/2" Aardschroef (10).
Druk een Pakkingring (77) in het vierkante gat in
de Basis (94).
56
94
2
96
Carton
2
77
Gat
81
A
10
94
7
3. Zoek de Linker Staander (89). Laat een tweede persoon de Linker Staander bij de Basis (94) houden.
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad-
band in de Linker Staander (89) stevig rond het uiteinde van de Draad van de Staander (81) vast. Trek dan aan het andere uiteinde van de draadband totdat de Draad van de Staander goed door de Linker Staander ligt.
3
81
89
81
89
Draadband
94
Draadband
81
4. Houd de Linker Staander (89) tegen de Basis (94). Zorg ervoor dat geen draden bekneld raken. Steek twee 3/8" x 2 3/4" Schroeven (7) en twee 3/8" x 1 1/4" Schroeven (8) met twee 3/8" Sterringen (13) in de Linker Staander.
Draai de 3/8" x 2 3/4" Schroeven (7) en de 3/8"
x 1 1/4" Schroeven (8) gedeeltelijk vast totdat de koppen van de Schroeven de Linker Staander (89) raken. Draai de Schroeven nog niet volle-
dig vast.
Maak de Rechter Handleuning (niet afge-
beeld) op dezelfde manier vast. Aandacht: er
zijn geen draden aan de rechterkant.
4
89
7
13
8
13
94
8
5. Zoek naar de Linker en de Rechter Kappen van de Basis (82, 83). Schuif de Linker Kap van de Basis op de Linker Staander (89). Schuif de Rechter Kap van de Basis op de Rechter Staander (90). Druk de Kappen van de Basis
nog niet vast op hun plaats.
5
81
90
Verwijder de draadband uit de Draad van de
Staander (81).
6. Zoek naar de Linker Handleuning (88) en houd deze bij de Linker Staander (89).
Maak de draadband in de Linker Handleuning
(88) stevig rond het uiteinde van de Draad van de Staander (81) vast. Trek dan aan het andere uiteinde van de draadband totdat de Draad van de Staander goed door de Linker Handleuning ligt. Zorg ervoor dat de Draad van de
Staander de aan de linkerkant van de aange­geven beugel zit.
Draad-
band
6
Draad-
band
81
82
89
Beugel
83
88
89
9
7. Maak de Linker Handleuning (88) aan de Linker Staander (89) vast met twee 5/16" x 1" Schroeven (5), twee 5/16" Sterringen (11), en een 5/16” x 1 1/2” Bout (4). Draai de Bout en de
Schroeven nog niet volledig vast.
Maak de Rechter Handleuning (87) op
dezelfde manier vast.
Schuif de Draad van de Staander (81) op de
rechterkant van de aangegeven beugel. Zorg
ervoor dat de Draad van de Staander niet tussen de Linker Buitenste Kap van de Handleuning (80) en de beugel bekneld raakt.
7
Beugel
4
80
88
89
81
5
11
11
5
4
87
8. Plaats het bedieningspaneel met de bovenkant op een zachte oppervlakte zodat het bediening­spaneel niet bekrast wordt.
Verwijder de vier Schroeven (B). Til vervol-
gens de Dwarsstang (93) en het Onderstel van het Bedieningspaneel (104) af. Leg de vier Schroeven aan de zijkant.
8
B
104
B
B
93
Bedieningspaneel
10
9. BELANGRIJK: gebruik geen groot ger­eedschap om de Dwarsstang (93) niet te beschadigen en draai de #10 x 3/4" Schroeven (9) niet te vast.
Draai de Dwarsstang (93) zoals afgebeeld. Draai
al de vier #10 x 3/4" Schroeven (9) halverwegen in de Handleuningen (87, 88) vast. Schuif de Dwarsstang zover mogelijk op en draai de vier Schroeven vast.
9
93
9
88
9
87
10. Maak het Onderstel van het Bedieningspaneel (104) aan de Handleuningen (87, 88) vast met vier 5/16” x 1 1/2” Bouten (4) en vier 5/16" Sterringen (11). Draai alle vier de Bouten wat
aan en draai daarna elke Bout vast.
10
11
104
4
88
11
4
87
11
11. Houd met de hulp van een tweede person het bedieningspaneel bij de Linker Handleuning (88).
Sluit de Draad van de Staander (81) op
de draad van het bedieningspaneel aan.
Raadpleeg de inzet-tekening. De connec­toren zouden makkelijk samen moeten glijden en op hun plaats moeten klikken.
Als dit niet gebeurt, dient u een van de connec­toren te draaien en het nog eens te proberen.
ALS U DE CONNECTOREN NIET GOED AANSLUIT, KAN HET BEDIENINGSPANEEL BESCHADIGD RAKEN WANNEER DE STROOM INGESCHAKELD WORDT. Verwijder
de draadband uit de Draad van de Staander.
Sluit de geaarde draad van het bedien-
ingspaneel aan op de Aardddraad van het Bedieningspaneel (105) en steek de draden in het gat in het bedieningspaneel.
11
Gat
105
Draad
van het
Bedie-
ning-
spaneel
81
Geaarde
Draad
Draad van het
Bedieningspaneel
Bedieningspaneel
81
Draadband
88
12. Plaats het bedieningspaneel op de Linker en de Rechter Handleuningen (88, 87). Zorg ervoor dat de draden niet bekneld raken. Steek het overschot aan Draad van de Staander (niet afgebeeld) in de Linker Handleuning.
Maak het bedieningspaneel vast met acht #8
x 1/2" Schroeven (1) (alleen een kant is afge­beeld). Draai eerst alle acht de Schroeven wat
aan, en draai daarna elke Schroef vast.
Maak de twee Klemmen van het Bediening-
spaneel (106) aan het Bedieningspaneel vast met vier #8 x 1" Schroeven (25).
Zie stap 7. Draai de vier 5/16" x 1" Schroeven
(5) en de twee 5/16” x 1 1/2” Bouten (4) goed vast.
12
87
106
25
1
Bediening-
spaneel
106
25
1
1
88
12
13. Draai de vier 3/8" x 2 3/4" Schroeven (7) gaed vast, en draai daarna de 3/8" x 1 1/4" Schroeven (8) vast (alleen een kant is afgebeeld).
Druk de Linker en de Rechter Kappen van Basis
(82, 83) goed vast in de Basis (94) totdat deze op hun plaats klikken.
13
83
82
7
8
94
14. Breng daarna het Onderstel (56) omhoog, tot de afgebeelde stand. Laat een tweede persoon
het Onderstel vasthouden totdat stap 15 voltooid is.
Draai de Opbergvergrendeling (53) zodanig
dat de grote cilinder en de vergrendelingsknop gedraaid zijn zoals afgebeeld.
Maak het onderste uiteinde van de Opberg-
vergrendeling (53) aan de Basis (94) vast met een 3/8" x 2" Bout (3) en een 3/8" Moer (12).
14
Vergrendel-
knop
53
94
Grote
Cilinder
12
56
3
13
15. Maak het bovenste uiteinde van de Opbergvergrendeling (53) aan het Onderstel (56) vast met een 3/8" x 1 3/4" Bout (6) en een 3/8" Moer (12). Aandacht: het kan nodig zijn om het Onderstel (56) naar voren en naar achteren te schuiven om de Opbergvergrendeling gelijk te stellen met het Onderstel.
Laat het Onderstel (56) neer (zie HOE DE
LOOPBAND NEER TE LATEN VOOR GEBRUIK op bladzijde 25).
15
56
12
6
53
16. Zorg dat alle onderdelen goed vastgedraaid zijn voordat u de loopband gebruikt. Als er velletjes plastic op de loopbandstickers zitten, verwijder deze dan. Plaats een matje onder de loopband om de vloer of de vloerbedekking te beschermen. Aandacht: er kunnen extra onderdelen meegeleverd zijn. Berg de meege­leverde inbussleutels goed op; een van de inbussleutels wordt gebruikt om de loopband bij te stellen (zie bladzijde 27 en 28).
14
DE HARTSLAG MONITOR
HOE DE HARTSLAG MONITOR TE DRAGEN
De hartslag monitor heeft een borstkas­band en een sensor.
Steekdeapin
ene uiteinde van de borstkas-band in het ene uiteinde van de sensor, zoals afge­beeld in de tekening. Druk dan het uit­einde van de sensor onder de gesp van de borstkas-band.
Deapmoetgelijk
zijn met de voorkant van de sensor.
De hartslag moni­tor moet onder uw kleding gedragen worden, strak tegen uw huid. Draag de hartslag monitor in de aangegeven plaats rond uw borst­kas. Zorg ervoor dat de logo naar buiten wijst. Maak dan het andere uit­einde van de borstkas-band op de sensor vast. Stel de lengte van de borstkas-band bij mocht dat nodig zijn.
Flaps
Borstkas-
Sensor
band
Sensor
Flap
Gesp
•Buigenrekdesensortijdenshetgebruikofhet
opbergen van de hartslag monitor niet te veel.
•Maakdesensorschoonmeteenzachtedoekeneen
beetje zachte zeep. Veeg dan de sensor met een zachte doek en droog deze goed af. Gebruik nooit schuurmiddelen, alcohol of chemische producten om de sensor schoon te maken. U kunt de borstkas­band met de hand wassen en dan laten drogen.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Loop de hieronder genoemde procedures door wan­neer de hartslag monitor niet goed werkt.
•Zorgervoordatudehartslagmonitorgoeddraagt
zoals hier links is beschreven. Verplaats de hartslag monitor wat naar boven of naar beneden wanneer u de borstkas-hartslag monitor niet goed werkt.
•Maakdeelektrodesopnieuwwatnatwanneerde
hartslag metingen pas verschijnen nadat u begint te transpireren.
•Voordegoedeweergavevandehartslagmetingen
moet de gebruiker zich op minder dan een armlengte van het bedieningspaneel bevinden.
•Alserzicheenbatterijdekseltjeaandeactherkant
van de sensor bevindt, vervang dan de batterij met een batterij van hetzelfde type.
Trek de sensor een paar centimeter van uw lichaam en zoek naar de twee elektrodes met de kleine randjes. Maak beide elektrodes nat met een zoute vloeistof, zoals wat speeksel of vloeistof voor contact lenzen. Plaats de sensor terug tegen uw huid.
VERZORGING EN ONDERHOUD
•Droogdesensorgoedafnaiedergebruik.Door
vocht blijft de sensor langer dan nodig branden en zodoende zullen de batterijen sneller leeg lopen.
•Bewaardehartslagmonitoropeenwarmeendroge
plaats. Bewaar de harslag monitor niet in een plastic zak of andere verpakking die vocht kan vasthouden.
•Steldehartslagmonitornietlangdurigblootaan
direct zonlicht, niet aan een temperatuur lager dan
-10° C of aan een temperatuur hoger dan 50° C.
•Dehartslagmonitorisontwikkeldvoormensenmet
een normale hartslag. Problemen met de hartslag­meting kunnen een medische oorzaak hebben zoals vroegtijdige ventriculaire samentrekking, hartkloppin­gen, of aritmie.
•Dewerkingvandehartslagmonitorkanbeïnvloed
worden door magnetische storingen die door hoog­spanningsdraden en andere elektromagnetische bronnen veroorzaakt kunnen worden. Verplaats het
tness-apparaatalsuvermoedtdatditdeoorzaakis.
15
UK
UK
GR
AUS
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische schok te verminderen. Een snoer en een geaarde stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door de fabrikant aanbevolen snoer.
GEVAAR: een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische schok leiden. Laat een elektriciën de aarding nakijken als u niet zeker weet of het stopcon­tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen aan de stekker van het apparaat aan. Laat een elektriciën een nieuwe stekker monteren als de stekker niet in het stopcontact past.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in het stopcontact van de loopband.
Stopcontact van
de Loopband
Snoer
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaatselijke regelingen.
Stopcontact
16
BEDIENINGSPANEELDIAGRAM
DE WAARSCHUWINGSSTICKER OPPLAKKEN
Zoek de Engelse waarschuwingen op het bedie­ningspaneel. U vindt dezelfde waarschuwingen in andere talen op het meegeleverde stickervel. Plak de Nederlandse waarschuwingssticker op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband biedt een reeks indrukwekkende mogelijkheden ontworpen om uw oe­feningen doeltreffender en prettiger te maken. U kunt wanneer u de handmatige instelling gebruikt de snel­heid en de hellingstand van de loopband door een druk op een toets veranderen. Tijdens het oefenen zal het bedieningspaneel directe feedback over uw oefening geven. U kunt zelfs uw hartslag meten door gebruik te maken van de handgreep met hartslagmonitor of door middel van de borstkas hartslagmonitor.
Het bedieningspaneel heeft tevens twintig workouts— vijf Calorieën workouts, vijf Intensieve workouts, vijf Snelheid workouts, en vijf Helling workouts. Elke wor­kout controleert automatisch de snelheid en de helling van de loopband terwijl u door een effectieve oefen­sessie geleid wordt.
Het bedieningspaneel heeft een iFit module waardoor de loopband op uw draadloos netwerk aangesloten kan worden door middel van een optionele iFit module. U kunt, met de iFit module, workouts downloaden, uw eigen workouts samenstellen, resultaten van uw wor­kouts volgen, tegen andere iFit hardlopers racen en
vele andere functies raadplegen. Ga naar
www.iFit.com om een iFit module te kopen of bel met het telefoonnummer op de kaft van deze hand­leiding.
U kunt tevens naar uw favoriete muziek of naar audio­boeken luisteren door tijdens het oefenen gebruik te maken van het stereogeluidssysteem van het bedie­ningspaneel.
Om de stroom in te schakelen, zie bladzijde 18. Om de handmatige instelling te gebruiken, zie bladzijde
18. Om een workout te gebruiken, zie bladzijde 21.
Om een iFit oefening te gebruiken, zie bladzijde 22. Om het stereogeluidssysteem te gebruiken, zie bladzijde 23. Om de informatie instelling te gebrui­ken, zie bladzijde 24.
Aandacht: het bedieningspaneel kan de snelheid en de afstand in kilometers of mijlen aangeven. Zie de INFORMATIE INSTELLING op bladzijde 24 om te zien welke meeteenheid gekozen is. Om het eenvoudig te houden worden alle instructies in deze handleiding in kilometers aangegeven.
BELANGRIJK: Als er velletjes plastic op het bedie­ningspaneel zitten, verwijder deze dan. Draag al­leen schone gymschoenen wanneer u de loopband gebruikt om beschadiging aan het loopplatform te voorkomen. De eerste keer dat u de loopband ge­bruikt dient u de uitlijning van de loopband te be­kijken en de loopband indien nodig in het midden te leggen (zie bladzijde 28).
17
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat de loopband, wanneer deze aan koude temperaturen blootgesteld is geweest, de loopband tot kamertemperatuur komen voordat u de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u het bedieningspaneel of andere elektrische compo­nenten beschadigen.
Steek het snoer in het stopcontact (zie bladzijde
16). Zoek vervolgens naar de stroomschakelaar op het onderstel van de loop­band bij het snoer. Druk de stroomschakelaar in de Reset (resetstand).
BELANGRIJK: het bedieningspaneel heeft een demostand, die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. De demo instelling is aan als de displays branden wanneer het snoer ingestoken wordt en de stroomschake­laar in de resetstand gedrukt wordt. Om de demo instelling uit te schakelen, drukt u enkele seconden lang op de Stoptoets. Raadpleeg DE INFORMATIE INSTELLING op bladzijde 24 om de demo instelling uit te schakelen wanneer de displays aan blijven.
Ga vervolgens op de voet­rails van de loopband staan. Zoek naar de klip die aan de sleutel vastzit en schuif de klip aan de tailleband van uw kleding. Steek dan de sleutel in het bedienings­paneel. Kort daarna zullen de displays oplichten.
BELANGRIJK: bij een noodsituatie kunt u de sleutel uit het bedieningspaneel trekken zodat de loopband tot stilstand komt. Test de klip door voorzichtig een paar stappen naar achteren te lopen totdat de sleutel uit het bedieningspaneel getrokken wordt. Als de sleutel niet uit het bedie­ningspaneel komt, stel dan de lengte van de klip bij.
Reset
Klip
Sleutel
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan
de linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Druk op de Manual (Handmatige) toets op het
bedieningspaneel. De handmatige instelling zal automatisch gekozen worden wanneer u niet op iFit aangesloten bent.
3. Start de loopband.
Om de loopband te starten drukt u op de Start
(Start) toets, de Speed (Snelheids) toename toets of op een van de 2 t/m 22 genummerde 1 Step Speed (1 Staps Snelheids) toetsen.
Als op de Start toets of de Speed toename toets
gedrukt wordt dan zal de loopband beginnen te draaien met een snelheid van 2 Km/H (Km/u). Tijdens het oefenen kunt u de snelheid van de loopband naar wens aanpassen door op de Speed toename en -afname toetsen te drukken. Steeds wanneer u op een van de toetsen drukt dan zal de snelheidsinstelling met 0,1 Km/H veranderd wor­den; als u op een toets blijft drukken, dan verandert de snelheidsinstelling met stapjes van 0,5 Km/G. Aandacht: na het drukken op de toets kan het even duren voordat de loopband de gekozen snelheids­instelling bereikt.
Indien u op een van de genummerde 1 Step Speed
toetsen drukt zal de snelheid van de loopband geleidelijk aangepast worden totdat de gewenste snelheidsinstelling bereikt wordt.
Om de loopband te stoppen drukt u op de Stop
toets.Detijdzalopdedisplayopikkeren.Om
de loopband opnieuw te starten, drukt u op de Starttoets of op de Snelheidstoename toets.
18
4. De hellingstand van de loopband veranderen zoals gewenst.
Druk op de Incline (helling) toename of -afname
toets of op een van de genummerde 1 Step Incline (1 staps hellingtoetsen) om de helling van de loop­band te veranderen. Elke keer als u op een van de toetsen drukt, zal de helling geleidelijk veranderen tot de gekozen hellinginstelling bereikt is.
5. Volg uw voortgang op de displays.
De display zal de volgende workout informatie
tonen wanneer u op de loopband loopt of rent:
•DeverlopenTime(tijd)
•DeDist.(afstand)dieugelopenofgerendheeft
•DebalkdiedeIntensity(intensiteit)vandewor-
kout aangeeft
My Trail keuze toont een piste die 400 m (1/4 mijl)
voorstelt. De witte rechthoek geeft uw vordering aan. My Trail keuze zal het aantal rondjes aange­ven die u voltooit.
De Calorie (calorieën) keuze zal bij benadering het
aantal calorieën die u verbrand heeft aangeven. De hoogte van ieder segment geeft het aantal verbrande calorieën aan die tijdens dat segment verbrand zijn. De calorie display zal bij benadering het aantal verbrande calorieëen per uur aangeven wanneer de Calorieën keuze gekozen is.
Tijdens het oefen zal de balk met de oefenintensi-
teit het geschatte intensiteitsniveau van uw workout aangeven.
•HetbijbenaderingaantalverbrandeCalories
(calorieën)
•DeIncline(hellingstand)vandeloopband
•HetaantalVert.Feet(verticalegeklommen
meters)
•DeSpeed(snelheid)vandeloopband.
•Uwhartslag(ziestap6opbladzijde20)
•Hetscherm
Het scherm heeft meerdere displaykeuzes. Druk op
de toename en afname toets naast de Enter toets totdat de gewenste keuze aangegeven wordt.
DeInclinekeuzezaleenproelvandehelling-
instelling van de workout aangeven. Een nieuw segment zal aan het einde van ieder minuut ver-
schijnen.DeSpeedkeuzezaleenproelvande
snelheidsinstellingen van de workout aangeven.
Druk op de Home (thuis) toets om naar de stan-
daardmenu terug te keren (zie DE INFORMATIE INSTELLING op bladzijde 24 om de standaard­menu in te stellen). Druk, indien nodig, nogmaals op de Home toets.
Het draadloos symbool zal
aan de bovenkant van de display de sterkte van het draadloos signaal aange­ven wanneer de iFit module aangesloten is. Vier staafjes geeft volle sterkte aan.
Om de displays te resetten drukt u op de Stop
toets, trekt u de sleutel uit en steekt u de sleutel weer in.
19
6. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Aandacht: als u de borstkas hartslagmoni-
tor draagt en tegelijkertijd de handgreep met hartslagsensor gebruikt, dan geeft het bedie­ningspaneel uw hartslag niet nauwkeurig aan.
Zie bladzijde 15 voor informatie over de borstkas hartslagmonitor.
Voordat u de
handgreep met hartslagmonitor gebruikt verwij­dert u de velletjes plastic van de metalen contact­punten op de hartslagstang. Zorg er ook voor dat uw handen schoon zijn.
7. Zet indien gewenst de ventilator aan.
De ventilator heeft verschillende snelheidsinstel-
lingen en een automatische instelling. De snelheid van de ventilator zal automatisch toenemen of afnemen wanneer de snelheid van de loopband toeneemt en afneemt als de automatische instelling gekozen is.
Contactpunten
Druk op de Manual
(handmatige) ven­tilatortoets om een ventilatorsnelheid te kiezen of om de venti­lator uit te zetten. Druk op de Auto (automatisch) ventilator toets om de automatische instelling te kiezen of om de ventila­tor uit te zetten.
Als de ventilator aan staat wanneer de loopband
stilstaat, dan zal de ventilator na een paar minuten automatisch stoppen.
8. Als u met oefenen klaar bent dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te trekken.
Ga op de voetrails staan, druk op de Stoptoets en
stel de helling van de loopband in de laagste stand. De helling van de loopband moet in de laagste stand staan wanneer u de loopband wilt inklappen in de opbergstand anders kan de loopband beschadigd worden. Trek vervolgens
de sleutel uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een veilige plek.
Wanneer u met de loopband klaar bent, zet dan de
stroomschakelaar in de Off (uitstand) en neem het snoer uit het stopcontact. BELANGRIJK: Als u dit
niet doet, kunnen de elektrische componenten van de loopband voortijdig slijten.
20
HOE EEN WORKOUT TE GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 18.
2. Kies een workout.
Om een workout te kiezen drukt u herhaalde-
lijk op de Calorie (Calorieën) toets, de Intensity (Intensiteits) toets, de Speed (Snelheids) toets, of de Incline (Helling) toets totdat de gewenste wor­kout op de display verschijnt
De display zal, wanneer u een workout gekozen
heeft, de tijdsduur van de workout en de naam van
deworkoutaangeven.Bovendienzalereenproel
van de snelheidsinstellingen van de workout op het scherm verschijnen. Wanneer u voor een calorieën workout kiest, dan zal bij benadering het aantal calorieën die u zult verbranden in de naam van de workout verschijnen.
3. Begin met de workout.
Druk op de Start (Start) toets of de Speed toename
toets om met de workout te beginnen. Even nadat u op de toets gedrukt heeft, zal de loopband zich automatisch aanpassen tot de eerste snelheids- en hellinginstelling van de workout. Houd de handleu­ningen vast en begin te lopen.
Elke workout is in segmenten verdeeld. Er is één
hellinginstelling en één snelheidsinstelling voor elk segment geprogrammeerd. Aandacht: dezelfde snelheids- en/of hellinginstelling kan voor opeenvol­gende segmenten geprogrammeerd worden.
vanhetproelstelthethuidigesegmentvoor.De hoogtevanhetopikkerendesegmentgeeftde
snelheids- of the hellinginstelling van het huidige segment aan. Aan het einde van elk segment, is een serie geluiden te horen en het volgende seg-
mentvanhetproelbegintopteikkeren.Alseen
nieuwe snelheids- en/of hellinginstelling voor het volgende segment geprogrammeerd is dan zal de nieuwe snelheids- en/of hellinginstelling een paar
secondenlangindedisplayopikkerenomute
waarschuwen en de loopband zal zich automatisch aan de nieuwe snelheids- en/of hellinginstelling aanpassen.
De workout gaat op deze wijze door tot het laatste
segmentvanhetproelopdedisplayopikkerten
het laatste segement eindigt. De loopband zal dan langzaam tot stilstand komen.
Aandacht: De na te streven calorieën zijn een
schatting van het aantal calorieën die u tijdens de workout zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën die u verbrandt zal van uw metabo­lisch ritme afhangen. Als u daarnaast de snel­heid of de helling van de loopband tijdens de workout handmatig verandert dan zal dat effect hebben op het aantal calorieën die u zult ver­branden.
Indien de snelheids- of hellinginstelling tijdens de
workout op welk moment dan ook te hoog of te laag staat, dan kunt u de instelling handmatig aanpas­sen door op de Speed of Incline toetsen te drukken.
Echter, wanneer het volgende segment van de workout begint, dan zal de loopband zich auto­matisch aan de snelheids- en hellinginstelling voor het volgende segment aanpassen.
Tijdens de
workout zal
hetproel
op de snel­heids- en de hellingkeuze aangege­ven zodat u
uwvorderingkuntvolgen.Deopikkerendebalk
Huidig segment
Om wanneer dan ook met de workout te stoppen
drukt u op de Stop toets. De tijd zal op de display opikkeren.DrukopdeStarttoetsofopdeSpeed toename toets om de workout te hervatten. De loopband begint met een snelheid van 2 km/u te draaien. Als het volgende segment van de workout begint, dan zal de loopband zich automatisch aan de snelheids- en hellinginstelling voor dat volgende segment aanpassen.
21
4. Volg uw vordering op de displays.
HOE EEN IFit WORKOUT TE GEBRUIKEN
Zie stap 5 op bladzijde 19. De display zal de reste-
rende tijd in plaats van de verlopen tijd aangeven wanneer u een workout kiest.
5. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op bladzijde 20.
6. Zet indien gewenst de ventilator aan.
Zie stap 7 op bladzijde 20.
7. Als u klaar bent met oefenen dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te trekken.
Zie stap 8 op bladzijde 20.
Aandacht: om een iFit workout te gebruiken heeft u een optionele iFit module nodig. Ga naar www.iFit.com om
een iFit module te kopen of bel het telefoonnummer op omslag van deze handleiding. U heeft ook een
computer met een USB-poort en een internet verbinding nodig. U zult tevens toegang tot een draadloos netwerk met een 802.11b router met ingeschakeld SSID uitzen­ding (verborgen netwerken worden niet ondersteund) nodig hebben. Een iFit.com lidmaatschap is ook vereist.
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 18.
2. Steek de iFit module in het bedienings-paneel.
Raadpleeg de instructies die met de iFit module
meegeleverd zijn om de iFit module in te steken.
BELANGRIJK: om de vereisten voor blootstel-
ling aan straling na te komen moeten de antenne en de zender in de iFit module op minstens 20 cm afstand van alle personen staan en moeten beide niet dichtbij enige andere antenne of zen­der staan of er mee verbonden zijn.
3. Kies een gebruiker.
U kunt, als er meer dan een gebruiker geregistreerd
is, vanuit het iFit hoofdscherm van gebruiker wis­selen. Druk op de toename en afname toetsen naast de Enter (Enter) toets om een gebruiker te kiezen.
4. Kies een iFit workout
Druk op een van de iFit toetsen om een iFit workout
te kiezen. Voordat u sommige workouts kunt begin­nen te downloaden moet u ze eerst aan uw lijst toe­voegen op www.iFit.com.
Druk op de iFit toets om de volgende workout op
uw lijst te downloaden. Druk op de My Trainer (Mijn Trainer) toets, de My Maps (Mijn Kaarten) toets, de World Tour (Wereld Tour) toets, of de Event Training (Evenement Training) toets om de volgende workout van dat type op uw lijst te downloaden. Druk op de Compete (Competitie) toets om aan een race deel te nemen die u al van te voren gekozen heeft. Ga
naar www.iFit.com voor meer informatie over iFit workout. Aandacht: als er geen van de gekozen
type workouts op uw list staan dan zal de volgende workout op uw lijst gedownload worden.
22
De display zal, wanneer u een iFit Workout kiest,
de tijdsduur van de workout, de afstand die u zult lopen of rennen, en het bij benadering aantal calo­rieën die u zult verbranden aangeven. De display kan ook de naam van de workout aangeven. De display zal, als u een competitie workout kiest, af­tellen totdat de race begint.
7. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op bladzijde 20.
8. Zet indien gewenst de ventilator aan.
Zie stap 7 op bladzijde 20.
Aandacht: elke iFit toets kan ook twee demo wor-
kouts starten. Verwijder de iFit module uit het be­dieningspaneel en druk op een van de iFit toetsen om de demo workouts te gebruiken.
5. Begin met de workout.
Zie stap 3 op bladzijde 21.
Tijdens sommige workouts zal de stem van een
persoonlijke trainer u door de workout leiden. U kunt een audioinstelling voor uw persoonlijke trai­ner kiezen (zie DE INFORMATIE INSTELLING op bladzijde 24).
Om op welk mogelijk moment dan ook met de oefe-
ning te stoppen drukt u op de Stop (Stop) toets. De
tijdzalopdedisplayopikkeren.DrukopdeStart
(Start) toets of op de Speed (Snelheids) toename toets om de workout te hervatten. De loopband zal met de snelheidsinstelling voor het eerste segment van de workout beginnen te draaien. Als het vol­gende segment van de workout begint, dan zal de loopband zich automatisch aan de snelheids- en hellinginstelling voor het volgende segment aan­passen.
6. Volg uw voortgang op de displays.
Zie stap 5 op bladzijde 19.
De My Trail (Mijn Pad) zal een kaart van het pad
waarop u loopt en rent of een piste met het aantal
rondjesdieuaanhetaeggenbentaangeven.
De Competition (Competitie) keuze zal, tijdens een
competitie workout, uw vordering tijdens de race aangeven. De bovenste lijn van het scherm zal laten zien welk deel u van de race u voltooid heeft. De andere lijnen zullen de top vier deelnemers aan­geven. Het einde van het scherm geeft het einde van de race aan.
9. Als u met de workout klaar bent dient u de sleu­tel uit het bedieningspaneel te trekken.
Zie stap 8 op bladzijde 20.
Ga naar www.iFit.com voor meer informatie over de iFit instelling.
HOE DE GELUIDSINSTALLATIE TE GEBRUIKEN
Om muziek of audioboeken via de stereoluidsprekers van het bedieningspaneel af te spelen, moet u uw MP3-speler, CD-speler, of andere persoonlijke audio­speler via de audio-aansluiting op het bedieningspa­neel aansluiten.
Om de audio-aansluiting te gebruiken zoekt u de audio­kabel en steek deze in de audio-aansluiting. Steek dan de audiokabel in een aansluiting op uw MP3-speler, CD-speler of andere persoonlijke audiospeler. Zorg dat
de audiokabel volledig aangesloten is.
Druk dan op de Play toets op uw MP3-speler, CD-speler of andere persoonlijke au­diospeler. Pas het volume aan van uw persoonlijke au­diospeler aan of druk op de Volumetoename en –afname toetsen op het bedienings­paneel.
Als u een persoonlijke CD-speler gebruikt en de CD slaat over, plaats de CD-speler dan op de vloer of een andere vlakke ondergrond en niet op het bedieningspa­neel.
Toenemen
Afnemen
23
DE INFORMATIE INSTELLING
Het bedieningspaneel heeft een informatie instelling die de informatie van de loopband bijhoudt en u uw eigen bedieningspaneel instelling laat invoeren.
Om de informatie instelling te kiezen, blijft u op de Stop (Stop) toets drukken terwijl u de sleutel weer in het bedieningspaneel steekt en daarna de Stoptoets loslaat. Als de informatie instelling gekozen wordt dan zal de volgende informatie aangegeven worden:
De Tijd display toont het aantal uren dat de loopband gebruikt is.
De Afstand display zal het totaal aantal kilometers (of mijlen) dat de loopband gedraaid heeft aangeven.
De onderste display geeft de status van een iFit module aan. Als een iFit module wordt aangeslo­ten, toont de display de woorden WIFI MODULE. De display zal de woorden USB/SD MODULE aangeven wanneer een USB module aangesloten is. De display zal de woorden NO IFIT MODULE (geen module) aan­geven wanneer er geen module aangesloten is.
Als de informatie instelling gekozen is zal het scherm verschillende (scherm)opties aangeven. Druk op de afname toets naast de Entertoest om een van de volgende schermen te kiezen:
1. UNITS: druk op de Entertoets om van meeteen-
heid te veranderen. Om de afstand in mijlen te bekijken, kiest u English (engels). Om de afstand in kilometers te bekijken, kiest u Metric (metrisch).
3. CONTRAST LVL: druk op de Incline (helling)
toename of –afname toets om het contrast van de display bij te stellen.
U kunt ook uit de volgende schermen kiezen wan­neer een module aangesloten is:
4. TRAINER VOICE: druk op de Enter toets om
de stem van de persoonlijke trainer aan of uit te schakelen.
U kunt ook uit de volgende schermen kiezen wan­neer een iFit module aangesloten is:
5. DEFAULT MENU: het standaardmenu zal
verschijnen wanneer u de sleutel in het bedie­ningspaneel steekt of wanneer u op de Home (thuis) toets drukt. Druk herhaaldelijk op de Enter toets om de handmatige instelling of de iFit instel­ling als standaardmenu te kiezen.
6. CHECK WIFI STATUS: druk op de Entertoets om
de iFit module te bekijken. De middelste display geeft het nummer van de software versie, het netwerk SSID, de codering van het netwerk, de sterkte van het draadloos signaal, het IP-adres van de module, het aantal geregistreerde gebrui­kers en hun namen, de resultaten van de DNS zoekopdracht, en de status van de iFit server aan.
7. SEND/RECEIVE DATA: druk op de Entertoets om
workouts, workout logs en updates te verzenden en te ontvangen. Wanneer het proces voltooid is zullen de woorden TRANSFERS DONE (doorge­stuurd) op de display verschijnen.
2. DEMO MODE: het bedieningspaneel biedt een
demo instelling, die speciaal ontwikkeld is voor gebruik als de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. Terwijl de demo instelling aan is kunt u het bedieningspaneel normaal gebruiken wanneer u het snoer in het stopcontact steekt, de stroom­schakelaar in de resetstand geplaatst wordt, en de sleutel in het bedieningspaneel gestoken wordt. Echter als u de sleutel eruit trekt, dan blijven de displays branden hoewel de toetsen niet werken. Het woord ON (aan) zal op het scherm verschij­nen wanneer de demo instelling aan is. Om de demo instelling aan en uit te zetten drukt u op de Entertoets.
Om de informatie instelling te verlaten, dient u de sleu­tel uit het bedieningspaneel te trekken.
24
HOE DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
Plaats de helling in de laagste stand voordat u de loopband opbergt om schade aan de loopband te voorkomen. Verwijder dan de sleutel en trek het snoer uit het stopcontact. AANDACHT: u moet in staat zijn om veilig 20 kilo op te kunnen optillen, neer te kunnen laten of om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de
plaats die door de pijl hieronder aangegeven wordt.
AANDACHT: houd het onderstel niet vast bij de plastic voetrails. Buig uw knieën en houd uw rug recht.
1
Onderstel
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Als u de loopband wilt verplaatsen, dient u deze eerst in te klappen zoals aan de linkerkant beschreven staat.
AANDACHT: zorg dat de vergrendelknop in de opbergstand vastzit. Het kan zijn dat er twee men­sen nodig zijn om de loopband te verplaatsen.
1. Houd het onderstel en een van de handleuningen vast en zet een voet tegen een van de wielen.
1
Onderstel
Handleuning
2. Til het onderstel op tot de vergrendelknop in de
opbergstand vastzit. AANDACHT: zorg dat de
vergrendelknop vastzit.
2
Onderstel
Vergrendelknop
Plaats een matje onder de loopband om de vloer
of de vloerbedekking te beschermen. Houd de loopband weg uit direct zonlicht. Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de temperatuur hoger is dan 30° C.
Wiel
2. Trek de handleuning naar achter tot de loopband op de wielen rolt; verplaats de loopband dan voorzichtig naar de gewenste plek. AANDACHT:
verplaats de loopband niet zonder deze naar achter te laten leunen, trek niet aan het onder­stel en verplaats de loopband niet over een ongelijke ondergrond.
3. Plaats een voet tegen een van de wielen en laat de loopband voorzichtig neer.
HOE DE LOOPBAND NEER TE LATEN VOOR GEBRUIK
1. Zie tekening 2. Houd de bovenkant van het onder- stel van de loopband met uw rechterhand vast. Trek vervolgens de vergrendelknop naar links.
BELANGRIJK: draai niet aan de vergrendel­knop. Duw, indien nodig, het onderstel iets naar
voren. Laat het onderstel een paar centimeter naar beneden zakken en laat de vergrendelknop los.
2. Bekijk tekening 1, links. Houd het metalen onder- stel stevig met beide handen stevig vast en laat het onderstel op de vloer neer. AANDACHT: houd het
onderstel niet vast bij de plastic voetrails vast en laat het onderstel niet los. Buig uw knieën en houd uw rug recht.
25
PROBLEMEN OPLOSSEN
De meeste problemen met de loopband kunnen met de onderstaande eenvoudige stappen opgelost worden. Zoek het probleem dat van toepassing is en volg de vermelde stappen. Raadpleeg de omslag van deze handleiding wanneer u verdere hulp nodig heeft.
PROBLEEM: het apparaat gaat niet aan
a. Zorg dat het snoer in een goed geaard stop-
contact is gestoken (zie bladzijde 16). Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan alleen een 3-draadige, 1 mm2 (maat 14) snoer die niet langer dan 1,5 meter is.
b. Nadat u de stekker ingestoken heeft, zorg er dan
voor dat de sleutel goed in het bedieningspaneel zit.
c. Controleer de stroomschakelaar op het onderstel
van de loopband bij het snoer. Als de schakelaar uitsteekt zoals afgebeeld dan is de schakelaar afgeslagen. Om de stroomschakelaar opnieuw in te stellen, wacht u vijf minuten en drukt u de schake­laar weer in.
c
c. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel en
steek hem er weer in.
d. Raadpleeg de omslag van de gebruikershandlei-
ding wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
PROBLEEM: de displays van het bedieningspaneel blijven branden als u de sleutel uit het bedienings­paneel trekt
a. Het bedieningspaneel kent een demoinsteling die
speciaal ontworpen is voor gebruik als de loopband in een winkel geëtaleerd wordt. Als de displays blijven branden wanneer u de sleutel uitrekt is de demo instelling aan. Om de demo instelling uit te schakelen, blijft u een paar seconden lang op de Stoptoets drukken. Als de displays nog steeds bran­den, raadpleeg dan de INFORMATIE INSTELLING op bladzijde 24 om de demo instelling uit te doen.
PROBLEEM: de displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
a. Trek de sleutel uit het bedieningspaneel en TREK
HET SNOER UIT HET STOPCONTACT. Verwijder
de vijf #8 x 3/4" Schroeven (2) en til de Motorkap (65) voorzichtig af.
Doorgeslagen
PROBLEEM: de stroom gaat tijdens gebruik uit
a. Controleer de stroomschakelaar (zie de tekening
hierboven). Als de schakelaar afgeslagen is wacht u vijf minuten en drukt u de schakelaar weer in.
b. Zorg dat het snoer goed ingestoken is. Als het
snoer ingestoken is trekt u het snoer uit, wacht u vijf minuten en steekt u het snoer weer in.
Resetten
a
65
2
2
2
26
Zoek naar de Bladveerschakelaar (52) en de
Magneet (50) aan de linkerkant van de Katrol (49). Draai de Katrol tot de Magneet gelijk staat met de Bladveerschakelaar. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Bladveerschakelaar ongeveer 3 mm is. Draai indien nodig de #8 x 3/4" Tekschroef
(14) los, verplaats de Bladveerschakelaar wat en maak dan de Schroef weer vast. Maak de Motorkap weer vast (niet afgebeeld) en laat de loopband een paar minuten draaien om te controle­ren of de snelheid juist aangegeven wordt.
b. Als de loopband te strak staat, dan zal de werking
van de loopband verslechteren en kan de loopband beschadigd raken. Verwijder de sleutel en TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT. Draai met de inbussleutel beide bijstelschroeven van de ruststandrol een kwartslag tegen de klok in. Als de loopband goed vast zit moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopoppervlak kunnen optillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden ligt. Steek dan de stekker in het stopcontact. Plaats de sleutel en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze procedure tot de loopband goed vastzit.
52
14
3 mm
Zicht van
boven
PROBLEEM: de helling van de loopband verandert niet goed
a. Blijf op de Stoptoets en Speed (Snelheids) toe-
name toets ingedrukt. Steek de sleutel in het bedieningspaneel en laat daarna de Stoptoets en Snelheidstoename toets los. Druk dan op de Stoptoets en daarna op de Incline (Helling) toename of –afname toets. De loopband gaat automatisch naar de maximum hellingstand en keert dan terug naar het minimum stand. Hierdoor wordt het helling­systeem opnieuw geijkt. Als de helling niet ijkt, druk dan op de Stoptoets en dan opnieuw op de Hellingtoename of –afname toets. Als de helling geijkt is, dient u de sleutel uit het bedieningspaneel te trekken.
49
50
b
c. Uw loopband heeft een platform voorzien van
een smeervel van hoge kwaliteit. BELANGRIJK:
gebruik nooit silicone spray of andere sub­stanties voor de loopband of het loopplatform tenzij aangeraden door een erkende service monteur. Als u dat doet zult u de loopband beschadigen en zal dit leiden tot buitensporige slijtage. Als u verwacht dat de loopband meer
smeervet nodig heeft, kijk dan op de kaft van deze gebruikershandleiding.
d. Raadpleeg de omslag van deze handleiding wan-
neer de loopband nog steeds vertraagt als er op gelopen wordt.
5–7 cm
Bijstelschroeven van de Ruststandrol
PROBLEEM: de loopband vertraagt als u erop loopt
a. Als u een verlengsnoer nodig heeft, gebruik dan
alleen een 3-draadig, 1 mm2 (maat 14) snoer dat niet langer is dan 1,5 meter.
27
SYMPTOOM: De loopband ligt niet in het midden van de voetrails. BELANGRIJK: Als de loopband tegen de voetrails schuurt, dan kan de loopband beschadigd raken.
a. Verwijder eerst de sleutel en TREK DE STEKKER
UIT HET STOPCONTACT. Als de loopband naar links verschoven is, kunt u de inbussleutel
gebruiken om de linker Schroef van de ruststandrol een halve slag met de klok mee te draaien; als de loopband naar rechts verschoven is kunt u de linker schroef van de ruststandrol een halve slag tegen de klok in draaien. Zorg dat u de loopband niet te vast draait. Haal dan de stekker uit het stop­contact. Steek de sleutel in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze procedure tot de loopband goed in het midden ligt.
SYMPTOOM: De loopband slipt als u er op loopt
a. Verwijder eerst de sleutel en TREK DE STEKKER
UIT HET STOPCONTACT. Draai beide bijstel-
schroeven van de ruststandrol met de inbussleutel een kwartslag met de klok mee. Als de loopband goed vast ligt moet u elke rand van de loopband 5 tot 7 cm van het loopvlak op kunnen tillen. Zorg ervoor dat de loopband in het midden ligt. Steek dan de stekker in het stopcontact. Steek de sleutel in en laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze tot de loopband goed vast ligt.
a
a
Voetleuning
PROBLEEM: er lopen lijnen over de display van het bedieningspaneel
a. Raadpleeg de INFORMATIE INSTELLING op
bladzijde 24 en pas het contrastniveau van het scherm aan wanneer er lijnen verschijnen in het scherm van het bedieningspaneel.
28
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
Vet verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
WAARSCHUWING:
voordat u begint met dit of een ander oefe­ningenprogramma, dient u een arts te consulteren. Dit is vooral belangrijk voor personen boven de 35 jaar of personen met bestaande gezondheidsproblemen.
De polssensor is geen medisch apparaat. Diverse factoren kunnen invloed hebben op nauwkeurigheid van de hartslagwaarden. De polssensor is alleen bedoeld als hulpmiddel bij de oefening voor het bepalen van de hart­slag over het algemeen.
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle resultaten.
verbranden, moet u gedurende een aanhoudende periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau. Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensi­teit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt. Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen met uw hartslag in het middelste nummer van uw trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart en vaatsysteem te versterken dan moet u een aerobic­oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoeveelheden zuurstof vereist gedurende langere peri­oden. Voor een aerobic-oefening past u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hartslag in de buurt is van het hoogste nummer van uw trainingszone.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel voor het bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken als gids voor het vinden van het juiste inten-
siteitniveau.Degraekhierondertoontdeaanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een aerobic oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
uuwleeftijdonderaandegraek(leeftijdenworden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie getallen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone.” Het laagste nummer is uw hartslag voor het verbran­den van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het maximaal verbranden van vet en het hoogste num­mer is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Warming up—Start met strekken en lichte oefeningen gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro­ming verhoogt in voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot 30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone. (Gedurende de eerste weken van uw oefeningen­programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20 minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel­matig en diep bij het uitvoeren van de oefening – houd uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekkenverhoogtdeexibiliteitvandespierenen
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, dient u drie trainingen per week te doen, met ten minste één rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden regelmatig oefeningen doen, kunt u desgewenst maxi­maal vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het dagelijks regelmatig en met plezier doen van oefenin­gen de sleutel tot uw succes is.
29
LIJST MET ONDERDELEN
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr. NETL14711.5 R1112A
1 16 #8 x 1/2" Schroef 2 71 #8 x 3/4" Schroef 3 1 3/8" x 2" Bout 4 6 5/16” x 1 1/2” Bout 5 4 5/16" x 1" Schroef 6 1 3/8" x 1 3/4" Bout 7 4 3/8" x 2 3/4" Schroef 8 4 3/8" x 1 1/4" Schroef 9 4 #10 x 3/4" Schroef 10 13 #8 x 1/2" Aardschroef 11 8 5/16" Sterring 12 2 3/8" Moer 13 4 3/8" Sterring 14 13 #8 x 3/4" Tekschroef 15 2 Bijstelschroef van de Ruststandrol 16 1 3/8" x 1 1/2" Bout 17 2 3/8" x 1 3/4" Wielbout 18 2 #8 x 1 3/4" Schroef 19 9 #8 x 1/2" Schroef met Kop als
Tussenring 20 2 5/16" Schroef van de Motor 21 2 1/2" x 2 1/4" Bout 22 2 3/8" x 1" Bout 23 4 5/16" x 1 3/4" Hechtbout 24 1 1/4" x 1" Schroef 25 4 #8 x 1" Schroef 26 6 #8 Plat Tussenstuk 27 1 Snoer voor Gebruik in Engeland 28 1 Ontvanger 29 1 3/8" x 2" Inbusbout 30 4 5/16" Platte Tussenring 31 2 5/16" Vierkante Moer 32 2 1/2" Moer 33 6 3/8" Klemmoer 34 4 5/16" Moer 35 1 1/4" Sterring 36 8 1/4" x 7/8" Schroef met Platte Kop 37 1 Rechter Buitenste Kap van de
Handleuning 38 8 Bovenkant van de Isolator 39 8 Isolator 40 2 Onderkant van de Isolator 41 8 Veer van de Isolator 42 1 Linker Voetrail 43 1 Waarschuwingssticker 44 1 Loopoppervlak 45 1 Loopband 46 2 Riemgeleider 47 2 Piste van de Voetrail 48 4 Draadband 49 1 Aandrijfrol/Katrol
50 1 Magneet 51 1 Klip van de Bladveerschakelaar 52 1 Bladveerschakelaar 53 1 Opbergvergrendeling 54 1 Aandrijfmotor 55 1 Riem van de Motor 56 1 Onderstel 57 2 Achterpoot 58 1 Kap van het Onderstel 59 4 Rubber Kussen 60 1 Rechter Voetrail 61 1 Ruststandrol 62 1 Kap van het Onderstel 63 1 Isolator van de Motor 64 1 Basis van het Bedieningspaneel 65 1 Motorkap 66 1 Versiering van de Kap 67 2 Tussenstuk van het Onderstel van
de Helling 68 3 Klip van de Kap 69 1 Hellingmotor 70 1 Onderstel van de Helling 71 2 Tussenstuk van het Onderstel 72 1 Regulateur 73 1 Plaat van de Regulateur 74 2 Buis van de Kap 75 1 Stroomschakelaar 76 1 Snoer 77 1 Pakkingring 78 1 Onderste Kap 79 1 Greep van de Linker Handleuning 80 1 Linker Buitenste Kap van de
Handleuning 81 1 Draad van de Staander 82 1 Linker Kap van de Basis 83 1 Rechter Kap van de Basis 84 1 Rechter Binnenste Kap van de
Handleuning 85 1 Linker Binnenste Kap van de
Handleuning 86 1 Rechter Greep van de Handleuning 87 1 Rechter Handleuning 88 1 Linker Handleuning 89 1 Linker Staander 90 1 Rechter Staander 91 2 Waarschuwingssticker 92 4 Kussentje van de Basis 93 1 Dwarsstang 94 1 Basis 95 1 Rechter Wielkap 96 1 Linker Wielkap
30
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
97 2 Wiel 98 1 Sleutel/Klip 99 2 Draadband 100 1 Geaarde Beugel 101 1 Borstriem 102 1 Sensor 103 1 Bedieningspaneel 104 1 Onderstel van het Bedieningspaneel 105 1 Aarddraad van het
Bedieningspaneel
Aandacht: deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden niet getoond.
106 2 Klem van het Bedieningspaneel 107 1 Linker Lade 108 1 Rechter Lade 109 1 Houder van de Helling Stop 110 2 Huls van de Motor 111 1 #8 x 3/4" Bout 112 1 #8 Moer 113 1 Beugel van de Filter 114 1 Filter * Gebruikershandleiding
31
GEDETAILLEERDE TEKENING A
Modelnr. NETL14711.5 R1112A
10
110
113
20
18
2
10
14
36
111
114
52
112
51
41
50
110
21
49
23
10
30
10
59
18
34
3
21
36
39
38
41
23
12
14
26
36
39
53
41
38
36
2
39
38
36
2
38
2
46
26
48
19
2
35
24
2
23
2
2
2
26
2
19
2
46
26
2
2
47
2
59
2
30
26
34
41
56
39
59
63
41
30
34
54
55
6
12
14
40
2
38
38
39
36
38
14
39
41
38
36
39
36
41
39
41
14
26
40
47
2
45
43
44
42
23
60
61
15
59
30
15
57
2
34
57
32
GEDETAILLEERDE TEKENING B
19
Modelnr. NETL14711.5 R1112A
2
2
2
65
19
66
67
71
62
2
2
2
2
58
2
2
2
2
2
10
72
10
2
2
2
2
32
10
100
74
22
68
19
2
70
2
73
68
16
32
29
69
33
2
2
74
2
28
68
22
71
75
75
109
33
67
76
99
78
27
2
2
33
GEDETAILLEERDE TEKENING C
1
80
79
1
Modelnr. NETL14711.5 R1112A
88
81
2
2
2
4
11
86
5
82
91
89
31
85
84
1
5
11
2
87
31
37
2
4
33
96
97
97
94
17
7
81
92
95
77
14
33
92
2
14
91
33
83
92
14
8
13
2
92
14
17
7
33 10
90
7
7
13
8
34
GEDETAILLEERDE TEKENING D
98
Modelnr. NETL14711.5 R1112A
107
1
101
102
104
4
11
1
1
2
103
10
105
2
106
25
106
25
2
2
2
4
11
1
99
2
64
9
1
93
108
1
1
1
9
1
1
1
1
35
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de vol­gende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• hetmodelnummerenhetserienummervanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
• denaamvanhetapparaat(raadpleegdeomslagvandezehandleiding)
• hetnummervanhetonderdeelendebeschrijving(zieLIJSTMETONDERDELENenGEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
RECYCLING INFORMATIE
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid. Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gerecycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver­werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
Onderdeel Nr. 334479 R1112A Gedrukt in de VS © 2012 ICON IP, Inc.
Loading...